NL8004471A - Scheerbladsamenstel voor een elektrisch scheerapparaat van het rotatietype. - Google Patents

Description

N/29.833-sV/f. *

Scheerbladsamenstel voor een elektrisch scheerapparaat van het rotatietype.

De uitvinding heeft betrekking op een scheerbladsamenstel voor een elektrisch scheerapparaat van het rotatietype, voorzien van een buitenblad, dat is vervaardigd uit een flexibele stalen folie en dat een aantal 5 haar-invoeropeningen bezit, die zijn aangebracht in een ongeveer koepelvormige sferische zone, en een binnenbladge-deelte bestaande uit een aantal binnenbladen met elk een scheerrand, die in radiale richting overeenkomt met het bin-nenoppervlak van het buitenblad, en uit een in hoofdzaak 10 schijfvormig binnenbladframe, dat elk van de binnenbladen in radiale richting ondersteunt, waarbij de scheerranden in veerkrachtig en glijdend contact worden gebracht met het binnenoppervlak van het buitenblad, welk binnenbladframe een axiaal gat bezit, waarin een draaibare aandrijfas van de 15 motor van het scheerapparaat kan worden opgenomen.

Bij de bekende scheerbladsamenstellen voor elektrische scheerapparaten van het rotatietype kunnen in het algemeen twee typen worden onderscheiden. Bij het éne type is het buitenblad voorzien van een groot aantal radiale 20 sleuven voor het invoeren van haar in een althans nagenoeg cirkelvormige zone van een stijf gegoten metalen gedeelte, welke sleuven zijn verkregen door een snijbewerking hiervan.

Bij het andere type is het buitenblad voorzien van een groot aantal voor hetzelfde doel bestemde openingen in een 25 cirkelvormige zone van een flexibele stalen folie, welke openingen bijvoorbeeld door ponsen zijn gevormd. Bij beide typen moet het buitenbladgedeelte, waarmee de scheerranden van de binnenbladen glijdend in aanraking zijn, zo dun mogelijk zijn uitgevoerd, zodat het baardhaar zo dicht moge-30 lijk bij de haarwortel kan worden afgeschoren door de met het buitenblad samenwerkende binnenbladen. Tijdens het scheren drukt de gebruiker het buitenoppervlak van het buitenblad betrekkelijk sterk tegen de gezichtshuid, zodat het zeer dunne buitenblad gemakkelijk in binnenwaartse richting 35 kan worden vervormd door een op het buitenblad uitgeoefende buigspanning. In het bijzonder wanneer het buitenblad tegen het kaakgedeelte wordt gedrukt, zal het buitenblad bloot 800 44 71 c -2- staan aan een zeer sterke spanning·-in een beperkt gebied, waardoor, in het geval het buitenblad uit het stijve gegoten metalen gedeelte bestaat, het zeer dunne gedeelte van het blad, waarin de sleuven zijn gevormd, gemakkelijk wordt ver-5 vormd en het haar in het geheel niet meer kan worden afgeschoren. Een dergelijke vervorming kan in het bijzonder plaats vinden bij een buitenblad, dat is vervaardigd van het genoemde stijf gegoten metalen gedeelte, waarbij de radiale sleuven zich over een relatief grote afstand uitstrekken. Om dit te 10 ondervangen is voorgesteld om een ringvormige groef aan te brengen, die vanaf het vlakke scheeroppervlak van het buitenblad binnenwaarts uitsteekt en concentrisch met de buitenomtrek van het blad verloopt , waarbij het scheerbladgedeelte van het buitenblad in twee concentrische ringvormige delen 15 is verdeeld, terwijl de respectieve scheerranden in twee ringvormige rijen van de binnenbladen in glijdend contact worden gebracht met de respectieve ringvormige scheerbladde-len van het buitenblad, zodat deze langs het buitenblad kunnen roteren. Het scheerbladdeel van dit buitenblad is hier-20 bij versterkt door een in hoofdzaak U-vormige dwarsdoorsnede van de ringvormige groef, waarbij de zijwanden van de U-vormige delen dik zijn uitgevoerd, ten'einde de sterkte en dergelijke te verhogen. Aangezien het scheeroppervlak vlak is uitgevoerd, zal het echter nog moeilijk zijn om het onregel-25 matige haar, dat tegen de gezichtshuid ligt, te vangen, ook al wordt het scheeroppervlak tegen de gezichtshuid gedrukt.

Bij het buitenblad, bestaande uit de flexibele stalen folie, is het cirkelvprmige oppervlak in axiale richting buitenwaarts uitgebreid, zodat een sferische of koepelvorm is 30 verkregen, waarbij de scheerranden van de binnenbladen op overeenkomstige wijze zijn gevormd, zodat aan de flexibele stalen folie een zekere stijfheid kan worden verleend en het scheeroppervlak stevig tegen de huid kan worden gedrukt door de huid in te drukken met het sferische gedeelte, ten 35 einde het baardhaar met de onregelmatige haren gemakkelijker in te vangen. Hoewel het onregelmatige haar, dat relatief lang is geworden en enige dagen niet is geschoren, in de haar- invoeropeningen kan worden gevangen, zijn deze ope-ningen zelf plaatselijk gezien in hoofdzaak vlak uitgevoerd, 40 waarbij geen ruimte of spleet voor het invoeren van dit onre- 800 44 71 -3- ->

V

gelraatige haar in de openingen in een zodanige opstaande stand, dat het door een volgend binnenblad kan worden afgeschoren, is vrijgelaten door de scheerranden van de buiten-blad-openingen en de huid, waardoor het scheereffect van dit 5 onregelmatige haar nauwelijks wordt'verbeterd. Met betrekking tot de mogelijkheid van het oprichten van het onregelmatige liggende haar dient het bij het buitenblad, dat uit het stijve gegoten gedeelte is vervaardigd en waarbij de sleuven zich tussen de binnen- en buitenomtrek over het scheeroppervlak 10 uitstrekken, relatief eenvoudig te zijn om het onregelmatige haar in de sleuven in te voeren. Aangezien echter het scheer-bladoppervlak , dat is beperkt tot de ringvormige banden met twee rijen, maximaal dient te worden benut, moeten de scheerranden van de binnenbladen, die met deze banden in aanraking 15 zijn, ζδ breed worden uitgevoerd, dat zij zich over nagenoeg de gehele radiale breedte van deze banden uitstrekken. Hierdoor zal noodzakelijkeirwijs nagenoeg geen spleet worden vrijgelaten tussen de scheerranden van de openingen in het buitenblad en de "hiermeesamenwerkende scheerranden van de bin-20 nenbladen, die binnen het buitenblad roteren, waardoor het haar, ook al wordt het opgericht en in de sleuven ingevoerd, zal worden weggedrukt door de binnenbladranden en niet zal worden geschoren.

De uitvinding beoogt een scheerbladsamenstel 25 van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, waarbij de genoemde bezwaren zijn ondervangen en waarvan het scheereffect in het bijzonder ten aanzien van het oprichten en afscheren van het onregelmatige baardhaar, dat tegen de ge-zichtshuid ligt, is verbeterd, terwijl het niettemin tegen 30 geringe kosten kan worden vervaardigd en de flexibiliteit en sterkte van het buitenblad worden gehandhaafd.

Hiertoe heeft het scheerbladsamenstel volgens de uitvinding het kenmerk, dat het buitenblad is voorzien van een groefvormig gebogen gedeelte, dat vanaf het buitenopper-35 vlak van de sferische zone binnenwaarts uitsteekt en volgens ten minste êên ringvormige lijn concentrisch met het axiale middelpunt alsmede met de buitenrand van de sferische zone en nabij deze buitenrand verloopt, waarbij de haar- invoer-openingen van het buitenblad sleuven omvatten, die ten minste 40 in het gebogen gedeelte vanaf de sferische zone nabij de bin- 800 44 71 ? -4- nen- en buitenomtreksranden van het gebogen gedeelte door zowel de binnen- en de buitenomtrekswand daarvan verlopen naar de respectieve verbindingsdelen van de beide omtreks-wanden met de bodem van het gebogen gedeelte, waarbij elk 5 binnenblad is voorzien van een met het gebogen gedeelte van het buitenblad overeenkomende uitsparing, waarbij het rand-gedeelte van de uitsparing ten minste van de binnen- en buitenomtrekswand van het tegenoverliggende gebogen gedeelte is gescheiden, zodat hiertussen een spleet aanwezig is, 10 waarin relatief lange baardharen kunnen worden ingevoerd vanaf de sleuven in de omtrekswanden.

De uitvinding wordt hierna nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een uitvoeringsvoorbeeld van het scheerblad volgens de uitvinding is weergegeven: 15 fig. 1 is een gedeeltelijk weergegeven door snede van een scheerhoofdgedeelte van een elektrisch scheer-apparaat van het rotatietype, waarbij een uitvoeringsvorm van het scheerbladsamenstel volgens de uitvinding zichtbaar is, alsmede een motor en het huis van het scheerapparaat; 20 fig. 2 is een perspectivisch aanzicht van het buitenblad van het scheerbladsamenstel volgens fig. 1; fig. 3 is een gedeeltelijk weergegeven perspectivisch aanzicht op grotere schaal, waarbij in het bijzonder het randgedeelte van het buitenblad volgens de fig. 1 25 en 2 zichtbaar is; fig. 4 is een met fig. 3 overeenkomend gedeeltelijk weergegeven perspectivisch aanzicht van het randgedeelte van het buitenblad van een alternatieve uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.

30 In de fig. 1-3 is een cirkelvormig buiten blad 1 zichtbaar, dat uit een flexibele stalen folie is vervaardigd en koepelvormig is uitgevoerd. Het buitenblad 1 is met zijn omtreksrand bevestigd aan een open axiaal uiteinde van een althans nagenoeg cilindrisch buitenbladframe 2. Een 35 aantal binnenbladen 3 met scheerranden, waarvan de vorm overeenkomt met het binnenoppervlak van het koepelvormige buitenblad 1, zijn in radiale richting verend bevestigd in een althans nagenoeg schijfvormig binnenbladframe 4, zodat de scheerbladen 3 in axiale richting ten opzichte van het 40 frame 4 verschuifbaar zijn in hierin aangebrachte sleuven.

800 44 71 *1 -5- >

Het binnenbladframe 4 omvat een axiaal gat, waarin een draaibare uitgangsas 7 van een motor 6 is opgenomen, welke motor in een huis 5 is bevestigd aan de tegenover de zijde, van waaruit de scheerranden van de binnenbladen 3 5 uitsteken, liggende zijden, en is gemonteerd aan het scheer-hoofdgedeelte. Het buitenbladframe 2, dat het buitenblad 1 draagt, is aan het andere uiteinde door middel van een schroef-draadverbinding bevestigd aan de binnenomtrek van het kopge-deelte van het huis 5, waarbij de scheerranden van de binnen-10 bladen 3 verend in aanraking zijn met het binnenoppervlak van het buitenblad 1.

Bij het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld is het buitenblad 1 voorzien van een ringvormige groef 11, die als een groefvormig gebogen gedeelte met een in hoofdzaak 15 U-vormige dwarsdoorsnede is gevormd door het buigen van de stalen folie, zodat een binnenwaarts gerichte uitsparing is verkregen. De groef 11 verloopt volgens een ringvormige lijn concentrisch met de buitenomtrekswand nabij de buitenomtrekswand 10.Het cirkelvormige scheergebied van het buitenblad 1 20 bestaat uit een centraal gedeelte la, dat door de ringvormige groef 11 wordt omsloten en dat een groot aantal haar-invoer-openingen 12 met een kleine diameter bezit, alsmede uit een omtreksgedeelte lb, dat tussen het gedeelte nabij de binnen-omtrek-zijwand van de groef 11 en de buitenomtrekswand 10 25 ligt en dat een groot aantal haar-invoersleuven 13 omvat, die een geringe breedte bezitten en zich althans nagenoeg in radiale richting over het buitenblad uitstrekken. De sleuven kunnen desgewenst een hoek met de radiale richting insluiten.

De sleuven 13 zijn continu aangebracht vanaf de scheerzone 30 van het buitenblad tot in de buitenomtrekswand IQ en de binnen- en buitenzijwanden 11a en 11b van de groef 11, zodat • driedimensionale haar-invoeropeningen zijn verkregen, die binnen- en buitenwaarts in alle radiale richtingen ten op--zichte van de as open zijn uitgevoerd en zich in axiale rich-35 ting van het scheerapparaat uitstrekken in de buitenomtrekswand 10 van het buitenblad 1 en in de binnen- en buitenzijwanden 11a en 11b van de ringvormige groef 11. Volgens het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld is een ringvormige ribbe 14 aangebracht in het buitenblad 1, die concentrisch met de bui-40 tenomtrekswand 10 en de groef 11 verloopt. De ribbe 14 be- 800 4 4 71 f' -6- ^ vindt zich. ongeveer in het midden van het omtreksgedeelte lb tussen de huitenomtreksrand en de ringvormige groef 11/ waardoor de smalle, langgerekte scheerbladdelen 15, die de respectieve sleuven 13 bepalen en het in de sleuven ingevoerde 5 haar afscheren in samenwerking met de scheerranden van de binnenbladen 3, in omtreksrichting met elkaar zijn verbonden en de sterkte van de bladdelen 15 tegen buigspanningen is vergroot. Als de ringvormige groef 11 zich op een wat grotere afstand van de buitenomtrekswand 10 bevindt en derhalve de 10 smalle bladdelen 15 relatief lang zijn, biedt deze ringvormige ribbe 14 het voordeel, dat de bladdelen 15 worden versterkt. Als de groef 11 zich. echter dichter bij de buitenomtrekswand 10 bevindt, waardoor de bladdelen 15 korter zijn uitgevoerd, zou de ribbe 14 niet nodig kunnen zijn.

15 De binnenbladen 3 zijn elk voorzien van een uitsparing 8 op een met de ringvormige groef 11 overeenkomende positie. De vorm van de uitsparingen 8 is in hoofdzaak halfcirkelvormig, terwijl de uitsparing 8 in vergelijking met de binnenwaarts uitstekende vorm van de groef 11 groter 20 is, zodat de omtrekseindrand van de uitsparing 8 gescheiden is van de uitstekende oppervlakken van de groef 11, ten einde een spleet tussen deze rand en de genoemde oppervlakken te verkrijgen. De positie en vorm van de uitsparing 8 in elk van de door het frame 4 ondersteunde binnenbladen 3 zijn 25 concentrisch met de as van het frame 4 en met de as van het buitenblad 1. Bij voorkeur is tevens de buitenrand van elk. van de binnenbladen 3 eveneens gescheiden van de binnenomtrek van de buitenomtrekswand 10 van het buitenblad 1, zodat hier eveneens een spleet aanwezig is.

30 Volgens een alternatieve uitvoeringsvorm van de uitvinding, welke in fig„ 4 is weergegeven, zijn in de ringvormige ribbe 14’, die op de bovenbeschreven, wijze is aangebracht, een groot aantal haar- invoeropeningen IS met een kleine diameter aangebracht, waardoor de haar-invoeropening-35 verhouding groter is dan hij.de zojuist beschreven-uitvoorings-vorm.

Hierna zal de werking worden beschreven van het elektrische scheerapparaat van het roatietype, dat is voorzien van een scheerbladsamenstel volgens de beschreven 40 uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding. Als een niet- 800 44 71 -7- s weergegeven schakelaar van het scheerapparaat wordt ingeschakeld, waardoor de motor 6 in werking wordt gesteld, worden de binnenbladen 3 en het binnenbladframe 4 geroteerd door de uitgangsas 7 van de motor, waarbij de scheerranden van de 5 binnenbladen 3 langs de binnenoppervlakken van het centrale en het omtreksgedeelte la en lb van het buitenblad 1 glijden.

Het uitwendige sferische oppervlak van het blad 1 wordt tegen de gezichtshuid van de gebruiker gedrukt, waarbij het normale, korte baardhaar gemakkelijk in de haar-invoeropeningen 12 10 (en 16) zal worden ingevoerd en worden afgeschoren door de roterende scheerranden van de binnenbladen 3 en de randen van de invoeropeningen van het buitenblad 1. Eventueel onregelmatig haar, dat in het algemeen betrekkelijk lang is geworden en tegen de gezichtshuid ligt, zodat het moeilijk 15 kan worden gevangen door de gebruikelijke haar-invoeropeningen of sleuven zal worden opgericht door één van de randen van de omtrekswand 10 en de binnen- en buitenomtrekswand van de ringvormige groef 11 en in de sleuven 13 worden ingevoerd. Een gedeelte van de gezichtshuid, dat tussen'de delen 20 van de gezichtshuid ligt, waarop de beide omtreksranden van de groef 11 drukken, zal omhoog komen in de groef, waardoor eventueel op dit gedeelte van de huid onregelmatig groeiend haar perfekt zal worden opgericht, aangezien het betreffende huidgedeelte zich uitzet en de wortel van een dergelijke haar 25 wordt opgericht, waarbij de haar in de sleuven wordt ingevoerd aan de binnen- of buitenrand van de groef 11. Het onregelmatige haar, dat tegen de gezichtshuid ligt, wordt gewoonlijk niet regelmatig geschoren en wordt wat langer en groeit onder onregelmatige hoeken, zodat, zoals hierboven werd beschre-30 ven, de sleuven 13, die continu zijn aangebracht in beide zijwanden 11a en 11b van de groef 11 en in de buitenomtrekswand 10 vanaf het 'oppervlak van het buitenblad, op doelmatige wijze het onregelmatige haar kunnen vangen. Aangezien de tegenover de buitenomtrekswand 10 gelegen eindranden van 35 de binnenbladen 3 en de tegenover de zijwanden van de groef 11 liggende randen van de uitsparingen 8 van de genoemde zijwanden zijn gescheiden, kan het onregelmatige en lange haar, waarvan de invoering in de sleuven 13 in deze zijwanden op de beschreven wij ze is begonnen, de sleuven 13 gestrekt zonder 40 binnentreden~te worden teruggeduwd door êén van de randen 800 44 71 r ,8- van het binnenblad, dat het eerst de sleuf 13 passeert/ waarin de haar wordt ingevoerd, waarbij de haar in het op het oppervlak van het buitenblad gelegen gedeelte van de sleuf 13 kan komen gedurende de continue beweging van het scheerappa-5 raat door de gebruiker, waarna het haar gemakkelijk wordt geschoren door de scheerrand van een volgend passerend binnenblad 3.

Zoals in fig. 1 zichtbaar is, ligt de bin-nenomtreksrand van de ringvormige groef 11 hoger dan de bui-10 tenomtreksrand. Hierdoor wordt bij het scheerbladsamenstel volgens de uitvinding hetzelfde effekt bereikt, alsof behalve de werkelijke buitenomtreksrand een tweede buitenomtreksrand aanwezig is bij de hoger gelegen binnenomtreksrand van de groef 11, welke bijzonder effektief is voor het oprichten en 15 vangen van het onregelmatig liggende haar gedurende de bewegingen van het scheerapparaat. op de gezichtshuid in radiale richtingen van het buitenblad. Bovendien verhoogt de ringvormige groef 11 de sterkte voor buigspanning van het koepelvormige buitenblad, in het bijzonder in de omtreks- of radiale 20 richting. Voor het verkrijgen van de beschreven effekten is de vorm van de dwarsdoorsnede van de ringvormige groef 11 niet beperkt tot de afgebeelde U-vorm, doch kan de dwarsdoorsnede ook V-vormig of boogvormig zijn, waarbij het in alle gevallen noodzakelijk is, dat de sleuven 13 zich driedimen-25 sionaal continu uitstrekken vanaf het scheeroppervlak van het buitenblad naar de beide zijwanden van de groef 11.

Bij de beschreven uitvoeringsvormen is de ringvormige groef 11 als ëën gesloten lus uitgevoerd. Het buitenblad kan echter ook zijn voorzien van twee of meer 30 ringvormige groeven, die concentrisch zijn met de rotatie-as van de binnenbladen, waarbij uiteraard een overeenkomstig aantal uitsparingen in de binnenbladen moet worden aangebracht. De ringvormige groef behoeft evenmin als een gesloten lus te zijn uitgevoerd, doch kan'in een aantal secties zijn 35 onderverdeeld, die langs een ringvormige lijn zijn gerangschikt en onderling door tussenliggende radiale ribben zijn gescheiden, waardoor de sterkte van het buitenblad in axiale richting verder wordt vergroot. Voorts kan de koepelvorm van het buitenblad in het centrale gedeelte la binnen de ringvor-40 mige groef 11 geprononceerder zijn dan in het randgedeelte 1b 800 44 71 -9- of kan alleen het centrale gedeelte la koepelvormig zijn. Wanneer een aantal ringvormige groeven is aangebracht, kan de vorm van de dwarsdoorsnede van de verschillende groeven onderling verschillend zijn uitgevoerd, ten einde omtreksranden 5 onder verschillende hoeken te verkrijgen, waardoor de oprichten afscheer-werking van het onregelmatige haar, dat onder verschillende hoeken kan groeien, nog wordt verbeterd.

Zoals uit het voorgaande blijkt, is volgens de uitvinding het buitenblad uit een flexibele stalen folie 10 in een koepelvorm gevormd en voorzien van de ringvormige groef, die concentrisch loopt met de buitenomtreksrand en de rotatie-as van de binnenbladen, waarbij het buitenblad voorts baardhaar-invoersleuven bezit, die ongeveer in radiale richting van het blad over de buitenomtreksrand en de binnen-15 en buitenomtreksranden van de ringvormige groef verlopen en zich driedimensionaal continu voortzetten in de buitenomtreks-wand en de binnen- en buitenomtrekswanden van de groef. De met het buitenblad samenwerkende binnenbladen zijn elk voorzien van een met de groef overeenkomstige uitsparing, zoda-20 nig, dat spleten tussen de binnenbladen en de respectieve omtrekswanden worden verkregen, waardoor wordt bereikt, dat, behalve het afscheren van het gewone haar, dat wordt ingevoerd in de gebruikelijke haarinvoar- en afscheeropeningen, die in het centrale gedeelte van het buitenblad zijn aange-25 bracht, en de sleuven, die in het omtreksgedeelte zijn aangebracht, tevens het onregelmatige haar, dat tegen de ge-zichtshuid ligt, wordt opgericht en afgeschoren door de driedimensionale sleuven in de buitenomtreksrand en de binnen-en buitenomtreksranden van de groef en de uitsparingen van 30 de binnenbladen, waardoor de spleten worden gevormd tussen deze uitsparingen en de omtrekswanden van de ringvormige groef. De sterkte van het buitenblad, of in het bijzonder de sterkte van de smalle, langgerekte bladdelen in het omtreksgedeelte van het buitenblad, kan worden gehandhaafd 35 door de ringvormige groef en de ringvormige ribbe in het omtreksgedeelte, zonder dat de flexibiliteit van het gehele, koepelvormige buitenblad nadelig wordt beïnvloed.

De ringvormige groef in het buitenblad kan als een gebogen gedeelte van de flexibele stalen folie ge-40 lijktijdig worden gevormd met het vervaardigen van het gehe- 800 44 71 ί" -ιο le buitenblad door een pers- of ponsbewerking, zodat het buitenblad tegen geringe kosten kan worden vervaardigd.

De uitvinding is niet beperkt tot de in het voorgaande beschreven uitvoeringsvoorbeelden, die binnen het 5 kader der uitvinding op verschillende manieren kunnen worden gevarieerd.

8 0 0 4 4 71

Claims (5)

1. Scheerbladsamenstel voor een elektrisch scheerapparaat van het rotatietype/ voorzien van een buitenblad, dat is vervaardigd uit een flexibele stalen folie en dat een aantal haar-invoeropeningen bezit, die zijn aange-5 bracht in een ongeveer koepelvormige sferische zone, en een binnenbladgedeelte, bestaande uit een aantal binnenbladen met elk een scheerrand, die in radiale richting overeenkomt met het binnenoppervlak van het buitenblad, en uit een hoofdzaak schijfvormig binnenbladframe, dat elk van de binnenbladen in 10 radiale richting ondersteunt, waarbij de scheerranden in veerkrachtig en glijdend contact worden gebracht met het binnenoppervlak van het buitenblad, welk binnenbladframe een axiaal gat bezit, waarin een draaibare aandrijfas van de motor van het scheerapparaat kan worden opgenomen, met 15 h e t kenmerk, dat het buitenblad is voorzien van een groefvormig gebogen gedeelte, dat vanaf het buitenoppervlak van de sferische zone binnenwaarts uitsteekt en volgens ten minste êên ringvormige lijn concentrisch met het axiale middelpunt alsmede met de buitenrand van de sferische zone en nabij deze buitenrand verloopt, waarbij de haarinvoerope-20 ningen van het buitenblad sleuven omvatten, die ten minste in het gebogen gedeelte vanaf de sferische zone nabij de binnen- en buitenomtrekswanden van het gebogen gedeelte door zowel de binnen- en de buitenomtrekswand daarvan verlopen naar de respectieve verbindingsdelen van de beide omtrekswan-25 den met de bodem van het gebogen gedeelte, waarbij elk binnenblad is voorzien van een met het gebogen gedeelte van het buitenblad overeenkomende uitsparing, waarbij het randgedeel-te van de uitsparing ten minste van de binnen- en buitenomtrekswand van het tegenoverliggende gebogen gedeelte is ge-30 scheiden, zodat hiertussen een spleet aanwezig is, waarin relatief lange baardharen kunnen worden ingevoerd vanaf de sleuven in de omtrekswanden.

2. Scheerbladsamenstel volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat het groefvormige 35 gebogen gedeelte van het buitenblad is uitgevoerd als een continue, gesloten lus, die volgens de genoemde ringvormige lijn verloopt.

3. Scheerbladsamenstel volgens conclu- 800 44 71 -12- sie l,met het kenmerk, dat het groefvormige gebogen gedeelte van het buitenblad is onderverdeeld in een aantal secties, die langs de genoemde ringvormige lijn zijn gelegen.

4. Scheerbladsamenstel volgens' conclusie 1, m e t het kenmerk, dat het groefvormige gebogen gedeelte van het buitenblad volgens een aantal ringvormige lijnen is aangebracht.

5. Scheerbladsamenstel volgens conclusie 10 1, met het kenmerk, dat smalle, langgerekte scheerbladdelen, die de tussenliggende sleuven bepalen, welke vanaf de buitenomtrekswand naar het groefvormige gebogen gedeelte van het buitenblad verlopen, onderling zijn verbonden door een ringvormige ribbe, die zich concentrisch 15 tussen de buitenomtrekswand en het gebogen gedeelte bevindt. 800 4 4 71