NL8005481A - Werkwijze en inrichting voor de vervaardiging, behande- ling of afwerking van een weefsel of ander doek. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor de vervaardiging, behande- ling of afwerking van een weefsel of ander doek. Download PDF

Info

Publication number
NL8005481A
NL8005481A NL8005481A NL8005481A NL8005481A NL 8005481 A NL8005481 A NL 8005481A NL 8005481 A NL8005481 A NL 8005481A NL 8005481 A NL8005481 A NL 8005481A NL 8005481 A NL8005481 A NL 8005481A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
fabric
treatment
belts
rollers
machine according
Prior art date
Application number
NL8005481A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Britton Arthur
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Britton Arthur filed Critical Britton Arthur
Publication of NL8005481A publication Critical patent/NL8005481A/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F26DRYING
    • F26BDRYING SOLID MATERIALS OR OBJECTS BY REMOVING LIQUID THEREFROM
    • F26B13/00Machines and apparatus for drying fabrics, fibres, yarns, or other materials in long lengths, with progressive movement
    • F26B13/10Arrangements for feeding, heating or supporting materials; Controlling movement, tension or position of materials
    • F26B13/14Rollers, drums, cylinders; Arrangement of drives, supports, bearings, cleaning
    • F26B13/18Rollers, drums, cylinders; Arrangement of drives, supports, bearings, cleaning heated or cooled, e.g. from inside, the material being dried on the outside surface by conduction
    • DTEXTILES; PAPER
    • D06TREATMENT OF TEXTILES OR THE LIKE; LAUNDERING; FLEXIBLE MATERIALS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • D06CFINISHING, DRESSING, TENTERING OR STRETCHING TEXTILE FABRICS
    • D06C15/00Calendering, pressing, ironing, glossing or glazing textile fabrics
    • D06C15/06Calendering, pressing, ironing, glossing or glazing textile fabrics between rollers and co-operating moving surfaces formed of flexible material, e.g. bands
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F26DRYING
    • F26BDRYING SOLID MATERIALS OR OBJECTS BY REMOVING LIQUID THEREFROM
    • F26B13/00Machines and apparatus for drying fabrics, fibres, yarns, or other materials in long lengths, with progressive movement
    • F26B13/06Machines and apparatus for drying fabrics, fibres, yarns, or other materials in long lengths, with progressive movement with movement in a sinuous or zig-zag path
    • F26B13/08Machines and apparatus for drying fabrics, fibres, yarns, or other materials in long lengths, with progressive movement with movement in a sinuous or zig-zag path using rollers
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F26DRYING
    • F26BDRYING SOLID MATERIALS OR OBJECTS BY REMOVING LIQUID THEREFROM
    • F26B13/00Machines and apparatus for drying fabrics, fibres, yarns, or other materials in long lengths, with progressive movement
    • F26B13/10Arrangements for feeding, heating or supporting materials; Controlling movement, tension or position of materials
    • F26B13/101Supporting materials without tension, e.g. on or between foraminous belts

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Treatment Of Fiber Materials (AREA)
  • Cephalosporin Compounds (AREA)

Description

fc
Werkwijze en inrichting voor de vervaardiging, behandeling of afwerking van een weefsel of ander doek»
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor de vervaardiging, behandeling of afwerking van weefsels of andere doeken aan het stuk.
Tegenwoordig is het als de laatste stap 5 of één wl de laatste stappen bij het afwerken van textiel gewoonlijk noodzakelijk, het weefsel of het andere doek te drogen. Dit drogen geschiedt door het weefsel of andere doek geleidelijk toe te voeren door een oven. Het hanteren van het weefsel bij het drogen moet met buitengewone zorg geschieden, omdat elke vervorming in het weefsel of 10 andere doek door het drogingsproces permanent in het weefsel of andere doek kan worden gefixeerd. Als bijvoorbeeld het weefsel of andere doek wordt onderworpen aan onnodig grote spanningen in langsrichting van het weefsel of andere doek, dan leidt dit tot inneming van het weefsel, hetgeen op zijn beurt een vermindering van de breedte van het 15 weefsel of andere doek tot gevolg heeft. Cm te verhinderen dat dit verschijnsel optreedt of om ten minste het risico van het optreden van een dergelijk verschijnsel te verminderen, wordt het materiaal aan beide langsranden op betrékkelijk dicht bij elkaar liggende punten vastgehouden, als het materiaal door de oven beweegt. Een dergelijke 20 machine, die een rekmachine ("stenter") wordt genoemd, is gecompliceerd en duur.
Bij andere werkwijzen, zoals het bekleden van weefsel of andere doeken met bijvoorbeeld een geleerbare of 80 05 48 1 2 hardbare kunststof, is het ook noodzakelijk, het materiaal door een drogings-, gelerings- of hardingsoven te sturen. Hierbij wordt het te bekleden weefsel of andere doek volgens één methode gevoerd onder een bad van het bekledingsmateriaal en een nauwkeurig instelbare 5 spleet tussen een mes en een rol, die het te bekleden materiaal ondersteunt, regelt de dikte van de bekleding. Daarna wordt het materiaal door de oven gestuurd om het bekledingsmateriaal te geleren of harden. Bij een dergelijke machine ontstaan ook moeilijkheden bij het ondersteunen van het weefsel of andere doek cm dit 10 zonder vervorming door de oven te sturen. Ofschoon het weefsel of andere doek aan beide zijden kan worden bekleed, kan het extra gewicht op het weefsel of andere doek leiden tot een onaanvaardbare doorzakking van het materiaal in de oven, waardoor het materiaal dicht bij of feitelijk in aanraking wordt gebracht met de oven met 15 mogelijk desastreuze gevolgen. Deze prebieren kunnen in zekere mate worden opgelost door de niet-ondersteunde lengte van het beklede materiaal in de oven te verkleinen, maar hierdoor wordt ook de warmte verminderd, die aan het materiaal kan worden toegevoerd en dit kan tot gevolg hebben, dat het materiaal meerdere keren door 20 de oven moet worden gestuurd, hetgeen de behandelingstijd verlengt en de kosten verhoogt. Deze problemen kunnen ook worden cpgelost door toepassing van zogenoemde flotatie-ovens, maar dergelijke machines zijn gecompliceerd en duur en hebben hoge bedrijfskosten.
Volgens de uitvinding wordt een machine 25 voor de vervaardiging, behandeling of afwerking van een weefsel of ander doek voorgesteld, welke machine is voorzien van een aantal geleide-organen, die zodanig zijn opgesteld, dat twee eindloze banen worden gevormd, die een gemeenschappelijk traject bezitten, dat loopt over een verwanrbaar, gekromd behandelingsoppervlak, 30 van twee eindloze riemen of banden, die zijn opgesteld voor een beweging langs de beide eindloze banen en van middelen voor het toevoeren van een te behandelen weefsel of ander doek op het behandelingsoppervlak, zodanig dat het weefsel of andere doek wordt opgenomen tussen de riemen gedurende de beweging van het weefsel 35 over het behandelingsoppervlak, een en ander zodanig, dat het 80 05 48 1 « .* 3 weefsel of andere doek achtereenvolgens kan worden verwarmd en af gekoeld, terwijl het zich tussen de riemen bevindt.
Een voorkeursuitvoeringsvorm van de machine volgens de uitvinding kan een of meer van de volgende voorde-5 lige kenmerken vertonen: (a) Het gekromde behandelingsoppervlak wordt gevormd door het oppervlak van een verwarnbare behandelingsrol.
(b) Een niet-verwarnde behandelingsrol is opgesteld stroomafwaarts van de verwanrbare rol volgens kenmerk (a) 10 en ligt op het gemeenschappelijke traject.
(c) De verwaaibare behandelingsrol volgens kenmerk (a) en de niet-verwarmde behandelingsrol volgens kenmerk (b) zijn zodanig ten opzichte van elkaar opgesteld, dat tussen deze rollen een kneep wordt gevormd, die op het gemeenschappelijke traject ligt.
15 (d) Twee verwarnbare behandelingsrollen zijn naast elkaar opgesteld, cm een kneep te vormen, die op het gemeenschappelijke traject ligt.
(e) Een niet-verwarmde behandelingsrol ligt stroomaf-waarts van de verwarnbare rollen volgens kenmerk (d) 20 op het gemeenschappelijke traject.
(f) Er zijn drie paren behandelingsrollen.
(g) Twee van de drie paren behandelingsrollen volgens kenmerk (f) zijn verwaaibaar.
(h) Het of elk verwaaibaar, gekromd 25 behandelingsoppervlak wordt met olie of stoom verwarmd.
(i) Het of elk verwaaibaar, gekrcmd behandelingsoppervlak wordt electrisch verwarmd.
(j) De middelen voor het toevoeren van een weefsel of een ander doek omvatten een afneemrol.
30 (k) De eindloze riemen zijn bekleed met een materiaal met een lage wrijvingscoëfficiënt.
(l) De riemen bezitten een basis of onderlaag van geweven glasvezels met een bekleding van siliconenrubber.
(m) De riemen bezitten een basis of onderlaag 35 van geweven glasvezels met een bekleding van polytetrafluorethyleen.
80 05 48 1 4 (n) De inrichting is ingericht voor het bekleden van het weefsel of een ander doek voor de Invoer in de behandelingsrollen.
(o) Een opwikkelrol is opgesteld voor het 5 opnemen van het weefsel of een ander doek na het verlaten van het gemeenschappelijke traject.
(p) De of één van de behandelingsrollen wordt rechtstreeks aangedreven en elke andere behandelingsrol wordt aangedreven vanuit die rechtstreeks aangedreven behandelingsrol.
10 (q) De opwikkelrol volgens kenmerk (o) wordt rechtstreeks aangedreven of indirekt door de aangedreven behandelingsrol volgens kenmerk (p) aangedreven.
(r) Een of beide riemen kunnen zijn uitgevoerd in de vorm van een netwerk.
15 (s) Wanneer twee rollen een kneep vormen, is de kneep gefixeerd en heeft kleinere afmetingen dan de son van de dikten van de twee eindloze riemen, en het daartussendoor bewegende weefsel of andere doek bij bedrijf van de machine.
(t) Wanneer twee rollen een kneep vormen, 20 is een van de rollen die de kneep vormen, gefixeerd en is de andere rol beweegbaar en kan worden gedrukt in de richting van de eerste rol, om de riemen en het zich daartussen bevindende weefsel of andere doek bij bedrijf van de machine samen te drukken.
(u) Wanneer twee rollen een kneep vormen, 25 is de kneep normaal gefixeerd, maar één van de de kneep vormende rollen is beweegbaar, zodat deze rol instelbaar is op variërende dikten van de riemen en het zich daartussen bevindende weefsel of andere doek bij het bedrijf van de machine.
(v) De riemen zijn gespannen cm het weefsel 30 of andere doek bij bedrijf van de machine te knijpen of te pletten.
(w) De onderdelen van de machine, die de twee eindloze riemen ondersteunen, zijn vrij dragend gemonteerd cm het verwijderen en vervangen van de rieten te vergemakkelijken.
Volgens een ander kenmerk van de uitvinding 35 wordt een werkwijze voor de vervaardiging, behandeling of afwerking 80 05 48 1 5 van een weefsel of ander doek voorgesteld, omvattende het opnemen van het weefsel of andere doek tussen twee riemen, het sturen van het aldus gevormde samenstel van riemen en weefsel over een verwarmd, gekromd béhandelingsoppervlak, teneinde het samenstel te verwanten, 5 het afkoelen van het samenstel, om het weefsel of andere doek af te koelen en dan het verwijderen van het weefsel of andere doek tussen de twee riemen uit.
De uitvinding omvat ook een weefsel of ander doek, dat is vervaardigd, behandeld of afgewerkt op de bovenbeschreven 10 machine of onder toepassing van de bovenbeschreven werkwijze.
De uitvinding zal aan de hand van de tekening met een uitvoeringsvoorbeeld nader worden toegelicht.
Fig. 1 is een schematisch zijaanzicht van een machine voor het bekleden van een weefsel of ander doek en 15 fig. 2 toont een zijaanzicht van een machine voor de behandeling van een weefsel of ander doek.
Volgens fig. 1 is de machine voorzien van zes behandelingsrollen 1-6, die zijn opgesteld in twee rijen, waarbij de rollen van de ene rij zich naast de rollen van de andere rij bevin-20 den, maar zig-zagsgewijze ten opzichte van de rollen in de andere rij zijn verplaatst, zodanig, dat In totaal vijf knepen tussen de rollen worden gevormd. Zes geleiderollen 7-12 zijn opgesteld rondom de reeks behandelingsrollen. Een eerste, bovenste, eindloze riem 13 is geleid over de geleiderollen 7, 8 en 9 en loopt door de vijf knepen, 25 gevormd door de behandelingsrollen 1-6. Een tweede, onderste, einloze riem 14 is geleid over de geleiderollen 9, 10, 11 en 12 en loopt ook door de vijf knepen, gevormd door de behandelingsrollen 1-6. Beide eindloze riemen 13 en 14 zijn voorzien van een basis of onderlaag van geweven glasvezels, bekleed met polytetrafluorethyleen (FIFE) 30 of een ander soortgelijk materiaal net een lage wrijvingsooëfficiënt.
Een alternatieve uitvoeringsvorm van de riem bestaat bijvoorbeeld uit een basis of onderlaag van geweven glasvezels met een bekleding van silioonenrubber. De soort riem wordt gekozen afhankelijk van het te vervaardigen, te behandelen of af te werken weefsel of ander doek 35 en afhankelijk van de aard van de behandeling zelf. Bij scmmige 80 05 48 1 6 processen of behandelingen bleek het bijvoorbeeld voordelig te zijn, met siliconenrubber beklede van geweven glasvezels vervaardigde riemen toe te passen, waarbij de bekleding aan één zijde zeer dm is, maar aan de andere zijde ongeveer 0,38 ran dik is. Eventueel kan het 5 oppervlak van de riem zijn voorzien van holten of op een andere wijze speciaal zijn gevormd.
De machine is voorzien van twee andere rollen die met 15 resp. 16 zijn aangeduid. De rol 15 is een invoerrol, van waaraf het te behandelen weefsel of andere doek 17 wordt toegevoerd 10 en de rol 16 is een opdkkelrol, waarop het behandelde weefsel of andere doek wordt opgewikkeld. De geleiderollen 7 en 12 zijn zodanig ten opzichte van de eerste behandelingsrol 1 van de reeks opgesteld, dat de riemen 13 en 14 een scherphoekige V-vorm insluiten en de invoerrol 15 is zodanig ten opzichte van de rollen 1, 7 en 12 opgesteld, dat 15 het te behandelen weefsel of andere doek 17 op gelijke afstand van de rieten 13 en 14 de reeks behandelingsrollen binnenkant.
Wanneer hierna het woord "weefsel" wordt gebruikt, wordt daarmee niet alleen een weefsel, maar ook een ander soort doek bedoeld.
20 Een inrichting 18 voor het bekleden van het weefsel aan beide zijden is ingericht voor het bekleden van het weefsel, dat de rol 15 verlaat. Het bekledingsmateriaal kan bijvoorbeeld polyvinylchloride zijn (P.V.C.).
Vier (de rollen 1, 2, 4 en 5) van de 25 zes behandelingsrollen worden verwarmd en de resterende twee behandelingsrollen 3 en 6 zijn koud. De verwarmde rollen worden bij voorkeur electrisch verwarmd, maar indien gewenst zou ook stoom of een ander medium kunnen worden gebruikt. Wanneer stoom of een ander verwarmingsmedium wordt gebruikt, zijn draaibare buisverbindingen 30 nodig voor het geleiden van stoom van buiten de behandelingsrollen 1, 2, 4 en 5 in het inwendige van die rollen. Het verwarmingsmedium zou bijvoorbeeld ook electrisch verwarmde olie kunnen zijn. De rollen zijn bij voorkeur vervaardigd van roestvrij staal, maar kunnen ook van ander geschikt materiaal zijn vervaardigd. De rollen 1-6 zijn 35 aandrijvend met elkaar verbonden en een behandelingsrol wordt zelf 80 05 48 t 7 rechtstreeks aangedreven, welke aandrijving door middel van de aandrijvende verbinding op de andere rollen wordt overgebracht. De vijf knepen tussen de behandelingsrollen 1-6 zijn gewoonlijk nauwkeurig ingesteld op een maat, die kleiner is dan de som van de dikten van het 5 weefsel na de behandeling en van de twee riemen 13 en 14.
Bij bedrijf van de machine wordt het weefsel tussen de behandelingsrollen door getrokken door de draaiing van de behandelingsrollen zelf. Terwijl het van de rol 15 wordt afgetrokken, wordt het weefsel 17 bekleed door de inrichting 18 » 10 en ..als het beklede weefsel de eerste behandelingsrol 1 bereikt, wordt het ingeklemd tussen de twee riemen 13 en 14 van polytetra-fluorethyleen. De riemen 13 en 14 en het weefsel 17 bewegen synchroon door de reeks behandelingsrollen en worden daarbij verhit, waardoor het geleren van de bekleding wordt bevorderd. Na het geleren wordt 15 het weefsel af gekoeld, doordat het weefsel, dat zich nog steeds tussen de riemen 13 en 14 bevindt, over de koude rollen 3 en 6 wordt geleid.
De koude rollen 3 en 6 nemen warmte op van het weefsel en om de rollen op de vereiste lage tenperatuur te houden (dat wil zeggen niet verwarmd) kan afkoeling van deze rollen noodzakelijk zijn. Bij de 20 geleiderol 9 volgen de riemen 13 en 14 weer hun eigen baan en het beklede weefsel loopt naar de opökkelrol 16. Deze rol 16 kan onafhankelijk worden aangedreven of door een van de behandelingsrollen afgetakte aandrijving. Dankzij de aard van de riemen 13 en 14 en het feit, dat de bekleding is af gekoeld, komt er geen schadelijk hechting 25 voor tussen de riemen en het weefsel ter plaatse van de rol 9 of tussen aan elkaar grenzende windingen van het weefsel op de rol 16.
Fig. 2 is een neer gedetailleerde tekening van een gewijzigde uitvoeringsvorm of versie van de machine die in fig. 1 is getekend. Vergeleken met de machine volgens fig. 1 is de 30 machine volgens fig. 2 voorzien van slechts vier behandelingsrollen 201, 202, 204 en 205, die zodanig ten opzichte van elkaar zijn opgesteld, dat tussen de rollen drie knepen worden gevormd. Acht geleiderollen 208-212 en 230-232 zijn opgesteld rondom de reeks behandelingsrollen. Een eerste, bovenste, eindloze riem 213 wordt 35 door de geleiderollen 231, 230 , 208 en 209 geleid en loopt door de 80 0 5 48 1 8 drie knepen gevormd door de behandelingsrollen. Een tweede, onderste, eindloze riem 214 wordt geleid door de geleiderollen 209, 232, 210, 211 en 212 en loopt ook door de drie bovengenoemde knepen.
De beide eindloze riemen 213 en 214 hebben een soortgelijke constructie 5 en bestaan uit soortgelijk materiaal als de riemen 13 en 14 van de machine volgens fig. 1. De rollen 204 en 205 zijn verstelbaar door middel van de bijbehorende verstelirechanismen 235 resp. 236, zodat de afmetingen van de knepen instelbaar zijn. De geleiderollen 208 en 232 zijn gemonteerd op vers telmechanismen 250 en 251, cm de rollen 10 208 en 232 te kunnen verstellen, teneinde de beide riemen 213 en 214 instelbaar te kunnen spannen.
Op een ondersteuning 237 is een invoerrol 215 gemonteerd, van waaruit het te behandelen weefsel 217 woedt toegevoerd en een qfwlkkelrol 216 is gemonteerd op een ondersteuning 15 238 waarop het behandelde weefsel wordt opgewikkeld. De steunen 237 en 238 zijn zelf verbonden net een hoofdondersteuning of chassis 239, waarmee het hoofdframe van de machine 240 ook is verbonden.
De ondersteuning voor de verschillende rollen is vrijdragend, om het verwijderen en vervangen van de eindloze riemen 213 en 214 te 20 vergemakkelijken.
Een riemaftaster 241 is aangebracht bij de geleiderollen 230 en 231 en een riemaftaster 242 is aangebracht bij de geleiderollen 211 en 212. De rollen 230 en 231 zijn gemonteerd in een console 243, die zelf draaibaar om een as 244 is gemonteerd. De rollen 25 230 en 231, de console 243 en de riemaftaster 241 vormen samen een inrichting voor het sporen van de riem 213. De geleiderollen 211 en 212 zijn gemonteerd in een console 245, die zelf draaibaar is om een as 246. Deze rollen 211 en 212 en de console 245 vormen tezamen net de riemaftaster 242 een inrichting voor het sporen van de riem 214.
30 De aftasters 241 en 242 kunnen langs optische weg (bijvoorbeeld voorzien van een foto-electrische cel) of mechanische weg werken (bijvoorbeeld werkende op een luchtstraal). De spoorinrichtingen hebben ten doel, de riemen 213 en 214 op hun plaats te houden door voortdurend de riemen af te tasten en door elke tendens van de 35 riemen cm van de gewenste baan af te wijken, te corrigeren.
80 0 5 48 1 9
De behandelingsrollen 201, 202 en 204 worden verwarmd en de rol 205 wordt niet verwarmd. De behandelingsrollen hebben in hoofdzaak dezelfde constructie en bestaan uit hetzelfde materiaal als die van de machine volgens fig. 1. In het 5 bijzonder de verwarmde rollen kunnen langs electrische weg door middel van stoom of olie worden verwarmd. De behandelingsrollen worden ook qp dezelfde wijze aangedreven als die van de machine volgens fig. 1.
De machine wordt op dezelfde wijze bedreven als de machine volgens fig. 1, waarbij het te vervaardigen, 10 te behandelen of af te werken weefsel achtereenvolgens wordt verwarmd en af gekoeld en, ofschoon geen bekledingskop is beschreven of getekend, kan een dergelijke bekledingskop natuurlijk zijn aangebracht, wanneer dat nodig is.
De bovenbeschreven machines en werkwijzen 15 kunnen worden toegepast voor het geleren van PVC-lagen, waarbij de invoer bijna ideaal is of in het algemeen geschikt is voor gébruik bij het geleren van PVC. Eén zijde of beide zijden van het weefsel kan in één doorgang worden gegeleerd en er kunnen zwaarder beklede weefsels dan tot nu toe worden verwerkt. De energiebesparing kan 20 vergeleken met conventionele werkwijzen en inrichting oplopen tot 40 a 50% van de kosten van de machine die wel de helft kan zijn van die van de conventionele droogoven. Ook is minder ruimte (tot 75%) nodig voor de machine.
De beschreven werkwijzen en machines kunnen 25 ook worden gébruikt voor het aanbrengen van een laag kleefmiddel op het weefsel, met dezelfde besparing op energie, kosten en ruimte. Zij kunnen ook worden gebruikt voor het met behulp van warmte fixeren van weefsels, zoals nylon en polyester, of het met warmte fixeren van natuurlijke weefsels, voor het harden van hars na droging bij 30 conventioneel afwerken of eenvoudig om een weefsel te drogen. Wanneer eenvoudig drogen het doel is, kan een van beide riemen zijn uitgevoerd in de vorm van een netwerk. Bij de bovenbeschreven werkwijzen en machines wordt het te behandelen weefsel positief vastgehouden, terwijl het wordt verwarmd en afgekoeld. Brandvlekken, die optreden bij het 35 aftrekken van het weefsel van een hete troimel, terwijl het weefsel 80 05 48 t 10 zelf nog heet is, kunnen daardoor worden vermeden.
Het is duidelijk, dat de bovenbeschreven uitvoeringsvorm van de machine volgens de uitvinding slechts bij wijze van voorbeeld is gegeven en dat daarin talrijke veranderingen 5 kunnen worden aangebracht, zonder buiten de cmvang van de bijgaande conclusies te gaan. Bijvoorbeeld bij enig gebruik van de beschreven machine volgens fig. 1, waarbij geen weefsel wordt bekleed, is de bekledingsinrichting 18 niet noodzakelijk en kan deze worden weggelaten. Wanneer weefsels moeten worden bekleed met een oplos-10 middelhoudende of waterhoudende bekleding volgt de bovenste eindloze riem 13 van de machine volgens fig. 1 bij voorkeur de alternatieve baan, die in de tekening met een stippellijn is aangegeven. Tot dit doel wordt de geleiderol 7 vervangen door een op een andere plaats opgestelde geleiderol 30. In plaats van de bekledingsinrichting 18 15 aan te brengen, kan een bekledingsinrichting 40 worden aangebracht voor het bekleden van het bovenoppervlak van de onderste riem, zoals in stippellijnen in de tekening is aangegeven.
Ofschoon de knepen tussen de rollen van de twee beschreven machines instelbaar zijn, zijn zij , wanneer zij 20 zijn ingesteld, gefixeerd op een spleetbreedte, die iets kleiner is dan de dikten van de riemen plus het weefsel. Er kunnen echter ook andere manieren worden toegepast voor het onder druk brengen van het weefsel, dat door de machine wordt gevoerd. Daarbij kan een rol van een kneep vast zijn opgesteld en de andere zijn onderworpen aan een 25 druk, om het weefsel samen te knijpen. Beide rollen van de kneep kunnen zijn ingesteld op een nominale minimale spleetbreedte, maar één rol kan beweegbaar zijn, om variaties in de dikten van het weefsel en de riemen te compenseren. Eventueel kan het weefsel eenvoudig worden samengeknepen door de eindloze riemen op de juiste wijze te 30 spannen.
Opgemerkt wordt, dat het woord "weefsel" in de beschrijving is gebruikt in zijn ruimste betekenis en behalve vellen textiel die zijn geweven, niet geweven of gebreid, ook andere soorten materiaal in de vorm van een vel omvat, zoals kunststoffen, 35 bijvoorbeeld polyvinylchloride (PVC) en polyurethaan, leer, vilt, 80 05 48 1 11 rubber ai papier of combinaties daarvan.
80 0 5 48 1

Claims (31)

1. Machine voor de vervaardiging, behandeling of afwerking van een weefsel of dergelijk produkt, gekenmerkt door een aantal geleiderollen, die zijn opgesteld cm twee eindloze banen te vormen die een gemeenschappelijk traject bezitten, dat loopt over een 5 verwarmbaar, gekromd behandelingsoppervlak door twee eindloze riemen, die elk langs een van de eindloze banen bewegen en door middelen voor het toeoeren van een te behandelen weefsel op het behandelingsoppervlak, zodat het weefsel wordt opgenomen tussen de riemen gedurende zijn beweging over dat oppervlak, een en ander zodanig dat het weefsel 10 achtereenvolgens kan worden verwarmd en afgekoeld, terwijl het weefsel tussen de riemen is opgencmen.
2. Machine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het gekromde behandelingsoppervlak wordt gevormd door het oppervlak van een verwambare behandelingsrol.
3. Machine volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat een niet-verwarmde behandelingsrol is opgesteld stroomafwaarts van de verwambare rol en ligt op het gemeenschappelijke traject.
4. Machine volgens conclusie 3, 20 met het kenmerk, dat de verwambare en niet-verwarmde rollen zodanig ten opzichte van elkaar zijn opgesteld, dat zij tussen de rallen een kneep vormen, die ligt qp het gemeenschappelijke traject.
5. Machine volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat twee verwarmbare rallen naast elkaar zijn opgesteld, 25 om een kneep te vormen die op het gemeenschappelijke traject ligt.
6. Machine volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat een niet-verwarmde rol stroomafwaarts van de verwambare rollen op het gemeenschappelijke traject ligt.
7. Machine volgens conclusie 2, of één 30 van de conclusies 3-6, wanneer deze direkt of indirakt naar conclusie 2 verwijst, met het kenmerk, dat drie paren behandelingsrallen zijn aangebracht.
8. Machine volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat twee van de drie paren rallen verwantbaar zijn. 80 05 48 1
9. Machine volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het of elk verwanrfoaar, gekromd behandelingsoppervlak door middel van olie of stoom wordt verwarmd.
10. Machine volgens één van de voorgaande Soonclusies, met het keraterk, dat de middelen voor het toevoeren van een weefsel zijn voorzien van een toevoerrol of invoerrol.
11. Machine volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de eindloze riemen zijn bekleed met materiaal met een lage wrijvingscoëfficiënt.
12. Machine volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de riemen zijn voorzien van een basis of onderlaag van geweven glasvezels met een bekleding van siliccnenrubber.
13. Machine volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de riemen zijn voorzien van een basis of onderlaag 15van geweven glasvezels met een bekleding van polytetrafluorethyleen.
14. Machine volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de machine is ingericht voor het bekleden van het weefsel voor de invoer van het weefsel tussen de behandelingsrollen.
15. Machine volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een cpwikkelrol is aangebracht voor het opnemen van het weefsel na het verlaten van het gemeenschappelijke traject.
16. Machine volgens conclusie 2 of een 25van de conclusies 3-15, wanneer deze direkt of indirekt verwijst naar conclusie 2, met het kenmerk, dat de of één van de behandelingsrollen rechtstreeks wordt aangedreven en dat elke andere behandelingsrol indirekt door die rechtstreeks aangedreven behandelingsrol wordt aangedreven.
17. Machine volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de opwikkelrol rechtstreeks wordt aangedreven of indirekt wordt aangedreven door de aangedreven behandelingsrol.
18. Machine volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat ten minste één van de riemen is 3gjitgevoerd in de vorm van een netwerk. 80 05 48 1
19. Machine volgens conclusie 5 of 6 of één van de conclusies 7-18, wanneer deze direkt of indirekt verwijst naar conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat de kneep is gefixeerd en een afmeting bezit die kleiner is dan de son van de dikten van de twee 5 eindloze riemen en van het weefsel, die bij bedrijf van de machine door de kneep bewegen.
20. Machine volgens conclusie 5 of 6, of één van de conclusies 7-18, wanneer deze direkt of indirekt verwijst naar conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat een van de rollen 10 die de kneep vormt vast is opgesteld en dat de andere rol beweegbaar is en aandrukbaar is in de richting van de eerstgenoemde rol om de riemen en het weefsel, die bij bedrijf van de machine door de kneep bewegen, samen te drukken.
21. Machine volgens conclusie 5 of 6, of één 15 van de conclusies 7-18, wanneer deze direkt of indirekt naar conclusie 5 of 6 verwijst, met het kenmerk, dat de kneep nominaal is gefixeerd maar dat één van de rollen die de kneep begrenst beweegbaar is zodat deze rol kan worden aangepast aan variërende dikten van de riemen en het weefsel, die bij bedrijf van de machine door de kneep 20 bewegen.
22. Machine volgens één van de voorgaande conclusies, roet het kenmerk, dat de riemen zijn gespannen, om het weefsel bij bedrijf van de machine samen te drukken.
23. Machine volgens één van de voorgaande 25 conclusies, met het kenmerk, dat de onderdelen van de machine die de eindloze riemen ondersteunen, vrijdragend zijn gemonteerd om het verwijderen en vervangen van de riemen te vergemakkelijken.
24. Machine voor de vervaardiging, behandeling, of afwerking van een weefsel of dergelijk produkt, in hoofdzaak 30 zoals beschreven in de beschrijving en/of weergegeven in de tekening.
25. Werkwijze voor de vervaardiging, behandeling of afwerking van een weefsel of dergelijk produkt, gekenmerkt door het opnemen van het weefsel tussen twee riemen, door het sturen van het aldus gevormde samenstel over een verwarmd, gekromd behandelings-35 oppervlak om het samenstel te verwarmen, door het afkoelen van 80 05 48 1 het samenstel cm het weefsel af te koelen en dan door het verwijderen van het weefsel tussen de twee riemen uit.
26. Werkwijze volgens conclusie 25, met het kenmerk, dat het verwarmde, gekromde behancMLngsoppervlak 5 wordt gevormd door het oppervlak van een rol, die een kneep vormt net een andere rol, door welke kneep het samenstel van riemen en weefsel wordt gevoerd.
27. Werkwijze volgens conclusie 25 of 26, met het kenmerk, dat het samenstel wordt afgekoeld door het 10 samenstel over een niet-verwarrrde rol te geleiden.
28. Werkwijze voor de vervaardiging, behandeling of afwerking van een weefsel of dergelijk produkt in hoofdzaak zoals beschreven in de beschrijving en/of weergegeven in de tekening.
29. Weefsel of dergelijk produkt, vervaardigd, behandeld, of afgewerkt op de machine volgens één van de conclusies 1-24 of door toepassing van de werkwijze volgens één van de conclusies 25-28.
30. Machine voor de vervaardiging, 20 behandeling of afwerking van een weefsel of dergelijk produkt, gekenmerkt door een aantal behandelingsrollen, omvattende een paar naast elkaar opgestelde verwarmde rollen, door een niet-verwarmde rol stroomafwaarts van de verwarmde rollen, door een aantal geleiderollen, die zodanig ten opzichte van de behandelingsrollen 25 zijn opgesteld, dat twee eindloze banen worden gevormd, die een gemeenschappelijk traject bezitten dat tussen de aan elkaar grenzende verwarmde behandelingsrollen door loopt, door twee eindloze riemen die elk beweegbaar zijn langs een bijbehorende eindloze baan en door middelen voor het toevoeren van een te behandelen weefsel 30 aan de behandelingsrollen, zodat het weefsel wordt opgenomen tussen de riemen gedurende de beweging van het weefsel tussen de behandelings-rollen door.
31. Werkwijze voor de vervaardiging, behandeling of afwerking van een weefsel of dergelijk produkt, 35 gekenmerkt door het opnemen van het weefsel tussen twee riemen, 80 05 48 1 11 door het aldus gevormde samenstel te geleiden door de kneep gevormd tussen twee verwarmde rollen om het samenstel te verwanten, door vervolgens het samenstel te geleiden over ten minste één koude rol en dan door het verwijderen van het weefsel 5 tussen de twee riemen uit. 80 05 48 1 ^ *\*·α V i . -/<?- <_____ Verbetering van errata in de beschrijving behorende bij de octrooi-- »' t aanvrage no. 80.05481 Ned. voorgesteld door aanvrager d.d. 25 november 1980.________ De voorgestelde wijziging in de beschrijving is: Blz. 9, regel 21 moet luiden: "40 a 50% en de kosten van de machine kunnen wel slechts de helft bedragen". 30 0 5 48 1
NL8005481A 1979-10-06 1980-10-03 Werkwijze en inrichting voor de vervaardiging, behande- ling of afwerking van een weefsel of ander doek. NL8005481A (nl)

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
GB7934763 1979-10-06
GB7934763 1979-10-06
GB7936077 1979-10-17
GB7936077 1979-10-17

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8005481A true NL8005481A (nl) 1981-04-08

Family

ID=26273120

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8005481A NL8005481A (nl) 1979-10-06 1980-10-03 Werkwijze en inrichting voor de vervaardiging, behande- ling of afwerking van een weefsel of ander doek.

Country Status (12)

Country Link
AU (1) AU6294480A (nl)
BR (1) BR8006392A (nl)
CA (1) CA1135038A (nl)
DE (1) DE3037406A1 (nl)
DK (1) DK419380A (nl)
FI (1) FI803114A (nl)
FR (1) FR2472625A1 (nl)
IT (1) IT1128579B (nl)
NL (1) NL8005481A (nl)
NO (1) NO802943L (nl)
SE (1) SE8006891L (nl)
ZW (1) ZW22480A1 (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE102020132786A1 (de) * 2020-12-09 2022-06-09 Mewa Textil-Service Ag & Co. Management Ohg Verfahren und vorrichtung zum behandeln und trocknen textiler flächengebilde
CN113124672A (zh) * 2021-04-13 2021-07-16 福州外语外贸学院 一种纺织布匹烘干平整折叠一体化装置

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB190928510A (en) * 1909-12-07 1910-12-07 Fred Oates Improvements in Machinery for the Pressing or Finishing of Textile, Fabrics, Hosiery and such like Goods.
BE512462A (nl) * 1952-06-10
GB865659A (en) * 1957-07-26 1961-04-19 British Cotton Ind Res Assoc Improvements in or relating to the printing of fabrics
FR1314555A (fr) * 1961-12-01 1963-01-11 Perfectionnements aux calandres textiles

Also Published As

Publication number Publication date
DK419380A (da) 1981-04-07
FR2472625A1 (fr) 1981-07-03
AU6294480A (en) 1981-04-16
DE3037406A1 (de) 1981-04-09
NO802943L (no) 1981-04-07
ZW22480A1 (en) 1981-04-01
CA1135038A (en) 1982-11-09
SE8006891L (sv) 1981-04-07
FI803114A (fi) 1981-04-07
IT1128579B (it) 1986-05-28
IT8049814A0 (it) 1980-10-03
BR8006392A (pt) 1981-04-14

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4743334A (en) Double sided laminating machine
CA2214486C (en) Method and apparatus for minimizing web-fluting in heat-set, web-offset printing presses
CA1074074A (en) Stretching webs of sheet material
US5019203A (en) Double sided laminating machine
JP3177561B2 (ja) 紙ウエブの光沢仕上げ方法とこの方法を利用するカレンダ
US5071504A (en) Double sided laminating machine
US4517042A (en) Method and apparatus for decurling laminated stock
GB950638A (en) Process and apparatus for finishing fabric tube
US2084367A (en) Apparatus for treating cloth
WO2014134768A1 (zh) 多辊毯带式转移印花装置
KR102102207B1 (ko) 탄소섬유 원단시트 제조장치
US4329315A (en) Sheet stress relaxation
US3582430A (en) Method and apparatus for bonding foam plastic to a backing
NL8005481A (nl) Werkwijze en inrichting voor de vervaardiging, behande- ling of afwerking van een weefsel of ander doek.
US2373215A (en) Method and apparatus for treating plastic film
JPS62125074A (ja) 布防皺処理装置
GB2060849A (en) A machine for and method of producing treating or finishing a fabric
US3050109A (en) Process and machine for the continuous production of corrugated laminates of plasticmaterials
US3276652A (en) Tension apparatus for travelling webs
TWI537143B (zh) 多輥毯帶式轉移印花裝置
JP2906403B2 (ja) 製紙用カレンダ装置及びカレンダ処理方法
US3281951A (en) Film drying process and apparatus
US4756036A (en) Continuous treatment of strip textile fabrics
JPH06206255A (ja) エンボス加工装置
JP3007440U (ja) 布帛の皺加工装置

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed