NL8006514A - Werkwijze en mechanisme voor het inbrengen van een elastische band in uitgekozen gebieden van beddegoed dat het matras omhult. - Google Patents

Description

- 1 -

Werkwijze en mechanisme voor het inbrengen van een elastische band in uitgekozen gebieden van beddegoed dat het matras omhult.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en een mechanisme voor het inbrengen van een elastische band in uitgekozen gebieden van beddegoed, dat het matras omhult.

Het is bekend, dat in de laatste tijd liet gebruik van de 5 soorten beddelakens steeds meer algemeen is verspreid, die een matras geheel omwikkelen (in het algemeen van het veertype of een dergelijk type) meer op de wijze van een kap of een nauw sluitende bekleding.

Het is eveneens bekend, dat dergelijke omhullende bedde-10 lakens zijn voorzien in hun.· hoek gebieden van delen van een elastische band om de beddelakens dicht en nauwsluitend aan het matras te hechten, waarop zij zijn geschoven. Beddelakens van dit soort zijn overwogen om het omslachtige omslaan van lakens te vermijden en ook om de omgekeerde behandeling te 15 vergemakkelijken, wat een aanzienlijke besparing van tijd zowel bij gebruik thuis als in hotels met zich mee zou brengen.

Tenslotte is het ook bekend, dat de handeling van het toepassen van elastische band op de hoekgebieden of hoeken van het omhullende laken een handeling is, die tot nu toe is uit-20 gevoerd geheel met de hand, d.w.z. de elastische band moest worden gebracht in een vouw van de vrije rand van het laken en daarop vastgenaaid: de enige handeling die mechanisch kon worden uitgevoerd was het stikken van de elastische band met behulp van een naaimachine, maar de stappen van het vouwen 25 van de lakenrand, het inbrengen van de elastische band aan het begin van een hoekgebied, het afknippen van de elastische band bij het voltooien van het naaien van een hoekgebied en het terugtrekken van de elastische band uit de naaibaan van de naaimachine vóór het opnieuw starten van de nu geschetste 30 cyclus wanneer het volgende hoekgebied van het beddelaken is bereikt, moest noodgedwongen met de hand worden uitgevoerd, omdat geen machine of mechanisme tot nu toe bestond, die in staat was een dergelijke reeks stappen automatisch en vooral zeer betrouwbaar uit te voeren.

35 Zoals hierboven in hoofdlijnen aangegeven, is de opeen volgende werkwijze voor het toepassen van een elastische band q η n fi r 1 & - 2 - op hoekgebieden van een omhullend beddelaken tot nu toe overwegend met de hand uitgevoerd: het zal duidelijk worden wanneer de onderhavige uitvinding verder wordt beschreven, dat een werkwijze en een mechanisme zijn overwogen om de reeks 5 boven geschetste stappen uit te voeren met een eenvoudige werkwijze en met eenvoudige mechanische en elektrische middelen en met behulp van een behoorlijk geschikte industriële naaimachine.

Het grondprincipe, waarop de werkwijze volgens de onder-10 havige aanvrage is gebaseerd, is het nemen als een referentie-déel van de naaizoom, randsgewijze ieder aangrenzend paar van de vier zijdelingse flappen van het beddelaken verenigt, dat het matras omwikkelt. Er zijn natuurlijk vier van deze flappen en dus vier naaizomen: de elastische bahd 15 moet worden gestikt juist voor en na de naaizoom in ieder hoekgebied. Wanneer een taster een dergelijke zoom voelt, wordt een steektel-handeling automatisch gestart, waarbij het aantal steken een functie is van de lengte van de elastische band, die moet worden gestikt of genaaid op elk 20 respectievelijk hoekgebied van het laken?· waarna de laken-rand behoorlijk naar binnen wordt gevouwen en de elastische band kan opnemen in het zakachtige gedeelte van de zo verschafte lakenrand, terwijl een signaal wordt gegeven aan een elastisch bandinbrengorgaan voor het inbrengen van de elas-25 tische band in de genoemde zak en aan de naaldstang van de machine voor het starten van het naaien van de elastische band aaniihèt naar binnen gevouwen laken, en een ander signaal voor het stoppen van het inbrengen van de elastische band, voor het terugtrekken van het inbrengorgaan voor de elastische 30 band van de lakenrand en het afsnijden van de elastische bandlengte, waarbij het laken wordt toegevoerd in de machine-richting tot de volgende hoekzoom is gedetecteerd en de cyclus opnieuw begint.

Anders en nauwkeuriger uitgedrukt, de werkwijze volgens 35 de uitvinding omvat de stappen van automatisch aftasten met een bepaalde tijd vooraf van het passeren van de dwarsrand-zomen van het laken langs een besturingspunt, dat is verbonden met een naaimachine en gelegen voor het stikpunt maar op een vooraf bepaalde afstand daarvan. Dit passeren 40 brengt het signaal voort, dat de automatische toevoer start 8006514 5 - 3 - van de elastische badd (die strak moet worden gehouden) zijdelings in de gevouwen lakenrand, zodat het naaien gelijktijdig wordt gestart met het toevoeren van de elastische band en een bepaald aantal steken voor en na de dwarsrand-5 zoom van het laken duurt, waarna een ander signaal wordt gegeven, de elastische band zijdelings wordt bewogen,· maar in een richting tegengesteld aan de voorgaande richting, om te worden teruggetrokken uit de naaimachine en daarom uit de naailijn: in dit stadium ondergaat de elastische bahd, het 10 vroeger vrije einde waarvan nu stevig aan het laken is gestikt, een twijnbeweging en kan worden afgesneden door een snijblad dat is gelegen in de geschikte drukvoet van de naaimachine. Opgemerkt wordt zeer terloops, dat het afsnijblad onder een vertikaal vlak ligt en heen en weer kan worden bewogen: 15 wanneer het zich in zijn onwerkzame stand bevindt, is het snijblad verborgen in de drukvoet vanwaar het uitsteekt om de elastische band af te snijden wanneer het blad tijdig wordt opgedragen dit te doen. De bovengenoemde twijnbeweging van de elastische band is bestemd om de elastische band zelf 20 in de geschikte stand te brengen om te worden afgesneden door het snijblad op het juiste ogenblik zoals hieronder nader zal worden beschreven. Wanneer de elastische band is afge-sneden, leiden de gebruikelijke organen van de naaimachine voor het toevoeren van het weefsel het laken voorwaarts tot 25 de volgende dwarsrandzoom wordt gedetecteerd en de juist beschreven cyclus opnieuw wordt uitgevoerd.

Een kenmerk van de uitvinding, dat de aandacht verdient, is de omstandigheid dat het verschil in breedte tussen de reeds genaaide gevouwen rand en de vrije rand van de omtreks-30 rand van het niet genaaide weefsel een stopsignaal doet ontstaan, dat het einde van de automatische reeks stappen aangeeft: slechts een klein gedeelte van de te naaien gevouwen rand is overgebleven en dit kan uiterst snel worden gedaan door de bestuurder voordat het gerede stuk uit de naaimachine 35 wordt teruggetrokken.

Een ander kenmerk van de uitvinding, dat uiterst belangrijk is, zowel uit het gezichtspunt van een juiste werking van de naaimachine en de bevredigende uitvoering van de werkwijze, is dat het te bewerken voorwerp, dat is het bedde-40 laken waarop elastische bandgedeelten moeten worden toegepast a Λ Π C C Λ L

- 4 - op vooraf gekozen hoekzones, vertikaal en vrij moet hangen van de machine: tedieneinde is de machine beter gemonteerd op een onderstuk of stellage, waaronder een geschikte diepe vertikale ruimte dwingend moet zijn aangebracht (d.w.z. een 5 schacht, een koker, een punt of een trechter of iets dergelijks) : dit kenmerk is zo belangrijk dat het verdient daarop de nadruk te leggen.

Om de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding constructief uit te voeren, moet de werking van een industriële naaimachine worden gecoördineerd met de bediening van een gelei dingsmechanisme van de vrije omtreksrand van het laken, met een mechanisme voor het besturen van het passeren van de dwarsrandzomen, met een mechanisme voor het inbrengen van de gspannen elastische band, en met een mechanisme voor het 15 terugtrekken van de elastische band en het afsnijden daarvan wanneer de stikhandeling van de elastische band is voltooid: zoals boven voorgesteld moet onder de naaimachine een voldoende vertikale ruimte aanwezig zijn om de delen van het laken, die niet rechtstreeks worden gegrepen door de naaimar 20 chine en/of door de geleidings- en besturingsorganen daarvan, vrij vertikaal te laten hangen onder de trekkracht van hun eigen gewicht

Het mechanisme voor het aanvankelijke leiden van de vrije rand van de omtrekslakenflappen werkt door als een 25 steunbasis een overhangend cilindrisch steunlichaam te hebben, waarboven twee vrij dragende tandwielen samenwerkend zijn gemonteerd, die een veerkrachtig geribde rubber bekleding vertonen, de ribben of strepen strekken zich in tegengestelde richtingen uit, deze tandwielen zijn gemonteerd op 20 een tuimelaar, die wordt bestuurd door middelen die bestemd zijn om de baan van de vrije omtreksrand van het laken af te tasten. Ieder tandwiel kan worden gedrukt tegen het cilindrische steunlichaam reagerend op mogelijke afwijkingen van de vrije lakenrand ten opzichte van de verwachte juiste 25 baan daarvan.

Een dergelijk geleidingsmechanisme voor de vrije rand van het laken wordt bediend door organen voor het aftasten en detecteren van de baan van de vrije rand van het laken, waarbij de genoemde detecteer- en aftastorganen bij voorkeur 40 zijn uitgevoerd als fotoelektrische cellen en dergelijke 8006514 * * - 5 - organen: deze cellen detecteren iedere afwijking van de vrije omtreksrand van het laken, zodat het laken kan worden teruggebracht naar zijn juiste baanlijn door op ieder tandwiel in te werken. Wanneer in het geheel geen vrije 5 rand wordt gedetecteerd, wordt een bevel gegeven om de naaimachine geheel stil te zetten, wat plaatsvindt in het geval van een werkelijke fout of ook wanneer de reeks stappen voor het toepassen van de elastische band op al de vier hoek-gebieden is afgelopen.

10 De dwarse hoekzomen worden afgetast door een soort dikte- meetinrichting, die direct stroomafwaarts van het geleidings-mechanisme is gemonteerd, dat in de voorafgaande alinea is beschreven. Bij voorkeur maar niet noodzakelijkerwijze bestaat een dergelijke dikte-meetinriöhting uit een vast deel 15 en een beweegbaar deel, dat scharnierend daarop is aangebracht. De ruimte tussen het vaste en het beweegbare deel komt overeen met de gemiddelde dikte vah het weefsel: wanneer de zijdelingse hoekzoom door de bovengenoemde ruimte voorbijgaat, kantelt het beweegbare deel van de meetinrichting naar voren 20 (d.w.z. in de richting van de machine) en een microschakelaar wordt bediend, bijv. door een kleine tuimelaar.

Het op deze wijze opgewekte signaal wordt gezonden naar een elektrisch telmechanisme of schakeling, zodat de inrichting voor het inbrengen van de elastische band of voor het 25 terugtrekken daarvan uit de naailijn al naar gelang het geval is, wordt bediend.

Het inbrengen van de elastische band in de omlaag gevouwen rand van het laken wordt uitgevoerd met behulp van een soort klamp of draadleider, die is aangebracht op het bodem-30 einde van een inbrengstang: deze stang wordt geleid langs een gebogen baan , waarvan de einden resp. corresponderen met de inbhengstand van de elastische band of met de stand van de elastische band buiten de naailijn.

De langsas van de elastische band is altijd evenwijdig 35 aan de naailijn en de naderings- of terugtrekbeweging van de inbrengstang langs de gebogen baan, die wordt bepaald door een gebogen spleet die gevormd is in een leidorgaan dat is bevestigd aan het machinefreem, worden uitgevoerd door een behoorlijk bestuurd draaibaar verbindingsórgaan, 40 dat hieronder nader zal worden beschreven. Er wordt aan - 6 - herinnerd dat de elastische band constant een bepaalde graad van spanning of trekkracht moet bezitten.

Wanneer de gewenste lengte van de elastische band is genaaid op de omgevouwen rand van het laken in het betreffende 5 hoekgebied, moet de elastische band worden afgesneden: deze handeling wordt uitgevóerd door een snijblad dat is gemonteerd in de geschikt gemaakte drukvoet van de naaimachine, zoals reeds boven voorgesteld. Wanneer de afsnijstap is voltooid, wordt de inbrengstang gebracht naar het tegenoverge-10 stelde einde van zijn gebogen baan en de cyclische opeenvolging van de stappen wordt weer hervat.

Het voornaamste doel van de uitvinding is het mogelijk te maken automatisch en betrouwbaar een handeling uit te voeren, die tot nu toe overwegend een opeenvolging van stap-15 pen met de hand was.

Een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een samenstel van mechanische hulporganen en schakelorganen om een gewone industriële naaimachine aan te passen teneinde deze machine in staat te stellen al de handelingen te ver-20 richten die nodig zijn om automatisch en betrouwbaar een elastische band op uitgekozen hoekgebieden toe te passen van een beddelaken, dat een matras omwikkelt of omhult, werkelijk zonder enige tussenkomst met de hand van de bedienings-man van de machine.

25 Andere doeleinden en voordelen van de uitvinding zijn reeds hierboven in grote lijnen beschreven en zullen beter worden begrepen wanneer de bijzondere uiteenzetting : van de werkwijze en de machine voortschrijdt in verband met een typische voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding die 30 hieronder nader zal worden beschreven.

De tekeningen tonen volledig de beste wijze die de aanvrager kent voor het constructief uitvoeren van de onderhavige uitvinding in de praktijk, zowel in termen van werkwijze als mechanische en elektrische samenstellende delen die 35 moeten wotden gehecht aan een industriële naaimachine van het type dat gewoonlijk wordt gebruikt in de textielindustrie. In de tekeningen tonen: fig. 1 een in grote lijnen geschetst aanzicht, van een stijf matras, waarop het betreffende textielvoorwerp, d.w.z.

40 een omhullend beddelaken dat elastisch gemaakte hoekgebieden 8006514 - 7 - heeft, is aangebracht; fig. 2 een zijdeaanzicht, gedeeltelijk in dwarsdoorsnede, dat de totale inrichting van de machine en zijn voornaamste samenstellende delen toont evenals het textielvoorwerp daarop; 5 fig. 3 zeer schematisch het werkingsprincipe van de werkwijze en de machine volgens de uitvinding; fig. 4 schematisch een aanzicht ontwikkeld op het vlak van het vel van de tekening van een deel van het voorwerp van textiel in een hoekzone waarvan een elastische bandseg-10 ment is ingebracht; fig. 5 schematisch in perspectief een aanzicht van wat in fig. 4 boven is weergegeven; fiig. 6 schematisch de vrije rand van de omtreksrand van het beddegoed in de stand direct voor het naaipunt van de 15 gevouwen rand, en het punt waarop een breedteverandering van de gevouwen rand wordt uitgevoerd; fig. 7 een blokdiagram dat de voornaamste stappen van de werkwijze en de corresponderende werkzame samenstellende delen van de mechanische en elektrische samenstellen illus-20 treert; fig. 8 in perspectief een aanzicht van de voornaamste werkzame samenstellende delen van het mechanisme en de algemene inrichting daarvan; fig. 9 in perspectief een detail van de voornaamste 25 werkzame samenstellende delen van het mechanisme; fig. 10 een groot detail waarbij de respectievelijke standen zijn weergegeven van de verschillende werkzame samenstellende delen van het mechanisme met de inbrengstang en de elastische band die daardoor wordt gedragen in zijn on-30 werkzame stand; fig. 11 een groot detail verwant aan dat van fig. 10 maar gezien van de tegenovergestelde zijde, en het ogenblik waarop de elastische band onder de gevouwen rand van het beddelaken wordt gegledan waarbij een deel van het beddela-35 ken ook is weergegeven.

fig. 12 een fragmentarisch groot detail waarbij het ogenblik wordt getoond waarop de elastische band wordt teruggetrokken uit de naaistand en een twist daarin wordt gedrukt waarna het snijblad uit zijn geleiding snapt en 40 de genoemde elastische band afsnijdt; o η Λ c e λ L

- 8 - fig. 13 in perspectief een detail van het weefsel-ge-leidend en vouwend orgaan, dat is teruggetrokken uit het mechanisme om zijn vorm beter te kunnen toelichten; fig. 14 een zijaanzicht van de machine om andere samen-5 stellende delen, die niet geheel in de andere figuren zijn weergegeven, te illustreren en fig. 14a een detail om de steektelinrichting te illustreren.

Fig. 1 toont het betreffende voorwerp van textiel, d.w.z. 10 een soort instelbaar beddelaken, dat als een kap een stijf matras omgeeft, bijv. een veermatras.

Het referent!enummer 1 geeft in het algemeen het beddelaken aan.

Het voorwerp wordt voorgesteld als reeds op een matras 15 te zijn geschoven^en men kan onderscheiden het eigenlijke beddelaken 2, dat het achtervlak is gezien in de tekening, de zijflappen 3a,3a resp. 3b, 3b, langer resp. korter, die samen, wanneer zij met dwarsnaden 5 zijn genaaid, het zijvlak 4 van het laken vormen, dat een gesloten lus vormt.

20 Op de hoekgebieden van het laken en op de voorgrond kan men de gekroesde elastisch gemaakte delen zien (zonder re-ferentienummer). Natuurlijk zullen de elastische gemaakte hoekgebieden op de rechthoekige bodemomtrek liggen, zodat het oppervlak van het beddegoed, waarop het lichaam van de 25 slapende persoon rust, geheel glad en zonder kreukels is.

Fig. 2 toont het voorwerp van textiel geplaatst op de machine: het is belangrijk, zoals reeds boven aangeduid, dat het vlak bepaald.>door de omlaaggaande (of stijgende. , al naar gelang het geval is ) randlijn 6 van het voorwerp 1 30 een vertikaal vlak is, tenminste met nauwkeurige benadering: wanneer dit het geval is, maakt de toevoerbeweging verschaft door de naaimachine 11 het mogelijk dat de zoomlijn 8 niet afwijkt uit zijn verwachte baan, en dat al de werk-stappen vlot kunnen plaatsvinden zonder enige hulp met de 35 hand nodig te hebben.

Om aan deze wezenlijke voorwaarden te kunnen voldoen, is een schacht of koker aangeduid bij H aangebracht onder de naaimachine zoals weergegeven in fig. 2. De naaimachine 11 is voorlopig weergegeven in grote lijnen met de aflever-40 spoel DS voor de elastische band.

8006514 -f * - 9 -

De groeplfiguren van fig. 3 t/m fig. 6 is bestemd om de methode volgens de uitvinding duidelijk te illustreren.

De werkwijze volgens de uitvinding maakt het de vrije rand 6 van de lus van de zijflap van het laken mogelijk te 5 worden gevormd en gevouwen om een vouw 7 te verschaffen die door steken wordt bevestigd van de naaimachine 11. In het inwendige van de huls verschaft door het vouwen van het weefsel bij 7 kan een elastische band 10 worden gebracht om een elastisch gemaakt hoekzone 9 te leveren.

10 De zoomlijn 9 is aangebracht door de gebruikelijke naai machine 11, die moet worden gemonteerd boven een schacht of een koker of op een passend grote stellage.

Fig. 3 toont het best het grondprincipe van de werkwijze volgens de uitvinding.

15 Het weefsel wordt gevouwen zoals bij 7 op de vrije rand van het laken 4 en de naaihandeling wordt gestart op een punt tussen twee opeenvolgende zijdelingse dwarszomen 5. Het passeren van de zijdelingse dwarszomen 5 wordt bestuurd op een controlepunt M voor het naaipunt C; dit naaipunt bevindt zich 20 op een afstand van M door een bekend (vooraf bepaald) aantal steken van de naaimachine. Dit passeren door het controlepunt M brengt een signaal voort, waarvan het effect is dat, nadat een aantal steken n is gemaakt gelijk, aan het verschil tussen het aantal steken D en het aantal steken d^ , 25 corresponderend met het naaien van het aanvankelijke deel van de elastisch gemaakte zone 9, de toevoer van de elastische band 10 kan worden gestart. Het aantal steken kan gelijk zijn aan of verschillen met het aantal steken d^ van het deel van de elastisch gemaakte zone 9, dat langs de 30 betreffende zijdelingse dwarszoom 5 is voorbijgegaan. Nauwkeuriger uitgedrukt, wanneer een zoom 5 langs het controlepunt M gaat, beveelt een microschakelaar 12 die is verbonden met een electronische schakeling, wanneer de naaimachine een aantal steken n = D -ei heeft gemaakt, en het punt a 35 waarop de elastische band 10 aanvangt in het gevouwen deel 7 van het weefsel te worden gebracht/ de naaistand C heeft bereikt, het starten van het zijdelings inbrengen van de voorrand van de elastische band 10 in het gevouwen gebied 7. De elastische band 10 wordt gehouden in het gevouwen ge-40 bied 7 totdat het vooraf bepaalde aantal steken (d^ + d^)

Λ Λ Λ Λ r -f L

- 10 - voor en achter de zoom 5 is uitgevoerd. Het punt B van het weefsel zal de naaistand C hebben bereikt waarop de gespannen elastische band 10 weggetrokken wordt van het gevouwen gebied 7 en is afgesneden in zoverre de vervaardiging van 5 het elastisch gemaakte gebied 9 zo is voltooid.

Zodra de volgende zoom 5 het controlepunt M bereikt, wordt de boven beschreven reeks stappen herhaald en het naaien van de niet-elastisch gemaakte rand van het laken 1 wordt dan voltooid.

10 Er wordt de voorkeur aangegeven maar het is in het geheel niet noodzakelijk dat de elastisch gemaakte gebieden 9 ieder symmetrisch worden aangebracht ten opzichte van de zomen 5; wanneer dit het geval is, zal d^ gelijk zijn aan et, en deze situatie is het best zichtbaar in fig. 5.

15 De plotselinge verandering van de breedte a (fig. 3 en 6) tussen het reeds genaaide gevouwen gebied 7 en de vrije rand 6 van de zijflappen 4 vindt plaats voor het leveren van een signaal op een stand R (fig. 3), dat aangeeft dat de gehele zone 4, die elastisch moet worden gemaakt, daar is ge-20 passeerd, waarbij het resultaat van het signaal het stilzetten van de naaimachine 11 is. Het punt R bevindt zich op een afstand van de naaistand C, die overeenkomt met een aantal steken 5 die moeten worden gemaakt door een bedienende persoon, die de naaimachine onafhankelijk bedient wanneer het 25 voorwerp uit de machine wordt getrokken, zodat het naaien van de begin- en de afsluiteinden van het gevouwen gebied 7 kan worden voltooid.

Het stoppunt is materieel uitgevoerd als een geleidings-mechanisme 13 van de vrije rand 6 en een fotoelectrische 30 cel 15 of een equivalent orgaan is daarvoor aangebracht.

Het detecteren van het passeren van de zoom 5 voorbij het controlepunt M vindt plaats met behulp van een dikte-meetinrichting 6, die werkzaam is verbonden met een micro-schakelaar 12 of een equivalente inrichting.

33 De automatische vorming van de gevouwen gebieden 7 door het verlagen van de rand 6 van het weefsel vindt plaats door een speciaal aangebrachte vormhoom 17, die bestaat uit twee vorm- en weefselgeleidende-delen en FG2, die het best zichtbaar zijn in fig. 13 en elders in de tekeningen.

40 Het blokdiagram van fig. 7 dient om in èen samenvattend 8006514 - 11 - bovenaanzicht de verschillende functionele onderlinge verbindingen tussen de verschillende functionele eenheden van het gehele samenstel weer te geven: het is geen eigenlijk leidingsschema inzover de schakelingen kunnen zijn ontworpen 5 op een geschikte wijze door een expert in het ontwerpen van electrische en electronische schakelingen.

De figuren 8,9,10,11 en 12 tonen in groter detail de samenstellende delen en de voornaamste werkstanden van het mechanisme, dat de werkwijze uitvoert volgens de onderhavige 10 uitvinding.

De handeling van het inbrengen van de elastische band 10 in de gewenste hoekgebieden van het beddelaken 1 wordt uitgevoerd door de voorwaartse toevoer van het het voorwerp van textiel door de passende mechanismen van de naaimachine 11 functioneel te verbinden met het geleidingssamenstel 13 voor de lakenrand 6, de diktemeetinrichting 16, de invoereenheid 18 voor de elastische band 10 en een snijeenheid, die in het algemeen is aangeduid bij 19. Een weefsel-geleidend scherm IA is aangebracht v66r het samenstel 13 direct daaronder.

Het textielstuk 1 is geplaatst aan het Begin op een cilindrisch steunorgaan 20, dat overhangend is bevestigd aan een vastjdeel van de machine 11: boven het steunorgaan 20 zijn op een tuimelaar 23 de vrij draaiende tandwielen 21 en 22 gemonteerd. Deze wielen hebben gestreepte rubber bekledingen 25 van zacht rubber om een goede greep op het weefsel te hebben. Een pneumatische vijzel 24 bedient de tuimelaar 23 en wordt bestuurd door een detector, van de baan betreden door de rand 6 van het weefsel: een dergelijke detector, die in het voorbeeld is weergegeven, is de fotoelectrische cel 14. Het signaal van de fotoelectrische cel werkt op zodanige wijze dat een van de twee met rubber gevoerde wielen 21 (of 22) tegen de cilindrische kern 20 wordt gedrukt, waarbij de rand 6 van het weefsel daartussen wordt geleid.

De fotoelectrische cel 14 controleert de afwijking van de 35 rand 6 uit de verwachte baan terwijl de fotoelectrische cel 15, die feitelijk een veiligheidsfotoelectrische cel is, de scheiding of zelfs de totale afwezigheid van de weefselrand 6 detecteert en de machine 11 tot stilstand brengt.

Een onafhankelijke algemene aan-uitschakelaar SW is ook 40 aangebracht.

* A Λ * C 4 L

- 12 -

De opsporing van de zijdelingse hoekzomen 5, die zoals boven aangegeven de besturende organen van de gehele werking van de machine zijn, vindt plaats met behulp van de dikte-meetinrichting 25. Deze meetinrichting bestaat uit een eerste 5 gebogen deel 26 en een tweede steundeel 27, die scharnierend met elkaar zijn verbonden. Wanneer de dikte-toeneming tengevolge van het passeren van de zoom 5 door de meetinrichting is gedetecteerd, wordt het beweegbare deel 26 naar voren gezwenkt, d.w.z. in de richting van de toevoer van het weefsel, 10 en drukt tegen een kleine tuimelaar-en-volgorgaaneenheid 12a van de microschakelaar 12 zodat een signaal wordt voortgebracht, dat op de juiste tijd en als functie van het aantal steken, dat is geteld door het steektelsamenstel SCA (fig.

7 en 14-14A) de bekrachtiging en ontkrachtiging van de een-15 heid 18 zal besturen, die dient om de elastische band 10 naar binnen te leiden of terug te trekken. Ook de punten A en B van het begin en einde van ieder elastische gemaakt hoekge-bied 9 zijn op deze wijze juist en eenduidig bepaald.

De eenheid 18 voor het inbrengen van de elastische band 20 10 in het gevouwen deel 7 van de flappen 4 bestaat uit een klamp of draadleider 28, die is aangebracht op het einde van een inbrengstang 29. Deze stang wordt geleid in een gebogen spleet 30, die is gevormd door een plaat 31 die op een vrijdragende of dergelijke wijze is bevestigd aan het 25 freem van de naaimachine 11.

De vorm en afmetingen van de gebogen spleet 30 moeten zodanig worden gekozen dat zij corresponderen met het amplitude van de baan van de draadleider 28 en op deze wijze van de elastische band 10, die daardoor wordt geklemd naar het 30 naaigebied van de machine 11 en daar vanaf.

De inbrengstang 29 wordt bestuurd door een tuimelsamen-stel 32,32a, dat wordt bewogen door een pneumatische vijzel 33 onder de totale besturing van het steektelsamenstel SCA (fig. 7 en 8).

35 De werking van de afsnijeenheid 19 voor het snijden van de elastische band 10 wanneer het gewenste segment daarvan is bevestigd door het naaien aan de beoogde hoekzohe van het beddelaken 1 is als volgt.

De gebruikelijke persvoet, die in al de gebruikelijke 40 naaimachines aanwezig is, zou aangepast moeten zijn om een 8006514 - 13 - snijblad 34 op te nemen, dat ligt en heen en weer wordt bewogen op een vertikaal vlak in een geleiding 35 gevormd in de aangepaste persvoet 36: dit is praktisch de enige verandering, die in de eigenlijke naaimachine 11 moest worden 5 aangebracht om de werkwijze volgens deze uitvinding uit te voeren. Het zal duidelijk zijn dat al de andere functionele eenheden en mechanische organen, die tot nu toe hierin zijn beschreven en onderstaand nog zullen worden beschreven, in feite uitwendige aanhechtingen zijn aan de eigenlijke naai-10 machine. Het is nauwelijks nodig eraan te herinneren, dat de drukvoet 36 een gemakkelijk verwisselbaar deel is zodat, indien dit nodig is, het kan worden verwijderd en vervangen door een gebruikelijke drukvoet en de machine kan worden gebruikt voor andere verrichtingen dan die welke hierin spe-15 ciaal zijn beschouwd.

Speciale aandacht wordt nu gegeven aan de fig. 10,11 en 12.

Fig. 10 toont de stand van de voornaamste samenstellende delen die van belang zijn voor de invoering van de elastische 20 band en het heen en weer beweegbare snijblad 34 is zichtbaar, dèt is gemonteerd in zijn geleiding 35 'in de drukvoet 36: het blad is nu in zijn onwerkzame stand.

Al deze organen vormen de snijeenheid 19.

De heen en weergaande beweging van het afsnijblad wordt 25 uitgevoerd door een gewoon krukmechanisme 37, dat het best zichtbaar is op de voorgrond van fig. 10, en het mechanisme 37 wordt bediend door de pneumatische vijzel 37a dat zichtbaar is op de achtergrond. Natuurlijk is de bediening van het snijblad 34 gesynchroniseerd als functie van het aantal steken 30 zoals geteld door de steekteleenheid SCA.

Fig. 10 toont ook, echter zonder referentiecijfers, de gebruikelijke naaldstang, de naald, de naaldplaat n, £ en een part naaidraad, en de geribde wielen 38,38a, die het weefsel toevoeren en het stuk textiel 1 voorwaarts leiden 35 op een wijze die op zichzelf gebruikelijk is. Ook zichtbaar zijn in fig. 10 de hoomvormige delen FG^ en FGj, die het weefsel vouwen en die de vouweenheid 17 vormen, die het best zichtbaar is in fig. 13: deze eenheid dient om de dubbele vouw in het weefsel te drukken en op deze wijze een soort 40 omhulsel te vormen dat dient voor het omgeven van de elastische

Λ Λ Λ * C A L

- 14 - band 10. De band is zeer gebruikelijk en is een textielband, waarin fijne rubberdraden of draden van een ander elastomeer materiaal zijn geweven.

Fig. 11 is een afbeelding van het ogenblik, waarop de 5 inbrengstang 29 zich in de binnenste stand in de gebogen spleet 30 bevindt: door vergelijking met fig. 10 zal het duidelijk zijn dat in fig. 10 de stang 29 zich in de buitenste stand in 30 bevond.

Fig. 11 toont duidelijk de (dubbel) gevouwen weefselrand 10 en de andere samenstellende delen van het mechanisme als weergegeven en beschreven in verband met het commentaar op fig.

10.

Fig. 12 toont nu het ogenblik waarop de inbrengstang 29 weer is teruggebracht naar de stand van fig. 10: het verschil 15 is dat in fig. 10 de elastische band 10 reeds was afgesneden en.de voorrand daarvan enigszins gerafeld was in fig..10 zichtbaar terwijl in fig. 12 de elastische band 10 nog is gehecht aan zijn deel dat aan het lakenweefsel 1 is gestikt.

Als men zich herinnert dat de elastische band gedragen door 20 de stang 29 en stroomopwaarts met betrekking tot de klamp (draadleider) 28 in ieder geval (fig. 10,11,12) evenwijdig loopt met de naailijn of de lijn van de machinerichting óf zo met een behoorlijke benadering en dat het snijblad 34 zich vertikaal en evenwijdig aan de machinerichting uit-25 strekt, zal het duidelijk zijn, dat wanneer de stang 29 van de binnenst^indstand in de spleet 30 naar de buitenste eindstand daarin wordt verschoven, de elastische band 10 die is bevestigd aan het weefsel doordat het daaraan is genaaid, een twijn krijgt die zichtbaar is bij 10a in fig. 12: het 30 is in een zodanige stand weergegeven dat het gemakkelijk kan worden afgesneden door het snijblad 34 (ook zichtbaar in de tekening) wanneer het blad uit zijn zitting in de drukvoet 36 snapt. Er wordt nog eens op gewezen, dat de elastische band 10 voorgespannen moet zijn: voor dit doel kan een eenvoudige 35 drukrem B (het best zichtbaar op de voorgrond in fig. 11) zijn aangebracht of een andere dergelijke inrichting. De remeenheid B voor de elastische band 10 kan pneumatisch worden bediend in het onderhavige geval maar andere typen van bediening of besturing zijn altijd mogelijk. Het is van belang 40 dat ook de AAN en UIT standen van het remmechanisme B juist 8006514 - 15 - zijn gesynchroniseerd en in overeenstemming zijn met de andere machinefuncties.

Tenslotte tonen de figuren 14 en 14a de bijzonderheden van het steektelsamenstel SCA. Het vliegwiel FW van de naai-5 machine 1 heeft een venster dat aan zijn omtreksoppertoLak is gevormd en een electrönische taster ES (bijv. een van het type dat gevoelig is voor een magnetisch veld) telt de passeringen van het venster WD langs de aftaster ES, d.w.z, de omdraaiingen van de hoofdas van de machine en op deze wijze 10 al.jde heen- en weergaande bewegingen van de naaldstang en zo tenslotte de steken.

Dit alles vereist geen speciale bekwaamheid en hierin kan gemakkelijk worden voorzien door een geschoolde arbeider.

Ten overvloede wordt nog bemerkt dat de werkwijze vol-15 gens ; de uitvinding zich zeer goed leent te worden uitgevoerd door een besturingsmicroprocessor, die gemakkelijk kan worden geprogrammeerd door iedere bekwame electrönische expert: de mechanismen die nodig zijn voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding zijn reeds in bijzonderheden be-20 schreven en hun werking is verklaard en het zal ondermeer duidelijk zijn dat zij in het geheel niet ingewikkeld of kostbaar zijn zodat het absoluut geen probleem is een fabriek daarmede uit te rusten.

De uitvinding is weergegeven en beschreven in verband met 25 een voorkeursuitvoeringsvorm daarvan maar het zal duidelijk zijn dat daarin veranderingen kunnen worden aangebracht zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

- C o n c 1 u s i e s - q n fl fi R 1 4

Claims (11)

1. Werkwijze voor het invoeren van een elastische band in uitgekozen hoekgebieden van een beddelaken dat om een'matras is gewikkeld/ met het kenmerk, dat hij de volgende stappen omvat: 1. aftasten van de naaizoom, die randsgewijze êên van de vier zijdelingse flappen van het beddelaken verenigt, dat ’ het genoemde matras omgeeft; 2. signalering van de aftasting van een dergelijke naai-zoom aan een steektelsamenstel van een naaimachine waarin een 10 vooraf bepaald,-aantal steken is ingesteld, dat correspondeert met de lengte van de genoemde hoekgebieden die elastisch moeten worden gemaakt; 3. detectering van de juiste stand van het beddelaken ten opzichte van de gekozen naailijn en geleiding van het bedde- 15 laken daarlangs waardoor het beddelakendeel, dat niet direct is betrokken bij de vouw- en naaihandeling, vertikaal en vrij naar omlaag hangt; 4. vouwen van de lakenrand bij eennstand voor de naaizone om een omhulsel te vormen bestemd om een elastische band daar- 20 in op te nemen; 5. leiden van de voorrand van een voorgespannen elastische band in het omhulsel, dat wordt gevormd door de dubbele rand van het genoemde beddelaken en het starten vah de werking van de naainaald van de machine om de genoemde elastische 25 band en de genoemde dubbele rand van het beddelaken aaneen te naaien; 6. voortzetting van het toevoeren van de elastische band en het naaien daarvan langs een naaibaanlengte corresponderend met het genoemde voorafbepaalde aantal steken; 7. bewegen van de genoemde elastische band vanaf de ge noemde naailijn en het drukken van een twist op het ongenaaide gedeelte; 8. loodrecht afsnijden van het getwijnde deel van de genoemde elastische band; 9. voortzetten van het randvouwbedrijf en van het naaien zonder dat de elastische band aanwezig is totdat de volgende zijdelingse flapnaaizoom wordt gevoeld; 10. hervatting van al de opeenvolgende stappen van 1 tot 8006514 - 17 - 9 totdat al de vier hoekgebieden van het laken, dat het matras omgeeft, elastisch zijn gemaakt door respectievelijke delen van de genoemde elastische band; 11. afmaken van het naaien van het overblijvende niet- 5 elastisch gemaakte gebied van de dubbele rand van het bedde-laken en 12. verwijdering van het gerede textiel-stuk uit het naaigebied.

2. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze vol gens conclusie.1, met het kenmerk, dat het in combinatie omvat; a) een industriële naaimachine met een naald, een naald-stang, een mechanisme die de naaldstang heen en weer beweegt, 15 een naaldplaat, een schuitje, een drukvoet en een mechanisme voor het toevoeren van het weefsel; b) een vast orgaan voor het ondersteunen van het weefsel dat moet worden voorzien van een elastische band en voor het geleiden daarvan naar het naaigebied van de genoemde naai- 20 machine; c) een vrije vertikale ruimte onder het genoemde vaste orgaan, dat het weefsel ondersteunt, om het deel van het weefsel vrij en vertikaal te laten hangen, dat niet is gegrepen door de naaimachine; 25 d) organen voor het drukken van het weefsel, dat in de inrichting binnenkomt, tegen het genoemde vaste steunorgaan onder de besturing van tenminste ééninrichting, die in staat is de stand van de weefselrand af te tasten; e) een diktemeetinrichting voor het aftasten van de dikte 30 van de dwarse hoekzomen van het genoemde beddelaken; f) een weefsel-rand-vorming-en verdubbelingsinrichting geplaatst direct stroomafwaarts van de genoemde weefsel-druk-organen en de genoemde stand-aftastinrichting(en) voor het naar omlaag vouwen van de rand van het genoemde bedlakenweef- 35 sel; g) een spoel voor het afgeven van een elastische band, die is geplaatst boven de genoemde naaimachine; h) een mechanisme voor het leiden van de elastische band naar de omlaaggevouwen weefselrand, voor het houden van de 40 genoemde elastische band in de ruimte die is aangebracht door η Λ Λ G i L - 18 - de genoemde omlaaggevouwen weefselrand totdat de genoemde rand en de genoemde elastische band aaneengenaaid zijn, en voor het terugtrekken van de genoemde elastische band van het genoemde naaigebied van de genoemde naaimachine en van de ge- 5 noemde gevouwen weefselrand terwijl gelijktijdig een twist wordt gedrukt op het ongenaaide deel van de genoemde elastische band; i) een reminrichting voor het spannen van de genoemde elastische band; 10 j) een afsnijmechanisme, dat hoofdzakelijk bestaat uit een snijblad, dat heen en weer beweegbaar is op een vertikaal vlak en gelegen is in een speciaal aangebrachte ruimte van de drukvoet van de genoemde naaimachine; k) een steektelsamenstel behorend bij een draaibaar 15 samenstellend deel van de genoemde naaimachine en l) organen die kunnen worden bediend door de genoemde diktemeetinrichting voor het starten van het bedrijf van de naaimachine en het laten voortduren daarvan gedurende een tijd die bepaald wordt door het genoemde steektelmechanisme. 20

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het genoemde vaste orgaan voor het ondersteunen van het weefsel bestaat uit een in het algemeen cilindrisch lichaam, waarop het weefsel, dat in de inrichting komt, wordt 25 geleid naar het naaigebied van de naaimachine.

4. Inrichting volgens conclusie 2,met het ken merk, dat de genoemde vrije vertikale ruimte onder het vaste draagorgaan een schacht is, die een diepte heeft, die 30 in hoofdzaak meer is dan de omtrekslengte van het beddelaken.

5. Inrichting volgens conclusie 2,met het ken merk, dat de organen voor het drukken van het weefsel, dat in de inrichting treedt bestaat uit twee met rubber beklede 35 tandwielen, die zijn gemonteerd op een tuimelaar voor het afwisselend drukken van ieder tandwiel tegen het genoemde weefsel en uit een bedieningsmechanisme voor het bewegen van de genoemde tuimelaar.

6. Inrichting volgens conclusie 5,met het ken- 8006514 - 19 - merk, dat het genoemde orgaan voor het drukken van het weefsel, fotoelektrische detectieorganen heeft die daarbij behoren om de aanwezigheid en de stand van de genoemde weef-selrand af te tasten ten opzichte vah de naailijn. *

7. Inrichting volgens conclusie 2,met het ken merk, dat de genoemde diktemeetinrichting bestaat uit een vast deel en een beweegbaar deel, die scharnierend met elkaar zijn verbonden, waarbij het beweegbare deel werkzaam is op schakelorganen om een elektrisch signaal te leveren wan-10 neer één van de genoemde dwarsrandhoekzomen van het genoemde weefsel is afgetast door het genoemde beweegbare deel, dat kantelt naar het naaigebied van de genoemde naaimachine.

8. Inrichting volgens conclusie 2,met het ken- 15 merk, dat de genoemde inrichting voor het vormen en ver dubbelen van de weefselrand bestaat uit twee Koomvormige organen, die zich op een afstand van elkaar bevinden, waarbij het hoornvormige orgaan , dat stroomopwaarts is geplaatst breder is dan het hoornvormige orgaan, dat stroomafwaarts is 20 geplaatst, om geleidelijk de weefselrand te vormen en om te vouwen vóór het leiden van de elastische band daarin.

9. Inrichting volgens conclusie 2,met het ken merk, dat het mechanisme, dat de elastische band toe- 25 voert en terugtrekt, bestaat uit een stang die scharnierbaar is verbonden met een scharnierbaar stangenstelsel dat is bevestigd aan het freem van de naaimachine, waarbij deze stang wordt geleid in een gebogen spleet die is gevormd door een vlakke geleidingsplaat, die overhangend is bevestigd aan het 30 genoemde machinefreem, waarbij het vrije einde van de genoemde stang eindigt in een draadleider, die de elastische band vasthoudt, en aandrijforganen voor het bewegen van de genoemde stang van het ene einde naar het andere einde van de genoemde gebogen spleet en omgekeerd om aan de genoemde stang 35 bewegingen te geven resp. naar de naailijn en van de naailijn af.

10. Inrichting volgens conclusie 2, m e t het kenmerk, dat het genoemde snijmechanisme voor de elas- ftAOfi 5 1 4 - 20 - tische band bestaat uit een snijblad, dat vertikaal is gelegen voor een hëen- en weergaande beweging in een geleiding, die wordt gevormd in een ruimte gevormd in de drukvoet van de genoemde naaimachine, en een hefboomstelsel voor het geven 5 van plotselinge heen- en weergaande bewegingen aan het genoemde snijblad, waarbij het genoemde hefboomstelsel een kruk-mechanisme is dat is bevestigd aan het freem van de genoemde naaimachine.

11. Inrichting volgens ^ conclusie 2, m e t het k e n m e r k, dat de organen, die kunnen worden bediend door de diktemeetinrichting voor het starten van de werking van de naaimachine een microschakelaar is, waarvan het anker wordt gedreven door het beweegbare deel van de genoemde 15 diktemeetinrichting. 8006514