NL8006984A

NL8006984A - Electro-acoustische transducent.

Info

Publication number: NL8006984A
Application number: NL8006984A
Authority: NL
Original assignee: Sony Corp
Priority date: 1979-12-31
Filing date: 1980-12-22
Publication date: 1981-08-03
Also published as: ATA630380A; IT1146224B; BR8008627A; AU540983B2; AT369940B; DE3048779C2; AU6552680A; DE3048779A1; GB2076257B; FR2472899B1; FR2472899A1; JPS5698097A; IT8050471A0; CA1160732A; GB2076257A; ES498231A0; NL191225B; GB2067378A; GB2067378B; JPS6028200B2

Description

’ C/Ca/eh/1211 f

Electro-acoustische transducent.

De uitvinding heeft betrekking op een electro-acoustische transducent, en meer in het bijzonder, zij het niet uitsluitend, op voor toepassing in koptelefoons bestemde luidsprekers van betrekkelijk geringe afmetingen. Voorts 5 leent de uitvinding zich voor toepassing bij voor andere doeleinden bestemde luidsprekers van groter afmetingen en bij microfoons.

In het algemeen kan worden gesteld, dat een electro-acoustische transducent van betrekkelijk geringe af-10 metingen, zoals een voor toepassing in een hoofdtelefoon bestemde luidspreker, is voorzien van een magnetisch circuit en van een membraan, met een koepelvormig centraal deel en een aan een steun- of draagorgaan te bevestigen, ringvormig buitenomtreksdeel. Waar het centrale membraandeel en het 15 buitenomtreksdeel van het membraan in elkaar overgaan is aan het membraan een spreekspoel bevestigd, welke in een lucht-spleet van het magnetische circuit steekt.

Daarbij strekken de aansluitgeleiders van de spreekspoel, welke door middel van een geschikte kleefstof 20 met het benedenoppervlak van het buitenomtreksdeel van het membraan zijn verbonden, zich in radiale richting langs dat benedenoppervlak uit. Daarna, dat wil zeggen buiten de kleefstof, zijn de niet aldus ondersteunde delen van de aansluitgeleiders aan of nabij de buitenomtrek van het membraan onder 25 een rechte hoek omgezet voor verbinding met aan een oppervlak van het steun- of draagorgaan aangebrachte aansluitingen.

Wanneer het membraan aan trillingen van grote amplitude wordt onderworpen, komt het voor, dat de aansluitgeleiders afbreken. Dit is het gevolg van het feit, dat de 30 aan het buitenomtreksdeel van het membraan bevestigde delen van de aansluitgeleiders met het membraan meebewegen, doch de omgezette delen van de aansluitgeleiders niet ondersteund zijn en bovendien onder practisch rechte hoeken zijn omgezet, zodat na enige tijd metaalvermoeidheid, brosheid en breuk in 35 de aansluitgeleiders optreden. Het feit, dat de aansluitgeleiders zich in radiale richting langs het benedenoppervlak 8006984 * '· * - 2 - van het ringvormige membraandeel uitstrekken, kan bovendien tot gevolg hebben, dat bij membraantrillingen van grote amplitude ongewenste stoorgeluiden optrèden.

De onderhavige uitvinding beoogt hierin ver-5 betering te brengen en een electro-acoustische transducent te verschaffen, welke vrij is van de hiervoor genoemde nadelen.

Uitgaande van een electro-acoustische transducent met een steun- of draagorgaan, een aan het draagorgaan bevestigd magnetisch circuit met een luchtspleet, een langs 10 een buitenomtreksdeel aan het draagorgaan bevestigd membraan en een aan het membraan bevestigde en in de luchtspleet stekende, cylindervormige spreekspoel met door middel van een kleefstof met het membraan verbonden aansluitgeleiders, schrijft de uitvinding nu voor, dat de aansluitgeleiders van de spreek-15 spoel zich in althans ten minste nagenoeg tangentiële richting van de spreekspoel naar de buitenomtrek van het membraan uitstrekken.

Voorts verschaft de uitvinding een electro-acoustische transducent met een steun- of draagorgaan, een 20 aan het draagorgaan bevestigd magnetisch circuit met een luchtspleet, een langs een randdeel aan het draagorgaan bevestigd membraan en met een aan het membraan bevestigde en in de luchtspleet stekende, cylindervormige spreekspoel met door middel van een kleefstof met het membraan verbonden aansluitgeleiders, 25 welke transducent volgens de uitvinding het kenmerk heeft, dat de aansluitgeleiders door middel van kleefstoffen van onderling verschillende hardheid met het membraan zijn verbonden, zodanig, dat de dichter bij de spreekspoel gelegen delen van de aansluitgeleiders door middel van een betrekkelijk harde 30 kleefstof en de dichter bij het randdeel van het membraan gelegen delen van de aansluitgeleiders door middel van een betrekkelijk zachte kleefstof met het membraan zijn verbonden.

De uitvinding zal worden verduidelijkt in de nu volgende beschrijving aan de hand van de bijbehorende teke-35 ning van enige uitvoeringsvormen, waartoe de uitvinding zich echter niet beperkt. In de tekening tonen: figuur 1 een axiale doorsnede door een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding van een electro-acoustische 8006984 - 3 - * -* transducent, figuur 2 een onderaanzicht op het membraan met de spreekspoel en de aansluitgeleiders van de transducent volgens figuur 1, 5 figuur 3 een onderaanzicht op de transducent volgens figuur 1, en figuur 4 een soortgelijk onderaanzicht als in figuur 2 op een andere uitvoeringsvorm volgens de uitvinding van een electro-acoustische transducent.

10 De in het hierna volgende te beschrijven uit voeringsvormen dienen als luidsprekers van betrekkelijk geringe afmetingen voor toepassing in hoofdtelefoons.

De transducent volgens figuur 1 is voorzien van een uit een dunne laag of film van kunststof bestaand 15 membraan 20, een magnetisch circuit 26 en van een als vorm-stuk van kunststof uitgevoerd steun- of draagorgaan 22, waaraan het membraan 20.en het magnetische circuit 26 zijn bevestigd. Het membraan 20 bestaat uit een koepelvormig centraal deel 20a en een daaraan grenzend, ringvormig buitenomtreks-20 deel 20b, dat met een randdeel 20c aan het draagorgaan 22 is bevestigd door middel van een geschikte ring 24.

Het magnetische circuit 26 omvat een cirkelvormige plaat 28, een permanente magneet 30 en een juk 32, waarbij zich tussen de plaat 28 en het juk 32 een luchtspleet 25 34 uitstrekt. In het grensgebied tussen het„centrale membraan- deel 20a en het buitenomtreksdeel 20b van het membraan 20 is door middel van een geschikte kleefstof aan het membraan een cylindervormige spreekspoel 36 zonder spoelkern bevestigd, welke in de luchtspleet 34 steekt.

30 Zoals figuur 2 laat zien, vertonen de aan sluitgeleiders 38 van de spreekspoel 36 zich tangentiaal ten opzichte van de spreekspoel 36 uitstrekkende delen 38a, welke overgaan in cirkelvormig gebogen delen 38b, welke zich eerst langs het buitenomtreksdeel 20b van het membraan 20 dichtbij 35 de ring 24 uitstrekken en vervolgens van het membraan 20 af-buigen, zoals figuur 1 laat zien, door een opening 40 in het draagorgaan 22 gaan en tenslotte eindigen in aansluitingen 8006984 * τ.

- 4 - 47 en 48, welke zijn bevestigd op een aan het buitenoppervlak van het draagorgaan 22 aangebrachte, isolerende plaat 42, zoals ook in figuur 3 te zien is.

Bij de hier beschreven uitvoeringsvorm van de 5 uitvinding zijn de tangentiaal verlopende delen 38a van de aansluitgeleiders 38 met het onderoppervlak van het membraan 20 verbonden door een betrekkelijk harde kleefstof 44. Deze kan bijvoorbeeld een kleefstof op rubberbasis zijn, zoals chloropreen in oplosmiddel, bijvoorbeeld DB-4738 (handels-10 merk van DB Bond Corporation). De circelvormig gebogen delen 38b van de aansluitgeleiders 38 zijn met het membraan 20 verbonden door een betrekkelijk zachte kleefstof 46. Deze kleefstof kan bijvoorbeeld een kleefstof op acrylbasis zijn, zoals bijvoorbeeld SC-717 (handelsmerk van Sony Chemical 15 Corporation). De aansluitgeleiders 38 worden bovendien binnen de opening 40 omgeven door een hoeveelheid kleefstof 48, welke van het zelfde type als de kleefstof 46 kan zijn. De zich nabij de aansluitingen 47 en 48 uitstrekkende einddelen van de aansluitgeleiders kunnen met elkaar en met het draagorgaan 20 22 zijn verbonden door middel van een kleefstof 50 oo epoxy harsbasis.

Bij de in de figuren 1, 2 en 3 weergegeveh uitvoeringsvorm van een electro-acoustische transducent volgens de uitvinding zijn de aansluitgeleiders 38 van de spreek-25 spoel 36 derhalve met het membraan 20 verbonden door twee verschillende soorten kleefstof, welke onderling verschillende hardheden hebben, waarbij de harde kleefstof zich nabij de spreekspoel 36 bevindt en de zachte kleefstof zich dichter bij het randdeel 20c van het membraan 20 bevindt.

30 Dit wil zeggen, dat de dichter bij de spreekspoel 36 gelegen delen van de aansluitgeleiders 38, dat wil zeggen de tangentiaal verlopende delen 38a, als één geheel met de spreekspoel 36 vormend aan de trillingen daarvan deelnemen. De cirkelvormig gebogen delen 38b van de aansluitgeleiders 38, dat 35 wil zeggen de zich nabij het randdeel 20c van het membraan 20 uitstrekkende delen, vormen als het ware één geheel met de spreekspoel 36 voor trillingen van betrekkelijk geringe 8006984 ~ -t» - 5 - amplitude daarvan, doch voor spreekspoeltrillingen van betrekkelijk grote amplitude kunnen de cirkelvormig gebogen delen 38b een beweging ten opzichte van de betrekkelijk zachte kleefstof uitvoeren. Hetzelfde geschiedt wanneer een betrek-5 kelijk grote uitwendige kracht op het randdeel 20b van het membraan 20 wordt uitgeoefend. Dit wil zeggen, dat de in dat geval op de aansluitgeleiders 38 uitgeoefende of overgebrachte krachten door de bijbehorende kleefstof, meer in het bijzonder de kleefstof 46, worden opgenomen; daardoor worden de in het 10 bijzonder op de gebogen delen 38c van de aansluitgeleiders 38 uitgeoefende krachten kleiner, zodat het gevaar voor breuk van de aansluitgeleiders 38 afneemt.

Bij de gewijzigde uitvoeringsvorm volgens figuur 4 strekken de aansluitgeleiders 38 zich eerst althans 15 ten minste nagenoeg in tangentiale richting vanaf de spreek-spoel 36 uit doch daarbij vormen zij reeds een cirkelboog; volgens deze cirkelboog volgen de aansluitgeleiders 38 een betrekkelijk lange baan van de spreekspoel 36 naar de buitenrand van het buitenomtreksdeel 20b van het membraan 20. Dichter 20 bij de spreekspoel 36 gelegen delen van de aansluitgeleiders 38 zijn met het membraan 20 weer verbonden door middel van een betrekkelijk harde kleefstof 44, zoals een kleefstof op rubberbasis, terwijl de verder van de spreekspoel 36 verwijderde en dichter bij de buitenrand van het omtreksdeel 20b 25 van het membraan 20 gelegen delen van de aansluitgeleiders met het membraan 20 door een betrekkelijk zachte kleefstof 46 zijn verbonden, zoals een ‘kleefstof op acrylbasis. Evenals bij de reeds beschreven uitvoeringsvorm van de uitvinding is het gevaar verminderd; dat de aansluitgeleiders 38 aan te 30 grote krachten worden onderworpen en na verloop van tijd breken.

Zoals uit het voorgaande blijkt, dienen volgens de uitvinding de aansluitgeleiders van de spreekspoel van een transducent zich vanaf de spreekspoel naar een buitenomtreksdeel van het membraan uit te strekken volgens een cirkelboog, 35 waarbij zij een ten opzichte van de tot nog toe gebruikelijke, radiale baan betrekkelijk lange baan volgen. Daardoor zullen binnen de aansluitgeleiders minder sterke krachten optreden 8006984 - 6 - en neemt het gevaar v aa breuk van de aansluitgeleiders af. Bovendien worden voor de bevestiging van de aansluitgeleiders aan het membraan kleefstoffen van onderling verschillende hardheid gebruikt, waardoor het gevaar van breuk eveneens af-5 neemt. Dit is in het bijzonder doeltreffend, wanneer de aansluitgeleiders zich langs de omtreksrand van het membraan uitstrekken en daarmede door een betrekkelijk zachte kleefstof zijn verbonden zoals aan de hand van figuur 2 is beschreven. De toepassing van een betrekkelijk zachte kleefstof, 10 zoals een kleefstof op acrylbasis, heeft tot gevolg, dat de bewegingen van de aansluitgeleiders worden gedempt, en vermindert bovendien de mogelijkheid, dat uit de aanraking tussen de aansluitgeleiders en het membraan ongewenste geluiden voortkomen.

15 Hoewel de in het voorgaande beschreven uitvoe ringsvormen betrekking hebben op luidsprekers van geringe afmetingen, kan de uitvinding eveneens worden' toegepast op luidsprekers van grotere afmetingen en voorts op microfoons van het dynamische type.

20 8 0 0 6 9 8 4

Claims

1. Electro-acoustische transducent met een draagorgaan, een aan het draagorgaan bevestigd magnetisch circuit met een luchtspleet, een langs zijn buitenomtreks-deel aan het draagorgaan bevestigd membraan en een aan het 5 membraan bevestigde en in de luchtspleet stekende, cylinder-vormige spreekspoel met door middel van een kleefstof met het membraan verbonden aansluitgeleiders, met het kenmerk, dat de aansluitgeleiders zich in althans ten minste nagenoeg tangentiale richting van de spreekspoel naar de buitenomtrek 10 van het membraan uitstrekken.

2. Transducent volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de aansluitgeleiders zich met cirkelvormige bogendelen langs het buitenomtreksdeel van het membraan uitstrekken,

3. Transducent volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de aansluitgeleiders door middel van kleefstoffen van onderling verschillende hardheid met het membraan zijn verbonden, zodanig, dat de dichter bij de spreekspoel gelegen delen van de aansluitgeleiders door middel van 20 een betrekkelijk harde kleefstof en de dichter bij het buitenomtreksdeel van het membraan gelegen delen van de aansluitgeleiders door middel van een betrekkelijk zachte kleefstof met het membraan zijn verbonden.

4. Transducent volgens conclusie 3, met het 25 kenmerk, dat de betrekkelijk harde kleefstof- een kleefstof op rubberbasis en de betrekkelijk zachte kleefstof een kleefstof op acrylbasis is.

5. Transducent volgens conclusie 3, voorzien van met de aansluitgeleiders verbonden aansluitingen, met 30 het kenmerk, dat de aansluitgeleiders zich met gebogen delen vanaf het membraan naar de aansluitingen uitstrekken, waar-‘ bij de gebogen delen van de aansluitgeleiders met een betrekkelijk zachte kleefstof zijn bedekt.

6. Electro-acoustische transducent met een 35 draagorgaan, een aan het draagorgaan bevestigd magnetisch 8 0 06 9 8 4 - 8 - circuit met een luchtspleet, een langs een randdeel aan het draagorgaan bevestigd membraan en een aan het membraan bevestigde en in de luchtspleet stekende, cylindervormige spreekspoel met zich langs het oppervlak van het membraan 5 uitstrekkende en door middel van een kleefstof met het membraan verbonden aansluitgeleiders, met het kenmerk, dat de aansluitgeleiders door middel van kleefstoffen van onderling verschillende hardheid met het membraan zijn verbonden, zodanig, dat de dichter bij de spreekspoel gelegen delen van 10 de aansluitgeleiders door middel van een betrekkelijk harde kleefstof en de dichter bij het randdeel van het membraan gelegen delen van de aansluitgeleiders door middel van een betrekkelijk zachte kleefstof met het membraan zijn verbonden .

7. Transducent volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de aansluitgeleiders zich vanaf de spreekspoel althans ten minste nagenoeg tangentiaal uitstrekken.

8. Transducent volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de aansluitgeleiders zich langs een gedeelte 20 van de buitenomtrek van het membraan uitstrekkende delen omvatten. 8 0 0S98 4