NL8020379A - - Google Patents

Download PDF

Info

Publication number
NL8020379A
NL8020379A NL8020379A NL8020379A NL8020379A NL 8020379 A NL8020379 A NL 8020379A NL 8020379 A NL8020379 A NL 8020379A NL 8020379 A NL8020379 A NL 8020379A NL 8020379 A NL8020379 A NL 8020379A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
wheel
wheels
rail
housing
friction
Prior art date
Application number
NL8020379A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Variable Control Systems, Inc. Te Telford, Pennsylvanie, Ver. St. V. Am.
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Variable Control Systems, Inc. Te Telford, Pennsylvanie, Ver. St. V. Am. filed Critical Variable Control Systems, Inc. Te Telford, Pennsylvanie, Ver. St. V. Am.
Publication of NL8020379A publication Critical patent/NL8020379A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G1/00Storing articles, individually or in orderly arrangement, in warehouses or magazines
    • B65G1/02Storage devices
    • B65G1/04Storage devices mechanical
    • B65G1/06Storage devices mechanical with means for presenting articles for removal at predetermined position or level
    • B65G1/08Storage devices mechanical with means for presenting articles for removal at predetermined position or level the articles being fed by gravity

Description

N.0. 30.D03 -1- 80 2 03 7 9 «*
Snelheidsregelinrichting voor wagens.
Technisch gebied.
De uitvinding heeft betrekking op automatische remsystemen, meer in het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op 5 automatische remsystemen ten gebruike bij het regelen van de snelheid van laadborden, die bewegen langs geleidingen in een opslagreksysteem met doorstroming onder invloed van de zwaartekracht.
Achtergrond van de techniek.
10 Gedurende de laatste jaren wordt in toenemende mate in magazijnen gebruik gemaakt van zogenaamde opslagreksystemen met doorstroming onder invloed van de zwaartekracht. Bij dergelijke systemen zijn de erin gebrachte laadborden zo uitgevoerd, dat zij onder invloed van de zwaartekracht be-15 wegen naar beneden langs een hellende geleiding vanaf een hoger niveau naar een lager niveau. De laadborden worden in het rek gebracht op het hogere niveau en worden daaruit genomen op het lagere niveau. Hoewel opslagreksystemen met doorstroming onder invloed van de zwaartekracht belangrijke ver-20 beteringen hebben verschaft bij materiaaltransport, zijn zij niet zonder bepaalde nadelen, waarvan één de kosten ervan vormt. Bij systemen waarbij roltransporteurs worden toegepast is een groot aantal rollers vereist alsmede geschikte remmechanismen. Bij systemen waarbij laadborden worden ver-25 schaft met wielen die worden geleid op rails, zijn speciale remsystemen vereist voor de wielen.
Voorbeelden van roltransportsystemen, waarvan een aantal snelheidsregelsystemen bezitten, die daarmede zijn verbonden zijn beschreven in de volgende Amerikaanse octrooischriften: 30 4.119.190; 3.627.092; 4.044.876; 3.759.188; 4.054.195; en 3.269.502. Octrooischriften die speciale typen materialen beschrijven voor hetzij rolomtrekken of railbanen voor het regelen van de snelheid van de railwagens zijn beschreven in de Amerikaanse octrooischriften: 3.650.216; 3.651.911; en 35 3.952.839. Verschillende typen mechanische remsystemen ten gebruike bij het regelen van de snelheid van een wagen die langs een helling naar beneden beweegt, zijn beschreven in de uolgende Amerikaanse octrooischriften: 3.700.078; 3.576.242; 4.000,796; en 3.871.501. Nog verdere verschillende typen regel- Ö020379 ' -2- * inrichtingen voor de snelheid van een voertuig zijn beschreven in de Amerikaanse octrooischriften 4,023.501 en 3.915,094. Laadborden met lopers met in uitsparingen aangebrachte wielen zijn beschreven in de Amerikaanse octrooischriften 5 2.521,660 en 2.858.774. Bovendien is een laadbord met middelen die werkzaam zijn om automatisch een neergaande helling te detekteren en om een remwerking te veroorzaken beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 3.572.471 .
Hoewel vele van de bovengenoemde geoctrooieerde inrich-10 tingen bevredigend voor hun doeleinden kunnen werken, is er een voortdurende vraag naar een regelinrichting voor de wagen-snelheid, die goedkoop kan worden vervaardigd, betrekkelijk weinig onderhoud behoeft en betrouwbaar en veilig is in zijn werking.
15 flet het voorgaande in gedachte is een eerste doel van de uitvinding het verschaffen van een nieuwe regelinrichting voor de snelheid die goedkoop kan worden vervaardigd.
Een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een unieke regelinrichting voor de snelheid, die een minimum 20 aan bewegende delen bezit en die daardoor betrouwbaar in zijn werking is en betrekkelijk vrij van onderhoud.
Nog een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een verbeterde regelinrichting voor de snelheid, die de neiging heeft de snelheid van de wagen, waarbij hij wordt ge-25 bruikt, verder te verlagen in het geval van overmatige slijtage van de remblokken ervan.
Nog een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een verbeterd systeem voor het regelen van de snelheid van laadborden, die langs neergaande hellingen bewegen in een 30 opslagreksysteem met doorstroming onder invloed van de zwaar·? tekracht.
Nog een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een snelheidsregelkonstruktie voor een wagen, welke kon-struktie een nauwkeurige snelheidsregeling veroorzaakt in 35 hoofdzaak onafhankelijk van de last gedragen door het laad-;bord.
Een verder doel van de uitvinding is het verschaffen van een snelheidsregelinrichting, die kan worden aangebracht op de gebruikelijke laadborden voor het regelen van hun snelheid ;40 in opslagreksystemen met doorstroming onder invloed van de i zwaartekracht.
« -3- *
Omschrijving van de uitvinding.
Een snelheidsregelinrichting voor een wagen omvat een paar speciaal gevormde regelwielen, die voor gekombineerde rotatie'én axiale beweging in een wielhuis zijn aangebracht, 5 dat beweegbaar is ten opzichte van een langwerpige rail. Ten minste één en bij voorkeur beide wielen hebben taps toelopende roterende wigoppervlakken, die samenwerken met de rail en remoppervlakken die liggen tegenover blokken uit wrijvings-materiaal die zijn geplaatst binnen het huis op tegenover 10 liggende zijden van de wielen. Een belasting uitgeoefend tussen de rail en de,wielen dwingt de wielen axiaal naar buiten in samenwerking met het wrijvingsmateriaal om de rotatie van de wielen te vertragen en aldus de relatieve beweging te verlagen tussen de rail en het wielhuis.
15 Bij een bijzondere uitvoering omvat het wielhuis een kanaalvormige konstruktie geplaatst op de onderzijde van een laadbord, waarmede een paar van dergelijke speciale wiel- en wrijvingsbloksamenstellen achter elkaar daarin zijn aangebracht voor beweging op een rail. Het laadbord heeft een 2G ander wielhuis waarmede rollen zijn verbonden die kunnen bewegen op een evenwijdige rail* Tenminste één rail heeft een tevoren bepaalde breedte-afmeting langs het grootste deel van zijn lengte en bevestigd aan zijn ondereinde is-een-smaller wigorgaan dat dieper kan samenwerken tussen de regelwielen 25 om de naar buiten gerichte kracht op de wrijvingsblokken te verhogen en daardoor de beweging van het laadbord te stoppen.
Bij een andere specifieke uitvoering is op de onderzijde van het laadbord een paar rails aangebracht die kunnen bewegen langs een roltransporteur omvattende een wielhuis dat een 30 reeks rollen bezit die kunnen samenwerken met een van de :lopers en een ander wielhuis dat een aantal van de hierboven beschreven regelwiel·» en wrijvingsbloksamenstellen bezit. Bij deze uitvoering wordt de beweging van het laadbord gestopt ;door te veroorzaken dat hij in een deel van het wielhuis ;35 voortbeweegt waar de taps toelopende regeloppervlakken op verdere afstand van elkaar liggen, zodat het mogelijk is dat de rail\dieper samenwerkt tussen de regelwielen.
Een aantal variaties van de bovengenoemde uitvoeringen is ook beschreven.
* ' -4-
Korte beschrijving van de tekeningen»
De voorgaande en andere doeleinden, kenmerken en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de volgende beschrijving, samen met de hierbij behorende tekeningen, 5 waarin:
Fig. 1 een zijaanzicht is op kleiner schaal van een op-slagreksysteem met doorstroming onder invloed van de zwaartekracht volgens de uitvinding;
Fig. 2 op groterschaal een doorsnede is over de lijn 10 2 - 2 in fig. 1;
Fig. 3 een doorsnede is over de lijn 3 - 3 in fig. 2;
Fig, 3a is een detail in doorsnede over de lijn 3a - 3a in fig. 3;
Fig. 4 is een belangrijk grotere doorsnede van de snel-15 heidsregelinrichting aangebracht aan het rechter einde van het laadbord, weergegeven in fig. 2;
Fig. 5 is een aanzicht overeenkomstig fig. 2, maar toont een roltransportsysteem voor het transporteren van een laadbord dat een paar rails bezit; 20 Fig. 6 is een doorsnede over de lijn 6 - 6 in fig. 5 en toont in getrokken lijnen de stand van een laadbord dat naar links beweegt op een wat de snelheid betreft geregeld deel van de roltransporteur en toont met gebroken lijnen de stand van het laadbord, nadat het is voortbewogen op een snelheid-25 reducerend deel van de transporteur;
Fig. 7 is een doorsnede over de lijn 7 - 7 in fig. 6 om de verschillende snelheidszones van de roltransporteur te illustreren;
Fig. B is een zijaanzicht van een laadbord, geplaatst 30 op een rail en uitgevoerd voor het variëren van de snelheid van het laadbord als dit voortbeweegt;
Fig. 9 is een doorsnede over lijn 9 - 9 in fig. 8 voor :het tonen van de verschillende breedten van de rail weerge-igeven in fig. 8; 35 Fig. 10 toont op groter schaal een doorsnede over de lijn 10 - 10 in fig. 8;
Fig. 11 toont op groter schaal een doorsnede overeenkomstig fig, 10, maar over de lijn 11 - 11 in fig, 8;
Fig. 12 toont een doorsnede overeenkomstig fig. 10, maar 40 geeft een andere uitvoering ' van de uitvinding weer; en §020378 *»ι 4 -5-
Fig. 13 toont een detail in doorsnede en.geeft een andere uitvoering van de uitvinding weer.
De beste wijze voor het uitvoeren van de uitvinding.
Zoals blijkt uit de tekening geeft fig, 1 een opslagrek-5 systeem weer met doorstroming onder invloed van de zwaarte? kracht, waarbij de onderhavige uitvinding in het bijzonder kan worden toegepast. Zoals het beste daarin blijkt omvat het reksysteem een opstaand opslagrek 10 met een reeks staanders 11, waarop op verschillende vertikale niveaus ondersteunings-10 organen 12 zijn bevestigd, waaraan een paar evenwijdige rails 13a-13b is bevestigd. De rails 13a en 13b zijn in het rek 10 aangebracht onder een helling met een tevoren bepaalde hel-lingshoek, gewoonlijk liggende in een gebied van 2 tot 4 cm per meter helling. Een laadbord 15, dat een last draagt, zo-15 als dozen voedingsmiddelen 16, wordt normaal op de rails 13a-13b geplaatst aan het linker of hogere einde en loopt onder invloed van de zwaartekracht naar rechts naar het onderste einde, waar het geladen laadbord wordt weggenomen door gebruikelijke middelen, zoals een vorkheftruck of oppakkraan, 20 Als tot dusverre beschreven is het dpslagreksysteem met doorstroming onder invloed van de zwaartekracht gebruikelijk.
Als hierboven aangegeven is een van de meest moeilijke problemen, dat optreedt bij opslagsystemen met doorstroming onder invloed van de zwaartekracht het probleem van het rege-25 -Isn uan de snelheid van het belaste laadbord als dit naar beneden beweegt langs de hellende rails en om het laadbord te stoppen als dit de ondereinden van de rails bereikt. Het laadbord moet gestopt worden op een voldoend rustige wijze om te voorkomen dat de last, die daardoor wordt gedragen naar vo-30 ren valt in het looppad voor het rek. Het zal daarom duidelijk zijn, dat de snelheid van het laadbord positief moet worden geregeld om te voorkomen, dat dit een te groot traagheids-moment verkrijgt als het langs de rails naar beneden beweegt; anders wordt het stopprobleem nog versterkt, 35 Volgens de onderhavige uitvinding is het laadbord 15 | voorzien van speciaal uitgevoerde snelheidsregelorganen, die de snelheid van het laadbord 15 regelen en de beweging ervan stopt als het laadbord 15 de voorzijde van het rek bereikt. •Hiertoe omvat het laadbord 15 een dek 16 en een paar wiel-Ϊ40 huizen 17 en 18, die zijn bevestigd op de onderzijde van het 1020371 % -6- dek, zodat zij liggen over de rails respektievelijk 13b en 13a. Zoals het duidelijkst is weergegeven in fig. 3 is elk wielhuis, zoals het rechterhuis 17 verlengd langs de lengte van de rail 13b, en strekt zich uit vanaf de voorzijde naar 5 de achterzijde van het dek 16, De wielhuizen 17 en 18 zijn bij voorkeur van gelijke konstruktie en hebben elk een kanaalvormige dwarsdoorsnede, waarbij het huis 18 een bevestigings-flens 20 bezit, die is bevestigd op het dek 16 en een paar flenzen 21 en 22, die neerhangen vanaf de bevestigingsflens 10 20. Het wielhuis 1.7 heeft een bevestigingsf lens 23 en over eenkomstige neerhangende flenzen 24 en 25. Hoewel een dek 16 uit een enkele houtdikte is weergegeven, zal duidelijk zijn dat het dek 16 kan worden uitgevoerd in verschillende materialen en konstrukties, ook omvattende een laadbord van de 15 gebruikelijke uitvoering.
Een van de wielhuizen, zoals het linker huis 18, neemt roterend een paar rollen 27 op, die kunnen roteren om assen 28, die zich in dwarsrichting uitstrekken door de flenzen ! . 21 en 22 van het wielhuis. Bij voorkeur is een anti-wrijvings- '2Q leger, zoals een rol of kogelleger, geplaatst tussen het wiel en de as 28, De as 28 is verwijderbaar aangebracht op de flenzen 21 en 22 door middel van kragen, splitpennen, van een veerclip voorziene bevestigingsorganen, of dergelijke, .. die samenwerken met de buitenzijde van de wielhuisflenzen 25 i respektievelijk 21 en 22. De wielhuisflenzen 21 en 22 hangen bij voorkeur naar beneden onder de lage omtrek van de rol 27 en strekken zich naar beneden enigszins onder de top van de rail 13a uit beide om ontsporen van het laadbord 16 te voorkomen en om de rol 27 op afstand te houden vanaf een onder-30 steuningsoppervlak om te voorkomen dat het laadbord op het ondersteuningsoppervlak rolt als het uit het rek 10 wordt genomen.
Het rechter wielhuis 17 bezit tenminste een en bij voor-: keur een paar wielsamenstellen W1 en UI2, die samenwerken met 35 de rail 13b om de snelheid van het laadbord 15 te regelen.
! Bij de uitvoering weergegeven in de fig, 2 tot 4 omvat elk wielsamenstel, zoals het voorwielsamenstel W1» een paar regelwielen 33 en 34, waarvan elk een speciale vorm heeft : bedoeld om samen te werken met de rail 13b om de gewenste 4Q ; snelheidsregelfunktie op een te beschrijven wijze uit te 8020379 Λ -7- voeren. Bij voorkeur zijn de wielen 33-en 34 aangebracht in -het huis en kunnen roteren om een"gemeenschappelijke hartlijn verschaft door een as 35, die zich uitstrekt door de flenzen 24 en 25 van het huis en die op zijn plaats is bevestigd door 5 middelen die schouders verschaffen op de buitenzijden van de flenzen 24 en 25, zoals de kragen 38 en 39. De wielen 33 en 34 zijn gekombineerd roterend en axiaal bewegend aangebracht om de as 35 door middel van antiuirijvingskogel- of rollegers respektievelijk 40 en 41. Bij voorkeur is de as 35 uit staal 10 en bezitten de legers 40 en 41 binnenste en buitenste loopvlakken waarbij het binnenste loopvlak glijdend samenwerkt met de as 35 om een axiale beweging tussen de wielen en de as 35 te verschaffen. Als een geharde as wordt gebruikt kan het binnenloopvlak vervallen.
-] 5 Elk regelwiel, zoals het linker wiel 33, bezit een taps toelopend roterend wigoppervlak 33a en een ringvormig rem-oppervlak 33b, dat axiaal op afstand ligt van het roterende ' wigoppervlak 33a. Het rechter wiel 34 heeft overeenkomstige oppervlakken respektievelijk 34a en 34b, De wielen 33 en 34 20 zijn op de as 35 geplaatst met hun taps toelopende oppervlakken 33a en 34a tegenover elkaar en met hun remoppervlakken 33b en 34b, liggende tegenover de binnenzijden van de flenzen respektievelijk 25 en 24 van het wielhuis. Het deze kon-struktie veroorzaken vertikale belastingen gericht op de 25 wijze als weergegeven door de pijlen in fig. 4 dat de wielen 33 en 34 zich axiaal spreiden op de wijze als aangegeven met de pijlen.
Om de rotatie van de wielen 33 en 34 te vertragen en dus de snelheid van het laadbord 15 te regelen wordt een wrij-30 vingsblok gedragen door het wielhuis 17 en is geplaatst in de axiale bewegingsbaan van de wielen 33 en 34 als zij spreiden. Bij de weergegeven uitvoering omvat het wrijvings-blok tenminste één en bij voorkeur een paar blokken 50 en 51 die verwijderbaar zijn aangebracht in de flens 24 van het 35 wielhuis in een vertikale lijn op diametrale plaatsen ten opzichte van de as 35. Overeenkomstige blokken 52 en 53 zijn aangebracht op dezelfde wijze op de flens 25 van het andere : wielhuis. In de weergegeven uitvoering wordt elk wrijvings-blok, zoals het wrijvingsblok 50, verschaft door middel van een gesleufde bout met ronde kop, die is vervaardigd uit 8020371
D:-:07'7i.C
-8- weinig kostbaar en lang houdbaar polymeer materiaal zoals nylon. Het blok 50 is op zijn plaats bevestigd door een moer 50' om een gemakkelijk verwijderen en vervangen ervan mogelijk te maken in het geval van overmatige slijtage. De ge-5 sleufde kop van de bout 50 ligt tegenover het remoppervlak 34b van het regelwiel en werkt daarmee samen voor het verschaffen van een zelfreinigende funktie.
Bij de weergegeven uitvoering liggen de wrijvingsblokken 50-53 radiaal naar buiten op afstand vanaf de rotatiehartlijn 10 van de regelwielen 33 en 34 en wel over een tevoren bepaalde afstand die overeenkomt met een gewenste snelheid voor een gegeven helling. Bij voorkeur bezit echter elk van de flenzen van het wielhuis een reeks verdere bevestigingsgaten, zoals de gaten 50a en 51a in de rechter flens 24, om de plaatsen 15 tyan de blokken 50 en 51 te kunnen verwisselen in het geval dat een andere uitvoeringssnelheid voor het laadbord 15 gewenst is. Als hierna beschreven wordt door het toenemen van de radiale afstand tussen de blokken de snelheid van het laadbord verlaagd, terwijl het afnemen van de onderlinge afstand 20 de snelheid van het laadbord verhoogt.
Weer verwijzende naar fig. 4 is het duidelijk dat de rail 13b een bovenoppervlak of top 13c bezit van een tevoren bepaalde breedte-afmeting met randoppervlakken 13d en 13e die normaal zijn uitgevoerd voor samenwerking met de taps 25 toelopende roterende wigoppervlakken 33a en 34a van de regelwielen 33 en 34 op de plaatsen aangegeven bij L^, die radiaal naar buiten op afstand liggen vanaf de rotatiehartlijn A van de wielen 33 en 34 over een tevoren bepaalde radiale afstand. Bij deze uitvoering veroorzaakt een naar beneden gerichte 30 last op het wielhuis 17 dat de railranden 13d en 13e de wieden 33 en 34 axiaal naar buiten spreiden in de richting aangegeven door de pijlen en veroorzaakt dat hun remoppervlakken 33b en 34b in samenwerking komen met de wrijvingsblokken 51-53 met een tevoren bepaalde naar buiten gerichte druk die in 35 relatie staat met de naar beneden gerichte last. Als de wielen 33 en 34 rollen veroorzaakt deze naar buiten gerichte druk tussen de remoppervlakken en de wrijvingsblokken wrij-vingskrachten die in een richting tegengesteld aan de rotatie van de wielen 33 en 34 werken als het laadbord naar beneden 40 voortbeweegt op de rails 13a en 13b.
8 02 0 3 7'I
-9-
Uit theoretisch standpunt wordt gemeend dat de reaktie-krachten tussen de railranden, zoals de rand 13d en het taps toelopende roterende wigoppervlak 34a van het wiel 34 naar boven werken via plaatsen in een zodanige richting, dat 5 een vertikale komponent aanwezig is, die groot is ten opzichte van zijn horizontale komponent. De horizontale komponent wordt natuurlijk tegengewerkt door de wrijvingsblokken 50 en 51 en de huisflens 24. De huisflenzen 24 en 25 zijn versterkt als gevolg van de onderlinge samenwerking van de askragen 38 10 en 39 met de buitenzijden van beide huisflenzen 24 en 25, waardoor de as 35 een deel van de naar buiten gerichte belasting als spanning opneemt. Als dus de regelwielen 33 en 34 op een rail rollen die een betrekkelijk breed topdeel bezit zijn de vertragende wrijvingskrachten minimaal voor een 15 gegeven belasting en wrijvingsblokmateriaal en plaats.
Buiten het verschaffen van middelen voor het regelen van het moment van het laadbord 15 verschaft de onderhavige uitvinding middelen voorset rustig - stoppen van het laadbord 15 als dit het ontlaadstation bereikt. In dit geval 20 wordt beweging van het laadbord 15 gestopt door te veroorzaken dat de naar buiten gerichte druk van de wielen 33 en 34 tegen hun betreffende wrijvingsblokken toeneemt aan het ondereinde van de rail 13b. Hiertoe is aan wig 60 aangebracht op de rail 13b aan het ondereinde daarvan om de regelwielen 25 33 en 34 uit elkaar te drukken als zij daarmee samenwerken. Zoals het duidelijkst is te zien in de fig. 3a en 4 is de wig 60 stationair boven op de rail 13b aangebracht centraal ten opzichte daarvan en bezit hij een langwerpig werkdeel 60a en een taps toelopend inloopdeel 60b, dat naar binnen loopt 30 en naar beneden naar de top 13c van de rail 13b in de richting naar de voorzijde van het laadbord 15. Het werkdeel 60a van de wig 60 bezit een breedte-afmeting die kleiner is dan de breedte-afmeting tussen de railranden 13d en 13e en hij heeft een hoogte die voldoende is om de randen 13d en 13e enigszins 35 vanaf de wielen 34 en 33 te scheiden op de plaatsen als de wig 60 samenwerkt met de wielen 33 en 34 op de plaatsen l_2 op de wijze als weergegeven in fig. 4. De punten van samenwerking L_2 tussen de wig 60 en de taps toelopende roterende wigopper-vlakken 33a en 34a zijn dichter bij de rotatiehartlijn A van 40 de wielen 33 en 34 aanwezig dan de punten van samenwerking L^.
-10-
Als resultaat wordt, als de wig 60 samenwerkt met de wielen 33 en 34 op de wijze als weergegeven in fig. 4, de naar beneden gerichte belasting uitgeoefend door de wielen 33 en 34 op de rail 13b, overgebracht vanaf de punten van samen-5 werking naar de punten van samenwerking L^· Dit veroorzaakt dat de reaktiekrachten tussen de wig 60 en de wielen 33 en 34 op de punten van samenwerking een grotere horizontale komponent bezitten en deze grotere horizontale komponent verhoogt de druk tussen de remoppervlakken van het regelwiel 10 en hun overeenkomstige wrijvingsblokken. De wrijvingskrachten die dus de neiging hebben de rotatie van de wielen 33 en 34 te vertragen nemen belangrijk toe en deze wrijvingskrachten stoppen de naar beneden gerichte beweging van het laadbord 15. In de uitvoering weergegeven in de fig. 1 tot 4 werkt 15 slechts het voorwielsamenstel liJ1 in werkelijkheid samen met de wig 60 om het laadbord 15 te stoppen. Het achterwielsamen-stel U2, bij voorkeur gelijk aan het voorwielsamenstel U/1, werkt in het bijzonder voor het verschaffen van de gewenste snelheidsregeling voor het laadbord 15. Gedurende het remmen 20 neemt de spanning in de as 35 toe en wordt de neiging van de huisflenzen 24 en 25 om naar buiten te buigen beperkt als gevolg van de naar buiten gerichte druk uitgeoefend daarop door de regelwielen 33 en 34.
De taps toelopende roterende wigoppervlakken 33a en 34a 25 van de regelwielen 33 en 34 zijn beschreven als zijnde taps toelopend. Als hierin toegepast omvat de uitdrukking taps toelopend een recht of gebogen oppervlak dat zich zowel radiaal als axiaal naar buiten uitstrekt ten opzichte van de rotatie-hartlijn A van de wielen 33 en 34. Bij voorkeur is elk opper-30 vlak, zoals het taps toelopende roterende wigoppervlak 34a convex, zodat het wiel 34 een in hoofdzaak half-bolvormige vorm bezit; de wielen 33 en 34 kunnen echter afgeknot kegelvormige oppervlakken 33c en 34c bezitten om de totale breedte ;van het samenstel, zoals weergegeven in fig. 4, te reduceren.
35 Om een geleidelijk stoppen van het laadbord 15 te veroorzaken is het taps toelopende roterende wigoppervlak 34a bij voorkeur gebogen ten minste tussen de punten en l_2 uan wiel en bij voorkeur strekt de kromming zich over een kleine afstand radiaal en axiaal daar uit. Als gevolg veroorzaakt het gebogen 40 wieloppervlak 34a tussen de punten en 1_£ een goede samen- 8020371 -11- werking tussen de wielen 33 en 34 en het voorste deel BOb van de wig 60 als de wielen voortbewegen om de gewenste overdracht van belasting vanaf de railranden 13d en 13e met het werkende deel 60a van de wig 60 te veroorzaken. Met de uitvoering weer-5 gegeven in fig. 4 heeft het taps toelopende roterende wigopper-vlak 34a een konstante kromtestraal over zijn gehele oppervlak. Als voorbeeld en niet als beperking is gebleken dat een laadbord en railsamenstel gekonstrueerd als weergegeven in de fio. 1 tot 4 een in lp,ofdzaak konstante snelheid van ongeveer 3 verschaft 10 7,6 m per minuut*·als het naar beneden over de rails beweegt die een helling hebben van 3 cm per meter. Proeven hebben aangetoond dat de snelheid niet in belangrijke mate varieert als de belasting van het laadbord ligt tussen zijn eigen gewicht tot ongeveer 1134 kg. Bij de proefuitvoering werden de wrij-:15 vingsblokken 50-53 verschaft door nylon bouten die radiaal op afstand naar buiten lagen vanaf de rotatiehartlijn A van ongeveer 1,9 cm. De kromtestraal van elk taps toelopend roterend wigoppervlak was 2,56 cm. De wielen zijn vervaardigd uit staal. Terwijl nylon of staal een koëfficient van de dynamische 20 wrijving geeft van ongeveer .25-.35 zal duidelijk zijn dat verschillende andere typen materialen kunnen worden gebruikt voor het verschaffen van de gewenste mate van wrijving. Bijvoorbeeld kunnen andere typen polymeer materiaal zoals UHMliJ polyethyleen ervoor in de plaats worden gesteld. Als een 25 lagere snelheid gewenst is voor het laadbord 15 bij een gegeven belasting kunnen de wrijvingsblokken 50 en 51 radiaal verder naar buiten in de gaten 50a en 51a worden aangebracht. Opgemerkt wordt, dat de flenzen 24 en 25 van het wielhuis bij deze uitvoering ook naar beneden zijn gericht tot onder 30 de onderste omtrekken van de wielen 33 en 34 op dezelfde wijze als de flenzen in het linker wielhuis 1B om de wielen 33 en 34 op afstand te brengen vanaf een ondersteuningsvlak.
, om ongewenst rollen te voorkomen.
: Als tot dusverre beschreven zijn de wielhuizen 17 .en 18 :35 aangebracht op het laadbord 15 en de rails 13a en 13b zijn stationair aangebracht. Bij een andere uitvoering, weerge- geven in de fig. 5 tot 7, wordt een overeenkomstige snelheids-regeling en stopwerking verkregen met een iets kostbaarder konstruktie door de rails op het laadbord aan te brengen en 40 de wielhuizen stationair aan te brengen. Voor dit doel bezit 802037© Λ ' -12- het laadbord een dek 116 waarop langs zijn onderzijde op onderlinge evenwijdige afstand een paar naar beneden gerichte rails 113a en 113b zijn aangebracht. Een paar wielhuizen 1.18 en 119 is op afstand van de ondersteuningsorganen 112a en 112b aange-5 bracht in hellende stand op de wijze overeenkomstig de rails 13a en 13b in de inrichting 10 weergegeven in fig. 1. Bij deze uitvoering bezit het linker wielhuis 118 een reeks rollen 127 die op onderlinge afstand liggen over de lengte op een wijze overeenkomstig de wijze waarop de rollen 27 zijn aan-10 gebracht bij' de uitvoering volgens de fig. 2 tot 4. Het re.chter wielhuis 119 bezit een aantal regelwielsamenstellen kil —U/4 op onderlinge afstand langs in hoofdzaak de gehele lengte ervan. De konstruktie van het wielsamenstel W1 en de ermee samenwerkende wrijvingsblokken en dergelijke zijn in 15 hoofdzaak dezelfde als de konstruktie van de overeenkomstige wielsamenstellen en wrijvingsblokken, weergegeven bij de uitvoering volgens de fig. 1 tot 4. Als resultaat bewegen de wielen 133, 134 naar buiten tegen hun ermee samenwerkende wrijvingsblokken 150-153 om het laadbord af te remmen door 20 de rotatie van de wielen 133 en 134 te vertragen.
Om de voorwaartse beweging van het laadbord 116 te stoppen is het wielhuis 119 voorzien van een vergroot deel .119’, dat een reeks wielsamenstellen U/5— Ui8 bezit, die op onderlinge afstand liggen. In dit deel is de onderlinge afstand tussen 25 de tegenover elkaar liggende taps toelopende oppervlakken van de wielen 133 en 134 in elk wielsamenstel groter dan de overeenkomstige onderlinge afstand tussen de wielen in de wielsamenstellen Iil1-lii4. Als gevolg hiervan kan als het laadbord 116 beweegt in de richting aangegeven door de pijl in fig. 6 30 en de zorïe 119’’binnentreedt zijn rail 13b dieper in samen-werkin^^tissen de taps toelopende roterende wigoppervlakken van de wielen 133 en 134 om de wielen 133 en 134 axiaal naar buiten te drukken met toenemende druk om daardoor de weerstand van de wielen tegen rollen te verhogen en aldus de voorwaartse 35 beweging van het laadbord 116 te stoppen. Opgemerkt wordt dat de beweging van het laadbord 116 in tegengestelde richting, zoals vanaf het deel 119’ naar het deel 119 tot gevolg heeft, dat de rail 113b in samenwerking komt tussen de wielen 133 en 134 met een geringere diepte en dit heeft op zijn beurt het 40 effekt van het versnellen van het laadbord. Opgemerkt wordt, 802 0 3 7 § -13- dat in deze uitvoering als in de hierboven beschreven uitvoering de flenzen van het wielhuis zich naar boven uitstrekken langs de bodems van de rails om het ontsporen van het laadbord 116 te voorkomen.
5 De onderhavige uitvinding is i n het bijzonder geschikt voor toepassing bij het variëren van de snelheid van een wagen als deze langs een rail voortbeweegt. Hiertoe, zoals het duidelijkst te zien is in de fig. 8 tot 11, bezit een wagen 216, zoals een laadbord, een wielhuis 217 met wielsamenstellen ÜJ1 1G en ÜJ2, die zijn gekonstrueerd op een wijze als weergegeven in fig. 4. De wielsamenstellen UJ1 en hJ2 werken samen met een rail 213 met een deel S1 (fig. 10) met een tevoren bepaalde breedte-afmeting en een ander deel 52 met een andere kleinere breedte-afmeting. Een taps overgangsdeel 53 is aangebracht tussen de 15 delen 51 en S2. Zoals het duidelijkst te zien is in fig. 10 werkt de rail 213 tussen de regelwielen 233 en 234 op een plaats betrekkelijk dicht bij hun buitenomtrekken, zodat een geregelde mate van wrijving wordt gevormd tussen de wielen en hun daarmee samenwerkende wrijvingsblokken, als bovenbe-20 schreven. Als weergegeven in fig. 11 werkt het haandeel S2 in tussen de regelwielen 233 en 234 op een plaats dichter bij hun rotatiehartlijn, en dit heeft het effekt dat de naar buiten gerichte kracht wordt verhoogd,die wordt uitgeoefend door de wielen 233 en 234 tegen hun betreffende wrijvings-25 blokken. Als gevolg hiervan wordt, als de wielen 233 en 234 met het raildeel 52 samenwerken de snelheid van het laadbord 216 verlaagd en afhankelijk van zijn snelheid waarmee hij treedt in het deel 52, alsmede van de lengte van het deel S2 kan het laadbord 216 tot een volledig stoppen worden gebracht.
30:Afhankelijk zowel van de breedte van het deel S2 en zijn lengte kan het laadbord 216 enigszins worden vertraagd en weer worden versneld als de wielen 233 en 234 van het wielsamenstel U2 aankomen op het bredere raildeel S4.
Een andere versie van de uitvoering weergegeven in de fig. 35 2 tot 4 is weergegeven in fig. 12. In tegenstelling tot de uitvoering volgens fig. 4, waar een paar regelwielen 33 en 34 roteerbaar om een gemeenschappelijke hartlijn zijn aangebracht, is bij de uitvoering volgens fig. 12 slechts een enkel regel-wiel 333 roteerbaar om een hartlijn 335 aangebracht in een 40 wielhuis 317. Een paar wrijvingsblokken 353 zijn in het huis 1020379 -14- 317 aangebracht op een wijze overeenkomstig de hierboven be·? schreven wrijvingsblokken. Bij deze uitvoering is echter een rol 334 aangebracht in het wielhuis 317, welke rol kan roteren om een vertikale hartlijn die enigszins is verplaatst ten op-5 zichte van de as 335, De rol 334 werkt voor het verschaffen van een reaktiekracht die naar rechts werkt tegengesteld aan de naar links werkende kracht uitgeoefend door het regelwiel 333 aan het huis 317, Aan de andere kant werkt het regelwiel 333 samen met de ermee verbonden wrijvingsblokken 353 om be-10 weging van het wielhuis 317 langs de rail 313 op de wijze als bovenbeschreven te vertragen. Een kraag 330 is centraal om de as 335 aangebracht om plaatsing van het regelwiel 333 aan een'zijde van de rail 313 te verzekeren als het wielhuis 317 en het dek 316, waarop het is bevestigd, aanvankelijk 15 wordt geplaatst op de rail 313,
De uitvoering weergegeven in fig. 4 kan op nog een andere wijze worden gemodificeerd door het aanbrengen van de regel-wielen 33 en 34 roteerbaar om verschillende evenwijdige assen. Zoals het best blijkt uit fig, 13 is een regelwiel 433 roteer-20 baar en axiaal beweegbaar aangebracht om een as 435a en een ander regelwiel 434 is met dezelfde bewegingsmogelijkheid aangebracht om een as 435b, die nabij de as 435a is geplaatst.
Een kraag 430a is centraal aangebracht op de as 435a en een kraag 430b is ook op overeenkomstige wijze aangebracht op de 25 as 435b om de regelwielen 433 en 434 te houden op tegenover-elkaar liggende zijden van de hartlijn van de rail 413 waarmede de wielen 433 en 434 samenwerken. Wrijvingsblokken 452 en 454 zijn aangebracht in de flenzen van het wielhuis 417 om de remkracht van de wielen 433 en 434 op te nemen op de 3q wijze als hierboven beschreven aan de hand van rail 413.
Met het oog op het voorgaande zal het duidelijk zijn dat de onderhavige uitvinding nu een betrekkelijk eenvoudige inrichting verschaft die automatisch de snelheid van een laad-bord regelt, dat beweegt langs een geleiding in een opslag-35 reksysteem met doorstroming onder invloed van de zwaartekracht. De snelheidsregelinrichting heeft een minimum aan bewegende delen en is daarom betrouwbaar wat betreft zijn werking en vereist betrekkelijk weinig onderhoud. Bovendien kan elk onderhoud dat vereist kan zijn bij de uitvoering weergegeven in de 4Q fig. 1 tot 4 en 12 to^ 13 buiten het magazijn worden uitgevoerd 8020379 -15- waarin het systeem is geïnstalleerd en dit is van bijzonder voordeel als het onder invloed van de zwaartekracht werkende systeem een vriesinrichting is. Bovendien, in het geval van overmatige slijtage van de wrijvingsblokken, kunnen de regel-5 wielen verder glijden in een axiale richting en het mogelijk maken dat de rail dieper in samenwerking komt met het taps toelopende roterende wigoppervlak van de wielen. Dit zal de uitwendige druk verhogen en dus de wrijving eh'hierdoor wordt de snelheid van het laadbord automatisch verlaagd. Weglopende 10 laadborden als gevolg van het falen van het remmen worden vermeden.
Een ander voordeel van de uitvinding ligt in de mogelijkheid van het toepassen van standaardopslagrekken als onder ·-invloed van de zwaartekracht werkende rekken. Dit is omdat hij 15 eenvoudig kan worden omgezet door het installeren van hellende rails en het gebruik maken van laadborden, die de speciaal uitgevoerde regelwielen bezitten. Als gevolg hiervan kan omzetting van statische opslagrekken tot dynamische of doorstroomrekken jaren later worden uitgevoerd, wat de eigenaar van het magazijn 20 een grotere flexibiliteit verschaft.
Hoewel verschillende uitvoeringen van de uitvinding in detail zijn beschreven kunnen bepaalde modifikaties, wijzigingen en veranderingen worden uitgevoerd zonder het idee in het kader van de onderhavige uitvinding als aangegeven in de 25 hierna volgende conclusies te verlaten. Bijvoorbeeld kunnen de wrijvingsblokken worden aangebracht op de regelwielen en de remoppervlakken kunnen worden aangebracht op de flenzen van de wielhuizen. Afhankelijk van de gewenste snelheidsregeling, laadbordbelastingen, helling, enz. kunnen beide wielhuizen 30 worden voorzien van speciaal uitgevoerde regelwielsamenstellen.
i'8020378...

Claims (42)

1. Snelheidsregelinrichting voor een magen (16) omvattende: middelen die een wielhuis (17) omvatten, 5 tenminste een regelwiel (34) geplaatst in genoemd huis (17). middelen (35) voor het roteerbaar en axiaal beweegbaar om een as (A) aanbrengen van het regelwiel, welk regelwiel (34) een binnenste taps toelopend roterend 10 wigoppervlak (34a) bezit, dat radiaal en axiaal naar buiten vanaf genoemde as taps toeloopt en een remoppervlak (34b) bezit axiaal op afstand van genoemd wigoppervlak, wrijvingsmiddelen (50,51) op genoemd huis voor het glijdend samenwerken van het remoppervlak als het roteert en voor 15 samenwerking daarmede voor het uitoefenen van wrijving op genoemd regelwiel, railmiddelen (13b) die samenwerken met genoemd taps toelopend roterend wigoppervlak om het remoppervlak van genoemd ene wiel axiaal naar buiten te drukken tegen de genoemde wrij-20 vingsmiddelen als gevolg van een belasting, en tenminste een reactiewiel (33) gedragen door het huis voor het roteerbaar uitoefenen op het huis van een reactie-kracht tegengesteld in richting tot de naar buiten gerichte axiale kracht uitgeoefend door genoemd regelwiel (34), 25 waarbij de snelheid van de wagen wordt geregeld doordat de wrijvingsmiddelen de rotatie van het wiel (34) vertragen.
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij genoemd reactiewiel (33) van gelijke konstruktie is als het regelwiel (34), en beide wielen roterend beweegbaar om een gemeenschap- 30 pelijke as (A) zijn aangebracht.
3. Inrichting volgens conclusie 2, waarbij het reactiewiel (33) een taps toelopend roterend wigoppervlak en remoppervlak (33a) bezit, zoals het regelwiel (34a) en ook axiaal beweegbaar om genoemde gemeenschappelijke as (A) is aangebracht 35 en dezelfde wrijvingsmiddelen (52,53) bezit, die worden gedragen door het huis aan de zijde tegenover de eerstgenoemde wrijvingsmiddelen voor glijdende samenwerking met het remoppervlak (33b) van genoemd reactiewiel als dit roteert.
4. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij genoemde rail-40 organen (13b) een tevoren bepaalde breedte-afmeting bezitten tus- 8020379 v*· -17- sen genoemde regel- en reactiewielen (34,33) en middelen (S1, S2,S3) omvatten voor het variëren van deze breedte-afmeting opdat de rail in samenwerking blijft met het regelwiel op verschillende diepten en daardoor de snelheid van de wagen regelt. 5 5. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de rail (13b) stationair is aangebracht, het wielhuis (17) wordt gedragen door de wagen (16) en wigorganen (60) omvat, die op genoemde rail zijn geplaatst en een kleinere breedte-afmeting bezitten voor het dieper samenwerken tussen de wielen voor het Ί0 stoppen van de beweging van de wagen. B, Inrichting volgens conclusie 1, waarbij genoemd wielhuis (119) stationair is aangebracht en de rail (113b) wordt gedragen door de wagen (116) en daarbij beweegbaar is ten opzichte van genoemd wielhuis. Ί5 7. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de rail een tevoren bepaalde breedte-afmeting bezit tussen genoemde regelen reactiewielen, en middelen (119*) omvat voor het bevestigen van een aantal wielen op onderlinge afstand over de lengte van het huis met een grotere ruimte daartussen dan de andere 20 voor het verschaffen van een diepe samenwerking van de rail daarmede en daardoor van het stoppen van de beweging van de wagen.
8. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij het blok wrijvingsmateriaal (51) radiaal buiten genoemde as is ge-25 plaatst op een tevoren bepaalde stand afhankelijk van de ontwerpsnelheid van de wagen. ; 9, Inrichting volgens conclusie 1, waarbij het taps toelopende roterende wigoppervlak convex is en de rail met dit oppervlak samenwerkt op verschillende radiale plaatsen 30 om de snelheid van de wagen te variëren bij samenwerking op kleine radiale plaatsen waardoor de snelheid van de wagen ;neigt af te nemen.
10, Voor toepassing bij een opslagreksysteem met doorstroming onder invloed van de zwaartekracht (10) waarop ten 35 minste een paar rails (13a,13b) hellendop onderling evenwijdige afstand zijn aangebracht, een laadbord (15) omvattende: een paar kanaalvormige wielhuizen (17,18), die evenwijdig met elkaar zijn geplaatst; een dek (16), dat wordt gedragen door genoemde wielhuizen; 40 ; een paar wielsamenstellen (U/1,U/2) aangebracht achter ! S Ö 2 0 3 7 § -18- elkaar in elk wielhuisdie kunnen lopen over genoemde rails; tenminste een (W1) van genoemd paar wielsamenstellen in een uiielhuis omvattende: een paar wielen (33,34) die elk een taps toelopend met 5 de binnenrail samenuierkend oppervlak (33a, 34a) bezit’en een ringvormig buitenste remoppervlak (33b,34b); een as (35) aangebracht dwars op het wielhuis voor het bevestigen van de wielen voor gekombineerd roterende en axiale beweging; 10 welke wielen op genoemde assen zijn geplaatst met hun taps toelopende oppervlakken tegenover elkaar, en middelen die tussen genoemd buitenwieloppervlak en genoemd wielhuis een blok wrijvingsmateriaal (50,51,52,53) verschaffen waardoor daartussen een tevoren bepaalde dynamische wrijvings-15 coëfficiënt werkt om op de wielen een wrijvingskracht uit te oefenen die afhankelijk is van de last op het dek.
11. Inrichting volgens conclusie 10, waarbij beide wielsamenstellen en wrijvingsblokorganen in het huis van dezelfde konstruktie zijn. 20 12, Inrichting volgens conclusie 10, waarbij elk wiel huis een paar flenzen (24,25) omvat, die naar beneden hangen vanaf genoemd dek onder de onderste omtrekken van de wielsamenstellen om de wielen op afstand te brengen vanaf een ondersteuningsoppervlak om te voorkomen dat het laadbord 25 rolt als het van de rails is genomen.
13. Inrichting volgens conclusie 10, waarbij het paar wielsamenstellen in het andere wielhuis een as omvat en een rol (27) met een cilindrische met de rail samenwerkende omtrek.
14. Inrichting volgens conclusie 10, waarbij het wiel-30 huis een paar flenzen bezit en het wrijvingsblok is aangebracht op de flenzen en zich naar binnen daarvan af uitstrekt voor samenwerking met het buitenste wieloppervlak binnen de omtrek ervan.
15. Inrichting volgens conclusie 14, waarbij het wrij-35 vingsblok tenminste een bout omvat die verwijderbaar is aan- gebracht in de flens van het wielhuis.
16. Inrichting volgens conclusie 15, waarbij de bout is vervaardigd uit polymeer materiaal met hoge slijtvast-heid en een convexe kop heeft liggende tegenover het buiten- :40 wieloppervlak. 8020379 -19-
17. Inrichting volgens conclusie 16, waarbij de convexe houtkop een sleuf bezit liggende tegenover het genoemde buitenlui elopp er vlak.
18. Inrichting volgens conclusie 15 omvattende een aantal 5 bouten (50,51) van dezelfde konstruktie die op onderlinge afstand zijn geplaatst om genoemde as.
19. Inrichting volgens conclusie 10, waarbij het buiten-wieloppervlak is vervaardigd uit metaal en het wrijvingsblok is vervaardigd uit slijtage-bestendig polymeer materiaal.
20. Inrichting volgens conclusie 19, waarbij het metaal staal is en het polymeer materiaal nylon is.
21. Inrichting volgens conclusie 10, waarbij het wielhuis een paar flenzen omvat dat buiten de wielen is geplaatst en genoemde wielbevestigingsasmiddelen een as (35) omvatten die 15 zich uitstrekt dwars op genoemde flenzen en antiwrijvings-legermiddelen (40,41) die roteerbaar genoemde wielen met de as verbinden.
22. Inrichting volgens conclusie 21, omvattende middelen die schouders (38,39) verschaffen op de as buiten genoemde 20 flenzen om naar buiten gerichte beweging van de flenzen tegen te gaan.
23. Inrichting volgens conclusie 10, waarbij het taps toelopende roterende wigoppervlak op elk wiel convex is en in hoofdzaak half-bolvormig.
24. Opslagreksysteem met doorstroming onder invloed van de zwaartekracht (10,15) omvattende: een ondersteuningskonstruktie (11,12), een paar rails (I3a,13b) aangebracht in deze steunkon-: struktie in een hellende evenwijdige stand met een bovenste 30 laadeinde en een onderste loseinde, een aantal laadborden (15), dat kan lopen op genoemde rails, waarbij elk laadbord een dek (16), een paar wielhuizen ; (17,18), die elk flenzen (24,25; 21,22) bezitten, die naar ' 35 beneden hangen vanaf genoemd dek langs genoemde rails en een paar wielsamenstellen (U1,üJ2) die achter elkaar zijn aangebracht in elk wielhuis, waarbij tenminste een (W1) van de wielsamenstellen in een van de wielhuizen (17) een paar regelwielen (33,34) om- 40 vat die gekombineerd roterend en axiaal bewegend zijn aange- @02037© 11 * . -20- bracht om een as (fl) dwars op de rails, waarbij elk paar wielen een taps toelopend met de rail samenwerkend roterend wig-oppervlak (33a,34a) bezit en een ringvormig remoppervlak (33b, 34b), welke wielen in het huis met hun taps toelopende opper-5 vlakken gericht naar elkaar zijn geplaatst, middelen die in genoemde ene wielhuis (1?) een blok (50) uit wrijvingsmateriaal verschaffen liggend tegenover genoemde remoppervlakken van genoemd paar regelwielen voor samenwerking ermee als het laadbord is aangebracht op de rails voor het 10 uitoefenen van wrijvingskrachten die de neiging hebben de rotatie van de wielen te vertragen, en middelen (60) geplaatst nabij het ondereinde van de rails voor het stoppen van de beweging van het laadbord, waardoor het laadbord op de rails met een geregelde snel-15 heid naar beneden gaat en aan het ondereinde wordt afgeremd.
25. Inrichting volgens conclusie 24, waarbij de taps toelopende regeloppervlakken convex zijn en de stopmiddelen wigorgaan (60) omvatten, geplaatst langs genoemd regelwiel in samenwerking met de rail voor onderlinge samenwerking tus-20 sen de regelwielen voor het vergroten van de wrijving daartussen en hun wrijvingsblokken om het laadbord te stoppen.
26. Inrichting volgens conclusie 24, waarbij de met het regelwiel samenwerkende rail (13) een tevoren bepaalde breedte-afmeting (Ξ1) heeft langs in hoofdzaak zijn totale lengte, en 25 de stopmiddelen een raildeel (52) omvatten met een breedte-afmeting die kleiner is dan genoemde tevoren bepaalde rail-afmeting, zodat een diepere samenwerking mogelijk is tussen de regelwielen om ze van de rail te heffen, waardoor beweging van de wagen wordt gestopt.
27. Inrichting volgens conclusie 24, waarbij genoemd ene wielhuis een ander wielsamenstel (W2) bezit en wrijvingsblokken van dezelfde konstruktie daarachter geplaatst.
28. Inrichting volgens conclusie 24, waarbij de flenzen I van het wielhuis naar beneden hangen vanaf de onderste omtrek-35 ken van de wielen om deze op afstand te brengen vanaf een on-dersteuningsoppervlak om te voorkomen, dat het laadbord rolt als dit van de rails is losgemaakt.
29. Inrichting volgens conclusie 24, waarbij het andere van genoemde wielhuizen (18) een paar rollen (27) bezit,dat 40 kan , rollen ophet andere van genoemd paar rails. 8020379 -21-
30. Inrichting volgens conclusie 24, waarbij het taps toelopende roterende wigopperv/lak convex is en het wrijvings-blok tenminste een bout omvat, die is aangebracht in de flens van elk wielhuis voor werkzame samenwerking met het 5 remoppervlak.
31. Opslagreksysteem met doorstroming onder invloed van de zwaartekracht (10,15) omvattende: een ondersteuningskonstruktie (11,12), een paar langwerpige wielhuizen (118,119) geplaatst in 10 hellende evenwijdige stand in de ondersteuningskonstruktie, een laadbord met een dek (116) en een paar rails (113a, 113b), die evenwijdig daarvan afhangen voor beweging langs genoemde wielhuizen, tenminste een van genoemde wielhuizen daarachter een 15 aantal wielsamenstellen bezit (üJ1) die kunnen samenwerken met een (113b) van genoemde laadbordrails, waarbij elk van de wielsamenstellen omvat; een paar wielen (133,134) met elk een taps toelopend met de rail samenwerkend binnenoppervlak en een ringvormig 20 buitenremoppervlak, een as (35) die dwars op het wielhuis is aangebracht voor het gekombineerd roterend en axiaal beweegbaar aanbrengen van de wielen, welke wielen op genoemde as zijn geplaatst met hun tapse 25 oppervlakken tegenover elkaar en middelen die zijn geplaatst tussen het buitenwieloppervlak en het wielhuis en een blok (150) uit wrijvingsmateriaal verschaffen dat op de rail wrijvingskrachten kan uitoefenen die afhangen van de last op het dek (116) als het laadbord is 30 aangebracht met zijn rail samenwerkend tussen de taps toelopende roteerbare wigoppervlakken van de wielen.
32. Inrichting volgens conclusie 31, waarbij elk wielhuis een paar flenzen bezit, die zich naar boven uitstrekken aan de andere zijde van de bovenomtrekken van de wielsamen- 35 stellen om het uit de rails lopen van het laadbord te voorkomen.
33. Inrichting volgens conclusie 31, waarbij het andere (118) van de wielhuizen een aantal rollen (127) bezit, die kunnen samenwerken met de onderzijde van de andere van genoem- 40 de laadbordrails. 8 Θ 2 0 3 7 8 * -22-
34. Inrichting volgens conclusie 31, waarbij het aantal wiel samenstellen (liJ1, ÜJ2, ÜJ3, U4) is aangebracht met hun tapse oppervlakken gescheiden van elkaar over een tevoren bepaalde axiale afstand afhangend van de breedte van de 5 rail en omvattende een verder aantal dergelijke wielen (U5, ÜJ6, W7, IÜ8) dat in een groep in het wielhuis is aangebracht met hun taps toelopende oppervlakken gescheiden van elkaar over een grotere axiale afstand voor het verschaffen van een diepere samenwerking daartussen van de rail om de be-10 weging van het laadbord te stoppen als dit voortbeweegt over genoemde groep wielsamenstellen.
35. Inrichting volgens conclusie 31, waarbij genoemd taps toelopende roteerbare wigoppervlak convex is en het wrijvingsblok tenminste een bout omvat, die in elk wielhuis 15 is aangebracht voor het werkzaam samenwerken met het rem-oppervlak.
36. Inrichting voor het regelen van de snelheid van een van wielen voorziene wagen (216), omvattende: een wielhuis (217), gedragen door de wagen, 20 een paar wielen (233,234) dat roteerbaar om een gemeen schappelijke as in het huis is aangebracht, waarbij elk van de 'wielen een convex binnenste roloppervlak op een zijde en een ringvormig buitenremoppervlak aan de andere zijde be-. zit, 25 middelen voor het bevestigen van de wielen in het huis met hun convexe oppervlakken gericht naar elkaar en die een gekombineerde roterende en axiale beweging toelaten, middelen die tussen het buitenste remoppervlak en het huis een blok uit wrijvingsmateriaal verschaffen die een 30 tevoren bepaalde vertraging kunnen uitoefenen tegen rotatie van elk wiel, en rails die samenwerken tussen genoemde convexe oppervlakken om de rollen te ondersteunen en te geleiden, welke rails tenminste twee zones (51,52) van verschillende breedte en 35 een taps toelopende overgangszone daartussen bezitten, welke wagen onder een konstante voortbewegingskracht de neiging heeft te vertragen als de wielen rollen in een richting vanaf de grotere railbreedte (S1) naar de smallere railbreedte (52) en de neiging hebben te versnellen als de 40 : wielen in tegengestelde richting rollen. 8020379 ·» t ‘ -23-
37. Snelheidsregelinrichting voor een wagen (115) die kan lopen op een rail (13b) omvattende: middelen op de wagen (15) die een paar op afstand van elkaar liggende reactie-oppervlakken (24,25) verschaffen 5 die zich uitstrekken langs tegenover elkaar liggende zijden van de rail, een paar wielen (33,34) dat is. geplaatst tussen Qé-noemde reactie-oppervlakken voor het ondersteunen van de wagen en het regelen van de snelheid ervan, -]□ waarbij elk wiel een binnenste taps toelopend met de rail samenwerkend oppervlak (33a,34a) bezit en een buitenoppervlak (33b,34b), welke wielen zijn geplaatst met hun taps toelopende oppervlakken tegenover elkaar en waarbij hun buitenoppervlakken liggen tegenover genoemde reactie-15 oppervlakken, middelen (35) voor het bevestigen van de wielen voor gekombinee'rde rotatiebeweging op de rail en axiale beweging dwars daarop en wigorganen (60) op de rail voor samenwerking met de 20 taps toelopende wieloppervlakken dichter bij hun rotatie-hartlijn dan de rail als de wagen voortbeweegt om de wielen in nauwe samenwerking te brengen met de reaktie-oppervlakken en daardoor de beweging van de wagen te stoppen.
38. Snelheidsregelinrichting voor een door een rail 25 ondersteunde en geleide wagen, omvattende: een rail (13b), een paar flenzen (24,25),dat. naar beneden hangt vanaf genoemde wagen langs tegenover elkaar liggende zijden van de rail, 30 een paar wielen (33,34) dat is geplaatst tussen de flenzen, waarbij elk wiel een convex binnen met de baan samenwerkend oppervlak (33a,34a) bezit en een ringvormige tegenover de flens liggend buitenoppervlak (33b,34b), een as (35) die de wielen roterend en axiaal bewegend 35 aanbrengen tussen genoemde flenzen, middelen die tussen genoemde flenzen en de buitenoppervlakken van de wielen een blokmateriaal (50) verschaffen met een tevoren bepaalde dynamische wrijvingsco’êfficient daartussen, 40 welke convexe wieloppervlakken samenwerken met genoemde : 8020371 * -24- f» rail om de wielen axiaal naar genoemde flenzen te drukken om tegen genoemde wrijvingsmiddelen een druk uit te oefenen die in relatie staat met de last op de as, waardoor hoe zwaarder de asbelasting is hoe groter de 5 wrijving is uitgeoefend op het wiel en hoe groter de weerstand van de wielen is tegen rollen.
39. Inrichting volgens conclusie 28, waarbij genoemde rail helt en genoemde wrijvingscoëfficient afhangt van de hellingshoek en de radiale plaats ten opzichte van de as op 10 zodanige wijze, dat wordt veroorzaakt dat de wagen voortbeweegt met een in hoofdzaak konstante snelheid op de rail. 40. .Inrichting volgens conclusie 39, waarbij genoemde afhankelijkheid een dynamische wrijvingscoëfficient verschaft van ongeveer .25 tot .35 als de helling van de rail 15 ligt in een gebied van ongeveer 2 tot 4 cm per meter en het wrijvingsblokmateriaal op ongeveer 1,9 cm vanaf de rotatie-as van de wielen is geplaatst.
41. Inrichting voor het regelen van de snelheid van een van wielen voorziene wagen (216), omvattende: 20 een wielhuis (217) die kan worden bevestigd op de wagen en een paar flenzen bezit en een as, die zich uitstrekt tussen de flenzen; middelen die een reaktie-oppervlak verschaffen binnen genoemde flenzen; 25 een paar wielen (233,234) dat is aangebracht op de as in het wielhuis voor gekombineerde rotatie en axiale beweging; waarbij elk wiel een convex binnenoppervlak en een buitenopp'ervlak bezit, welke wielen op genoemde as zijn geplaatst met hun convexe opper vlakken tegenover elkaar en 30 genoemde buitenvlakken liggen tegenover genoemde reaktie-vlakken; welke reaktie-oppervlakken en buitenwieloppervlakken uit tevoren gekozen materialen zijn en een tevoren bepaalde dynamische wrijvingscoëfficient daartussen verschaffen; 35 middelen die een paar baanranden (S1,S2) verschaffen i die samenwerken met de convexe wieloppervlakken op op afstand van elkaar liggende dwarsplaatsen om de wielen te ondersteunen voor rollende beweging daarop; en middelen (S3) die de baanrandmiddelen verbinden voor 40 het geleidelijk variëren van de afstand tussen de baanranden 8020379 « ' -25- om de druksamenwerking en dus de wrijving tussen genoemde re-aktievlakken en de buitenste wieloppervlakken in te stellen en daardoor de snelheid van de wagen sis deze voortbeweegt ' , te regelen; 5 waardoor onder een konstante voortstuwingskracht bij het verminderen van de ruimte tussen de randen de wrijving op de wielen toeneemt om de wagen te vertragen en bij het vergroten van de ruimte de wrijving afneemt om de wagen te versnellen.
42. Ten gebruike bij het regelen van de snelheid van een 10 wagen (15) die kan voortbewegen langs een hellende rail (13a, 13b) met een tevoren bepaalde breedte, een anelheidsregel-inrichting omvattende: een wielhuis (17) dat kan zijn bevestigd op de wagen; een paar de snelheid regelende wielen (33,34) dat in 15 het huis is geplaatst; waarbij elk wiel een convex taps toelopend roterend wig-oppervlak (33a,34a) bezit en een ringvormig remoppervlak (33b, 34b); een as (35) die de wielen in genoemd huis bevestigt, 20 waarbij de taps toelopende roterende wigoppervlakken tegenover elkaar liggen; anti-wrijvingslegerorganen (40,41), die roteerbaar en axiaal glijbaar de wielen aanbrengt op de as in het huis; tenminste een blok wrijvingsmateriaal (50,52), gedragen 25 door het wielhuis en werkzaam samenwerkend met elk remoppervlak als een belasting wordt uitgeoefend op het wielhuis opdat een druk afhankelijk van de last daartussen wordt uitgeoefend; welke taps toelopende roterende wigoppervlakken met de 30 rail samenwerken op een tevoren bepaalde plaats radiaal op afstand van de rotatiehartlijn van de wielen; en middelen (60) zijn geplaatst op de rail voor samenwerking tussen genoemde taps toelopende roterende wigoppervlakken op een plaats dichter bij genoemde rotatieas dan genoemde tevoren 35 bepaalde plaats om de wielen naar buiten te drukken en een druk uit te oefenen groter dan de van de last afhankelijke druk; waardoor toename in druk veroorzaakt door de samenwerking van de wigorganen tussen de wielen de voorwaartse beweging van 4q ;de wagen stopt. 802037© -26-
43. Inrichting volgens conclusie 42, waarbij het wiel-huis een .paar flenzen (24,25) bezit, dat buiten genoemde wielen is geplaatst langs tegenover elkaar liggende zijden van de rail en de wrijvingsblokken zijn geplaatst tussen ge-5 noemde remoppervlakken en genoemde flenzen, waarbij de as zich uitstrekt door de flenzen en samenwerkt met de buitenzijde daarvan om in spanning te reageren tegen de naar buiten gerichte kracht, uitgeoefend door de wielen op de wrijvingsblokken.
44. Inrichting volgens conclusie 42, waarbij de wrij- vingsblokken in vertikale geplaatste paren zijn aangebracht op diametraal tegenover elkaar liggende zijden van de as en verwijderbaar zijn aangebracht op het huis.
45. Inrichting volgens conclusie 42, waarbij het taps .15 toelopende roterende wigoppervlak gebogen is en een konstante kromtestraal -heeft· die zich gekromd- uitstrekt ten minste tussen -genoemde plaatsen waar de taps toelopende roterende wigoppervlakken samenwerken met de rail en de wigorganen.
46. Inrichting volgens conclusie 45, waarbij het wrij-20 vingsblok een dynamische wrijvingscoëfficient verschaft tussen zichzelf en het remoppervlak van ongeveer .25 tot ongeveer .35 op eeri afstand van ongeveer 1,9 cm vanaf de hartlijn van de as,
47. Inrichting volgens conclusie 46, waarbij de kromte-25 straal ongeveer 3 cm is, het wrijvingsblok een polymeer materiaal met hoge dichtheid is en het remoppervlak staal is. 48. énelheidsregelinrichting voor een wagen (15) die kan lopen op een rail (13b), omvattende: middelen die op de wagen een paar wielen (33,34) verschaf-30 fen, die roterend samenwerken met tegenover elkaar liggende zijden van de rail, tenminste een (34) van genoemde wielen gekombineerd roteerbaar en axiaal beweegbaar is aangebracht en een taps toelopend roterend wigoppervlak bezit dat samenwerkt met de rail, 35 welk ene wiel de neiging heeft als het is belast axiaal te bewegen op zijn rotatiehartlijn vanaf de rail, en remorganen'(50) die door de wagen worden gedragen en die werkzaam zijn bij axiale beweging van het ene wiel om beweging van de wagen langs de rail te vertragen. 40 49, Snelheidsregelinrichting volgens conclusie 48, waarbij 8020379 -27- ' de magen een paar reaktie-oppervlakken (24,25) bezit, die buiten de rail zijn geplaatst waarbij de wielen roteerbaar en axiaal beweegbaar op een gemeenschappelijke as daartussen zijn aangebracht, waarbij beide wielen van dezelfde konstruk-5 tie zijn met elk een convex taps toelopend roterend wigopper-vlak (33a,34a), samenwerkend met de rail en een remoppervlak (33b,34b) liggende tegenover het reaktie-oppervlak (25,24) welke rem- en reaktie-oppervlakken daartussen een tevoren bepaalde dynamische wrijvingscoëfficient bezitten, die wrij- 10 vingskrabhten uitoefent op de wielen als de wagen over de rail voortbeweegt,
50. Inrichting volgens conclusie 48, waarbij genoemd andere wiel een rol (334) omvat, die in genoemd huis roteerbaar om een vertikale as is aangebracht. 15 51, Inrichting volgens conclusie 48, waarbij genoemd andere wiel van dezelfde konstruktie is als het eerstgenoemde wiel en op de wagen is aangebracht voor overeenkomstige axiale en roterende beweging om een hartlijn, evenwijdig met eerstgenoemde hartlijn. 20 \ ; 8020 3 7 9
NL8020379A 1979-09-07 1980-07-17 NL8020379A (nl)

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US7344579 1979-09-07
US06/073,445 US4234069A (en) 1979-09-07 1979-09-07 Vehicle speed control apparatus
US8000886 1980-07-17
PCT/US1980/000886 WO1981000702A1 (en) 1979-09-07 1980-07-17 Vehicle speed control apparatus

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8020379A true NL8020379A (nl) 1981-08-03

Family

ID=22113722

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8020379A NL8020379A (nl) 1979-09-07 1980-07-17

Country Status (15)

Country Link
US (1) US4234069A (nl)
JP (1) JPS56501085A (nl)
AR (1) AR222100A1 (nl)
BR (1) BR8008812A (nl)
CA (1) CA1111365A (nl)
CH (1) CH654811A5 (nl)
DK (1) DK192681A (nl)
FR (1) FR2468526B1 (nl)
GB (1) GB2071239B (nl)
IE (1) IE49862B1 (nl)
IT (1) IT1145286B (nl)
NL (1) NL8020379A (nl)
SE (1) SE434146B (nl)
WO (1) WO1981000702A1 (nl)
ZA (1) ZA804566B (nl)

Families Citing this family (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4351417A (en) * 1980-11-17 1982-09-28 Variable Control Systems, Inc. Speed retarder
US4517698A (en) * 1983-01-05 1985-05-21 Lamp L Thomas A Cargo handling ramp
US4687404A (en) * 1985-02-22 1987-08-18 Seiz Corporation Load transfer apparatus for push-in flow racks
US4712483A (en) * 1985-03-04 1987-12-15 Woodhall Edward W Apparatus for supporting a vehicle for sideways movement
US5046597A (en) * 1989-06-07 1991-09-10 The Texas A&M University System Modular tray accumulator system
DE4328978C2 (de) * 1993-08-28 1995-12-21 Daimler Benz Aerospace Airbus Vorrichtung zum Tragen von Ladungseinheiten in Frachtladesystemen
US5419444A (en) * 1993-11-12 1995-05-30 Inca Metal Products Corporation Low profile push-back rack assembly
JP2011168111A (ja) * 2010-02-17 2011-09-01 Maeda Sheru Service:Kk 複合ソリッドタイヤ
CN104527320A (zh) * 2014-12-30 2015-04-22 苏州路云机电设备有限公司 一种带锁定装置的双边轮

Family Cites Families (32)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2631342A (en) * 1948-04-02 1953-03-17 Pacific Cast Iron Pipe & Fitti Molding and casting apparatus
US2521660A (en) * 1948-12-03 1950-09-05 Westover C Edward Roller cleat for bottom boards
US2858774A (en) * 1955-09-09 1958-11-04 Batten Dallas Lee Aircraft track and pallet loading system and apparatus
US2949863A (en) * 1957-01-31 1960-08-23 Fairchild Engine & Airplane Cargo handling system
US2979177A (en) * 1957-10-07 1961-04-11 Alvey Ferguson Co Brake system for a roller type conveyor
US3054195A (en) * 1961-03-14 1962-09-18 Alex D Palmer Teaching device
GB964311A (en) * 1962-03-08 1964-07-22 Electrolux Ab Braking device for roller conveyors
DE1204585B (de) * 1963-04-19 1965-11-04 Dexion Metallbaugesellschaft M Vorrichtung zum Abbremsen von Foerdergut auf geneigten Rollenbahnen
DE1221971B (de) * 1964-02-07 1966-07-28 Siemens Ag Einrichtung zum Abbremsen von Foerdergut auf Rollenbahnen
DE1232183C2 (de) * 1964-04-15 1973-05-17 Heinrich Scharf G M B H Bremsvorrichtung fuer Laufwerke von Haengebahnen
US3269502A (en) * 1964-09-09 1966-08-30 Kornylac Co Cantilever roller configuration for conveyor rollerway
GB1083082A (en) * 1965-03-01 1967-09-13 Iso Speedic Company Ltd Improvements in self-operating mechanisms for retarding the movement of an object down an inclined runway
US3344893A (en) * 1965-09-10 1967-10-03 Buffalo Brake Beam Co Railway car disc brake mechanism
US3572471A (en) * 1967-08-11 1971-03-30 Cockerill Transport vehicle
US3576242A (en) * 1969-01-08 1971-04-27 Fmc Corp Braking roller
US3627092A (en) * 1969-05-05 1971-12-14 Fred J Fleischauer Brake for gravity roller conveyors
US3650216A (en) * 1969-08-11 1972-03-21 Rex Chainbelt Inc Railway car speed control transportation system
BE759648A (fr) * 1970-02-16 1971-04-30 Kornylac Co Transporteur automoteur avec des galets a bandages elastomeres en matiere a forte hysteresis
US3700078A (en) * 1970-11-23 1972-10-24 Froio Corp Speed retarding device
US3759188A (en) * 1971-01-04 1973-09-18 Goodyear Tire & Rubber Variable speed conveyor
US3871501A (en) * 1971-08-31 1975-03-18 Andrew T Kornylak Silicone putty retarder
BE789184A (fr) * 1971-09-22 1973-01-15 Eckebrecht James L Ralentisseur pour transporteur par gravite
JPS5135751Y2 (nl) * 1971-11-11 1976-09-02
US3900112A (en) * 1973-04-09 1975-08-19 Kingston Warren Corp Gravity storage system
FR2245878B1 (nl) * 1973-09-28 1979-05-25 Scharf Gmbh Maschf
DE2457712C3 (de) * 1973-12-20 1980-12-18 Weelpal Ag, Zug (Schweiz) Gleisbremse
CH569323A5 (nl) * 1974-02-22 1975-11-14 Weelpal Ag
US4000796A (en) * 1975-05-23 1977-01-04 Arcan Eastern Limited Braking device
CH596057A5 (nl) * 1975-11-28 1978-02-28 Weelpal Ag
US4044876A (en) * 1976-04-30 1977-08-30 Hammond Theodore A Fail-safe gravity conveyor
US4119190A (en) * 1977-05-06 1978-10-10 Kornylak Corporation Low temperature rollerway brake
US4091907A (en) * 1977-06-03 1978-05-30 Kornylak Corporation Speed control attachment for gravity roller conveyor

Also Published As

Publication number Publication date
JPS56501085A (nl) 1981-08-06
WO1981000702A1 (en) 1981-03-19
IT1145286B (it) 1986-11-05
IE801641L (en) 1981-01-07
AR222100A1 (es) 1981-04-15
SE434146B (sv) 1984-07-09
CA1111365A (en) 1981-10-27
IT8049532A0 (it) 1980-08-20
DK192681A (da) 1981-04-30
GB2071239A (en) 1981-09-16
CH654811A5 (de) 1986-03-14
SE8102768L (sv) 1981-05-04
IE49862B1 (en) 1985-12-25
FR2468526B1 (fr) 1985-09-27
BR8008812A (pt) 1981-06-23
GB2071239B (en) 1983-03-30
US4234069A (en) 1980-11-18
FR2468526A1 (fr) 1981-05-08
ZA804566B (en) 1981-09-30

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4729466A (en) Distribution conveyor for products
US4712670A (en) Mechanism for the transportation of objects
JP3351828B2 (ja) 小物物品の分類施設
US3961714A (en) Installation for loading a road vehicle with loading units
NL8020379A (nl)
NL8020422A (nl) Verdeeltransporteur voor stukgoed.
NL9101821A (nl) Werkwijze en inrichting voor het op gewicht sorteren van in hoofdzaak ronde produkten.
EP0621217B1 (en) Chain conveyor with frictionally driven recirculated pallets linked together in sub groupings
CA1085885A (en) Procedure for dispersing timber packages or batches and means for carrying out the procedure
US4582188A (en) Speed controller for pallets
US4351241A (en) Workpiece storage system
US3986458A (en) Power and free conveyor
US4662511A (en) Pallet track with speed retarder
JPH0342412A (ja) アキュムレーションコンベア
JPS6337011A (ja) 工作物貯溜システム
AU523798B2 (en) Vehicle speed control apparatus
US11014749B2 (en) Accumulating conveyor
US2619239A (en) Elevator
AU6395080A (en) Vehicle speed control apparatus
US3232415A (en) Bearingless roller accumulation conveyor
US3993000A (en) Freight pushing device
NL9000794A (nl) Gedeelde draagpallet.
US4261458A (en) Conveying system for roll containers
NL8303239A (nl) Transportbaan.
SU889569A1 (ru) Останов