NL8102001A

NL8102001A - Groepvormig etiketspeldsamenstel.

Info

Publication number: NL8102001A
Application number: NL8102001A
Authority: NL
Original assignee: Toska Co Ltd
Priority date: 1980-09-11
Filing date: 1981-04-23
Publication date: 1982-04-01
Also published as: GB2083539A; ES264972Y; SE443675B; CA1226854B; JPS5751013A; DE3119072C2; KR830005018A; MX154024A; CH643384A5; NL191805B; SE8102338L; FR2489991B1; JPS6024009B2; DE3119072A1; AU539080B2; FR2489991A1; KR850000082B1; CA1168197A; NL191805C; USRE32332E

Description

* > ♦

Groep vormig etiketspeldsamenstel.

V

De uitvinding heeft betrekking qp een groepvormig etiketspeldsamenstel, en meer in het bijzonder qp een groepvormig etiketspeldsamenstel, waarbij de etiketspelden zijn aangebracht aan een verbin-dingsstaaf in aanraking met naburige spelden bij althans de zijopper-5 vlakken van de dwarsstaven.

Etiketspelden worden op grote schaal gebruikt voor het vastzetten van prijskaarten of etiketten aan verkochte goederen. De bekende etiketspeld wordt gevormd door een kopgedeelte 1, een dwarsstaaf 2 en een draadgedeelte 3, dat de kop 1 verbindt met de dwarsstaaf 2, 10 zoals is te zien in fig. 1. Ih het algemeen heeft de etiketspeld een zeer kleine afmeting. De diameter en lengte van de dwarsstaaf zijn bijvoorbeeld respectievelijk 0,8 tot 1,0 mm en 8 tot 10 mm. De breedte, hoogte en dikte van het kopgedeelte zijn respectievelijk 8 tot 10 mm, 3 tot 5 mm en 0,7 tot 1,0 mm. De lengte van het draadgedeelte verschilt 15 in afhankelijkheid van de toepassingen, maar ligt gewoonlijk tussen 7 mm en 125 mm na rek. De minimale diameter van het draadgedeelte na rek is 0,3 tot 0,4 mm. Dergelijke etiketspelden hebben in het algemeen een gewicht per speld tussen 0,04 en 0,1 g, en hebben dus een zeer kleine dikte.

20 Als gevolg van redenen met betrekking tot de produktie, de verpakking, het transport en het bevestigen aan goederen, worden 25 tot 50 stuks etiketspelden samengevoegd tot één enkele groep en verbonden door verbindingshalzen 4 aan een gemeenschappelijk verbindings-staaf 5 onder een rechte hoek daarop voor het vormen van een etiket-25 speldsamenstel P. Dit etiketspeldsamenstel P wordt uit één stuk gevormd 8102001 * 5

V

\ 2 van een thermoplastische hars, zoals nylon, polypropeen en dergelijke, waarvan de moleculen betrekke lijk gemakkelijk een heroriëntatie kunnen ondergaan.

In een gebruikelijk etiketspeldsamenstel, zijn de diameter 5 van de dwarsstaaf 2 en de dikte van het kopgedeelte respectievelijk ongeveer 1 mm als gevolg van redenen met betrekking tot de fabricage van de gietvorm. De dwarsstaven 2 zijn aan de verbindingsstaaf 5 aangebracht met een steek van ongeveer 2 mm. Dit betekent, dat de afstand tussen de dwarsstaven van naburige etiketspelden en de afstand tussen 10 de kopgedeelten van de naburige etiketspelden ongeveer 1 mm is. In het etiketspeldsamenstel P, voorzien van een aantal op onderlinge afstanden aangebrachte etiketspelden p, wordt veelal ervaren dat de samenstellen in elkaar verward raken, waarbij de kopgedeelten van één samenstel zitten geklemd in de rij kopgedeelten. van het andere samen-15 stel of vastzitten tussen de dwarsstaven van het andere samenstel, tijdens het verpakken of transporteren van de samenstellen.

Het draadgedeelte 3 van het etiketspeldsamenstel wordt gewoonlijk zodanig getrokken, dat de minimale diameter niet meer is dan 0,35 tot 0,4 mm. Het draadgedeelte is dus zeer dun en zwak. Indien der-20 halve de etiketspeldsamenstellen in elkaar verward raken, is het een lastig werk dit los- en vrij te maken.

Met dergelijke etiketspeldsamenstellen, waarbij afzonderlijke etiketspelden op betrekkelijk grote onderlinge afstanden zijn aangebracht, komt het verder voor, zelfs indien het in elkaar verward raken 25 van de etiketspeldsamenstellen niet optreedt, dat zelfs in één enkel etiketspeldsamenstel de kopgedeelten uit hun geordende opstelling raken en/of in elkaar verward raken.

In het bijzonder met een etiketspeldsamenstel, waarbij een groot aantal etikétspelden op betrekkelijk grote onderlinge afstanden 30 is aangebracht aan een betrekkelijk lange verbindingsstaaf, kan de verbindingsstaaf bijvoorbeeld worden verbogen waarna dwarsstaven van naburige afzonderlijke etiketspelden geen onderlinge aanraking meer hebben, waardoor het etiketspeldsamenstel zich als geheel in een toestand bevindt van het gemakkelijk kunnen buigen daarvan. Teneinde het 35 gemakkelijk buigen van het etiketspeldsamenstel te voorkomen is het 81 0 2 0 0 1

i- J

t 3 noodzakelijk de verbindingsstaaf uit te voeren met een grote dikte.

