NL8102187A - Werkwijze voor het verven of behandelen van textielachtige vezelmaterialen. - Google Patents

Werkwijze voor het verven of behandelen van textielachtige vezelmaterialen. Download PDF

Info

Publication number
NL8102187A
NL8102187A NL8102187A NL8102187A NL8102187A NL 8102187 A NL8102187 A NL 8102187A NL 8102187 A NL8102187 A NL 8102187A NL 8102187 A NL8102187 A NL 8102187A NL 8102187 A NL8102187 A NL 8102187A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
carbon atoms
foam
mole
component
moles
Prior art date
Application number
NL8102187A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Ciba Geigy
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Ciba Geigy filed Critical Ciba Geigy
Publication of NL8102187A publication Critical patent/NL8102187A/nl

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D06TREATMENT OF TEXTILES OR THE LIKE; LAUNDERING; FLEXIBLE MATERIALS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • D06PDYEING OR PRINTING TEXTILES; DYEING LEATHER, FURS OR SOLID MACROMOLECULAR SUBSTANCES IN ANY FORM
    • D06P1/00General processes of dyeing or printing textiles, or general processes of dyeing leather, furs, or solid macromolecular substances in any form, classified according to the dyes, pigments, or auxiliary substances employed
    • D06P1/96Dyeing characterised by a short bath ratio
    • D06P1/965Foam dyeing
    • DTEXTILES; PAPER
    • D06TREATMENT OF TEXTILES OR THE LIKE; LAUNDERING; FLEXIBLE MATERIALS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • D06LDRY-CLEANING, WASHING OR BLEACHING FIBRES, FILAMENTS, THREADS, YARNS, FABRICS, FEATHERS OR MADE-UP FIBROUS GOODS; BLEACHING LEATHER OR FURS
    • D06L4/00Bleaching fibres, filaments, threads, yarns, fabrics, feathers or made-up fibrous goods; Bleaching leather or furs
    • D06L4/60Optical bleaching or brightening
    • D06L4/664Preparations of optical brighteners; Optical brighteners in aerosol form; Physical treatment of optical brighteners
    • DTEXTILES; PAPER
    • D06TREATMENT OF TEXTILES OR THE LIKE; LAUNDERING; FLEXIBLE MATERIALS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • D06MTREATMENT, NOT PROVIDED FOR ELSEWHERE IN CLASS D06, OF FIBRES, THREADS, YARNS, FABRICS, FEATHERS OR FIBROUS GOODS MADE FROM SUCH MATERIALS
    • D06M23/00Treatment of fibres, threads, yarns, fabrics or fibrous goods made from such materials, characterised by the process
    • D06M23/04Processes in which the treating agent is applied in the form of a foam

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Coloring (AREA)
  • Treatments For Attaching Organic Compounds To Fibrous Goods (AREA)
  • Chemical Or Physical Treatment Of Fibers (AREA)

