NL8100630A - Zekering en werkwijze en machine voor de vervaardiging daarvan. - Google Patents

Description

W 5785-1 Ned.dB/LvD P & C

Zekering en werkwijze en machine voor de vervaardiging daarvan.

De uitvinding heeft betrekking op de fabricage van een zekering of smeltveiligheid van de soort bestaande uit een isolerend huis, dat 5 in hoofdzaak een blokvorm heeft en van een vlak waarvan twee pennen uitsteken met afgeplatte doorsnede, welke pennen in het inwendige van het huis met elkaar zijn verbonden door een smeltbare geleider.

Er bestaan talrijke zekeringen van deze soort die in het algemeen bestaan uit twee pennen van een goed electrisch geleidend materiaal, 10 bijvoorbeeld koper of messing, waarbij de smeltbare geleider is aangebracht aan de pennen binnen in het huis.

Er zijn eveneens zekeringen bekend waarbij het geheel van pennen en smeltbare geleider uit een stuk zijn vervaardigd, maar dit heeft een aantal bezwaren. Het materiaal, dat nodig is voor de vervaar-15 diging van het smeltbare deel, heeft namelijk slechts een zeer geringe mechanische weerstand, zodat men gedwongen is uit een strook van dit materiaal een vrij dik deel van in hoofdzaak rechthoekige vorm uit te snijden, ongeveer in het midden van dit deel een opening aan te brengen en daarna de smeltbare geleider te vormen door ponsen, waarna het wordt 20 gemonteerd in een huis en vervolgens het buiten dit huis uitstekende deel snijdend te bewerken teneinde de beide pennen te vormen.

Het is duidelijk dat door de geringe mechanische weerstand van het smeltbare materiaal, waaruit de pennen en de smeltbare geleider zijn gevormd, een automatische machine voor de vervaardiging van deze zekering 25 zich slecht leent voor produktie met grote snelheid.

Verder wordt het smeltbare deel, d.w.z. de smeltbare geleider die de beide pennen verbindt, verkregen door ponsen, waardoor het vrijwel onmogelijk is met zekerheid de doorsnede van het smeltbare deel nauwkeurig constant te houden bij de fabricage, zodat deze zekeringen niet erg 30 nauwkeurig zijn.

Tenslotte verschaffen de pennen van smeltbaar materiaal geen goede electrische verbinding met de elementen, waarin zij moeten worden gestoken, welke elementen in het algemeen zijn vervaardigd van koper of messing.

35 De uitvinding beoogt het verschaffen van een nieuwe zekering die de bovengenoemde bezwaren niet heeft.

Een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een machine, die geschikt is voor fabricage met grote snelheid van deze nieuwe zekeringen.

40

De nieuwe zekering volgens de uitvinding is van de soort met 81 00 63 0 - 2 - twee evenwijdige pennen met een afgeplatte doorsnede, die uitsteken van een der vlakken van een huis waarin een smeltbare geleider is gelegen, die de beide pennen verbindt, waarbij de pennen en de geleider zijn vervaardigd van een enkel uitgesneden stuk, van smeltbaar materiaal, waarbij 5 deze zekering is gekenmerkt doordat elke pen is opgesloten in een mantel van goed electrisch geleidend materiaal, dat een goede mechanische weerstand heeft. Hierdoor verkrijgt men een zekering waarvan de pennen met de bussen, waarin zij meeten worden gestoken, een goede electrische verbinding geven en waarbij men verzekerd kan zijn van een constante 10 doorsnede van de smeltbare geleider.

Bij een uitvoeringsvariant heeft de zekering een eerste U-vormig element, uitgesneden uit een strook smeltbaar materiaal, welk element twee platte benen heeft, die de pennen vormen, en een lijf, dat de smeltgeleider vormt, waarbij elk been is opgesloten is in. eenrmantel .van 15 electrisch goed geleidend metaal, en een tweede element, identiek aan het eerste, welke elementen zijn aangebracht in het huis, zodanig dat de beide pennen van het ene element uitsteken buiten een vlak van het huis en de beide andere pennen buiten het tegenover liggende vlak van het huis. Hierdoor heeft men een dubbele zekering, zodat in het zelfde 20 huis een reserve-zekering aanwezig is.

De uitvinding omvat eveneens een werkwijze voor de vervaardiging van de zekeringen, welke is gekenmerkt doordat uit een eerste strook smeltbaar materiaal ü-vormige elementen worden gesneden, die twee platte benen hebben en een lijf, dat de smeltgeleider vormt, waarbij 25 deze elementen met elkaar verbonden blijven, uit een tweede strook van electrisch goed geleidend materiaal,, dat een goede mechanische weerstand heeft, organen worden gesneden die bestemd zijn een mantel te vormen voor elk been, welke organen eveneens met elkaar verbonden blijven, waarna de .beide stroken synchroon vooruit bewogen worden, de elementen 30 van de eerste strook worden geplaatst op de organen van de tweede strook, elk orgaan wordt gevouwen om een been tot een mantel, op elk samenstel, bestaande uit een U-vormig element met een mantel om elk been, aan weerszijden daarvan een halve schaal wordt geplaatst en de beide halve schalen met elkaar worden verbonden·.-tot het huis.

35 Volgens een ander kenmerk van de werkwijze worden de met elf: kaar verbonden delen van de beide stroken doorgesneden na het plaatsen van de huisdelen.

De uitvinding omvat verder een machine voor het uitvoeren van de beschreven werkwijze, welke is gekenmerkt door organen voor het synchroon bewegen van twee vooraf door snijden bewerkte stroken, waarbij 40 8100630 - 3 - de eerste strook bestaat uit smeltbaar materiaal en na de snijbewerking een reeks U-vormige elementen heeft, die met elkaar verbonden zijn, terwijl de tweede strook bestaat uit electrisch goed geleidend materiaal, dat een goede mechanische weerstand heeft, welke tweede strook na de 5 snijbewerking bestaat uit een reeks met elkaar verbonden organen, die bestemd zijn mantels te vormen voor de U-benen, door organen voor het vouwen van elk orgaan tot een gootvorm, door organen voor het zodanig plaatsen van elk element, dat elk elementbeen komt te liggen in een goot, door organen voor het omvouwen van de vrije randen van de goten 10 tegen de U-benen, voor het vormen van de mantels, door organen voor het aanleggen van een huishelft tegen een vlak van elk der samenstellen van een element met een mantel om elk been, en tegen het andere vlak van het samenstel· de andere huishelft, en door organen voor het zodanig met elkaar verbinden van de huishelften, dat elk samenstel wordt 15 vastgelegd.

Daar de pennen enerzijds bestaan uit smeltbaar materiaal en anderzijds uit de mantel van electrisch goed geleidend metaal, dat een goede mechanische weerstand heeft en doordat direkt nadat de strook smeltbaar materiaal door snijden is bewerkt voor de vorming van de 20 U-vormige delen, de pennen worden gestoken in de mantels en de beide stroken bij elkaar worden gehouden, kan men een machine verkrijgen die een hogere produktiesnelheid heeft.

Volgens een bijzondere uitvoeringsvorm kan de machine organen hebben voor het geleiden van de eerste en de tweede strook evenwijdig 25 aan elkaar, teneinde de tweede strook te kunnen plaatsen op de eerste.

Dit heeft het voordeel, dat de machine een grote capaciteit heeft, maar voor de vervaardiging van de tweede strook de organen in de langsrichting met elkaar verbonden moeten blijven, zodat men verplicht is te zorgen voor een gedeelte dat de organen van elkaar scheidt. Deze uitvoering heeft 30 het nadeel van materiaalverlies van de eerste strook.

Een variant van de machine is gekenmerkt, doordat de organen voor het verplaatsen en geleiden van elke strook zijn ingericht voor de beweging van de stroken loodrecht op elkaar, waarbij organen zijn aangebracht om op het kruispunt van de stroken de elementen van elkaar 35 te scheiden, nadat zij met hun benen in de goten zijn komen te liggen.

Hierdoor kunnen de organen naast elkaar worden uitgesneden, loodrecht op de voortbewegingsrichting van de eerste strook, waardoor een belangrijk kleiner materiaalverbruik van de eerste strook ontstaat.

De machine volgens de uitvinding kan ook organen hebben voor het uitsnijden van de elementen uit de strook smeltbaar materiaal.

8100630 40 5 - 4 -

Volgens een ander kenmerk kan de machine zijn voorzien van organen voor het uitsnijden van de organen uit de strook electrisch goed geleidend materiaal. In bepaalde gevallen kan het namelijk gewenst zijn de eerste uitsnijdingen in de stroken uj.t te voeren afzonderlijk van de machine, terwijl in andere gevallen het gewenst kan zijn dat de machine zelf de werktuigen draagt voor deze uitsnijdingen.

Voor de automatische montage in zekeringkastjes kunnen niet de uitvinding stroken zekeringen worden verkregen, d.w.z. dat aan de uitgang van de machine de vervaardigde zekeringen nog bevestigd zijn 10 aan de stroken door de met elkaar verbonden delen zonder dat het nodig is deze door te snijden. De machine kan echter ook messen hebben voor het doorsnijden van de met elkaar verbonden delen van de stroken nadat de huizen zijn geplaatst en bevestigd.

De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de 15 hand van de tekening, waar in enkele uitvoeringsvormen van de zekering en de machine volgens de uitvinding zijn weergegeven.

Fig. 1 is een aanzicht in perspectief van een zekering in een eerste uitvoeringsvorm.

Fig. 2 is een doorsnede volgens II-II van fig. 1.

20 Fig. 3 is een aanzicht in perspectief van een tweede uitvoerings vorm van de zekering.

Fig. 4 is 'een doorsnede volgens IV-IV van Fig. 3.

Fig. 5 is een bovenaanzicht van de zekering van Fig. 1 na wegnemen van een huishelft.

25 Fig. 6 is een doorsnede overeenkomstig Fig. 2 met een uit- voeringsvariant van het huis.

Fig. 7A, 7B en 7C tonen tezamen in perspectief de verschillende elementen van een automatische machine voor de vervaardiging van de zekeringen volgens fig. 3 en 4.

30 Fig. 8, 9 en 10 tonen schematisch doorsneden van een deel van de machine van fig. 7 voor het plaatsen van de huishelften van de zekeringen.

.Fig.11 toont schematisch in perspectief de vervaardiging van een zekering volgens Fig. 1, 2 en 5.

35 Fig.12 is een aanzicht in perspectief van een derde uitvoerings vorm van de zekering, met de delen uiteengenomen.

Fig. 13 toont schematisch in perspectief een variant van de vervaardigingsmachine, bestemd voor de vervaardiging van de zekeringen van Fig.12.

Fig.14 toont schematisch in perspectief de vervaardiging van 81 00 63 0 40 - 5 - de zekering van Pig. 12 en de verschillende bewerkingen nitgevoerd door de machine van Fig. 13.

In Fig. 1, 2 en 5 is de eerste uitvoeringsvorm van de zekering ' weergegeven. Deze zekering bestaat uit een U-vormig element 10, gesneden 5 uit een strook smeltbaar materiaal, met een lijf 7 dat de smeltbare geleider vormt, en twee benen 8, 9. Het been 8 wordt gestoken in een mantel 5 van een electrisch goed geleidend metaal, bijvoorbeeld messing. Evenzo wordt het been 9 gestoken in een mantel 4 van messing, welke benen de pennen van de zekering vormen.

10 De benen 8, 9 zijn doorboora met gaten 12, waar doorheen pennen 6 steken, vast verbonden aan een schaalhelft 3 van een huis,-dat in zijn geheel met 1 is aangeduid, waarbij de pennen 6 ook steken door corresponderende gaten in een huishelft 2 en aan hun vrije einden worden afgeplat om de beide huishelften aan elkaar te bevestigen. Het huis 1 is vervaardigd 15 van isolerend materiaal, bijvoorbeeld kunststof.

In fig. 6 is een variant van de zekering volgens fig. 1, 2 en 5 weergegeven. Bij deze variant zijn overeenkomstige onderdelen met de eerste uitvoeringsvorm aangeduid met cijfers waaraan de letter A is toegevoegd.

20 De huishelft 3A van het huis IA heeft pennen 6A waarvan het vrije einde een verwijding 13 heeft, terwijl de huishelft 2A van het huis gaten 14 heeft voor het opnemen van de pennen 6A, welke gaten in een punt halverwege hun lengte een gedeelte hébben met kleinere doorsnede 15, zodat de verwijding 13 met kracht in de gaten moet worden 25 gedrukt en wanneer dit eenmaal is gebeurd zijn de beide huishelften voorgoed met elkaar verbonden.

Fig. 3 en 4 tonen een andere uitvoeringsvorm van de zekering waarbij het huis 16 bestaat uit een huishelft 17 en een huishelft 18 en waarbij de huishelft 17 vier pennen 19 heeft, bestemd om te worden 30 gestoken in gaten 20 in de huishelft 18, voor het met elkaar verbinden van de beide elementen, waarbij het vrije einde van de pennen daarna bijvoorbeeld warm gestuikt wordt.

