NL8006361A - Snelbevestigingsinrichting voor het met de hand losneembaar vastleggen van meubelstukken in de transportruimte van een transportvoertuig. - Google Patents

Snelbevestigingsinrichting voor het met de hand losneembaar vastleggen van meubelstukken in de transportruimte van een transportvoertuig. Download PDF

Info

Publication number
NL8006361A
NL8006361A NL8006361A NL8006361A NL8006361A NL 8006361 A NL8006361 A NL 8006361A NL 8006361 A NL8006361 A NL 8006361A NL 8006361 A NL8006361 A NL 8006361A NL 8006361 A NL8006361 A NL 8006361A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
clamping
furniture
piece
lever
fastening device
Prior art date
Application number
NL8006361A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Kick Wilhelm
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Kick Wilhelm filed Critical Kick Wilhelm
Publication of NL8006361A publication Critical patent/NL8006361A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60PVEHICLES ADAPTED FOR LOAD TRANSPORTATION OR TO TRANSPORT, TO CARRY, OR TO COMPRISE SPECIAL LOADS OR OBJECTS
    • B60P7/00Securing or covering of load on vehicles
    • B60P7/06Securing of load
    • B60P7/13Securing freight containers or forwarding containers on vehicles
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60PVEHICLES ADAPTED FOR LOAD TRANSPORTATION OR TO TRANSPORT, TO CARRY, OR TO COMPRISE SPECIAL LOADS OR OBJECTS
    • B60P3/00Vehicles adapted to transport, to carry or to comprise special loads or objects
    • B60P3/32Vehicles adapted to transport, to carry or to comprise special loads or objects comprising living accommodation for people, e.g. caravans, camping, or like vehicles
    • B60P3/36Auxiliary arrangements; Arrangements of living accommodation; Details

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Transportation (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Clamps And Clips (AREA)
  • Drawers Of Furniture (AREA)

Description

L t
Snelbevestigingsinrichting voor het met de hand losneembaar vastleggen van meubelstukken in de transportruimte van een transportvoertuig.
De uitvinding heeft betrekking op een snelbevestigingsinrichting voor het met de hand losneembaar vastleggen van meubelstukken in de transportruimte van een als voer-tuigaanhanger of in het bijzonder motorvoertuig uitg.evoerd transport-5 voertuig, in het bijzonder een kleine bus, woonauto of werk- plaatswagen, met tenminste twee kleminrichtingen welke op afstand van elkaar opgesteld zijn en telkens voorzien zijn van twee in elkaar grijpende, met elkaar klembare klemdelen waarvan het ene klemdeel aan het meubelstuk en het andere klemdeel aan een bodem-10 plaat of begrenzingswand van de transportruimte aangebracht is.
Dergelijke, als woonvoertuig of werkvoertuig uitgevoerde transportvoertuigen zijn in hun voor het werken en/of bewonen begaanbare transportruimte of leefruimte voorzien van een meubelinrichting zoals een werkbank en kasten of andere bewaar-15 meubels in een werkplaatswagen, of kasten, een tafel en stoelen en dergelijke meubelstukken in een kampeervoertuig. Dergelijke min of meer kastvormige meubelstukken zijn meestal langs de begren-zingswanden van de transportruimte verdeeld aangebracht en aan de vloerplaat en de bijbehorende begrenzingswand vastgelegd zodat 20 zij door de bij het rijden optredende versnellingskrachten en schokken niet door elkaar kunnen vallen.
Dikwijls bestaat echter de behoefte een als leefvoertuig, zoals een met een wooninrichting uitgeruste kleine bus of een woonvoertuig, uitgerust voertuig in korte tijd als 25 transportvoertuig (en omgekeerd) te kunnen ombouwen, zodat een zo eenvoudig en kortstondig mogelijke uitbouw respectievelijk inbouw van de meubelinrichting gewenst is. Echter worden voor het vastleggen van de meubelstukken in dergelijke voertuigen in het algemeen schroeven en dergelijke bevestigingsmiddelen toegepast.
30 Dergelijke bevestigingsmiddelen zijn weliswaar losneembaar, waartoe echter een bruikbaar werktuig, zoals een schroefsleutel en der- r η n fi xfi i Λ » 2 gelijke noodzakelijk zijn.
Bekend zijn reeds voorstellen voor een snel inbouwen en uitbouwen of voor een veranderen van de bevestigings-plaats van de meubelstukken snelle bevestigingsin-richtingen toe 5 te passen waardoor het met de hand losneembaar vastleggen van meubelstukken bereikt dient te worden. Als snelbevestigingsmiddelen worden in elkaar grijpende haken en klemdelen, als vleugelschroe-ven uitgevoerde schroeven en bevestigingsrails toegepast (Duits gebruiksmodel 7.240.117. Duits gebruiksmodel 1.982.837, Frans 10 octrooischrift 1.182.691 en Frans octrooischrift 1.322.332). Deze bevestigingsinrichtingen welke telkens voorzien zijn van twee in elkaar grijpende bevestigingselementen, werken echter steeds slechts plaatselijk aan hun aanbrengplaatsen op het meubelstuk in. Aangezien voor een onberispelijk en betrouwbaar vastleggen van de 15 meubelstukken in de transportruimte van het voertuig ook tijdens de rit, waarbij aanzienlijke schokken en versnellingskrachten kunnen optreden, elk meubelstuk op zijn minst op twee of meer op afstand van elkaar gelegen plaatsen vast aan het voertuig verankerd dient te zijn, dienen door het inbouwen en uitbouwen van meubelstukken 20 overeenkomstig veel bevestigingsinrichtingen afzonderlijk aangetrokken respectievelijk losgenomen worden. Hiermee is nog altijd een betrekkelijk hoge mate aan tijd en kracht verbonden.
Een snellere inbouw en uitbouw van meubelstukken ka-n weliswaar volgens een ander bekend voorstel bereikt worden, 25 waarbij de naast elkaar aangebrachte meubelstukken door tussen hen ingezette opblaasbare persluchtkussens aan de tegenover elkaar gelegen wanden van de transportruimte gespannen gehouden worden (Duits gebruiksmodel 1.867.769). Een dergelijke oplossing voldoet echter niet aan de veiligheidseisen, namelijk een zelfstandig 30 losraken van de meubelstukken tijdens de rit of bij een ongeluk betrouwbaar te verhinderen. Hiertoe is veel meer noodzakelijk om de bevestigingsinrichtingen met twee aan het meubelstuk respectievelijk aan de vloer of een begrenzingswand van de transportruimte vastgelegde, in de vergrendelstand in elkaar grijpende en met elkaar 35 klemmende bevestigingselementen te voorzien.
80 06 36 1
* T
3
Door de uitvinding wordt het probleem opgelost om een snelbevestigingsinrichting van de bovengenoemde soort zodanig uit te voeren dat de meubelstukken enerzijds in de transport-ruimte voor de rit veilig vastgelegd zijn, anderzijds echter een 5 eenvoudig en snel anders uitrusten van het voertuig door zeer eenvoudig en bijzonder snel inbouwen respectievelijk uitbouwen van de meubelinrichting mogelijk is.
De uitgevonden snelkleminrichtingen zijn telkens voorzien van twee tenminste met kracht in elkaar grijpende 10 klemdelen waarvan het ene aan het meubelstuk en het andere aan de vloer of de begrenzingswand aangebracht is. Hoewel het voor een onberispelijk vastleggen van het meubelstuk reeds voldoende kan zijn dat de klemdelen van tenminste één van de kleminrichtingen in de richting loodrecht op de wand (vloerplaat respectievelijk be-15 grenzingswand), waarop zij aangrijpen, slechts met kracht in elkaar grijpen, zoals bijvoorbeeld een in zijn boring door een wig vastgezette bout, verdient het de voorkeur om de klemdelen haakvormig in elkaar te laten grijpen, zodat in deze richting loodrecht op die wand van het meubelstuk waaraan de kleminrichting bevestigd 20 is, een vormaansluiting aanwezig is, daarentegen de krachtaanslui- ting evenwijdig aan deze wand is gelegen, zodat de in elkaar gehaakte klemdelen zich bij schokken en als gevolg van versnellingskrachten niet zelfstandig van elkaar los kunnen raken.
Deze kleminrichtingen zijn zodanig uitgevoerd 25 en aan het meubelstuk verdeeld aangebracht, dat de klemkracht van de ene, met de hand bedienbare kleminrichting voor het opwekken en/of versterken van de klemkracht van de andere kleminrichting door het meubelstuk overgedragen wordt. Hierdoor wordt het mogelijk om met betrekkelijk weinig kleminrichtingen voor het betrokken meubel-30 stuk te volstaan, terwijl daardoor het meubelstuk aan de vloerplaat en/of omgrenzingswand gespannen wordt. In het bijzonder is daardoor bij handig uitvoeren en opstellen van de kleminrichtingen mogelijk om slechts twee kleminrichtingen voor elk meubelstuk toe te passen, want met het verminderen van het aantal kleminrichtingen vermindert 35 overeenkomstig ook de tijd nodig voor het vergrendelen respectievelijk 8 0 06 36 1 » *
A
losnemen van de inrichtingen en daardoor voor het inbouwen en uitbouwen van het meubelstuk zelve.
Voor de overdracht van de klemkracht van de ene snelkleminrichting op de andere kunnen deze zodanig opgesteld 5 en uitgevoerd zijn, dat de werkingslijn van de klemkracht van de ene inrichting in hoofdzaak in hetzelfde vlak is gelegen waarin ook de voor het vergrendelen van de andere kleminrichting noodzakelijke klemkracht van de laatstgenoemde kleminrichting met zijn werkingslijn verloopt. Op deze wijze kan het meubelstuk bijvoor-10 beeld slechts aan de vloerplaat of slechts aan de begrenzingswand bevestigd zijn, zodat onder de klemkracht van de ene kleminrichting de klemdelen van de andere klemkracht in hun in elkaar grijpende stand gedrukt respectievelijk getrokken worden. Bij voorkeur zijn de kleminrichtingen echter zodanig uitgevoerd en aan het meubel-15 stuk aangrijpend opgesteld, dat de klemkracht van de ene kleminrichting voor de andere kleminrichting een krachtmoment opwekt welke door het meubelstuk overgedragen wordt.
Hiertoe kan bij een voorkeursuitvoering van de uitvinding een kleminrichting een aan het meubelstuk uitgevoerde 20 klemhefboom bezitten, waarvan de hefboomas door een het meubelstuk op de vloerplaat respectievelijk omgrenzingswand steunende steun-kant uitgevoerd is, waarentegen de andere kleminrichting voor het opwekken van een op de klemhefboom overdragend kipmoment om de steunkant op afstand hiervan opgesteld is. De klemhefboom vormt het 25 ene klemdeel van de hierbij behorende kleminrichting waarvan het andere klemdeel een aan de vloerplaat respectievelijk begrenzingswand in het bijzonder evenwijdig hieraan uitstekende haakvormige aanzetdeel, uitsteeksel, beugel of dergelijke is, welke onder of achter de klemhefboom grijpt, zodat deze samenwerkende klemdelen 30 als gevolg van de door het meubelstuk overgedragen krachtmoment klemmend in elkaar gedrukt worden. Deze uitvoeringsvorm is in het bijzonder bruikbaar voor het tot stand brengen van een kleminrichting waarbij de klemhefboom en het hiermee samenwerkende klemgedeel-te aan het meubelstuk respectievelijk aan de vloerplaat of de om-35 grenzingswand vaststaand zodanig aangebracht zijn dat een in elkaar 80 06 36 1 5 i * grijpen door kippen, verdraaien of verschuiven van het meubelstuk tot stand gebracht wordt respectievelijk van elkaar losgenomen kunnen worden, zolang de andere kleminrichting nog niet losgenomen is.
5 Bij voorkeur zijn de ene kleminrichting in de buurt van een onderkant en de andere kleminrichting in de buurt van een bovenkant van het meubelstuk op dit meubelstuk aangrijpend aangebracht, omdat daardoor eventueel een betrekkelijk lange hef-boomarm voor het aanklemmen van een kleminrichting als gevolg vein 10 de kracht van de andere kleminrichting ter beschikking staat. De onderkant en de bovenkant van het meubelstuk waaraan de betrokken kleminrichting aangrijpt, verlopen bij voorkeur in een vlak welke diagonaal door het kastvormige meubelstuk verloopt. Bij voorkeur verlopen deze hoekkanten van het meubelstuk evenwijdig aan elkaar, 15 zodat de ene kleminrichting bijvoorbeeld aan de voorste onderkant van het meubelstuk en de bodenplaat aangebracht is, terwijl daarentegen de andere kleminrichting aan de achterste bovenkant van het meubelstuk en de begrenzingswand aangebracht is. Eventueel is het echter ook mogelijk om twee loodrecht ten opzichte van elkaar 20 verlopende hoekkanten van het meubelstuk voor het aanbrengen van de kleminrichtingen te kiezen, bijvoorbeeld de achterste bovenkant van het meubelstuk en een onderste zijkant hiervan. Dit kan bijvoorbeeld doelmatig zijn wanneer het meubelstuk in een hoek van de transportruimte van het voertuig vastgezet dient te worden.
25 Bij voorkeur is tenminste één van de kleminrich tingen voorzien van een verstelbare regel welke door met de hand verstellen met het hierbij behorende klemdeel in aangrijping komt.
Bij deze voorkeursuitvoering is een snelkleminrichting met een dergelijke verstelbare regel met een aan het meubelstuk respectieve-30 lijk de vloerplaat of begrenzingswand vaststaand aangebracht klemdeel uitgeruste kleminrichting gecombineerd doordat voor het losnemen van het meubelstuk slechts één kleminrichting bediend dient te worden en daardoor ook de klemdruk tussen de klemdelen van de andere kleminrichting opgeheven wordt.
35 Hoewel de verstelbare regel aan de vloerplaat 80 06 36 1 6 of in het bijzonder de begrenzingswand verstelbaar aangebracht kan zijn, verdient het de voorkeur de regel aan het meubelstuk, en wel bij voorkeur in het inwendige van het meubelstuk aan te brengen. De verstelbare regel kan als schuif, draainok of zwenk-5 hefboom uitgevoerd zijn. De regel kan in de richting waarin de klemstukdelen op elkaar geperst worden, elastisch meegevend zijn, bijvoorbeeld uit een éénzijdig vastgelegde rubbersnoer gevormd zijn die aan zijn vrije einde voorzien is van een verdikking of een dwarsstuk of dergelijke waarmee deze achter de randen van een 10 in het bijbehorende klemstuk aangebrachte spleet gehangen wordt.
De regel kan ook bestaan uit een schuifhuls die over een tegenhaak geschoven en hieraan eventueel door middel van een handschroef of dergelijke vastgetrokken kan worden. Bruikbaar zijn ook verende roosters of dergelijke. Wanneer (zoals tegenwoordig de voorkeur 15 verdient) de regel in die richting waarin de in elkaar grijpende klemdelen tegen elkaar gedrukt zijn, in hoofdzaak niet meegevend uitgevoerd is, is aan de ene of het andere klemdeel bij voorkeur een scheef vlak zodanig aangebracht, dat zijn klemkracht bij toenemend ingrijpen versterkt wordt. Hiertoe is het met de verstelbare 20 regelsamenwerkende klemdeel bij voorkeur als ronde stang uitgevoerd waarbij door deze ronding een dergelijk als scheve glijhelling werkend leidvlak geleverd wordt.
De uitvinding wordt aan de hand van uitvoerings-voorbeelden die in de tekening schematisch zijn aangegeven, nader 25 verduidelijkt.
Figuur 1 toont een transportvoertuig in de soort van een kleine bus met een weggenomen zijaanzicht.
Figuur 2 toont een uitvoeringsvorm van twee klem-inrichtingen aan een meubelstuk welke aan een begrenzingswand en 30 de vloerplaat van de leefruimte van het voertuig volgens figuur 1 vastgezet is.
Figuur 3 toont een uitvoeringsvorm waarbij een kastvormig meubelstuk aan zijn bovenste achterkant en zijn benedenste zijkant vastgelegd is.
35 Figuur 4 toont een uitvoeringsvorm voor het 80 06 36 1 7 * * vastleggen van een bank of een stoel.
Figuur 5 toont een gewijzigde uitvoeringsvorm voor het vastleggen van een kast aan de vloerplaat en een begren-zingswand.
5 Figuur 6 toont een uitvoeringsvorm voor het vastleggen van een kastvormig meubelstuk slechts aan de vloerplaat.
Figuur 7 toont een langsaanzicht van een beslag met een dubbele zwenkregel.
10 Figuur 8 toont een vooraanzicht van het beslag volgens figuur 7 bij het samenwerken met een ronde stang aan een begrenzingswand van de leefruimte van het voertuig.
Figuur 9 en 10 zijn een zijaanzicht en een bovenaanzicht van een uitvoeringsvorm voor het vastleggen van een 15 tafel aan de vloerplaat.
Figuur 11 toont een ten opzichte van figuur 2 gewijzigde uitvoeringsvorm.
Zoals blijkt uit figuur 1 is een transportvoertuig 1 voorzien van een door wanden 3 begrensde begaanbare 20 transportruimte 4 waarin een meubelinrichting uit aan de vloerplaat 4 door middel van telkens twee kleminrichtingen 2 en 7 vastgelegde meubelstukken 6 vastgelegd is.
Een voorkeursuitvoeringsvorm van de kleminrichtingen 2 en 7 is in figuur 2 aangegeven. De ene kleminrichting 2 25 is in de buurt van de achterste bovenkant van het kastvormige meubelstuk 6 aangebracht en bestaat uit een evenwijdig op afstand van de begrenzingswand 3 hieraan door middel van bruikbaar beslag aangebrachte ronde stang 19 en een achter deze stang klemmend grijpende haakvormige regel 18 welke aan een evenwijdig aan de ronde 30 stang 19 binnen het meubelstuk aangebrachte zwenkas 27 in de richting van de dubbele pijl door overeenkomstig bedienen van de aan de zwenkas 27 aangebrachte handhefboom 28 in en uit ingreep met de rondstang 19 gezwenkt kan worden. De zwenkas 27 is ten opzichte van de ronde stang 19 zodanig aangebracht dat de tussen de klemdelen 35 18 en 19 werkende klemkracht 29 met zijn werkingslijn op afstand 8 0 06 36 1 8 i ' van de zwenkas 27 verloopt, zodat deze op de regel 18 een moment uitoefent, waardoor deze in de ingrijpende stand gehouden wordt.