Description

« *- y“ * , 1 N.0. 3ΟΟ79 ï/erkwijze voor het verven of behandelen van textielachtige vezel-materialen._____________________________________________
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een continue werkwijze voor het verven of behandelen van textielachtige vezel-materialen met behulp van schuim, alsmede het door middel van deze werkwijze geverfde of behandelde textielmateriaal.
5 De werkwijze volgens de uitvinding wordt gekenmerkt, doordat men een opgeschuimd waterige preparaat, dat naast de kleurstof (of het optische bleekmiddel) of het behandelingsmiddel een schuim vormend mengsel bestaande uit water en (A) een vetzuur-alkanolamine-omzettingsprodukt of een epoxyalkaan- 10 additieprodukt van dit omzettingsprodukt en ten minste twee van de volgende componenten, (B) een eventueel mono-, di- of tri-geëthoxyleerde vetalcohol met 8 tot 22 koolstofatomen in de vetalcoholrest, (C) een additieprodukt van 5 tot 15 mol epoxyethaan aan 1 mol 15 vetalcohol of vetzuur met telkens 8 tot 22 koolstofatomen of aan 1 mol alkylfenol met in totaal 1 tot 12 koolstofatomen in de alkylrest, en (D) een zure ester of het zout ervan van een polyadditieprodukt van 2 tot 15 mol epoxyethaan aan 1 mol vetalcohol met 8 tot 20 22 koolstofatomen, bevat, op de textielachtige vezelmaterialen brengt, deze materialen eventueel droogt en aansluitend aan een hittebehandeling onderwerpt .
Naast de kleurstof of het behandelingsmiddel en de component 25 (A) bevat het volgens de uitvinding toe te passen preparaat bo vendien steeds ten minste twee van de componenten (B), (C) en (D), waarbij deze afzonderlijk of als mengsels aanwezig kunnen zijn.
Behandelingsbaden, die de voorkeur verdienen, bevatten de volgende componenten: 30 (A) + (B) + (C) (A) + (B) + (C) + (D) of (A) + (C) + (D).
De als component (A)'geschikte vetzuur-alkanolamine-omzet-tingsprodukten kunnen van vetzuren met 10 tot 22 koolstofatomen 33 en van alkanolaminen met of 3 koolstofatomen per alkanolrest zijn afgeleid.
81 02187 2
De voorkeur verdienen de omzettingsprodukten van vetzuren met 12 tot 18 koolstofatomen. Als alkanolamine kan men bijvoorbeeld ethanolamine, diethanolamine, propanolamine, isopropanol-amine of di-isopropanolamine gebruiken» Dialkanolaminen, in het 5 bijzonder diethanolamine, verdienen de voorkeur. De molverhouding tussen vetzuur en dialkanolamine kan 1 : 1 tot 1 : 2 bedragen.
Als vetzuren worden bijvoorbeeld genoemd: laurine-, cocosvet-, myristine-, palmitine-, talgvet-, olie-, ricinol-, stearine-, arachine- of beheenzuur. Ook kunnen mengsels van deze zuren worden 10 toegepast, zoals deze bij de splitsing van natuurlijke oliën of vetten gewonnen worden. Palmitine-/stearinezuurmengsels en in het bijzonder cocosvetzuur verdienen in het bijzonder de voorkeur. De omzettingsprodukten van de component (A) en de werkwijze ter bereiding ervan zijn bijvoorbeeld uit het Amerikaanse octrooischrift 15 2.089.212 bekend.
Als component (A) zijn voorts epoxyalkaan-, in het bijzonder epoxyethaan-additieprodukten aan de hiervoor genoemde vetzuur-alkanolamine-omzettingsprodukten geschikt, waarbij afzonderlijke epoxyethaaneenheden door gesubstitueerde epoxiden, zoals epoxy-20 propaan, vervangen kunnen zijn. Het aantal alkyleenoxidegroepen in deze glycolethers kan 1 tót 8 en bij voorkeur 1 tot 4 bedragen* De voorkeur verdienen additieprodukten van 2 t.ot 4 mol epoxyethaan aan 1 mol omzettingsprodukt van 1 mol cocosvetzuur, stearinezuur en/of palmitinezuur met 1 mol diethanolamine.
25 De component (A), die in het bijzonder de voorkeur verdient, is cocosvetzuurdiethanolamide. De gebruikshoeveelheden, waarin de component (A) afzonderlijk of als mengsel aan de behandelingsba-den wordt toegevoegd, bewegen zich van 0,2 g tot 5 g per liter bad.
Bij de component (B) gaat het om een volgens de definitie 30 eventueel geëthoxyleerde vetalcohol, waarvan de HLB-waarde doelmatig 0,1 tot 10, in het bijzonder 0,5 tot 10 bedraagt. Componenten (B) met HLB-waarden in het traject van 0r1 tot 7*0 zijn bijzonder voordelig gebleken. De HLB-waarde is een maat voor de "hydrofiele-lipofiele-balans” in een molecuul.
35 De HLB-waarden kunnen volgens W.C. Griffin, ISCC (1954), 249 of J.T. Davis, Tenside Detergens 11 (1974), Nr. 3, blz. 133, experimenteel bepaald of berekend worden.
De als component (B) in aanmerking komende vetalcoholen kunnen verzadigd of onverzadigd zijn. Bij voorkeur bevatten zij 12 40 tot 18 koolstofatomen. Als voorbeelden van alcoholen voor de com- - 810 2 18 7 t ί 3 ponent (B) worden lauryl-, myristyl-, cetyl-, stearyl-, oleyl-, arachidyl-, behenylalcohol of C12"C22 -alfolen genoemd.
Deze vetalcoholen kunnen met voordeel mono-, di- of tri-ge-ethoxyleerd zijn.
5 Componenten (B), die de voorkeur verdienen, zijn cetylalcohol of diethyleenglycol-cetylether (= polyoxyethyleen-(2)-cetylether) met de formule H^-O-CCH^CH^CO^-H.
De gebruikshoeveelheden, waarin de component (B) afzonderlijk of als mengsel aan de behandelingsbaden wordt toegevoegd, bewegen 10 zich tussen 0,01 g en 2 g per liter bad.
De component (C) is met voordeel een niet-ionogeen additie-produkt van 5 tot 13 mol, bij voorkeur 7 tot 15 mol epoxyethaan aan 1 mol van een alifatische monoalcohol met 8 tot 22 koolstof-atomen of in het bijzonder een met alkyl of fenyl gesubstitueerd 15 fenol.
De alifatische monoalcoholen kunnen verzadigd of onverzadigd zijn en kunnen afzonderlijk of als mengsel worden gebruikt. Sr kunnen natuurlijke alcoholen zoals bijvoorbeeld laurylalcohol, myristylalcohol, cetylalcohol, stearylalcohol, oleylalcohol of 20 synthetische alcoholen, zoals in het bijzonder 2-ethylhexanol, voorts trimethylhexanol,trimethylnonylalcohol, hexadecylalcohol of de hiervoor genoemde alfolen met epoxyethaan omgezet worden.
Als met alkyl gesubstitueerde fenolen zijn bijvoorbeeld alkyl-fenolen, waarvan de alkylrest 1 tot 12, bij voorkeur if tot 12 25 koolstofatomen bevat, geschikt. Voorbeelden van deze alkylfenolen zijn p-cresol, butylfenol, tributylfenol, octylfenol en in het bijzonder nonylfenol.
Sr kunnen ook epoxyethaan-additieprodukten van 5 tot 15 mol epoxyethaan aan 1 mol vetzuur als component (C) gebruikt worden.
3C De vetzuren bevatten bij voorkeur 10 tot 20 koolstofatomen en kunnen verzadigd of onverzadigd zijn, zoals bijvoorbeeld caprine-, laurine-, myristine-, palmitine- of stearinezuur respectievelijk het deceen-, dodeceen-, tetradeceen-, hexadeceen-, olie-, linol-, linoleen- of bij voorkeur ricinolzuur.
35 De gebruikshoeveelheden, waarin de component (C) alleen of als mengsel aan de behandelingsbaden wordt toegevoegd, bewegen zich tussen 0,001 g en 0,5 g per liter bad.
Bij de als component (D) in aanmerking komende anionogene vetalcoholethyleenglycolethers gaat het doelmatig om zure, ester-ifO groepen van anorganische of organische zuren bevattende additie- 8102 187 * *
If produkten van 2 tot 15 mol epoxyethaan aan 1 mol vetalcohol met 8 tot 22 koolstofatomen.
Componenten (D), die de voorkeur verdienen, hebben de formule R—0—(CHLCEL—0) —X 2 2 m 5 waarin R alkyl of alkenyl met telkens 10 tot 18 koolstofatomen, X de zuurrest van een anorganisch, zuurstof bevattend zuur, zoals bijvoorbeeld orthofosforzuur of zwavelzuur, en m 2 tot 15» bij voorkeur 2 tot 10, 10 voorstellen.
De zuurrest kan in zoutvorm, dat wil zeggen bijvoorbeeld als alkalimetaal-, aardalkalimetaal-, ammonium- of aminezout aanwezig zijn.
Voorbeelden van dergelijke zouten zijn lithium-, natrium-, 15 kalium-, calcium-, ammonium-, trimethylamine-, ethanolamine-, diethanolamine- of triethanolamine-zouten. Natriumzouten en ammo-niumzouten verdienen de voorkeur.
De rest R-0- is bijvoorbeeld van de hiervoor genoemde alifa-tische monoalcoholen afgeleid. De monoalcohol, die de voorkeur 20 verdient, is in dit geval laurylalcohol.
De gebruikshoeveelheden, waarin de component (D) alleen of als mengsel aan de behandelingsbaden wordt toegevoegd, bewegen zich tussen 0,1 g en 1,0 g per liter bad.
Schuim vormende mengsels, die de voorkeur verdienen, bevat-25 ten ten minste de volgende componenten: (A^) een vetzuur-diethanolamine met 12 tot 18 koolstofatomen in de vetzuurrest, en ten minste twee van de componenten (B1) cetylalcohol of gediëthoxyleerde cetylalcohol, (C^) een additieprodukt van 5 tot 15 mol epoxyethaan aan 1 mol van 30 een alifatische monoalcohol met 8 tot 18 koolstofatomen of een alkylfenol met i+ tot 12 koolstofatomen in de alkylrest, en (D^j) een zwavelzuur es ter of het zout ervan van een poly-additie- produkt van 2 tot 10 mol epoxyethaan aan 1 mol vetalcohol met 10 tot 18 koolstofatomen.
35 De schuim vormende mengsels kunnen door eenvoudig roeren van de gewenste componenten (A), (B),,. (C) en/of (D) benevens water bereid worden. Desgewenst kunnen de schuimyormers in de vorm van een of meer mengsels aan de behandelingsbaden worden toegevoegd. Daarbij kunnen de afzonderlijke mengsels als schuim modificerende mid-IfO delen, schuimstabilisatoren of bevochtigingsmiddelen dienen. De 8102187 * t 5 gewichtsverhouding van de component (A) tot component (B) beweegt zich met voordeel van '20 : 1 tot 1:1, bij voorkeur 15 ‘ 1 tot 2:1, tot de component (C) doelmatig tussen 600 : 1 tot 1:3» bij voorkeur 100 : 1 tot 1 : 2 en tot de component (D) met voor-5 deel van 3 · 1 tot 1 : 2, bij voorkeur 2 : 1 tot 1:1.
De schuim vormende mengsels bevatten in totaal met voordeel» telkens betrokken op het mengsel, 5 tot 60 gew./£ van de component (A) 0 tot 10 gew.% van de component (B) 10 0,1 tot 20 gew.# van de component (C) 0 tot 10 gew.$ van de component (D) en 35 tot 80 gew.# water.
De gebruikshoeveelheden, waarin de schuim vormende mengsels aan de behandelingsbaden worden toegevoegd, bewegen zich afhanke-15 lijk van het verf- of behandelingsproces tussen 1 en 30 g, bij voorkeur tussen 1,5 en 15 g per liter behandelingsbad.
De volgens de uitvinding te behandelen substraten kunnen uit alle gebruikelijke natuurlijke en/of synthetische vezelmaterialen, zoals bijvoorbeeld uit katoen, hennep, linnen, jute, ramie, 20 viscose-zijde, celwol, celluloseacetaat (2,5- of triacetaat), polyester, polyacrylonitrile, polyamide (6 of 6,6), wol, zijde, polypropeen, alsmede vezeimengsels, bijvoorbeeld die uit poly-acrylonitrile/katoen, polyester/viscose, polyester/wol, polyamide/ polyester en in het bijzonder uit polyester/katoen zijn vervaar-25 digd.Poolweefsels uit polyamide, polyacrylonitrile, polyester, wol, katoen of de overeenkomstige vezelmengsels verdienen de voorkeur.
Voor het verven volgens de uitvinding komen afhankelijk van het te verven substraat de volgende kleurstofklassen in aanmer-30 king: reactieve kleurstoffen, substantieve kleurstoffen, zure kleurstoffen, 1 : 1- of 1 : 2-metaalcomplex-kleurstoffen, disper-siekleurstoffen, pigmentkleurstoffen, kuipkleurstoffen, basische kleurstoffen of koppelingskleurstoffen.
Er kunnen ook mengsels van kleurstoffen volgens de uitvinding 35 worden toegepast. Voorbeelden van kleurstoffen zijn in de "Colour Index", 3de druk, 1971, hand 4, beschreven.
De schuim vormende mengsels kunnen ook bij witte tinten van ongeverfde vezelmaterialen met optische bleekmiddelen worden gebruikt. Afhankelijk van het substraat kunnen anionogene of katio-40 nogene, alsmede in water dispergeerbare optische bleekmiddelen 81 02187 6 \ * * toegepast worden. D© optische bleekmiddelen kunnen tot de styryl-, stilbeen-, cumarine-, pyrazine-, pyrazoline-, triazolyl-of benzimidazolylreeks behoren.
Als behandelingsmiddelen, die volgens de uitvinding kunnen 5 worden toegepast, komen alle voor het gebruik in de textielindustrie geschikte chemicaliën, zoals veredelings-, bind-, zachte greep-, beschermings-, reinigings- en sterkselmiddelen in aanmerking. Bijvoorbeeld kan men antistatische, vlamwerende, hydrofo-berende, oleofoberende, kreukechte middelen, middelen voor het 10 gemakkelijke onderhoud, stijf makende, anti-vervuilende en vuil lossende middelen toepassen.
De behandelingsbaden kunnen ook gebruikelijke toevoegsels, doelmatig elektrolyten zoals zouten, bijvoorbeeld natriumsulfaat, ammoniumsulfaat, natrium- of ammoniumfosfaten of -polyfosfaten, 15 ammoniumacetaat of natriumacetaat en/of zuren, zoals bijvoorbeeld minerale zuren, zoals zwavelzuur of fosforzuur, of organische zuren, doelmatig alifatische carbonzuren met een klein aantal koolstofatomen, zoals mierezuur, azijnzuur of oxaalzuur bévatten.
De zuren dienen in het bijzonder voor de instelling van de pH-20 waarde van de volgens de uitvinding toegepaste baden, die als regel, afhankelijk van het te behandelen substraat, k tot 8 bedraagt.
Afhankelijk van het gewenste effect kunnen de behandelingsbaden nog verdere toevoegsels, zoals katalysatoren, ureum, oxyda-tiemiddelen, oplosmiddelen, dispergeermiddelen, emulgeermiddelen 25 of vertragingsmiddelen bevatten.
De ontwikkeling van de schuimen heeft bij voorkeur mechanisch door middel van snelroerders, mengers of ook speciale schuimpom-pen plaats, waarbij met de laatstgenoemde de schuimen ook continu bereid kunnen worden.
30 Volgens de uitvinding zijn opschuimingsgraden, dat wil zeg gen volumina-verhoudingen van het niet-geschuimde tot het opgeschuimde preparaat van 1 : 6 tot 1 : 20, bij voorkeur 1 : 8 tot 1 : 15, geschikt gebleken.
De volgens de uitvinding gebruikte schuimen onderscheiden 35 zich doordat zij dik, dicht en stabiel zijn, dat wil zeggen gedurende vrij lange tijd houdbaar en toepasbaar zijn. Bij voorkeur hebben de volgens de uitvinding toegepaste schuimen halfwaarde-tijden van 5 tot 30 minuten. De diameters van de bellen in de schuimen bedragen ongeveer 1 tot 100^um.
40 De schuimen kunnen volgens de meest verschillende toepas- 8102187 * t 7 singstechnieken gelijkmatig op de vezelmaterialen worden gebracht.
Als voorbeelden van enkele mogelijkheden worden genoemd: inzuigen, oprollen, oprollen/zuigen, strijken met vaststaande messen, bijvoorbeeld walsstrijkers (een- of tweezijdig), foularderen, inbla-5 zen, inpersen, drukken, voeren van een textielachtig substraat door een kamer, die continu van schuim wordt voorzien en waarin de schuim onder een bepaalde druk staat. Door de genoemde werkwijzen wordt de schuimstructuur vernietigd, terwijl het schuim ontwatert en het textielmateriaal bevochtigd wordt.
10 De toepassing van de schuimen heeft als regel plaats bij ka mertemperatuur, dat wil zeggen, ongeveer bij 15 tot 30°C. Betrokken op het behandelde weefsel bedraagt de opgebrachte hoeveelheid schuim als regel 10 tot 60, in het bijzonder 12 tot 50 gew.$.
Voor het verven of behandelen van de textielprodukten wordt 15 een behandelingsbad opgeschuimd en wordt de schuim uit een schuim-reservoir, bij voorkeur met verstelbare messen, via een opbreng-wals op de voorzijde van het weefsel gebracht. Bij contact met het weefsel wordt de schuim direkt ontwaterd. Desgewenst kan het opbrengen van de schuim op de rugzijde van het weefsel herhaald wor-20 den. In dit geval is een tussentijdse droging tussen het opbrengen op de voorzijde en dat op de rugzijde niet vereist. Het is ook mogelijk op de voor- en achterzijde van het textiel verschillende behandelingsbaden aan te brengen.
Voor het opbrengen van het schuim behoeven de substraten 25 niet te zijn voorbehandeld, maar kunnen ook bij kamertemperatuur vooraf bevochtigd worden of bij temperaturen tot 80°C vooraf zijn gewassen of vooraf met een nat beslag zijn behandeld.
Ka het opbrengen van het schuim en het ontwateren van het schuim wordt het substraat aan een hitte-behandeling, bijvoorbeeld 30 van temperaturen van 50°C, bij voorkeur 100°C tot 210°C onderworpen. Bij voorkeur heeft de hitte-behandeling plaats na een tussentijdse droging van het substraat bij 80°C tot 190°C, bij voorkeur 120°C, door thermofixeren (droge verhitting) bij een temperatuur van "20 tot 210°C, bij voorkeur 140 tot 180°C, De hitte-behandeling 35 kan ook direkt, dat wil zeggen zonder tussentijdse droging, hetzij door middel van droge hitte bij 120 - 210°C of door stomen bij 100 tot 120°C, worden uitgevoerd. Afhankelijk van de varmte-ontwik-keling en het temperatuurtraject kan de hitte-behandeling 30 seconden tot 10 minuten duren. Wanneer het gewenst of vereist is hC kan het fixeren van de kleurstoffen of de behandelingsmiddelen ook door 8102187 « δ een chemicaliënbad of een metaalbad plaats hebben.
In aansluiting op de hitte-behandellng kan men het textielmateriaal op gebruikelijke wijze uitwassen, om niet-gefixeerde kleurstoffen of niet-gefixeerd behandelingsmiddel te verwijderen.
5 Men behandelt daartoe het substraat bijvoorbeeld bij kO tot 80°C in een oplossing, die zeep of een synthetisch wasmiddel bevat.
Men verkrijgt volgens de werkwijze van de uitvinding met behulp van schuim egale uitvervingen met goede nat- en lichtechtheden of goed behandelde vezelmaterialen. Omdat bij het verven met 10 schuim relatief weinig vocht wordt opgebracht in vergelijking met de gebruikelijke continue werkwijzen, waarbij de hoeveelheid van het behandelingsbad tot 500 betrokken op het substraat bedraagt, is nu een korte hittebehandeling en daardoor een hogere produktie-snelheid mogelijk.
15 Bij het behandelen toont zich eveneens een verbetering van het verband tussen het bereikbare effect (bijvoorbeeld bij hoog-veredeling) en de verliezen aan sterkte in vergelijking tot de gebruikelijke foulard-toepassingen.
Voorts wordt het afvalwater bij de ververij- en behandelings-20 bedrijven dankzij de geringe vloeistofhoeveelheden slechts gering belast, wat ook uit ecologisch gezichtspunt waardevol is. Ook de besparing aan water en energie is een voordelig gevolg van de werkwijze volgens de uitvinding.
In de volgende voorbeelden hebben de percentages, indien niet 25 anders is aangegeven, betrekking op het gewicht. De hoeveelheden hebben bij de kleurstoffen betrekking op de in de handel gebruikelijke, dat wil zeggen versneden produkten en bij de componenten (A) tot (D) op het zuivere produkt.
De volgende omzettingsprodukten zijn voorbeelden van de com-30 ponenten (C) en (D).
Niet-ionogene component (C) omzettingsprodukt van 6 mol epoxyethaan met 1 mol 2-ethyl- hexanol; omzettingsprodukt van 5 mol epoxyethaan met 1 mol 2-ethyl-35 hexanol; omzettingsprodukt van 15 mol epoxyethaan met 1 mol stearyl- alcohol; omzettingsprodukt van 9 mol epoxyethaan met 1 mol alfol (1014); 8102 187 "ί / 9 orazettingsprodukt van 5 nol epoxyethaan met 1 mol hexadecyl-alcohol;
Cg onzettingsprodukt van 15 mol epoxyethaan. met 1 mol cetylal-cohol; 5 orazettingsprodukt van 6 mol epoxyethaan met 2 mol butylfenol;
Cg omzettingsprodukt van 6 mol epoxyethaan met 2 mol p-cresol; C omzettingsprodukt van 6 mol epoxyethaan met 1 mol tributyl- y fenol; omzettingsprodukte van 6 mol epoxyethaan met 1 mol octylfenol; 10 omzettingsprodukt van 9 mol epoxyethaan met 1 mol nonylfenol; C^2 omzettingsprodukt van 6 mol epoxyethaan met 1 mol nonylfenol; omzettingsprodukt van 8 mol epoxyethaan met 1 mol nonylfenol; omzettingsprodukt van 15 mol epoxyethaan met 1 mol oleyl-alcohol; 15 omzettingsprodukt van 12 mol epoxyethaan met 1 mol oliezuur; omzettingsprodukt van 8 mol epoxyethaan met 1 mol o-fenyl-fenol.
Anionogene component (D)
Ammoniumzout van de zure zwavelzuurester van het additiepro- 20 dukt van 2 mol epoxyethaan aan 1 mol alfol (101 if); ammoniumzout van de zure zwavelzuurester van het additiepro- dukt van 2 mol epoxyethaan aan 1 mol stearylalcohol; ammoniumzout van de zure zwavelzuurester van het additiepro- dukt van 3 mol epoxyethaan aan 1 mol 2-ethylhexanol; 25 ammoniumzout van de zure zwavelzuurester van het additiepro- dukt van 15 mol epoxyethaan aan 1 mol stearylalcohol; D_ ammoniumzout van de zure zwavelzuurester van het additiepro-3 dukt van 3 mol epoxyethaan met 1 mol tridecylalcohol;
Dg ammoniumzout van de zure zwavelzuurester van het additiepro- 30 dukt van if mol epoxyethaan met 1 mol hydroabietylalcohol; ammoniumzout van de zure zwavelzuurester van het additiepro- dukt van 3 mol epoxyethaan met 1 mol alfol (2022);
Dg ammoniumzout van de zure zwavelzuurester van het additiepro- dukt van 3 mol epoxyethaan met 1 mol laurylalcohol; 35 DQ Di-(p-hydroxyethyl)-aminezout van de zure zwavelzuurester van y het additieprodukt van 3 mol epoxyethaan met 1 mol laurylalcohol; natriumzout van de zure zwavelzuurester van het additieprodukt van 2 mol epoxyethaan met 1 mol laurylalcohol; ifO D11 natriumzout van de zure zwavelzuurester van het additiepro- 8102187 10 dukt van 3 mol epoxyethaan met 1 mol laurylalcohol; D^2 zure fosforzuurester van het additieprodukt van 5 mol epoxyethaan met 1 mol 2-ethyl-n-hexanol; D„, natriumzout van de fosforzuurester van het additieprodukt 13 5 van 5 mol epoxyethaan met 1 mol octanol.
Voorbeeld I
In een opschuiminrichting wordt uit een bad met de samenstelling 100 g/l van een dimethylolureumhars, 10 75 g/l stearinezuurdiethanolamine-omzettingsprodukt (15 $)* 6 g/l magnesiumchloride . 6E^0, 1,5 g/l van een mengsel bestaande uit 9,5 % cocosvetzuurdiethanolamide, 11.5 % van de component C^, 15 7,5 % van de component Dg en 71.5 % water alsmede azijnzuur voor de installing van het bad op een pH-waarde van 6 een schuim bereid, waarvan de opschuimingsgraad 1:14 bedraagt.
20 De halfwaardetijd is 15 minuten.
Dit schuim wordt uit het schuimreservoir (met verstelbaar mes voor het instellen van de schuimlaag) via een opbrengwals op de voorzijde van een katoen-polyester-koord (50 : 50) met een ge-wicht van 324 g/m gebracht.
25 De dikte van de schuimlaag op de opbrengwals bedraagt 0,8 mm.
De op het weefsel gebrachte hoeveelheid is 17 % betrokken op het gewicht van het weefsel. Aansluitend wordt dezelfde schuim-op-brenging op de rugzijde van het koord uitgevoerd. Er ontstaat in het totaal een opgebrachte hoeveelheid van 34 %· Het koord wordt 30 daarna gedroogd en bij 160°C gedurende 3 minuten met droge hitte behandeld. Men verkrijgt een tegen druk bestand zijnde en vormvaste zachte poolbehandeling.
Voorbeeld II
Op dezelfde wijze als in voorbeeld I beschreven wordt het 35 volgende verfbad opgeschuimd: 40 g/l van een kleurstof met formule 1, en 8102187 11 3 g/l van een mengsel bestaande uit 53*0 /o cocosvetzuurdiethanolamide, 0,2 van de component C^, 0,1 # van de component C^, 5 3t3 % cetylalcohol en 43«4 # water.
De opschuimingsgraad bedraagt 1 : 13· De halfwaardetijd is 17 minuten.
Deze schuim wordt op de voorzijde van een polyacrylonitrile-2 10 weefsel (185 g/m ) gebracht. De dikte van de schuimlaag op de op-brengwals bedraagt 0,4 mm. De op het weefsel gebrachte hoeveelheid is 17 % betrokken op het materiaalgewicht. Sen gelijke schuimaanbrenging wordt op de rugzijde van het weefsel uitgevoerd, zodat een totaal opgebrachte hoeveelheid van 34 % resulteert.
15 Daarna wordt het weefsel zonder tussentijdse droging gedurende 15 minuten bij 100°C met verzadigde stoom behandeld, vervolgens gespoeld en gedroogd. Men verkrijgt een rode verving met uitstekende licht- en nat-echtheden.
Voorbeeld III
20 Op dezelfde wijze als in voorbeeld I beschreven wordt het volgende verfbad opgeschuimd: 30 g/l van een kleurstof met formule 2, 50 g/l ureum, 20 g/l natriumwaterstofcarbonaat, 25 10 g/l van een mengsel bestaande uit 45»0 # cocosvetzuurdiethanolamide, 0,16 % van de component C_, 3 0,08 % van de component C^, 2,3 % polyoxyethyleen-(2)-cetylether, 30 2,4é # cetylalcohol en 50 % water.
De opschuimingsgraad bedraagt 1 : 12. Halfwaardetijd : 22 minuten.
Dit schuim wordt op de voorzijde van een met viscose bevlokt 2 35 katoen-weefsel (350 g/m ) gebracht. De dikte van de schuimlaag bedraagt 1,1 mm. De op het weefsel gebrachte hoeveelheid is 25 e/°. Daarna wordt het weefsel gedurende 3 minuten bij 100°C met verzadigde damp gestoomd, daarna gespoeld, gezeept en gedroogd. Men verkrijgt een eenzijdig geel geverfd weefsel met een hoge glans 40 en goede echtheden.
8102 187 12
Voorbeeld IV .
Op dezelfde wijze zoals in voorbeeld I beschreven wordt het volgende verfbad opgeschuimd: 40 g/1 van een 1 : 1 mengsel van de kleurstoffen met de for-5 mules 3 en 4, 4 g/l van een mengsel bestaande uit 8 % cocosvetzuurdiethanolamide, 8,8 % van de component , 5*4 % van de component Dg, 10 3 % polyoxyethyleen-(2)-cethylether, en 74*8 % water, alsmede azijnzuur voor de instelling van het bad op een pïï- waarde van 5*5· Halfwaardetijd: 12 minuten.
Dit schuim wordt op de voorzijde van een katoen-polyester- 2 15 gabardine (33 : 67; 207 g/m ) gebracht. De dikte van de schuimlaag op de opbrengwals is 0,45 ram·. De op het weefsel gebrachte hoeveelheid is 15 % betrokken op het materiaalgewicht. Aansluitend wordt dezelfde schuimopbrenging op de rugzijde van het weefsel uitgevoerd. Men verkrijgt in totaal een opgebrachte hoeveelheid van 20 30 %· Voor het gereedmaken van de vervirig wordt het weefsel ge droogd en gedurende 1 minuut met droge hitte bij 200°C behandeld. Aansluitend wordt het weefsel, door een chemicaliënbad, dat 80 ml/l natriumhydroxide-oplossing (36° Bé) en 60 g/l natriumhydrosulfiet bevat, geleid, tot 70 % afgeperst en 60 seconden bij 102°C met 25 verzadigde damp gestoomd, daarna gespoeld, geoxydeerd, gezeept en gedroogd. Men verkrijgt een egale blauwe verving met goede ge-bruiksechtheden.
Voorbeeld V
Op dezelfde wijze als in voorbeeld I beschreven wordt het 30 volgende verfbad opgeschuimd: 15 g/l van een kleurstof met de formule 5» 100 g/l ureum, 20 g/l watervrije natriumcarbonaat, 15 g/l van een mengsel bestaande uit 35 36 % cocosvetzuurdiethanolamide, 0,13 % van de component C_, 0,07 % van de component C„_, 13 4 % polyoxyethyleen-2-cetylether, 2,1 % cetylalcohol en 40 57,7 % water.
8102 187 13
De opschuimingsgraad bedraagt 1 : 15· Halfwaardetijd : 19 minuten.
Dit schuim wordt op de voorzijde van een katoenen kreton 2 (200 g/m ) gebracht. De dikte van de schuimlaag op de opbrengwals 5 bedraagt 0,65 mm. De op het weefsel gebrachte hoeveelheid is 22 # betrokken op het materiaalgewicht.
Dezelfde schuimopbrenging wordt op de rugzijde van het weefsel uitgevoerd, zodat een totaal opgebrachte hoeveelheid van kk % resulteert. Daarna wordt het weefsel gedroogd en gedurende 3 minu-10 ten bij 150°C met droge hitte behandeld. De uitverhing wordt tenslotte gespoeld, gezeefd en gedroogd. Men verkrijgt een egale blauwe verving met goede gebruiksechtheden.
Voorbeeld VI
Op dezelfde wijze als in voorbeeld I beschreven wordt het 15 volgende verfbad opgeschuimd: 20 g/1 van een bruine kleurstof met formule 6, 3 g/l van een mengsel bestaande uit 9*5 # cocosvetzuurdiethanolamide, 11,5# van de component ^, 20 7,2 # van de component Dg en 71*8# water, alsmede azijnzuur voor de instelling van het bad op een pH-waarde van 6,5·
De opschuimingsgraad bedraagt 1 : 14« Halfwaardetijd : 25 12 minuten.
Dit schuim wordt op de rugzijde van een katoen-polyacrylo- 2 nitrile-weefsel (180 g/m ), waarbij de rugzijde uit katoen bestaat, gebracht. De dikte van de schuimlaag op de opbrengwals is 1,4 mm. De op de katoenzijde aangebrachte hoeveelheid is 55 %· 30 Hierna wordt een tweede verfbad met de volgende samenstel ling voor het polyacrylonitriledeel (poolzijde) opgeschuirad: 6 g/l van een gele kleurstof met formule 7» 6 g/l van een rode kleurstof met formule 1, 6 g/l van een blauwe kleurstof met formule 8, en 35 3 g/l van een mengsel bestaande uit 53*2 % cocosvetzuurdiethanolamide, 0,2 % van de component C^, 0,1 % van de component C^, 3,3 # cetylalcohol en 40 42,2 % water.
8102 187 ' , ' η
Daarbij bedraagt de opschuimingsgraad 1 : 10. Halfwaardetijd: 18 minuten.
Dit tweede schuim wordt op de poolzijde (voorzijde) van het vezelmengsel aangebracht. De dikte van de schuimlaag op de opbreng-5 wals bedraagt 0,75 mm. De op de poolzijde aangebrachte hoeveelheid is 40 %. Hierna wordt het weefsel gedurende 12 minuten bij 100°C met verzadigde damp gestoomd, daarna gespoeld en gedroogd. Men verkrijgt een donkerbruine verving met goede echtheden.
Voorbeeld VII
10 Op dezelfde wijze als in voorbeeld I beschreven wordt het volgende behandelingsbad opgeschuimd: 160 g/1 van een waterige 80-procents oplossing, die dimethylol-dihydroxyethyleenureum en pentamethylolmelaminetetra-methylether bevat, 15 50 g/l magnesiumchloride . èïï^O, 60 g/l van een polyethyleenemulsie (40 %), 30 g/l van een omzettingsprodukt uit 2 % polyoxyethyleen-(2)-cetylether, 6,4 % cocosvetzuurdiethanolamide, 20 5»8 % van de component C^, 3*6 % van de component Dg en 78,2 % water alsmede azijnzuur voor de instelling van het bad op een pH-waarde van 6.
25 De opschuimingsgraad bedraagt 1 : 15· Halfwaardetijd : 20 minuten.
Dit schuim wordt op de voorzijde van een katoen-popeline-2 weefsel (110 g/m ) gebracht. De dikte van de schuimlaag op de opbrengwals bedraagt 0,35 mm. De op het weefsel aangebrachte hoe-30 veelheid is 21 % betrokken op het weefselgewicht. Aansluitend wordt dezelfde schuimopbrenging op de rugzijde van het weefsel uitgevoerd, zodat een totaal opgebrachte hoeveelheid van het schuim van 42 % resulteert. Hierna wordt het weefsel gedroogd en gedurende 5 minuten bij 150°C met droge hitte behandeld.
35 Men verkrijgt een was- en draag-behandeling met uitstekende kreukvrije effecten.
Voorbeeld VIII
Op dezelfde wijze als in voorbeeld I beschreven wordt het volgende behandelingsbad opgeschuimd: 8102187 15 150 g/1 van een 50-procents waterige polyacrylaatemulsie, 50 g/1 van een polyetheenemulsie (40 ?£), 15 g/1 van een mengsel bestaande uit 7*4 % cocosvetzuurdiethanolamide, 5 7*8 # van de component C^, 4*8 # van de component Dg* 4*0 # polyoxyethyleen-(2)-cetylether en 76,0 % water, alsmede azijnzuur voor de instelling van het bad op een 10 pH-waarde van 6.
De opschuimingsgraad bedraagt 1 ; 15· ïïaldwaardetijd: 15 minuten.
Dit schuim wordt op de rugzijde van een katoen/polyester-polweefsel (450 g/m ) gebracht. De dikte van de schuimlaag op de 15 opbrengwals bedraagt 0,8 mm. De op het weefsel gebrachte hoeveelheid is 12 %, betrokken op het materiaalgewicht. Aansluitend wordt het weefsel gedroogd en 5 minuten bi’j 160°C met droge hitte behandeld ·
Door deze behandeling wordt een goede poolversteviging be-20 reikt.
Voorbeeld IX
Op dezelfde wijze als in voorbeeld I beschreven wordt het volgende behandelingsbad opgeschuimd: 70 g/1 van een 50-procents waterige polyvinylacetaatdispersie, 25 60 g/1 van een 15-procents stearinezuurdiethanolamine-omzettings- produkt, 10 g/1 van een mengsel bestaande uit 9*7 % cocosvetzuurdiethanolamide, 11,7 % van de component C^, 30 7*2 % van de component Dg en 71,4 % water, alsmede azijnzuur voor de instelling van het bad op een pH-waarde van 6,5·
De opschuimingsgraad bedraagt 1:16. Halfwaardetijd: 35 26 minuten.
Dit schuim wordt op de voorzijde van een bedrukt katoenen 2 weefsel (100 g/m ) gebracht. De dikte van de schuimlaag op de opbrengwals bedraagt 0,55 mm. De op het weefsel aangebrachte hoeveelheid is 33 /0, betrokken op het materiaalgewicht. Aansluitend wordt 40 het weefsel gedroogd. Men verkrijgt een weefsel met een zachte 81 02187 ‘ ' 16 ft volle greep·
Voorbeeld X
In een opschuiminrichting wordt het volgende waterige preparaat opgeschuimd: 5 100 g/1 van een dimethylol-dihydroxy-ethyleenureumhars, 2*0 g/1 stearinezuurdiethanolamine-omzettingsprodukt (15 %)» 25 g/1 magnesiumchloride · ÖH^O, 5 g/1 van een mengsel bestaande uit 10 % palmitinezuurdiethanolamide, 10 12 % van een mengsel van de componenten Cg en 7 % van de component D,., en ij 71 % water, alsmede azijnzuur voor de instelling van de pH-waarde van het bad op 6.
15
De opschuimingsgraad bedraagt 1 : 13· De halfwaardetijd van het schuim is 18 minuten.
Dit schuim wordt zoals in voorbeeld I beschreven op de voor- 2 zijde van een katoenen weefsel (215 g/m ) gebracht. De dikte, van de schuimlaag op de opbrengwals bedraagt 0,5 mm. De op het weefsel 20 aangebrachte hoeveelheid is 18 % betrokken op het materiaalgewicht.
Aansluitend wordt eenzelfde schuimopbrenging op de rugzijde van het weefsel uitgevoerd. Men verkrijgt in totaal een opgebrachte hoeveelheid van 36 %· Het weefsel wordt daarna gedroogd en bij 155°C gedurende 2* minuten met droge hitte behandeld. Men verkrijgt 25 een weefsel met goede was- en draageffecten.
Voorbeeld XI
Op dezelfde wijze als in voorbeeld I beschreven wordt het volgende behandelingsbad opgeschuimd: 12*0 g/1 van een 50-procents waterige polyacrylaatemulsie, ^ 20 g/1 polyethyleenemulsie (2*0 #), 15 g/1 van een mengsel uit 3,1 % stearinezuurdiethanolamide, 3,8 % van een mengsel van de componenten Cg en C^, 2,5 % van de component D,.-,, 2C * 2 ^ 1,3 % cocosvetzuurdiethanolamide en 82,1 fo water, alsmede azijnzuur voor het instellen van een pïï-waarde van 6.
De opschuimingeepaad bedraagt 1 : 16. De halfwaardetijd van 1*0 het schuim is 12* minuten.
810 2 18 7 17 β
Dit schuim wordt op de rugzijde van een katoen/polyester- o polweefsel (380 g/m ) gebracht. De dikte van de schuimlaag op de opbrengwals is 0*7 mm. De op het weefsel aangebrachte hoeveelheid bedraagt 1½ % betrokken op het materiaalgewicht. Aansluitend wordt 5 het weefsel gedroogd en 2 minuten bij 170°C met droge hite behandeld. Men verkrijgt een goede poolversteviging.
Voorbeeld XII
Op dezelfde wijze als in voorbeeld I beschreven wordt het volgende preparaat opgeschuimd: 10 80 g/1 stearinezuurethanolamine-omzettingsprodukt (15 , 2 g/1 van een mengsel bestaande uit 8*5 % palmitinezuurdiethanolamide, 11 % van de component en 7 ,5 % van de component D^ ^ * 15 alsmede azijnzuur voor de instelling van de pH-waarde van het bad op 6.
De opschuimingsgraad bedraagt 1 : 12. De halfwaardetijd van het schuim is 18 minuten.
Dit schuim wordt zoals in voorbeeld X beschreven op de voor-20 zijde van een katoenen weefsel (185 g/m ) gebracht. De dikte van de schuimlaag op de opbrengwals bedraagt 0,6 mm. De op het weefsel gebrachte hoeveelheid is 25 % betrokken op het materiaalgewicht. Aansluitend wordt het produkt bij 80°C gedroogd. Men verkrijgt een zachte aangename greep.
25 Voorbeeld XIII
In een opschuiminrichting wordt uit een bad met de samenstelling: 150 g/1 van een waterige 80-procents oplossing, die dimethylol-* dihydroxy-ethyleenureum en pentamethylol-melaminetetra- 30 methylether bevat, 50 g/1 stearinezuurdiethanolamine-omzettingsprodukt (20 cjó), 3 g/1 van een mengsel bestaande uit 9,5 % cocosvetzuurdiethanolamide, 11.5 % van de component ^, 33 7,5 % van de component Dg en 71.5 % water, 15 g/1 van een stilbeendisulfonzuurderivaat en 39 g/1 magnesiumchloride . 6h^0, alsmede azijnzuur voor het instellen van het bad op een 40 pH-waarde van 6 8102 187 • 18 '· een schuim bereid, waarvan de opschuimingsgraad 1 : 9 bedraagt.
De halfwaardetijd van het schuim is 9 minuten,
O
Dit schuim wordt op een ontwaterd katoenen weefsel (126 g/m ) met een restvochtgehalte van 4-9 % op de voorzijde gebracht. De 5 dikte van het schuim op de opbrengwals bedraagt 0,3 mm. De op het weefsel gebrachte hoeveelheid is 21 $, dat wil zeggen het eind-vochtgehalte bedraagt 70 % (k9 % uitgangsvocht en 21 % opgebrachte schuim). Het weefsel wordt bij 110 - 130°C gedroogd en gedurende k minuten bij 150°C met droge hitte behandeld.
10 Men verkrijgt een gelijkmatige behandeling. De witheidsgraad, gebaseerd op de remissie-/emissiemeting bedraagt op de voorzijde 202 WE Ciba-Geigy en op de rugzijde 200 WE Ciba-Geigy. De. witheidsgraad waardering wordt volgens de Ciba-Geigy-brochure “Physikalische Grundlagen der Weissgradsteigerung’· (uitgave 1976) 15 met. de nieuwe Oiba-Geigy-kunstst of maats taf uitgevoerd· 8102 187

