NL8100585A - Dakisolatieinrichting voor olieopslagreservoir of dergelijke constructie en werkwijze voor het verschaffen van deze isolatieinrichting. - Google Patents

Description

Dakisolatieinrichting voor olieopslagreservoir of dergelijke constructie en werkwijze voor het verschaffen van deze isolatieinrichting.

De uitvinding heeft betrekking op een dakisolatieinrichting voor olieopslagreservoirs of dergelijke constructies en op een werkwijze voor het verschaffen van deze isolatieinrichting.

Voor het isoleren van het dak van olieopslagreservoirs is het gebruikelijkcom afhankelijk een isolerend materiaal op het dak op te brengen en vervolgens het isolerende materiaal te bedekken met een beschermingslaag van plaataluminium. De plaataluminiumsegmenten worden met elkaar verbonden via gefelsde naden, gewoonlijk dubbel gefelsde naden. Deze verbindingswerkwijze verschaft een stevige verbinding, waarmede relatieve bewegingen van de plaatsegmenten worden verhinderd. Gebleken is echter, dat scheuren en barsten in de plaatsegmenten dikwijls optreden, bijvoorbeeld als gevolg van thermische spanningen. Wanneer het beschermende metaalplaatsegment niet langer dicht is zal het onderliggende isolerende materiaal worden blootgesteld aan invloeden van bijvoorbeeld vocht en vuil. Vocht kan niet alleen in het isolerende materiaal binnendringen, doch ook het onderliggende dak zelf bereiken. Hierdoor kan het dak gaan corroderen en zelfs roesten in zo sterke mate, dat afbrokkeling kan optreden. Bovendien vormt plaataluminium een kostbaar materiaal, terwijl tevens de verbindingswerkwijze door middel van gefelsde naden tijdrovend en derhalve kostbaar is, zodat het gehele isolatieprocédé hoge kosten met zich mede brengt.

De uitvinding heeft ten doel een soort isolatie te verschaffen, die gemakkelijk is op te brengen, goedkoop is, en niet onderhevig is aan scheuren. Volgens de uitvinding wordt hiertoe gebruik gemaakt van een soort isolatie, die bestaat uit een bekledingslaag van kunststof-materiaal of dergelijk materiaal, uit een laag warmte-isolerend materiaal, die bedekt wordt en op haar plaats wordt gehouden door de kunststofbekleding, en uit 2 middelen voor het bevestigen van deze kunststofbekleding, welke bevestigingsmiddelen elk worden gevormd door een sluiting en een schroefbout, waarbij het ene uiteinde van de schroefbout van schroefdraad is voorzien en de 5 sluitring wordt bevestigd aan het boveneinde van de schroefbout, terwijl het sluitringoppervlak komt aan te liggen tegen de kunststofbekleding, die dient als beves-tigingsvlak. De bovengenoemde isolatieinrichting volgens de uitvinding wordt hierdoor gekenmerkt, dat het andere 10 uiteinde van de schroefbout is vastgelast aan het dak van het olieopslagreservoir en dat de lengte van de schroefbout zodanig is gekozen, dat bij het vastdraaien van de sluitring gewaarborgd is, dat deze zal aanliggen tegen de kunststofbekleding en hierop een druk zal uitoefenen.

15 Met de aldus bereikte isolatieinrichting volgens de uitvinding worden de bovengenoemde nadelen van scheuren als gevolg van thermische spanningen vermeden, terwijl deze isolatieinrichting verder efficient en goedkoop is en bovendien gemakkelijk op te brengen en volkomen dicht 20 blijft.

Verder wordt volgens de uitvinding voorzien in een werkwijze voor het opbrengen en bevestigen van de isolatieinrichting op het dak van bijvoorbeeld een olieopslagreservoir. Deze werkwijze wordt hierdoor gekenmerkt, dat 25 eerst een aantal schroefbouten worden bevestigd aan het dak door middel van lassen met behulp van een laspistool zodanig, dat de schroefbouten een rechtop staande stand zullen aannemen, uit het opbrengen van het isolerende materiaal op het dak over de schroefbouten heen zodanig, 30 dat deze schroefbouten door het materiaal gaan, uit het vervolgens bedekken van het isolerende materiaal met lange overlopende baanlengten, bestaande uit een voor water ondoordringbare bekleding, die over de schroefbouten heen wordt omlaag gedrukt teneinde te waarborgen, dat 35 deze zullen uitsteken boven de bekleding, en uit het vervolgens vastschroeven van de sluitringen op de s chroe fbouten.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van de tekening, waarin bij wijze van 81 0 0 58 5 - 3 9 * voorbeeld enige uitvoeringsvormen van de isolatie-inrichting volgens de uitvinding zijn weergegeven.

Hierin toont: fig. 1 een zijaanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van een bevestigingselement volgens de uitvinding, fig. 2 een zijaanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van een bevestigingselement volgens de uitvinding, fig. 3 een zijaanzicht van een gedeelte van het olieopslagreservoir, waarop de uitvinding is toegepast, fig. 4 hetzelfde reservoirgedeelte uit fig. 3, gezien vanaf de bovenzijde, fig. 5 een dwarsdoorsnede over de isolatie in het overgangsgebied tussen het dak van het opslagreservoir en de ommanteling, fig. 6 schematisch het principe van het laspistool, gebruikt voor het bevestigen van de schroefbouten, en fig. 7 een zijaanzicht van een schroefbout, die op haar plaats is vastgelast.

Op het dak 1 van een opslagreservoir is een schroefbout 3 bevestigd met behulp van een laspistool (fig. 6), welke schroefbout 3 aan haar ene uiteinde 4 voorzien is van een schroefdraad, terwijl het andere uiteinde 5 van de bout is uitgevoerd voor het vastlassen met behulp van een laspistool. Het schroefbouteinde 5 is voorzien van een klein centerpunt 6 (zie fig. 6), die dient om de las aan te brengen op de hartlijn van de bout 3. Met behulp van een instelmiddel worden de schroefbouten 3 op gelijke afstanden van elkaar verwijderd geplaatst. Vervolgens wordt isolatiemateriaal 7 (zoals bijvoorbeeld slakken wolmatten) opgebracht op de bovenzijde van het dak teneinde te waarborgen, dat de pennen 3 uitsteken boven het isolatiemateriaal. Hierover wordt een film 8 aangebracht, die op gunstige wijze kan bestaan uit een beplating van een zacht weefsel, bekleed met polyvinylchloride, welk materiaal zeer goede slijtvaste eigenschappen bezit, alsook bestand is tegen chemische invloeden. Kunststofbekleding 8 van deze soort is beschikbaar in rollen, die als lange banen worden 81 0 0 58 5 4 uitgerold over het dak 1. Het is belangrijk te waarborgen, dat naburige banen elkaar overlappen. Een deel van de schroefbouten is geplaatst in de verwachte gebieden van baanoverlapping met behulp van het instel-middel. De lengte van de schroefbouten 3 is zodanig gekozen, dat wordt gewaarborgd, dat zij iets langer zijn dan de totale dikte van het isolatiemateriaal 7 en de bekleding 8. De bekleding wordt over de pennen omlaag gedrukt, waardoor deze boven de bekleding zullen uitsteken. Op de boveneinden 4 van de bouten 3 zijn sluitingen 9 geschroefd, die voorzien zijn van inwendige schroefdraad 8 en een binnenvlak 10, dat bestemd is om te komen aan te liggen tegen de bekleding. Een bindmiddel 11 is op de bekleding 8 aangebracht' in de gebieden onder de sluitringen 9. De sluitringen zijn voorzien van uitsparingen 12 door middel waarvan de sluitringen met behulp van een geschikt (niet nader weergegeven) gereedschap te worden vastgedraaid. De sluitringen 9 worden in voldoende mate vastgedraaid teneinde te waarborgen, dat zij komen aan te liggen tegen de bekleding 8 en hierop een druk uitoefenen.

Fig. 2 toont een verdere uitvoeringsvorm, waarbij gebruik is gemaakt van een ander type bevestigingsele-menten teneinde de isolatie te waarborgen. In deze uitvoeringsvorm is gebruik gemaakt van schroefbouten 13 van het standaardtype, die op hun plaats zijn gelast met een laspistool. De schroefbouten 13 zijn over hun gehele lengte vóórzien van schroefdraad en aan het ene uiteind© voorzien van een centreérpunt 6. Bussen 14 zijn aan beide uiteinden 23 en 24 voorzien van inwendige schroefdraad en met hun ene uiteinde 23 geschroefd op de pennen 13.

Met hun andere uiteinde 24 zijn zij geschroefd op een stang 15, die aan haar beide uiteinden 25 en 26 voorzien is van uitwendige schroefdraad.

Op dezelfde wijze als bij de eerste uitvoeringsvorm worden vervolgens het isolatiemateriaal en de bekleding opgebracht. De totale lengte van de stang 15, de bus 14 en de bout 13 bedraagt wanneer zij onderling verbonden zijn iets meer dan de totale dikte van het 81 0 0 58 5 5 isolatiemateriaal en de bekleding. Wanneer de bekleding over de stangen 15 heen is omlaag gedrukt zijn deze stangen met behulp van een (niet nader weergegeven) gereedschap iets los geschroefd naar omhoog ten opzichte 5 van de bus, doch niet zover, dat de stang zou worden losgemaakt van de bus (of van de bout). De stang wordt stevig vastgehouden terwijl een sluitring 9, die overeenkomt met die van de eerste uitvoeringsvorm, op de stang wordt geschroefd. Het gereedschap wordt verwij-10 derd en het bindmiddel 11 wordt op de bekleding onder de sluitring aangebracht. Met behulp van een tweede gereedschap, dat ingrijpt in de uitsparingen 12, die gevormd zijn in de sluitring, wordt het gehele beves-tigingselement vastgedraaid, zodat de sluitring zal aan-15 liggen tegen de bekleding en hierop een druk zal uitoefenen.

De bovenbeschreven bewerking volgens de uitvinding is voorgesteld in fig. 2, waarbij het bevestigingselement geplaatst is in het baanoverlappingsgebied.

20 In het in fig. 3 weergegeven zijaanzicht staat een gedeelte van een olieopslagreservoir, waarop de uitvinding is toegepast, is de wijze voorgesteld, waarop de reservoirmantel bekleed is met plaatmetaalsegmenten 17.

Fig. 4 toont een bovenaanzicht van het dak van het-25 zelfde gedeelte uit fig. 4 van het olieopslagreservoir, waarbij schematisch geschikte schroefboutplaatsen zijn aangegeven, alsmede de wijze, waarop de bekledingsbanen zich zouden kunnen uitstrekken over het dak.

Fig. 5 toont een dwarsdoorsnede over de isolatie 30 en de wijze waarop déze geplaatst is in het overgangsgebied tussen de mantel en het dak van het reservoir. Hierbij is het mantelisolatiemateriaal 16 op haar plaats gebracht en hierna bekleed met plaatmetaalsegmenten 17.

De schroefbouten 13, de bussen 14 en de stangen 15 zijn 35 aan het dak bevestigd zoals boven beschreven. Vervolgens is rondom het gehele reservoir een randvoering 18 aangebracht en bevestigd aan de metaalplaatsegmenten 17 met behulp van klinknagels 19. De randvoering 18 kan bestaan uit plaatmetaal, dat bekleed is met een laag polyvinyl- 8100585 6 chloridehars. Het isolatiemateriaal 7 wordt op het dak opgebracht, waarbij zorg wordt gedragen, dat zij het gehele dak geheel bedekt tot de rand 18. De bekleding 8 wordt vervolgens op het isolatiemateriaal gerold en aan de bovenzijde van de randvoering, waaraan zij gelast wordt in het polyvinylchloridehars.

Fig. 6 toont het werkingsprincipe van een las-pistool, dat gebruikt is voor het bevestigen van de schroefbouten. Een regeleenheid 20, die gekoppeld is met een spanningsomzetter 21, geeft stroom af aan het laspistool 2. Het laspistool dient om te worden gebruikt in een instelmiddel teneinde de juiste plaats van de schokbouten 3 en 15 te waarborgen zoals boven is beschre· ven. Teneinde de bouten 3, 13 rechtstandig op het dak 1 te bevestigen is het laspistool voorzien van steunen 32. Deze steunen zijn verwisselbaar, waardoor het mogelijk wordt om ook langere schroefbouten zoals in de eerste uitvoeringsvorm op nauwkeurige wijze te bevestigen.

-De bij het lassen geleverde warmte is zodanig, dat lasnaden van 'voldoende sterkte worden gevormd zonder noemenswaardige verwarming van het binnenoppervlak van het dak 1. Tenzij de gereduceerde temperatuurstijging aan het binnenoppervlak van het olieopslagreservoir 1 kunnen de lasbewerkingen en het voltooien van de isolatie worden uitgevoerd zonder risico's van explosies, ook wanneer hét reservoir gevuld is met vluchtige koolwaterstoffen.

, Tenslotte is in fig. 7 de pen 13 voorgesteld wanneer deze aan het dak 1 rechtstandig hierop is gelast.

Conclusies.

81 00 58 5

Claims (6)

1. Dakisolatieinrichting voor een olieopslagre-servoir of dergelijke constructie, bestaande uit een bekledingslaag van kunststofmateriaal of dergelijk materiaal, uit een laag warmte-isolerend materiaal, dat bedekt wordt en op haar plaats wordt gehouden door de kunststofbekleding, en uit middelen voo-r het bevestigen van deze bekleding, welke bevestigingsmiddelen elk bestaan uit een sluiting en een schroefbout, van welke schroefbout het ene uiteinde van schroefdraad is voorzien, terwijl de sluitring kan worden bevestigd aan het boveneinde van de schroefbout en komt aan te liggen tegen de kunststofbekleding, die dient als bevestigingsvlak, met het kenmerk, dat het andere uiteinde van de schroefbout aan het dak van het olieopslagreser-voir is gelast, en dat de lengte van de schroefbout zodanig is gekozen, dat gewaarborgd wordt, dat wanneer de sluitring is vastgedraaid zij komt aan te liggen tegen de bekleding en hierop een druk uitoefent.

2. Dakisolatieinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de bevestigingsmiddelen behalve de sluitring en de schroefbout bestaan uit een bus, die aan beide uiteinden voorzien is van binnen-schroefdraad, en uit een draaibare stang met aan beide uiteinden schroefdraad, waarbij de sluitring is te bevestigen aan het ene uiteinde van de stang, waarbij het sluitringoppervlak komt aan te liggen tegen de bekleding, die dient als bevestigingsvlak, dat het andere uiteinde van de stang geschikt is om te worden geschroefd in het boveneinde van de bus, dat het ondereinde van de bus geschikt is om te worden geschroefd op de schroefbout, die aan hét dak wordt gelast, en dat de totale lengte van de schroefbout, de bus en de stang in gemonteerde en onderling verbonden toestand zodanig is, dat de sluitring wanneer zij is aangedraaid komt aan te liggen tegen de bekleding en hierop een druk uitoefent. 81 0 0 58 5

3. Werkwijze voor het verschaffen van de isolatie-inrichting volgens conclusie 1 op het dak van bijvoorbeeld een olieopslagreservoir, met het kenmerk, dat eerst een aantal schroefbouten aan het dak worden bevestigd door middel van lassen met behulp van een laspistool zodanig, dat de schroefbouten een rechtop staande stand zullen aannemen, 'uit het opbrengen van het isolerende materiaal op het dak over de schroefbouten heen zodanig, dat deze schroefbouten door dit materiaal heen lopen, uit het vervolgens bedekken van het isolerende materiaal met lange overlappende banen van een voor water ondoordringbare bekleding, die over de schroefbouten heen wordt omlaag gedrukt teneinde te waarborgen, dat deze schroefbouten boven de bekleding zullen uitsteken, en uit het vervolgens op de schroefbouten schroeven van de sluit-ringen.

4. Werkwijze volgens conclusie 3, m e t het kenmerk, dat eerst een aantal schroefbouten in een rechtop staande stand op het dak worden bevestigd met behulp van een laspistool, uit hetop elk van de schroefbouten schroeven van een bus, die aan beide uiteinden vporzien is van binnenschroefdraad, uit het in het boveneinde van de bus schroeven van een stang, die aan beide uiteinden voorzien is van buitenschroefdraad, uit het aanbrengen van een isolerend materiaal op het dak en over de stangen heen zodanig dat deze stangen door het isolerende materiaal heen lopen, uit het bedekken van het isolerende materiaal met lange overlappende banen van een voor water ondoordringbare bekleding, uit het over de stangen heen omlaag drukken van deze bekleding zodanig, dat de stangen zullen uitsteken boven de bekleding, en uit het vervolgens met behulp van een gereedschap iets naar boven toe losschroeven van de stangen, waarbij gewaarborgd wordt, dat de bus-stangverbinding niet wordt verbroken, uit het schroeven van een sluit-ring op elke stang terwijl deze stang op haar plaats wordt gehouden, en uit het vastdraaien van de sluit-ringen tezamen met hun bijbehorende stangen tegen de bekleding. 8100 58 5

5. Werkwijze volgens conclusie 3 of 4, i e t het kenmerk, dat de schroefbouten op hun plaats zijn gebracht met behulp van een pasmal of dergelijk instelorgaan, waarbij de opstelling zodanig is, dat een 5 aantal instelorganen zal worden geplaatst in de beoogde bekledingsbaanoverlappingsgebieden.

6. Werkwijze volgens conclusie 3 of 4, m e t het kenmerk, dat een bindmiddel is aangebracht tussen de sluitringen en de bekleding. 81 0 0 58 5