Voor het overige zijn de regel 18 en de ronde stang 19 met wrijving tegen elkaar gedrukt. De klemkracht wordt enerzijds versterkt 5 door aan het meubelstuk aangebrachte verende buffers 24 welke aan de van de regel 18 afgewende zijde van de ronde stang 19 aangrijpen. anderzijds blijft de klemkracht 29 aan de kleminrichting 2 behouden omdat het meubelstuk 6 door middel van de kleminrichting 7 ook aan de vloerplaat 5 verankerd is.
10 Ter hoogte van de ronde stang 19 is het meubel stuk 6 aan zijn achterzijde voorzien van een uitsparing 20 waarin de aan weerszijde buiten het meubelstuk uitstekende ronde stang 19 opgenomen is, zodat het meubelstuk 6 zo dicht mogelijk bij de om-grenzingswand gedrukt kan worden.
15 De kleminrichting 7 bestaat uit een aan de onder ste voorkant van het meubelstuk 6 schuin naar voren en naar beneden in een in de vloerplaat 5 aangebrachte groef 16, waarvan een groef-rand in het verlengde is gelegen van de voorzijde van het meubelstuk, uitstekende klemhefboom 8 en een voorbij de andere groefrand 20 uitstekende klemplaat 15 welke aan de bodemplaat 5 vastgeschroefd is, zodat het bovenste, scheve kleurvlak 13 van de klemhefboom aan de vrije onderkant 14 van de klemplaat in vorm en in kracht aansluit.
De aansluiting in kracht komt enerzijds tot stand doordat tussen de onderkant van het meubelstuk 6 en de bodemplaat 5 een lijstvormige, 25 verende buffer 25 ingeklemd is, waardoor zodoende het meubelstuk 6 aan zijn voorzijde verend naar boven gedrukt wordt. Anderzijds werkt de door de onderste voorhoekkant van het meubelstuk 6 gevormde steunkant 9 voor de klemhefboom 8 als hefboomas welke loodrecht op de werkingslijn van de klemkracht 29 van de eerste kleminrichting 30 2 op afstand van deze werkingslijn verloopt, zodat door de klemkracht 29 een door het meubelstuk 6 overgedragen kipmoment om de steunkant 9 opgewekt wordt, waardoor de klemhefboom 8 onder de klemkant 14 van de klemplaat 15 geklemd wordt.
Het meubelstuk 6 is aan zijn onderste, achter-35 rand gesteund op een andere aan de bodemplaat 5 bevestigde verende 80 06 36 1 > · 9 lijst 26 die door de vanuit het meubelstuk 6 overgedragen klem-krachten tussen het meubelstuk 6 en de vloerplaat 5 ingeklemd wordt.
Na het losnemen van de kleminrichting 2 door middel van de handhefboom 28 kan het meubelstuk 6 om zijn voor-5 ste onderkant 9 over een kleine hoek gekipt worden, zodat dan de steunhefboom 8 van de klemkant 14 van de klemplaat 15 vrijkomt en het meubelstuk 6 uit de groef 16 geschoven kan worden. Het blijkt dat hiertoe slechts eenvoudige handgrepen noodzakelijk zijn welke voor het uitbouwen van het meubelstuk 6 snel uitgevoerd kunnen 10 worden. Overeenkomstig eenvoudig en snel kan de inbouw van het meubelstuk 6 uitgevoerd worden, waarbij het meubelstuk na het inhangen van de klemhefboom 8 in de groef 16 naar de wand 3 toe gekipt en daar door middel van de kleminrichting 2 betrouwbaar vergrendeld wordt.
15 De klemplaat 15 kan langs een overeenkomstig lange groef 16 aan de voorkant van het meubelstuk 6 langs verlopend uitgevoerd zijn, zodat de bevestigingsplaats van het meubelstuk 6 langs de railvormige klemplaat 15 en de overeenkomstig lange ronde stang 19 gevarieerd kan worden. Een aan de kleminrichting 7 volgens 20 figuur 2 ten aanzien van de opbouw overeenkomstige kleminrichting 7 kan ook zoals blijkt uit figuur 3 uitgevoerd zijn, waarbij de railvormige klemplaat 15 langs een onderzijkant van het meubelstuk 6 verloopt, waaraan de klemhefboom 8 in de vorm van een aangeslagen las nabij de onderkant aangebracht is. Bij deze uitvoeringsvorm 25 werkt de langs de achteronderhoekkant van het meubelstuk 6 verlopende steunkant 10 als as voor de klemhefboom 8 ten opzichte waarvan het door de klemkrachten 19 van de aan de bovenachterrand van het meubelstuk 6 aangrijpende kleminrichting 2 opgewekte en door het meubelstuk 6 voor het optillen van de klemplaat 8 en daarmee tot het 30 aanklemmen aan de klemplaat 15 van de andere klemplaat 7 overdragende moment werkt.
Bij de uitvoeringsvorm volgens figuur 3 kan het meubelstuk 6 na het losnemen van de kleminrichting 2 om zijn langs de rail verlopende onderste zijkant enigszins gekipt worden tot de 35 klemhefboom 8 met zijn schuine deel ongeveer vertikaal staat, waar- 8 0 06 36 1 10 na het meubelstuk voor het uittillen van de klemhefboom 8 uit de groef 16 een weinig opgetild wordt. In plaats van een rails 15 slechts aan de ene zijkant van het meubelstuk 6, kan aan de andere zijkant van het meubelstuk ook een tweede rail toegepast worden 5 waaronder een tweede, aan de klemhefboom 8 overeenkomstige klemhefboom grijpt. Voor het uittillen van de klemhefboom kunnen dan de beide rails op afstand van de klemplaatsen voorzien zijn van een overeenkomstige uitsparing waardoorheen de klemhefbomen uitgetrokken kunnen worden, zodat dan het meubelstuk 6 na het losnemen 10 van de kleminrichting 2 enigszins naar voren getrokken en om zijn achterkant gekipt kan worden totdat de klemhefbomen uitgenomen zijn.
Een soortgelijke uitvoeringsvorm als volgens figuur 2 blijkt ook uit figuur 4, waarbij het uitgevonden beves-15 tigingsprincipe voor het vastklemmen van een meubelstuk 6 in de vorm van een stoel of een bank aan een begrenzingswand 3 en een vloerplaat 5 toegepast wordt. In afwijking tot figuur 2 is echter volgens figuur 4 de zwenkbare regel 18 van de kleminrichting 2 om een loodrecht ten opzichte van de ronde stang 19 verlopende zwenk-20 as 27 verstelbaar, zodat de klemkracht 27 evenwijdig aan·de zwenk-as 27 en daarmee loodrecht op de zwenkrichting van de zwenkregel 18 verloopt en deze daarom niet verstellen kan. Ook de kleminrichting 7 volgens figuur 4 is ten opzichte van de kleminrichting volgens figuur 2 enigszins gewijzigd. Volgens figuur 4 is de klemhef-25 boom 8 in een, beneden aan het meubelstuk 6 aangebracht beslag waarbij de klemhefboom op de bovenrand van dit beslag met een schouder steunt, om een vertikale as draaibaar, zodat de klemhefboom aan een aan zijn boveneinde omgebogen handhefboom 28 in en buiten ingreep met de klemkant van de klemplaat 15 boven de in de vloerplaat 30 15 aangebrachte groef gedraaid kan worden.
Ook de uitvoeringsvorm volgens figuur 5 komt principieel overeen met de uitvoeringsvormen volgens figuur 2 respectievelijk 4. In plaats van de ronde stang 19 volgens figuur 2 is echter bij de kleminrichting 2 aan de begrenzingswand 3 een hoek-35 rail 31 aangebracht. Aan de achterste vrije onderkant van de hoek- 8 0 06 36 1 * * 11 rail 31 grijpt de schuin naar beneden omgebogen regel aan, welke om een ten opzichte van de hoekrail 31 loodrechte zwenkas 27 in de achterwand van het meubelstuk 6 gelagerd en door middel van de handhefboom 28 met dc hoekrail 31 vergrendeld of van deze losgeno-5 men kan worden. De tegenzijdige klemdruk wordt ook volgens figuur 5 door aan de bovenrand van het meubelstuk hieraan bevestigde verende buffers 27 versterkt waarbij de buffers aan de buitenzijde van de hoekrail 31 ondersteund zijn.
De kleminrichting 7 aan de voorste onderste hoek-10 kant van het meubelstuk 6 komt overeen met de kleminrichting volgens figuur 2. Volgens figuur 5 is het meubelstuk 6 echter om een steunkant 11 kipbaar aan de bodemplaat 5 gesteund, welke evenwijdig aan de voorzijde en de achterzijde van het meubelstuk 6 ongeveer in het midden van zijn ondervlak verloopt en in de vorm van een op 15 de vloerplaat 5 gelegde zwakke lijst, die uit verend elastisch materiaal zijn kan, of een aan het meubelstuk 6 zelve gevormd, klein uitsteeksel of dergelijke gevormd kan zijn. Overeenkomstig de uitvoeringsvorm volgens figuur 2 wordt daarom het meubelstuk 6 onder de klemkracht 29 van de kleminrichting 2 om de steunkant 11 gekipt, 20 zodat de klemhefboom 8 van de kleminrichting 7 aan de voorste onderkant van het meubelstuk 6 door het op deze wijze om de steunkant 11 werkende kipmoment voor het tot stand brengen van de klemkracht 30 tegen de onderkant van de klemplaat 15 van de vloerplaat 5 gedrukt.
25 Uit figuur 6 blijkt een voorbeeld van een uit voeringsvorm voor het vastleggen van een kastvormig meubelstuk 6 aan slechts de vloerplaat 5. Aan de ene zijdelingse onderkant van het meubelstuk 6 grijpt een kleminrichting 7 overeenkomstig de kleminrichting volgens figuur 2 aan, waar een tegen aan de hieraan 30 evenwijdige zijdelingse onderkant van het meubelstuk 6 een kleminrichting 2 met een verstelbare regel aangebracht is. De regel is evenals de klemhefboom 8 uitgevoerd en steekt in een groef 16 in de bodemplaat 5 en grijpt daardoor onder een van de groefrand uitstekende klemplaat 15 aan de onderste klemkant daarvan loodrecht ten 35 opzichte van de bodemplaat 5 wat zijn vorm betreft. Deze klemhef- 8 0 06 36 1 12 boom 8 is echter om een evenwijdig aan de klemkant van de klemplaat 15 aan de bijbehorende onderkant van het meubelstuk 6 verlopende zwenkas 32 zwenkbaar aan het meubelstuk 6 bevestigd en als hefboom met dubbele arm uitgevoerd· Aan zijn bovenste hefboomarm grijpt 5 een handschroef 33 aan, zodat de klemhefboom 8 om de zwenkas 32 tegen de klemkant van de klemplaat 15 door verstellen van de handschroef 33 geklemd kan worden.
Bovendien is bij de uitvoeringsvorm volgens figuur 6 evenwijdig aan de onderste hoekkant van het meubelstuk 10 6 met de kleminrichting 7, op afstand van deze hoekkant een voor de klemhefboom 8 van deze kleminrichting 7 als hefboomas werkende steunkant 12 aan de onderzijde van het meubelstuk 6 uitgevoerd, waarentegen het meubelstuk aan zijn andere onderkant, waaraan de kleminrichting 2 aangebracht is, op een in de bodemplaat ingelaten, 15 slechts weinig boven deze bodemplaat naar boven uitstekende lijst-vormige verende buffer 25 enigszins verend ondersteund wordt. Daardoor wordt het meubelstuk 6 onder de klemkracht van de klemhefboom 8 van de kleminrichting 2 enigszins om de steunkant 12 gekipt, waardoor de klemhefboom 8 van de andere kleminrichting tegen 20 de klemkant van de bijbehorende klemplaat 15 gedrukt wordt, zodat nu het meubelstuk 6 aan de bodemplaat 5 vast vergrendeld is.
Een voorkeursuitvoeringsvorm van de kleminrich-ting 2 volgens de figuren 3 of 4 blijkt uit de figuren 7 en 8. De regel 18 is hier als dubbele zwenkregel uitgevoerd, waarvan de 25 beide aan elkaar evenwijdige regelbenen 21 en 22 aan een gemeenschappelijke hoeklijst 34 scharnierend bevestigd zijn en via een evenwijdig aan de verbindingslijn van de zwenkbare bevestigings-plaatsen van de regelbenen verlopende koppelstang 23 welke aan beide einden aan de regelbenen 21 en 22 zwenkbaar bevestigd is, voor 30 hun gemeenschappelijke verstelling op de wijze van een parallellogramvormige vierhoek met elkaar gekoppeld zijn. De ene regelbeen 21 is voorbij de scharnierende verbindingsplaats van de koppelstang 23 verlengd, zodat de handhefboom 28 ontstaat. Door de winkellijst 34 waarmee het beslag op het bijbehorende meubelstuk bevestigd kan 35 worden, zijn in de hoogte van de scharnierende bevestigingsplaatsen 80 06 36 1 3 4 13 van de regelbenen 21 en 22 naar boven uitstekende lassen 35 aangevormd, waaraan aan hun naar de regelbenen 21 en 22 toegekeerde zijden plaatvormige verende buffers 34 aangekleefd zijn, welke overeenkomstig figuur 8 aan de tegenover de regel 18 gelegen 5 zijde van de overeenkomstig figuur 2 aan de omgrenzingswand 3 aangebrachte ronde stang 19 aangedrukt zijn, waarmee de regel 18 als tegenklemstuk samenwerkt.
Bij voorkeur wordt voor alle uitvoeringsvormen een vloerplaat 5 toegepast welke over de vloer van het voertuig 10 heen slechts los hierop gelegd is, aangezien de vloerplaat onder inwerking van de aan de afzonderlijke meubelstukken van de meubel-inrichting aangrijpende vertikale krachten en klemkrachten aan de bodem van het voertuig vastgelegd is.
Hoewel in de getekende uitvoeringsvormen de 15 regel 18 steeds van beneden uit achter de ronde stang 19 respectievelijk de hoeklijst 31 gezwenkt wordt, kan de regel ook voor het van boven aangrijpen van de ronde stang opgesteld zijn. Bij de uitvoeringsvorm volgens figuur 3 kan eventueel een extra naar beneden werkende vertikale druk van de ronde stang op de regel 18 uitge-20 oefend worden, zodat daardoor het meubelstuk 6 extra met zijn onder ste achterkant, door welke de steunkant 10 gevormd wordt, tegen de bodemplaat 5 gedrukt wordt. De ronde stang 19 kan uit een enigszins verend meegevend of verbuigbaar materiaal zijn.
Het slechts aan de bodemplaat vastleggen van 25 het meubelstuk 6 kan ook zodanig plaatshebben, dat het meubelstuk om een vertikale as, bijvoorbeeld om een in het bijzonder aan een hoekkant naar beneden in een gat van de vloerplaat reikende bout verdraaibaar ondersteund wordt en aan zijn beide, aan deze hoekkant naburige hoekkanten telkens een kleminrichting aangrijpt, waarvan 30 de ene met een horizontale krachtcomponent aan het meubelstuk aangrijpt en daardoor om de as een draaimoment opwekt als gevolg waarvan het meubelstuk of een daaraan aangebracht beslag in de klem-ingreep met de andere kleminrichting gedrukt of getrokken wordt, waarbij de beide kleminrichtingen elkaar wat vorm betreft van bene-35 den grijpende klemdelen bezitten waardoor het meubelstuk op de 8 0 06 36 1 14 vloerplaat gedrukt wordt.
Uit de figuren 9 en 10 is een verdere uitvoeringsvorm als voorbeeld voor het vastleggen van een het meubelstuk 6 vormende tafel aan de bodemplaat 5 aangegeven. De voet van 5 de tafel is voorzien van een op de bodemplaat 5, loodrecht op de begrenzings.wand 3 gelegen oplegstrook 36 welke met zijn ene einde nabij de begrenzingswand 3 opgesteld is, terwijl aan zijn andere einde een dwarsstrook 42 aangebracht is. Aan het einde nabij de wand van de oplegstrook 36 grijpt een kleminrichting 7 aan welke 10 uit een de rand van de bodemplaat 5 omgrijpende, C-vormige hoek-rail 37 welke met zijn onderste C-vormige been onder de onderzijde van de bodemplaat 5 grijpt en met zijn bovenste, van de wand 3 afstaande C-vormige been evenwijdig op afstand van de bovenzijde van de vloerplaat 5 verloopt, en uit een klemhefboom 38 bestaat 15 welke aan een onderste, kopuitsteeksel 43 van het einde nabij de wand van de oplegstrook 36 gevormd wordt, welke in de spleet tussen het bovenste C-been en de bodemplaat 5 grijpt.
Het kopdeel 43 is aan zijn onderzijde afgeschuind, zodat op afstand van het einde van het kopdeel aan de onderzijde 20 daarvan een loodrecht op de oplegstrook 36 verlopende steunkant 12 gevormd is, waarmee de oplegstrook 36 op de bodemplaat 5 ligt. De klemhefboom 38 heeft de vorm van een tussen de steunkant 12 en het kopvlak van het kopdeel 43 boven de bovenzijde daarvan uitstekende klemuitsteeksel, zodat de hefboomas van de klemhefboom 38 door de 25 steunkant 12 gevormd is. De hoogte tussen de bovenzijde van het klemuitsteeksel 38 en de onderzijde van de oplegstrook is enigszins groter dan de lichte hoogte van de spleet tussen het bovenste C-been van de hoekrail 37 en de bovenzijde van de vloerplaat 5, zodat het klemuitsteeksel klemmend aan de onderzijde van het bovenste C-been 30 aanligt, wanneer de oplegstrook 36 over zijn lengte op de vloerplaat ligt. Op grond van de schuine zijde aan de onderzijde van het kopdeel 43 en de vorm van de klemhefboom 38 als naar boven, boven de bovenzijde van het kopdeel uitstekende smalle uitsteeksel kan zodoende de scheef gehouden oplegstrook 36 in de spleet tussen de 35 hoekrail 37 en de bodemplaat geschoven worden en vervolgens om de 80 06 36 f *- c 15 steunkant 12 tegen de vloerplaat gezwenkt worden, zodat dan een klemmend sluiten tussen de klemhefboom 35 en de hoekrails 37 voor handen is.
Dit klemmend sluiten wordt in stand gehouden door 5 de kleminrichting 2 welke op afstand van het vrije einde van de oplegstrook 36 hierop aangrijpt en deze strook tegen de bovenzijde van de vloerplaat 5 drukt. De kleminrichting 2 bestaat uit een over de oplegstrook 36 grijpende beugel 39 waarvan de beide beugel-benen aan weerszijde van de oplegstrook 36 naar beneden uitsteken.
10 Aan de ondereinden van de beugelbenen is telkens een schuin afgebogen klemhefboom 8 gevormd welke overeenkomen met de klemhefboom volgens figuur 2 en in een evenwijdig aan de wand 3 verlopende groef 16 grijpen, zodat de klemhefbomen grijpen onder de aan een groefwand aangebrachte klemplaat 15. Door het lijf van de beugel is 15 een handschroef 33 geschroefd welke met zijn ondereinde op de bovenzijde van de oplegstrook 36 grijpt en daardoor de schuine vlakken van de klemhefboom 8 onder neerdrukken van de oplegstrook 36 in klemmende greep met de klemkant aan de onderzijde van de klemplaat 15 werkt.
20 In het uitvoeringsvoorbeeld is in tenminste één been van de beugel een vertikaal verlopend langwerpig gat 40 aangebracht, waarin een aan de bijbehorende zijde van de oplegstrook 36 uitstekende tap 41 steekt, zodat de beugel 39 vertikaal geleid wordt en na het losnemen van de handschroef 33 om de tap 41 gezwenkt 25 kan worden totdat de klemhefboom van de klemplaat 15 vrijkomt.
Aangeduid is dat in plaats van de geleiding met het langwerpige gat 40, 41 de beugel 39 ook bijvoorbeeld om de pen 41 zwenkbaar gelagerd kan zijn en dat de handschroef 33 aan een bijbehorende hefboom-arm met betrekking tot de zwenkas kan aangrijpen, zodat dan de klem-30 hefboom 8 overeenkomstig de uitvoeringsvorm van de kleminrichting 2 volgens figuur 6 door zwenken in plaats van verschuiven in de klemmende greep met de klemplaat 15 terecht komt.
Het is ook mogelijk om langs de beugel 39 de oplegstrook 36 vrij verschuifbaar te leiden, zodat de verstelling 35 daarvan overeenkomstig de afstand van de klemplaat 15 van de begren- ön nfi 36 1 16 zingswand 3 toegelaten is. Verder blijkt, dat de in figuur 9 en 10 als voorbeeld van een tafel voorgestelde uitvoeringsvorm overeenkomstig ook bruikbaar is voor kastvormige meubelstukken, welke aan hun bodem voorzien zijn van een oplegstrook welke overeenkomt 5 met de oplegstrook 36. Verder kan de uitvoeringsvorm volgens de figuren 9 en 10 overeenkomstig ook toegepast worden voor het vastleggen van een meubelstuk aan de begrenzingswand 3 in plaats aan de vloerplaat 5.
Verder kunnen bij de uitvoeringsvorm volgens de 10 figuren 9 en 10 verende buffers overeenkomstig de verende lijsten 25 en 26 volgens figuur 2 of 11 volgens figuur 5 toegepast worden.
Een dergelijke verende buffer kan ook aan de onderzijde van het bovenste C-been van de hoekrails 37 aanwezig zijn of de klemmende uitsteeksel 38 kan verend vervormbaar uitgevoerd zijn.
15 De uitvoeringsvorm volgens figuur 11 komt over een met de uitvoeringsvorm volgens figuur 2 met uitzondering van het ontbreken van de verende buffers 25 en 26 en hun verandering in de buurt van de achterbovenkant van het meubelstuk welke evenwijdig aan de begrenzingswand 3 verloopt, aangebrachte kleminrichting 2.
20 Volgens figuur 11 bestaat de kleminrichting 2 uit een klemlijst 40 in de vorm van een ronde stang welke evenwijdig aan de begrenzingswand 3 op afstand hiervan verloopt en aan de begrenzingswand 3 bevestigd is, en een twee-armige klemhefboom 41, 42 welke om een evenwijdig aan de klemlijst 40 verlopende zwenkas 27 zwenkbaar aan 25 het meubelstuk 6 bevestigd is. De met de klemlijst 40 samenwerkende hefboomarm 41 is haakvormig omgebogen, zodat deze met zijn naar boven uitstekende vrije haakbeen achter de klemlijst 40 gezwenkt kan worden totdat de hefboomarm 41 aan de onderzijde van de klemlijst 40 aanligt. De andere hefboomarm 42 van de klemhefboom kan enigszins 30 verend uitgebogen onder een aan het meubelstuk 6 bevestigde aanslag 43 vergrendeld worden. Daardoor wordt de klemhefboom met zijn hefboomarm 42 tegen de onderzijde van de klemlijst 40 gedrukt. De reactiekracht 44, welke door de klemlijst 40 op de aan de aanslag 43 bevestigde klemhefboom 41, 42 uitgeoefend wordt, wordt door deze 35 via de zwenkas 27, welke zo dicht mogelijk bij de achterzijde van 8 0 06 36 1 17 het meubelstuk 6 hieraan draaibaar bevestigd is, overeenkomstig de pijl 45 op het meubelstuk 6 overgedragen, zodat deze met zijn achteronderkant 47 naar beneden op de vloerplaat 5 gedrukt wordt. Door de kracht 29, waarmee de klemlijst 40 op het vrije hoekbeen van 5 de hefboomarm 41 en daarmee via de zwenkas 27 op het meubelstuk .6 werkt, en door de kracht 46 waarmee de hefboomarm 42 beneden de aan het meubelstuk bevestigde aanslag 43 gedrukt wordt, ontstaat een kipmoment om de achteronderkant 47 van het meubelstuk 6 die daardoor als hefboomarm voor het klemmen van de aan de voorste onder-10 kant van het meubelstuk 6 aangebrachte andere kleminrichting 7 werkt.
De aanslag 43 is een uitsteeksel, waaraan de hefboomarm 42 bij het vergrendelen van de kleminrichting 2 door verend zijwaarts uitbuigen van de hefboomarm 42 aan de kopzijde voorbij geleid kan worden, waarna de hefboomarm 42 onder de aanslag 43 15 gehaakt wordt. Op de zwenkas 27 zit onmiddellijk naast de klemhef-boom 41, 42 een verende buffer in de vorm van een ringplaat 48 welke onder de klemkracht 29 verend aan de voorzijde van de klemlijst 40 aanligt.
Extra of alternatief bij de verende uitvoering 20 van de klemhefboom 41, 42 kan de klemlijst 40 en/of de zwenkas 27 verend meegevend uitgevoerd zijn om de het meubelstuk 6 naar beneden drukkende kracht 45 te kunnen opwekken. De kleminrichting 2 is nabij een zijwand van het meubelstuk 6 opgesteld. Aan de andere zijwand van het meubelstuk is een tweede kleminrichting 2 aangebracht 25 waarvan de klemhefboom bevestigd is aan de over de breedte van het meubelstuk 6 reikende zwenkas 27, zodat de beide kleminrichtingen 2 via de zwenkas 27 gekoppeld zijn en gemeenschappelijk vergrendeld en ontgrendeld worden. Bij de ene kleminrichting 2 kunnen eventueel de hefboomarmen 42 van de klemhefboom en de aanslag 43 ontbreken.
8 0 06 36 1

Claims (16)

1. Snelbevestigingsinrichting voor het met de hand losneembaar vastleggen van meubelstukken in de transport-ruimte van een transportvoertuig, in het bijzonder een kleine bus, 5 woonvoertuig of werkplaatswagen, met tenminste twee kleminrichtingen welke op afstand van elkaar opgesteld zijn en elk voorzien zijn van twee in elkaar grijpende, met elkaar klembare klemdelen waarvan het ene klemdeel aan het meubelstuk en het andere klemdeel aan een vloerplaat of begrenzingswand van de transportruimte aangebracht 10 is, gekenmerkt doordat de kleminrichtingen (2, 7) voor het ten opzichte van elkaar klemmen van de klemdelen (8, 5) van de ene klem-inrichting (7) onder de door het meubelstuk (6) hierop overgedragen klemkracht van de andere, met de hand bedienbare kleminrichting (2) samenwerken.
2. Snelbevestigingsinrichting volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat de ene kleminrichting (7) voorzien is van een aan het meubelstuk (6) aangebrachte klemhefboom (8, 38) waarvan de hefboomas gevormd wordt door een het meubelstuk (6) aan de vloerplaat (5) respectievelijk begrenzingswand (3) ondersteunende 20 steunkant (9 tot en met 12) en dat de andere kleminrichting (2) voor het opwekken van een op de klemhefboom (8) overgedragen kip-moment om de steunkant (9 tot en met 12) op afstand hiervan opgesteld is.
3. Snelbevestigingsinrichting volgens conclusie 25 1, gekenmerkt doordat de kleminrichtingen (2, 7) in de buurt van een onderkant en een bovenkant van het meubelstuk (6) hierop aangrijpend opgesteld zijn.
4. Snelbevestigingsinrichting volgens conclusie 2, gekenmerkt doordat de klemhefboom (8) met zijn klemvlak (13) 30 schuin verloopt en grijpt onder een klemrand (14) van een aan de bodemplaat (5) respectievelijk begrenzingswand (3) uitstekend aangebrachte klemplaat (15).
5. Bevestigingsinrichting volgens conclusie 4, gekenmerkt doordat de klemplaat (15) als door de rand van een 35 in de bodemplaat (5) respectievelijk begrenzingswand (3) aange- 8 0 06 36 1 «·' « 19 brachte groef (16) uitstekende rail uitgevoerd is.
6. Snelbevestigingsinrichting volgens conclusie 5, gekenmerkt doordat de klemhefboom (8) als met een scherpe hoek ten opzichte van de vloerplaat (5) respectievelijk begrenzings- 5 wand (3) van de voor- of zijdelingse onderrand van het meubelstuk (6) uitstekende las uitgevoerd is.
7. Snelbevestigingsinrichting volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat de met de hand bedienbare kleminrichting (2) voorzien is van een verstelbare regel (8).
8. Snelbevestigingsinrichting volgens conclusie 7, gekenmerkt doordat de kleminrichting (2) met de verstelbare regel (18) voorzien is van een hiermee samenwerkend klemdeel in de vorm van een achter de regel (18) grijpende ronde stang (19).
9. Snelbevestigingsinrichting volgens conclusie 15 8, gekenmerkt doordat de ronde stang (19) op afstand van de begren- zingswand (3) hieraan bevestigd is en het meubelstuk (6) aan zijn naar de begrenzingswand (3) toegekeerde zijde voorzien is van een de rondstang (19) opnemende uitsparing (20).
10. Snelbevestigingsinrichting volgens conclusie 20 7, gekenmerkt doordat de regel (18) als dubbel zwenkbare regel uit gevoerd is, waarvan de regelbenen (21, 22) voor hun gemeenschappelijk verstellen gekoppeld (23) zijn.
11. Snelbevestigingsinrichting volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat de klemdelen van tenminste één van de klem- 25 inrichtingen (2, 7) door middel van een verende buffer (24, 25) uit elastisch meegevend bandvormig of plaatvormig materiaal tegen elkaar gedrukt zijn.
12. Snelbevestigingsinrichting volgens de conclusies 9 en 11, gekenmerkt doordat de verende buffer (24) aan 30 de van de regel (18) afgekeerde zijde van de ronde stang (19) hieraan aanligt.
13. Snelbevestigingsinrichting volgens de conclusies 5 en 11, gekenmerkt doordat de verende buffer (26) in de vorm van een lijst aan de tegenover de rails (15) gelegen rand van 35 de groef opgesteld is. 80 06 36 1 s
14. Snelbevestigingsinrichting volgens conclusie 2, gekenmerkt doordat de klemhefboom (38) van de ene klemin-richting (7) aan het vrije einde van een oplegstroom (36) van het meubelstuk (6) gevormd is en grijpt onder een hoekrail (37) 5 en dat op afstand van de klemhefboom (38) een over de oplegstrook (36) grijpende beugel (39) opgesteld is, waarbij aan de beugel-benen het ene klemdeel (8) van de andere kleminrichting (2) uitgevoerd is.
15. Snelbevestigingsinrichting volgens de conclu-10 sies 2 en 3, gekenmerkt doordat de kleminrichtingen (2, 7) in de buurt van de voorste onderkant en de achterste bovenkant van het meubelstuk (6) hierop aangrijpen, dat de in de buurt van de achterste bovenkant opgestelde kleminrichting (2) als het ene klemdeel daarvan een twee-armige klemhefboom (41, 42) welke om een evenwij-15 dig aan de bovenkant verlopende zwenkas (27) zwenkbaar aan het meubelstuk (6) gesteund is, en als ander klemdeel een aan de naburige begrenzingswand (3) op afstand hiervan verlopende klemlijst (40) bezit, en dat de klemhefboom (41, 42) in zijn vergrendelde stand met zijn ene hefboomarm (41) klemmend aan de achterzijde van 20 de klemlijst (40). aanligt en door middel van een op het meubelstuk (6) steunende aanslag (43) aan de andere hefboom (42) vergren-delbaar is, tegen de onderzijde van de klemlijst (40) aangedrukt is.
16. Snelbevestigingsinrichting volgens conclu-25 sies 11 en 15, gekenmerkt doordat de verende buffer in de vorm van een op de zwenkas van de klemhefboom hiermee draaibaar aangebrachte ringplaat aan de voorzijde van de klemlijst verend aangrijpt. 80 06 36 1
NL8006361A 1979-11-23 1980-11-21 Snelbevestigingsinrichting voor het met de hand losneembaar vastleggen van meubelstukken in de transportruimte van een transportvoertuig. NL8006361A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE2947315 1979-11-23
DE19792947315 DE2947315C2 (de) 1979-11-23 1979-11-23 Schnellbefestigungsvorrichtung zur manuell lösbaren Festlegung von Möbelstücken im Transportraum eines Transportfahrzeugs

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8006361A true NL8006361A (nl) 1981-06-16

Family

ID=6086735

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8006361A NL8006361A (nl) 1979-11-23 1980-11-21 Snelbevestigingsinrichting voor het met de hand losneembaar vastleggen van meubelstukken in de transportruimte van een transportvoertuig.

Country Status (5)

Country Link
BE (1) BE886023A (nl)
DE (1) DE2947315C2 (nl)
FR (1) FR2470026A1 (nl)
GB (1) GB2066166A (nl)
NL (1) NL8006361A (nl)

Families Citing this family (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2513097A1 (fr) * 1981-09-22 1983-03-25 Digue Sa Meuble a etageres, notamment pour caravane pliante
US4642007A (en) * 1985-03-29 1987-02-10 Mg Industries Palletized cylinder distribution system
DE4026927A1 (de) * 1990-08-25 1992-03-05 Reinhard Bolz Befestigungsvorrichtung fuer einrichtungsteile in fahrzeugraeumen
FR2726056A1 (fr) * 1994-10-24 1996-04-26 Lohr Ind Base d'inferface et de fixation d'un objet sur un plan presentant des perforations allongees
FR2725946A1 (fr) * 1994-10-24 1996-04-26 Lohr Ind Cale a rapporter sur un plan porteur presentant des perforations
FR2828156B1 (fr) * 2001-08-03 2003-11-14 Renault Agencement d'une valise dans un coffre de vehicule automobile
DE102004046070A1 (de) * 2004-09-23 2006-04-13 Volkswagen Ag Befestigungssystem für Einrichtungselemente in Kraftfahrzeugen
EP2353933A1 (fr) * 2010-02-04 2011-08-10 Roland Goethals Véhicule de camping adapté à l'utilisation d'un ou de plusieurs conteneur(s) mobile(s)
ITAO20130001A1 (it) * 2013-11-04 2015-05-05 Massimo Aversa Sistemi di arredi modulari e movimentabili da viaggio samv
CN106864348B (zh) * 2017-03-20 2018-01-30 天津市广通信息技术工程股份有限公司 一种物流运输装置

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR1182691A (fr) * 1957-09-13 1959-06-26 Dispositif pour la transformation rapide d'une fourgonnette automobile normale en roulotte à vie intérieure totale, avec possibilité de démontage rapide pour le rétablissement de la fourgonnette normale
FR1322332A (fr) * 1962-02-16 1963-03-29 Filca France Installation pour véhicule utilitaire transformable
DE1867769U (de) * 1962-11-20 1963-02-21 Johann Dr Dilger Kraftfahrzeug.
DE1982837U (de) * 1967-10-30 1968-04-04 Ferdinand Schaefer Wohnfahrzeug, insbesondere wohnwagen od. dgl.
DE7027490U (de) * 1970-07-22 1970-12-03 Blumhardt Fa C Transportfahrzeug.
DE7240117U (de) * 1972-11-02 1973-07-19 Bastian E Campingwagen

Also Published As

Publication number Publication date
GB2066166A (en) 1981-07-08
FR2470026A1 (fr) 1981-05-29
BE886023A (fr) 1981-05-04
DE2947315B1 (de) 1981-04-23
DE2947315C2 (de) 1981-12-24

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8006361A (nl) Snelbevestigingsinrichting voor het met de hand losneembaar vastleggen van meubelstukken in de transportruimte van een transportvoertuig.
US5052737A (en) Attachment structure and method for securing a toolbox on a pickup truck
US4591289A (en) Attaching device for modular furniture
US7416238B2 (en) Convertible cargo bed
US8020911B2 (en) Sliding cargo carrier for vehicle
WO2007130121A1 (en) Folding roll-over protective structure
EP0232310A1 (en) Combined roof rack for a car and two-wheel cart
US5306064A (en) Vehicle freight clamping assembly
US20070057526A1 (en) Vehicle with interchangeable accessories
US5664268A (en) Futon frame
US4131960A (en) Convertible seat-bed
CN211809615U (zh) 一种驮背车的端部底架
US2575221A (en) Seat structure with removable back
US2210585A (en) Creeper
US2741507A (en) Split header for open top truck-trailers and the like
KR101654010B1 (ko) 조립식 유아침대
US2679432A (en) Truck bow attaching means
WO2007035085A1 (en) Clamping mechanism for securing at least one object to a rail, as well as an assembly
US20190084598A1 (en) Universal track derailer assembly
JP4625313B2 (ja) レール運搬等多目的車輌の脱線復旧装置
CN111376938A (zh) 一种驮背车的端部底架
US4193350A (en) Head insert for railway trailer hitch
CN220664645U (zh) 发动机主钩模块、变速箱夹紧模块、前桥吊钩模块及包括这些模块的发动机动力总成吊具
US6234552B1 (en) Fastening device for seats, seat benches or the like on the floor of a motor vehicle or the like
CN211893228U (zh) 一种驮背车的关节底架

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed