NL9000794A - Gedeelde draagpallet. - Google Patents

Description

Gedeelde draagpallet.

De uitvinding heeft betrekking op een draagpallet voor meer dan een stapel van verpakkingen, zoals dozen, voorzien van een draagvlak voor de stapels en een onder het draagvlak aangebracht voetdeel voor samenwerking met de lepels van een hefinrichting, bijvoorbeeld vorkheftruck.

Een dergelijke draagpallet heeft standaardafmetingen, bijvoorbeeld de afmeting van een zogenaamde EURO-pallet, waarop bijvoorbeeld vier stapels dozen kunnen worden geplaatst. Deze dozen komen vanaf de fabrikant met eenvormige produkten en worden als op een pallet gerangschikte transporteerbare eenheid naar een verdeelstation of distributeur gebracht. Daar dient de distributeur de dozen opnieuw te rangschikken om nieuwe groepen, maar dan met verschillende produkten te vormen en deze op een door een vorkheftruck te bedienen pallet naar de detailhandel te brengen. Het bezwaar van een dergelijke distributiewij-ze is het vele handwerk, het opnieuw rangschikken van de stapels en eventuele extra opslag, hetgeen veel tijd vergt en voor het bedienend personeel zwaar werk betekent.

De uitvinding beoogt een draagpallet van het in de aanhef beschreven type zodanig uit te voeren, dat bovengenoemde bezwaren worden ondervangen.

Het draagpallet volgens de uitvinding onderscheidt zich doordat.het draagvlak in een aantal draagdelen, overeenkomend met ten hoogste het aantal stapels, is verdeeld, waarbij elk draagdeel is voorzien van tenminste drie loopwielen, en welk voetdeel is voorzien van een aantal telkens een loopwiel steunende elementen, welke onderling zijn verbonden door een het draagdeel geleidende langsligger.

Dankzij de onderverdeling van het draagvlak in aparte draagdelen, waarop tenminste een stapel verpakkingen staat gegroepeerd, is elke stapel gemakkelijk manipuleerbaar vanwege het verrolbare draagdeel. Het voetdeel, dat dient als ondersteuning voor de verrolbare draagdelen, is tenminste geschikt voor het samenstellen van tenminste twee draagdelen, bij voorkeur vier, zodat het behandelend personeel stapels van tenminste twee verschillende produk-ten gemakkelijk kan samenstellen tot een grotere groep, dat door een vorkheftruck of dergelijke verder kan worden behandeld.

Bij voorkeur zijn de steunelementen gevormd door een zich dwars onder de langsligger uitstrekkende strook, waarvan de steekafstand overeenstemt met die van de loopwielen onder het draagdeel. In deze uitvoering kunnen de lepels van een hefinrichting tussen de loopwielen worden doorgevoerd teneinde het voetdeel met het daarop staande draagdeel te kunnen heffen.

Volgens een verder ontwikkeling van de uitvinding strekt de langsligger zich over vier dwarsstroken uit, waarbij de middelste dwarsstroken een steunvlak vertonen, dat lager ligt dan de buitenste dwarsstroken. Hiermee ondervinden de draagdelen een kleine scheefstand, zodanig dat de daarop gelegen stapels naar elkaar toe neigen, hetgeen de stabiliteit bevordert.

Het draagdeel kan eenvoudig worden gepositioneerd en geblokkeerd door het steunvlak op de middelste dwarsstroken uit te voeren als uithollingen, waarin het loopwiel van het draagdeel past.

Teneinde het draagdeel gemakkelijk op het voetdeel te kunnen rollen verdient het de voorkeur om de langslig-gers uit twee op afstand van elkaar liggende balken te vormen, waarbij het draagdeel aan de onderzijde is voorzien van tenminste een tussen die balken passend blokvormig element. Dit blokvormig element dient als geleiding wanneer het voorste wiel van het draagdeel over het eerste steunvlak van de dwarsstrook rijdt. Voor een gemakkelijke invoer verdient het de voorkeur om het blokvormig element aan de voorzijde een afschuining te geven.

Bovengenoemde en andere kenmerken zullen blijken uit de hiernavolgende figuurbeschrijving van een uitvoe-ringsvoorbeeld. In de tekening toont: fig. 1 een perspectivisch bovenaanzicht van een pallet volgens de uitvinding, fig. 2 een met fig. 1 overeenkomend perspectivisch aanzicht van een halve pallet, met name het voetdeel volgens de uitvinding.

De pallet volgens de uitvinding bestaat uit een draagvlak 1, dat in de getoonde uitvoeringsvorm in vieren is verdeeld tot vier draagdelen 2, die elk is opgebouwd uit planken van bepaald materiaal, bijvoorbeeld hout, die onderling zijn verbonden door een niet-getoond verbindingselement aan de onderzijde daarvan. De oppervlakte van het draagdeel is zodanig dat een doos D of een stapel daarvan daarop kan worden geplaatst. De contourlijn van de doos is over het algemeen gelijk aan die van het draagvlak van het draagdeel 2.

Elk draagdeel 2 is voorzien van loopwielen 3, waarvan de voorste niet zwenkbaar zijn en de achterste 3' wel. Deze zijn bovendien met een blokkeerrem 4 uitgevoerd.

Het zal duidelijk zijn dat het draagdeel 2 met de stapel dozen D daarop geplaatst, met de wielen 3 gemakkelijk verrolbaar en manipuleerbaar is.

De pallet bestaat voorts uit een voetdeel 5, dat is opgebouwd uit twee als langsligger uitgevoerde langs-balken 6, die op een afstand van elkaar zijn aangebracht. Onder deze balken 6 zijn een aantal dwarsstroken 7 geplaatst, in de getoonde uitvoeringsvorm een viertal, waarbij paarsgewijs de steekafstand tussen de dwarsstroken gelijk is aan die van de wielen 3.

Naast de balken 6 is elke dwarsstrook uitgevoerd met een oploopvlak 8 en een afloopvlak 9, bij de buitenste dwarsstroken 7, waarbij het bovenvlak 10 het steunvlak vormt. Bij voorkeur is het bovenvlak 10 van de middelste dwarsstroken 7' uitgevoerd met een uitholling 11 waarin het niet-draaibare loopwiel 3 passend is opgenomen.

Aan de onderzijde van het draagdeel 2 is een blokvormig element 12 aangebracht, dat aan de voorzijde of naar buiten gerichte kant is voorzien van een afschuining 13. Ter hoogte van de zwenkbare wielen 3' is eveneens een blokvormig element 14 aangebracht. Deze elementen passen tussen de langsbalken 6 en verzorgen een geleiding van het draagdeel 2 bij het oprijden van het draagdeel 2 over het voetdeel 5.

Opgemerkt wordt dat het voorste blokvormige element 12 tegen een verbindingselement 16 stoot als het draagdeel 2 met de wielen 3 op de dwarsstroken 7 staat. Voorts wordt opgemerkt dat door de uitholling 11 in de middelste dwarsstroken 7' het draagdeel 2 een enigszins geneigde stand krijgt, waardoor de stapels op het draagdeel 2 eveneens naar elkaar toe neigen, waardoor een stabiele stapeling wordt verkregen tijdens het transport van de totale pallet door middel van een vorkheftruck.

Daartoe kan de vorkheftruck de lepels van de hefinrichting tussen de dwarsstroken 7, 7’ brengen tot onder de langsbalken 6, die tussen deze dwarsstroken enigszins zijn uitgehold bij 18.

De pallet is als volgt te gebruiken. Bij de fabrikant kunnen de draagdelen 2 worden geladen met dozen D met gelijkvormige produkten, waarbij de draagdelen 2 aan weerszijden op het voetdeel 5 kunnen worden gereden totdat er vier naast elkaar zijn geplaatst, zie fig. 1. Vervolgens kan het geheel met de vorkheftruck worden geladen en gelost.

Bij de distributeur kunnen de draagdelen 2 met de daarop staande stapel dozen afzonderlijk worden weggereden, waarbij het voetdeel 7 met andere draagdelen 2 en dozen met andere produkten gerangschikt worden op het voetdeel. Een dergelijk pallet met verschillende produkten kan vervolgens naar de detailist worden gebracht. De detailist is vrij om de stapels dozen apart te behandelen op het verrolbare draagdeel 2.

De uitvinding is niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvorm, waarbij wordt opgemerkt dat de pallet niet vier, maar twee of meer draagdelen 2 kan vertonen.

De langsligger gevormd door de balken 6 kan ook enkelvoudig zijn uitgevoerd, waarbij het draagdeel met twee blokvormige elementen ter weerszijden van de langs-balk kan zijn uitgevoerd.

Claims (7)

1. Draagpallet voor meer dan een stapel van verpakkingen, zoals dozen, voorzien van een draagvlak voor de stapels en een onder het draagvlak aangebracht voetdeel voor samenwerking met de lepels van een hefinrichting, bijvoorbeeld vorkheftruck, met het kenmerk, dat het draagvlak in een aantal draagdelen, overeenkomend met ten hoogste het aantal stapels, is verdeeld, waarbij elk draagdeel is voorzien van tenminste drie loopwielen, en welk voetdeel is voorzien van een aantal telkens een loopwiel steunende elementen, welke onderling zijn verbonden door een het draagdeel geleidende langsligger.

2. Draagpallet volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de steunelementen zijn gevormd door een zich dwars onder de langsligger uitstrekkende strook, waarbij de steekafstand tussen twee stroken overeenstemt met die van de loopwielen onder het draagdeel.

3. Draagpallet volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de langsligger zich telkens over vier dwarsstroken uitstrekt en de middelste dwarsstroken een steunvlak vertonen dat lager ligt dan die van de buitenste dwarsstroken.

4. Draagpallet volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het steunvlak op de middelste dwarsstroken als uitholling is uitgevoerd.

5. Draagpallet volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de langsligger uit twee op afstand van elkaar liggende balken bestaat en het draagdeel aan de onderzijde daarvan is voorzien van tenminste een tussen die balken passend op te nemen blokvormig element.

6. Draagpallet volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het blokvormig element aan de naar buiten gerichte zijde een afschuiningvertoont.

7. Draagpallet volgens een der voorgaande conclu- sies, met het kenmerk, dat althans één wiel van het draagdeel met een blokkeerrem is uitgevoerd.