NL8006045A - Werkwijze en inrichting voor het terugvinden en presen- teren van informatie die in een registratiemedium is opgenomen. - Google Patents

Description

i. J

Werkwijze en inrichting voor het terugvinden en presenteren van informatie die in een registratiemedium is opgenomen.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en op een inrichting voor het terugvinden en presenteren van informatie en meer in het bijzonder op het terugvinden van televisie-video en -audio-informatie die is opgenomen in een re-5 gistratiemedium dat is voorzien van een aantal sporen die een analogie vormen van zowel de video- als de audio-informatie.

Een stand van de techniek op het terrein van de uitvinding is beschreven in de Amerikaanse octrooischriften 3.371.154, 3.391.247, 3.446.914, 3.829.610, 3.848.095, 3.931.457 10 en 4.106.058 welke octrooischriften hier als voorbeelden zijn genoemd.

Het videospoor-overdrachtstelsel dat hierna wordt beschreven, is geschikt om te worden gebruikt samen met het stelsel en de werkwijze voor het reproduceren van beelden en van daar-15 mee in verband staande audio-informatie die zijn beschreven in een ten name van N.A.Jerome en medewerkers gestelde Amerikaanse octrooiaanvrage met de tital "Stelsel, werkwijze en registratiemedium voor het reproduceren van beelden en daarmee in verband staande audio-informatie".

20 Zoals in de hierboven aangeduide literatuur- plaatsen is aangegeven, vinden de videoplaat en andere registratiemedia, zoals magneetband, toenemende toepassing en verkrijgen zij steeds grotere populariteit voor het vastleggen en reproduceren van televisie-beelden met geluid. In het algemeen wordt het beeld 25 afgetast in afzonderlijke rasters op een lijn-voor-lijnbasis en wordt de audio-informatie tegelijkertijd vastgelegd, waarbij video- en audio-analogie-sporen worden gevormd in het registratiemedium. De vastgelegde informatie wordt uit het registratiemedium overgeschreven teneinde gelijktijdig beeld en geluid te repro-30 duceren. In dergelijke stelsels zijn de gereproduceerde audio- en videosignalen althans bij benadering evenlang durend.

Er zijn ook oplossingen voorgesteld waarbij r η η fi η £ 5 2 video-platen worden benut voor de reproductie van TV-beelden en geluid waarbij het geluid voor elk raster een langere duur heeft dan het signaal voor het TV-raster zelf, om een voorbeeld te noemen, teneinde een stilstaand beeld te vertonen met een vrij 5 lang durende gesproken beschrijving of uitleg die betrekking heeft op het beeld, hetgeen in het bijzonder van nut is voor leer- of trainingsdoeleinden. Als voorbeeld hiervan wordt genoemd het in het Amerikaanse octrooischrift 3.829.610 beschreven stelsel waarin een registratieplaat wordt gebruikt met verscheidene 10 concentrische sporen met video-informatie in het ene gebied van de plaat en één of meer spiraalvormig verlopende geluidsgroeven in een ander gebied waarbij de geluidsinformatie voor elk van de video-sporen zich uitstrekt over verscheidene omwentelingen van geluidsgroeven. Stelsels van deze soort hebben bepaalde beper-15 kingen en nadelen doordat afzonderlijke koppen voor geluid en beeld betrekkelijk kostbaar zijn en moeilijk in lijn zijn te brengen en te houden.

De in de hierboven aangeduide nog hangende Amerikaanse octrooiaanvrage geeft een oplossing waarbij video-informatie 20 voor afzonderlijke rasters van een TV-beeld worden vastgelegd in uitéén gelegen sporen op een registratiemedium zoals een schijf waarbij voor elk raster langdurige audio-informatie wordt vastgelegd in een aantal afzonderlijke sporen tussen de video-sporen, de informatie uit één van de video-sporen voor het reproduceren 25 van in enkel raster varjhet beeld wordt uitgelezen en de informatie uit opeenvolgende bijbehorende audio-sporen wordt uitgelezen voor het reproduceren van de langdurige audio-informatie. De audio-sporen voor elk raster zijn zodanig geplaatst ten opzichte van de video-sporen dat de audio- en video-sporen gelijktijdig worden 30 afgetast door één enkele leeskop.

De informatie wordt fotografisch vastgelegd en optisch uitgelezen. De audio-informatie wordt vastgelegd in een sterk gecomprimeerde vorm om de hoeveelheid audio-informatie voor elk raster van het TV-beeld nog verder uit te breiden.

35 Aanvankelijk toen alle informatie werd verkregen Ï0 06 0 4 5 * * 3 uit een bepaald video-spoor en de daarbij behorende audio-sporen werd de leeskop verschoven van het ene sporenstel van een videospoor en zijn audio-sporen naar het volgende sporenstel door middel van een galvanometer-spiegelmechaniek. De spiegel werd 5 stapsgewijs verplaatst door een besturingsorgaan en wel achtereenvolgens langs elk van de verschillende sporen totdat de kop op de juiste wijze was geplaatst op het toepasselijke volgende sporenstel.

Een individuele stap van de galvanometerspiegel 10 kan inderdaad zeer snel worden uitgevoerd, namelijk in minder dan 5 milliseconden. In de praktijk echter maakt het bij elkaar brengen van een aantal van dergelijke stappen nodig dat elke stap wordt, uitgevoerd met een veel geringere snelheid, namelijk in de orde van grootte van 250 milliseconden per stap. Bovendien heeft 15 iedere dergelijke stap als onderdeel van een reeks stappen een kans van 98 % dat hij juist wordt uitgevoerd, zodat bij het nemen van 10 stappen de kans dat verkeerd wordt geëindigd op een volgend sporenstel betekenend groot zijn, namelijk ongeveer 1 op 5. De totale verschuiving vereist aldus tenminste ongeveer 2,5 seconden 20 of zelfs meer voor een verplaatsing vanuit het ene video-spoor naar het volgende (aannemende dat een stel sporen in totaal 10 sporen bevat). De tijd van 2,5 seconden is werkelijk te lang om te worden toegestaan. Tenslotte vertoont het verplaatsen op snelle wijze en 10 maal achtereen van de galvanometerspiegel het probleem 25 dat het bereik van de spiegel waarin hij kan stappen, zal zijn opgebruikt alvorens de kop op passende wijze in een nieuwe positie kan zijn gebracht door middel van een extern transportorgaan.

In het algemeen gesteld is het een doel van de uitvinding een werkwijze en een inrichting te verschaffen waarbij 30 zeer snel een leeskop wordt geschoven of sprongsgewijs verplaatst van het ene signaalanalogie-spoor naar een volgend signaalanalogie-spoor en vervolgens de kop snel in de afspeelstand wordt gebracht, alles in een duidelijk kortere tijdsduur in vergelijking met terzake dienende uit de stand van de techniek bekende werkwijzen en 35 inrichtingen zoals die tot nu toe bekend zijn.

8006045 » * 4

Een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een orgaan voor het aftasten van de verschillende signalen die worden ontvangen door de leeskop en voor het vinden van de plaats van een eerste signaalanalogiespoor ten opzichte 5 van naburige andere signaalanalogie-sporen.

Weer een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een "doelvind"-orgaan teneinde een eerste signaal-opneemelement samen met bijbehorende tweede signaal-opneemelemen-ten te plaatsen ten opzichte van het signaalanalogie-spoor en 10 werkzaam te zijn voor het thuisbrengen van het eerste signaalop-neemelement op het eerste signaalanalogie-spoor.

Deze en andere doeleinden worden bereikt met de hier beschreven afspeelwerkwijze en afspeelinrichting wanneer deze worden gebruikt met een registratiedrager met daarin afzonder-15 lijke spoorstellen waartoe behoren opeenvolgend naast elkaar geplaatste analogien van videosporen gecombineerd met een aantal gelijkmatig uitéén gelegen audio-sporen die respectievelijk naast een bijbehorend videospoor zijn geplaatst. Alle video- en audio-signaalsporen die optreden in een bepaald sporenstel, kunnen te-20 zamen voor het afspelen worden afgetast door een beweegbare leeskop waartoe behoort een videospoor-aftastelement en een aantal audio-aftastelementen die in een gekozen opstelling zijn geplaatst. Een dergelijke opstelling omvat tevens een paar spoorvind-elementen of "thuisbreng"-elementen die het video-spooruitleeselement flan-25 keren. Een analogie van een wisselsignaal wordt vanuit een gekozen plaats aan het eind van de audio-signaalanalogie opgenomen door de audio-uitleesschakeling en doorgegeven aan een besturingsorgaan waartoe behoort een microprocessor die stootsgewijs de leeskop verplaatst teneinde het video-uitleeselement juist te positioneren of 30 althans dicht bij een juiste stand te brengen voor het uitlezen van het volgende videospoor. Het volgende videospoor wordt afgetast na de stootsgewijze verplaatsing door achtereenvolgens de diodes in de leeskop af te tasten. Indien de leeskop op een nieuwe plaats wordt gebracht die verschilt van de juiste uitleespositie zorgt 35 een galvanometerorgaan voor het achtereenvolgens maken van stappen 8006045 * -* 5 ter grootte van de afstand tussen twee sporen voor zover nodig om het videospooraftastelement althans nagenoeg in een uitlees-positie bij het videospoor te brengen. Nadat het besturings-orgaan geen videosignaal ontvangt via een frequentie-discriminator 5 of een filter uit de audio-aftastelementen en het multiplexer-detectie-orgaan is de spoorwissel-operatie voltooid. De totale wissel-cyclus van het ene videospoor naar het volgende videospoor is voltooid in aanzienlijk minder tijd dan nodig is met enige andere werkwijze of inrichting die tot nu toe bekend is.

10 De uitvinding wordt hierna toegelicht met een beschrijving van een voorkeursuitvoeringsvoorbeeld, welke beschrijving verwijst naar een tekening.

Fig. 1 is een enigszins schematisch bovenaanzicht van een registratiemedium in schijf-vorm met daarop analogien van 15 video- en audio-informatie.

Fig. 2 is een vergroting van een deel van het registratiemedium volgens fig. 1 met een schematische voorstelling van de met een aantal elementen uitgevoerde opneemkop daarop gesuper-poneerd.

20 Fig. 3 is een vereenvoudigd blokschema en een schematische voorstelling van de afspeelinrichting volgens de uitvinding waarin de combinatie van elementen die door de uitvinding is toegevoegd, met een vettere lijn is aangegeven.

In fig. 1 en fig. 2 is een voorstelling gegeven 25 van een registratiemedium uitgevoerd als een plaat 10. Met streep-lijnen is in de figuren 1 en 2 een meervoudig opneemelement in een opneemkop 12 ingetekend. Beginnend aan de buitenrand en naar het midden toe is een reeks sporenstellen aanwezig waarbij elk sporenstél een videospoor V en een aantal audio-sporen A bevat, 30 zoals ook is getekend.

Bij voorkeur is de videoplaat 10 vervaardigd uit een rond stuk film met een fotogevoelige emulsie op een lichtdoor-latende basis. De film wordt belicht zoals hierna wordt beschreven en vervolgens ontwikkeld teneinde de doorlaatbaarheid voor licht 35 van de film plaatselijk te variëren in overeenstemming met de video- 8006045 V * 6 en audio-informatie die daarop moet worden vastgelegd. Een bepaald geschikt filmmateriaal bestaat uit een fijn korrelige zilver-halogenide-emulsie met een dikte in de orde van grootte van 6 micrometer op een 110 micrometer dikke basis van Mylar.

5 Hoewel dit in de tekening niet wordt voorgesteld kan het registratiemedium andere vormen aannemen al naar gewenst wordt, bijvoorbeeld de vorm van een cilinder met in axiale richting uitéén gelegen registratiesporen. Ook kunnen andere registratie-technieken worden gebruikt. Echter heeft de fotografisch tot stand 10 gebrachte videoplaat die hier wordt beschreven, de voorkeur omdat deze goedkoop is, gemakkelijk is te produceren, een hoge informatie opslagdichtheid verschaft en net zo gemakkelijk kan worden bewaard en vervoerd als iedere -andere ontwikkelde film of fotografisch negatief. Ook is van belang dat het gebruik van een der-15 gelijk registratiemedium de mogelijkheid opent betrekkelijk goedkope afspeelapparatuur te gebruiken.

De hier besproken uitvinding wordt momenteel niet gebruikt in de registratie-inrichting voor het registreren , van de spooranalogien op de plaat 10 die in de tekening is weer-' 20 gegeven. Echter wordt met het oog op de duidelijkheid van de beschrijving een korte beschrijving van het registreren gegeven.

Kort gezegd wordt een TV-ingangssignaal aangeboden aan een modulator die de sterkte van een lichtbundel regelt, bijvoorbeeld een door een laser geproduceerde bundel. De gemoduleer-25 de lichtbundel wordt door middel van een spiegel door een objectief lens heen gericht welke objectieflens de bundel scherp afbeeldt op een videoplaat. De videoplaat is gemonteerd op een draaitafel en wordt met een constant toerental gedraaid, bijvoorbeeld met een toerental van 1800 toeren per minuut. De draaitafel is verbonden 30 met een transportwagen die kan worden verplaatst om de bundel in lijn te brengen met een aantal gewenste spoorposities op de plaat.

Het audio-ingangssignaal wordt aangeboden aam een analoog/digitaal (A/D)-omzetter. Het digitale signaal van de A/D-omzetter komt binnen in een digitaal datageheugen en het wordt 35 vandaar naar een passend tijdsinterval doorgegeven naar een digitaal/ 8006045 * «4 7 analoog (D/A)-omzetter en vervolgens aan de modulator om te worden vastgelegd zoals hiervoor beschreven voor het video-signaal.

De in digitale vorm gebrachte data die in het datageheugen worden bewaard, worden uitgelezen in zeer snel aflopende stoten waar-5 door de data sterk worden gecomprimeerd, bijvoorbeeld in een verhouding van 100 : 1. Aldus stellen de gecomprimeerde data die zijn vastgelegd in het audio-spoor in een tijd van 32,768 milliseconden een werkelijk audio-signaal voor dat 3,2768 seconden duurt voor elk raster van het video-beeld.

10 Tijdens de bewerking wordt een onbelichte video- plaat rondgedraaid terwijl de sterkte van de registratiebundel wordt gevarieerd in overeenstemming met de video-informatie. Wanneer een raster uit het videosignaal is vastgelegd wordt het transportorgaan voor de draaitafel verplaatst om de lichtbundel 15 te richten op het eerste audio-spoor voor dat raster. De 3,2768 seconden audio-informatie voor dit spoor wordt ingelezen in de compressorbuffer in deze zelfde tijd en vervolgens in 32,768 milliseconden uitgelezen. Het registreren van audio-signalen gaat door totdat het gewenste aantal sporen voor het sporenstel is vastge-20 legd. Vervolgens wordt een nieuw sporenstel vastgelegd dat bestaat uit een ander video-spoor met een groep audio-sporen. Dit proces van het vastleggen van sporenstellen wordt herhaald totdat het verlangde aantal sporenstellen is verkregen of totdat de plaat vol is. De belichte plaat wordt vervolgens weggenomen en ont-25 wikkeld.

In de hier beschreven, op het ogenblik de voorkeur hebbende uitvoering heeft de plaat 10 5000 sporen met een afstand tussen de hartlijnen van de sporen van 14 micrometer waarbij deze sporen een ringvormige registratieband innemen met een 30 binnendiameter van 16 cm en een buitendiameter van 30 cm. Elk spoor heeft een breedte in de orde van grootte van 10 micrometer.

In figuur 2 is de afstand tussen de sporen over de gehele registratieband gelijk getekend om te kunnen passen bij de opneemelementen van de leeskop 12 die in figuur 1 en figuur 2 is getekend. Elk 35 spoor V bevat de video-informatie voor één compleet raster van een 8006045 δ TV-beeld en de reeks audio-sporen A naast elk video-spoor V bevat de audio-informatie voor dat complete raster.

Voor een standaard NTSC video-signaal met ongeveer 30 rasters per seconde wordt de plaat rondgedraaid met 5 een toerental van ongeveer 1800 toeren per minuut en de video-informatie voor één raster vult één enkel spoor V. Elk raster bevat twee in elkaar gestoken velden waarvan elk is opgemaakt uit 262,5 horizontale lijnen die worden afgetast en vastgelegd in een bepaalde volgorde. In de hier beschreven uitvoering wordt de in-10 formatie voor het eerste veld van elk raster vastgelegd in een eerste sector 2Of en wordt de informatie voor het tweede veld vastgelegd in een tweede sector 20s. De informatie die zich voordoet gedurende de vertikale terugvalintervallen wordt vastgelegd in kleinere sectoren 22c tussen de andere sectoren. Desgewenst kan 15 ook de adres-codering voor de verschillende sporen worden vastgelegd in de sectoren 22c.

Teneinde de duur van de audio-informatie te verlengen is voor elk raster van het beeld een aantal audio-sporen A aanwezig. Gedurende het afspelen kan de in deze sporen vast-20 gelegde informatie achtereenvolgens worden gereproduceerd gedurende een herhaald aftasten van het video-spoor V teneinde een stilstaand beeld te verkrijgen met een langdurige audio-informatie in tijdsgetrouwe weergave. In de in fig. 1 en fig. 2 getekende uitvoering zijn voor elk video-spoor V negen audio-sporen aanwezig.

25 Bij een ronddraaien van de plaat met een toerental van ongeveer 1800 toeren per minuut vergt elke volle toer 33,33 milliseconden.

De totale informatie-inhoud voor een spoor kan dus in 33,33 milliseconden worden teruggevonden.

Door de audio-informatie in een gecomprimeerde 30 vorm vast te leggen, zoals hiervoor al is beschreven, kan de hoeveelheid audio-informatie voor elk raster van het beeld worden vergroot. Bijvoorbeeld kunnen met de hiervoor genoemde compressie-verhouding van 100 : 1 de negen audio-sporen tot 30 seconden lang durend geluid bij elk raster verschaffen. Desgewenst kan een 35 groter aantal of een kleiner aantal audio-sporen worden benut 8006045 * i 9 met een dienovereenkomstige toename of afname van de hoeveelheid audio-informatie voor elk raster. In het geval dat de audio-informatie langer duurt dan de negen sporen van een bepaald sporen-stel, kan een volgend sporenstel worden gebruikt waarbij het 5 video-signaal hetzelfde is in het volgende video-spoor V en een audiosignaal wordt voortgezet in de volgende audio-sporen A.

De afspeelinrichting, weergegeven in fig. 2 en fig. 3/ omvat één enkele leeskop met een aantal uitlees-elementen.

De leeskop 12 tast tegelijkertijd het video-spoor V af en de daar-10 bij horende audio-sporen A voor één enkel raster van het beeld.

Wanneer de videoplaat 10 wordt afgespeeld wordt hij rondgedraaid terwijl hij steunt op een luchtlaag 24 boven een stilstaande geleide-tafel 26. De luchtlaag 24 wordt gevormd door het meeslepen van lucht door de snel draaiende plaat ten opzichte 15 van de geleide-tafel 26. De plaat is gemonteerd op een aandrijfas 28 en steunt op een flens 30 waarop de plaat is vastgeklemd door middel van een van schroefdraad voorzien rond klemorgaan 32.

De aandrijfas 28, wordt met althans nagenoeg constante snelheid rondgedraaid doof een aandrijfmotor 34.

20 Een lichtbron 36 is opgesteld onder een venster 38 in de tafel 26 en dient voor het verschaffen van licht voor het uitlezen van de informatie die op de plaat 10 is vastgelegd.

In een bepaalde voorkeursuitvoering kan de lichtbron bestaan uit een gloeidraadlamp in combinatie met een condensor, maar desge-25 wenst kan iedere andere geschikte lichtbron, bijvoorbeeld een laser, worden gebruikt. Het licht dat door de tafel 26 en de plaat 10 heen valt, is wat sterkte betreft gemoduleerd door de informatie die op de plaat 10 is vastgelegd, en een optische lens 40 projecteert een vergroot beeld van de sporen die moeten worden uitgelezen 30 via een galvanometerspiegel 41 op de leeskop 12. Een servomecha-nisme 62 van een algemeen bekend type zorgt voor een automatisch volgen van het spoor door de spiegel 41 en de lens 40 teneinde het geprojecteerde beeld in de juiste betrekking met de leeskop te houden, zoals hierna nog zal worden beschreven. Een dergelijk servo-35 mechanisme 62 wordt gebruikt in samenwerking met een servomechanisme 8006045 10 60 voor een transportorgaan of wagen.

De leeskop 12, de lichtbron 36, de lens 40 en de spiegel 41 zijn mechanisch verbonden met een wagen 44 zoals met streeplijnen in fig. 3 is aangegeven, en dienen om het geheel 5 te positioneren voor het uitlezen van het gewenste sporenstel dat op de plaat verschijnt. De leeskop 12 en een daarmee verbonden versterkerschakeling 42 zijn zo ingericht dat de vertikale afstand tussen de diodes 14a - 14j en 16 overeenkomt met de afstand tussen de sporen in het vergrote beeld dat op de leeskop wordt geprojec-10 teerd.

De diodes 18a en 18b zijn onmiddellijk boven en onder de horizontale hartlijn van het video-opneemelement 16 geplaatst. Deze diodes ontvangen respectievelijk een ongelijke hoeveelheid licht uit het videospoor V indien het beeld niet goed op 15 de leeskop 12 is gericht, en een correctie-signaal wordt afgeleid uit de uitgangssignalen van deze diodes en wordt aangeboden aan het spoorvolg-servomechanisme 62 vanuit het besturingsorgaan 58 teneinde de leeskop 12 op de juiste plaats te houden ten opzichte van het geprojecteerde beeld. Alle getekende opneemdiodes zijn ge-20 monteerd in een substraat en aansluitingen aan de diodes worden verkregen door middel van geleidende sporen op het substraat en door middel van pennen die uit het substraat naar buiten steken (beide zijn niet getekend). De sporen en de pennen zijn van een gebruikelijke soort en zijn uit de tekening weggelaten terwille 25 van de duidelijkheid.

Bij wijze van uitleg kan worden gesteld dat de galvanometerspiegel 41 in samenhang met de spoorvolgelementen 18 een ononderbroken volgen van het videospoor V met het video-opneemelement 16 bewerkstelligt. Dit wordt bereikt door de galvanometer-30 spiegel 41 binnen een bepaald hoekbereik te laten "schommelen".

Dit schommelen vindt plaats met de frequentie waarmee de plaat ronddraait om iedere excentriciteit van het spoor die het gevolg is van een verkeerdefplaatsing van het midden van de plaat, op te vangen. Typerend is dat de centreringsfout tienmaal groter is 35 dan de breedte van een spoor. Tevens elimineert de galvanometer 8006045 # -Λ 11 uitwijkingen die worden veroorzaakt door mechsnische trillingen.

Deze uitwijkingen kunnen gemakkelijk de spoorbreedte of de afstand tussen de hartlijnen van de sporen overtreffen. De galvanometer spiegel en de daarbij behorende aandrijfschakeling zijn 5 zo ontworpen dat zij deze twee spoorvolgfuncties uitvoeren zonder een vertraging van betekenis als gevolg van trage massa's.

Naast deze twee spoorvolgfuncties kan de galvanometer ook nog een stap-functie uitvoeren. Dat wil zeggen dat de galvanometer door een vaste verandering in zijn hoekstand het 10 beeld van de sporen over één afstand tussen hartlijnen van de sporen over de diodes zal laten verplaatsen.

Na een passende versterking in een versterker-schakeling 42 wordt het signaal uit het video-opneemelement 16 aangelegd aan een video-monitorschakeling met beeldscherm 54.

15 Signalen uit de audio-opneemelementen 14a - 14j worden in de versterkerschakeling 42 versterkt en toegevoerd aan een multiplexerorgaan 64 dat onder de besturing van een audiospoor-kiezer 46 de audio-informatie levert vanuit opeenvolgende exemplaren van de audio-opneemdiodes 14a - 14j via een A/D-omzetter 48 20 aan een digitaal ingericht datageheugenorgaan 50 gedurende opeenvolgende omwentelingen van de plaat 10.

Op deze manier wordt de video-informatie herhaaldelijk gereproduceerd terwijl de audio-informatie als een opeenvolging wordt gereproduceerd teneinde lang durende audio-25 informatie voor het TV-beeld te verschaffen.

Wanneer alle audio-informatie uit de audio-sporen A voor het TV-beeldraster opeenvolgend is gereproduceerd wordt de wagen 44 verschoven teneinde de daarmee verbonden leeskop, lichtbron, lens en galvanometerspiegel in positie te brengen 30 voor het uitlezen van de sporen voor een ander raster. Deze cyclus gaat zo door van het ene TV-beeld naar het volgende al naar wordt verlangd. Indien minder dan negen audio-sporen A zijn vastgelegd kan de plaat voor het volgende TV-raster opnieuw in positie worden gebracht door middel van een wisselbesturingssignaal dat is 35 geplaatst aan het eind van het audiosignaal.

8006045 12

Zoals blijkt uit fig. 3 komen de verschillende signalen die door de leeskop 12 zijn opgenomen, terecht in de opneemversterker 42 en worden zij vervolgens uitgezonden naar het multiplexerorgaan 64 en de videomonitor 54. Bovendien worden deze 5 signalen ingevoerd in een multiplexerorgaan of "mux" schakeling 64 waar elk afzonderlijk signaal uit de opneemversterker 42 achtereenvolgens kan worden geselecteerd uit de signaalgroep door hetzij de microprocessor 58 of de audio-spoorkiezer 46. De uitgangssignalen van de "mux"-schakeling 64 worden ingevoerd in de A/D-10 omzetter 48 en de discriminator- of filter-schakeling 66. Er is

voor gezorgd dat de discriminator 66 alleen frequenties in hun bereik dat tot iets boven 15000 Hz reikt, bijvoorbeeld beneden 16000 Hz, kan doorlaten. Aangezien het videosignaal een dominante frequentie heeft bij 15750 Hz en het gecomprimeerde audiosignaal ligt 15 tussen 30 en 300 kHz zal de discriminator 66 het videosignaal V

doorlaten en het gehele gecomprimeerde audiosignaal A onderdrukken.

Het gediscrimineerde videosignaal wordt vanuit de discriminator 66 ingevoerd in het besturingsorgaan 58 dat een microprocessor bevat. Een microprocessor zoals is aangebracht in 20 het besturingsorgaan 58, is in de handel verkrijgbaar met een 6502 MOS-Technology processor als voorbeeld, waarbij deze microprocessor opgenomen in een Synertek SYM 1 microcomputer-plaat een ander voorbeeld is.

Het besturingsorgaan 58 voert een signaal in 25 in een servomechanisme 60 dat dient voor het positioneren van de wagen 44 met daarbij de leeskop 12, de lichtbron 36 en het samenstel van spiegel en lens 40 - 41. Het besturingsorgaan 58 voert voorts een signaal in in een servomechanisme 62 dat de galvano-meterspiegel 41 met een reeks stapjes positioneert om zowel de 30 sporen ten opzichte van de video-uitleeskop 12 en de bijbehorende opneemelementdiodes stapsgewijs te verplaatsen als om de wagen 44 te brengen in ongeveer de positie van het geprojecteerde beeld van het videospoor V ten opzichte van het video-opneemelement 16.

Bij het afspelen gaat men als volgt te werk.

35 De te voren van een registratie voorziene videoplaat 10 wordt ge- 8006045 9 -* 13 plaatst op de flens 30 en vastgezet door middel van het klemorgaan 32. De wagen 44 wordt op de juiste wijze geplaatst om de lens 40 in lijn te brengen met de audio- en video-sporen voor het gewenste videoraster. De galvanometerspiegel 41 wordt aanvankelijk zo geplaatst 5 dat op de juiste wijze door een fijne nastelling een videospoor V ten opzichte van het video-opneemelement 16 wordt geplaatst.

Terwijl de plaat 10 rond draait worden het videospoor V en alle audio-sporen A voor het gewenste raster tegelijkertijd afgetast door de diodes 16 en 14a - 14j van de leeskop 12.

10 De video-informatie wordt herhaaldelijk geduren de opeenvolgende omwentelingen van de plaat verwerkt en het door deze informatie voorgestelde beeld wordt herhaaldelijk gereproduceerd op het beeldscherm van de monitor 54.

Het multiplexerorgaan 64 geeft de audio-informatie 15 vanuit opeenvolgende afzonderlijke audio-sporen A door via de A/D-omzetter 48 naar het datageheugen 50 gedurende opeenvolgende omwentelingen van de plaat 10. Terwijl aldus de video-informatie herhaaldelijk wordt gereproduceerd/ wordt de audio-informatie achtereenvolgens gereproduceerd teneinde het langer durende audio-signaal 20 voor het beeld te verschaffen. De gecomprimeerde audio-informatie wordt uit het datageheugen 50 vrijgegeven op een realtime-basis via de D/A-omzetter 52 en weergegeven door middel van de luidspreker 56.

Wanneer de audio-informatie uit alle sporen voor 25 het eerste raster is gereproduceerd wordt de wagen verschoven om zo de lichtbron, de lens en de leeskop in positie te brengen voor het lezen van het sporenstel voor een ander TV-raster. Dit proces gaat zo door totdat het gewenste aantal rasters is gereproduceerd en weergegeven. Indien minder dan negen sporen aüdio-informatie 30 zijn vastgelegd kan de plaat 10 opnieuw in positie worden gebracht voor het volgende raster na voltooiing van de informatie die aanwezig is in de audio-sporen. Een stuursignaal kan zijn vastgelegd in het audio-spoor waar de laatste audio-informatie is aangetroffen om de inrichting ertoe te brengen te wisselen naar het 35 spoor voor het volgende TV-raster.

8006045 14

Het is duidelijk dat de gecombineerde presentatie van de audio- en video-signalen, zoals voorzien door de hier beschreven inrichting, een presentatie is die wel wat lijkt op de al bekende presentatie van fotografische diapositieven 5 vergezeld van hetzij een commentaar afkomstig van een commentator, hetzij van een bandregistratie. Vele voordelen kunnen in de presentatie volgens de uitvinding worden gevonden omdat weinig of geen tijd verloren gaat bij herhaaldelijk presenteren van de opeenvolgende beelden en omdat het gesproken commentaar het video-10 beeld zonder vertraging, onduidelijkheid of verandering vergezeld.

Het is een belangrijk probleem gebleken op voldoend nauwkeurige wijze de stap te besturen van het wisselen van het ene video-spoor naar het volgende video-spoor zonder vertraging.

De eerste oplossing was het achtereenvolgens 15 laten stappen van de galvanometerspiegel 41 langs alle tien sporen hetgeen vanzelfsprekend om van spoor tot spoor te geraken een excessieve tijd van 0,25 seconden vergde of een tijd van 2,5 seconden in totaal van raster naar raster, dat wil zeggen van het ene video-spoor V naar het volgende. Een dergelijke tijdvertraging 20 was niet toelaatbaar en de betrouwbaarheid van deze oplossing was niet voldoende.

De gang van zaken volgens de hier beschreven werkwijze is als volgt: eerst worden het video-spoor V en de bijbehoren-25 de audio-sporen A bij voltooiing beëindigd met een signaal dat afkomstig is uit de audio-sporen A, om het besturingsorgaan 58 te bedienen. Het besturingsorgaan 58 veroorzaakt hierna dat het servomechanisme 60 de wagen, de leeskop en de bijbehorende detec-tie-elementen met een zetje over een afstand verplaatst vanuit 30 het voltooide video-spoor waarvan mag worden aangenomen dat daarmee het eerstvolgende video-spoor wordt bereikt of althans dicht wordt benaderd.

Hier wordt er nog eens op gewezen dat deze verplaatsing niet zo zeer een stap is als wel een "slew", waarmee 35 een zeer snelle verplaatsing van de kop 12 wordt bedoeld en de 8006045 15 .

kop kan daardoor in ongeveer 30 milliseconden worden verplaatst. Wanneer echter de kop zo snel wordt verplaatst is een nauwkeurige besturing van zijn bestemmingsplaats moeilijk zonder te zorgen voor een buitensporig kostbare besturing. Een zodanige 5 bestemmingsplaats moet vanzelfsprekend binnen twee of drie micrometer liggen voor een goede afspeling uitgaande van een afstand tussen de hartlijnen van naast elkaar gelegen sporen ten bedrage van 14 micrometer.

In de hier beschreven inrichting brengt de hier 10 bedoelde zeer snelle verplaatsing dus de leeskop binnen tenminste een paar sporen van zijn bestemmingsplaats. Het besturingsorgaan 58 zorgt er ook voor dat de galvanometer is uitgeschakeld, dat wil zeggen dat de spiegel 41 in een aanvankelijke beginstand staat terwijl de zeer snelle verplaatsing wordt uitgevoerd, bijvoorbeeld 15 gedurende 50 milliseconden.

Dit maakt het mogelijk dat het servomechanisme 62 opnieuw wordt gestart uitgaande van een bekende positie zodra de zeer snelle verplaatsing is voltooid. Aan het eind van de zeer snelle verplaatsing zullen de twee flankerende spoorvolgdiodes 18 20 het een of andere spoor oppikken en de galvanometer 41 stabiliseren binnen 50 milliseconden. De spiegel zal het video-opneemelement 16 op dit spoor plaatsen of dit een videospoor is of niet.. De spoorvolgdiodes zijn niet gevoelig voor de inhoud van het spoor en zullen mikken op ieder spoor dat binnen hun bereik ligt. Na het 25 opnieuw beginnen zal het video-opneemelement 16 zich recht boven het video-spoor V bevinden of anders 1, 2 of 3 sporen daarvandaan.

Er is in voorzien dat het besturingsorgaan 58 een aftasting langs de diodes 14a - 14j laat plaatsvinden en elk in-formatiesignaal uit elke diode opneemt en identificeert wat be-30 treft zijn inhoud. Aldus heeft het besturingsorgaan de signaalin-formatie voor het in werking brengen van het servo-mechanisme 62 om de galvanometer 41 een stap te laten maken in de goede richting zoals hierna wordt beschreven. Indien bijvoorbeeld het video-spoor ligt op de diode 14b in plaats van op de juiste diode 16, zullen 35 de resultaten van de aftasting aan het besturingsorgaan aanwijzing 8006045 16 geven dat het gewenste video-spoor twee spoor-posities is verplaatst en zij zullen voorts de richting aangeven. Een ander voorbeeld is dat indien het video-spoor V op de juiste wijze op de diode 16 ligt, dat dan de diode-aftasting geen video-eigen-5 schappen zal vertonen na doorlating door de discriminator 66 en het besturingsorgaan zal de gehele stap en spoorzoek-procedure beëindigen en beginnen met het weergeven van de audio-signalen.

Volgens het eerste voorbeeld wordt de galvanometer 41 nu het vereiste aantal van twee stappen verplaatst teneinde 10 het video-spoor V onder de video-opneemdiode 16 te brengen. Elke stap van de galvanometer 41 vergt, zoals beschreven, ongeveer 25 milliseconden.

Indien nu het multiplexerorgaan 64 alle negen audio-diodes 14a - 14j afloopt en geen uitgangssignaal vindt, 15 betekent dit dat er geen video-spoor is binnen het bereik van de audio-diodes. Dit betekent dat de galvanometer de góede stappen heeft gedaan en dat het video-opneemelement 16 het video-spoor V volgt. De aftasting vergt 5 milliseconden per spoor of 45 milliseconden voor alle negen sporen.

20 Met de hier geboden oplossing wordt dus binnen ongeveer 250 milliseconden of minder (waarbij inbegrepen de tijd van 30 milliseconden voor de snelle verplaatsing} een nieuw videospoor in de juiste positie gebracht samen met het bijbehorende sporenstel. Met andere woorden, de gehele wisselcyclus vein de ene 25 sporenset naar de volgende sporenset, neemt niet meer· dan 0,25 seconden voordat verder wordt gegaan met het volgende video-raster. Deze wisseltijd is kort- vergeleken met de tijd die nodig is voor een typerende televisiemonitor om zijn beeld te stabiliseren, en een dergelijke korte wisseltijd is in het algemeen niet waarneem-30 baar voor een menselijke waarnemer.

Samenvattend worden middelen verschaft voor het identificeren van een videospoor dat is ingebed in een matrix van audio-sporen. Een orgaan voor het opzoeken en voor het volgen van een spoor is aanwezig dat bestaat uit een multiplex-schakeling 35 met een smal doorlaatfilter en een op passende wijze geprogram- 8006045 17 9 meerd besturingsorgaan dat bestaat uit een microprocessor.

De uitvinding blijkt een aantal belangrijke eigenschappen en voordelen te vertonen waarvan de belangrijkste is het leveren van een afspeling van afzonderlijke TV-beelden 5 waarbij deze elk met een lang durende audio-informatie zijn voorzien, en waarbij van het ene TV-beeld naar het volgende wordt gewisseld in een kortere wisseltijd dan voor het menselijk oog zichtbaar is.

Zoals uit het voorafgaande blijkt wordt een nieuw 10 en verbeterd stelsel en een nieuwe en verbeterde werkwijze voor het reproduceren van video-beelden en daarmee verbonden audio-informatie verschaft. Hoewel hier slechts bepaalde voorkeursuitvoeringen zijn beschreven zal het aan de vakman duidelijk zijn dat bepaalde wijzigingen en veranderingen kunnen worden uitgevoerd 15 zonder buiten de strekking van de uitvinding te treden.

i 8006045

Claims (17)

1. Stelsel voor het reproduceren van een eerste signaal dat vergezeld gaat van een bijbehorend tweede signaal door het afspelen van een registratiemedium met opeenvolgende 5 stellen van eerste en tweede signaalanalogie-sporen, omvattende een wisselorgaan om te wisselen van het ene sporenstel naar een volgend sporenstel om dit af te spelen, met het kenmerk, dat het. wisselorgaan omvat: A. een besturingsorgaan dat reageert op een 10 signaal voor het snel verplaatsen van een opneemorgaan ten opzichte van een volgend eerste analogiespoor over een afstand die geacht wordt voldoende te zijn om het opneemorgaan en het eerste spoor in een afspeelrelatie te brengen; en B. een orgaan dat reageert op het besturings- 15 orgaan voor het verplaatsen van het opneemorgaan in kleine stapjes nadat het opneemorgaan snel is verplaatst om, voor zover nodig, het opneemorgaan uiteindelijk thuis te brengen in de juiste op-neemopstelling ten opzichte van het eerste spoor.

2. Stelsel volgens conclusie 1, gekenmerkt door 20 een discriminatororgaan voor het discrimineren van de signalen die worden opgenomen door het opneemorgaan teneinde het eerste spoor te identificeren.

3. Stelsel volgens conclusie 1 of 2, gekenmerkt door een orgaan voor het uitschakelen van een galvanometerspie- 25 gelorgaan gedurende de snelle verplaatsing van het opneemorgaan en het vervolgens weer inschakelen van het spiegelorgaan na de zeer snelle verplaatsing, waarbij het spiegelorgaan werkzaam is tussen de sporen en het opneemorgaan en door het besturingsorgaan verplaatsbaar is teneinde het optische beeld van een analogiespoor 30 ten opzichte van het opneemorgaan te plaatsen.

4. Stelsel volgens conclusie 1, 2 of 3, gekenmerkt door het orgaan voor het aftasten van de signalen uit de sporenstellen na het snel verplaatsen van het opneemorgaan om verder het thuis brengen van het opneemorgaan te dirigeren.

5. Stelsel volgens één van de voorafgaande 8006045 conclusies, gekenmerkt door een orgaan voor het vervolgen van het thuisbrengen van het opneemorgaan ten opzichte van het eerste spoor gedurende het gehele afspelen van een betreffende sporen-stel.

6. Stelsel volgens conclusie 2, 3, 4 of 5, gekenmerkt door een orgaan voor het aftasten van de signalen uit elk sporenstel nadat het opneemorgaan snel is verplaatst om zo het besturingsorgaan verder te dirigeren.

7. Stelsel volgens één van de voorafgaande 10 conclusies, met het kenmerk, dat het registratiemedium een ontwikkelde fotografische film is waarbij elk spoor een signaalana-logie is met veranderlijke doorlaatbaarheid van de film.

8. Stelsel volgens één van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat het stelsel een TV—stelsel is 15 waarbij het eerste signaal het TV-videosignaal is en het tweede signaal het TV-audiosignaal.

9. Stelsel volgens conclusie 7, mét het kenmerk, dat het stelsel een TV-stelsel is waarbij het eerste signaal het TV-videosignaal is en het tweede signaal het TV-audiosignaal.

10. Werkwijze voor het reproduceren van een eer ste signaal dat vergezeld gaat van een bijbehorend tweede signaal door het afspelen van een registratiemedium met opeenvolgende sporenstellen van signaalanalogie-sporeh, omvattende het wisselen van het ene sporenstel voor het afspelen van een volgend sporen~ 25 stel, gekenmerkt door de wisselstappen: A. het snel verplaatsen van een signaalopneem-orgaan, volgend op een aangegeven tijdstip, ten opzichte van een volgende eerste spoor over een afstand die geacht kan worden het opneemorgaan en het eerste spoor te brengen in een afspeelrelatie; 30 en B. het verplaatsen van het opneemorgaan in kleine stapjes na het snel verplaatsen van het opneemorgaan om, zonodig, uiteindelijk het opneemorgaan thuis te brengen in een juiste opneem-positie ten opzichte van het eerste spoor.

11. Werkwijze volgens conclusie 10, gekenmerkt 8006045 V door het discrimineren vein de signalen die worden opgenomen door het opneemorgaan na het snel verplaatsen van het opneemorgaan teneinde het eerste spoor te identificeren.

12. Werkwijze volgens conclusie 10 of 11, 5 gekenmerkt door de stap van het uitschakelen van een galvano- meter-spiegelorgaan voor terugkeer naar een ruststand gedurende tenminste de stap van het snel verplaatsen van het opneemorgaan, waarbij het spiegelorgaan werkzaam is om het optische beeld van een analogiespoor ten opzichte van het opneemorgaan te verplaatsen. 10 13. Werkwijze volgens conclusie 10, 11 of 12, gekenmerkt door de stap van het aftasten van de signalen uit de analogiesporen na het snel verplaatsen van het opneemorgaan teneinde de stap waarbij de verplaatsing voor het thuisbrengen wordt uitgevoerd, te dirigeren.

14. Werkwijze volgens conclusie 10, 11, 12 of 13, gekenmerkt door het voortzetten van het thuisbrengen van het opneemorgaan ten opzichte van het eerste spoor na het uitvoeren van de eerste stap voor dit thuisbrengen, en wel gedurende het gehele afspelen van een bijbehorende sporenstel.

15. Werkwijze volgens één van de conclusies 10 tot en met 14, met het kenmerk, dat het registratiemedium een ontwikkelde fotografische film is waarbij elk spoor een signaal-analogie is van variërende doorlaatbaarheid van de film.

15. Werkwijze volgens conclusie 13, gekenmerkt 25 door het discrimineren van de signalen die worden opgenomen door het opneemorgaan nadat het opneemorgaan snel is verplaatst om het spoor van de eerste signaalanalogie te identificeren.

17. Werkwijze volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat het stelsel een TV-stelsel is waarbij het 30 eerste signaal het TV-videosignaal is en het tweede signaal het TV-audiosignaal.

18. Werkwijze volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat het stelsel een TV-stelsel is waarbij het eerste signaal het TV-videosignaal is en het tweede signaal het 35 TV-audiosignaal. 8 0 0 & 0 4 5