De huishelften 17, 18 houden twee ü-vormige elementen 21 vast, die identiek zijn aan het element 10 van fig. 5 en zijn gesneden uit 35 een smeltbaar materiaal, waarbij gaten 40 in de elementen 21 zijn aangebracht voor de doorgang van de pennen 19. De elementen 21 bestaan uit een smeltbare geleider 22 en twee benen 23, 24, die worden opgesloten in mantels 25, 26. Bij deze zekering heeft men een reserve-zekering tot zijn beschikking daar het voldoende is, wanneer een der smeltbare geleiders is gesmolten door een te sterke belasting, de pennen uit hun 40 81 00 63 0 5 - 6 - opneemruimten te trekken en na draaiing van het huis over 180 de beide andere pennen in deze ruimten te steken, welke pennen eerst vrij waren.

In fig. 7 tot 10 is een automatische machine weergegeven voor de vervaardiging van zekeringen volgens fig. 3 en 4. Deze machine heeft een huis 30 met geleidingsorganen voor een eerste strook 31 en een tweede strook 32. De strook 31 bestaat uit smeltbaar materiaal, terwijl de strook 32 bestaat uit electrisch goed geleidend materiaal, bijvoorbeeld messing. Het huis 30 heeft gleidingsorganen 33, 34 voor deze stroken, 10 zodanig dat zij synchroon worden bewogen en aan de uitgang van het huis 30 worden geplaatst op een tafel 35. De machine heeft werktuigen 36, 37, 38 en 39, die verticaal bewegen en in de strook 31 resp. vier gaten 40, twee sleuven 41, insnijdingen 42 en een opening 43 aanbreiigen. Daardoor vervaardigt men een continue strook, bestaande uit een ü-vormig element 15 21, waarvan de vrije einden van de benen, 23, 24 met elkaar zijn verbonden door delen 46, terwijl de andere einden van de benen 23, 24 een stuk vormen met de benen 23, 24 van het aangrenzende element.

De strook 32 wordt snijdend bewerkt door een gereedschap 49, teneinde achtereenvolgens vier identieke delen 50 te verkrijgen, welke 20 twee aan twee symmetrisch zijn gelegen enerzijds ten opzichte van een axiaal vlak en anderzijds ten opzichte van een vlak loodrecht op de hartlijn van de strook 32. De delen 50 worden aan elkaar vast gehouden door de beide voetjes 51 en aan de rest van de strook door vier voetjes 52 en hebben elk een gat 53. De stroken 31, 32 worden zodanig verplaatst 25 dat wanneer zij aankomen op de tafel 35, de benen 23, 24 elk ter plaatse van een onderdeel 50 komen te liggen. De tafel heeft zijdelingse geleidingsorganen 54 en is voorzien van een eerste paar gereedschappen 55, 56, die gelijktijdig en afwisselend in de ene en in de andere richting bewegen, waardoor de randen van de verschillende onderdelen 50 naar omhoog worden 30 gevouwen tot in het algemeen een gootvorm met twee benen 58, 59.

Paren werktuigen 60 en 61 zijn gelijktijdig en loodrecht op de bewegingsrichting van de strook beweegbaar en dienen voor het gedeeltelijk omvouwen van de benen 58, 59, gevormd door de werktuigen 55, 56, waarna de werktuigen 60, 61 loodrecht bewegen op de verplaatsingsrichting van de 35 stroken en de benen 58, 59 met hun vrije randen naar elkaar toe bewegen, terwijl gereedschappen 62, 63 de benen 58, 59 zodanig buigen zodat zij komen aan te liggen tegen het vlak van de benen 23, 24, dat ligt tegenover het vlak dat in aanraking is met de bodem van de goot,, waardoor de mantels, 25, 26 worden gevormd. Opgemerkt wordt, dat de verschillende onderdelen, die worden gevormd met de verschillende werktuigen, aan de 40 81 0 0 63 0 - 7 - stroken 31, 32 worden vastgehouden door de voetjes 46 en 52, die niet zijn doorgesneden. De werktuigen 64, 65 dienen om de beide elementen 21 van elkaar te scheiden. Het werktuig 64 snijdt de delen door die zich bevinden tussen de beide sleuven 41, welke in de strook 31 zijn aange-5 bracht, evenals de voetjes 51, die de onderdelen 50 twee aan twee aan elkaar houden.

Elk van de werktuigen 55 en 62 heeft twee centreerdennen 67 voor het nauwkeurig uitlijnen van de stroken 31, 32, welke pennen 67 bewegen door de gaten 40 en 53.

10 De machine heeft (zie fig. 8, 9 en 10) aan een zijde van de tafel 35 een reservoir 70, waarin huishelften 18 zijn opgestapeld, en aan de andere zijde een hellende transporteur 71, bestemd voor de aanvoer van de huishelften 17 naar een steun 72, gedragen door een stang 73, die is verbonden met een heen en weer gaand bedieningsorgaan. De steun 15 72 heeft een rok 75 voor het tegenhouden van de huishelften 17 wanneer deze steun naar omhoog beweegt. De machine is voorzien van een druks tang 76, gedragen door het vrije einde van de stang 77 van een zuiger-cilinder-eenheid 78, welke druks tang is bestemd om te bewegen door het onderste deel van het reservoir 70, via sleuven 79 die daartoe zijn aangebracht, 20 voor het een voor een meenemen van de huishelften 18 in het reservoir 70.

Zoals blijkt uit fig. 8 tot 10 is de machine ingericht om, nadat de werktuigen 64 en 65 twee zekeringen van elkaar hebben gescheiden, het huis 16 aan te brengen.

Elk samenstel van twee elementen 21, die rug aan rug zijn 25 geplaatst, komt te liggen tegenover de steun 72, waarin een huishelft 17 is geplaatst, terwijl de drukstang 76, bediend door de eenheid 78, boven de stroken 31, 32 een huishelft 18 plaatst (zie fig.9), waarna de steun 72 wordt verplaatst in de richting van de pijl in fig. 10 en de pennen 19 bewegen door de gaten 40, de gaten van de huishelften 18, waardoor 30 het huis is gevormd. De machine is voorzien van een steunorgaan 80 voor het tegenhouden van de huishelft 18, welk orgaan is voorzien van groeven 81, waardoor de vrije einden van de pennen 19 kunnen uitsteken boven het bovenvlak van de huishelft 18 en de pennen 19 kunnen vrij komen bij verplaatsing van de strook met zekeringen.

35 Stroomafwaarts zijn organen aangebracht om het huis 16 vast te zetten, namelijk een werktuig 83, dat loodrecht op de tafel 35 beweegbaar is en bestemd is voor het stuiken van de vrije einden van de pennen 19 waardoor de definitieve bevestiging van de huishelften aan elkaar ontstaat. Bij voorkeur is het gereedschap 83 verhitbaar, indien 40 de huishelften zijn vervaardigd van thermoplastisch materiaal, waardoor 8100630 - 8 - het stuiken van de pennen wordt vergemakkelijkt.

De aldus verkregen zekeringen zijn nog steeds met elkaar verbonden tot de stroken 31, 32, door de delen 46 en de voetjes 52. Men kan de zekeringen aldus aan elkaar laten zitten en zo als een strook 5 afleveren, hetgeen, voor bepaalde toepassingen gunstig is, bijvoorbeeld voor het automatisch plaatsen van zekeringen in een zekeringenkastjé of zekeringendoos.

Bij de weergegeven uitvoeringsvorm zijn stroomafwaarts van het werktuig 83 twee messen 95, 96 aangebracht, die de zekeringen van de 10 stroken 31, 32 lossnijden.

, Het is duidelijk dat de machine volgens de uitvinding met zeer grote snelheid kan werken, waardoor automatisch de zekeringen worden gevormd.

In fig. 11 is schematisch een uitvoeringsvariant weergegeven 15 van de machine, voor de vervaardiging van zekeringen volgens fig. 1, 2 en 5. Deze machine is in hoofdzaak gelijk aan die volgens fig. 7 tot 10, maar verschillende werktuigen hebben een iets andere vorm, daar de uitgesneden elementen eenvoudiger vormen hebben dan die van de vorige uitvoeringsvorm.

20 Stroken 86, 87 worden synchroon stap voor stap vooruit bewogen, waarbij de strook 86 snijdend wordt bewerkt voor de vorming van de U-vormige elementen 10 met twee benen 8, 9, gaten 11, 12 en een smeltge-1eider 7. De elementen 10 zijn met de aangrenzende elementen verbonden door voetjes 88 en door een langwerpig deel 89.

25 De strook 89 wordt snijdend bewerkt voor de vorming van twee delen 90, een voor het vormen van de mantel 4 en het andere voor de vorming van de mantel 5, welke verschillende delen 90 bij elkaar worden gehouden tot de strook 87 door voetjes 91.

Zoals bij de hierboven beschreven uitvoeringsvorm worden de 30 stroken 87, 86 stap voor stap synchroon zodanig voortbewogen, dat de benen 8, 9 komen samen te vallen met de bijbehorende delen 90, welke worden omgevouwen tot goten, voor de vorming van twee benen 93, 94 welke worden omgevouwen tot de mantels, waarin de benen worden geklemd van het smeltbare materiaal. Vervolgens wordt het deel 89 uitgesneden 35 door een bijbehorend gereedschap en worden de huizen 1 op hun plaatsen gebracht op de wijze als weergegeven in fig. 8, 9 en 10.

Dat wil zeggen dat de huishelft 3 wordt aangebracht, waarmee de pennen 6 door de gaten 11, 12 worden gestoken, terwijl de vervolgens de huishelft 2 op zijn plaats wordt gebracht en de gaten daarvan bewegen om de pennen 6. 40 Tenslotte worden de pennen aan hun vrije einden gestuikt en worden de 81 0 0 63 0 5 - 9 - aldus verkregen zekeringen, hetzij in strookvorm 86, 87 gehouden, door middel van de voetjes 88 en 91, hetzij worden deze voetjes ook doorgesneden om de zekeringen van elkaar te scheiden.

Bij de weergegeven uitvoeringsvormen van de machine worden de pennen 6 of 19 aan hun vrije einden gestuikt voorhet aan elkaar vastzetten van de huishelften, maar de huizen kunnen ook uitgevoerd volgens fig. 6, waarbij het stuikgereedschap 83 kan worden weggelaten.

In fig. 12 is een uitvoeringsvariant weergegeven van een zekering, vervaardigd met een machine, welke wordt beschreven aan de 10 hand van fig. 13 en 14.

De zekering volgens fig. 12 ^eeft een U-vormig clement- 11^, uitgesneden uit een strook smeltbaar materiaal,met een lijf 119, die de smeltgeleider vormt, en twee benen 117, 118, die worden opgenomen in mantels 105, 105A. De mantel bestaan uit electrisch goed geleidend 15 materiaal, bijvoorbeeld koper.

De mantels 105, 105A en de benen 177, 118 hebben op een lijn liggende gaten 109, 110 en 130 voor het doorsteken van de pennen 142 van een huishelft 140 van een huis 131. Dit huis wordt voltooid met een huishelft 141 met gaten 143, waardoor de pennen 142 steken. Deze pennen 20 worden na het op elkaar plaatsen van de huishelften aan hun vrije einden gestuikt of gelast of hebben de zelfde vorm als de pennen 6A van de uitvoeringsvorm volgens fig. 6.

De machine volgens fig. 13 heeft een haspel 111 voor een strook 112 van smeltbaar materiaal en een haspel 100 voor een tweede 25 strook 101 van electrisch goed geleidend materiaal, dat een zekere mechanische weerstand heeft. De eerste strook 112 wordt stap voor stap voortbewogen door organen 113 en snijdend bewerkt door een gereedschap 115, waardoor achter elkaar een reeks elementen 116 ontstaan.

De snijdende bewerkingen in de strook 112 zijn zodanig, dat 30 tussen de benen 117, 118 een opening 124 wordt gevormd, een opening 123, waarbij de smeltdraad 119 is gelegen tussen deze openingen. De elementen 116 blijven achter elkaar met elkaar verbonden door delen 120 die later worden uitgesneden. De gaten 130 worden tegelijk met de andere snijdende bewerkingen in de strook 112 gevormd. De strook 112 wordt dan geleid 35 door een ontvettingskuip 121-naar een werktuig 122, gelegen op het snijpunt van de stroken 101 en 112. De tweede strook 101 verloopt over geleidingen 102 en wordt voortbewogen door een rechtlijnig transportsysteem 103.

Stroomafwaarts van de geleidingen 102 is een gereedschap 104 geplaatst, dat de strook 101 snijdend bewerkt en daarin paren organen 81 00 63 0 40 -10 -.- 105, 105A vormt, die aan een rand 101A met elkaar zijn verbonden door voetjes 106 en aan de andere rand 101B door voetjes 107.

Opgemerkt wordt dat bij deze uitvoeringsvorm elk paar organen 105, 105A, zich uitstrekt loodrecht op de langshartlijn van de strook 5 101, zodat de organen naast elkaar worden uitgesneden. Bij de vorige uitvoeringsvormen waren de voetjes 91 (Fig.11) of 52 (fig.7A) van een paar organen gescheiden van het volgende paar organen door een strookje dat de beide langsranden van de strook 32 (fig. 7A) of 87 (Fig.11) met elkaar verbindt. Dit strookje is daar verplicht om de organen goed 10 met elkaar verbonden te houden bij de continue voortbeweging door de machine.

In de uitvoeringsvorm volgens fig.12 tot 14 kunnen de paren organen 105, 105A, door de beweging van de stroken 101 en 112 loodrecht op elkaar, naast elkaar worden uitgesneden zonder dat het nodig is 15 strookjes aan te brengen tussen deze paren organen, hetgeen een belangrijke materiaalbesparing vertegenwoordigt.

Een gereedschap 108, geplaatst achter het gereedschap 104, buigt de paren organen 105, 105A zodanig, dat deze een gootvorm krijgen, met een lijf 125 en twee benen 132. Het lijf en de benen van het deel 20 105A van de organen zijn aangeduid met 121A en 132A.

De aldus gevormde tweede strook 101 wordt geleid door een ontvettingskuip 133.

De machine is zodanig ingericht, dat de stroken 101 en 112 stap voor stap vooruit bevragen, waarbij elke stap van de strook 112 25 overeenkomt met de lengte van een element 116, terwijl elke stap van de strook 101 overeenkomt met de afstand tussen twee opvolgende paren organen 105, 105A.

Het gereedschap 122 snijdt in de strook 1.12 de delen 120 uit, zodanig, dat het element 116 wordt gescheiden van de rest van de strook 30 112, waarbij de benen 117 en 118 van dit element respectievelijk komen te liggen in de organen 105, 105A, met het been 117 rustend op het lijf 125 tussen de benen 132, en met het been 118 rustend op het lijf 125A tussen de benen 132A. Het element 116 wordt dan meegenomen door de strook 101. Het werktuig 122 heeft een gedeelte dat de benen van de goten 35 132, 132A gedeeltelijk omvouwt boven de benen 117, 118. Achter het gereedschap 122 staat een gereedschap 126, dat het vastklemmen van de benen 132, 132A voltooid en enerzijds de voetjes 106 en anderzijds de rand 101A van de strook 101 doorsnijdt.

Bij 129 is schematisch in fig. 13 een station aangegeven, dat 40 bestemd is voor de plaatsing van de huizen 131. Dit station is gelijk aan 8 1 0 0 63 0 - 11 - dat weergegeven in fig.8, 9 en 10, d.w.z. dat de huishelft 140 wordt geplaatst zodanig, dat twee van zijn pennen 142 steken door de gaten 110, 130 en de openingen 109, die na het vastklemmen een gat vormen, vervolgens de huishelft 141 wordt geplaatst tegen het vrije vlak van het samenstel, 5 waarbij de vier pennen 142 steken door de gaten 143, welke pennen tenslotte aan hun vrije einden worden gestuikt.

De machine heeft een merkinrichting 145, bestemd om op de huizen 131 een referentie te drukken, bijvoorbeeld het amperage.

Tenslotte is een laatste gereedschap 146 aangebracht, dat de 10 zekeringen van de rand 101B van de strook 101 losmaakt door het doorsnijden van de voetjes 107, waarbij de zekeringen via een goot vallen in een reservoir 147.

Het zelfde gereedschap 146 snijdt de rand 101B in kleine stukjes, welke vallen in een reservoir 148.

15 De machine volgens fig. 13 en 14 kan worden gecombineerd met een aantal evenwijdig aan elkaar geplaatste stroken 112, loodrecht op de bewegingsrichting van de strook 101, waardoor een machine ontstaat met grotere capaciteit dan de machines van de andere uitvoeringsvormen.

20 81 00 63 0

Claims (10)

1. Zekering van de soort met twee evenwijdige pennen met afgeplatte doorsnede, welke pennen uitsteken buiten een der vlakken van een huis, waarin een smeltbare geleider is opgenomen, die de beide pennen met elkaar verbindt, welke pennen en smeltbare geleider zijn vervaar- 5 digd uit een stuk, uitgesneden uit een strook smeltbaar materiaal, met het kenmerk, dat elke pen is opgesloten in een mantel van een electrisch goed geleidend metaal, dat een goede mechanische weerstand heeft.

2. Zekering volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat deze 10 een eerste U-vormig element heeft, gesneden uit een strook smeltbaar materiaal, welk element twee platte benen(21)en een lijf(22)heeft, welk lijf de smeltbare geleider vormt, waarbij elk been(21)is opgesloten in een mantel(25, 26) van een electrisch goed geleidend metaal, en een tweede element, identiek aan het eerste, welke elementen zodanig in 15 het huis zijn geplaatst dat de twee pennen van het ene uitsteken buiten een vlak van het huis (16) gelegen tegenover het vlak waarbuiten de twee pennen van het andere element uitsteken.

3. Werkwijze voor de vervaardiging van de zekering volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat in een eerste strook smeltbaar materiaal

20 U-vormige elementen worden uitgesneden met twee platte benen en een lijf dat de smeltbare geleider vormt, deze elementen met elkaar verbonden blijven, in een tweede strook electrisch goed geleidend metaal organen worden uitgesneden welke bestemd zijn een mantel te vormen voor de benen, de organen eveneens met elkaar verbonden blijven, de beide stroken 25 synchroon worden voortbewogen, de elementen van de eerste strook en de organen van de tweede strook op elkaar, worden geplaatst, elk orgaan wordt gevouwen om een been voor de vorming van de mantel, op elk samenstel bestaande uit een U-vormig element, met een mantel voor elk been, aan weerszijden daarvan, een huishelft wordt geplaatst en de huishelften 30 tot het huis met elkaar worden verbonden.

4. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de met elkaar verbonden delen van de beide stroken worden losgesneden na de plaatsing van de huishelften, die het huis vormen.

5. Machine voor het uitvoeren van de werkwijze volgens conclusie 35 3 en voor de vervaardiging van de zekeringen volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat organen zijn aangebracht, voor het synchr on verplaatsen van twee stroken (31, 32), die tevoren snijdend zijn bewerkt, waarvan de eerste strook (31) bestaat uit smeltbaar materiaal en na de snijdende 81 0 0 63 0 5 - 13 - bewerking een reeks U-vormige elementen(21)heeft, die met elkaar zijn verbonden, terwijl de tweede strook(32)bestaat uit electrisch goed geleidend metaal, dat een goede mechanische weerstand heeft en deze tweede strook na snijdende bewerkingen een reeks met elkaar verbonden organen (50) heeft, bestemd voor het vormen van de mantels voor de ü-benen, organen voor het vouwen van elk orgaan (50) tot een gootvorm, organen voor het plaatsen van elk elemental) zodanig, dat elk been daarvan is gelegen in een goot, organen(60, 62)voor het omvouwen van de vrije randen van de goten tegen de benen, voor het vormen van de mantels, 10 organen(71)voor het plaatsen tegen een vlak van de samenstellen, bestaande uit een element met een.·, mantel aan elk been, van een huishelft (17) en tegen het andere vlak de andere huishelft (18), en organen (72, 80) voor het aan elkaar vastklemmen van de huishelften en het opsluiten van de samenstellen en het met elkaar verbinden van de huishelften (17,18). 15 6. Machine volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat organen zijn aangébracht voor het geleiden (33, 34) van de eerste strook (32) en de tweede strook (31) evenwijdig aan elkaar, zodat de tweede strook (31) komt te liggen op de eerste strook (32).

7. Machine volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat organen 20 zijn aangebracht voor het verplaatsen en geleiden van elke. strook (101, 112. loodrecht op de andere waarbij de organen (105, 105A) van de eerste strook dan naast elkaar liggen, organen(122) voor het van elkaar scheiden op het kruispunt van de banden met elkaar, van de elementen(116) nadat zij met hun benen (117, 118) in de goten zijn geplaatst.

8. Machine volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat organen (37, 38, 39) zijn aangébracht voor het lossnijden van de elementen (21) van de strook (31) van smeltbaar materiaal.

9. Machine volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat organen zijn aangébracht voor het lossnijden van de organenn (50) van de strook 30 (132) van electrisch goed geleidend metaal.

10. Machine volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat messen (85, 86) zijn aangebracht voor het doorsnijden van de verbindende delen van de stroken (31, 32) nadat de huizen zijn geplaatst en vastgezet. 35 ---++--- 8100630