NL8100321A - Mat-onderlaagcombinatie. - Google Patents

Description

*4 ** -1- V « VO 1555

Mat-onderlaagcombinatie.

De uitvinding heeft "betrekking op een mat-onderlaagcom-"binatie. Meer in het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een mat-onderlaagcombinatie, -waarvan de stofbestrijdende mat gemakkelijk kan worden bevestigd en losgemaakt, welke eigenschap gedurende een 5 lange tijd behouden blijft.

Om te voorkomen, dat stof naar binnen wordt gelopen, wordt meestal een deurmat gebruikt. Deze stof-bestrijdende mat wordt op een voorafbepaalde plaats aangebracht en gehandhaafd, zoals bij de deur v welke mat niet gemakkelijk mag worden verschoven, zelfs wanneer 10 deze krachtig wordt gewreven met de zool van een schoen, of indien meerdere personen in en uit lopen. Verder mag het eind- of hoekge-deelte van de mat niet gemakkelijk afpellen of opkrullen.

Bij voorkeur wordt om aan deze eisen te voldoen een combinatie van een dergelijke stof-bestrij dende mat en een mat-dragen-15 de grondlaag toegepast. In Japanse gebruiksmodelpublikatie Ί606/7¼ wordt een combinatie voorgesteld, bestaande uit een vel van een thermoplastische hars, zoals een vinyichloridebars, die een langwerpige, ovale of andere gekozen vorm heeft, alsmede een matwerk, dat losneembaar binnen een uitstékende lijst gevormd op de omtrek van het vel 20 is aangebracht.

Indien echter de mat zonder verdere maatregelen in een dergelijk op de omtrek van de grondlaag gevormd uitstekend stuk is aangebracht, wordt het doel te vermijden, dat de mat beweegt, of dat het hoekgedeelte gaat opkrullen, niet op bevredigende wijze bereikt. Bij 25 dergelijke matten wordt dikwijls een systeem toegepast, waarbij een mat gedurende een bepaalde tijd aan een gebruiker wordt verhuurd, de gebruikte mat wordt gewassen en door een olie-impregneringsbehande-ling en dergeüjke wordt geregenereerd, waarna de geregenereerde mat opnieuw aan een gebruiker wordt verhuurd. Wanneer deze kringloop van 30 gebruiken en regenereren vele malen is herhaald, gaat de mat krimpen en wordt het moeilijk, zo niet onmogelijk de omtreksafmeting van de mat in overeenstemming te houden met de afmeting van het uitstekende stuk van de grondlaag. Met het oog hierop heeft het de voorkeur, dat een tijdelijk verankeringsmeehanisme tussen de mat en de steunlaag wordt 35 opgesteld.

8 1 00 32 1 fc si -2- ' Als een dergelijk tijdelijk verankeringsmechanisme is tot dusver een zogenaamde magische tape toegepast, dat vil zeggen een combinatie van een veranke rings element dat op een basisweefsel ingeplante koppelstukken alsmede een vezelluselement omvat. Met een der-5 gelijk mechanisme kan men goede resultaten bereiken.,, vanneer zachte, materialen zoals vezelveefsels worden samengevoegd, waar indien deze tape wordt aangebracht op de bovengenoemde mat-onderlaagcombinatie, heeft dit verankeringsmechanisme geen bevredigende duurzaamheid en zal het nadat de mat enkele malen is bevestigd en losgemaakt, snel achter-10 uit gaan.

Het is een hoofddoel van de uitvinding te voorzien in een mat-onderlaagcombinatie, waarbij de voornoemde nadelen worden' overwonnen.

Aldus heeft de uitvinding betrekking op een mat-onderlaag-15 combinatie, omvattende een onderlaag, bestaande uit een' geheel uit een elastomeerpolymeer gevormd vel, een uitstekende lijst op de omtrek van het vel alsmede een op de binnenzijde van genoemd aan de omtrek uitstekend stuk gevormd mat-bevattend deel, een stofbestrijdende inat die in genoemd mafe-bevattend deel aanwezig is en een tijdelijk ver-20 ankeringsmechanisme, waarmee de basis en de mat op een' veelvoud van punten langs de omtreksrand van het vel losneembaar kunnen worden verankerd, waarbij een verankeringselement bestaande uit op een basis- -weefsel ingeplante koppelstukken aan genoemde onderlaag is vastgemaakt een vezelluselement, dat met de genoemde koppelstukken kan worden ver— 25 bonden, is op de genoemde mat genaaid, terwijl het omtreksdeel van het verankeringselement door smelten is gebonden aan het onderlaagvel en in het resterende deel van het verankeringselement de koppelstukken worden gelaten zoals zij zijn.

Figuur 1 is een doorsnede van een mat-ondersteunende on- 30 derlaag.

Figuur 2 is een doorsnede van een stofbestrijdende mat.

Figuur 3 is een gedeeltelijk perspectivisch aanzicht van een mat-onderlaagcombinatie in de toestand, waarbij een uiteinde van een mat is weggenomen.

35 De uitvinding zal nu in meer bijzonderheden worden be schreven.

In figuur 1 wordt een mat-dragende onderlaag aangegeven' 8 1 00 32 1 -3- die in de uitvinding wordt toegepast, welke onderlaag 1 een langwerpig of ovaal vel 2 alsmede een als lijst gevormde projectie 3 op de omtrek van het vel 2 omvat. Dit vel 2 en projectie of uitstekend stuk 3 zijn als een geheel gevormd uit een elastomeerpolymeer, terwijl een 5 concaaf leeg deel l·, waarin de stofbestrijdende mat wordt opgenomen, aan de .binnenkant van de projectie 3 is gevormd.

Voorbeelden van het elastomere polymeer zijn een zachte vinylchlorideharssamenstelling, gechloreerd polyetheèn, gechloreerd polypropeen, een etheen-propeenrubber, een etheen-propeen-dieenrubber, - 10 polyisobutyleen, butylrubber, polybutadieen, styreen-butadieenrubber, nitril-butadieenrubber en polyurethaan. Het van een elastomeerpolymeer gevormde vel dient smelt-lasbaar te zijn. Uit dit oogpunt heeft het de voorkeur, dat als elastomeerpolymeer een zachte vinylehloridehars wordt gebruikt.

15 Figuur 2 toont een stofbestrijdende mat in de mat-onder- laagcombinatie van de uitvinding, welke mat 5 een ondodaagweefsel 6, poulgarens 7, die zijn gevormd door vezels door het weefsel 6 te steken en de topeinden van de poulgarens 7 af te snijden, alsmede een paklaag 8 voor het vastmaken van de poulgarens 7 aan het weefsel 6 20 omvat. De poulgarens 7 kunnen gesponnen garens of multi-filament garens zijn, samengesteld uit katoenvezels, rayonvezèls, polyvinyl-alkoholvezels, acrylvezels en nylonvezels, en combinaties daarvan. Het onderlaagweefsel 6 kan een gebreid of geweven weefsel, niet-geweven weefsel of net samengesteld uit de voomoemde vezels, of een kunststof-25 net en dergelijke zijn. De paklaag 8 is gevormd door een synthetische rubberlatex, zoals een nitrile-butadieen rubberlatex te bekleden op de achterkant van het doorstoken basisweefsel en de beklede latex te drogen.

De poulgarens 7 van de stof-bestrijdende mat hebben als 30 funktie de stof, die aan de schoenzolen blijft kleven, te adsorberen door een schuivend contact met de schoenzolen en deze stof delen op de poulgarens J vast te houden. Om het stof opneem- en vasthoudend vermogen van de poulgarens 7 te verbeteren, kan een stofadsorberende vloeistof op de poulgarens 7 worden bekleed of de poulgarens 7 kunnen 35 met een dergelijke vloeistof worden geïmpregneerd. Voorbeelden van dergelijke stofadsorberende vloeistoffen zijn minerale oliën, syn-thetische oliën en plantenoliën , zoals vloeibare paraffine, spindelolie,' alkyl- 8100321 -4- £ <*· 'Tb benzeenolie, diesterolie en ricinusolie, alsmede waterige stofadsorberende middelen als beschreven in de Japanse octrooipublikaties 1019^/78 en 371*71/78.

In plaats van de bovengenoemde mat, waarin vezels zijn 5 gestoken kan men in de uitvinding tevens een mat toepassen,, die is gevormd door elektrostatische vezelvlokken op eeh basisweèfsel in te planten.

Volgens de uitvinding wordt een tijdelijk verankerings-mechanisme aangebracht, waarmede de onderlaag 1 en de mat 5 op een to aantal punten' op de omtreksrand van de mat 5 losneembaar aan elkaar worden bevestigd.

Zoals aangegeven in de figuren 1 en 3 omvat dit tijdelijke verankeringsmechanisme een verankeringselement 11,. dat hoekachtige of paddestoelachtige koppelstukken 10 ingeplant in een basis-15 weefsel 9, en een vezelluselement 12, dat met de koppelstukken 10 koppelbaar is,omvat. De combinatie van het verankeringselement 11.. en het vezellus element 12 staat bekend als magische tape ("magie tape") en wordt bijv. onder de handelsnaam Belclo Fastener in de handel gebracht. De koppelstukken 10 van het verankeringselement 11. .

20 zijn gevormd van nylon of polypropeen en zij worden op een onderlaag-weefsel van nylonweefsels of andere thermoplastische vezels ingeplant, terwijl de tegenover gestelde zijde van het onderlaagweefsel wordt bekleed met een hars, zoals polyurethaan, om het uitvallen van de koppelstukken te vermijden. Het vezellus element 12 wordt gevormd door veze-25 lige garens in lusachtige configuraties op een soortgelijk onderlaagweefsel in te planten.

In de uitvinding wordt dit lus element 12. vast gemaakt aan de achterkant van de mat 5 via steken 13, terwijl het verankeringselement 11 aan het velgedeelte 2 van de onderlaag 1 wordt vast gemaakt.

30 Hierbij wordt, zoals aangetoond in figuur 1 het omtreksgedeelte ik van het verankeringselement 11 door smelten gebonden aan het onderlaag-vel 2, terwijl de koppelstukken 11 in het achterblijvende centrale deel van het koppelelement 11 worden gelaten, zoals zij zijn.

Volgens de uitvinding kan door het smeltbinden van het 35 omtreksgedeelte van het verankeringselement 11 aan het onderlaagvel 2 een zeer hoge bindings sterkte (afpelsterkte) worden bereikt, en kan een gebonden structuur worden gevormd, die op dm duur bestendig is tegen bevestigen en losmaken, weersinvloeden en aanraking met water of 8100321 -5- heet water.

Aangezien het verankeringselement door smelten wordt gebonden aan het onderlaagvel 2, worden in het ómtreksgedeelte 1^· van het verankeringselement 11 de koppelstukken 10 naar het onderlaagvel 5 geperst. In het achterblijvende deel 15 van het verankeringselement 11 blijven de koppelstukken 10 echter zoals zij zijn en kan een noodzakelijke verankeringseffekt tussen deze verankeringsstukken IQ en het vezelluselement 11 worden bereikt.

Een belangrijke reden waarom een gebonden structuur met 10 uitstekende bestendigheid tussen de matonderlaag 1 en het verankeringselement wordt gevormd, is, dat het polymeer, dat het onderlaagvel vormt, door smelten wordt gebonden aan het onderlaagweefsel of de koppelstukken van het verankeringselement 11 of de pakking. Er wordt echter aangenomen, dat een andere belangrijke reden wordt gevonden 15 in het feit, dat het elastomere polymeer, waaruit het onderlaagvel is gevormd, in het onderlaagweefsel van het verankeringselement 11 bin-nendringfc, terwijl de koppelstukken 10 van het verankeringselement 11 binnendringen in het onderlaagvel 2 via het onderlaagweefsel van het verankeringselement 11, waardoor het mechanische koppel of ver-20 ankeringseffekt tussen het onderlaagvel 2 en het verankeringselement 11 wordt versterkt.

' De smeltbinding van het verankeringselement 11 aan de matonderlaag 1 kan gemakkelijk tot stand worden gebracht door het verankeringselement en de onderlaag op elkaar te stapelen en de com-25 binatie onder verhitting door een paar smeltlasstaven samen te persen. De verhittingstemperatuur kan in het gebied van het verwekingspunt van het polymeer, dat het onderlaagvel 2 vormt, tot het smelt- of verwekingspunt van het onderlaagweefsel van het verankeringselement liggen. Een voldoende druk wordt toegepast om de koppelstukken 10 van 30 het verankeringselement 11 te buigen of samen te persen, zoals bijv. 0,1-20 kg/cm2 (overdruk). De verhitting wordt bij voorkeur met hoog frequente middelen uitgevoerd.

Wanneer een polyurethaankleefstof tussen het door smelten aan elkaar te binden verankeringselement en de onderlaag wordt ge-35 plaatst, kan de kleefsterkte aan het grensvlak verder worden verbeterd. Indien de pakking van het verankeringselement is samengesteld uit polyurethaanhars, wordt door deze hars een verhoging van de kleefsterk- 8 1 00 32 1 -6- te tot stand gebracht.

Bij voorkeur wordt als polyurethaanhars een hars met eindstandige groepen geblokkeerd door een alkohol, fenol of amine toe-gepast, d.w.z. een warmtegevoelige kleverige polyurethaanhars.

5 In een-voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding worden het geblokte isocyanaat en een polyol, zoals polyetherpolyol en poly-esterpolyol, in een stoechiometrische verhouding gemengd, welk mengsel, waarin bij "voorkeur elk van de componenten een vastest of is, en welk mengsel tevens bij kamertemperatuur vast is, wordt in oplossing of in 10 gesmolten toestand bij een temperatuur niet hoger dan 95°C aangebracht op- de achterkant van het verankeringselement, het verankerings-element wordt op zodanige wijze op een voorafbepaalde plaats op het onderlaagvel aangebracht, dat het beklede.:oppervlak, in aanraking komt met het oppervlak van het onderlaagvel, waarna de combinatie van het 15 verankeringselement en het onderlaagvel wordt verhit op een temperatuur van 1T0-190°C onder een druk van 0,1-20 kg/crn^ (overdruk) door middel van hoog frequent verhitten, waarbij de dissociatie van het geblokte isocyanaat tot een vrij isocyanaat en daarna de reaktie tussen de gereactiveerde isocyanaatgroep met het tevens aanwezige polyol tot 20 de in situ vorming van een polyurethaanhars leidt en een verhoging van de kleefsterkte wordt bereikt.

Als voorbeeld wordt Collonate AP. (Nippon Polyurethane Industries, Co.), verkregen door reaktie van tolyleendiisocyaaaat en trimethylolpropaan, gevolgd door toevoeging van fenol om de achter-25 blijvende isocyanaatgroepen te blokkeren, gemengd met Placcel 220 · (Daicel Chem.Industries Co.), dat bestaat uit polyesterpolyol, gevormd door een ringopenende polymerisatie van caprolacton, in*een mengver-houding van 1:2 (gewicht), waarna aan dit mengsel 0,33 gev.% cobalt-octenoaat wordt toegevoegd en het geheel bij ongeveer 95°C wordt ge- ' 30 smolten. Deze gesmolten samenstelling wordt op de achterkant van het verankeringselement aangebracht in een bekle dings dikte van 0,1-0,8 mm. Dit beklede verankeringselement wordt zodanig op de voorafbepaalde plaats van de onderlaag neergelegd, dat het beklede oppervlak in aanraking is met de onderlaag en daarna door hoog frequent verhittings-35 middelen gedurende 5 seconden op ongeveer 185°C verhit bij een druk van 2 kg/cm (overdruk). Door deze procedure wordt het verahkerings-element volledig aan het onderlaagoppervlak gebonden en kan deze een 8100321 C' -T- o afpelsterkte van 20 kg/cm weerstaan.

Men kan het geblokte isocyanaat en het polyol op de achterkant van het verankeringselement in een oplossing van tetrahydro-furan of methylethylketon aanbrengen, waarna het oplosmiddel kan wor-5 den verdampt.

Andere bruikbare geblokte isocyanaten zijn U,4'-diiso-cyanaatdifenylmethaan, afgesloten door xylenolen of methylethylketon-oximen en trimethylolpropaan-tolyleendiisocyanaat-adduct afgesloten door 2, l*-di chloor fenol.

10 Bruikbare polyolen zijn Desmophen 650 (Bayer GmbH] en

Nippolaa k0Q9 of 4010 (Nippon Polyurethane Industries Co.) als poly-esteipolyolen, terwijl tevens Pluronic Polyol (Wyandotte Chem.Corp.] als polyetherpolyol kan worden toegepast. Deze polyolen dienen bij kamertemperatuur vast te zijn,zodat zij in alle jaargetijden bestendig 15 zijn.

In de mat-onderlaagcombinatie van de uitvinding wordt het omtreksgedeelte van het verankeringselement, dat uit oogpunt van mechanische sterkte of vermijding van omkrullen belangrijk is, door smelten gebonden aan het onderlaagvel in een daarin ingebedde toestand, 20 terwijl de koppelstukken van het centrale deel van het verankeringselement in hun oorspronkelijke toestand worden gelaten. Aldus heeft de mat-onderlaagcombinatie van de uitvinding het voordeel, dat de verankeringswerking gedurende lange perioden stabiel kan worden gehandhaafd, zelfs indien de bevestigings- en losmaakbehandeling vele 25 malen wordt herhaald.

8100321

Claims (3)

1. Mat-onderlaagcombinat ie, gekenmerkt door een onderlaag die een geheel uit elastomeer polymeer gevormd vel omvat, een als lijst gevormd uitstekend deel op de omtrek van het vel,alsmede een 5 op de binnenzijde van genoemd uitstekend deel gevormd mat-bevattend deel, een stofbestrijdende mat, die in het matbevattende deel aanwezig is alsmede een tijdelijk verankeringsmechanisme voor het op een veelvoud van punten langs de omtreksrand van het vel losneembaar aan elkaar verankeren van de onderlaag en cfe mat .-waarbij een verankerings-10 element dat op een basisweefsel ingeplante koppelstukken omvat, aan genoemde onderlaag is vastgemaakt, een vezelluselement, dat met de koppelstukken koppelbaar is op de mat is genaaid en het omtrèksge-deelte van het verankeringselement door smelten is gebonden aan het onderlaagvel, terwijl in het resterende deel van het. verankeringselè-15 ment de koppelstukken in hun oorspronkelijke toestand worden gelaten.

2. Combinatie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de smeltbinding wordt uitgevoerd bij een temperatuur die hoger is dan het verwekingspunt van het het basisvel vormende polymeer, maar lager dan het smelt- of verwekingspunt van het onderlaagweefsel van het 20 verankeringselement. 3» Combinatie volgens conclusie 1,. met het kenmerk, dat de smeltbinding wordt uitgevoerd via een polyurethaanharslaag, die tussen het onderlaagweefsel van het verankeringselement en het onderlaagvel is geplaatst.

25· Combinatie volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de polyurethaanhars in situ wordt gevormd door een met een alkohol, fenol of amine afgesloten isocyanaat te laten reageren met polyol. 8100321