Claims (15)

19 ;
1. Werkwijze voor het verven of behandelen van textielachtige vezelmaterialen met behulp van schuim, met het kenmerk, dat men een opgeschuimd waterige preparaat, dat naast 5 kleurstof of behandelingsmiddel een schuim vormend mengsel, bestaande uit water en (A) een vetzuur-alkanolamine-omzettingsprodukt of een epoxyal-kaan-additieprodukt van dit omzettingsprodukt en ten minste twee van de volgende componenten, 10 (B) een eventueel mono-, di- of tri-geethoxyleerde vetalcohol met 8 tot 22 koolstofatomen in de vetalcoholrest, (C) een additieprodukt van 5 tot 15 mol epoxyethaan met 1 mol vetalcohol of vetzuur met telkens 8 tot 22 koolstofatomen of met 1 mol alkylfenol met in totaal 1 tot 12 koolstofatomen in 15 de alkylrest, en (D) een zure ester of zout ervan van een polyadditieprodukt van 2 tot 15 mol epoxyethaan met 1 mol vetalcohol met 8 tot 22 koolstofatomen, 20 bevat, op de textielachtige vezelmaterialen brengt, deze materialen eventueel droogt en aansluitend aan een hitte-behandeling onderwerpt.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het opgeschuimde mengsel als component (A) een om-25 zettingsprodukt van een vetzuur met 12 tot 18 koolstofatomen met een dialkanolamine met 2 of 3 koolstofatomen per alkanolrest bevat.
3· Werkwijze volgens conclusies 1 en 2, met het kenmerk, dat het schuim vormende mengsel als component (A) cocosvetzuurdiethanolamide bevat. 30
4· Werkwijze volgens conclusies 1 tot 3i met het kenmerk, dat het schuim vormende mengsel als component (B) cetylalcohol of diethyleenglycol-cetylether bevat.
5· Werkwijze volgens conclusies 1 tot 4» met het kenmerk, dat het schuim vormende mengsel als component (C) 35 een additieprodukt van 7 tot 15 mol epoxyethaan met 1 mol van een alifatische monoalcohol met 8 tot 22 koolstofatomen of een alkylfenol met 4 tot 12 koolstofatomen in de alkylrest bevat.
6. Werkwijze volgens conclusies 1 tot 5> met het kenmerk, dat het schuim vormende mengsel als component (D) 40 een zure ester met de formule 8102187 . * 20 B—0—( GÏÏ„CH„—0-4 —X 2 2m waarin E alkyl of alkenyl met telkens 10 tot 18 koolstofatomen» X de zuurrest van een anorganisch, zuurstof bevattend zuur en 5 m 2 tot 15 voorstellen, bevat.
7. Werkwijze volgens conclusies 1 tot 6, met het k e n m e. r k, dat het schuim vormende mengsel (A^) een vetzuur-diethanolamide met 12 tot 18 koolstofatomen in 10 de vetsuurrest en ten minste twee van de volgende componenten (B^) cetylalcohol of gediethoxyleerde cetylalcohol, (C1) een additieprodukt van 5 tot 15 mol epoxyethaan met 1 mol van een alifatische monoalcohol of een alkylfenol met k tot 15 22 koolstofatomen in de alkylrest en (D^j) een zwavelzuurester of zout ervan van een polyadditieprodukt van 2 tot 10 mol epoxyethaan met 1 mol vetalcohol met 10 tot 18 koolstofatomen bevat.
8. Werkwijze volgens conclusies 1 tot 7, met het kenmerk, dat het schuim vormende mengsel uit 5 tot 60 gew.$ van de component (A), 0 tot 10 gew,^ van de component (B), 0,1 tot 20 gew,?£ van de component (0), 25. tot 10 gew.$ van de component (D) en 35 tot 80 gew.$ water, betrokken op het totale mengsel, bevat.
9. Werkwijze volgens conclusies 1 tot 8, met het kenmerk, dat men het opgeschuimde behandelingsbad continu, 30 eventueel via een opbrengwals, op het textielachtige vezelmate-riaal brengt en dit na de ontwatering van het schuim eventueel droogt en aan een hitte-behandeling onderwerpt.
10. Werkwijze volgens conclusies 1 tot 9i met het kenmerk, dat men het opgeschuimde preparaat op het textiel- 35 achtige vezelmateriaal na elkaar op elke zijde aanbrengt.
11. Werkwijze volgens conclusies 1 tot 10, met het k e n m e r k, dat de hittebehandeling van het vezelmateriaal na een tussentijdse droging bij een temperatuur van 80 tot 120°C of zonder tussentijdse droging wordt uitgevoerd.
¥> 12. Werkwijze volgens conclusies 1 tot 11, met het 81 02 187 kenmerk» dat de hittebehandeling van het vezelmateriaal door thermofixeren bij een temperatuur van 120°C tot 210°C wordt uitgevoerd·
13. Werkwijze volgens conclusies 1 tot 10» met het 5 kenmerk» dat de hittebehandeling van het vezelmateriaal door stomen bij een temperatuur van 100 tot 120°C wordt uitgevoerd.
14. Opgeschuimd waterige preparaat, dat ten minste een kleurstof of een behandelingsmiddel en een schuim vormend mengsel, bestaande uit water en 10 (A) een vetzuur-alkanolamine-omzettingsprodukt of een epoxyalkaan- additieprodukt van dit omzettingsprodukt en ten minste twee van de volgende componenten, (B) een eventueel mono-, di- of tri-geethoxyleerde vetalcohol met 8 tot 22 koolstofatomen in de vetalcoholrest,
15 (C) een additieprodukt van 5 tot 15 nel epoxyethaan met 1 mol vetalcohol of vetzuur met telkens 8 tot 22 koolstofatomen of met 1 mol alkylfenol met in totaal 1 tot 12 koolstofatomen in de alkylrest, en 20 (d) een zure ester of zout ervan van een polyadditieprodukt van 2 tot 15 mol epoxyethaan met 1 mol vetalcohol met 8 tot 22 koolstofatomen bevat. ****** 8102187 * f* CH3 Ίθ *—j-N II II o N · N—N—· · — N—CH- — s CH-SO.U X. = .y I 2 \a/ 3 4 I CH, ch3 j 2. SO-H ?H ?Χ CH3°-r, Ni /% /°3h . ._N=N_, . N. fV VVV^V-'-w· * _3^ o l *1 fl * o y \ /*\ /\ #' - 1' f L II * \' S' o I II II i ·. · « · V V V Na. II 0 A. H2N o oh i ï .. R = H 50% S \/ \/ ^---' ^-0R i i1 l1 ï N. = ./ R = CH- 50% ^ / \ / \ f 3 • · · I II I HO 0 NH2 8102 187 fc|.' - -ft* A. O ΝΗ, * Η I 2 —SO,H Cl I II II I 3 j \ / \ / \ s ·ν ' II 1 ,\ Ϊ N /-% 0 *®-· S-NH—s NH—N > ♦v · « · = · N* S03H so3h A
0 -Cu-0 1 : 1 /C1 N°2-< >-CH=CH-< ).-n—N-< )-N=N-x )· ·-· ·=· 0 ·=· ·=· XS03H SO.^ S°3h A = Γ η e N·--j—-CHn .· X0V λ • II I 3 ? \ / \ © V ? m CH, CH-SO. ^ / \.,ί* \-,tt „ „ II I 2 3 4 • N CH=N—N-v ✓ V CH3 CH3 U±2 8, “ η Θ I II C-N=N-.( )—n( 2 3 ZnCl-° \y ·=· XCH2CH2OH 3 CH3 8102187
NL8102187A 1980-05-19 1981-05-04 Werkwijze voor het verven of behandelen van textielachtige vezelmaterialen. NL8102187A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
CH388380 1980-05-19
CH388380 1980-05-19

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8102187A true NL8102187A (nl) 1981-12-16

Family

ID=4265546

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8102187A NL8102187A (nl) 1980-05-19 1981-05-04 Werkwijze voor het verven of behandelen van textielachtige vezelmaterialen.

Country Status (11)

Country Link
US (1) US4345909A (nl)
JP (1) JPS5711281A (nl)
BE (1) BE888837A (nl)
BR (1) BR8103063A (nl)
CA (1) CA1175607A (nl)
DE (1) DE3119518A1 (nl)
FR (1) FR2482637A1 (nl)
GB (1) GB2078262B (nl)
IT (1) IT1170974B (nl)
NL (1) NL8102187A (nl)
ZA (1) ZA813334B (nl)

Families Citing this family (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4428751A (en) 1982-03-29 1984-01-31 Milliken Research Corporation Wet processing of textile materials and foam control composition
EP0162018B1 (de) * 1984-05-18 1988-06-29 Ciba-Geigy Ag Verfahren zum Färben oder Bedrucken von cellulosehaltigem Textilgut mit Küpenfarbstoffen
US5885930A (en) * 1997-07-30 1999-03-23 Eastman Kodak Company Thin wear resistant and heat conductive slip layer for a reusable thermal dye donor belt
US7435264B2 (en) * 2003-11-12 2008-10-14 Milliken & Company Sculptured and etched textile having shade contrast corresponding to surface etched regions
JP2010013752A (ja) * 2008-07-02 2010-01-21 Hideaki Kurahashi マイクロナノバブルが存在する藍液で染色した布。
US9091021B2 (en) * 2010-10-12 2015-07-28 Oasis Dyeing Systems, Llc Method of dyeing cellulosic substrates

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2971458A (en) * 1957-12-30 1961-02-14 Interchem Corp Process of coloring textile materials
US3762860A (en) * 1971-05-27 1973-10-02 Dexter Chemical Corp Foam dyeing process
US3990840A (en) * 1972-03-24 1976-11-09 Hoechst Aktiengesellschaft Process and device for the dyeing and/or finishing of textile plane articles
US4118526A (en) * 1975-06-06 1978-10-03 United Merchants And Manufacturers, Inc. Method for treating fabrics
US4099913A (en) * 1976-03-25 1978-07-11 Union Carbide Corporation Foams for treating fabrics
US4193762A (en) * 1978-05-01 1980-03-18 United Merchants And Manufacturers, Inc. Textile treatment process
US4270915A (en) * 1978-09-19 1981-06-02 United Merchants And Manufacturers, Inc. Fabric printing process

Also Published As

Publication number Publication date
DE3119518A1 (de) 1982-02-11
GB2078262B (en) 1984-03-07
CA1175607A (en) 1984-10-09
IT1170974B (it) 1987-06-03
IT8148477A0 (it) 1981-05-15
BR8103063A (pt) 1982-02-09
BE888837A (fr) 1981-11-18
ZA813334B (en) 1982-05-26
US4345909A (en) 1982-08-24
FR2482637A1 (fr) 1981-11-20
FR2482637B1 (nl) 1983-07-18
GB2078262A (en) 1982-01-06
JPS5711281A (en) 1982-01-20

Similar Documents

Publication Publication Date Title
DE2929954C2 (de) Verfahren zum Behandeln von textilen Fasermaterialien
JP3258113B2 (ja) 未染色あるいは染色または捺染されたポリエステル繊維材料の光化学的および熱的安定化方法
EP0436470B1 (de) Verfahren zum photochemischen Stabilisieren von gefärbten Polyamid-Fasermaterialien
US4792619A (en) Process for printing or dyeing cellulose-containing textile material: novel quaternary ammonium salt from sulpho-succinic acid mixed: di-ester for dye foam stability
EP0074923B1 (de) Färbereihilfsmittel und seine Verwendung beim Färben oder Bedrucken von synthetischen Polyamidfasermaterialien
CA1149557A (en) Method of treating, especially dyeing, whitening or finishing, textile fabrics
EP0058139B1 (de) Verfahren zum Färben oder Ausrüsten von textilen Fasermaterialien
DE2153366C3 (de) Polyglykolätherverbindungen, Verfahren zu deren Herstellung und deren Verwendung
US4339238A (en) Stable aqueous formulations of stilbene fluorescent whitening agents
NL8102187A (nl) Werkwijze voor het verven of behandelen van textielachtige vezelmaterialen.
EP0246185B1 (de) Verfahren zum Bedrucken oder Färben von cellulosehaltigem Textilgut
EP0235080A1 (de) Färbereihilfsmittel und seine Verwendung beim Färben oder optischen Aufhellen von synthetischen stickstoffhaltigen Fasermaterialien
CN106833019B (zh) 一种高牢度蓝至黑色分散染料组合物和染料制品
CN109535769A (zh) 一种分散红染料组合物和染料制品
DE2801397A1 (de) Kontinuierliches verfahren zum faerben von textilmaterialien aus einem aromatischen polyester oder cellulosetriacetat
US5174791A (en) Process for dyeing and printing blend fabrics of polyester and natural fibre materials with disperse dye and polyether-polyester to inhibit soilins with disperse dye
US5176715A (en) Process for dyeing cellulosic fiber materials with vat dyes: dosing continuously over time interval
US4062643A (en) Printing process assisted by alkanols of 5 to 8 carbon atoms, urea and mineral oil
US4200585A (en) Acid esters of propylene oxide poly-adducts
DE2449781C2 (de) Verfahren zum gleichzeitigen schlichten und faerben von webketten aus cellulosefasern
JPS6147755A (ja) 反応型ピリドン系ジスアゾ染料
DE2747699A1 (de) Kurzflottenfaerbeverfahren fuer stueckwaren aus cellulosefasern in strangform
DE2008983A1 (de) Kontinuierliches Färbe- und Druckverfahren
DE2831635A1 (de) Verfahren zum faerben von textilmaterial aus cellulosefasern mit eisfarben
DE1912632A1 (de) Transferdruck

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed