NL8004379A - Inrichting voor het met behulp van een stralingsbundel inschrijven en/of uitlezen van informatie op een roterende informatieschijf. - Google Patents

Description

* ^ *' i s PHN 9807 1 N.V. PHILIPS' GLOEILAMPENFABRIEKEN TE EINDHOVEN.

"Inrichting voor het met behulp van een stralingsbundel inschrijven en/of uitlezen van informatie op een roterende informatieschijf".

De uitvinding betreft een Inrichting voor het met behulp van een stralingsbundel inschrijven en/of uitlezen van informatie in een informatievlak van een on een rotatieas roterende informatieschijf en 5 omvattende: een hoofdgestel; een objéktiefgestel; een ten opzichte van het objektiefgestel beweegbaar objektief voor het concentreren van de stralingsbundel tot een stralingsvlek in een denkbeeldig fo-cusseringsvlak en omvattende een lenssysteem met één of meer lenzen en met een optische as alsmede een naar een informatieschijf toe te 10 keren vrij uiteinde en een parallelgeleiding voor het in de richting van zijn optische as geleiden van de bewegingen van het objektief.

Dergelijke inrichtingen zijn bijvoorbeeld békend uit het ame-rikaanse octroorschrift 3.977.684. Bij de uit dit octrooischrift bekende inrichting, een videcplatenspeler, omvat het hoofdgestel een 15 kast die een radiale gleuf bezit waarin het objektief door middel van het beweegbare objektiefgestel beweegbaar is. Aangezien een epen gleuf in de kast van een videcplatenspeler, door walke stof het tot het inwendige van het apparaat zou kunnen toetreden en door welke een

Runnen gebruiker in aanraking zoij/komen met onder elektrische spanning staande 20 onderdelen van het apparaat, over het algemeen ongewenst is, is de gleuf bij de bekende videoplatenspeler afgedicht met behulp van het objektiefgestel meebewegende afdichtingsmiddelen. Deze kunnen bijvoorbeeld bestaan uit een met het objektiefgestel meebewegende en over rollen geleide band. Het kan gewenst zijn ook het objektief zelf te 25 beschermen tegen stof, mechanische beschadiging en aanraking. Het objéktief is namelijk een kostbaar en betrékkelijk teer onderdeel, terwijl bovendien het oppervlak van de naar de informatieschijf toegekeerde lens zo veel mogelijk vrij van verontreinigingen dient te worden gehouden. Het lensoppervlak wordt daarom bij voorkeur periodiek gereinigd 30 hetgeen evenwel onvermijdelijk een mechanische belasting van het objéktief betekent.

De uitvinding beoogt een inrichting van de in de aanhef ver- 800 43 79 I c V * PHN 9807 2 melde soort te verschaffen, waarbij een betere bescherming van het ob-jektief mogelijk is en wordt daardoor gekenmerkt, dat met het hoofdgestel verbonden stationaire, planparallelle stralingsbundeltransparante afschermniddelen aanwezig zijn nabij het vrije uiteinde van het beweeg-5 bare objektief, dwars qp de optische as, tussen het lenssysteem en de plaats van een roterende informatieschij f, voor het af schermen van het objektief tegen stof en vuil alsmede mechanische beschadigingen en dat het lenssysteem is gecorrigeerd voor de optische eigenschappen van de afschermniddelen. Door de uitvinidng wordt een effektieve bescherming 10 van het beweegbare objektief verschaft. Voorwaarde is wel dat een voldoende grote werkafstand aanwezig is tussen het objektief en de roterende informatieschijf. Het is mogelijk gebleken cm objéktieven ten behoeve van optische videoplatenspelers te ontwikkelen met een werkafstand van ruwweg 4 mm terwijl een nog grotere werkafstand mogelijk lijkt.

15 Uiteraard dient ook het naar de informatieschijf gekeerde oppervlak van de afschermmiddelen schoon gehouden te worden. Een regelmatig terugkerende aanraking van het oppervlak van de afschermmiddelen is dus onvermijdelijk. Bij deze aanraking wordt evenwel noch het objektief noch het objektief gestel belast. Het zij hiet opgemerkt, dat het uit het ame-20 rikaanse octrooischrift 1.855.426 op zichzelf bekend is cm bij een inrichting van de in de aanhef vermelde soort een planparallel optisch element tussen een objektief en een roterende informatieschijf te plaatsen. Het al of niet aanwezig zijn van dit optische element bepaalt bij deze bekende inrichting welke informatiesporen van de informatie-25 schijf worden uitgelezen. Het planparallelle optische element is niet stationair op het hoofdgestel van de inrichting aangebracht maar, daarentegen, beweegbaar en vormt dus niet een afschermmiddel dat het objektief tegen vuil en stof alsmede mechanische beschadigingen kan beschermen.

30 Een uitvoeringsvorm van de uitvinding heeft tot kenmerk, dat de afschermmiddelen bestaan uit eenplanparallelle afschermplaat net een dikte welke niet groter is dan 0,5 mm. Het blijkt, dat indien de planparallelle afschermplaat een dikte heeft in de orde van enkele tienden van mm. slechts een minimale korrektie van het lenssysteem benodigd is.

35 Bij een videoplatenspeler heeft de door het lenssysteem uitgezonden lichtbundel een diameter kleiner dan 10 mm zodat de afschermplaat een breedte kan bezitten welke in de orde van 8 mm bedraagt. Bij een der- 8004379 PHN 9807 3 I j

* V

gelijk kleine breedte van de afschermplaat leidt een dikte van enkele tienden van mm. niet tot een onaanvaardbare fragiliteit van de afscherm-plaat.

Een volgende uitvoeringsvorm van de uitvinding is van nut voor 5 inrichtingen volgens de aanhef, waarbij het objéktiefgestel ten opzichte van het hoofdgestel beweegbaar is, zodat het objektief ten opzichte van het hoofdgestel een baan kan beschrijven tussen een eerste uiterste stand meer nabij de rotatieas van de informatieschijf en een tweede uiterste stand meer nabij de ontrek van de informatieschijf. Een der-10 gelijke inrichting is, zoals reeds eerder vermeld, bekend uit het ameri-kaanse octrooiscbrift 3.977.684. Deze uitvoeringsvorm heeft tot kenmerk, dat het afschermmiddel zich minstens tussen de eerste en de tweede uiterste stand over de gehele lengte van de genoemde baan uitstrekt.

Bij toepassing van deze uitvoeringsvorm kan het afschenrmiddel tevens 15 fungeren als afdichtingsmiddel voor een in de kast van de inrichting aanwezige gleuf, zodat de afschermmiddelen een dubbele funktie hebben.

Een bijkomend voordeel van een dergelijke toepassing is nog dat een uit het oogpunt van vormgeving fraaiere, oplossing kan worden verkregen.

De gebruiker van een videqplatenspeler waarin deze uitvoeringsvorm wordt 20 toegepast, zal in het geheel geen bewegende delen van het optische systeem van de inrichting waarnemen. Slechts een aandrijf spil met ondersteuningstafel voor de videoplaat zal boven het dek uitstéken.

Met het oog op het verkrijgen van een zo groot moelijke onbreekbaarheid van een planparallelle afschermplaat bij een inrichting 25 volgens een eerder vermelde uitvoeringsvorm van de uitvinding is een volgende uitvoeringsvorm van de uitvinding van interesse die tot kenmerk heeft, dat de afschermplaat bestaat uit een gegoten polyamide folie.

Polyamide folies hebben doorgaans, naast een aantal, gunstige optische eigenschappen, als minder gunstige eigenschappen dat, door interne 30 spanningen in het materiaal ten gevolge van mechanische bewerkingen, dubbele breking aanwezig kan zijn. Dit nadeel blijkt bij gegoten polyamide folies minder of praktisch niet aanwezig te zijn.

Een volgende uitvoeringsvorm heeft tot kenmerk, dat het objektief zich bevindt in een, het objektief in hoofdzaak stofdicht om-35 hullende, omhulling en dat de afschermmiddelen een deel vormen van de genoemde omhulling. Deze uitvoeringsvorm heeft belangrijke bijkomende voordelen. Gebleken is namelijk dat de bewegingen van het objektief bij 800 4 3 79 PHN 9807 4 « * c t optische videoplatenspelers de belangrijkste baron van verstorende bijgeluiden van de platenspeler vormen. Door onregelmatigheden in de ligging van het informatievlak van de videoplaat zijn per omwenteling van de plaat focusseerbewegingen van het objéktief noodzakelijk. Deze bewegin-5 gen worden automatisch bestuurd door een daartoe dienende elektrische servoregeling. De videoplaat draait met een snelheid van 25 of 30 omwentelingen per sekonde, afhankelijk van de netf rekwentie, zodat de bewegingen van het objéktief een grondfrekwentie hebben van 50 resp. 60 Hz.. Daarnaast zijn een groot aantal harmonischen aanwezig bij frequenties 10 oplopend tot meerdere Khz. Het menselijk oor is voor luchttrillingen in dit frekwentiebereik bijzonder gevoelig. Het is daarom van veel belang het objéktief onder te brengen in een zoveel mogelijk dichte omhulling, zodat de genoemde storende geluiden zo min mogelijk naar buiten kunnen treden.

15 Wordt een inrichting volgens een eerder vermelde uitvoerings vorm gebruikt, waarbij het objektief tussen een eerste en een tweede uiterste stand beweegbaar is, dus meer van het centrum van een informa-tieschijf naar de rand van een informatieschijf toe, dan is een volgende uitvoeringsvorm van de uitvinding van belang ter vermijding van een 20 ongewenst kontakt tussen de afschermmiddelen en de rand van een wat doorzakkende informatieschij f. Deze uitvoeringsvorm heeft tot kenmerk, dat zich op het hoofdgestel minstens één aanslagrol bevindt nabij de tweede uiterste stand van het objéktief voor het rollend samenwerken met de rand van de inf ormatieschij f. De aanslagrol zal bij een wat doorzak-25 kende inf ormatieschij f normaal gesproken slechts tijdens het op toeren kernen van de inf ormatieschij f met een deel van de cmtrek daarvan samenwerken. De centrifugale krachten welke op de inf ormatieschij f door de snelle rotatie worden uitgeoefend hebben de neiging deze te richten in een vlak loodrecht op de rotatieas. Het is ook mogelijk een andere 30 uitvoeringsvorm van de uitvinding toe te passen welke tot kenmerk heeft, dat het afschenrmiddel nabij de eerste uiterste stand van het objektief-gestel zwenkbaar on een zwenkas loodrecht op de rotatieas van de in-formatieschijf met het hoofdgestel is ver bondol; dat het objektief gestel en de afschenrmiddelen zijn voorzien van met elkaar samenwerkende zwenk-35 middelen en dat bij bewegen van het obj ekt iefges tel van de eerste uiterste stand naar de tweede uiterste stand de afschenrmiddelen door samenwerking van de genoemde zwenkmiddelen worden gezwenkt van de hellende stand naar de vlakke stand en vice versa.

800 4379 ~ * PHN 9807 5

De uitvinding zal nu nader worden besproken aan de hand van de tekening welke betrekking heeft op enkele uitvoer ingsvoorbeelden en waarin:

Fig. 1 een perspectivisch aanzicht is van een videoplatenspe-5 Ier met geopend deksel,

Fig. 2 een perspectivisch aanzicht is van een in de video-platenspeler van fig. 1 toegepaste inbouweenheid,

Fig. 3 een dwarsdoorsnede is volgens de pijlen III-III in fig. 2, 10 Fig. 4 een perspectivisch aanzicht is van een gemodificeerde videoplatenpsler,

Fig. 5 een perspectivisch aanzicht is van een gemodificeerde inbouweenheid voor de videqplatenspeler van fig. 4, en

Fig. 6 een perspectivisch aanzicht is van een videokamera 15 met een met videoinformatie te beschrijven informatieschijf.

De videoplatenspeler van fig. 1 bezit een hoofdgestel, dat een kast 1 omvat met aan de voorzijde een aantal bedieningsorganen 2 ter besturing van de verschillende fuhkties. In het midden bevindt zich een verdiept gedeelte 3 dat kan worden afgedekt door middel van een schar-20 nierend deksel 4. Door het in hoofdzaak vlakke dek 5 in het verdiepte gedeelte 3 steekt een aandrijfspil 6. Deze is voorzien van een centreerdeel 7 voor een videoplaat 21 alsmede van een oplegtafel 8.

Het deksel draagt een tot tegenover het centreerdeel beweegbare platendrukker 9 die magnetisch samenwerkt met het centreerdeel ten behoeve 25 van het op de oplegtafel klemmen van de videoplaat. In de kast 1 is een tot het hoofdgestel behorende inbouweenheid 10 gemonteerd, zie fig.

2, die een subgestel 11 omvat. Dit subgestel bestaat uit een geprofileerd spuitgietprodukt waarop het deksel 4 schamierbaar is bevestigd.

Verder draagt het praktisch alle voor de werking van de videoplaten-30 speler van belang zijnde optische en mechanische elementen, zoals de spil 6 met het centreerdeel 7 en de oplegtafel 8, alsmede een niet in de tekening zichtbare aandrijfmotor voor de spil. Voorts een laser 12, een aantal optische elementen 13, 14 en 15, zie fig. 3, alsmede een beweegbaar objektiefgestel 16 met een daarop gelagerd beweegbaar objék-35 tief 17. Voor nadere informatie omtrent de konstruktieve opbouw van het objéktiefgestel en de samenwerking tussen het objektief zij verwezen naar aanvraagsters eerdere amerikaanse octrooischrift 4.021.101 8004379 PHN 9807 - 6 •4 % 0 (herewith incorporated by reference). In het objektief 17 bevindt zich een lenssysteem met een optische as 18, in de richting waarvan het objektief op en neer beweegbaar is. Voor de parallelgeleiding van het objektief 17 is een lagerbus 19 aanwezig welke vast met het objektiefge-5 stel 16 is verbonden.

Nabij het vrije uiteinde 20 van het objéktief 7 zijn, dwars op de optische as 18 en tussen het zich in het objektief 17 bevindende lenssysteem en de plaats van de roterende videoplaat 21 een, net het hoofdgestel verbonden, stationair, planparallel en stralingsbundel-10 transparant, afschenrmiddelen 22 aangebracht voor het af schermen van het objéktief 17 tegen stof en vuil alsmede mechanische beschadigingen.

Het objektiefgestel 16 is met behulp van een niet in de tekening getoonde aandrijfmotor langs een parallelgeleiding beweegbaar over het subgestel 11. Zoals fig. 3 toont, omvat de parallelgeleiding een 15 stang 23 en een vlakke baan 24 waarover een rol 25 loopt. Men zie ook fig. 5, waarin een gemodificeerde uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt getoond maar waarbij het subgestel en het objektiefgestel op een enkel detail na hetzelfde zijn.De laser 12 genereert een lichtbundel die via onder andere, de optische elementen 13, 14 en 15 het objéktief 20 17 binnentreedt. Na refléktie van de gefocusseerde lichtbundel op het informatievlak van de videoplaat 21 keert de lichtbundel , via het objéktief 17 en de optische elementen 15 en 14, weer terug in het inwendige van de videoplatenspeler. Het videosignaal, het audiosignaal, alsmede de signalen die benodigd zijn voor de automatische besturing 25 van de bewegingen van het objektiefgestel 16 en het objektief 17 en voor eventuele andere bewegende elementen in de lichtweg van de videoplatenspeler, worden met behulp van niet getoonde en voor de uitvinding verder ook niet van belang zijnde opto-elektronische middelen verkregen door de lichtbundelmodulatie cm te zetten in een elektrische mo-30 dulatie.

De afschenrmiddelen 22 omvatten een planparallelle afscherm-plaat met een dikte niet groter dan 0,5 irm.. Het objektiefgestel 16 is ten opzichte van het hoofdgestel beweegbaar. Het objektief 17 volgt, ten opzichte van het hoofdgestel en dus ook ten opzichte van het sub-35 gestel 11, een rechtlijnige baan tussen een eerste uiterste stand meer nabij de rotatieas 26 van de videoplaat 21 en een tweede uiterste stand meer nabij de ontrek van de videoplaat. De afschermplaat 22 strekt zich 8004379 EHN 9807 7 tussen de eerste en tweede uiterste stand over de gehele lengte van de genoemde baan uit. Deze afschermplaat kan bijvoorbeeld bestaan uit een gegoten polyamidefolie.

Zoals vooral de figuren 2 en 3 duidelijk tonen bevindt het h 5 objektief 17 zich in een, het objektief in hoofdzaak stofdicht onnul-lende, omhulling 27 en vormt de afschermplaat 22 een deel van deze omhulling. De afschermplaat kan bijvoorbeeld door lijmen, klemmen of hoogfrequent lassen met het overige deel van de omhulling zijn verbonden. Met subgestel 11 is zodanig gevormd dat het door de omhulling 27 10 afgedekte gedeelte ook aan de onderzijde gesloten is. Hierdoor bevindt het objektief 17 zich in een geheel gesloten ruimte, zodat een uitstekende bescherming tegen stof en beschadigingen is verkregen. Niet alleen het objektief bevindt zich binnen deze omhulling, maar ook de overige optische componenten van de lichtweg. De laser 12 bevindt zich 15 voor het grootste gedeelte buiten de omhulling 27. Een belangrijk bijkanend voordeel van deze uitvoeringsvorm van de uitvinding is, dat hinderlijke geluiden ten gevolge van de focusseerbewegingen van het objektief 17 aanmerkelijk beter gedempt kunnen worden.

Ter vermijding van aanraking, bij het in bedrijf 20 stellen van de videcplatenspeler, tussen de, de afschermplaat 22 dragende, omhulling 27 en de rand van een wat doorzakkende videcplaat bevindt zich op het hoofdgestel 1 nabij de tweede uiterste stand van het objektief 17 een tweetal aanslagrollen 28 voor het rollend samenwerken met de rand van de doorzakkende videqplaat.

25 De figuren 4 en 5 hebben betrekking op een videoplatenspeler welke in grote trékken gelijk is aan die van de figuren 1 t/m 3, afgezien van de middelen voor het afschermen van het objektief. De onderdelen welke gelijk zijn aan die welke ook voorkomen in de figuren 1 t/m 3 zijn aangegeven met verwijzingscijfers welke, ten opzichte van die 30 in de figuren 1 t/m 3, met 100 zijn vermeerderd. De afschenrmiddelen omvatten een brede afschermplaat 140 welke in zijn geheel uit een geschikte stralingstransparante kunststof bestaat. Deze afschermplaat vormt een deel van het dék 103 dat de bodem vormt van de verdieping 105 in de kast van het hoofdgestel 101. Ook bij deze uitvoeringsvorm 35 strekt de afschermplaat zich uit over de gehele lengte van de baan welke het beweegbare objektief 117 beschrijft ten opzichte van het subgestel 111. Ter vermijding van aanraking , bij het in bedrijf stellen 800 4 3 79 PHN 9807 8 van de videoplatenpsler, van de afschermplaat 140 door de rand van een wat doorzakkende videoplaat is de afschermplaat nabij de bij de spil 106 gelegen, eerste uiterste stand van het objektiefgestel 116 zwenkbaar met het tot het hoofdgestel behorende subgestel 111 verbonden. Hierdoor 5 is de afschermplaat zwenkbaar cm een zwenkas 141 loodrecht op de ro-tatieas 126 van de videoplaat en wel tussen een, in de figuren 4 en 5 getoonde, hellende stand en een vlakke stand. De vlakke stand wordt bereikt indien het objektief zich in zijn tweede uiterste stand nabij de rand van de videoplaat bevindt. De middelen voor het zwenkbaar ver-10 binden van de afschermplaat 140 met het subgestel 111 kunnen bestaan uit een tweetal schamierpennetjes 142 aan weerszijden van de afschermplaat.

Het objektiefgestel 116 en de afschermplaat 140 zijn voorzien van met elkaar samenwerkende zwenkmiddelen. Deze bestaan uit het 15 onderoppervlak van de afschermplaat 140 en uit een richel 143 op het objektiefgestel. Bij het bewegen van het objektiefgestel vanuit de eerste uiterste stand, zie fig. 4 en 5, naar de tweede uiterste stand wordt de afschermplaat 140 door samenwerking van de richel 143 met de onderkant van de afschermplaat 140 gezwenkt van de hellende stand naar 20 de vlakke stand. Bij het terugbewegen van het objektiefgestel zwenkt de afschermplaat weer van de vlakke stand naar de hellende stand.

De afschermplaat kan door zijn eigen gewicht terugzwenken naar de hellende stand maar kan eventueel ook doormiddel van verende middelen in de richting van de hellende stand worden belast.

25 Figuur 6 toont een elektronische kamera welke geschikt is voor het inschrijven van videoinformatie op een roterende informatie-schijf 150. De kamera omvat een hoofdgestel 151 met een daarop aangebrachte draaibare klep 152, alsmede een objektief 153, eenzoeker 154 een handgreep 155 en een aantal bedieningsorganen 156 en 157. De in-30 formatieschijf 150 kan worden aangebracht op een draaitafel 158 waarop zich een centreerelement 159 bevindt, waarop de informatieschijf met zijn centrale opening 160 wordt aangebracht. In het deksel 152 bevindt zich een, niet in de tekening zichbare, platendrukker voor het op de draaitafel 158 drukken van de informatieschijf. Het hoofdgestel 35 151 omvat een in hoofdzaak vlakke gestelplaat 161 dwars op de rotatieas 162 van de informatieschijf. Deze gestelplaat is in zijn geheel stra-lingstransparant en vormt een afschermplaat voor een in het huis 151 800 4 3 79 PHN 9807 9 van de kamera beweegbaar objektief. Via dit objektief kan, met behulp van een stralingsbundel, videoinformatie op de informatieschijf worden geschreven. De informatieschijf kan bijvoorbeeld van de soort zijn zoals beschreven in het amerikaanse octrooischrift 4.074.282 (herewith incorpo-5 rated by reference).

10 15 20 25 30 35 8004379

Claims (8)

1. Inrichting voor het met behulp van een stralingsbundel optisch inschrijven en/of uitlezen van informatie in een informatievlak van een cm een rotatieas roterende informatieschijf en omvattende: - een hoofdgestel (1), 5. een objektief gestel (16), - een ten opzichte van het objektief gestel beweegbaar objektief (17) voor het concentreren van de stralingsbundel tot een stralingsvlék in een denkbeeldig focusseringsvlak en omvattende een lenssystean met één of meer lenzen en met een optische as alsmede een naar een in-10 formatieschijf toe te keren vrij uiteinde (20) en - een parallelgeleiding (19) voor het in de richting van zijn optische as geleiden van de bewegingen van het objektief, daardoor gekenmerkt, - dat met het hoofdgestel (1) verbonden stationaire, planparallelle, 15 stralingsbundeltransparante afschemmiddelen (22) aanwezig zijn nabij het vrije uiteinde (20) van het beweegbare objektief (17), dwars qp de optische as (18), tussen het lenssysteem en de plaats van een roterende informatieschijf (21), voor het afschermen van het objektief tegen stof en vuil alsmede mechanische beschadigingen en 20 - dat het lenssysteem is gecorrigeerd voor de optische eigenschappen van de afschenrmiddelen.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de afschemmiddelen (22) een planparallelle afschermplaat met een dikte niet groter dan 0,5 mm. omvatten.

3. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij het obj éktiefges tel (16) ten opzichte van het hoofdgestel (1) beweegbaar is zodat het objektief (17) ten opzichte van het hoofdgestel een baan kan beschrijven tussen een eerste uiterste stand meer nabij de rotatieas (26) van de informatieschijf (21) en een tweede uiterste stand meer nabij de onttrek 30 van de informatieschijf, met het kenmerk, dat de afschemmiddelen (22) zich minstens tussen de eerste en de tweede uiterste stand over de gehele lengte van de genoemde baan uitstrekken.

4. Inrichting volgens conclusie 3 voor het inschrijven en/of uitlezen van informatie qp een ronde informatieschijf (150), waarbij het 35 hoofdgestel (151) een in hoofdzaak vlakke gestelplaat (161) omvat dwars op de rotatieas (162) van de informatieschijf, met het kenmerk, dat de afschernplaat één geheel vormt met althans een deel van de gestelplaat (fig. 6). 800 4 3 79 PHN 9807 11

5. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de afschermplaat (22) bestaat uit een gegoten polyamide folie.

6. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, - dat het objektief (17) zich bevindt in een, het objektief in hoofd- 5. zaak stof dicht canhullende , omhulling (27) en - dat de afscherirmiddelen (22) een deel vennen van de genoemde omhulling (27). (Fig. 1-3)

7. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat ter vermijding van contact bij het in bedrijf stellen van de inrichting, tus- 10 sen <ae afschermniddelen, of de afschemmiddelen dragende delen, en de rand van een wat doorzakkende informatieschijf (21), zich op het hoofdgestel (1) minstens één aanslagrol (28) bevindt nabij de tweede uiterste stand van het objektief (17) voor het rollend samenwerksn met de rand van een informatieschijf (21). Fig. 1)

8. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, - dat ter vermijding van contact bij het in bedrijf stellen van de inrichting, tussen de afschemmiddelen (140) en de rand van een wat doorzakkende informatieschijf, de af schermniddelen, nabij de eerste uiterste stand van het objektiefgestel (116), zwenkbaar cm een zwenkas 20 (141) loodrecht op de rotatieas (126) van de informatieschijf met het hoofdgestel zijn verbonden. en althans zwenkbaar zijn tussen een hellende stand en een vlakke stand, - dat het objektiefgestel (116) en de afschemniddelen (140) zijn voorzien van met elkaar samenwerkende zwenkmiddelen (143) en 25. dat bij bewegen van het objektiefgestel (116) van de eerste uiterste stand naar de tweede uiterste stand de af schermniddelen (140) ; door samenwerking van de genoenös zwenkmiddelen worden gezwenkt van de hellende stand naar de vlakke stand en vice versa. (fig. 4-5). 30 35 8004379