NL8006040A - Storingsveilige tijdregelinrichting. - Google Patents

Description

*· ' . · -1- «

Storingsveilige tijdregelinrichting.

De uitvinding heeft betrekking op een storings-veilige tijdregelinrichting voor het bekrachtigen van een uitgangsrelais aan het einde van een tevoren gekozen tijdsinterval.

5 In de spoorwagenindustrie is het dikwijls nood zakelijk om een uitgangsorgaan een tevoren bepaald tijdsinterval na het optreden van een bepaalde gebeurtenis te bekrachtigen. Het kan bijvoorbeeld gewenst zijn om de deuren van een passagiervoertuig een tevoren be-10 paalde tijd nadat een voertuig tot stilstand is gekomen te openen. Hierbij is het van kritisch belang, dat het uitgangsrelais, waarmede het openen van de passagier-voertuigdeuren wordt bediend indien met de veiligheid van het railsysteem niet de hand mag worden gelicht.

15 Behalve bij het openen van de deuren van een railvoertuig zijn er talrijke andere gevallen, waarin het gewenst is om een uitgangsorgaan te bekrachtigen uitsluitend nadat een tevoren bepaalde tijdsperiode is verstreken. Dit geldt voor de elektronische bedie-20 ningsmiddelen voor het schakelen en signaleren aan spoorvoertuigen en eigenlijk voor elke toepassing, waarbij de veiligheid van primair belang is.

In het verleden zijn mechanische middelen gebruikt voor het uitvoeren van de noodzakelijke tijd-25 regelfunctie en in de spoorvoertuigindustrie is lange tijd gebruik gemaakt van motortijdelementrelais. Hoewel de mechanische tijdregelinrichtingen geschikt zijn voor vele doeleinden, vertonen zij een relatief beperkte programmeerbaarheid en hebben derhalve een relatief 30 beperkt prestatiebereik. Hoewel de nauwkeurigheid van de mechanische tijdregelinrichtingen voor velerlei toepassingen voldoende is, zal het in andere gevallen, waar een hoge nauwkeurigheid vereist wordt, verder noodzakelijk zijn alternatieve middelen te vinden voor het 35 verschaffen van het tijdsinterval. Daar ook in de spoor wagenindustrie de elektronische ontwikkeling haar intrede heeft gedaan, is het wenselijk een betrouwbare, 8006040 ' - 2 - veilige en betrekkelijk goedkope elektronische vervanging voor de mechanische tijdregelinrichting van het conventionele type te ontwikkelen.

Gedurende de laatste tijd zijn op ruime schaal 5 pogingen ondernomen om computertechnieken toe te passen voor het vervullen van de functie van een storingsvei-lige tijdregelinrichting. Hierbij wordt gedacht aan het gebruikmaken van extra toegevoegde (redundantie) minicomputers van verschillende fabrikanten en met ver-10 schillende programmeringen voor een extra controlebe- werking van het tijdsinterval van de storingsveilige tijdregelinrichting en het vervolgens bekrachtigen van een uitgangsorgaan alleen wanneer tussen de redundantie minicomputersystemen overeenstemming bestaat met be-15 trekking tot het bekrachtigingstijdstip. De overheer sende gedachte is dat indien er verschillende program-meerteams nodig zijn voor het verschaffen van verschillende programma's voor verschillende computers, de kans op een gemeenschappelijke fout gering is, hetwelk een 20 aanvaardbaar risico verschaft. Daar deze techniek van het gebruik maken van onafhankelijke redundantie mini-computersysternen geen voorzieningen verschaft voor het intern controleren van de bewerking van een systeem, is een fatale combinatie van eigenschappen een reële 25 mogelijkheid. Verder brengt het idee van de onafhanke lijke redundantie noodzakelijkerwijze aanzienlijke terugkerende en niet-terugkerende kosten met zich mede om deze systemen op de markt te brengen, hetwelk een verder compromis vormt bij het gebruikmaken van deze 30 oplossing.

De uitvinding heeft ten doel te voorzien in een verbeterde storingsveilige tijdregelinrichting voor het bekrachtigen van een uitgangsrelais aan het einde van een tevoren gekozen tijdsinterval, waarbij 35 de bekrachtiging van het uitgangsrelais op betrouwbare wijze wordt uitgevoerd, uitsluitend na het verstrijken van het tijdsinterval.

De uitvinding beoogt verder te voorzien in een verbeterde storingsveilige tijdregelinrichting, waarbij 8006040 r « - 3 - in het geval van een storing zoals een tijdelijke ener-gieverbreking het tijdsinterval kan worden verlengd, doch nimmer verkort.

Ook beoogt de uitvinding te voorzien in een 5 verbeterde storingsveilige tijdregelinrichting van het bovenbeschreven type, waarbij het tijdsinterval op gemakkelijke wijze kan worden ingesteld over een breed prestatiebereik.

Een ander oogmerk van de uitvinding is te voor-10 zien in een verbeterde storingsveilige tijdregelinrichting waarin gebruik wordt gemaakt van digitale verwerkingstechnieken met inbegrip van interne programma- en opbouw-herhalingscontrole voor het verifiëren van een storingsvrije tijdkeuze informatieinvoer, verwerking en uitgangs-15 levering.

Nog een ander oogmerk van de uitvinding is te voorzien in een verbeterde storingsveilige tijdregel-inrichting, die gekenmerkt wordt door een digitale afbeelding van tijdregeling en/of vouwtoestanden.

20 Een verder oogmerk van de uitvinding is te voor zien in een verbeterde storingsveilige tijdregelinrich-ting, die een verbeterde tijdregelnauwkeurigheid vertoont.

Tenslotte beoogt de uitvinding te voorzien in 25 een verbeterde storingsveilige tijdregelinrichting, waarbij herhalingscontrole en diversiteit grondkenmerken zijn.

Voor het bereiken van de bovengenoemde oogmerken wordt volgens de uitvinding voorzien in een ver-30 beterde storingsveilige tijdregelinrichting, die een matrixkiezerschakelaar bevat voor het verschaffen van het tijdregelinterval, alsmede een digitale processor voor het aftasten van de matrixkiezerschakelaar, waarbij de schakelaar instelstanden worden omgezet in tijdkies-35 informatie, een tijdsinterval wordt verschaft, dat cor respondeert met de gekozen tijd, voorgesteld door de tijdkiesinformatie, en een uitgangsinrichting wordt bekrachtigd aan het einde van het gekozen tijdsinterval.

De zuiverheid van de digitale processor wordt 8006040 - 4 - gecontroleerd gedurende elk van de storingsveiligheids-taken, die hierbij worden uitgevoerd door een combinatie van technieken, die cycluscontrole en -diversiteit binnen elke taak omvatten en algemene tests uitgevoerd op 5 de processorklok, het geheugen en ingang/uitgang. Hier toe bevat de digitale processor volgens de uitvinding een primaire klok, een hulpklok, verscheidene informatie-invoerorganen, geklokt door de primaire klok voor het vormen van diverse tijdinformatiewoorden, gebaseerd op 10 de tijdkiesinformatie, organen voor het vormen van een basistijdklok, gebaseerd op veelvoudige cycli van de primaire klok, en verschillende telregisters, waarin de verschillende tijdinformatie moeren worden ingevoerd en die opeenvolgend afwisselend een inhoudsvermindering 15 ondergaan door de basistijdklok voor de periode van het tevoren gekozen tijdsinterval.

De digitale processor is verder voorzien van controleprogramma's, die verifiëren of de tijdkiesinformatie op correctie wijze is gelezen, de basistijd-20 klok een periode heeft die zich uitstrekt over een te voren bepaald aantal cycli van de hulpklok en de verschillende registers op verschillende wijze de basistij dklokpulsen tellen gedurende het tevoren gekozen tijdsinterval in tevoren bepaalde volgorde. Hiertoe 25 verschaffen de controleprtgramma' s een tevoren bepaald aantal controlewoorden, die een aanwijzing verschaffen van de storingsveilige tijdregelwerking en deze controlewoorden opbergt in een geheugen. In een verder geheugen van de digitale processor is eën uitgangs-30 programma opgeborgen, dat is opgebouwd uit groepen van uitgangsopdrachten, die elk adresseerbaar zijn met een sleutelgetal, gebaseerd op een tevoren bepaald controlewoord. De groepen uitgangsopdrachten worden in een tevoren bepaalde volgorde opgeborgen, waarbij 3J5 - elke groep van een andere groep is gescheiden door een « uitsluitopdracht, waarmede een uitgangsbekrachtiging wordt uitgesloten in het geval, dat de groepen uitgangsopdrachten zijn geadresseerd in een tevoren bepaalde volgorde. Elk van de controlewoorden, waarbij 8006040 V « • * - 5 - in het controlegeheugen# wordt omgezet in sleutelge-tallen door middel van een sleuteltabel, waarbij de sleutelgetallen vervolgens worden gebruikt voor het inschrijven van respectieve programma-opdrachtgroepen 5 teneinde het uitgangssignaal te leveren voor het be krachtigen van de uitgangsinrichting.

De controleprogramma's van de digitale processor volgens de uitvinding controleren de storingsvei-lige stuureenheiduitgangcontroleopdracht, drijven en 10 controleren het informatiegeheugen, verifiëren de nauw keurigheid van de primaire klok door middel van de hulp-klok# controleren en.verifiëren informatieinvoer en waarborgen verder een storingsvrij gedrag van de sto-ringsveilige tijdregelinrichting volgens de uitvinding.

15 De storingsveilige tijdregelinrichting volgens de uitvinding is verder voorzien van een binair gecodeerde decimale afbeelding van de tijdsduur# die overblijft in het gekozen tijdsinterval alvorens de uitgangs-inrichting wordt bekrachtigd en van een tweede afbeel-20 ding# die de doorgang van elke seconde van het tijds interval aangeeft. Op gunstige wijze kan de afbeeld-inrichting volgens de uitvinding verder worden gebruikt voor het aanwijzen van fouttoestanden in het geval, dat een storing wordt gedetecteerd.

25 De uitvinding zal hieronder nader worden uit eengezet aan de hand van de tekening, waarin bij wijze van voorbeeld een gunstige uitvoeringsvorm van de storingsveilige tijdregelinrichting volgens de uitvinding is weergegeven.

30 Hierin toont: fig. 1 een blokschema van de storingsveilige tijdregelinrichting volgens de uitvinding# en fig. 2 meer in detail een schakelschema van de ketenelementen van de storingsveilige tijdregelinrich-35 ting volgens fig. 1.

De delen in fig. 2# die corresponderen met die uit fig. 1, zijn met dezelfde verwijzingscijfers aangeduid. De in fig. 1 weergegeven storingsveilige tijdregelinrichting volgens de uitvinding bestaat uit een 8 0 060 4 0 - 6 - digitale processor 10, uit een tijdkiezer 12, uit een klokcontroleketen 14, uit een spanningsregelaar 16, uit een terugstelketen 18, uit een afgestemde storingsvei-lige stuureenheid 20, en uit een afbeeldeenheid 22.

5 In de digitale processor 10 is gebruik gemaakt van een Intel enkelklaks microprocessor van het type 8748, die de storingsveilige logische tijdregelfunctie uitvoert. Binnen de microprocessor 10 is gebruik gemaakt van een aantal registers voor telfuncties met 10 inbegrip van registers voor het regelen van een basis tijdklok van 0,040 millisec. en informatieregisters, geklokt door de basisklok teneinde een aantal cycli van de basisklok te telen, dat gelijk is aan een tevoren gekozen tijdsinterval, met de hand bepaald door 15 de tijdkiezer 12. De microprocessor 10 is verder intern voorzien van een aantal geheugens, zoals een gehuegen voor het bewaren van controlewoorden, een geheugen, dat een aantal groepen uitgangsopdrachten bevat voor het leveren van een signaal van 10 KHz voor het sturen van 20 de afgestemde storingsveilige stuureenheid 20, en ver schillende andere tabelgeheugens, die gebruik maken van de controleprogramma's voor het verifiëren van een storingsvrij microprccessorgedrag zoals later uitvoeriger zal worden uiteengezet.

25 Daar de storingsveilige tijdregeleenheid vol gens de uitvinding bestemd is om de conventionele tïjd-elementrelais zoals thans gebruikt in de spoorwegindustrie, die kenmerkend een uitgang verschaffen over een tevoren bepaalde tijdsperiode na het verschaffen van een voeding 30 hieraan, en daar de storingsveilige tijdregelinrichting volgens de uitvinding een directe mechanische en elektrische vervanging moet zijn, berust een kenmerk van de storingsveilige tijdregelinrichting volgens de uitvinding op het inleiden van het tevoren gekozen tijdsinterval 35 na het leveren van voeding hieraan. Hiertoe wordt door de in fig. 2 meer in detail weergegeven spanningsregelaar 16 volgens de uitvinding niet alleen een spanning aangelegd aan de microprocessor 10, doch ook aan de terugstelketen 18, die een relaxatie-oscillator bevat, 8 0 06 0 4 0 7 - Λτ * die gevormd wordt door een condensator 24, een weerstand 26 en een omzetter 28, die is aangesloten op de terugstel-ingangsklem van de microprocessor 10.

De terugstelketen 18 bevat verder een omzetter 30, die 5 in serie is geschakeld met een condensator 32, een weerstand 34, een bufferversterker 36 en een weerstand 38. Met het knelpunt tussen de condensator 32 en de weerstand 34 is verder een weerstand 40 verbonden, waarvan de andere zijde is aangesloten op een geregelde 10 uitgang van 5 Volt van de spanningsregelaar 16. De in gang aan de omzetter 13 is aangesloten op de uitgang van êën trap van een bufferhexgrendelketen. 42, waarvan de ingangen zijn aangesloten op een ingan/uitgang-klem 44 van de microprocessor 10. De hexgrendelketen 42 15 dient als uitbreidingspoort voor de microprocessor 10 en wordt geklokt met een PROG-signaaluitgang door de microprocessor aan de aansluitklem 46. Door de aanwezigheid van de hexgrendelketen 42 kan de ingang/uitgang-capaciteit van de Intel ID 8748 microprocessor worden 20 uitgebreid.

De terugstelketen 18 werkt in samenhang met de spanningsregelaar 16, die van conventionele constructie is en waarvan de details zijn weergegeven in fig. 2.

Na het aanleggen van een gelijkspanning aan de ingangs-25 klemmen van de spanningsregelaar wordt aan de uitgangs- klemmen hiervan een uitgang van 5 Volt afgegeven aan de condensator 24 van de terugstelketen en tijdelijk opgedrukt op de ingangsklem van de omzetter 28, waardoor de uitgang van de omzetter 28 op het logische niveau 30 "0" komt, waardoor de microprocessor 1Ö wordt terugge steld gedurende een periode, bepaald door de tijdconstante van de condensator 24 en de weerstand 26, welke periode, ca 10 millisec. bedraagt. Wanneer de condensator 24 wordt opgeladen zal het spanningsniveau aan de 35 ingang van de omzetter 23 dalen tot onder de drempel van de poort 28, waardoor de uitgang van de omzetter 28 op het logische niveau "1" komt. Hierna zal de microprocessor 10 periodiek een RUN-signaal via de uitbreidingspoort 42 afgeven aan de omzetter 30, de condensa- 8006040 - 8 - tor 32, de weerstand 34, de versterker 36 en de weerstand 38 aan het knooppunt van de condensator 24 en de ingang van de omzetter 28, waardoor de ingang van de omzetter 28 op een niveau wordt gehouden, dat ligt 5 onder de drempel van de omzetter 28. Wanneer de spanning eenmaal is aangelegd aan de spanningsregelaar, wordt de microprocessor 10 aanvankelijk teruggesteld voor de tijdsduur van de tijdconstante, verschaft door de condensator 24 en de weerstand 26, en wordt hierna vrijgegeven 10 voor het verwerken van het gekozen tijdsinterval.

De hexgrendelketen of uitbreidingspoort 42 wordt verder gebruikt voor het toevoeren van geschikte stuursignalen aan de afbeeldeenheid. Zoals in fig. 1 is weergegeven, bevat de storingsveilige tijdregelinrich-15 ting volgens de uitvinding een conventionele BCD-afbeeld- eenheid 48 voor het afbeelden van de resterende tijdsduur voordat het tevoren gekozen tijdsinterval is beëindigd. BCD-tijdinformatie wordt direct aangelegd aan de afbeeldeenheid 48 via de ingang/uitgang-poort 44, 20 terwijl geschikte klokpulsen en kiespulsen aan de afbeeldeenheid 48 hieraan worden aangelegd via uitbreidingspoort 42. De afbeeldeenheid volgens de uitvinding bevat verder een pulslampafbeeldeenheid 50, die gekoppeld is met de uitbreidingspoort 42, die een serie 25 keten bevat, gevormd door een inverteerelement 52, een versterker 54, een lichtemissiediode 56, en een weerstand 58, die is aangesloten op de 5 Volt-uitgang van de spanningsregelaar 16. Op het gemeenschappelijke verbindingspunt van de uitgang van de versterker 54 en de 30 kathode van de lichtemissiediode 56 is verder een weer stand 60 aangesloten, waarvan het andere uiteinde is aangesloten op een uitgang van lage spanning van de regelaar 16. Door middel van de uitbreidingspoort 42 wordt de lichtemissiediode 56 periodiek gepulseerd in 35 elke seconde van het tevoren gekozen tijdsinterval ten einde een gepulseerde zichtbare afbeelding te verschaffen, die een aanwijzing verschaft van de verwerking van het tevoren gekozen tijdsinterval.

Zoals eerder opgemerkt, wordt de microprocessor 8 0 06 0 4 0 4. » - 9 - 10 gevormd door een enkelklaks microprocessor van het type ID 8748, voorzien van een kristalprocessor met een klokpulsgenerator 64 van 3 MHz. Voor het klokken wordt door een aparte kristaloscillator 64 en een frequentie-5 deler 66 een onafhankelijke tijdreferentie verschaft, die gebruikt wordt in storingsveilige klokpulscontrole-programma's zoals later uitvoeriger zal worden toegelicht.

De door de storingsveilige tijdregelinrichting 10 volgens de uitvinding te bekrachtigen uitgangsinrich- ting in de railsignaleringstoepassing, waarvoor de tijdregelinrichting bestemd is, is een storingsveilige relaisstuureenheid, die is afgestemd op een signaal van 10 KHz. Het storingsveilige relais wordt gestuurd 15 door de afgestemde storingsveilige stuureenheid 20, af gestemd op de frequentie van 10 KHz en is aangesloten op een uitgangsklem Tl van de microprocessor 10. De afgestemde storingsveilige stuureenheid 20, die van conventionele constructie is en waarvan de details in 20 fig. 2 zijn weergegeven, geeft alleen een uitgang aan het storingsveilige relais af nadat aan de ingang hiervan een signaal van 10 KHz is aangelegd zoals geleverd door de microprocessor 10 na het beëindigen van het tevoren gekozen tijdsinterval en na een verifiëren van 25 storingsvrij systeemgedrag. In deze toepassing wordt gebruik gemaakt van de afgestemde relaisstuureenheid omdat de stuureenheid het relais afzondert van de gelijkstroomvoedingsbron door tussenkomst van een transformator, daar het storingsveilige relais alleen 30 zal worden bekrachtigd indien het signaal van de juiste frequentie wordt aangelegd aan de ingang van de stuureenheid 20.

Een primaire voorwaarde voor de tijdinformatie-kiezer 12 is dat zij beveiligd moet zijn tegen het ver-35 anderen naar een instelling, die verschilt van de ge kozen instelling als gevolg van trilling, mechanische storingen of een hoge contactweerstand. Daar de draai-schakelaars van het bedieningstype moeten worden onderzocht teneinde de invloed van een verbroken vertanding 8 0 06 0 4 0 - 10 - vast te stellen en codeerschakelaars het gewijzigde signaal als gevolg van een elektrische storing van een contact kunnen weergeven, zijn deze schakelaars niet geschikt voor toepassing in de storingsveilige regelin-5 richting volgens de uitvinding. Daar de meeste commer ciële verkrijgbare schakelaars geen voorziening voor vergrendeling hebben behalve via de knop of regelas en daar in velerlei voorbeelden een mechanische storing de contacten onafhankelijk van de as kan doen veranderen, 10 zijn deze typen schakelaars onder voorbehoud verworpen om te worden toegepast voor de storingsveilige tijd-regelinrichting volgens de uitvinding. Voor toepassing in de storingsveilige tijdregelinrichting volgens de uitvinding is in hoge mate geschikt gebleken een uit-15 trek-instelschakelaar zoals vervaardigd door AMP Ine.

(no. 435625-1). De in fig. 2 schematisch weergegeven tijdinformatiekiezer 12, te vormen uit een matrix van horizontale en verticale lijnen, die onderling verbindbaar zijn door middel van (niet nader weergegeven) 20 met de hand ingestelde insteekpenkiezers. Elke verticale lijn is verbindbaar met slechts een enkele horizontale lijn of met geen van de horizontale lijnen door middel van een insteekkiezerpen. Aldus heeft de uittrekschake-laar, gebruikt voor de tijdinformatiekiezer 12 een 25 positieve indexering en kan worden vergrendeld door het eenvoudig sluiten van een kap tegen de hendels.

Het programma voor het verschaffen van een storingsveilig produkt, in dit geval een storingsveilige tijdinterval, moet de juiste werking van alle construc-30 tiedelen, die tot uitdrukking komt bij het weergeven van een veilige uitgang, aantonen. Verder moet het programma ook aantonen, dat zij in wezen een geverifieerde correcte werking bezit. Hiertoe wordt in het programma gebruik gemaakt van cycluccontrole- en diversiteit-35 technieken voor het aantonen van de juiste werking.

De cycluscontrole wordt toegepast op afzonderlijke bits, gehele geheugens, afzonderlijke opdrachten en gehele deelprogramma's. De diversiteit wordt toegepast wanneer de uitgang van een proces vele waarden kan hebben. In 8006040 » ( - 11 - principe zal indien dezelfde uitgang wordt geleverd door totaal verschillende middelen, deze uitgang worden aanvaard. De controlekenmerken volgens de uitvinding worden aangetoond door het leveren van informatiewoorden, 5 controlewoorden genoemd. De controlewoorden zijn niet aanwezig in het processorgeheugen en zij worden geleverd als gevolg van een succesvolle beëindiging van storings-veilige programmacontroles. Het uitgangrelais kan niet worden bekrachtigd tenzij een volledig complement van 10 correcte controlewoorden is geleverd. Dit is waar omdat het storingsveilige uitgangsprogramma, dat het signaal van 10 KHz levert voor de stuureenheid van het storings- % veilige relais niet in de processor aanwezig is voordat alle controles en taken zijn voltooid en de geschikte 15 controlewoorden hiermede het woord vormen in het infor- matiegeheugen. Vervolgens wordt een verdere controle uitgevoerd, waarmede wordt geverifieerd, dat alle controlewoorden, die tevoren in het geheugen zijn opgeborgen, gebruikt zijn, wat resulteert in het leveren 20 van een verder controlewoord, dat eveneens in het ge heugen wordt opgeborgen. De aldus geleverde lijst controlewoorden bestaat uit adressen van programma-instructies, die vervolgens worden ingeschreven voor het leveren van de spanningsveilige uitgang.

25· Het programma van de storingsveilige tijdregel- inrichting voert de volgende taken uit: - het uitlezen van de tijdinformatiekiezer-schakelaars, - het afbeelden van de gekozen tijd, 30 - het leveren van het gekozen tijdsinterval, - het bekrachtigen van het uitgangsrelais.

Doordat alle bovengenoemde taken met uitzondering van de afbeelding storingsveilig zijn, zijn deze taken onderworpen aan de volgende beperking: 35 - het uitgangsrelais wordt alleen bekrachtigd indien geen onveilige storing is opgetreden.

De zuiverheid van de processor wordt gedurende elk van de storingsveilige taken gecontroleerd door een combinatie van controletechnieken: 8 0 06 0 4 0 - 12 - - cycluscontrole en -diversiteit binnen de taakperiode, - algemene controles, uitgevoerd op de proces-sorklok, het geheugen en de ingang/uitgang.

5 Eén van de uitgevoerde algemene onderzoeken is het informatiegeheugenonderzoek op het informatiegeheugen van de microprocessor 10. Dit informatiegeheugen wordt gevormd door een uitlees/inschrijf-registergroep van 64 woorden (bytes), die binnen de processor zijn ge-10 plaatst. Zij wordt gebruikt als tussengeheugen van informatie, geleverd gedurende de programmacyclus, met inbegrip van controlewoorden. Het wissen van de inhoud van dit geheugen alvorens de start van het programma beantwoordt aan de verlangde storingsveiligheid. Derhalve 15 wordt alle informatie uit het geheugen gewist door het invoeren van een groep bekende informatiegegevens (die voor het tijdprogramma betekenisloos zijn) in de uit-lees/inschrijf-registergroep van het informatiegeheugen. Nadat de informatiegegevens zijn ingevoerd worden zij 20 gesommeerd teneinde een geheugensomcontrolewoord te verschaffen, waarmede wordt geverifieerd, het onderzoek werd uitgevoerd en dat het geheugen correct werkte.

Verder verschaft de tijdsduur, in beslag genomen door de levering van het geheugensomcontrolewoord een aanwij-25 zing of het programma al dan niet correct is uitgevoerd.

Daar de microprocessor 10 intern geklokt wordt, wordt door gebruikmaking van de uitgang van de deler 66 in het klokcontroleprogramma een wijze van tijdregeling van het geheugensomcontrolewoordprogramma verschaft.

30 Aldus worden de uitgangen van de deler 66 toegevoerd aan een telregister binnen de microprocessor 10 gedurende de duur van de levering van het geheugensomcontrolewoord teneinde een tweede controlewoord te leveren, dat aanwijzing verschaft van de tijdsduur, waarin de levering 35 van het geheugensomcontrolewoord plaats vindt. Dit tweede controlewoord, aangeduid met geheugentijdcontrole-woord, wordt vervolgens eveneens opgeborgen in de uitlees/ inschrijf-registerreeks, die het informatiegeheugen van de informatieprocessor 10 vormt.

8006040 - 13 -

Opgemerkt wordt, dat daar de storingsveilige tijdregelinrichting volgens de uitvinding niet bekrachtigd is wanneer zij niet in gebruik is, het eigenlijk onmogelijk is voor bruikbare informatie deze te houden 5 in de informatie van de microprocessor 10. Het wissen van het informatiegeheugen aan het begin van de pro-grammauitvoering waarborgt evenwel, dat indien de sto-ringsveilige tijdregelinrichting opnieuw wordt gestart gedurende een cyclus krachtens een voedingsonderbreking 10 of storing, een volledige tijdgeregelde cyclus zal gaan lopen.

Daar de tijd een storingsveilige parameter is in de storingsveilige tijdregelinrichting volgens de uitvinding, bestaat een algemeen onderzoek, uitgevoerd 15 door het storingsveilige tijdregelinrichting, uit het waarbrogen, dat de kristalklokpulsgenerator van 3 MHz een cyclus van 5,0 millisec. levert. Dit wordt bewerkstelligd door de voor het uitvoeren van een bekend aantal opdrachten vereiste tijdsduur te vergelijken met 20 het tijdsinterval, bepaald door de hulpklokpulsen, ge vormd door de klokcontroleketens 14. Evenals bij de levering van het geheugentijdcontrolewoord het geval was, wordt gedurende de tijdsduur van het bekende aantal door de microprocessor 10 uitgevoerde opdrachten 25 door een teller in de processor de aan de uitgang van de deler 66 geleverde pulsen van 50 KHz geteld. Deze interne teller kan worden teruggesteld, gestart, afgelezen en stopgezet door middel van programmaopdrachten.

De klokcontrole wordt volgens de uitvinding op 30 twee wijzen toegepast. In de eerste plaats kan zij worden gebruikt voor de tijdrichting van een programmaonderdeel, dat slechts eenmaal loopt zoals bijvoorbeeld de tijdrege-ling van het vormen van het geheugencontrolewoord. Wanneer zij op deze wijze wordt gebruikt zal het aantal 35 hulpklokpulsen, dat geteld wordt terwijl het programma onderdeel wordt uitgevoerd, worden gebruikt voor het leveren van een controlewoord. De klokcontrole wordt ook gebruikt op een tweede wijze voor de tijdsregeling van het doorlopen van een programmalus, die een storings-

8 o o s o 4 Q

- 14 - veilige tijdbasisklokpuls levert, dat de primaire taak van de storingsveilige tijdregelinrichting volgens de uitvinding vormt. Daar de programmalus, waardoor de tijdbasisklokpuls wordt geleverd, enige honderden malen 5 kan worden uitgevoerd voor het leveren van tijdsinter vallen van enige seconden of tienduizenden malen voor het leveren van minuten, kan een tijdcontroletelling overeenkomstig die, uitgevoerd gedurende het verifiëren van het geheugensomcontrolewoord, niet gemakkelijk worden 10 gebruikt voor het vormen van een klokcontrole-controle- woord op zichzelf. In plaats hiervan wordt door de programmalus, die de tijdbasisklok levert, gebruik gemaakt van diversiteitstechnieken voor het verifiëren van een storingsvrije werking zoals hieronder nader 15 zal worden uitgezet.

De levering van de basistijdklokpulsen wordt uitgevoerd door middel van een paar telregisters in de microprocessor 10. Nadat de programmalus voor de levering van de basistijdklokpulsen is gestart, worden de telre-20 gisters voorzien van logisch complementaire terugstel- getallen en wordt de inhoud daarvan afwisselend verminderd door opdrachten, geklokt door de interne klok-pulsgenerator van de microprocessor 10. Gedurende de tijdcyclus, waarin een basistijdklokpuls wordt geleverd 25 moeten derhalve de in het ware en het complementaire telregisters bewaarde getallen zuiver complementair zijn, hetwelk gecontroleerd en geverifieerd wordt teneinde de juiste verwerking van de tijdbasisklokpulsen te waarborgen. Wanneer de programmalus voor de levering 30 van de tijdbaisklokpulsen wordt bekrachtigd wordt verder de telling van het klokcontroletelregister vergeleken met een referentiewaarde door een hulpprogramma teneinde te verifiëren, dat de uitgangsteHingen van deze telregisters gelijk zijn aan een tevoren bepaalde referen-35 tiewaarde. Indien de eindwaarde van de tijdbasisklok- controletelregisters van de referentiewaarde verschillen, zal de processor de tijdregeling stopzetten en een tijd-fout afbeelden. Over elk stap van de tijdbasisklokprogram-malus worden de voorinstel- en refentiewaarden van de 8006040 » Λ -15- tijdbasiskloktelregisters gewijzigd teneinde te waarborgen, dat voor elke tijdcontrole nieuwe en verschillende telregisterwaarden vereist zijn teneinde het programma te kunnen laten voortgaan. Het verschil 5 tussen de voorinstelwaarde en de referentiewaarde is echter steeds hetzelfde, daar hetzelfde aantal machine-cyli steeds wordt geteld bij het herhaaldelijk leveren van de tijdbasisklokpulsen.

Teneinde aan te tonen, dat de klokpulsencontrole 10 geschikt is voor het detecteren van een storing bij het leveren van de tijdbasisklokpulsen, bevat de klokcon-trole een foutleveringsprogramma, waarin foutieve voor-instelreferentiewaarden worden opgeborgen in de tijd-basLsklcktelregisters, waardoor een fouttoestand wordt 15 gesimuleerd. Na het detecteren van de fout in het fout- programma wordt in de microprocessor een teken ingesteld, dat het programmasysteemgedrag verifieert. Later in het tijdintervalleveringsprograroma wordt de fout gewist en door een programmatoestandcontrolewoord wordt een sto-20 ringstoestand geverifieerd, het teken ingesteld en het teken gewist. Het programmatoestandwoord, het teken ingesteld en het teken gewist. Het programmatoestandwoord wordt eveneens bewaard in het informatiegeheugen van de informatieprocessor 10 teneinde te worden gebruikt in 25 het uitgangsprogramma zoals hieronder nader zal worden uiteengezet.

Een verder algemeen onderzoek, uitgevoerd gedurende de storingsveilige tijdverwerking, omvat het verifiëren van de microprocessoruitgang naar de afge-30 stemde storingsveilige stuureenheid. Daar het storings- veilige relais moet worden bekrachtigd na het afgeven van een uitgangssignaal van 10 KHz aan de afgestemde storingsveilige stuureenheid via de uitbreidingspoort 42, moet deze uitgangsbitgroep (byte) ten alle tijd worden 35 gehouden op constant logisch niveau behalve tijdens het afgeven van het signaal van 10 KHz en alleen na de levering van het voorgekozen tijdsinterval. Dienovereenkomstig wordt de toestand van de uitgangsbitgroep van de uitbreidingspoort 42 gedetecteerd door de TO-ingang van 8006040 - 16 - de microprocessor 10. Indien de TO-bitgroep van toestand verandert alvorens de tijdcyclus is voltooid, wordt het programma afgetakt naar een geheugentaak, waarbij het hoofdprogramma wordt verlaten zodanig, dat de construc-5 tie- en programmacomponenten, gebruikt in deze bevei- iging, worden getest gedurende de startfase van het programma.

De microprocessor 10 bevat behalve de ingan/ uitgang-poort 44 nog een verdere ingang/uitgang-poort 70 10 en een verzamellijn-poort 72. Deze drie poorten worden gebruikt voor het uitlezen van de tijdinsteHing, tot stand gebracht in de tijdinformatiekiezer 12, en zijn zodanig gerangschikt, dat een 10-byte-uitgangswoord, een 10-byte-ingangswoord en een 4-byte-ingangswoord worden 15 verschaft. De twee 10-byte-woorden zijn met elkaar ver bonden via de verzamellijnen van de tijdinformatiekiezer-schakelaar, die het programma vrijgeeft, waarmede de microprocessorpoorten worden getest.

De tijdinformatiekiezer 12 is zoals boven reeds 20 is opgemerkt een matrixschakelaar voor het leveren van tijdinformatiesignalen, die een aanwijzing verschaffen van het door het storingsveilige tijdregelinrichting volgens de uitvinding te leveren voorgekozen tijdsinterval. De tijdinformatiekiezerschakelaar 12 bevat een schaal-25 verdeling in decimale minuut- en secondenwaarden met tien horizontale verzamellijnen, byte-lijnen, die decimale waarden voeren, en vier verticale verzamellijnen, die de cijfers voorstellen, d.w.z. de seconden, tientallen seconden, minuten en tientallen minuten van het te 30 leveren tijdsinterval. Het voorgekozen tijdsinterval wordt verschaft door de insteekpen van elke verticale lijn, waarbij de horizontale lijn correspondeert met de gewenste tijdsintervalwaarde. Indien bijvoorbeeld een interval van 10 min. zou worden gekozen, moet de pen 35 van de verticale lijn van 10 min. worden verbonden met de "Ί''-eenhedencijfer-byte, terwijl de overige pennen van de verticale lijnen moeten worden verbonden met de horizontale lijn met het cijfer "O".

De tijdinformatiekjffler 12 wordt uitgelezen door 8006040 - 17 - middel van twee programmasegmenten. De twee uitlezingen worden gebruikt voor het vullen van respectieve toon-registers, gebruikt in twee storingsveilige telprogramma's, die gebruik maken van diversiteiten als één van de 5 storingsveilige programmatechnieken. Gedurende de een eerste programmasegment, waarin gekozen tijdinformatie wordt ingevoerd in de microprocessor 10, wordt elk van de bitgroeplijnen opeenvolgend afgetast door een logische "1" te plaatsen op een bepaalde lijn en een 10 logische "0" op andere lijnen. Hierna worden de vier verticale lijnen van de kiezerschakelaar 12 getest aan de poort 70 op de aanwezigheid van een logische "1" voor elk afgetast cijfer. Indien een logische "1" is gedetecteerd bij elk cijfer, wordt een hiermee corresponderend 15 BCD-getal geleverd door de microprocessor 10 en hierin opgeborgen voor latere invoer in de afbeeldeenheid en zal een getal, gelijk aan de cijferwaarde, uitgedrukt in aantallen tijdbasisklokpulsen, d.i. 40 millisec. de programmalus, gebruikt bij de levering van de tijdbasis-20 klokpulsen, doorlopen en worden opgeteld in een waar storingsveilig telregister binnen de microprocessor 10. De logische "1"-aftasting wordt voortgezet totdat de "1" bitgroep wordt afgetast van de eerste horizontale cijferlijn tot de laatste horizontale cijferlijn, het-25 welk betekent, dat alle lijnen zijn uitgelezen.

Na het voltooien van de "logische l" of "ware aftasting" van de tijdinformatiekiezerschakelaar 12, wordt een tweede aftasting van de tijdinformatiekiezerschakelaar uitgevoerd, waarbij een logische "0" 30 wordt gevormd aan één van de horizontale lijnen van de tijdkiezerschakelaar, terwijl het logische "1" signaal wordt aangelegd aan alle andere lijnen van de tijdinformatiekiezerschakelaar. De logische "0" wordt vervolgens afgetast van het cijfer "0" tot het cijfer "9", 35 evenals werd gedaan gedurende de logische "1" of ware aftasting, voortvloeiende uit de levering van een complementair informatiewoord, dat de logische complement is van het ware informatiewoord, voortgebracht gedurende de ware aftasting van de tijdkiezerschakelaar. Het com- 8006040 - 18 - plementaire informatiewoord wordt vervolgens bewaard in een complementair telregister in de microprocessor 10 voor de ]e/ering van het voorgekozen storingsveilige ti j ds interval.

5 De regeling van de ware en complementaire informatieaftastingen wordt bereikt door middel van een ingang/uitgang-volgorderegeling, mogelijk gemaakt door de configuratie van de uitgangslijnen van de poorten 44 en 70, die gevoed worden via de tijdinformatiekiezer-10 schakelaar 12 en terug naar de ingang/uitgang-verzamel- lijnpoort 72. De bitgroep (byte)lijnen, die terugvoeren naar de verzamellijnpoort 72, zijn echter aangesloten op een verschoven uitgang, d.w.z. een cijferbyte 9-uitgang die is aaneengevlochten met een cijferbyte 8-ingang, en 15 byte 8-uitgang, die is aaneengevlochten met een byte 7- ingang, .... een byte 0-uitgang, die is aaneengevlochten met een byte 9-ingang. Aldus zal telkens wanneer de uit-gang/ingang-opeenvolging wordt herhaald de logische "1" bitgroep gedurende de ware aftasting op de logische "O" 20 bitgroep gedurende de complementaire aftasting worden uitgelezen met een verschuiving aan de verzamellijnin-gangspoort 72, waarmede de microprocessor vervolgens de volgende cljferuitgangbitgroep regelt, waarop het logische niveau ”1" of "0" wordt opgedrukt gedurende 25 de respectieve ware en complementaire aftastingen.

Telkens wanneer de uitgang/ingang-opeenvolging wordt uitgelezen zal aldus een ware of complementaire bitgroep voortschrijden door de lijnen in afhankelijkheid van het instellen van de respectieve ware of complementaire bit-30 groepen, die worden gelezen via de tijdkiezer aan de poorten 70 en 72. Aan het einde van de ware en complementaire aftastingen zal een aftastteller, die het aantal malen telt, dat een logische "1" of een logische "0” worden afgegeven aan een horizontale cijferlijn, 35 worden uitgelezen en worden gebruikt als aftasttelcon- trolewoord. Met deze opstelling worden de poorten en de bitgroeplijnen onderzocht. Elke kortsluiting of open ketentoestand zal een fout in de aftastteller veroorzaken. Een tweede controlewoord, dat de tijd aangeeft, 8006040 - 19 - die nodig is voor het uitvoeren van de ware en complementaire aftastingen, wordt verkregen uit de klokcontrole-teller in de microprocessor 10 en dit aftasttijdcontrole-woord verifieert, dat het juiste aantal machinecycli 5 werd doorlopen gedurende de ware en complementaire in- formatieaftastingen. Daar de kiezerpennen van de tijd-informatiekiezer 12 elk alleen contact kunnen maken met een enkele horizontale cijferlijn, gevoerd uit de microprocessor, kan elk het logische "1" of het logische "0"-10 signaal slechts eenmaal worden uitgelezen bij elke ver ticale lijn, ingevoerd aan de poort 70 gedurende een respectieve ware of complementaire aftasting. Aldus wordt een verder controlewoord, aangeduid met cijfertelcontrole-woord, gevormd, die verifieert dat de som van de logi-15 sche "l"-waarde wordt toegevoerd aan de poort 70 via de tijdinformatiekiezerschakelaar gedurende de ware aftasting van de schakelaar 12. Zo kan een soortgelijk cijfertelling worden samengesteld gedurende de complementaire aftasting van de tijdkiezerschakelaar 12. De 20 aftasttelling, aftasttijd en cijfertellingcontrolewoorden worden na het leveren hiervan opgeborgen in het informa-tiegeheugen van de microprocessor 10.

Na het bovenstaande is het duidelijk, dat een ware tijdinformatiewoord en een complementair informatie-25 woord resp. worden gevormd gedurende de ware en comple mentaire aftastingen van de tijdinformatiekiezerschakelaar 12. De ware en complementaire tijdinformatiewoorden worden resp. opgeborgen in ware en complementaire sto-ringsveilige telregisters, die een aantal tijdbasisklok-30 pulsen tellen, die corresponderen met de ware en com plementaire tijdinformatiewoorden, resp. opgeborgen in deze registers. De storingsveilige tellers vertonen derhalve een diversiteit, daar de ware en complementaire tijdinformatiewaarden, die aanvankelijk hierin zijn opge-35 borgen, logisch complementair zijn. De ware en comple mentaire tijdinformatietellers tellen elk 25 tijdbasis-klokpulsen, geleverd door de storingsveilige tijdregel-lus voor elke seconde van het voorgekozen tijdsinterval. Daar de ware en complementaire tijdinformatietellers 8 0 06 0 4 0 - 20 - afwisselend een verlaging van hun inhoud ondergaan, worden tijdvergelijkingsonderzoeken uitgevoerd na elke tweede tijdbasisklokpuls teneinde te verifiëren, dat de verminderde aantallen, opgeborgen in de ware en com-5 plementaire storingsveilige tellers, zuiver logisch complementair zijn bij elke tweede tijdbasisklokpuls. Indien de in de tellerregisters ingevoerde getallen niet zuiver complementair zijn aan het begin en halverwege de vergelijkingsonderzoeken, zal het storingsveilige 10 programma van de storingsveilige tijdregelinrichting volgens de uitvinding worden afgesloten. Dit storingsveilige testkenmerk wordt derhalve niet alleen gebruikt om aan te tonen, dat het programma op de juiste wijze telt, doch tevens om te waarborgen, dat de tijdsinstel-15 ling van de tijdinformatiekiezerschakelaar 12 op de juiste wijze was ingevoerd.

Als aanvullende maatregel ter bescherming tegen foutieve informatieinvoer vanuit de tijdsinformatie-kiezerschakelaar 12 alvorens de uitlezing van de schake-20 laar zal de microprocessor 10 de storingsveilige tel- registers tellen, die opeenvolgend gevuld worden met de ware en complementaire tijdinformatiewoorden met af-wijkingswoorden, die het storingsveilige programma zouden kunnen doen afsluiten indien het telprogramma voor-25 tijdig of foutief zou worden ingevoerd, of indien fou tieve informatie wordt ingevoerd in de microprocessor. Verschillende afwijkingswoorden worden ingevoerd in de ware en complementaire storingsveilige tijdtellers. Na het invoeren van de verschillende afwijkingswoorden in 30 de respectieve waarde en complementaire informatietellers wordt een som van de in deze tellers geplaatste afwij-kingswoorden gevormd, waarbij de scan, en de afwijkings-somcontrolewoord vormt, dat vervolgens wordt opgeborgen in het informatiegeheugen van de microprocessor 10. Een 35 correct afwijkingssomcontrolewoord verifieert, dat de afwijkingswoorden op de juiste wijze werden ingevoerd.

Daar verschillende afwijkingswoorden worden ingevoerd in de ware en complementaire informatietellers, zouden deze woorden het programma kunnen doen afsluiten 8006040 - 21 - indien het telprogramma voortijdig al foutief werd ingevoerd, daar niet-complementaire waarden zouden kunnen worden gevormd in de tellers na het telkens afwisselend verlagen van de inhoud hiervan. Na het toevoeren van de 5 ware en complementaire tijdinformatiewoorden aan de ware en complementaire storingsveilige telregisters in de microprocessor 10 worden deze getallen opgeteld bij de afwijkingsgetallen, tevoren opgeborgen in deze tellers, waarbij de som van de afwijkingetallen en de ware en 10 complementaire tijdinformatiewoorden worden gebruikt voor het adresseren van een tabelgeheugen in de microprocessor 10. Dit tabelgeheugen bewaart getallen, die evenredig zijn met het aantal tellingen, dat nodig is voor het leveren van een bepaald tijdsinterval, vermeerderd met 15 een negatieve afwijking, die correspondeert met de afwijkingswoorden, resp. opgeborgen in de ware en complementaire tijdinformatietelregisters. Hierna wordt het geadresseerde getal in het tabelgeheugen opgeteld bij het getal, bewaard in het respectieve tijdinformatie-20 telregister met als gevolg, dat de aanvankelijk inge voerde afwijkingen worden verwijderd van de ware en complementaire tijdinformatiewoorden, afgeleid van resp. de ware en complementaire tijdinformatiekiezeraftas-tingen.

25 Wanneer de gescheiden storingsveilige telre gisters een inhoudsverlaging ondergaan en de complementaire tijdinformatiewoorden, die het juiste aantal storingsveilige tijdbasisklokpulsen volledig tellen teneinde het vorige tijdsinterval, opgeroepen door de 30 schakelaars, te leveren, voert het storingsveilige programma volgens de uitvinding een kentekenanalyse uit van de tevoren gevormde controlewoorden, bewaard in het informatiegeheugen van de microprocessor 10. Het kentekenonderzoek wordt uitgevoerd door middel van 35 een cyclische redundantiecontrole van de bewaarde controlewoorden op een wijze zoals beschreven in "Software Signature Analysis Indentifies and Checks PROMs", door Schweber e.a., blz. 79-81, uitgegeven 5 november 1978 en de Amerikaanse octrooiaanvrage 007.184, 8006040 - 22 - ingediend 29 januari 1979. Het kentekenonderzoek wordt uitgevoerd door het omzetten van geheugeninhouden in een reeks bitgroepen en het doorlaten hiervan door een 16-bitgroep-schuifregister. De bitgroepstroom wordt ge-5 deeld door een tevoren gekozen veelterm, waarbij de rest van de deling een éénduidig kenteken vormt. Resten worden gevormd door middel van de cyclische redundantiecontrole voor elke pagina van het programmageheugen en worden gebruikt voor het leveren van aanvullende kenteken-10 woorden, die het programmageheugen wilde verklaren. Na het leveren van de kentekenwoorden en verificatie van de juiste van de voorgaande controlewoorden, opgeborgen in het informatiegeheugen van de microprocessor 10, wordt het uitgangsprogramma ingevoerd, waarmede het 15 uitgangssignaal van 10 KHz aan de afgestemde storings- veilige stuureenheid wordt afgegeven.

Het uitgangsprogramma volgens de uitvinding doet een uitgangspoortbit afwisselend instellen en terugstellen teneinde het vereiste signaal van 10 KHz 20 te leveren. Het programma voor het uitgangsprogramma berust op een programmageheugen in de vorm, dat niet door^lopen. De opdrachten zijn gerangschikt in drie groepen, die zijn opgeborgen in het programmageheugen in een onjuiste volgorde, waarbij elk groep van een 25 andere groep is gescheiden door een afsluitopdracht.

Het uitgangsprogramma zal alleen lopen indien de groepen opdrachten in de juiste volgorde zijn ingevoerd. De juiste volgorde wordt op haard beurt bewaard in de z.g. sleuteltabel. De controlewoorden, die eerder gevormd 30 zijn en zijn opgeborgen in het geheugen, worden gebruikt voor het inschrijven in de sleuteltabel. De controlewoorden worden geleverd gedurende het doorlopen van de cyclus van de tijdregelinrichting zoals boven beschreven en verschaffen een waarborg, dat alle storingsveilige 35 onderzoeken en controles zijn uitgevoerd en werden doorlopen. Daar de uitgangsopdrachten zijn geplaatst in adressen, waarvan de waarde alleen bestaat in de sleuteltabel, zal indien een onjuist controlewoord in een geheugengebied buiten de sleuteltabel wordt inge- 8006040 -23- schreven, zij gebruik maken van een opdrachtcode of directe bitgroep als aftakadres. Geen van deze waarden op het blad is een uitgangsopdrachtadres, dat de uitgang van het signaal van 10 KHz naar de afgestemde 5 storingsveilige stuureenheid zal verhinderen.

Zoals eerder is opgemerkt, wordt de uitgang van de storingsveilige stuureenheid gehouden op een tevoren bepaald logisch niveau totdat het uitgangspro-gramma wordt uitgevoerd. Elk van de controlewoorden, 10 gevormd gedurende het verwerken van het voorgekozen tijdsinterval, worden gebruikt voor het adresseren van respectieve uitgangsopdrachten, die de uitgang aan de storingsveilige afgestemde stuureenheid afwisselend doen veranderen van een logisch niveau "1" naar een 15 logisch niveau "O" bij een frequentie van 10 KHz. Een verder kenmerk van de storingsveilige tijdregelinrichting volgens de uitvinding berust echter op het feit, dat de over de tijd het eerst gevormde controlewoorden elk corresponderen met een sleutelgetal, dat een uitgangs-20 opdracht inschrijft, die het logische niveau van de storingsveilige uitgang aan de afgestemde storingsveilige stuureenheid op een logisch beginniveau, d.i. het logische niveau "1" zouden kunnen houden. Alleen het vormen van de kentekencontrolewoorden, die corresponderen 25 met sleutelgetallen, die de uitgangstoestand van de storingsveilige stuureenheiduitgang van de microprocessor 10 doen veranderen naar een logisch niveau "0" kunnen eventuele opdrachten, die het uitgangsniveau aan de afgestemde storingsveilige stuureenheid doen veranderen 30 naar een ander logisch niveau worden geadresseerd. Op deze wijze is verder gewaarborgd, dat de middelen voor het leveren van de uitgang van 10 KHz aan de afgestemde storingsveilige stuureenheid niet wordt gevormd voor het laatst mogelijke tijdstip na het leveren van het voor-35 gekozen tijdsinterval teneinde een voortijdige levering van een over de tijd variërend signaal aan de ingang van de afgestemde storingsveilige stuureenheid te verhinderen.

Een verder kenmerk volgens de uitvinding berust 8006040 - 24 - op de inherente capaciteit van de storingsveilige regel-inrichting volgens de uitvinding, toegepast bij afbeelding voor foutzoekende onderzoekdoeleinden. Indien bijvoorbeeld een fout wordt gedetecteerd gedurende het 5 leveren van het voorgekozen tijdsinterval, wordt het detecteren van een fout op gemakkelijke wijze aangegeven door het afbeelden van een onzin-woord door de BCD-afbeeldinrichting, bijvoorbeeld "99 99". In afhankelijkheid van de capaciteiten van de microprocessor 10 of 10 de gewenste of toelaatbare verfijningsgraad binnen de gegeven economische beperkingen is het verder gemakkelijk denkbaar, dat de microprocessor 10 kan zijn voorzien van middelen voor het ondervragen van de inhoud van verschillende registers en voor het afbeelden van deze 15 inhoud via de BCD-afbeeldinrichting. Een dergelijke capaciteit zou zeer bruikbaar zijn voor het vaststellen welke van de controlewoorden een fout aangeven en dus voor het isoleren van fouten.

Recapitulerend wordt opgemerkt, dat de storings-20 veilige tijdregelinrichting volgens de uitvinding een storingsveilig tijdelementrelais vervangt onder gebruikmaking van een microprocessor van het type Intel 8748. Opvallende kenmerken van de storingsveilige tijdregelinrichting volgens de uitvinding zijn de volgende: 25 - een tigdsregeling van programmasegmenten als waarborg van een correct verloop hiervan, - een tijdsregeling van lussen op storingsveilige wijze, - het gebruikmaken van controlewoorden voor 30 het adresseren van opdrachten in een uitgangsprogramma van de storingsveilige stuureenheid, -het onderzoeken van storingsveilige programma's, - het storingsveilig uitlezen van een matrix schakelaar.

35 Daar de storingsveilige tijdregelinrichting volgens de uitvinding geen gebruik maakt van mechanische middelen voor de tijdsregeling, kan één model een uitgebreid presentatiegebied gestrijken, kan worden gebruikt over een breed spanningsgebied, en is niet beperkt tot 8006040 > * - 25 - een bepaalde contactinrichting.

Verdere kenmerken van de storingsveilige tijd-regelinrichting volgens de uitvinding zijn de gemakkelijke tijdsinstelling, verschaft door de tijdsinformatiekiezer-5 schakelaar in matrixvorm. Verder kan het systeem op gemakkelijke wijze worden uitgevoerd met een nauwkeurigheid van + 0,1% van de insteltijd, vermeerderd met de bedieningstijd, waarbij elke tijd, gebruikt gedurende de storingsveilige verwerking en controlewoordvorming 10 op gemakkelijke wijze in het programma kan worden geteld. De storingsveilige tijdregelinrichting volgens de uitvinding elimineert de noodzaak van een controle-contact. Verder maakt de storingsveilige tijdregelin-richting volgens de uitvinding het op gemakkelijke wijze 15 mogelijk een afbeelding te verschaffen van de in het voorgekozen tijdsinterval te doorlopen tijd, de beëindiging van de levering van het tijdsinterval, het doorlopen van elke seconde in het geleverde tijdsinterval, en het afbeelden van fouttoestanden.

20 De storingsveilige tijdregelinrichting volgens de uitvinding kan worden gebruikt in combinatie met elk uitgangsrelais of als spanningsuitgangsinrichting.

De uitgangsketen kan zijn uitgevoerd voor het leveren van het verlangde vermogen.

25 Wanneer de storingsveilige tijdregelinrichting volgens de uitvinding wordt gebruikt als tijdelement-relais levert zij aan het einde van een gekozen tijdsinterval een uitgangsvermogen. Het tijdsinterval kan worden verlengd door storingen (bijvoorbeeld een tijde-30 lijke energieonderbreking), doch nimmer worden verkort.

De elektronische elementen van de tijdregelinrichting kunnen worden gebruikt voor het leveren van een nieuw produkt, dat een storingsveilige tijdsduur zal verschaffen, waarmede het bijvoorbeeld mogelijk is, dat 35 iets alleen wordt uitgevoerd zolang de uitgang aan wezig is. Deze toepassing vereist dan een verandering in de volgorde van bepaalde programmasegmenten, hetwelk een eenvoudige taak zou zijn indien er een behoefte aan een dergelijke tijdregelinrichting bestaat.

8006040 - 26 -

Het zal duidelijk zijn, dat de uitvinding geenszins beperkt is tot het bovenbeschreven uitvoerings-voorbeeld, doch dat velerlei gewijzigde uitvoeringsvormen mogelijk zijn zonder hierbij buiten het kader van de 5 uitvinding te treden. De door het programma geleverde betreffende controlewoorden en hun bepaalde toepassing bij het adresseren van de uitgangsopdrachten kunnen bijvoorbeeld in zekere mate worden gekozen met het oog op de veiligheidsredundantie, verschaft door sommige 10 van de controlewoorden. Controlewoorden kunnen uiteraard worden gevormd en gebruikt in verschillende combinaties zoals gewenst kan zijn voor een bepaalde toepassing.

Conclusies.

8006040

Claims (39)

1. Storingsveilige regelinrichting voor het bekrachtigen van een uitgangsinrichting aan het einde van een tevoren gekozen tijdsinterval, met het kenmerk, dat zij bestaat uit een voorgeprogram-5 meerde digitale processor voor het leveren van het te voren gekozen tijdsinterval, uit een kiezerorgaan, gekoppeld met de digitale processor voor het leveren van tijdkiesinformatie die representatief is voor het tevoren gekozen tijdsinterval, en uit een met de digitale 10 processor gekoppeld orgaan voor het door de digitale processor laten uitlezen van de tijdkiesinformatie en het inleiden van de levering van het tevoren gekozen tijdsinterval, welke digitale processor bestaat uit een hoofdklokpulsgenerator voor het leveren van hoofd-15 klokpulsen, uit een hulpklokpulsgeneratororgaan voor het leveren van hulpklokpulsen, uit een door de primaire klokpulsen geklokt onderscheiden informatieinvoerorgaan voor het vormen van onderscheiden tijdinformatiewoorden, gebaseerd op de tijdkiesinformatie, uit een met het 20 primaire klokpulsgeneisbororgaan gekoppeld tijdbasis- orgaan voor het herhaaldelijk leveren van basitijdklok-pulsen, gebaseerd op meervoudige cycli van de primaire klokpulsgenerator, uit een door de primaire klokpuls-generator geklokt onderscheiden registerorgaan, dat 25 gekoppeld is met het onderscheiden informatieinvoer orgaan voor het uitlezen van de onderscheiden tijdinformatiewoorden en voor het onderscheiden tellen van herhaaldelijk geleverde basistijdklokpulsen voor een tijdsperiode, die correspondeert met het tevoren gekozen 30 tijdsinterval, gebaseerd op de tijdinformatieorganen, uit een controleorgaan voor het verifiëren, dat de tijdkiesinformatie op correcte wijze is uitgelezen, dat de basistijdklokpulsreeks een periode heeft, die zich uitstrekt over een tevoren bepaald aantal cycli van de 35 hulpklokpulsen, en dat het onderscheiden registerorgaan de basistijdklokpulsen onderscheiden telt gedurende het 8006040 - 28 - tevoren gekozen tijdsinterval in een tevoren bepaalde volgorde, welk controleorgaan een aantal tevoren bepaalde controlewoorden levert, die een 'aanwijzing verschaffen van het gedrag van de storingsveilige tijd-5 regelinrichting, waarbij dit controleorgaan bestaat uit een eerste geheugen voor het bewaren van de controlewoorden, uit een tweede geheugen voor het bewaren van een uitgangsprogramma, opgebouwd als uitgangsopdrachten, die elk adresseerbaar zijn door een sleutelgetal, ge-10 baseerd op een tevoren bepaald controlewoord, welke groep opdrachten in een tevoren bepaalde volgorde zijn opgeborgen en zijn gescheiden van elke andere groep door een uitsluitopdracht, die een uitgangsbekrachtiging uitsluit, waarbij de digitale processor een uitgangs-15 signaal levert voor het bekrachtigen van de uitgangsin- richting alleen wanneer elke uitgangsopdrachtgroep is ingeschreven in een tevoren bepaalde volgorde, dat verder middelen aanwezig zijn voor het vormen van een aantal sleutelgetallen, elk gebaseerd op een respectief 20 controlewoord, alsmede middelen voor het inschrijven van de groepen uitgangsopdrachten in de tevoren bepaalde volgorde door middel van respectieve sleutelgetallen teneinde het uitgangssignaal te leveren voor het bekrachtigen van de uitgangsinrichting, en dat de uitgangsin-25 richting alleen wordt bekrachtigd in het geval, dat een foutloos gedrag van de storingsveilige tijdregelinrich-ting is geverifieerd door het leveren en toevoeren van elk van de tevoren bepaalde sleutelgetallen.

2. Storingsveilige tijdregelinrichting volgens 30 conclusie 1, m e t het kenmerk, dat het tijd- basisorgaan bestaat uit een ware basisteller, geklokt door de hoofdklokpulsgenerator, uit een complementaire basisteller, geklokt door de hoofdklokpulsgenerator, uit middelen voor het aan de ware en complementaire 35 basis teller toevoeren van resp. een waar basiswoord en een complementair basiswoord, dat het logische complement is van het ware basiswoord, uit middelen voor het afwisselend doen verlagen van de inhoud van de ware en 8006040 - 29 - de complementaire basisteller bij elke hoofdklokpuls totdat de ware en complementaire basistellers respectieve tevoren bepaalde tellingen bereiken, en uit middelen voor het regelen van de basistijdklokpulsen 5 telkens wanneer de ware en de complementaire basis tellers die respectievelijk tevoren bepaalde tellingen bereiken en na het opnieuw toevoeren van de ware en complementaire basiswoorden naar resp. de ware en de complementaire basisteller. 10

3. Storingsveilige tijdregelinrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het con-troleorgaan verder bestaat uit een orgaan voor het verifiëren, dat na afwisselende verlagingen van de inhoud van de ware en de complementaire basisteller 15 deze tellers zuiver complementaire tellingen hebben, en uit een orgaan voor het onderbreken van een verdere verwerking van het tevoren gekozen tijdsinterval indien de afwisselende zuiver complementaire tellingen niet zijn geverifieerd.

4. Storingsveilige tijdregelinrichting volgens conclusie 3,met het kenmerk, dat het controleorgaan verder bestaat uit een basistijdteller-orgaan, geklokt door de hulpklokpulsgenerator voor het meten van de periode van de basistijdklokpulsen, en uit 25 een orgaan voor het vormen van een klokcontrole- controlewoord, gebaseerd op de tijdbasisklokperiode, gemeten door het basistijdtellerorgaan en het bewaren van het klokcontrole-controlewoord-woord in het eerste geheugen.

5. Storingsveilige tijdregelinrichting volgens conclusie 1, 2, 3 of 4, met het kenmerk, dat het controleorgaan bestaat uit een eerste tabelge-heugen voor het bewaren van een aantal voorgeprogranimeerde (betekenis)loze woorden, uit een orgaan voor het 35 wissen v Ji. eerste geheugen en het inleiden van de leve ring van het tevoren bepaalde tijdsinterval, uit een orgaan voor het uit het eerste tabelgeheugen halen van 8006040 - 30 - de loze woorden en het tijdelijk in het eerste geheugen invoeren van de loze woorden na het inleiden van het wissen van het eerste geheugen, uit een orgaan voor het uitlezen van de inhoud van het eerste geheugen en het 5 vormen van de som van de loze woorden, opgeborgen in het eerste geheugen, nalat de loze woorden in het eerste geheugen zijn ingevoerd, en uit een orgaan voor het vormen van een geheugensomcontrolewoord, gebaseerd op de som van de 'loze woorden, tijdelijk ingevoerd in het 10 eerste geheugen, en voor het opbergen van het geheugen somcontrolewoord in het eerste geheugen.

6. Storingsveilige tijdregelinrichting volgens conclusie 5,met het k enmerk, dat het controleorgaan bestaat uit een geheugencontroletelorgaan, 15 geklokt door de hulpklokpulsgenerator voor het meten van de tijdsduur, nodig voor het vormen van het geheugensomcontrolewoord, en uit een orgaan voor het vormen van een geheugentijdcontrolewoord, gebaseerd op de tijdsduur, nodig voor het vormen van het geheugensomcontrolewoord, 20 en voor het in het eerste geheugen opbergen van het geheugenti j dcontrolewoord.

7. Storingsveilige tijdregelinrichting volgens conclusie l,met het kenmerk, dat het onderscheidend registerorgaan een ware informatietelier en 25 een complementaire informatieteller bevat, gekoppeld met het informatieinvoerorgaan, welk informatieinvoerorgaan bestaat uit een afwijkingsorgaan voor het invoeren van tevoren bepaalde verschillende afwijkingswoorden in de ware en complementaire informatietellers, uit een orgaan 30 voor het optellen van de afwijkingswoorden bij respec tieve verscheidenetijdinformatiewoorden voor het vormen van tijdadresinformatiewoorden, uit een tweede tabel-geheugen, geadresseerd door de tijdadresinformatiewoorden voor het opbergen van basistelwoorden, gelijk aan de 35 onderscheiden tijdinformatiewoorden, verminderd met res pectieve afwijkingswoorden, en uit een orgaan voor het optellen van de basistelwoorden bij de afwijkingswoorden, opgeborgen in de ware en complementaire informatietellers 8 0 060 4 0 - 31 - zodanig, dat na het optellen de verscheiden tijdinfor-matiewoorden alleen zuiver worden opgeborgen in de ware en complementaire informatieteller.

8. Storingsveilige tijdregelinrichting volgens 5 conclusie 7,met het kenmerk, dat het con- troleorgaan verder bestaat uit een sommeerorgaan voor het optellen van de inhoud van de ware en van de complementaire informatieteller na het invoeren van de respectieve afwijkingswoorden hierin, en uit een orgaan 10 voor het vormen van een afwijkingsomcontrolewoord, ge baseerd op de som van de afwijkingswoorden, opgeteld door het sommeerorgaan, en voor het opbergen van de afwijkingssomcontrolewoord in het eerste geheugen. •^5

9. Storingsveilige tijdregelinrichting volgens conclusie 8,met het kenmerk, dat het con-troleorgaan verder bestaat uit een afwijkingtijdteller-orgaan, geklokt door de hulpklokpulsen voor het meten van de tijdsduur, verstreken vanaf het invoeren van de 2q afwijkingswoorden totdat de onderscheiden tijdinformatie- woorden zijn opgeborgen in de ware en complementaire informatieteller, en uit een orgaan voor het vormen van een afwijkingstijdcontrolewoord, gebaseerd op de tijdsduur, gemeten door het afwijkingstijdstellerorgaan en 25 voor het opbergen van het afwijkingstijdcontrolewoord in het eerste geheugen.

10. Storingsveilige tijdregelinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het onderscheiden informatieinvoerorgaan bestaat uit een 30 orgaan voor het vormen van een waar informatiewoord en voor het opbergen van dit ware informatiewoord in de ware informatieteller, en uit een orgaan voor het vormen van een complementair informatiewoord, dat complementair is aan het ware informatiewoord, en voor het opbergen 35 van dit complementaire informatiewoord in de complemen taire informatieteller, waarin de ware en complementaire informatietellers afwisselend een verlaging van hun inhoud ondergaan met behulp van de basistijdklokpulsen, 8006040 - 32 - en dat het controleorgaan middelen bevat voor het verifiëren, dat na afwisselend verlagen van de inhoud van de ware en van de complementaire informatieteller deze tellers afwisselend tellingen hebben, die zuiver 5 complementair zijn, alsmede middelen voor het verbreken van een verdere verwerking van het tevoren gekozen tijdsinterval indien de afwisselende zuiver complementaire tellingen niet zijn geverifieerd.

11. Storingsveilige tijdregelinrichting volgens conclusie 10,met het kenmerk, dat de informatieproces sor ten minste één n-bits uitgangspoort, ten minste één n-bits ingangspoort, en ten minste m-bits ingangspoort bevat, waarbij de bits van de n-bits uitgangspoort worden aaneengevlochten met de bits van de n-bits 15 ingangspoort met een afwijking van één bits in de positie van de verbonden bits, dat het kiezerorgaan een n x m matrixschakelaar bevat met n ingangen, verbonden met de n-bits uitgangspoort, m uitgangen, verbonden met de m-bits ingangspoort, en een penkiezer voor het verbinden 20 van een gekozen aantal van de n ingangen met de m uit gangen, en dat het verscheiden informatieinvoerorgaan verder bestaat uit een orgaan voor het opeenvolgend aftasten van de n-bits uitgangspoort door het opeenvol-gens leveren van een waar logisch niveau aan één van de 25 bits van de n-bits, terwijl een complementair logisch niveau wordt verschaft aan de andere n-bits, uit een orgaan voor het uitlezen aan de n-bits ingangspoort teneinde vast te stellen of telkens een waar logisch niveau aanwezig is aan één van de bits van de n-bits 30 ingangspoort, uit een orgaan voor het regelen van de ware aftasting van de n-bits uitgangspoort, gebaseerd op de bitpositie van het ware logische niveau, uitgelezen aan de n-bits ingangspoort, uit een orgaan voor het herhalen van de aftasting van de n-bits uitgangs-35 poort door het opeenvolgend verschaffen van een com plementair logisch niveau aan één van de n-bits uitgangs-poortbits, terwijl de overige bits van de n-bits uitgangspoort op een waar logisch niveau worden gehouden, waarbij de herhaalde aftasting wordt geregeld door de positie 8006040 - 33 - van de complementaire bits uitlazing aan de n-bits ingangspoort en uit een orgaan voor het omzetten van de informatie uitlezing aan de m-bits ingangspoort gedurende de ware logische niveau-aftasting en ge-5 durende de complementaire logische niveau-aftasting in resp. het ware tijdinformatiewoord en het complementaire tijdinformatiewoord.

12. Storingsveilige tijdregelinrichting volgens conclusie 11, i e t het kenmerk, dat 10 het controleergaan bestaat uit een aftasttellerorgaan voor het tellen van het aantal malen, dat het ware logische niveau en het complementaire logische niveau zijn verschaft aan één van de bits van de n-bitsuit-gangspoort en uit een orgaan voor het vormen van een 15 aftasttellingcontrolewoord, gebaseerd op de telling, gevormd door het aftasttellerorgaan, en voor het opbergen van het aftasttellingcontrolewoord in het eerste geheugen.

13. Storingsveilige tijdregelinrichting vol- 20 gens conclusie 12,met het kenmerk, dat het controleorgaan verder bestaat uit een aftasttelling-tijdregelorgaan, geklokt door de hulpklokpulsen voor het meten van de tijdsduur, nodig voor het uitvoeren van de ware logische niveau-aftasting en de complemen-25 taire logische niveau-aftasting, en het orgaan voor het vormen van een aftasttijdcontrolewoord, gebaseerd op de tijd, gemeten door het aftasttellingtijdregelorgaan en voor het opbergen van het aftasttijdcontrolewoord in het eerste geheugen.

14. Storingsveilige tijdregelinrichting volgens conclusie 13,met het kenmerk, dat het controleorgaan verder bestaat uit een, cijfertelorgaan voor het tellen van het aantal malen, dat een waar logisch niveau verschijnt aan de n-bits ingangspoort 35 gedurende de ware aftasting van de n-uitgangspoort en uit een orgaan voor het vormen van een cijfertelling-controlewoord, gebaseerd op de telling, geleverd door 8006040 - 34 - het cijfertelorgaan, en voor het opbergen van het cijfer-tellingcontrolewoord in het eerste geheugen.

15. Storingsveilige tijdregelinrichting volgens conclusie 13, m e t het kenmerk, dat 5 het controleorgaan verder bestaat uit een cijfertel- orgaan voor het tellen van het aantal malen, dat een complementair logisch niveau verschijnt aan de n-bits ingangspoort gedurende de complementaire aftasting van de n-bitsuitgangspoort, en uit een orgaan voor het 10 vormen van een cijfertellingcontrolewoord, gebaseerd op de telling, geleverd door het cijfertelorgaan, en voor het opbergen van het cijfertellingcontrolewoord in het eerste geheugen. ,_

16. Storingsveilige tijdregelinrichting vol- gens conclusie l,met het kenmerk, dat het controleorgaan verder bestaat uit een storingsimulatie-orgaan voor het simuleren van een storingstoestand in de storingsveilige tijdregelinrichting en voor het instellen van een teken, dat aangeeft, dat de gesimuleerde 20 storing is gedetecteerd door het controlesysteem, uit een orgaan voor het verifiëren en instellen van het teken en voor het hierna terugstellen van het teken zonder onderbreking van de informatieprocessor wanneer het teken is geverifieerd, welk tekenverifieerorgaan 25 anders de verwerking van het tevoren gekozen tijdsinter val onderbreekt wanneer het teken niet is geverifieerd, en uit een orgaan voor het vormen van een tekencontrole-woord, gebaseerd op het verifiëren van de tekeninstelling en voor het bewaren van het tekencontrolewoord in het 30 eerste geheugen.

17. Storingsveilige tijdregelinrichting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat het controleorgaan verder bestaat uit een orgaan voor het uitvoeren van een cyclische redundantiecontrole op de 35 controlewoorden, opgeborgen in het eerste geheugen, wanneer een seriestroom van bits is afgeleid van de controlewoorden en gedeeltelijk ten minste één tevoren 8 0 06 0 4 0 - 35 - gekozen veelterm teneinde ten minste één restwoord te leveren, en uit een orgaan voor het leveren van ten minste één kenmerkcontrolewoord, gebaseerd op het ten minste ene restwoord en voor het opbergen van het ten 5 minste ene kenmerkcontrolewoord in het eerste geheugen.

18. Storingsveilige tijdregelinrichting volgens conclusie l,met het kenmerk, dat de uitgangsinrichting bestaat uit een storingsveilig relais, afgestemd op een tevoren bepaalde frequentie, dat het 10 in het tweede geheugen opgeborgen uitgangsprogramma zodanig is opgebouwd, dat de groepen opdrachten herhalend worden ingeschreven in de tevoren bepaalde volgorde, dat het uitgangssignaal een blokgolfvorm heeft met een frequentie, die gelijk is aan de afgestemde 15 frequentie van het afgestemde storingsveilige relais en wordt afgegeven aan een uitgangssignaalpoort en dat elke groep uitgangsopdrachten wanneer ingeschreven in de tevoren bepaalde volgorde het uitgangssignaal van toestand doen veranderen bij de afgestemde frequentie.

19. Storingsveilige tijdregelinrichting vol gens conclusie 17, met het kenmerk, dat het sleutelgetalvormingsorgaan in de eerste plaats alleen sleutelgetallen vormt, die corresponderen met respectieve uitgangsgroepopdrachten, die de uitgangs-25 signaalpoort op een logisch beginniveau houden, dat correspondeert met het logische niveau van de uitgangssignaalpoort alvorens de levering van het tevoren gekozen tijdsinterval in te leiden, en alleen dan sleutel-getallen vormen, die corresponderen met uitgangsgroep-30 opdrachten, die het logische niveau van de uitgangs signaal voor het veranderen naar een logisch niveau, tegengesteld aan het logische niveau van de uitgangssignaalpoort alvorens de levering van het tevoren gekozen tijdsinterval is ingeleid.

20. Storingsveilige tijdregelinrichting vol gens conclusie 18,met het kenmerk, dat het controleorgaan verder bestaat uit een orgaan voor 8006040 - 36 - het verifiëren van het logische niveau van de uitgangs-poort tot na de levering van tevoren gekozen tijdsinterval, en uit een orgaan voor het onderbreken van de levering van het blokgolfvormige uitgangssignaal indien 5 het logische niveau van de uitgangssignaalpoort niet is geverifieerd.

21. Storingsveilige tijdregelinrichting volgens conclusie 1, m e t het k enmerk, dat zij verder een afbeeldorgaan bevat voor het leveren van 10 afbeeldsignalen, die de toestand van de levering van het tevoren gekozen tijdsinterval aangeven.

22. Storingsveilige tijdregelinrichting volgens conclusie 21, met h et kenmerk, dat het afbeeldorgaan bestaat uit een digitale afbeelding 15 voor het afbeelden van de tijdsduur, die overblijft in het tevoren gekozen tijdsinterval alvorens het uit-gangsrelais wordt bekrachtigd, en uit een gepulseerde lampafbeelding, die elke in het tevoren gekozen tijdsinterval geleverde seconde aangeeft.

23. Storingsveilige tijdregelinrichting vol gens conclusie 6,met het kenmerk, dat het onderscheiden registerorgaan een ware informatieteller en een complementaire informatieteller, gekoppeld met het informatieinvoerorgaan, bevat, en dat dit informatie-25 invoerorgaan bestaat uit een afwijkingsorgaan voor het invoeren van tevoren bepaalde verschillende afwijkings-organen in de ware en de complementaire informatieteller, uit een orgaan voor het optellen van de afwij-kingswoorden bij respectieve woorden van de verscheiden 30 tijdinformatiewoorden teneinde tijdadresinformatiewoorden te vormen, uit een tweede tabelgeheugen, geadresseerd door de tijdadresinformatiewoorden voor het opleveren van de basistellingwoorden, gelijk aan de verscheiden tijdinformatiewoorden, verminderd met respectieve 35 afwijkingswoorden, en uit een orgaan voor het optellen van de basistellingwoorden bij de afwijkingswoorden, opgeborgen in de ware en de complementaire informatie- 8006040 - 37 - teller zodanig, dat na het optellen hiervan de verscheiden tijdinformatiewoorden alleen zuiver worden opgeborgen in de ware en de complementaire informatie-teller.

24. Storingsveilige tijdregelinrichting vol gens conclusie 23,met het k enmmerk, dat het controleorgaan verder bestaat uit een sommeerorgaan voor het optellen van de inhoud van de ware en de complementaire informatieteller na het hierin invoeren van 10 de respectieve afwijkingswoorden, en uit een orgaan voor het vormen van een afwijkingssomcontrolewoord, gebaseerd op de som van de afwijkingswoorden, opgeteld door het sommeerorgaan, en voor het opbergen van het afwijkings-somcontrolewoord in het eerste geheugen.

25. Storingsveilige tijdregelinrichting vol gens conclusie 24, met het k enmerk, dat het controleorgaan verder bestaat uit een afwijkings-tijdtelorgaan, geklokt door de hulpklokpulsen voor het meten van de tijdsduur, nodig voor het invoeren van de 20 afwijkingswoorden totdat de verscheiden tijdinformatie woorden zijn opgeborgen in de ware informatie- en complementaire informatie-teller, en uit een orgaan voor het vormen van een afwijkingstijdcontrolewoord, gebaseerd op de tijdsduur, gemeten door het afwijkingstijdtel-25 orgaan en voor het opbergen van het afwijkingstijd controlewoord in het eerste geheugen.

26. Storingsveilige tijdregelinrichting volgens conclusie 25,met het kenm erk, dat het onderscheiden informatieinvoerorgaan middelen bevat 30 voor het vormen van een waar informatiewoord en het opbergen van dit ware informatiewoord in de ware informatie-teller en middelen voor het vormen van een complementair informatiewoord, dat complementair is aan het ware informatiewoord, en voor het opbergen van 35 dit complementaire informatie-teller, waarbij de ware informatie- en complementaire informatielteller afwisselend een verlaging van hun inhoud ondergaan door 8006040 - 38 - tussenkomst van de basistijdklokpulsen, en dat het controleorgaan middelen bevat voor het verifiëren, dat na afwisselende verlagingen van de inhoud van de ware informatie- en complementaire informatie-teller deze 5 tellers afwisselend tellingen hebben, die zuiver com plementair zijn, alsmede middelen voor het verbreken van een verdere verwerking van het tevoren gekozen tijdsinterval indien de afwisselende zuiver complementaire tellingen niet zijn geverifieerd.

27. Storingsveilige tijdregelinrichting vol gens conclusie 26,met het kenmerk, dat de informatieprocessor ten minste één n-bits uitgangs-poort, ten minste één n-bits ingangspoort en ten minste één m-bits ingangspoort bevat, waarbij de bits van de 15 n-bits uitgangspoort zijn aaneengevlochten met de bits van de n-bits ingangspoort met een verschuiving van één bit in de positie van de verbonden bits, dat het kiezerorgaan een n x m matrixschakelaar bevat met n ingangen verbonden met n uitgangspoort, m uitgangen 20 verbonden met de m-bits ingangspoort, en een penkiezer voor het verbinden van gekozen aantal van de n-ingangen met de m uitgangen, en dat het verscheiden informatie-invoerorgaan verder bestaat uit een orgaan voor het opeenvolgens aftasten van de n-bits uitgangspoort voor 25 het opeenvolgend verschaffen van een waar logisch niveau aan één van de bits van de n-bits terwijl een complementair logisch niveau wordt verschaft aan de andere bits van de groep van n-bits en uit een orgaan voor het uitlezen van de m-bits ingangspoort telkens wanneer het 30 ware logische niveau is opgebracht op één van de bits van de m-bits ingangspoort, uit een orgaan voor het regelen van de ware aftasting van de n-bits uitgangspoort, gebaseerd op de bitspositie van de ware logische niveau-uitlezing aan n-bits ingangspoort, en uit een 35 orgaan voor het herhalen van de aftasting van n-bits uitgangspoort door het opeenvolgend verschaffen van een complementair logisch niveau aan één van de bits van n-bits uitgangspoort, terwijl de overige bits van de 8006040 i * - 39 - n-bits uitgangspoort op een waar logisch niveau worden gehouden, welke herhaalde aftasting wordt geregeld met de positie van de complementaire bituitlezing aan de n-bits ingangspoort, en uit een orgaan voor het omzetten 5 van de informatieuitlezing aan de n-bits ingangspoort gedurende de aftasting van het ware logische niveau en gedurende de aftasting van het complementaire logische niveau in resp. het ware tijdinformatiewoord en het complementaire tijdinformatiewoord. 10

28. Storingsveilige tijdregelinrichting volgens conclusie 27,met het kenmerk, dat het controleorgaan bestaat uit een aftasttelorgaan voor het tellen van het aantal malen, dat het ware logische niveau en het complementaire logische niveau zijn ver-15 schaft aan één van de bits van de n-bits uitgangspoort, en uit een orgaan voor het vormen van een aftasttelling-controlewoord, gebaseerd op de telling, gevormd door het aftasttelorgaan, en voor het opbergen van het aftastte llingcontrolewoord in het eerste geheugen.

29. Storingsveilige tijdregelinrichting vol gens conclusie 28,met het kenmerk, dat het controleorgaan verder bestaat uit een aftasttelling-tijdregelorgaan, geklokt door de hulpklokpulsen voor het meten van de tijdsduur, nodig voor het uitvoeren 25 van de aftasting van het ware logische niveau en de aftasting van het complementaire logische niveau, en uit een orgaan voor het vormen van een aftasttijdcontrole-woord, gebaseerd op de tijd, gemeten door het aftastte llingtijdregelorgaan, en voor het opbergen van het 30 aftasttijdcontrolewoord in het eerste geheugen.

30. Storingsveilige tijdregelinrichting volgens conclusie 29,met het kenmerk, dat het controleorgaan verder bestaat uit een cijfertel-orgaan voor het tellen van het aantal malen, dat een 35 waar logisch niveau verschijnt aan de m-bits ingangs poort gedurende de ware aftasting van de n-bits uitgangspoort, en uit een orgaan voor het vormen van een 8006040 - -40- cijfertellingcontrolewoord, gebaseerd op de telling, geleverd door het cijfertelorgaan, en voor het opbergen van het cijfertellingcontrolewoord in het eerste geheugen.

31. Storingsveilige tijdregelinrichting vol gens conclusie 30,met het kenmerk, dat het controleorgaan verder bestaat uit een cijfertelorgaan voor het tellen van het aantal malen, dat een complementair logisch niveau verschijnt aan de n-bits ingangs-10 poort gedurende de complementaire aftasting van de n- bits uitgangspoort, en uit een orgaan voor het vormen van een cijfertelcontrolewoord, gebaseerd op de telling, geleverd door het cijfertelorgaan, en voor het opbergen van het cijfertellingcontrole«*woord in het eerste ge-15 heugen.

32. Storingsveilige tijdregelinrichting volgens conclusie 31,met het kenmerk, dat het controleorgaan verder bestaat uit een storingsi-mulatieorgaan voor het simuleren van een storings- 20 toestand in de storingsveilige tijdregelinrichting, en voor het instellen van een teken, dat aangeeft, dat de gesimuleerde storing is gedetecteerd door het controlesysteem, uit een orgaan voor het verifiëren van de instelling van het teken en voor het hierna terugstel-25 len van het teken zonder onderbreking van de informatie- processor wanneer het teken is geverifieerd, welk teken-verifieerorgaan anders de verwerking van het tevoren gekozen tijdsinterval onderbreekt wanneer het teken niet is geverifieerd, en uit een orgaan voor het vormen van 30 een tekencontrolewoord, gebaseerd op het verifiëren van de tekeninstelling, en voor het opbergen van het tekencontrolewoord in het eerste geheugen.

33. Storingsveilige tijdregelinrichting volgens conclusie 32,met het kenmerk, dat 35 het controlewoord verder bestaat uit een orgaan voor het uitvoeren van een cyclische redundantiecontrole op de controlewoorden, opgeborgen in het eerste geheugen, 8 0 06 0 4 0 “ - 41 - waarbij een seriestroom van bits wordt afgeleid van de controlewoorden en gedeeld door ten minste één tevoren gekozen veelterm voor het leveren van ten minste één restwoord, en uit een orgaan voor het leveren van 5 ten minste één kenmerkcontrolewoord, gebaseerd op het ten minste ene restwoord voor het opbergen van het kenmerkcontrolewoord in het eerste geheugen.

34. Storingsveilige tijdregelinrichting volgens conclusie 33,met het kenmerk, dat 10 het relais bestaat uit een storingsveilig relais, dat is afgestemd op een tevoren bepaalde frequentie, dat het uitgangsprogramma opgeborgen in het tweede geheugen, zodanig is opgebouwd, dat de groepen opdrachten herhaaldelijk worden ingeschreven in de tevoren bepaalde 15 volgorde, dat het uitgangssignaal klokgolfvormig is met een frequentie, gelijk aan de afgestemde frequentie van het afgestemde storingsveilige relais, en wordt afgegeven aan een uitgangssignaalpoort, en dat elke groep van uitgangsopdrachten wanneer ingeschreven in 20 de tevoren bepaalde volgorde het uitgangssignaal van toestand doen veranderen bij de afgestemde frequentie.

35. Storingsveilige tijdregelinrichting volgens conclusie 34,met het kenmerk, dat zij verder sleutelgetal vormende middelen bevat, die 25 eerst alleen sleutelgetallen vormen, die corresponderen met respectieve uitgangsgroepopdrachten, die de uitgangssignaalpoort op een logisch beginniveau houden, dat correspondeert met het logische niveau van de uitgangssignaalpoort alvorens de Js/ering van het tevoren 30 gekozen tijdsinterval wordt ingeleid, en alleen dan sleutelgetallen vormen, die corresponderen met uitgangsgroepopdrachten, die het logische niveau van de uitgangssignaalpoort veranderen naar een logisch niveau, tegengesteld aan het logische niveau van de uitgangs-35 signaalpoort alvorens de levering van het tevoren ge kozen tijdsinterval is ingeleid.

36. Storingsveilige tijdregelinrichting vol- 8006040 - 42 - gens conclusie 35,met het k enmerk, dat het controleorgaan verder middelen bevat voor het verifiëren van het logische niveau van de uitgangspoort tot na de levering van het tevoren gekozen tijdsinter-5 val, alsmede middelen voor het onderbreken van de le vering van het blokgolfvormige uitgangssignaal indien het logische niveau van de uitgangssignaalpoort niet geverifieerd is.

37. Storingsveilige tijdregelinrichting vol-10 gens conclusie 36,met het kenmerk, dat zij verder een afbeeldorgaan bevat voor het leveren en afbeelden van afbeeldsignalen, die de toestand van de levering van het tevoren gekozen tijdsinterval aangeven.

38. Storingsveilige tijdregelinrichting vol gens conclusie 37,met het k enmerk, dat het afbeeldorgaan bestaat uit een digitale afbeelding voor het afbeelden van de tijdsduur, die in het tevoren gekozen tijdsinterval overblijft alvorens het uitgangs-20 relais wordt bekrachtigd, en uit een gepulseerde lamp- afbeelding, die elke seconde, geleverd in het tevoren gekozen tijdsinterval, aangeeft.

39. Storingsveilige tijdregelinrichting volgens conclusie 22 of 38,met het k en merk, 25 dat het afbeeldorgaan verder bestaat uit een storings- afbeeldorgaan, gekoppeld met de digitale afbeelding voor het leveren van signalen, die een storingstoestand aan de digitale afbeelding aangeven na het detecteren van de storingstoestand door het controleorgaan. _ 8006040