NL8006834A - Inrichting voor het regelen van de snelheid van een cilinderzuiger, in het bijzonder nuttig voor een vuurmond. - Google Patents

Inrichting voor het regelen van de snelheid van een cilinderzuiger, in het bijzonder nuttig voor een vuurmond. Download PDF

Info

Publication number
NL8006834A
NL8006834A NL8006834A NL8006834A NL8006834A NL 8006834 A NL8006834 A NL 8006834A NL 8006834 A NL8006834 A NL 8006834A NL 8006834 A NL8006834 A NL 8006834A NL 8006834 A NL8006834 A NL 8006834A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
piston
flow
cylinder
cam profile
pin
Prior art date
Application number
NL8006834A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Bofors Ab
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Bofors Ab filed Critical Bofors Ab
Publication of NL8006834A publication Critical patent/NL8006834A/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F15FLUID-PRESSURE ACTUATORS; HYDRAULICS OR PNEUMATICS IN GENERAL
    • F15BSYSTEMS ACTING BY MEANS OF FLUIDS IN GENERAL; FLUID-PRESSURE ACTUATORS, e.g. SERVOMOTORS; DETAILS OF FLUID-PRESSURE SYSTEMS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • F15B11/00Servomotor systems without provision for follow-up action; Circuits therefor
    • F15B11/02Systems essentially incorporating special features for controlling the speed or actuating force of an output member
    • F15B11/04Systems essentially incorporating special features for controlling the speed or actuating force of an output member for controlling the speed
    • F15B11/046Systems essentially incorporating special features for controlling the speed or actuating force of an output member for controlling the speed depending on the position of the working member
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F15FLUID-PRESSURE ACTUATORS; HYDRAULICS OR PNEUMATICS IN GENERAL
    • F15BSYSTEMS ACTING BY MEANS OF FLUIDS IN GENERAL; FLUID-PRESSURE ACTUATORS, e.g. SERVOMOTORS; DETAILS OF FLUID-PRESSURE SYSTEMS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • F15B2211/00Circuits for servomotor systems
    • F15B2211/30Directional control
    • F15B2211/305Directional control characterised by the type of valves
    • F15B2211/30525Directional control valves, e.g. 4/3-directional control valve
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F15FLUID-PRESSURE ACTUATORS; HYDRAULICS OR PNEUMATICS IN GENERAL
    • F15BSYSTEMS ACTING BY MEANS OF FLUIDS IN GENERAL; FLUID-PRESSURE ACTUATORS, e.g. SERVOMOTORS; DETAILS OF FLUID-PRESSURE SYSTEMS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • F15B2211/00Circuits for servomotor systems
    • F15B2211/30Directional control
    • F15B2211/31Directional control characterised by the positions of the valve element
    • F15B2211/3122Special positions other than the pump port being connected to working ports or the working ports being connected to the return line
    • F15B2211/3127Floating position connecting the working ports and the return line
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F15FLUID-PRESSURE ACTUATORS; HYDRAULICS OR PNEUMATICS IN GENERAL
    • F15BSYSTEMS ACTING BY MEANS OF FLUIDS IN GENERAL; FLUID-PRESSURE ACTUATORS, e.g. SERVOMOTORS; DETAILS OF FLUID-PRESSURE SYSTEMS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • F15B2211/00Circuits for servomotor systems
    • F15B2211/30Directional control
    • F15B2211/32Directional control characterised by the type of actuation
    • F15B2211/327Directional control characterised by the type of actuation electrically or electronically
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F15FLUID-PRESSURE ACTUATORS; HYDRAULICS OR PNEUMATICS IN GENERAL
    • F15BSYSTEMS ACTING BY MEANS OF FLUIDS IN GENERAL; FLUID-PRESSURE ACTUATORS, e.g. SERVOMOTORS; DETAILS OF FLUID-PRESSURE SYSTEMS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • F15B2211/00Circuits for servomotor systems
    • F15B2211/40Flow control
    • F15B2211/405Flow control characterised by the type of flow control means or valve
    • F15B2211/40515Flow control characterised by the type of flow control means or valve with variable throttles or orifices
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F15FLUID-PRESSURE ACTUATORS; HYDRAULICS OR PNEUMATICS IN GENERAL
    • F15BSYSTEMS ACTING BY MEANS OF FLUIDS IN GENERAL; FLUID-PRESSURE ACTUATORS, e.g. SERVOMOTORS; DETAILS OF FLUID-PRESSURE SYSTEMS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • F15B2211/00Circuits for servomotor systems
    • F15B2211/40Flow control
    • F15B2211/42Flow control characterised by the type of actuation
    • F15B2211/421Flow control characterised by the type of actuation mechanically
    • F15B2211/424Flow control characterised by the type of actuation mechanically actuated by an output member of the circuit
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F15FLUID-PRESSURE ACTUATORS; HYDRAULICS OR PNEUMATICS IN GENERAL
    • F15BSYSTEMS ACTING BY MEANS OF FLUIDS IN GENERAL; FLUID-PRESSURE ACTUATORS, e.g. SERVOMOTORS; DETAILS OF FLUID-PRESSURE SYSTEMS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • F15B2211/00Circuits for servomotor systems
    • F15B2211/40Flow control
    • F15B2211/455Control of flow in the feed line, i.e. meter-in control
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F15FLUID-PRESSURE ACTUATORS; HYDRAULICS OR PNEUMATICS IN GENERAL
    • F15BSYSTEMS ACTING BY MEANS OF FLUIDS IN GENERAL; FLUID-PRESSURE ACTUATORS, e.g. SERVOMOTORS; DETAILS OF FLUID-PRESSURE SYSTEMS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • F15B2211/00Circuits for servomotor systems
    • F15B2211/40Flow control
    • F15B2211/46Control of flow in the return line, i.e. meter-out control
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F15FLUID-PRESSURE ACTUATORS; HYDRAULICS OR PNEUMATICS IN GENERAL
    • F15BSYSTEMS ACTING BY MEANS OF FLUIDS IN GENERAL; FLUID-PRESSURE ACTUATORS, e.g. SERVOMOTORS; DETAILS OF FLUID-PRESSURE SYSTEMS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • F15B2211/00Circuits for servomotor systems
    • F15B2211/70Output members, e.g. hydraulic motors or cylinders or control therefor
    • F15B2211/705Output members, e.g. hydraulic motors or cylinders or control therefor characterised by the type of output members or actuators
    • F15B2211/7051Linear output members
    • F15B2211/7053Double-acting output members
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F15FLUID-PRESSURE ACTUATORS; HYDRAULICS OR PNEUMATICS IN GENERAL
    • F15BSYSTEMS ACTING BY MEANS OF FLUIDS IN GENERAL; FLUID-PRESSURE ACTUATORS, e.g. SERVOMOTORS; DETAILS OF FLUID-PRESSURE SYSTEMS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • F15B2211/00Circuits for servomotor systems
    • F15B2211/70Output members, e.g. hydraulic motors or cylinders or control therefor
    • F15B2211/75Control of speed of the output member
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F15FLUID-PRESSURE ACTUATORS; HYDRAULICS OR PNEUMATICS IN GENERAL
    • F15BSYSTEMS ACTING BY MEANS OF FLUIDS IN GENERAL; FLUID-PRESSURE ACTUATORS, e.g. SERVOMOTORS; DETAILS OF FLUID-PRESSURE SYSTEMS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • F15B2211/00Circuits for servomotor systems
    • F15B2211/70Output members, e.g. hydraulic motors or cylinders or control therefor
    • F15B2211/77Control of direction of movement of the output member
    • F15B2211/7716Control of direction of movement of the output member with automatic return

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Fluid Mechanics (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Actuator (AREA)
  • Mechanically-Actuated Valves (AREA)
  • Reciprocating Pumps (AREA)
  • Fluid-Pressure Circuits (AREA)
  • Transmission Devices (AREA)
  • Fluid-Damping Devices (AREA)

Description

*?». Λ
Inrichting voor het regelen van de snelheid van een cilinderzuiger, in het bijzonder nuttig voor een vuurmond.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het verkrijgen van een snelheidsregeling van een cilinderzuiger in samenhang met de cilinder of omgekeerd, in het bijzonder nuttig voor een vuurmond, waarbij gebruik wordt gemaakt van stromingsregelmiddelen, 5 die een mechanisch geregelde regelingang hebben, en die de cilinderzuiger voorzien van een stroming, die afhankelijk is van de regeling van de regelingang, maar onafhankelijk van de belasting op de zuiger, en tevens nokprofielmiddelen, die de regelingang bedienen voor het bereiken van het regelen. De uitvinding kan hierbij tevens worden toe-10 gepast in gevallen wanneer zowel de zuiger als de cilinder onderling beweegbaar zijn aangebracht.
Voor de sluitmechanismen en aanstampmiddelen aan stukken geschut en dergelijke is het bekend in snelheid geregelde bewegingen te bereiken van bijvoorbeeld een schroefkulasmechanisme of een aan-15 stampwagen met behulp van een zogenoemde klep met gelijkblijvende stroming en nokprofielmiddelen, die deze klep regelen. Voor de bekende uitvoering is hierbij voorgesteld gebruik te maken van vier terugslagkleppen, die in een brugverbinding zijn aangebracht hetgeen verzekert, dat de bedieningsstroming door de klep in dezelfde richting kan worden 20 geleid door de klep gedurende beide bewegingsrichtingen van de zuiger.
De bekende uitvoering vereist betrekkelijk veel ruimte aan de vuurmond, hetgeen betekent, dat er reeds lang een behoefte bestaat aan een uitrusting, die minder ruimte behoeft. Binnen het ontwikkelen van wapens of zichzelf blijven voortdurend behoeften aan een vereen-25 voudigde werking en ontwerp van de verschillende onderdelen van de wapens.
8006834 2
Het doel van de uitvinding is het verschaffen van een inrichting, die ondermeer de voomoemde moeilijkheden oplost, waarbij, de maatregelen die in hoofdzaak kunnen worden beschouwd als kenmerkend voor de nieuwe inrichting zijn, dat de stromingsregelmiddelen twee ^ kleppen met gelijkblijvende stroming omvatten, aangebracht voor het bepalen van de stroming voor elk der richtingen van de cilinderzuiger of de cilinder, en dat de nokprofielmiddelen een eerste nokprofiel hebben, dat het regelen bepaalt voor de eerste richting van de zuiger of de cilinder, en een tweede nokprofiel, dat het regelen bepaalt van de tweede richting van de zuiger of de cilinder.
In verdere ontwikkelingen van de uitvindingsgedachte zijn verder aanwijzingen voorgesteld voor de wijze waarop de samenwerking tussen de regelingang en de twee nokprofielen tot stand moet worden gebracht met behulp van bepaalde overbrengmiddelen, en de ontwerp de-tails van deze laatste middelen, Ook is aangegeven op welke wijze de inrichting zelf moet worden ontworpen, waarbij details worden gegeven van de wijze waarop de inrichting moet worden gebruikt in het bijzonder voor het sluiten en het aanstampen van de vuurmond.
De maatregelen echter die in hoofdzaak kunnen worden be-20 schouwd als kenmerkend voor de onderhavige inrichting zijn te ontlenen aan het onderscheidend kenmerk van de conclusie 1.
Naast het bereiken van een totale oplossing van de snelheids-regelwerkingen van een hydraulische zuiger, wordt tevens een betrouwbare werking en een technisch eenvoudig ontwerp bereikt, hetgeen onder-25 meer de noodzaak voor herhaaldelijke onderhoudstussenpozen opheft.
De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin: fig. 1 schematisch de snelheidsregelinrichting toont voor een hydraulische zuiger, gebruikt voor een vuurmond, die slechts sche-50 matisch is aangeduid, voor het regelen van het sluitmechanisme of de aanstampmiddelen van de vuurmond, fig. 2 een zijaanzicht is, gedeeltelijk in doorsnede, van delen van een praktische uitvoeringsvorm van de hydraulische cilinder met nokprofielen voor het sluitmechanisme aan een veldhou-55 witser, 8006834 * 3 fig. 3 een doorsnede is volgens de lijn III-III in fig. 2, fig. 4 een onderaanzicht is van de verbinding van de kleppen met gelijkblijvende stroming/ fig. 5 een doorsnede is volgens de lijn V-V in fig. 4, 5 fig. 6 een bovenaanzicht is van de verbinding volgens fig.
5, en fig. 7 een eindaanzicht is van de verbinding volgens de fig. 5 en 6.
In fig. 1 zijn delen van een kulasring, die bijvoorbeeld 10 behoort bij een op zichzelf bekende veldhouwitser, aangeduid door het verwijzingscijfer 1. Aan de betreffende kulasring is een sluitmechanis-me/ eveneens op zichzelf bekend/ aangebracht, dat een schroef 2 omvat, die zodanig is aangebracht, dat deze bij de achterdelen van de kulasring in zijn bovenste delen kan worden gezwaaid in een schametisch 15 aangedreven drager 3. De schroef 2 kan in de richting van de pijlen 4 worden gezwaaid tussen een open en een gesloten stand, waarbij in fig.
1 een tussenstand is weergegeven.
Voor een bepaalde soort veldhouwitsers bestaat de wens een zaklading of andere kruitlading, niet weergegeven, achter een granaat, 20 niet weergegeven, in de kamer 14 te kunnen aanbrengen. Hierbij is het van belang om ongeacht de lengte van de zaklading, die in verschillende vuurgevallen anders kan zijn, en de afstand tussen het achteroppervlak van het projectiel en het voorste deel van de zaklading of in het geval van een aantal zakladingen het voorste deel van de voorste zaklading, 25 in staat te zijn de achterste delen van de betreffende zaklading bij het binnenoppervlak 2a te plaatsen van de schroef 2 wanneer deze zich in de gesloten stand bevindt. Dit betekent, dat de schroef de daarin liggende zaklading geen harde stoot mag geven wanneer hij in zijn gesloten stand in de kulasring wordt gezwaaid. Dit betekent op zijn beurt, 30 dat de schroef een betrekkelijk lage sluitsnelheid moet hebben vlak voordat hij de gesloten stand bereikt. Aangezien het sluiten bovendien betrekkelijk snel moet plaatsvinden, betekent dit, dat de schroef veranderlijke snelheden moet hebben gedurende zijn sluiten, en tevens dat de snelheden gedurende het sluiten verschillen van die, die moeten 35 heersen gedurende het openen wanneer de omstandigheden anders zijn.
8006834 4
De sluit- en openende bewegingen van de schroef 2 worden geregeld met behulp van een bedieningscilinder 5, die werkzaam is met hydraulische olie op een qp zichzelf bekende wijze. De bedieningscilinder is uitgerust met een zuiger 6 en een zuigerstang 7, die aan zijn 5 buiteneinde is uitgevoerd met een rij tanden 7a, slechts gedeeltelijk weergegeven. De zuigerstang werkt via zijn tanden samen met een tandwiel 8, dat is verbonden met de drager 3 voor de schroef 2, zodat de zwaaibewegingen van de schroef worden verkregen door de lengtever-plaatsingsbewegingen van de heugel in de richtingen van de pijlen 9.
10 De hydraulische zuiger heeft een schroefveer 10, die de zuiger naar een uitgangsstand, aangeduid door 6a, tracht te drukken. In de uitgangs-stand 6a houdt de zuigerstang 7 de schroef in zijn gesloten stand.
De zuiger 6 wordt bediend tegen de werking van de veer 10 naar zijn tweede eindstand door middel van hydraulisch olie uit een 15 drukbron 11 en via ondermeer stromingsregelmiddelen 12, die vast ten opzichte van de zuigers zijn aangebracht. Deze stromingsregelmiddelen hebben twee ingangen 12a' 12a" en twee uitgangen 12b' en 12b". Tussen de drukbron 11 en de stromingsregelmiddelen is tevens een klep aangebracht voor het bepalen van de stromingsrichting of een de stroming 20 leidende klep 13, die zodanig is aangebracht, dat hij kan worden bediend door middelen, die de werking kunnen waarnemen, die aan de vuurmond wordt gebruikt voor het laden. De klep 13 bestaat uit een bekende vierwegsklep met drie standen. De klep neemt de stand 13a in wanneer de schroef moet worden gesloten, en de stand 13b wanneer de 25 schroef wordt geopend. De klep kan ook de stand 13c innemen in de eerste fase van de sluit- en openende bewegingen.
De stromingsregelmiddelen 12 zijn eveneens voorzien van een regelingang, die twee afzonderlijke regelmiddelen 12c' en 12c" omvat, die elk zijn aangebracht in samenwerking met zijn nokprofiel 30 15 en 16. Deze laatste zijn verbonden met de bewegingen van de zuiger stang 7 en worden dus langs de stromingsregelmiddelen bewogen, die vast zijn aangebracht ten opzichte van de zuiger. De verbindingen tussen de nokprofielen 15 en 16 en de zuigerstang zijn aangeduid door 15a. Een afvoerhouder is aangeduid door 17.
35 De hiervoor beschreven uitvoering is op de volgende wijze 8006834 « 5 werkzaam, waarbij is aangenomen, dat de schroef 2 wordt gesloten en de klep 13 de stand 13a inneemt. De veer 10 drukt de zuiger tegen de uitgangsstanden 6a, en derhalve wordt hydraulische olie weggeleid vanaf de onderzijde van de zuiger 6 en in de ingang 12a' van de stromings-5 regelmiddelen 12 en vervolgens naar buiten via de uitgang 12b' van dezelfde middelen naar de houder 17 via de klep 13. Zoals hierna beschreven zijn de middelen 12c' en 12c" zodanig aangebracht, dat het nokpro-fiel 15 de regelingang van de stromingsregelmiddelen gedurende deze bewegingsrichting van de hydraulische zuiger regelt. De stromingsregel-10 middelen geven een snelheidsverandering van de beweging van de zuiger, die wordt bepaald door het nokprofiel 15, en die bovendien onafhankelijk is van de belasting daarop dankzij de stromingsregelmiddelen.
Wanneer de schroef in de uitgangsstang 6a van de zuiger is gesloten, kan het betreffende salvo worden afgevuurd, waarna middelen, 15 die het laden waarnemen, de klep 13 kunnen bedienen naar de stand 13b, waarin de drukbron via de ingang en de uitgang 12a" en 12b" van de stromingsregelmiddelen en de stand 13b van de klep is verbonden met de zuiger 6 vanaf de zijde, die is gericht naar de stang, de zogenoemde zuigerzijde, zodat de zuiger wordt bediend naar zijn tweede eindstand 20 tegen de werking van de veer 10 en dan een openende beweging tot stand brengt van de schroef 2. Zoals hierna aangegeven zijn de regelmiddelen 12c' en 12c" zodanig aangebracht, dat het nokprofiel 16 het regelen van de stromingsregelmiddelen gedurende de laatstgenoemde bewegingsrichting van de hydraulische zuiger, regelt. In dit geval brengen de 25 staoningsregelmiddelen een snelheidsverandering tot stand van bewegingen van de zuiger, bepaalt door het nokprofiel 16, waarbij echter ode in dit geval de naar buiten gerichte stroming onafhankelijk is van de belasting op de zuiger dankzij de stromingsregelmiddelen, Wanneer de zuiger zijn tweede eindstand heeft bereikt en een nieuw laden van de 30 vuurmond heeft plaatsgevonden, wordt de klep 13 opnieuw bediend, enz.
Als een andere mogelijkheid voor het regelen van de schroef 2 kan het aanstampen van de vuurmond op de overeenkomstige wijze worden geregeld door middel van de zuiger, waarbij het aanstampen in fig. 1 schematisch is weergegeven door een aanstampwagen 19, verbonden met de 35 zuigerstang via een op zichzelf bekende verbinding 19a.
8006834 6
Fig. 2 is bestemd om een praktisch uitvoeringsvoorbeeld te tonen van een bedieningscilinder voor een sluitmechanisme, die een schroef omvat aan een veldhouwitser, waarbij alleen de delen zijn weerl gegeven waarop de uitvinding betrekking heeft. De hydraulische cilinder 5 omvat twee cilinderdelen 20 en 21. In het eerste cilinderdeel is een zuiger aangebracht, die kan worden verplaatst door middel van hydraulische olie qp een op zichzelf bekende wijze, en waarvan de zuiger-stang in fig. 2 is aangegeven door 22. Het cilinderdeel 21 omvat een verbindingsdeel 23, dat de zuigerstang en een heugel verbindt. Het 10 verbindingsdeel kan worden verplaatst door middel van de zuigerstang in het cilinderdeel 20 door een eindoppervlak aan de zuigerstang 22, dat samenwerkt met een overeenkomstig eindoppervlak van het verbindingsdeel 23. Een terugstelveer 24 (overeenkomende met de veer 10 in fig. 1) is aangebracht voor samenwerking bij het terugvoeren van de 15 zuiger 22 naar zijn uitgangsstand. Via zijn einde, dat is gericht naar het eerste cilinderdeel, heeft de heugel een dragerarm 26, die zich radiaal naar buiten uitstrekt. Aan het tweede einde van de arm 26 zijn twee nokprofielen 26,27 bevestigd, die worden gevormd met behulp van een cilindervormige stang 28, zodanig aangebracht dat hij kan verschui-20 ven ten opzichte van een vaste draagbuis 25. De stang 28 is in zijn lengterichting uitgesneden, waarbij zijn qp deze wijze gevormde bovenoppervlak is verdeeld in twee bovenoppervlakdelen door middel van een groef 28a, die zich in lengterichting uitstrekt (fig. 3). De bovenoppervlakdelen zijn bovendien golfvormig en vormen de nokprofielen, 25 waarmee de hierna beschreven overbrengmiddelen in aanraking zijn. De nokprofielen zijn in vertikale richting veranderlijk langs hun lengterichtingen, waarbij de verkregen profielhoogten de ingang naar de stro-mingsregelmiddelen regelen, zodat elke profielhoogte overeenkomt met één snelheid van de zuiger. Naast het veranderen van het betref-30 fende nokprofiel, veranderen de nokprofielen ook onderling, zodat het openen en sluiten voor bijvoorbeeld de schroef 2 anders is.
De stang 28, die zodanig is aangebracht dat hij kan ver-schuiven in de buis 25 is aan zijn tweede einde bevestigd aan de dragerarm 26 door middel van een schroef 29 en een moer 30, op welke 35 wijze de nokprofielen de zuigerstang 22 volgen, die zich in de cilinder 8006834 ·· «- 7 20 bevindt. De buis 25 heeft een einddeel 31.
De dragerarm 26 is op een op zichzelf bekende wijze bevestigd aan de zuigerstang 22. Het cilinderdeel 21 is uitgevoerd met een omhullingsgroef 21a, die zich in de lengterichting van de cilin-5 der uitstrekt en waarin de dragerarm wordt verplaatst wanneer de zuigerstang van het cilinderdeel 20 wordt bediend naar links in fig.
2.
Overeenkomstig de fig. 4-7 omvatten de stromingsregelmid-delen volgens de uitvinding twee kleppen met gelijkblijvende stroming, 10 waarvan de werking in beginsel algemeen bekend is. Elke klep met gelijkblijvende stroming kan worden beschouwd een deel te omvatten voor het bepalen van de stromingshoeveelheid, en een deel voor het tot stand brengen van de stroming.
In fig. 4 zijn de delen voor het bepalen van de hoeveelheid 15 van de gelijkblijvende stroming in de kleppen aangeduid door onderbroken cirkels 30a en 31a, waarbij de delen voor het tot stand brengen van de stroming zijn aangeduid door 30b en 31b. De delen 30a en 30b vormen hierbij de eerste klep met gelijkblijvende stroming en de delen 31a en 31b de tweede klep met gelijkblijvende stroming. Deze delen zijn 20 vervat in een eenheid 32, die een middendeel 31a heeft en twee zijdelen 32b en 32c. De delen 30a en 31a zijn hierbij aangebracht in het middendeel 32a, waarbij de delen 30b en 31b elk in zijn buitendeel 32b en 32c zijn aangebracht.
In fig. 4 is tevens een eerste stromingsrichting voor het 25 betreffende medium aangeduid door de ingangspijl 33a en de uitgangs-pijl 33b, en is een tweede stromingsrichting, dat wil zeggen de tegengestelde stromingsrichting, op overeenkomstige wijze aangeduid met ingangs- en uitgangspijlen 34a en 34b. In de eerste stromingsrichting is de klep 30a, 30b met gelijkblijvende stroming werkzaam, en in de 30 tweede stromingsrichting de klep 31a, 31b met gelijkblijvende stroming.
De delen 30a en 31a, en 30b en 31b zijn gelijk. In fig. 5 zijn de delen 30a, 30b en 31b weergegeven. Het deel 31a is dus volledig gelijk aan het deel 30a.
Overeenkomstig fig. 5 omvat het deel 30a een pen 35, die 35 zodanig is aangebracht, dat hij in lengterichting kan worden verplaatst, 8006834 8 hetgeen kan worden bediend tegen de werking van een veer 36. Aan de pen is een huls 37 bevestigd, die dient als een vemauwingshuls in samenhang met een inwendig kanaal 38 voor de ingangsstroming 33a.
De huls 37 heeft axiale groeven 37a. Wanneer de pen 35 de huls naar 5 beneden drukt vanuit de in fig. 4 weergegeven stand, kan dë ingangsstroming 33a in een kamer 39 gaan bij de bovenste delen van de huls 37. De hoeveelheid stroming, die hierbij in de kamer 39 gaat is afhankelijk van de mate van lengteverplaatsing van de pen 35. Hoe verder de pen naar beneden wordt gedrukt, hoe groter de stromingshoeveelheid is 10 en omgekeerd.
Vanuit de kamer 39 wordt de stroming geleid in het deel 30b, dat eveneens een vemauwingshuls 40 heeft, die aan zijn binnenzijde wordt bediend door een veer 41, die de huls naar de uitgangsstand, weergegeven in fig. 4, tracht te drukken. De veerkracht van de veer 41 15 wordt opgeteld bij de druk van het medium in de ingangsstroming in de kamer 39. Deze druk van het medium en de veerkracht worden in evenwicht gebracht tegen de ingangsdruk van het medium 33a', dat wordt geleid in de onderzijde van de huls 40, waar het werkzaam kan zijn tegen de onderzijde van de huls. De huls 40 regelt de hoeveelheid stroming, 20 die via de uitgang 43 naar buiten gaat in afhankelijkheid van het betreffende in evenwicht brengen.
Hierbij is het kenmerkend voor de hiervoor beschreven klep met gelijkblijvende stroming, dat bij een bepaalde mate van lengteverplaatsing van de pen 35 een bepaalde stromingshoeveelheid 25 wordt verkregen uit de uitgang 43 ongeacht de belastingtoestand voor het voorwerp, dat wil in dit geval zeggen de hydraulisch zuiger of de hydraulische cilinder, die moet worden voorzien van de stroming.
Indien de mate van lengteverplaatsing van de pen 35 wordt veranderd, wordt eveneens de stromingshoeveelheid, die naar buiten 30 gaat, veranderd, welke hoeveelheid daarna gelijk blijft totdat een nieuwe lengteverplaatsing van de pen plaatsvindt, enz.
Duidelijksheidshalve is het naar de onderzijde van de huls 40 leiden van de ingangsstroming 33a' in de figuur niet in bijzonderheden weergegeven, welk geleiden echter op een op zichzelf 35 bekende wijze plaats kan vinden via in de eenheid 32 geboorde gatem.
8006834 9
Bij de mediumgeleiding in de tweede richting 34a,34b, dat wil zeggen afvoeren vanaf de onderzijde van de zuiger 6 naar de klep 13 en de houder 17, is de werking voor delen 31a en 31b gelijk, zodat deze hier niet behoeft te worden herhaald.
5 Overeenkomstig het voorgaande heeft de regelingang aan de eenheid 32 tweedelige regelingangen, die worden vertegenwoordigt door de pennen van de delen 30a,31a, die in lengterichting kunnen worden verplaatst en waarvan alleen de pen 35 in de figuren is weergegeven. Elke pen behoort bij een van de hiervoor beschreven nokprofielen 26,27. 10 Het overbrengen van het betreffende nokprofiel naar de bijbehorende pen vindt plaats via overbrengmiddelen, die twee armen 44,44' omvatten, draaibaar gedragen aan een as 43.
De as 43 wordt op zijn beurt aan de bovenzijde gedragen van de eenheid 32 in een steun met twee nokken 45' en 45". De armen 15 44,44' worden in hun middendelen elk bediend door een veer 46, die de arm tegen het nokprofiel drukt. Aan hun tweede einden dragen de armen twee glijmiddelen 47 en 48, die samenwerken met elk der nokprofielen 26,27. De betreffende glijmiddelen zijn gelijk en onderling omgekeerd aangebracht. De betreffende glijmiddelen omvatten dus 20 een rol, die rolt tegen het betreffende nokprofiel. De rol wordt gedragen in een verbindingsdeel 49,49' aan zijn ene einde. Het verbindingsdeel wordt op zijn beurt draaibaar gedragen in de tweede einden van de armen 44,44' in een draaisteun 50,50'. Het verbindingsdeel is draaibaar tussen twee hoekdraaistanden, die in de figuur zijn aange-25 duid door 51a, 51a', en 51b, 51b'. De einddraaistand 51a, 51b wordt bepaald door de samenwerking van een zijoppervlak 49a aan het verbindingsdeel en een oppervlak 44a aan de arm 44. De tweede einddraaistand wordt bepaald door de maximale nokprofielhoogte. Het verbindingsdeel 49,49' wordt bovendiend door een torsieveer 52 en 52', die het 30 verbindingsdeel 49,49' in de eerstgenoemde einddraaistand 51a, 51b tracht te houden. Fig. 4 toont ook een vastzetmoer 53, die door samenwerking met een schroefdraad aan een dragend draaileger 54 aan de rol 47 de rol in zijn stand ten opzichte van het verbindingsdeel houdt.
De hiervoor beschreven aanbrenging van de glijmiddelen 35 is dus op de volgende wijze werkzaam. Wanneer het nokprofiel, dat 8006834 10 behoort bij de glijmiddelen waarmee de rol dus in aanraking is door de veerkracht van de veren 46 en 52, langs de vaste eenheid 32 wordt getrokken in de richting van de pijl 55, wordt het verbindingsdeel 49 gedwongen in zijn stand 51b te blijven als gevolg van de wrijving 5 tussen de glijmiddelen en het nokprofiel. Het verbindingsdeel vormt dan een stijf element, en brengt het betreffende nokprofiel over naar de pen 35, die in lengterichting wordt verplaatst in afhankelijkheid van het nokprofiel. De samenwerking tussen de arm 44 en de pen 35 vindt plaats via een klamp 44b, aangebracht aan de onderzijde van de 10 arm aan het tweede einde daarvan, en het bovenste einde van de pen. Indien echter het nokprofiel langs de eenheid 32 wordt bewogen in de tegengestelde richting, aangeduid door de pij 156, kan de verbinding 49 draaien in de steun 50 tegen de werking van de torsieveer 52. Dit draaien vindt plaats in afhankelijkheid van het nokprofiel en in 15 samenhang met de arm 44. Verder is de tegenhoudveer 36 van de pen 35 zodanig gekozen, dat de pen niet wordt bediend door deze laatstgenoemde draaibeweging van het verbindingsdeel. Bovendien is de maximale draaihoek van het verbindingsdeel zodanig gekozen, dat deze de maximale lengteverplaatsingsbeweging van de pen 35 overschrijdt, dat wil 20 zeggen dat deze in de richting 56 van het nokprofiel niet in staat is de pen via de overbrengmiddelen te bedienen.
Het glijmiddel 48 is op soortgelijke wijze gemaakt maar aangebracht als een omgekeerd beeld, zodat het dus de overbrenging vanaf zijn nokprofiel naar de daar bijbehorende pen tot stand brengt 25 in de richting van de pijl 56, en de overbrenging geen plaats vindt wanneer het betreffende nokprofiel in de richting van de pijl 55 wordt getrokken. Het voorgaande betekent dus, dat het nokprofiel 26 de stromingsregelmiddelen regelt in de eerste richting van de hydarulische zuiger, en het nokprofiel 27 de stromingsregelmiddelen regelt in ide 30 tweede richting van de hydraulische zuiger of omgekeerd.
De delen, waarop de uitvinding betrekking heeft, zijn geschikt voor een samenstelling tijdens een doeltreffend vervaardiging in een fabriek en dergelijke. De onderhavige delen kunnen gemakkelijk tot een eenheid worden gevormd in het betreffende verband, bijvoorbeeld 35 in verband met vuurmonden in de vorm van stukken geschut en dergelijke, 8006834 11 waarbij de uitvinding kan worden toegepast in verband met zowel een nieuwe vervaardiging als een aanvulling aan een reeds bestaande wapenuitrusting.
Het is duidelijk, dat veranderingen en verbeteringen 5 kunnen worden aangebracht zonder buiten het.kader van de uitvinding te treden.
8006834

Claims (11)

1. Inrichting voor het tot stand brengen van een snel-heidsregeling van een cilinderzuiger ten opzichte van de cilinder of omgekeerd, in het bijzonder nuttig voor een vuurmond, waarbij gebruik 5 wordt gemaakt van stromingsregelmiddelen, die een mechanisch geregelde regelingang hebben en die de cilinderzuiger of de cilinder voorzien van een stroming, die afhankelijk is van de regeling van de regelingang maar onafhankelijk van de belasting op de zuiger, en ook van nokprofiel-middelen, die de regelingang bedienen voor het tot stand brengen van 10 de regeling, met het kenmerk, dat de stromingsregelmiddelen (12,32) twee kleppen met gelijkblijvende stroming (30a,30b, en 31a,31b) omvatten, aangebracht voor het bepalen van de stroming voor elk der richtingen van de cilinderzuiger of de cilinder, waarbij de nokprofielmid-r delen een eerste nokprofiel (15 en 26) hebben, dat de regeling bepaalt 15 voor de eerste richting (55) van de zuiger of de cilinder, en een tweede nokprofiel (16 en 27) dat de regeling bepaalt van de tweede richting (56) van de zuiger of de cilinder.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat overbrengmiddelen (44,47,49) zijn voorzien, die kunnen samenwerken met 20 de nokprofielen (15,16 en 26,27) voor het overbrengen van het betreffende nokprofiel naar de regelingangen (12c',12c" en 35).
3. Inrichting volgens conclusie 2, waarbij de regelingang twee pennen omvat, die in lengterichting kunnen worden verplaatst tegen de werking van een veer, welke pennen elk behoren bij een van 25 de kleppen met gelijkblijvende stroming, met het kenmerk,dat de overbrengmiddelen eerste overbrengdelen(47,49) omvatten, die kunnen samenwerken met de eerste pen (35), en overbrengdelen (48,49’) die kunnen samenwerken met een tweede pen, welke eerste en tweede overbrengdelen de lengteverplaatsingen tot stand brengen van de betreffende pen in 30 afhankelijkheid van het betreffende nokprofiel.
4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de eerste overbrengdelen eerste glijmiddelen (47) omvatten die kunnen samenwerken met het eerste nokprofiel en zijn aangebracht voor het tot stand brengen van het overbrengen van het eerste nokprofiel (26) 35 naar de eerste pen (37) in de eerste richting (55) van de zuigerstang 8006834 en voor het in de tweede richting (56) van de pen niet tot stand brengen van overbrenging van het eerste nokprofiel naar de eerste pen, waarbij de tweede overbrengdelen tweede glijmiddelen (48) omvatten die kramen samenwerken met het tweede nokprofiel (27) en zijn aangebracht 5 voor het tot stand brengen van het overbrengen van het tweede nokprofiel (27) naar de tweede pen in de tweede richting van de zuiger (56) en voor het niet tot stand brengen van overbrenging van het tweede nokprofiel naar de tweede pen in de eerste richting (55) van de zuiger.
5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat 10 de eerste en tweede overbrengdelen zijn aangebracht aan twee armen (44,44'), die in hun ene einde worden gedragen en door veerkracht tegen de eerste en tweede nokprofielen worden bediend, aan de tweede einden vanwelke armen twee verbindingsdelen (49,49') draaibaar zijn aangebracht tussen twee draaistanden (51a,51a' en 51b,51b'), waarbij 15 elk verbindingsdeel een glijmiddel (47 en 48) draagt van de eerste en tweede glijmiddelen, en elk verbindingsdeel door een veermiddel (52,52') wordt bediend tegen zijn ene draaistand, en zodanig is aangebracht, dat in de bewegingsrichtingen '(55,56) van de zuiger of cilinder het een stijf overbrengelement vormt tussen het nokprofiel 20 (26 of 27) en de pen (35), en dat het in de tweede bewegingsrichting (6 en 55) van de zuiger een niet overbrengend element vormt, dat alleen het nokprofiel (26 of 27) volgt tegen de werking van het veer-middel, dat daarbij hoort, en zonder bediening van de pen (12c1, 12c" en 35).
6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat twee ingangen (12a', 12a") en twee uitgangen (12b' en 12b") zijn voorzien voor een bedieningsstroming naar de zuiger (6) of de cilinder (5) waarbij de eerste ingangen en uitgangen behoren bij de eerste klep (30a,30b) met gelijkblijvende stroming, 30 en de tweede ingangen en uitgangen behoren bij de tweede klep (31a, 31b) met gelijkblijvende stroming.
7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat een richtingsklep (13) is aangebracht, die kan worden bediend door de zuiger of een met de zuiger verbonden voorwerp (2 of 19), welke klep 35 de ingangen en uitgangen kiest voor de bewegingsrichting van de zuiger of cilinder. 8006834
8. Inrichting volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat de nokprofielen bestaan uit bovenste qppervlakdelen van een stang (28), die in zijn lengterichting is gedeeld, welke bovenste oppervlak-delen zijn gescheiden door een verdeelgroef (28a) die zich in de lengte- 5 richting van de stang uitstrekt.
9. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de kleppen met gelijkblijvende stroming een deel omvatten voor het bepalen van de stromingshoeveelheid, en een deel voor het tot stand brengen van de stroming, met het kenmerk, dat een eenheid (32) die een 10. tromings re geImi dde1 vormt, is uitgevoerd met een middendeel (32a), dat de delen (30a en 31a) omvat die de stromingshoeveelheid bepalen van de twee kleppen met gelijkblijvende stroming, en tevens zijdelen (32b en 32c) die elk een deel (30b en 31b) omvatten voor het tot stand brengen van de stroming.
10. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting is aangebracht aan een vuurmond, voor het bereiken van sluitende en openende bewegingen van het sluit-mechanisme in de vuurmond of voor het tot stand brengen van aanstamp-bewegingen in de aanstandmiddelen van de vuurmond, welke bewegingen 20 met veranderlijke snelheden moeten plaatsvinden langs de bewegingsbanen in de betreffende bewegingsrichting van de zuiger of de cilinder.
11. Inrichting in hoofdzaak zoals in de beschrijving beschreven en in de tekening weergegeven. 8006834
NL8006834A 1979-12-18 1980-12-17 Inrichting voor het regelen van de snelheid van een cilinderzuiger, in het bijzonder nuttig voor een vuurmond. NL8006834A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
SE7910400 1979-12-18
SE7910400A SE430821B (sv) 1979-12-18 1979-12-18 Foretredesvis for eldvapen anvendbar anordning for hastighetsstyrning av cylinderkolv

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8006834A true NL8006834A (nl) 1981-07-16

Family

ID=20339571

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8006834A NL8006834A (nl) 1979-12-18 1980-12-17 Inrichting voor het regelen van de snelheid van een cilinderzuiger, in het bijzonder nuttig voor een vuurmond.

Country Status (15)

Country Link
US (1) US4411188A (nl)
JP (1) JPS5694199A (nl)
CA (1) CA1145603A (nl)
CH (1) CH650840A5 (nl)
DE (1) DE3047353A1 (nl)
FI (1) FI70322C (nl)
FR (1) FR2473133A1 (nl)
GB (1) GB2065783B (nl)
IL (1) IL61597A (nl)
IN (1) IN155146B (nl)
IT (1) IT1127959B (nl)
NL (1) NL8006834A (nl)
NO (1) NO152472C (nl)
SE (1) SE430821B (nl)
YU (1) YU43761B (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
AT410371B (de) * 1997-08-06 2003-04-25 Intertechnik Tech Produktionen Geschütz
US6777601B1 (en) 2003-04-28 2004-08-17 Gregory L. Kerfoot Stringed musical instrument soundboard system
CN114046688B (zh) * 2021-10-19 2023-04-07 蓝箭航天空间科技股份有限公司 火箭起竖架快速后倒实现方法及实现系统

Family Cites Families (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB913891A (nl) *
US3126795A (en) * 1964-03-31 -timed out
CA630730A (en) * 1961-11-14 Carls William Control valve for fluid circuits
US2379180A (en) * 1940-02-10 1945-06-26 Vickers Inc Hydraulic retractor control
AT186476B (de) * 1954-09-11 1956-08-10 Rich Klinger Ag Drosselventil
US3037527A (en) * 1959-04-13 1962-06-05 Vickers Inc Power transmission
US3013532A (en) * 1960-04-01 1961-12-19 Gen Motors Corp Deceleration valve
SU139524A1 (ru) * 1960-07-13 1960-11-30 Л.С. Полещук Гидравлический замок
NL276046A (nl) * 1961-03-18 1900-01-01
US3186307A (en) * 1964-04-17 1965-06-01 Ellenbogen Alex Control valve system for pressure fluid cylinder
JPS4940237U (nl) * 1972-07-06 1974-04-09

Also Published As

Publication number Publication date
GB2065783A (en) 1981-07-01
IT1127959B (it) 1986-05-28
JPS5694199A (en) 1981-07-30
DE3047353C2 (nl) 1991-10-31
SE7910400L (sv) 1981-06-19
FI70322C (fi) 1986-09-15
NO152472B (no) 1985-06-24
JPH0118355B2 (nl) 1989-04-05
FR2473133B1 (nl) 1984-08-10
IT8050378A0 (it) 1980-12-16
CH650840A5 (de) 1985-08-15
YU319080A (en) 1983-09-30
US4411188A (en) 1983-10-25
YU43761B (en) 1989-12-31
SE430821B (sv) 1983-12-12
NO803821L (no) 1981-06-19
FR2473133A1 (fr) 1981-07-10
DE3047353A1 (de) 1981-09-10
GB2065783B (en) 1983-06-22
FI803828L (fi) 1981-06-19
FI70322B (fi) 1986-02-28
IL61597A (en) 1983-07-31
IN155146B (nl) 1985-01-05
NO152472C (no) 1985-10-02
CA1145603A (en) 1983-05-03

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US3292554A (en) Axial piston device
EP2018509B1 (de) Funktionssteuerung insbesondere für das lineare zuführen einer munition in ein waffenrohr
US2963983A (en) Device for reducing noise in multicylinder piston machines
SE501437C2 (sv) Ventilmekanism i en förbränningsmotor
NL8006834A (nl) Inrichting voor het regelen van de snelheid van een cilinderzuiger, in het bijzonder nuttig voor een vuurmond.
CA2991453A1 (en) Weapon drive and weapon drive with an emergency weapon stop
GB125126A (nl)
JPS6020099A (ja) 空気式砲身復座機構
EP0357712B1 (de) Verschlussmechanismus für eine rohrwaffe
EP0695925B1 (en) Recoil system
US5913262A (en) Breech for barrel-type firearms
NL8102902A (nl) Inrichting voor het overdragen van een draaimoment vanaf een rond een draaihartlijn draaiend aandrijf- op een draaibaar aangedreven element.
US5817967A (en) Small or medium caliber multi-barrel automatic weapon of the gatling type, notably designed for firing telescoped munitions
US650180A (en) Fluid-brake for guns.
US4955281A (en) Counterrecoil blocking device
US993003A (en) Hydraulic brake for guns having recoiling barrels.
US2762455A (en) Piston distributor, especially for lubricants
US897821A (en) Recoil apparatus for guns.
US283688A (en) vayasseur
US381821A (en) Magazine fire-arm
US1227134A (en) Device for adjusting the recoil length in fluid recoil-brakes for guns.
US117367A (en) Improvement in cap-guns
IL39858A (en) Semi-automatic and automatic firearms with removable sleeves
US755418A (en) Recoil-brake for guns.
US428960A (en) schneider

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed