NL8004261A - Installatie voor het behandelen van voedsel en werkwijze voor het reinigen en bedrijven van deze installatie. - Google Patents

Description

i * * 80.3256/M/Rdm/sme

Korte aanduiding: Installatie voor het behandelen van voedsel en werkwijze voor het reinigen en bedrijven van deze installatie.

De uitvinding heeft betrekking op een installatie voor het behandelen van voedsel in het bijzonder voor het verhitten en afkoelen van voedingsprodukten, zoals vis, vlees, gevogelte en produkten. De uitvinding heeft ook betrekking op een werkwijze 5 voor het bedrijven en reinigen van deze installatie.

Er zijn reeds industriële kook- en koelinrichtingen bekend en wel van een soort waarbij de voedingsprodukten op een continu lopende transportband hierdoor worden gevoerd. Er is ook uitrusting voor het hygiënisch houden van deze inrichting bekend, / 10 die algemeen worden toegepast wanneer voedsel wordt behandeld.

Kooktechnieken die helpen het produkt te conserveren zijn ook bekend. Voorbeelden van de bekende stand van de techniek zijn de volgende: Een met een transporteur werkende koel- en braadinrich-ting in roestvrij stalen kasten met toegangsdeuren, die een in-15 wendig met de hand reinigen van de inrichting toelaten, wordt op de markt gebracht door Certified Manufacturing Inc., Lynwood, California. Spiraalvormige transportbanen in een koeleenheid, waarin droge koude lucht om een produkt cirkuleert en met hiermede samenwerkende inrichtmcpi voor het hygiënisch houden van een trans-20 portband, zijn beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 3 412 476 (S. Astrom).

Bepaalde technieken die bezwaren in het koken en koelen van voedingsprodukten oplossen zijn bekend bij voedselbehan-delingsinrichtingen van de soort dat in partijen werkt, waarbij 25 partijen in een oven of koelinrichting worden geplaatst zo lang als nodig is voor de behandeling. In het Amerikaanse octrooischrift 3 597 228 (M.R. Jeppson) wordt het inbrengen van stoom in een HF-oven beschreven teneinde het verlies van water uit het produkt te verminderen en waarbij het produkt in een heet oliebad wordt ge-30 kookt teneinde het produkt te bruineren.

anai !* » - 2 -

Het Amerikaanse octrooischrift 2 846 318 (E.J. Kelly) beschrijft het inbrengen van vocht in een lage druk koelgasatmos- feer teneinde het uitdrogen van het produkt te verminderen. Bij de voedselbehandelingsinrichtingen van de bekende soort bestaan 5 echter nog problemen, die onopgelost zijn in het bijzonder wanneer het om grote hoeveelheden voedsel gaat, die snel moeten warden behandeld op een continu lopende transporteur die door een kook- en koeleenheid loopt. Een van de problemen heeft betrekking op het doelmatig gebruik van energie. In veel kookinrichtingen 10 ontsnappen hete gassen en zijn grote verliezen door straling aanwezig in het bijzonder wanneer grote verwarmde oppervlakken aanwezig zijn. Zowel in de kook- als verwarmingsinrichtingen zijn de de aan elkaar blootstaande oppervlakten voor de warmte tussen het verhittingsmedium en het voedingsprodukt ondoelmatig hetgeen een 15 belangrijk energieverbruik vergt, zonder het bedoelde eindresultaat te bereiken. In het bijzonder is er een gebrek aan aanneembare oplos^nopi beschikbaar, om de energieverliezen, die in het algemeen bij het invoeren en uitvoeren van de transportband van de kook- en koeleenheden ontstaan te verminderen.

20 Een ander soort probleem heeft betrekking op het uiter- lijk, de smaak en de structuur van het voedsel. Het is moeilijk verliezen van vocht en geur van het voedsel te vermijden in de drogende atmosfeer van de verhittingsovens en koelinrichtingen, welke beiden door hun natuur neigen het produkt te dehydreren.

25 Vooral produkten zoals vlees, vis of gevogelte neigen speciaal tot verandering van vorm en uiterlijk, alsmede verliezen zij aan aroma en vocht zowel bij het koken en het afkoelen. Een geheel gelijkmatig door en door koken of gaar worden zonder de ongewenste verandering van de structuur van het voedsel, is moeilijk te be-30 reiken in het bijzonder wanneer een snelle behandeling in de industriële soort van voedsel-behandelingsinrichtingen noodzakelijk is.

Een nog ander stel problemen ontstaat in verband met 800 42 61 « - 3 - dat de noodzaak/het voedsel in een hygiënische en hygiënisch te houden omgeving moet worden behandeld. In de meeste inrichtingen is een niet in verhouding staande tijdsduur en ondoelmatig energieverbruik noodzakelijk om een produktiestraat voor het hygiënisch 5 maken hiervan te ond·:breken. In het bijzonder het koken neigt tot aanbranden, uitdrogen en het verzamelen van druppels van proteïne en andere besmetting van het voedsel hetgeen voert tot een onooglijke en onhygiënische uitrusting. Ook complexe inrichtingen heb-10 ben oppervlakken en tussenvlakken die moeilijk bereikbaar zijn en op warme of beschermde plaatsen liggen waar bacteriën zich kunnen kweken.

Voorts zijn er verscheidene technieken bekend voor het behandelen van voedingsprodukten, zoals vis, vlees, gevogelte 15 of andere produkten in kook- en afkoelperioden. Zo is bijvoorbeeld een continue stroom van produkten op transporteurs met verlengde banen in de vorm van spiralen of dergelijke door kook- en koel-inrichtingen bekend uit:

Het reeds eerder genoemde Amerikaanse octrooischrift 20 3 412 476 (S. Astrom) waarin een volgens een spiraal verlopende transporteur door een koelcompartiment loopt waarin hoge koellucht wordt gebruikt.

Certified Manufacturing Inc., Lynwood, California brengt een inrichting in het verkeer waarmede een met een ononder-25 broken stroom van produkten op een transportsysteem door een met gas gestookte kookinrichting en afkoelinrichting voor het voedsel langs een traject verloopt.

Het Amerikaanse octrooischrift 3 982 481 beschrijft een inrichting met een stoomverhittingstraject en een continu 30 lopende transporteur voor het blancheren van produkten.

Ook zijn verschillende kooktechnieken bekend voor het behandelen van voedingsprodukten voor de structuur, de kleur, de hygiënische uitvoering en de smaak alsmede de kooksnelheid en de doelmatigheid van de behandeling. Kenmerkende stand van de tech- 800 42 61 1 ' 5 - 4 - niek hiervoor is het reeds genoemde Amerikaanse octrooischrift 3 597 228 (M.R. Jeppson) waarbij onder toevoeging van stoom met speciale microgolven en een behandeling van hete olie wordt gekookt voor het kleuren van de beenderen en de huid in gevogelte 5 en om een voorkooktrap in kipprodukten te verschaffen met het doel een verbeterde smaak, kleur en sterilisatie in het verpakte produkt te verkrijgen.

Het reeds genoemde Amerikaanse octrooischrift 2 846 318 (E.J. Kelly) beschrijft de toepassing van waterdamp onder lage 10 druk in een koelinrichting om een dehydreren tijdens het koelen te voorkomen.

Het Amerikaanse octrooischrift 4 058 635 (W. Durth) beschrijft het behandelen van voedingswaren in een oven met een stoom of watersproeiing nadat het koken begint om een dehydreren 15 gedurende het koken te voorkomen.

Het Amerikaanse octrooischrift 998 236 (L. Detoy) beschrijft een spiraalvormig verlopende transporteur binnen een be-handelingskamer voor het behandelen van rozijnen met besturing voor doorgaande lucht of stoom onderin de hand te houden atmosfe-20 rische omstandigheden in de kamer.

Bij al deze en andere bekende inrichtingen zijn verschillende gebreken aanwezig, die moeten worden gecorrigeerd in een verbeterde inrichting. Een van de gebreken is de doorvoer van het te koken en te koelen produkt. Verscheidene verliezen in de 25 inrichtingen van de doorlopende soort betreffen niet alleen het ondoelmatig gebruik van energie in de verschillende trappen, maar ook onverenigbare technieken in combinatie met een doorgaande behandeling, die belangrijke energie of tijdverliezen geven bij tussenvlakken en dus in belangrijke mate de behandelingskosten 30 per element van het produkt vergroten bij bijvoorbeeld groente, een stuk vlees, vis of kip, vleeslappen of dergelijke.

Een ander gebrek is de hygiëne, het gemak van reinigen, het gebrek aan verzameld produkt of verspilling van behandelings- 800 42 61 - 5 -

V

r .

middel en keuringsdienst voor voedselbehandeling kritisch is voor elke soort van behandeling van voedingsprodukten. Het verzamelen . van vuil, bacteriën of uitschakeltijd voor het reinigen is kritisch.

5 Een kritisch gebrek is het aroma, de structuur en het uiterlijk van het behandelde produkt. Niet alleen het dehydreren is bijna in elk produkt kritisch, maar aroma, zachtheid en gelijkmatige kleur moeten onder alle omstandigheden nauwkeurig in de hand worden gehouden. Al de hiervoor beschreven inrichtingen en 10 technieken maken het bijvoorbeeld niet mogelijk een installatie te verschaffen, die een gelijkmatig steriel produkt met prettig uiterlijk verschaft omdat bijzondere gebreken zoals ongelijkmatig koken op verschillende diepten, bijzonder wanneer het produkt zoals gevogelte een vette isolerende buitenhuid heeft. Veel be-15 handelingen veroorzaken vlekken ten gevolge van druppels of een ongelijkmatig produkt of ten gevolge van een ingewikkelde besturing van veel variabelen gedurende de behandeling.

Een ander bezwaar is het gebrek aan eenvoud van de verhittings- en afkoelwijzen. Wanneer extra bewerkingstrappen en 20 samenstellingen worden toegevoegd, ontmoet men meer moeilijkheden in het gelijkmatig houden van het produkt en het hygiënisch houden alswel wat betreft het energieverbruik.

Het doel van de uitvinding is een behandelingsinstallatie voor voedsel te verbeteren, zonder dat de voorgenoemde be-25 zwaren aanwezig zijn en waarmede een snel en efficiënt koken en 'afkoelen mogelijk is met een gelijkmatige hoge kwaliteit en steriel verwerkt voedselprodukt.

Volgens de uitvinding wordt dit bereikt met een voed-selbehandelingsinstallatie voor het verhitten en afkoelen van 30 voedingsprodukten zoals vis, vlees, gevogelte en andere produkten die opeenvolgend op een gemeenschappelijke transportband voor verhitting- en afkoelstations worden geleid, welke installatie is gekenmerkt door de combinatie van een continu lopende transport- 800 42 61 >' s - 6 - band die door een voedsellaad- en ontlaadstation loopt, door een verhittingskamer met een volgens een spiraal verlopende transportband hierdoor voor het dragen van voedingsprodukten die op het laadstation zijn geladen, door een koelkamer met een volgens een 5 spiraal verlopende transportband hierin voor het dragen van voedsel-produkten die in de verhittingskamer zijn verhit en voor het afgeven van gekoelde voedingsprodukten op het aflaadstation en door continu werkende bandreinigings- en hygiënischhoudmiddelen aangebracht in het teruggaande part van de transportbaan tussen het 10 aflaadstation en het laadstation.

De uitvinding maakt het mogelijk de stand van de techniek te verbeteren door zowel het koken als afkoelen van de voed-selprodukten, zoals vis, vlees, gevogelte en andere produkten in een atmosfeer ds de 100$ vochtigheid benadert door gebruik te 15 maken van water, dat in een gasvormige toestand om het produkt wordt gehouden, wanneer dit op een zich continu verplaatsende transporteur wordt gedragen. Het water is in de vorm van stoom voor het koken en koude vochtige lucht voor het afkoelen van een produkt tot een temperatuur die de 0 C benadert. Omdat deze 20 vochtige omgeving zullen besmetting veroorzakende overblijfselen niet de neiging tot drogen, hard worden of verbranden op de oppervlakken van de installatie hebben waardoor gemakkelijke eenvoudige mechanische technieken voor het hygiënisch houden mogelijk zijn.

Ook verliezen aan vocht, sappen en smaakstoffen uit het produkt 25 wordt voorkomen, hetgeen een betere smaak tot gevolg heeft. In het bijzonder is de warmte-uitwisseling tussen het waterbehande-lingsmedium en het voedselprodukt doelmatig en vermindert dit de energie die voor het behandelen noodzakelijk is. Het niet gekookte voedingsprodukt wordt onmiddellijk op een gemeenschappelijke 30 transporteur in een koeleenheid gevoerd om elke kans om in aanraking met besmetting te komen, te verhinderen of om lang genoeg in een warme omgeving te verblijven voor het kweken van bacteriën, zoals in het geval van het behandelen in gezamenlijke hoeveelhe- 300 4 2 61 * r r -7 - den waarbij een transport van het produkt vanaf de kookinrichting naar de koelinrichting mogelijk is. Het hygiënisch houden is mogelijk door een continu hygiënisch gehouden lopende transportbaan en een automatische kringloop door een reinigingsbad voor het 5 periodiek reinigen van de gehele voedselbehandelingsinstallatie in één keer. De installatie werkt dus op twee manieren, namelijk voor het gebruik ter behandeling van voedsel en voor het hygiënisch houden waarbij de transporteur continu door de beide gebruiksmogelijkheden loopt. Er is geen overdracht van besmetting van de ene 10 eenheid naar de andere, zoals bij het met de hand opeenvolgend reinigen van voedselbehandelingsinstallaties.

Om een juiste verblijfstijd van een produkt in de betrekkelijk kleine behandelingseenheden voor het koken en afkoelen te bereiken, verloopt de transportbaan volgens een spiraalvormige 15 baan, hetgeen andere voordelen in werking heeft, zoals een doelmatige overdracht van energie zowel bij het koken als bij het koelen. Dit laat kleine geïsoleerde kook- en koelkamers toe met belangrijk minder energieverlies door straling en wrijving. De spiraalvormige baan wordt gereinigd in de hygiënisch makende pe-20 riode door het draaien van sproeistraalmondstukken die draaien binnen de spiralen wanneer de transportband zich verplaatst,

De uitvinding voorziet verder in het koken en afkoelen in een opeenvolgende lijn van afzonderlijke produkten, zoals vlees en andere produkten en is bijzonder geschikt voor het koken van 25 spareribs of krapjes, varkensribstukken, gestroopte kippen en stukken gevogelte etc. Het koken geschiedt uitsluitend door stoom in een kookinrichting met een druk die boven de atmosferiscle druk wordt gehandhaafd met een vochtigheid van 100$ en een temperatuur van 99° C. Het koelen geschiedt uitsluitend door cirkulatie van 30 koude vochtige lucht in een koelinrichting met een druk boven de atmosferische druk en bij een vochtigheidsgraad van 100$ tot een temperatuur die lager is dan 5° C. De produkten gaan continu langs een transportlijn door de stomer en koeler en een geheel hygiënisch 800 42 61 t' ‘ - 8 - proces om geheel te worden gekookt (wanneer dit gewenst is) en te worden afgekoeld voor koude opslag zonder dehydreren en met een zeer doelmatig energieverbruik, een goede snelheid en een goed volume.

i 5 Aroma en structuur wordt beschermd door een doelmatige verhitting en koeling die verhoogd wordt door de vochtige atmosfeer die gereinigd is van waterdruppels om een besmetting of slecht uiterlijk te verhinderen.

De uitvinding wordt aan de hand van de bijgaande teke- 10 ning nader toegelicht, waarin: fig. 1 een schema van de kook-, koel- en hygiënisch-houdinstallatie volgens de uitvinding; fig. 2 een tabel van de werking met de fase voor het hygiënisch houden en de fase voor de behandeling en de daarbij 15 behorende werkingen van de onderdelen in de installatie volgens fig. 1 en fig. 3-6 schematische aanzichten van de verschillende delen van de installatie volgens fig. 1 in perspectief en opeenvolgende volgorde vanaf het invoeren van het rauwe produkt tot 20 het afvoeren van het gekookte en gekoelde produkt door de kook-eenheid van fig. 4 en de koeleenheid van fig. 5, zijn getoond.

Zoals uit het schema van de installatie volgens fig. 1 blijkt, voert een continu lopende transportband 12 het rauwe produkt aan dat op de transportband is geladen bij het laadstation 20 25 en wel door de kookinrichting 40 en de koelinrichting 50 naa· het aflaadstation 70, waar de gekookte voedingsprodukten 12’ worden afgevoerd. De transportband voert de produkten door met een band-snelheid, die wordt beheerst door aandrijfmiddelen 14 die een variable snelheid toelaten zodat de verblijfstijd in de kookinrich-30 ting 40 op de volgens een spiraal 16 verlopende band een geheel doorkoken toelaat bij een temperatuur die de 100° C benadert, wanneer dit gewenst is en op eenzelfde manier een koelverblijfstijd op de volgens een spiraalbaan 18 lopende transportbaan door de 800 42 61 Λ 1 τ - 9 - koeler 50, zodat het heet gekookte produkt direct wordt afgekoeld zonder de kails op besmetting of aangroei van bacteriën tot een temperatuur die wanneer het gewenst is de 0° C benadert.

De atmosfeer, zowel in de kookinrichting als in de 5 koelinrichting wordt bij benadering op 100$ relatieve vochtigheid gehouden, waardoor een doelmatige thermische contactuitwisseling tussen het hete water in de vorm van stoom en koud water, dat wordt getransporteerd door koude vochtige lucht om de produkten op de spiraalvormige verlopende banden wordt gegarandeerd. Dit 10 voorkomt elke uitdroging van de produkten maar houdt bovendien de gehele uitrusting vochtig, zodat eventuele druppels of voedings-resten niet aanbranden, uitdrogen of zich verzamelen waardoor het hygiënisch houden wordt vergemakkelijkt.

De verhittingsinrichting 40 is meer uitvoeriger be-15 schreven in de corresponderende octrooiaanvrage en heeft twee bronnei voor stoom, namelijk een inwendig waterbasin 41, dat wordt verwarmd door een verhitter 42 en een uitwendige stoomgenerator 43. De produkten worden spiraalvormig omhoog gevoerd, zodat wanneer zij vettig zijn zoals bij spareribs, minder 20 druppels op de gekookte voedingsprodukten zullen vallen, wanneer zij volgens de spiraal omhooglopen en de kookeenheid 40 verlaten.

De eenvoudige kookeenheid heeft geïsoleerde wanden, en gladde inwendige oppervlakten uit roestvrij staal voor een gemakkelijk hygiënisch houden en is niet geneigd om afzettingen van kookover-25 blijfselen te verzamelen.

De koelinrichting 50, die meer uitvoeriger is beschreven in de corresponderende octrooiaanvrage heeft gekoeld water van een vrieslichaam 51 en komt door een pijp 52 in verstuivingssproeiers 53, zodat de ventilator 54 koude 30 vochtige lucht naar boven kan richten door de spiraal 18 voor een doelmatige warmte-uitwisseling waar koudere produkten op het benedenste deel van de spiraalvormige transporteur 18 de koude lucht die door de ventilator 54 wordt uitgestoten, ontmoet waardoor een 800 4 2 61 l' ‘ - 10 - doelmatige warmte-uitwisseling bij het bovenste gedeelte van de spiraalvormige transporteur 18 waar de hete gekookte produkten binnenkomen, wordt verkregen. De pomp 55 cirkuleert het koude water door het vrieslichaam 51 voor het vervangen van de energie-5 verliezen bij het koelen van de produkten.

Door gebruik te maken van een spiraalvormige baan voor de transporteur en het water als een warmte-uitwisselend medium in de kookinrichting 40 en de koelinrichting 50 kunnen kleine kasten worden gebruikt voor een groot doorloopvermogen van de 10 voedingsprodukten. Dit vermindert duidelijk de energieverliezen in het opwarmen of afkoelen van een grote kastconstructie met aanwezige stralings- en condensatieverliezen over grote oppervlakte-gebieden en verbetert dus de gebruikseconomie. In het teruglopende part van de transporteur (buiten de koelinrichting en de kook-15 inrichting) zijn tenminste twee hygiënische sproeibadstations 60 en 30 aangebracht voor het wassen van de transporteur met een reinigingssproeistof resp. het spoelen met water. De transportband die bij voorkeur van het roostertype uit roestvrij staal is, wordt geschrobt door de sproeimondstukken 61, 31 met een stuwstraal 20 schrobwerking op en door de zich verplaatsende transportband. De vloeistof wordt opgenomen in baden 62, 32 en wordt continu ge-cirkuleerd door middel van pompen 63 resp. 33 wanneer de transportband zich verplaatst. Het water van de reinigingsoplossing is warm ter waarde van 70 c en wordt met een druk van tenminste 25 690kPa verpompt.

Ten gevolge van de hoge vochtigheidsgraad in de kookinrichting en de koelinrichting 40 resp. 50 worden geen resten op de transportband verzameld en kunnen hierop niet vastdrogen of aanbakken, zodat elke rest van het behandelen van het voedsel of 30 elke mogelijkheid tot bacteriënaangroei bij het aflaadstation 70 gemakkelijk wordt verwijderd door de reinigings- en hygiënisch makende behandeling van de transportband zonder eind.

In het teruglopende part zijn transportband-spanmidde- 800 42 61 - 11 - len 48 aangebracht, zoals in fig. 4 is afgebeeld en een verdere sproeistraalreinigingsstation 46 kan ook worden aangebracht op een tussenliggend deel in het teruglopende part voor het wassen met een reinigingsmiddel wanneer een voorweek in water bij het reini-5 gingsstation 60 wordt verkozen.

De voorgaande beschrijving van het behanden van voedsel met het gedeelte van de periodische reiniging wanneer deze niet werkzaam is, is aangegeven in de stuurstroomkaart van fig. 2 in de fase van het behandelen van voedsel, waarbij verschillende 10 eenheden in een uitgeschakelde stand zijn of in een ingeschakelde toestand door middel van daarvoor bestemde kleppenschakelaars servo-eenheden etc.

De installatie wordt periodiek uitgeschakeld voor de mechanische reiniging en het hygiënisch maken. Dit reinigen en 15 hygiënisch maken is uiteengezet in de stromingsregelingstabel van fig. 2 tezamen met twee hulpfasen namelijk de voorreinigingsfase en de reinigings subfase. Tijdbepalende inrichtingen kunnen worden gebruikt voor het besturen van de opeenvolgingen of met de hand bedienbare stuurorganen kunnen worden gekozen voor elke toestand 20 in de met de hand in tijd geregelde opeenvolging. Het is te begrijpen dat de reinigingsfase geheel automatisch kan worden uit-• gevoerd door, wanneer dit gewenst is, van een daarvoor bestemde stuursysteem gebruik te maken.

Water vanaf een voorraadhouder 81 wordt gebruikt voor 25 de spoelfasen en een reinigingsmiddel kan van de voorraadhouder 82 worden genomen. Het stromend water en de reinigingsoplossing worden verhit voor het toedienen van water met ongeveer 66° C en het reinigingsmiddel met ongeveer 70° C. Dan voert de pomp 83 via de leiding 84 het opgeslagen water of reinigingsmiddel volgens 30 keuze met behulp van de klep 85 door twee draaibare koppelingen 86 in het gebied van de spiraalvormig verlopende transportband 16 van de kookinrichting en van de koeler door middel van sproei-mondstukstangen 87 resp. 88, die langs de as van de spiraal zijn 800 4261

S I

r - 12 - geplaatst. Deze draaien met een straal-schrobwerking door middel van de motor 89 teneinde alle sectoren van de spiraal met een hogedrukspuitstraal te kunnen aftasten. De transportband wordt zodanig verplaatst dat de stralen het gehele bandoppervlak goed 5 schrobben en het reinigen van de inwendige oppervlakken van de kook- en koeleenheden wordt gelijktijdig gedaan teneinde te voorkomen dat resten of besmettingen van de een naar de ander wordt overgedragen hetgeen kan voorkomen wanneer zij opeenvolgend worden gereinigd.

10 Het warmwaterbad 41 wordt gedraineerd door middel van kleppen 90, 91 en warm water, wanneer dit schoon en hygiënisch is en zonder vet of resten in het warmwaterbad 41 kan worden opgeslagen in de houder 81 voor de reinigingsfase. Anders wordt zuiver water door de inlaat 92 toegelaten dat van te voren is verwarmd 15 in de reinigingsfase.

Met de klep 90 open en een T-klep 91 wordt water afgevoerd zoals met de stromingspijl 93 is aangegeven, kan het rei-nigingsbad vanaf de draaibare spuitmondpijp 87 het gehele binnenvlak van de kookinrichting 40 reinigen en worden geleegd in een 20 daarvoor bestemde rioolleiding of dergelijke. Zuiver water kan dan in de kookinrichting 40 bij 94 worden ingevoerd en worden verhit voor de daaropvolgende kookfase.

Op eerfeelfde wijze wordt in de koelinrichting 50 rest-

A

water 95 door de vriezer 51 gecirkuleerd en afgevoerd via de 25 T-afsluiter 96 uitsluitend voor de voor-reinigingsfase. Voor zowel de reinigings- als de kookfase wordt water door de vriezer 51 en de sproeimondstukken 53 gepompt. Nieuw zuiver water kan bij 97 voor de kook-koelfase worden binnen gevoerd na het reinigen en afvoeren van de reinigingsvloeistoffen. De T-afsluiter 96 kan 30 ook iets van het spoelwater in de opslaghouder 81 terugvoeren, nadat een begingedeelte van het spoelwater dat behandelingsresten bevat, is afgevoerd waardoor water en dus energie wordt bespaard. Voor hygiënische doeleinde! wordt slechts enig achtergebleven water 8 0 0 Λ 2 61

* J

- 13 - toegevoerd nadat de afzetting en het overblijfsel van het eerste schoonmaakmiddel is afgevoerd. Op een gelijke wijze zal de T-af-sluiter 91 op het spoelwater van de kookinrichting 40 besparen.

De toevoer van water-reinigingsmiddel is bij de aansluiting 97 5 aangegeven terwijl ook stuurleidingen met enkele lijnen 99, 100 zijn aangegeven.

Zoals in de tabel van fig. 2 is aangegeven zijn de kleppen, pompen, motoren en warmte-uitwisseleenheden bestuurbaar om deze in of uit te schakelen door middel van besturingsorganen 10 langs de leidingen 99, 100. De verhittingsinrichting 42 kan dus in of uitgeschakeld worden en de afsluiters 90, 91 kunnen over de stuurleiding 99 werken. Een niet-getoonde hulppomp kan natuurlijk worden gebruikt om . het verwarmingswaterbad 41 leeg te pompen hetgeen ook via de leiding 99 kan geschieden.

15 Op eenzelfde wijze kan de leiding 100 de vriezer 51 in en uitschakelen, waarbij de T-afsluiter 96 op elk van de drie afvoerbanen de pomp 55 voor het cirkuleren van water uit en aan kan schakelen, welk water door de koel-verstuivings-kookketen kan stromen. Door de werking van de T-afsluiter 85 kan naar keuze 20 water vanuit 81 of reinigingsmiddel vanuit 82 worden gekozen voor het werken van de reinigingspomp 83 voor de transportbandaandrij-ving 14, wanneer het gewenst is voor het draaien van de spuiten 87, 88 door middel van de motor 89 het in en uitschakelen van de stoomtoevoer vanaf de generator 43 en voor het werken van de ventilator 25 54 worden gebruikt.

Wanneer dus in de reinigingsfase de reinigingsoplossing spoelwater vanuit de mondstukken 88 in de koelinrichting 50 spuit, wordt dit in het bad 95 verzameld en cirkuleert door het vries-lichaam en de spuitmondstukken 53. Het verstoven vocht wordt door 30 de ventilatorfilter 54 gevoerd om de gehele koelinrichting 50 effectief te reinigen en dus ook het hulpvriessysteem. Bij voorkeur wordt de reiniging periodisch in drie stappen uitgevoerd namelijk een voorspoelen met water, wassen met een reinigingsmid- 800 4 2 61 - 14 - del en spoelen met water in een subfase waar ongeveer de laatste helft van het spoelwater wordt opgeslagen in de houder 81 voor hernieuwd gebruik. De noodzakelijke handelingen zijn getoond in het gedeelte voor de reinigings-subfase van fig, 2. Met de hand kan 5 de volgorde worden bepaald of automatische tijdsintervalinrich-tingen kunnen worden gebruikt voor het besturen van deze fase gedurende de tijd dat de stuurinrichting in een toestand verkeert voor de hoofdreinigingsfase. Bij de opeenvolgende besturing wordt gebruik gemaakt van de pomp 83, de T-afsluiter 85 en de opslag 10 T-afsluiter 91, 96 voor het kiezen van het reinigingsmiddel en water en het opslaan van spoelwater. Bij voorkeur worden gedurende de voedselbehandelingsfase van het koken en afkoelen de kookinrichting 40 en de koelinrichting 50 op een overdruk gehouden teneinde de kook- en koeltijd te verminderen en de doelmatigheid 15 van het energieverbruik te verbeteren. Een van de middelen voor het aanvullen van de druk is de kookinrichting en de koelinrichting 40 resp, 50 binnen een onder druk staande ruimte te installeren, welke ruimte door de wanden 21, 71 is aangegeven. Dit verschaft ook de mogelijkheid voor de voedingsprodukten die onder atmosfe- 20 rische druk bij het station 20 geladen zijn, warmte iri de kook inrichting 40 op te nemen en voorts heeft dit weerstand tegen verlies van vocht en voedingssappen uit het produkt.

De verschillende voordelen van de installatie bevorderen tezamen en in overeenstemming met elkaar een energiebespa-25 ring. Ook zulke voordelen als het recirkuleren van het waswater voor de traisportbond, de richting van het traject van de transportband en de spiraalvormige baan door de warmte-uitwisseleen-heden, het gebruik van water als een warmte-uitwisselend medium in een atmosfeer met bijna 100$ relatieve vochtigheid, het sparen 30 op reinigingsvloeistof, de korte reinigingsfase en dit vermindert de leeglooptijd van de installatie, terwijl de kleine kastcon-structies verliezen verminderen terwijl korte transportbandparten aanwezig zijn. Andere voordelen zullen ook blijken bij beschouwing 80 0 42 61 - 15 - van de fig. 3-6.

In fig. 3 wordt de transportband 12 in een beschermende geleiding of sluis 35 gehouden waarin leidmiddelen zoals leid-platen en ventilatoren zijn aangebracht voor het verhinderen van 5 lucht die van buiten door de transportband van de ene eenheid naar de andere wordt meegevoerd. Een dergelijke sluiseenheid is met 65 in fig. 6 aangegeven, waar de doorgang 35 door de wand 71 van het aflaadstation gaat. De ventilator bij 73 zou dus het binnentreden van koele buitenlucht verhinderen, die de warmte van 10 het sproeien met reinigingsmiddel in het reinigingsstation 60 verdrijven waarbij een tegenstroom van lucht tegen de lucht die door de transportband 12 wordt meegesleurd, wordt opgewekt. Leischotten kunnen in het doorgangsdeel 74 worden aangebracht voor het verminderen en achterhouden van naar binnenstromende lucht. Soort-15 gelijke sluizen kunnen worden aangebracht in het doorgangssysteem bij de ingangen en uitgangen van de kookinrichting 40 en de koel-inrichting 50 voor het verminderen van warmteverliezen als gevolg van de stroming van de buitenlucht door de transportband.

Opgemerkt wordt dat het voorspoelen met water kan wor-20 den bereikt op het reinigings-spuitstation 60 in fig. 6 en een reinigingsbad op een tussenreinigings-spuitstation 46 in fig. 4 en tenslotte een eindspoeling bij het reinigingsstation 30 in fig. 3, allen in het teruglopende part van de transportband tussen het aflaadstation 70 en het laadstation 30, waardoor een hygiënische 25 transportband is gegarandeerd voor het laden met produkten op het station 20 onder hygiënische omstandigheden.

In het spuitstation 30 is het opvangbad 32 aangebracht in de doorvoer om de band 12 om het mogelijk te maken dat de spuitmondstukarmen 36 de reinigingsstralen van warm water op een 30 druk ter waarde van 690 kPa opgewekt door een pomp 33 kunnen uitstoten. Het uitstromende warme water schrobt de roosters van de bewegende transportband voor een effectieve spoeling. De veeg- 800 42 61 - 16 - % of reinigingsborstel 37 reinigt de rol 38 van overtollig water, dat langs de baan van de transportband in het laadstation gevoerd zou kunnen worden.

Het is gebleken dat produkten 12 bij voorkeur van de 5 gebruikelijke afmetingen en vorm, die dwars op een brede transportband worden geplaatst door de installatie in ongeveer 20 minuten kunnen lopen en een samengaande kooktemperatuur door en door van meer dan 90° C in de kookinrichting bereiken en eenzelfde temperatuur van naderend tot 0° C in de koeler in het bijzonder 5° C 10 bereiken.

Zoals uit fig. 1 blijkt, gaan voedingsprodukten 12’ bij voorkeur van in hoofdzaak dezelfde afmeting en gewicht in een ononderbroken stroom van het laadstation 20 naar het aflaadstation 70 door middel van een transportband 12 en wel voor het koken 15 wanneer zij door de stoomkookinrichting 40 gaan en ter afkoeling wanneer zij door de koelinrichting 50 gaan. De voedingsprodukten kunnen vleesprodukten, zoals sparerib$, gereedgemaakte vleeslappen, gedeelten van gevogelte en dergelijke zijn, die van te voren kunnen zijn gereinigd of geconditioneerd of geschikt gemaakt etc.

20 bij het station 20. De behandelingsmethode is van bijzonder voordeel voor het koken van voedingsprodukten 12’, die zijn schoon gemaakt, gesneden en op grootte zijn gebracht bij het station 20 en worden op de transportband 12 geladen, die in het algemeen met de verscheidene parten 12’ over de breedte van de transport-25 band 12 worden aangebracht.

Bij het koken en afkoelen van bijna elk voedingspro-dukt is het belangrijk om een gelijkmatig door en door koken te verkrijgen met een goede doelmatigheid en zonder dehydreren terwijl toch een goed uiterlijk en aroma met een vast produkt onder 30 alle omstandigheden verkregen moet worden en verschillende bijzonderheden van de uitvinding garanderen dit.

Voor het bereiken van een goede doelmatigheid van de toegevoerde energie en het toelaten van een grote produkten- 80 0 4 2 61 - 17 - doorstroming in een kleine ruimte dragen verschillende kenmerken van de inrichting hiertoe bij. Hierbij moet dus in aanmerking worden genomen, dat het koken uitsluitend geschiedt door stoom met een druk die boven de atmosferische druk wordt gehouden, gedeel-5 telijk voor het koken en andere trappen van de gehele bewerking door regeling zoals een gebouw met muren 71, die boven de atmosferische druk wordt gehouden. De stoomkookinrichting 40 is ook in een afzonderlijk compartiment ondergebracht, waarin de stoom van de generator 43 wordt ingevoerd met een druk die boven die 10 van de atmosfeer ligt. Dit geeft de doelmatigheid van een druk-kooktoestel aan het koken en laat toe dat stoom in het voedsel” produkt dringt en dit kookt bijvoorbeeld omdat dit oorspronkelijk onder atmosferische druk stond bij het laadstation 20 buiten de ruimte waarin verhoogde druk heerst.

15 Om een goede warmte-overdracht te garanderen, in het bijzonder met vette voedingsprodukten waar het vet als een isolator dient, wordt het oppervlak bevochtigt met een fijn verspoten nevel om innige thermische aanraking met de stoom in de kookinrichting 40 te verkrijgen, waardoor de kooktijd kan worden 20 verminderd.

Algehele hygiëne is belangrijk maar ook het beschermen van het aroma. De stoomgenerator 43 wordt daarom van zuiver water voorzien en kleppen verzorgen een stroom van stoom door de kookinrichting 40 voor een beheerste stromingshoeveelheid en druk.

25 De stromingshoeveelheid voor de kookinrichting 40 is zo laag mogelijk om minimale energieverliezen te verkrijgen terwijl de omgevingstemperatuur zo dicht mogelijk bij 100° C in de kookinrichting 40 wordt gehouden, waardoor de doelmatigheid van energieverbruik wordt verbeterd. De stoom verschaft ook een vochtigheid 30 die zo dicht mogelijk bij 100$ relatieve vochtigheid in de kookinrichting wordt gehouden om het dehydreren van de produkten te vermijden en met een druk die voorkomt dat sappen uit het produkt verloren gaan. Voor een goed koken van verscheidene produkten kan 800 42 61 - 18 - de snelheid van de transporteur 12 door de gehele installatie worden veranderd en de draaiende baan 16 van de transporteur in de kookinrichting verschaft een verblijfstijd die voldoende is voor het koken van de produkten voor de gewenste duur, De instal-5 latie kan worden gebruikt voor het blancheren van erwten, voor het koken van spareribs, gesneden vlees of vleeslappen of voor het behandelen van andere voedingsprodukten, bij voorkeur onverpakt door een warmte-koelcyclus. Omdat een snelle afkoeling direct na het koken de meest hygiënische voorwaarde is voor het vermin-10 deren van het binnendringen en het aangroeien van bactereriën, wordt het produkt direct van de stoomkookinrichting 40 naar de koelinrichting 50 geleid langs een baan die door de transporteur wordt bepaald, In verband met de doelmatigheid van de energie in de koelinrichting 50, is een warmtestroper voorzien teneinde 15 deze te vangen en binnen de kookinrichting 40 te houden, welke hete lucht met de produkten 12' en de transporteur 12 buiten de kookinrichting, teruggevoerd moeten worden voordat de transporteur de koelinrichting 50 met de hete produkten 12' binnentreedt. Lei-schotten en ventilators kunnen dus worden gebruikt bijvoorbeeld 20 in de doorgang voor de transportband tussen de kookinrichting 40 en de koelinrichting 50 om de hete stoom binnen de kookinrichting 40 te houden en om te verhinderen, dat een restdeel hiervan in de koelinrichting 50 tezamen met de produkten 12 stroomt. Ook in de koelinrichting 50 is het belangrijk, de druk hoger dan die 25 van de atmosfeer te houden en met een bij benadering 100$ relatieve vochtigheid om het produkt tegen dehydreren en verlies van sappen of aroma te beschermen, wanneer dit langs de gekromde baan 16 loopt, die een verblijfstijd die lang genoeg is, verschaft om het produkt van kookhitte nabij 99° C bijvoorbeeld tot bij 0° C 30 te brengen.

Dit wordt bereikt door het laten cirkuleren van verzadigde lucht met 100$ relatieve vochtigheid zonder druppels door de koelinrichting 50 door middel van de ventilator 54 die de koele 80 0 4 2 61

I J

- 19 - inwendige druk boven die van de atmosferische druk houdt. De lucht die de koelinrichting verlaat, wordt koud gehouden en vochtig door een koud water sproei-inrichting 53 die onbesmet water gebruikt. Een filter 54 zorgt ervoor dat waterdruppels achterblijven 5 voordat dit in de koelinrichting 50 cirkuleert, zodat er geen druppels ontstaan waardoor een goed uiterlijk en hygiënische voorwaarden worden gegarandeerd. De transportband 12 en de produkten 12' daarop blijven in hoofdzaak vrij van afgescheiden druppels of ophoping van produktenafval of van waterdruppelbesmetting en 10 de transportband 12 wordt gemakkelijk hygiënisch gehouden op de stations 60 en 30 voordat zij een hernieuwde cyclus door de warmte-koelbehandeling doorlopen. De transportband keert terug buiten de kook- en koelkamers om te verhinderen dat besmettingen of dergelijke aanbakken. De hoge vochtigheid draagt bij in een gemakkelijke ver-15 wijdering van druppels of produktresten in het station voor het hygiënisch maken van de transportband, dat eenvoudig een spuit-wasbad kan zijn.

Het is daarom duidelijk dat verscheidene nieuwe kenmerken inclusief de mechanische werking van de inrichting voor 20 het hygiënisch houden en doelmatig koken en afkoelen door de voorzieningen volgens de uitvinding worden verkregen.

80 0 4 2 61

Claims (46)

1. Installatie voor het behandelen van voedsel voor het verhitten en afkoelen van voedingsprodukten, zoals vis, vlees, gevogelte en produkten die achtereenvolgens op een gemeenschappelijke transportband door verwarmings- en afkoelafstations te lei- 5 den zijn, gekenmerkt door een combinatie van een continu löpértde transportband, die door een voedsellaad- en ontlaadstation loopt, door een verhittingskamer met een volgens een spiraal verlopende transportband hierdoor voor het dragen van voedingsprodukten die op het laadstation zijn geladen, door een koelkamer met een 10 volgens een spiraalverlopende transportband hierin voor het dragen van voedselprodukten die in de verhittingskamer zijn verhit en voor het afgeven van de gekoelde voedingsprodukten op het af-laadstation en door continu werkende bandreinigings- en hygiënisch houdmiddelen,aangebracht in het teruggaande part van de transport-15 baan tussen het aflaadstation en het laadstation.

2. Installatie volgens conclusie 1, m e t het ken merk, dat de verwarmingskamer middelen voor het verwarmen van de produkten bevat, die uitsluitend uit een stoombad bestaan waarvan de temperatuur de 100° C kan benaderen bij een relatieve voch- 20 tigheid die de 100$ benadert.

3. Installatie volgens conclusie 2, met het ken merk, dat middelen aanwezig zijn voor het in de verhittingskamer handhaven van een druk die boven de atmosferische druk ligt.

4. Installatie volgens conclusie 2, met het ken- 25 merk, dat twee bronnen voor stoom aanwezig zijn waarvan één stoom buiten de kamer opwekt en met pijpen hierop is aangesloten en één een verhit waterbad binnen de verhittingskamer is. 800 42 61 - 21 -

5. Installatie volgens conclusie 2, met het ken merk, dat de verwarmingskamer een spiraalvormige baan voor een transportband bezit welke baan een bepaalde lengte heeft terwijl middelen aanwezig zijn voor het regelen van de snelheid van de 5 transportband teneinde een door en door temperatuur van 90° C in het produkt te verkrijgen, wanneer dit door de transportband uit de verhittingskamer in een koelkamer komt.

6. Installatie volgens conclusie 1,met het ken merk, dat de koelkamer middelen bezit voor het koelen van pro- 10 dukten uitsluitend door middel van een koude verzadigde lucht van bij benadering 0° C met 100$ relatieve vochtigheid en een druk die gelijk of hoger is dan de atmosferische druk om de produkten.

7. Installatie volgens conclusie 6, met het ken merk, dat de stromende lucht wordt verkregen door het sproeien 15 van gekoeld water binnenin de koelkamer en dat middelen aanwezig zijn voor het laten cirkuleren van lucht in deze koelkamer door het gekoelde sproeiwater en deze lucht in aanraking met de voe-dingsprodukten op de volgens een spiraal verlopende transporteur te brengen.

8. Installatie volgens conclusie 6, met het ken- rn e r k, dat de koelkamer een volgens een spiraalvormige baan verlopende transportband van voorafbepaalde lengte bezit en middelen voor het regelen van de snelheid van de transportband om een temperatuur in het produkt ter waarde van 5° C te verkrijgen 25 nadat deze met een temperatuur ter waarde van 90° C in de koelkamer is gevoerd.

9. Installatie volgens conclusie 1,met het ken merk, dat deze reinigingsmiddelen omvat met continu lopende sproeiers ingericht om een reinigingsmiddel op de transportband 800 42 61 * ♦ l - 22 - te brengen.

10. Installatie volgens conclusie 1, in e t het kenmerk, dat mechanisch werkende middelen aanwezig zijn voor het hygiënisch houden van de verwarming- en koelkamer, voorzien van 5 middelen voor het pompen en sproeien van reinigingsoplossingen in de kamers langs de spiraalvormige baan van de transportband hierin.

11. Installatie volgens conclusie 10, met het ken merk, dat de mechanisch werkende middelen draaibare sproeimond-stukken bezitten, die zich langs de spiraalvormige baan binnen de 10 verwarmings- en koelkamer uitstrekken en draaien waarbij de sproei-straal de binnenzijde van de kamers aftast en dat middelen aanwezig zijn voor het gelijktijdig draaien van de sproeiorganen in een reinigingsfase.

12. Installatie volgens conclusie 10, m e t het k e n- 15 merk, dat de middelen voor het mechanisch hygiënisch houden werkzaam zijn gedurende het continu lopen van de transportband.

13. Installatie volgens conclusie 10, m e t het ken merk, dat de koelkamer koelmiddelen bezit voor het cirkuleren van koud water door verstuivingssproeiers en een ventilator die 20 koude vochtige lucht vanaf het sproeigebied laat cirkuleren om in aanraking met de voedingsprodukten op de volgens een spiraal verlopende transportband te brengen en dat de mechanische middelen voor het hygiënisch houden samenwerken met de middelen van de koelkamer voor het cirkuleren van water en lucht zodat een oplos-25 sing voor het hygiënisch houden door de koelmiddelen voor de koelkamer gaat.

14. Installatie voor het behandelen van voedsel met een 800 42 61 * I - 23 - behandelingseenheid hierin, voorzien van een transportband die de voedingsprodukten hierop draagt en van middelen voor het in twee fasen laten werken van de behandelingseenheid namelijk een voedsel-behandelingsfase en een fase voor het hygiënisch houden en dat 5 middelen aanwezig zijn voor het veranderen van de temperatuur van de voedingsprodukten die op de transportband door de behandelingseenheid gaan gedurende de voedselbehandelingsfase en dat middelen voor het hygiënisch houden een oplos- en reinigingsmiddel in de voedselbehandelingsinrichting pompen door een draaiende sproeier 10 die het reinigingsmiddel richt om alle inwendige vlakken van de voedselbehandelingseenheid bereiken, gedurende de fase voor het hygiënisch houden.

15. Installatie voor het behandelen van voedsel volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat twee voedselbe- 15 handelingseenheden aanwezig zijn waarvan één dient voor het verhitten van het voedsel en een ander voor het afkoelen van het voedsel en dat een transportband achtereenvolgens langs spiraalvormige banen in elke eenheid loopt, waarbinnen de draaiende sproeimiddelen in elke eenheid zijn aangebracht en dat middelen aanwezig zijn 20 voor het gelijktijdig verpompen van het reinigingsmiddel door beide draaiende sproeiorganen.

16. Voedselbehandelingsinstallatie volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat binnen de verhittingseenheid middelen werkzaam zijn, voorzien van een waterbad voor het stomen 25 van produkten die op de transportband door de verhittingseenheid gaan en dat middelen aanwezig zijn voor het verplaatsen van dit water uit de verhittingseenheid terwijl na de behandeling middelen werkzaam zijn voor het sproeien van een reinigingsmiddel over het gehele binnenoppervlak van de verhittingseenheid.

17. Installatie voor het behandelen van voedsel volgens 800 42 61 - 24 - conclusie 15, met het kenmerk, dat koelmiddelen met een pomp werkzaam zijn in de koeleenheid voor het laten cirkuleren van gekoeld water door verstuivingssproeiers en het cirkuleren van lucht door middel van ventilatiemiddelen langs de verstuivings-5 sproeiers en dat middelen aanwezig zijn voor het verwijderen van water van de koelmiddelen en het doorlaten van een reinigingsmiddel hierdoorheen wanneer dit reinigingsmiddel door de draaiende spuitinrichting in de koeleenheid wordt gepompt en daardoor het gehele inwendige oppervlak van de koeleenheid en die van de koel-10 middelen reinigt.

18. Installatie volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de middelen voor het hygiënisch houden besturings- ten middelen bevat/voor het verschaffen van een opeenvolgende water-spoelfase, een wasfase met een reinigingsmiddel en een waterspoel-15 fase door de draaiende sproei-inrichting.

19. Installatie volgens conclusie 14, methet kenmerk, dat de middelen voor het hygiënisch houden ook middelen /ten bevat/voor het opwekken van een sproeistraal met een druk van ongeveer 1033,5 kPa.

20. Installatie volgens conclusie 14, met het ken merk, dat de oplos- en reinigingsoplossing samenwerkt met verwarmingsmiddelen teneinde de oplossing op een temperatuur van ongeveer 7° C te brengen.

21. Installatie volgens conclusie 14, m e t het k e n- 25. e r k,dat de middelen voor het hygiënisch houden en continu rei nigen van de lopende transportband voorzien zijn van een inrichting om een oplosmiddel met een druk van tenminste 690 kPa uit sproei-mondstukken tegen de transportband te spuiten. 800 42 61 - 25 -

22. Installatie volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de voedselbehandelingsinrichting een verhittingsin-richting is aangebracht in een kast en de transporteur volgens een spiraalvormige baan hierdoor omhoog loopt voor het verminderen 5 van naar beneden vallende druppels in de spiraalvormige baan wanneer vette produkten worden verhit.

23. Installatie volgens conclusie 14, m e t het kenmerk, dat de voedselbehandelingseenheid een koelinrichting is aangebracht in een kast met hierin volgens een spiraalvormige 10 baan naar beneden lopende transporteur en dat een ventilator koele lucht naar boven voert door deze spiraalvormige baan om een effectieve koeling op al de produkten te verschaffen met temperatuurs-gradiënten langs deze spiraalvormige baan.

24. Installatie volgens conclusie 14, dat de continu lopen-15 de transportband in alle fasen door de voedselbehandelingsinrichting lopen blijft.

25. Werkwijze voor het hygiënisch houden van een voedsel-behandelingsinstallatie waarbij de voedseltemperatuur in tenminste één behandelingseenheid wordt veranderd door het op een transpor- 20 teur door de behandelingseenheid voeren van voedingsprodukten, welke transporteur roostervormig is uitgevoerd, gekenmerkt door het pompen van een warme reinigingsvloeistof met een druk ter waarde van 690 kPa door sproeimondstukken die tegen de transporteur worden gericht, door het verplaatsen van de transportband 25 langs deze sproeimondstukken en het dichten van de sproeimondstukken voor het reinigingsmiddel in een reinigingsstraalwerking tegen de zich verplaatsende transportband.

26. Werkwijze volgens conclusie 25, met het kenmerk, dat tijdens het zich continu verplaatsen van de transport- 800 42 61 ι* 1 - 26 - band een oplos- en reinigingsmiddel continu door de spuitmondstuk-ken langs de transportband wordt gepompt.

27. Werkwijze volgens conclusie 25, met het kenmerk, dat binnen de volgens de spiraalvormige baan lopende 5 transportbaan in de behandelingseenheid een aantal sproeimondstuk-ken worden gedraaid binnen de spiraalvormige baan en dat reini-gingsstralen volgens een cyclus roterende baan in aanraking met de transportband in zijn spiraalvormige baan worden gebracht.

28. Werkwijze volgens conclusie 25, met het ken- 10 merk, dat als reinigingsvloeistof water wordt gebruikt.

29. Werkwijze volgens conclusie 28, dat ter besparing van water dit gedeeltelijk wordt opgeslagen en opnieuw door de sproei-mondstukken wordt gespoten.

30. Werkwijze volgens conclusie 25, met het ken- 15 merk, dat bij het pompen opeenvolgend doorspoelwater, een oplossing van een was- en oplosmiddel en weer spoelwater wordt gebruikt.

31. Werkwijze volgens conclusie 25, met het ken merk, dat als reinigingsvloeistof een oplosmiddel bij het 20 pompen wordt gebruikt.

32. Werkwijze volgens conclusie 25, met het ken merk, dat het hygiënisch maken periodiek wordt ondernomen waarbij de behandeling van voedsel is uitgeschakeld.

33. Werkwijze voor het behandelen van voedingsprodukten, 25 die in een continue stroom tussen een invoer- en een afvoerstation voor de voedselprodukten worden gevoerd, teneinde deze te verhitten 800 42 61 <· I - 27 - en snel af te koelen teneinde deze te kunnen bewaren bij een laag bacteriegehalte, gekenmerkt door het uitsluitend met stoom verhitten van de produkten in een atmosfeer van praktisch 100$ relatieve vochtigheid, door het afkoelen van de verhitte produkten 5 in een doorgaande baan tot een temperatuur van minder 5° C in een atmosfeer van gekoelde vochtige lucht met praktisch 100$ relatieve vochtigheid.

34. Werkwijze volgens conclusie 33, met het ken merk, dat de voedingsprodukten in een onverpakte toestand voor 10 het met stoom verhitten worden voorbehandeld voor het bevochtigen van het oppervlak van de onverpakte produkten met behulp van een fijne sproeinevel zodat hun oppervlakken vochtig worden zonder te druipen teneinde een effectieve warmte-overdracht tussen de stoom en het produkt tijdens het koken te verkrijgen.

35. Werkwijze volgens conclusie 33, m e t het k e n- m e r k, dat in samenwerking met het in aanraking brengen met stoom van de produkten tijdens de verhitting koude vochtige lucht in aanraking met de produkten gedurende het koelen hiervan wordt gebracht, waarbij de vochtigheid van de verhittende stoom en de 20 koelende damp alsmede de vochtigheid van de atmosfeer wordt beheerst ter voorkoming van het vormen van waterdruppels voor het verhinderen van verzamelen van waterdruppels op het produkt en het verhinderen van het afdruipen hiervan langs hun transportbaan voor het verschaffen van een goede kwaliteit van het produkt, een 25 goede doelmatigheid van het verhitten en koelen en ter verhindering van onhygiënische ophopingen of afzettingen.

36. Werkwijze volgens conclusie 35, methet ken merk, dat de vochtigheidsgraad van de atmosfeer bij het stomen alsmede de toevoer van deze stoom en dat de stroom van de vochtige 30 luchtatmosfeer wordt geregeld bij de temperatuur gedurende de trap 800 4 2 61 t* t - 28 - van het koelen van de produkten ter voorkoming van dehydreren van de produkten in de lucht bij koude temperatuur.

37. Werkwijze volgens conclusie 33, met het ken merk, dat bij het koelen de koele atmosfeer wordt geregeld 5 door het cirkuleren van een stroom met hygiënisch water bestreken lucht om het produkt met een druk die hoger ligt dan de atmosferische druk voor het doelmatig afkoelen van de produkten in een korte tijd zonder dat deze dehydreren terwijl besmetting wordt voorkomen.

38. Werkwijze volgens conclusie 33, m e t het ken merk, dat bij het verwarmen de verhittingsatmosfeèr wordt geregeld door een stroom van stoom met grote vochtigheid om het produkt waarbij de stoom met mindere hevigheid in cirkulatie wordt afgevoerd door het verminderen van warmte-energieverliezen.

39. Werkwijze volgens conclusie 33, met het ken merk, dat tussen het verhitten en het koelen de achterblijvende verhitte atmosfeer van de stromingsbaan van de produkten wordt teruggehouden wanneer zij warm zijn voordat zij worden gekoeld ter verbetering van de doelmatigheid van het energieverbruik.

40. Werkwijze volgens conclusie 33, m e t het ken merk, dat de stoomverwarmingstemperatuur op een waarde van 99° C wordt gehouden en de druk groter is dan de atmosferische druk ter verbetering van het doelmatige koken in een korte tijdsperiode.

41. Werkwijze volgens conclusie 33, met het ken merk, dat de koelatmosfeer wordt verkregen door het cirkuleren van lucht door een watersproeikamer, waarbij in de luchtstroom 800 42 61 ' 1 * - 29 - achterblijvende waterdruppels worden verwijderd voordat deze langs de produkten stroomt ter vermindering van het druipen of het ophopen van besmetting van het produkt.

42. Werkwijze volgens conclusie 33, met het k e n-5 merk, dat stoom voor de stoomverwarming wordt gevormd en koude lucht voor het koelen uit hygiënisch water ter vermindering van het meevoeren van besmetting tijdens de behandeling.

43. Werkwijze volgens conclusie 33, met het kenmerk, dat de druk gedurende het verhitten en het koelen boven 10 de atmosferische druk wordt gehouden ter vermindering van vochtverlies uit het produkt en ter verbetering van het doordringen van stoom en koele lucht, die met hun betreffende temperaturen in het produkt achterblijven.

44. Werkwijze volgens conclusie 43, met het ken- 15 merk, dat de druk in een huis waardoorheen de produkten gaan, gedurende hun gehele behandeling, boven de atmosferische druk wordt gehouden.

45. Werkwijze volgens conclusie 33, met het ken merk, dat de doorstroming van produkten wordt bereikt door een 20 continu lopende transportband die achtereenvolgens door een kookinrichting en een koelinrichting alsmede door een hygiënisch oplosbad loopt.

46. Werkwijze volgens conclusie 33, met het ken merk, dat het verhitten en afkoelen in afzonderlijke comparti- 25 menten wordt uitgevoerd en de doorstroming van produkten wordt bereikt door middel van een continu lopende transportband achtereenvolgens door de verhittings- en koelcompartimenten en weer terug naar het verhittingscompartiment in een baan buiten deze compartimenten. 800 42 61