Derhalve gebeurt het bij het in een bevestigingsinrichting laden van een etiketspe Idsamenstel, waarvan de afzonderlijke spelden grof zijn opgesteld en bij het een voor een aanbrengen van etiketspel-5 den door koopwaar, telkens wanneer de bevestigingsinrichting wordt bediend, dat het etike tspe Idsamens tel als geheel heen en weer zwaait, zoals is weergegeven in fig. 2, of bestaat de neiging dat etiket-spelden van het samenstel afzonderlijk onafhankelijk kunnen bewegen, waardoor verschillende moeilijkheden worden ondervonden. De bevesti-10 gingsinrichting kan niet met een gewenste grote doelmatigheid worden bediend. De etiketspeld wordt qp verkeerde wijze aangedreven voor het daardoor aanhaken van koopwaar, waardoor de koopwaar, bijvoorbeeld een weefselprodukt, gemaakt van fijne vezelgarens, beschadigingen kan ondergaan, zoals garendoorsnijding, uitrafeling, scheuren en dergelijke. 15 Verder betekent het verschaffen van grote onderlinge tussen ruimten tussen naburige etiketspelden, zoals hiervoor beschreven, dat het aantal etiketspelden, dat kan worden gevormd aan verbindingsstaven met een gelijkblijvende lengte, dienovereenkomstig is beperkt.

Aannemende bijvoorbeeld, dat de steek van de dwarsstaaf 2 20 gelijk is aan 2 mm, kunnen slechts 50 stuks etiketspelden worden gemonteerd aan één enkele verbindingsstaaf met een lengte van 100 mm.

In het etiketspeldsamenstel, voorzien van een grote steek van de etiketspelden, is het derhalve nodig een gietvorm met een grote afmeting toe te passen teneinde een etiketspeldsamenstel te produceren, 25 voorzien van een bepaald aantal etiketspelden. De genoemde moeilijkheden van het verward raken komen nog bij dit ongemak.

Teneinde het vraagstuk van het verward raken op te heffen is voorgesteld de koppen van de etiketspelden te verbinden door middel van een verbindingssnoer. Dit verbindingssnoer wordt gestrekt wanneer 30 de etiketspeld in de goederen wordt gedreven, wordt afgebroken en blijft op het oppervlak van het kopgedeelte van de etiketspeld in de vorm van een "snorvormig" uitsteeksel.

In het geval bijvoorbeeld van een etiketspeld, gemaakt van nylon, wordt het verbindingssnoer gestrekt tot een lengte, die 4 tot 35 5 maal zo groot is als de oorspronkelijke lengte voordat het wordt 8102001 V ·

*·' "V

% 4 gebroken. Als gevolg daarvan blijft een "snor" met een aanzienlijke lengte achter op het oppervlak van het kopgedeelte van de etiketspeld.

Etiketspelden worden gebruikt voor het bevestigen van prijskaarten aan verschillende soorten goederen. In het geval van goederen, 5 die zijn geweven van fijne garens, haakt de "snor" aan de garens en veroorzaakt het doorsnijden of rafelen van de garen.

Het gebruikelijke etiketspeldsamenstel, bijvoorbeeld voorzien van 50 stuks etiketspelden, aangebracht met een steek van 2 mm aan een verbindingsstaaf van 100 mm lengte, wordt heen en weer gezwaaid, zoals 10 afgebeeld in fig. 2, wanneer hij wordt geladen in een bevestigingsinrichting, waardoor niet alleen de doelmatigheid van de bediening van de bevestigingsinrichting wordt geschaad, maar ook het doorsnijden of rafelen wordt veroorzaakt van garens van de goederen, zoals hiervoor vermeld.

15 Volgens de stand van de techniek wordt dus het vraagstuk van het verward raken van etiketspelden voorkomen door de toepassing van een verbindingssnoer, dat de kopgedeelten verbindt, De toepassing van het verbindingssnoer brengt echter een nieuwe moeilijkheid van het verschaffen van een "snor" als gevolg van rek van het verbindingssnoer, 20 dat het breken van de goederen tot gevolg heeft. Bovendien bestaat er nog de behoefte aan een grote gietvorm voor het vormen van het etiket-spe Ids amens te 1.

Onder deze omstandigheden heeft de uitvinding als zijn belangrijkste doel de moeilijkheden van het gebruikelijke etiketspeldsamen-25 stel, zoals het verward raken, de noodzaak voor een grote gietvorm, enz, op te heffen.

Het is een eerste doel een groepvormig etiketspeldsamenstel te verschaffen, dat geen grote zwaai- of kantelbeweging uitvoert wanneer het wordt geladen in de bevestigingsinrichting voor het drijven 30 van elk stuks etiketspeld in de goederen voor het verzekeren van een grotere doelmatigheid van de bediening en voor het voorkomen van het beschadigen van de goederen, toe te schrijven aan het aan de goederen haken van de etiketspeld.

35 Het is een tweede doel een groepvormig etiketspeldsamenstel te verschaffen, voorzien van een groot aantal etiketspelden per lengte- 81 0 2 0 0 1 4 · 5 eenheid van de verbindingsstaaf teneinde het moge lijk te maken een etiketspeldsamsnstel te produceren met een groot aantal etiketspelden in een gietvorm met een betrekkelijk kleine afmeting.

Het is een derde doel een groepvormig etiketspeldsamenste 1 5 te verschaffen, waarvan bij het aanbrengen van de etiketspelden daarvan aan koopwaard, de etiketspelden bij hun verbindingsgedeelten worden gescheiden door een dwarskracht, hetgeen geen "snor" vormt aan het oppervlak van de kop van de etiketspelden, en vrij is van de moeilijkheden, zoals het onderling verward raken van etiketspelden of het 10 uit opstelling raken van de etiketspelden.

Het is een vierde doel een groepvormig etiketspeldsamenstel te verschaffen, dat met lage kosten per etiketspeld kan worden geproduceerd en een opeenvolgend gebruik mogelijk maakt van een groot aantal etiketspelden.

15 Hiervoor is volgens de uitvinding een groepvormig etiketspeld samenstel verschaft, dat een aantal etiketspelden bevat, welke spelden elk zijn voorzien van een kqpgedeelte, verder van een dwarsstaaf en van een draad, die het kqpgedeelte verbindt met de dwarsstaaf, welk etiketspeldsamenstel als één geheel wordt gevormd uit een kunststof 20 in een zodanig toestand, dat de naburige etiketspelden met elkaar zijn verbonden bij althans uitgezette gedeelten van de middengedeelten van de zijoppervlakken van de dwarsstaven.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin: 25 fig. 1 een ruimtelijk aanzicht is van een gebruikelijk eti ketspeldsamenstel, fig. 2 een afbeelding is van een gebruikelijk gerekt etiketspeldsamenstel in de gebruiks toes tand, fig. 3 een vooraanzicht is van een gedeelte van een eerste 30 uitvoeringsvorm van het onderhavige etiketspeldsamenstel, fig. 4 een zijaanzicht is van het in fig. 3 weergegeven etiketspeldsamenstel, de fig. 5 en 6 zijaanzichten zijn van de draad voorafgaande aan het trekken, 35 fig. 7 een aanzicht is volgens de lijn VII-VII in fig. 3, 81 02 0 0 1 * t * 6 fig. 8 een doorsnede is volgens de lijn VIII-VIII in fig. 3, fig. 9 een gewijzigd voorbeeld toont van verbindingsgedeelten van de in fig. 8 weergegeven dwarsstaven, fig. 10 een vooraanzicht is van de eerste uitvoeringsvorm, 5 waarbij de dwarsstaven een veelhoekige of rechthoekige dwarsdoorsnede hebben, fig. 11 een vooraanzicht is van een gedeelte van een tweede uitvoeringsvorm van het onderhavige etiketspeldsamenstel, fig. 12 een zijaanzicht ±s van het in fig. 10 weergegeven 10 ètiketspeldsamenstel, fig. 13 een aanzicht is volgens de lijn XIII-XIII in fig.11, fig. 14 een doorsnede is volgens de lijn XIV-XIV in fig. 11, fig. 15 een vooraanzicht is van een gedeelte van een derde uitvoeringsvorm van het onderhavige etiketspeldsamenstel, 15 fig. 16 de toestand toont van de kromming van de reeks dwars staven van deze uitvoeringsvorm, fig. 17 een vooraanzicht is van een gedeelte van een vierde uitvoeringsvorm van het onderhavige etiketspeldsamenstel, waarbij een groep*'.etiketspelden met afzonderlijke kqpgedeelten en een groep eti-20 ketspelden met verbonden kopgedeelten afwisselend zijn aangebracht, de fig. 18, 19 en 20 bovenaanzichten zijn van kopgedeelten van vijfde, zesde en zevende uitvoeringsvormen van het onderhavige etiketspeldsamenste1, fig. 21 een vooraanzicht is van een gedeelte van een achtste 25 uitvoeringsvorm van het onderhavige etiketspeldsamenstel, fig. 22 een zijaanzicht is van het in fig. 21 weergegeven etiketspeldsamenstel, fig. 23 een vooraanzicht is van een gedeelte van een negende uitvoeringsvorm van het onderhavige etiketspeldsamenstel, 30 fig. 24 een zijaanzicht is van het in fig. 23 weergegeven etiketspeldsamenstel, fig. 25 een zijaanzicht is van het kopgedeelte van een etiket-speld in een tiende uitvoeringsvorm van het onderhavige etiketspeldsamenstel, en 35 de fig. 26A-F zijaanzichten zijn van de kopgedeelten van 81Ó 2 0 0 1 2 * 7 etimetspelden van elfde tot en met zestiende uitvoeringsvormen van het onderhavige etiketspeldsamenstel.

Eerst verwijzende naar de fig. 3 en 4, die respectievelijk een vooraanzicht en een zijaanzicht zijn van de eerste uitvoeringsvorm 5 van het etiketspeldsamenstel, heeft het etiketspeldsamenstel P een aantal etiketspelden p, welke spelden elk zijn voorzien van een kopge-deelte 1, verder van een dwarsstaaf 2 en van een draadgedeelte 3, dat het kcpgedeelte 1 verbindt met de dwarsstaaf 2. De etiketspelden zijn verbonden door verbindingshalzen 4, met een verbindingsstaaf 5 onder 10 een rechte hoek daarop. Elk etiketspeldsamenstel kan 25 tot 50 stuks etiketspelden bevatten, en in bepaalde gevallen 100 stuks etiketspelden, verbonden met de verbindingsstaaf. Eet etiketspeldsamenstel is uit één stuk gevormd van een kunststof, zoals nylon, polyprqpeen en dergelijke.

15 Lineaire kunstmatige polymeren, zoals nylon, prolypropeen, enz, bevinden zich onder gebruikelijke vormtoestanden in een kristallijn© toestand. Een gevormd produkt, bijvoorbeeld het draadgedeelte van de etiketspeld, kan in een hete of koude toestand worden getrokken, zodat het dwarsdoorsnedeqppervlak van de draad geleidelijk wordt ver-20 kleind voor het vergroten van de lengte en daarmee samenhangende het vergroten van de sterkte.

Een derge lijk verband tussen de toestand voor het vormen in een vorm van dergelijke lineaire kunstmatige polymeren en de toestand voor het strekken, is nauwkeurig onderzocht, waarbij is geble-25 ken, dat bepaalde etiketspelden door koudvormen kunnen worden verkregen.

De etiketspeld, gevormd door een vorm met een temperatuur rond de 20°C of afgekoeld tot een lagere temperatuur, heeft een amorfe aard. Het draadgedeelte van deze etiketspeld kan gemakkelijk bij de kamertemperatuur worden getrokken. Deze eigenschap van de amorfe aard 30 kan doeltreffend worden gebruikt in de onderhavige etiketspeld. Dat wil zeggen, dat wanneer één etiketspeld door een bevestigingsinrichting wordt gedreven, het draadgedeelte tot een passende lengte kan worden getrokken. Wanneer het gewenst goederen met een aanzienlijke dikte te doorboren, bijvoorbeeld een aantal vellen zakdoeken, een aantal 35 paren sokken, enz, wordt het draadgedeelte meer in het bijzonder 81 02 0 0 1 * \ 8 getrokken door de werking van een hefboom van de bevestigingsinrich-ting tot een lengte, die voldoende groot is voor het doordringen van deze goederen voor het zodoende stevig vasthouden daarvan.

Het draadgedeelte 3 van een etiketspeldgrondvorm in de toe-5 stand voor het trekken kan een tapse gedaante hebben, zoals is weergegeven in fig. 5 of een gedaante zonder tapsheid, zoals is weergegeven in fig. 6.

In de eerste uitvoeringsvorm van het etiketspeldsamenstel, zoals is weergegeven in de fig. 3 en 4, zijn de zijoppervlakken van 10 het kopgedeelte bij het middengedeelte uitgezet voor het vormen van een uitgezet gedeelte la. Het uitgezette gedeelte la bevindt zich tegenover het uitgezette gedeelte la van het kopgedeelte van een naburige etiketspeld, waafij de tegenover elkaar liggende uitgezette gedeelten la aan hun einden lb met elkaar zijn verbonden. Teneinde het 15 uitgezette gedeelte la te vormen, wordt het zijqppervlak van het kopgedeelte 1 geleidelijk dunner gemaakt naar zijn eindrand. In deze eerste uitvoeringsvorm heeft het uitgezette gedeelte la een pyramidale gedaante met een zeshoekige dwarsdoorsnede, zoals is te zien in fig.4. Dit is echter niet uitsluitend, en het uitgezette gedeelte la kan een 20 pyramidale gedaante hebben met een andere dwarsdoorsnedegedaante, zoals een driehoekige, een vierkante of een cirkelvormige dwarsdoorsnede. Verder kunnen de zijden van het kopgedeelte een vrijwel platte gedaante omvatten en zijn voorzien van uitgezette gedeelten, die alleen rond hun middengedeelten zijn gevormd.

25 Tussen de naburige kopgedeelten 1, voorzien van de uitgezette gedeelten la, is een V-vormige kleine spleet 6 gevormd, zoals is te zien in fig. 7, die een aanzicht is volgens de lijn VII-VII in fig. 3. Fig. 8 is een doorsnede volgens de lijn VIÏI-VIII in fig. 3 en toont de dwarsstaaf 2. De dwarsstaaf 2 heeft een zodanig zijaanzicht, dat 30 de dikte of breedte het grootst is bij het middenpunt in lengterichting, en verkleint naar beide einden. Het middengedeelte van de dwarsstaaf, voorzien van de grootste breedte, vormt een verbindingsgedeelte 7.

Dat wil zeggen dat naburige dwarsstaven 2, 2' bij hun verbindingsge-deelten 7 zijn verbonden met. daartussen gevormd V-vormige kleine sple-35 ten 6', 6’. Ook kan zijn voorzien, dat, zoals is weergegeven in fig.9, 8102001 9 de dwarssteven 2 en 2’ een in hoofdzaak gelijkblijvende dikte hebben in zijaanzicht, behalve dat uitgezette gedeelten zijn gevormd nabij het middengedeelte daarvan.

De eerste uitvoeringsvorm is dus gekenmerkt, doordat naburige 5 etiketspelden met elkaar zijn verbonden bij hun kopgedeelten en dwars-staven. Dientengevolge is een aantal etiketspelden volgens een goede opstelling aangebracht, alsof zij een plaat vormen.

De verbindingsgedeelten 1b en 7 van het kopgedeelte 1 en de dwarsstaaf 2 hebben een verbindingsvermogen, dat voldoende groot is 10 voor het altijd in onderling verbonden toestand houden van naburige etiketspelden onder gebruikelijke omstandigheden, maar voldoende klein voor het kunnen losmaken en scheiden van de etiketspelden wanneer deze door een bevestigingsinrichting worden gedreven door een stuk koopwaar en wanneer een dwarskracht dan wordt uitgeoefend op het uit-15 gezette gedeelte in de met elkaar verbonden toestand door de bediening van de bevestigingsinrichting.

Bij de vorming van de vorm voor het produceren van de eerste uitvoeringsvorm van het etiketspeldsamenstel, heeft de vorming van wanden voor het bewaren van de V-vormige kleine spleten 6, 6' een 20 groot technisch belang.

Xn gebruikelijke etiketspelden hebben het kopgedeelte en de dwarsstaaf een lengte van ongeveer 9 mm. De dikte van het kopgedeelte en de diameter van de dwarsstaaf zijn ongeveer 0,8 tot 1,0 mm.

De wand van de vorm voor het vormen van de V-vormige kleine 25 spleet heeft een minimale dikte van ongeveer 0,04 mm en een maximale van 0,2 tot 0, 3 mm. Het is duidelijk, dat de vorm wordt gevormd met wanden, die zo scherp als een mesrand.

In het geval van nylon 66, kan het verbindingsgedeelte 7 van de dwarsstaaf 2 worden gebroken zonder een aanzienlijk trekken indien 30 het verbindingsgebied qp ongeveer 0,6 x 0,4 mm wordt gekozen. Het verbindingsgedeelte moet worden ontworpen en gevormd onder rekening houding met het voorgaande.

Hoewel de dwarsstaaf 2, zoals is weergegeven in fig. 3, een cirkelvormige dwarsdoorsnede heeft, kan hij een veelhoekige dwarsdoor-35 snede hebben, zoals is weergegeven in fig. 10. Zoals in het geval van 8102001

·* V

c .y- \ 10 de dwarsstaaf, weergegeven in fig. 3, heeft de in fig. 10 weergegeven dwarsstaaf de grootste breedte bij zijn middengedeelte in de lengte, en neemt de breedte geleidelijk af naar beide einden. Het middengedeelte met de grootste breedte vormt een verbindingsgedeelte 7, waar naburige 5 dwarsstaven met elkaar zijn verbonden.

Zoals beschreven is in de eerste uitvoeringsvorm een verbindingsgedeelte gevormd bij een gedeelte van elk kqpgedeelte en elke dwarsstaaf, en zijn naburige etiketspelden bij deze verbindingsgedeel-ten verbonden. Deze verbindingsgedeelten zijn gevormd als een raakpunt 10 tussen tegenover elkaar liggende uitgezette gedeelten van naburige kopgedeelten of dwarsstaven, zodat het verbindingsgebied gemakkelijk wordt gescheiden en tot een minimum is beperkt voor het voorkomen van de vorming van een "snor" wanneer een etiketspeld door een dwarskracht wordt gescheiden van de andere gevormde etiketspelden.

15 In de eerste uitvoeringsvorm is verder het groepvormige etiket- speldsamenstel gevormd in de gedaante van kopgedeelten en dwarsstaven, die zijn verbonden met naburige kopgedeelten en dwarsstaven door uitgezette middengedeelten, en gedraagt het etiketspeldsamenstel zich als geheel alsof het een plaat is, zodat het ongewenste in elkaar verward 20 raken van een aantal etiketspeldsamenstellen, alsmede het verstoren van de volgordeopstelling van etiketspelden, volledig wordt voorkomen.

In de eerste uitvoeringsvorm van het samenstel, zijn de etiketspelden bovendien zodanig dicht aangebracht, dat wanneer het samenstel, gemonteerd in een bevestigingsinrichting, wil buigen, naburige 25 dwarsstaven aanraking kunnen ondergaan voor het doeltreffend onderdrukken van het anders waarschijnlijk zwaaien van het samenstel, waardoor niet alleen het algemene hanteren in sterke mate wordt vergemakkelijkt, maar ook het gevaar van het beschadigen van koopwaar kan worden beperkt.

Etiketspelden zijn onderling verbonden met een voldoende 30 groot verbindingsvermogen en in een zo'n klein mogelijk verbindingsgebied, zodat zij vrij van breuk kunnen zijn bij hun verbindingsgedeelten gedurende het verpakken en/of transporteren daarvan. Wanneer zij worden aangebracht door een bevestigingsorgaan aan koopwaar, wordt tevens een dwarskracht uitgeoefend op de verbindingsgedeelten voor het 35 van elkaar doen losscheuren van etiketspelden, zodat dus geen gevaar 8102001 11 bestaat voor de vorming van een "snorvormig" uitsteeksel en het veroorzaken van garenbreuk bij het aanbrengen van etiketspelden aan van vezels gemaakte goederen.

De fig. 11-14 tonen een tweede uitvoeringsvorm, waarbij het 5 kqpgedeelte 1 een platte gedaante heeft en niet is voorzien van een verbindingsgedeelte. Dat wil zeggen, dat, zoals is te zien in de fig.

11 en 13 (aanzicht volgens de lijn XIII-XIII in fig. 11), de kopgedeel-ten 1 van naburige etiketspelden in het samenstel van elkaar zijn gescheiden.

10 Zoals in het geval van de eerste uitvoeringsvorm heeft aan de andere kant de dwars staaf een zodanig gedaante, dat de breedte het grootst is bij het middengedeelte in de lengte en geleidelijk afneemt naar beide einden^ welk middengedeelte met de grootste breedte een verbindingsgedeelte 7 vormt, waar naburige dwarsstaven 2 zijn verbon-15 den zoals is weergegeven in fig. 11 en 14 (doorsnede volgens de lijn XIV-XIV in fig. 11). De spleet 1 tussen naburige kopge deel ten wordt voldoende klein gekozen met betrekking tot de dikte t van het kopge-deelte 1. Meer in het bijzonder is de dikte t van het kopgedeelte gewoonlijk 0,7 tot 1,0 mm, waarbij de spleet 1 gewoonlijk 0,2 tot 0,7 20 mm is, bijvoorkeur 0,2 tot 0,5 mm en meer in het bijzonder 0,2 tot 0,3 mm. Door het voldoende klein kiezen van de spleet 1 in vergelijking met de dikte t van het kopgedeelte, worden de kopgedeelten in hoofdzaak in aanraking met elkaar gehouden.

In de tweede uitvoeringsvorm van het etiketspeIdsamenstel, 25 zijn de etiketspelden aangebracht en worden zij vastgehouden alsof zij een plaat vormen, ten dele omdat naburige etiketspelden bij de ver-bindingsgedeelten 7 van de dwarsstaven 2 zijn verbonden, en gedeeltelijk omdat de spleet 1 tussen de kopgedeelten van naburige etiketspelden voldoende klein is gekozen in vergelijking met de dikte t van 30 het kopgedeelte. Derhalve kan de tweede uitvoeringsvorm van het eti-ketspeldsamenstel gemakkelijk worden gehanteerd zonder het in elkaar verward raken van etiketspeldsamenstellen, en zonder de opstelling van etiketspelden in elk samenstel te verstoren. Wanneer etiketspelden door koopwaar worden gedreven, wordt het verbindingsgedeelte verbroken 35 door een dwarskracht, en kan de vorming van een "snorvormig" uitsteek- 81 0 2 0 0 1

„ V

v 12 sel worden voorkomen.

Fig. 15 toont een etiketspeldsamenstel volgens de derde uitvoeringsvorm, waarbij evenals in het geval van de eerste uitvoeringsvorm het kopgedeelte 1 en de dwarsstaaf 2 bij hun middengedeelten 5 in elke etiketspeld zijn uitgezet voor het verschaffen van verbindings-gedeelten lb en 7, waar naburige etiketspelden zijn verbonden. In deze uitvoeringsvorm echter zijn de verbindingshals 4 en de verbindings-staaf 5 weggelaten. Deze derde uitvoeringsvorm stoelt op de volgende gedachte.

10 In de eerste uitvoeringsvorm, weergegeven in fig. 3, is het verbindingsgedeelte 7 gevormd bij een middengedeelte van de dwarsstaaf 2 van elke etiketspeld, en zijn V-vormige kleine spleten 6, 6' gevormd tussen de koppen van naburige etiketspelden en tussen de dwarsstaven daarvan. Wanneer derhalve de verbindingsstaaf 5 wordt gebogen, wordt 15 het samenstel dwarsstaven 2 gebogen tot een gebogen vorm met een straal R, zoals is weergegeven in fig. 16. In feite kan het samenstel echter nauwelijks onder een dergelijke kleine kromming worden gebogen, gedeeltelijk omdat de zij oppervlakken van de dwarsstaven niet stevig in onderlinge aantaking zijn, en gedeeltelijk omdat de dwarsstaaf een dia-20 meter en een lengte heeft van respectievelijk 0,8 tot 1 ram en 8 tot 10 mm. Bovendien voorkomt de veerkracht van de verbindingsstaaf 5 zelf het onder een dergelijke kleine kromming buigen van het samenstel. Het behoeft geen betoog, dat de in fig. 16 weergegeven straal R betrekkelijk groot wordt indien de hoeken van de V-vormige spleten 6, 61 25 tussen naburige dwarsstaven 2 klein worden gekozen.

Indien dus de verbindingsstaaf 5 en de verbindingshalzen 4 worden weggelaten, wordt het mogelijk het etiketspeldsamenstel te buigen op de in fig. 16 weergegeven wijze en verdere vervorming daarvan te voorkomen.

30 In de derde uitvoeringsvorm van het etiketspeldsamenstel, zijn de verbindingshalzen 4 en de verbindingsstaaf 5, die niets te maken hebben met het bevestigen van een prijskaart en dergelijke, weggelaten, waarbij de etiketspelden alleen bij de verbindingsgedeelten lb en 7 aan het kopgedeelte en de dwarsstaaf zijn verbonden. Dienten-35 gevolge is het etiketspeldsamenstel als geheel betrekkelijk gedrongen 81 0 2 0 0 1

V

13 uitgevoerd, en is aanzienlijk bespaard op kunststofmateriaal.

Omdat verder de kopgedeelten en de dwars staven van naburige etiketspelden zijn verbonden, zijn de etiketspelden zeer dicht opgesteld voor het verschaffen van een grote mate van één geheel zijn van 5 het etiketspeldsamenstel. Het is bijvoorbeeld mogelijk 100 stuks etiketspelden aan te brengen in een samenstel met een lengte van in hoofdzaak 100 mm. Het ongewenste in elkaar verward raken van samenstellen en verstoren van de opstelling van etiketspelden in elk samenstel, wordt volledig voorkomen zoals in de gevallen van de voorgaande uit-10 voeringsvormen.

Fig. 17 toont een vierde uitvoeringsvorm, waarbij een groep PI van etiketspelden, waarin de kopgedeelten zijn gescheiden, en een groep P2 van etiketspelden, waarin de kopgedeelten zijn verbonden, afwisselend zijn aangebracht. Deze afwisselende opstelling van twee groepen 15 Pi, P2, is zeer doeltreffend voor het voorkomen van het verstoren van de opstelling van kopgedeelten van etiketspelden.

Dat wil zeggen, dat in het geval dat de kopgedeelten 1 van naburige etiketspelden zijn verbonden, zoals in de eerste uitvoeringsvorm (fig. 3) en derde uitvoeringsvorm (fig. 15), het heen en weer 20 bewegen van de verbonden kopgedeelten niet groot is, vooropgesteld dat het draadgedeelte 3 een kleine lengte heeft, zodat de kopgedeelten als een eenheid bewegen. Indien echter het draadgedeelte 3 een aanzienlijke lengte en een verkleinde diameter heeft, kan het de verbonden kopgedeelten niet langer dragen. In een dergelijk geval worden de 25 draadgedeelten 3 bovenmatig gebogen.

Het als een eenheid bewegen van de kopgedeelten kan worden voorkomen door het aanbrengen van twee groepen Pl en P2 van etiketspelden op de in fig. 17 weergegeven afwisselende wijze. Als gevolg hiervan wordt een gezamenlijke beweging van het aantal kopgedeelten 30 doeltreffend tegengegaan en is het aantal kopgedeelten, dat wordt gedragen door het draadgedeelte 3 verkleind, zodat het ongewenste buigen van het draadgedeelte 3 en derhalve de verstoring van de opstelling van de kopgedeelten 1 wordt voorkomen, zelfs wanneer het draadgedeelte 3 lang en dun is uitgevoerd.

35 In fig. 17 bestaat verder tussen de dikte van het kopgedeelte 8102001

- “V

14 ên de afstand tussen de kopgedeelten van naburige etiketspelden in het geval van de groep Pl van kopgedeelten in de gescheiden toestand, hetzelfde verband als in de hiervoor beschreven tweede uitvoeringsvorm (fig. 11), en wordt de afstand tussen de kopgedeelten voldoende klein 5 gehouden in vergelijking met de dikte van het kopgedeelte.,.

In de tweede en vierde uitvoeringsvormen, zoals is weergegeven in fig. 11, zijn de kopgedeelten niet verbonden en loodrecht aangebracht op de verbindingsstaaf 5.

Het is echter mogelijk de kopgedeelten onder een willekeurige 10 gewenste hoek ten opzichte van de verbindingsstaaf 5 aan te brengen, dat wil zeggen onder een helling ten opzichte van de lijn, loodrecht op de verbindingsstaaf 5. De vijfde tot zevende uitvoeringsvormen, die hierna worden beschreven, zijn verwezenlijkt op grond van deze gedachte.

15 Zoals is te zien in fig. 18 staan in de vijfde uitvoeringsvorm de kopgedeelten 1 onder een hoek terta schuin ten opzichte van de neutrale lijn, dat wil zeggen de verbindingsstaaf van het samenstel in bovenaanzicht. De naburige dwarsstaven zijn verbonden op de in fig. 8 weergegeven wijze. Tegelijkertijd is de afstand tussen naburige kqp-20 gedeelten 1 voldoende klein gekozen in vergelijking met de dikte van het kopgedeelte 1,zoals in het geval van de tweede uitvoeringsvorm, weergegeven in fig. 11. Door het aanbrengen van het kopgedeelte 1 onder een dergelijke schuine stand, verschilt wanneer twee samenstellen bij elkaar worden gevoegd, de richting van de spleten tussen de kop-25 gedeelten in het eerste samenstel van de richting van de kopgedeelten in het andere samenstel, zodat het verward raken van twee samenstellen als gevolg van het haken van kopgedeelten in de spleten van het andere samenstel, grotendeels wordt voorkomen .Wanneer verder de kopgedeelten vanuit de schuine stand worden bewogen naar de met een onderbroken 30 lijn weergegeven stand, dat wil zeggen naar de stand 1' loodrecht qp de neutrale lijn C, worden de kopgedeelten 1 in onderlinge aanraking tegen elkaar geplaatst, zodat het verward raken van samenstellen, alsmede de verstoring van de opstelling van kopgedeelten als gevolg van verplaatsing van koppen in elk samenstel, wordt voorkomen. De 35 verstoring van de opstelling van kopgedeelten wordt ook voorkomen 81 0 2 0 0 1 1 ' 15 wanneer de verbindingsstaaf wordt gebogen.

Thans verwijzende naar fig. 19, die de zesde uitvoeringsvorm toont, heeft het kopgedeelte 1 een boemerangvormig bovenaanzicht, en zijn naburige dwarsstaven met elkaar verbonden. Verder is het verband 5 tussen de afstand 1 tussen naburige kopgedeelten en de dikte t van de kopgedeelten zoals bepaald in de tweede uitvoeringsvorm, dat wil zeggen dat het verband van t > 1 ook geldt voor deze uitvoeringsvorm. Omdat in deze uitvoeringsvorm het kopgedeelte een boemerangvormig bovenaanzicht heeft en omdat er een verband bestaat, uitgedrukt door t > 1, 10 komt het kopgedeelte la, wanneer dit wordt gedwongen zijdelings te bewegen ten opzichte van de neutrale lijn C, in aanraking met het kopgedeelte 1 en het kopgedeelte 1b, zodat de verstoring van de opstelling van etiketspelden in elk samenstel doeltreffend wordt voorkomen.

Fig. 20 toont de zevende uitvoeringsvorm, waarbij het kopge-15 deelte een zodanig slingerend bovenaanzicht heeft, dat het de beide eindgedeelten 1c, ld loodrecht heeft op de neutrale as C, en een middengedeelte le schuin staande op de neutrale as C. De naburige etiketspelden zijn verbonden bij de dwarsstaven. Het verband van t > 1 tussen de steek 1 en de dikte t van het kopgedeelte geldt ook bij deze uit-20 voeringsvorm. In deze uitvoeringsvorm wordt de zijdelingse verplaatsing van de etiketspeld la ten opzichte van de neutrale as C voorkomen omdat het gebogen punt If of Ig in aanraking komt met naburige etiketspelden als gevolg van de slingerende vorm in bovenaanzicht van het kopgedeelte en als gevolg van het verband t > 1.

25 De fig. 21 en 22 tonen de achtste uitvoeringsvorm, waarbij het kopgedeelte 1 en de dwarsstaaf 2 een gelijke gedaante hebben en respectievelijk zijn verbonden met het kopgedeelte en de dwarsstaaf van de naburige etiketspelden. In deze uitvoeringsvorm is bespaard op de hoeveelheid hars, gebruikt bij de vorming, en is de constructie 30 van de vorm vereenvoudigd omdat het kopgedeelte is uitgevoerd met dezelfde gedaante als de dwarsstaaf.

De fig. 23 en 24 tonen een negende uitvoeringsvorm, waarbij de verbindingshalzen 4 en de verbindingsstaaf 5 zijn weggelaten uit het etiketspeldsamenstel, zodat het samenstel als geheel een H-vormige 35 dwarsdoorsnede heeft, zoals is weergegeven in fig. 24. In deze uit- 8102001

V

16 voeringsvorm is de constructie van het etiketspeldsamenstel sterk vereenvoudigd en gedrongen voor het verder besparen van harsmateriaal. Ook is het hanteren van het samenstel vergemakkelijkt dankzij de vereenvoudigde constructie.

5 Thans wordt de gedaante besproken van het kopgedeelte in het . etiketspeldsamenstel, voorzien van gescheiden kopgedeelten.

In de tweede en vierde uitvoeringsvormen wordt de opstelling van de etiketspelden beschouwd in vooraanzicht en bovenaanzicht. Het zijaanzicht van elke etiketspeld is echter ook een belangrijke factor 10 voor het voorkomen van het in elkaar verward raken van de kopgedeelten. De etiketspeld kan dus verschillende gedaanten hebben, gezien in zijaanzicht.

In de etiketspeld van het etiketspeldsamenstel van bijvoorbeeld de tweede uitvoeringsvorm, weergegeven in fig. 12, strekt de 15 onderste rand Ih van de kop 1 zich evenwijdig uit aan de dwarsstaaf 2. Deze gedaante van de etiketspeld maakt het echter moeilijk in elkaar verwarde kopgedeelten 1 los te maken van elkaar. Dit vraagstuk wordt opgelost door het vormen van de onderste rand lh van de kop 1 in een V-vormige gedaante, omdat een dergelijke gedaante van de onderste rand 20 een schuifbeweging toelaat voor het vergemakkelijken van het losmaken van veraarde kopgedeelten. Fig. 25 toont een tiende uitvoeringsvorm, waarin de onderste rand lh is gevormd tot een V-vormige gedaante. De .................onderste· rand komt met andere woorden op grotere afstand van de dwarsstaaf te liggen wanneer hij verder weg komt van het draadgedeelte 3.

25 De fig. 26A-F tonen elfde tot zestiende uitvoeringsvormen, voorzien van verschillende vormen van het kopgedeelte. Meer in het bijzonder heeft in de in fig. 26A weergegeven elfde uitvoeringsvorm het kopgedeelte 1 een sectorgedaante, waaarbij het kopgedeelte het in de in fig. 26B weergegeven twaalfde uitvoeringsvorm een half-cirkelvormige 30 gedaante heeft. In de in fig. 26C weergegeven dertiende uitvoeringsvorm heeft het kopgedeelte een vorm, die lijkt op die van een cathodestraal-buis.

In de in.ide fig. 26D of 26F weergegeven veertiende tot zestiende uitvoeringsvormen is de onderste rand lh van het kopgedeelte 1 35 geleidelijk versmald voor het benaderen van de verlenging van het 8102001 3 * 17 draadgedeeIte 3.

Door het aaxmemen van deze zijaanzichtgedaanten van het kqp-gedeelte met een toelopende onderste rand, kunnen de kopgedeelten gemakkelijk worden losgemaakt, zelfs wanneer zij in elkaar verward 5 zijn geraakt.

Zoals beschreven is een groepvormig etiketspeldsamenstel verschaft, voorzien van een aantal etiketspelden, welke spelden elk zijn voorzien van een kopgedeelte en van een dwarsstaaf, onderling verbonden door een draadgedeelte, waarbij naburige etiketspelden al-10 thans bij hun dwarsstaven zijn verbonden.

Het is derhalve mogelijk een grote mate van één geheelvorming te verkrijgen van etiketspelden, zodat de dwarsstaven van etiketspelden een plaat vormen. Derhalve zijn de draadgedeelten van de etiketspelden aangebracht in de vorm van een platte plaat, zodat de kopgedeelten 15 in een goede volgorde zijn aangebracht, zelfs indien de kopgedeelten in gescheiden toestand zijn gevormd.

In het gebruikelijke etiketspeldsamenstel, wordt het samenstel in grote mate uitgebogen en gekanteld bij het steken in een bevesti-gingsinrichting, zoals is weergegeven in fig. 2, zodat de doelmatigheid 20 van de werking van de bevestigingsinrichting tot onpraktisch wordt verlaagd. Bovendien bestaat er het gevaar, dat een deel van de etiket-speld haakt aan geweven goederen voor het veroorzaken van het doorsnijden of uitrafelen van de garen. Deze moeilijkheden worden volledig opgeheven in het onderhavige etiketspeldsamenstel.

25 Het onderhavige etiketspeldsamenstel is geschikt voor massa- produktie en wordt met voordeel toegepast bij het bevestigen van een groot aantal etiketten in een korte tijd omdat elk samenstel etiketspelden kan bevatten in een aantal, dat twee- of meer maal groter is dan dat, gedragen door het gebruikelijke etiketspeldsamenstel, voor-30 zien van eenzelfde lengte.

Omdat verder de etiketspelden zonder aanzienlijke spleet zijn aangebracht, worden de moeilijkheden van het ongewenst in elkaar verward raken en dergelijke voorkomen teneinde een gemakkelijker hanteren mogelijk te maken bij het verpakken en transporteren.

35 In het gebruikelijke etiketspeldsamenstel zijn de kopgedeelten 8102001

f V

*

V

18 verbonden door korte verbindingssnoeren, die worden gescheurd wanneer de etiketspelden worden afgesneden voor het achterlaten van een uitsteeksel in de vorm van een "snor"/ die in ernstige mate de goederen beschadigd. Dit vraagstuk is volledig opgelost door het onderhavige 5 etiketspeldsamenstel, omdat het verbindingsgedeelte aan de dwarsstaaf wordt gevormd bij althans de uitgezette gedeelten .op de zijvlakken van de dwarsstaaf, zoals is weergegeven in fig. 11, zodat geen "snor” wordt gevormd wanneer een etiketspeld van het samenstel wordt losgesneden.

10 Omdat verder de etiketspeld met een grote dichtheid zijn aangebracht voor het verkleinen van de afmeting van het etiketspeldsamenstel als geheel, is de afmeting van de vorm voor het vormen van het samenstel dienovereenkomstig verkleind voor het verzekeren van een goede stroming van gesmolten hars voor het verminderen van de mate van 15 produktie van onaanvaardbare produkten.

Het is duidelijk, dat veranderingen en verbeteringen kunnen worden aangebracht zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

8102001

Claims

1. Groepvormig etiketpensamenstel, voorzien van een aantal etiketspelden, welke spelden elk een kopgedeelte hebben, verder een dwarsstaaf en een draadgedeelte, waarmee het kopgedeelte en de dwars- 5 staaf zijn verbonden, welk samenstel als één geheel is gevormd van een kunststof, met het kenmerk, dat een uitgezet gedeelte is gevormd op althans het middengedeelte van elk zijvlak van elke dwarsstaaf, waarbij de uitgezette gedeelten van naburige dwarsstaven zijn verbonden , waardoor de dwarsstaven in plaatvorm zijn aangebracht.

2. Samenstel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het uitgezette gedeelte taps toeloopt vanaf het middengedeelte naar de randen van elk zijvlak van een dwarsstaaf.

3. Samenstel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het uitgezette gedeelte is gevormd in het middengedeelte van het kopge- 15 deelte, waarbij uitgezette gedeelten van naburige kopgedeelten met elkaar zijn verbonden.

4. Samenstel volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het uitgezette gedeelte taps toeloopt vanaf het middengedeelte van het zijgedeelte naar de randen van het kopgedeelte.

5. Samenstel volgens conclusie 1, gekenmerkt door een eerste groep etiketspelden en een tweede groep etiketspelden, welke groepen afwisselend zijn aangebracht, waarbij de eerste gorpe etiketspelden bevat, die elk een taps toelopend zijoppervlak van het kopgedeelte hébben naar de beide einden daarvan voor het verschaffen van een uit- 25 gezet gedeelte in het midden, waar de kopgedeelten van naburige etiketspelden zijn verbonden, en de tweede groep etiketspelden bevat zonder uitgezet gedeelte op de zijoppervlakken van de kopgedeelten, die gescheiden van elkaar zijn gevormd.

6. Samenstel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het 30 kopgedeelte vlak is en schuin staat ten opzichte van de dwarsstaaf, gezien in bovenaanzicht.

7. Samenstel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het kopgedeelte vlak is en in bovenaanzicht een boemerangvormige gedaante heeft.

8. Samenstel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het 81 0 2 0 0 1 f V . kopgedeelte plat is een een slingervorm heeft.

9. Samenstel volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het kopgedeelte een gedaante heeft, die overeenkomt met die van de dwars-staaf.

10. Samenstel volgens een der conclusie 1, 2, 5, 6, 7 en 8, met het kenmerk, dat de naar de dwarsstaaf gerichte rand van het kopgedeelte zodanig is gevorm, dat hij op toenemende afstand ligt van de dwarsstaaf wanneer de rand zich op toenemende afstand bevindt vanaf de as van het draadgedeelte.

11. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de dwarsstaven zijn aangebracht aan een verbindingsstaaf via verbindingshalzen.

12. Samenstel in hoofdzaak zoals in de beschrijving beschreven en in de tekening weergegeven. 15 8102001