NL8001280A - Lagedrukontladingslamp. - Google Patents

Lagedrukontladingslamp. Download PDF

Info

Publication number
NL8001280A
NL8001280A NL8001280A NL8001280A NL8001280A NL 8001280 A NL8001280 A NL 8001280A NL 8001280 A NL8001280 A NL 8001280A NL 8001280 A NL8001280 A NL 8001280A NL 8001280 A NL8001280 A NL 8001280A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
walls
discharge
thin
low
lamp according
Prior art date
Application number
NL8001280A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Philips Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Philips Nv filed Critical Philips Nv
Priority to NL8001280A priority Critical patent/NL8001280A/nl
Priority to DE19813106721 priority patent/DE3106721A1/de
Priority to GB8106199A priority patent/GB2071407B/en
Priority to IT8120061A priority patent/IT1210999B/it
Priority to JP2976281A priority patent/JPS56136450A/ja
Priority to BE0/203979A priority patent/BE887751A/fr
Priority to FR8104292A priority patent/FR2477770A1/fr
Publication of NL8001280A publication Critical patent/NL8001280A/nl
Priority to US06/849,350 priority patent/US4871942A/en

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01JELECTRIC DISCHARGE TUBES OR DISCHARGE LAMPS
    • H01J61/00Gas-discharge or vapour-discharge lamps
    • H01J61/02Details
    • H01J61/04Electrodes; Screens; Shields
    • H01J61/10Shields, screens, or guides for influencing the discharge
    • H01J61/103Shields, screens or guides arranged to extend the discharge path
    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01JELECTRIC DISCHARGE TUBES OR DISCHARGE LAMPS
    • H01J61/00Gas-discharge or vapour-discharge lamps
    • H01J61/02Details
    • H01J61/30Vessels; Containers
    • H01J61/32Special longitudinal shape, e.g. for advertising purposes

Landscapes

  • Vessels And Coating Films For Discharge Lamps (AREA)

Description

f *' _ .2 PHN 9700 1 N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken te Eindhoven
Lagedrukontladingslamp.
De uitvinding heeft betrekking op een lagedrukontladingslamp met een vacuumdicht afgesloten ontladingsruimte waarin zich een metaaldamp en een edelgas bevindt, en elektroden waartussen tijdens het bedrijf van de lamp een ontlading plaatsvindt, welke ontladings-5 ruimte is begrensd door althans twee op enige afstand van elkaar verlopende wanden,, in welke ontladingsruimte zich voorts een dunwandig lichaam bevindt dat zodanig is gevormd en bemeten, dat, geplaatst tussen de wanden, het zich afwisselend uitstrekt tot althans nabij de ene en tot althans nabij de andere wand, waarbij tijdens het bedrijf IQ van de lamp tussen de wanden en het dunwandige lichaam een althans ten dele gekromde ontladingsbaan gevormd wordt. Een dergelijke lamp is bekend uit het Oostenrijkse octrooischrift 443.485.
De in het genoemde octrooischrift beschreven lamp heeft relatief geringe afmetingen, terwijl de ontladingsbaan relatief lang is.
15 Een dergelijke lamp kan, bijvoorbeeld uitgevoerd als lagedrukkwikdamp-ontladingslamp en voorzien van een geschikte lampvoet, dienen als alternatief voor een gloeilamp voor algemene verlichtingsdoeleinden.
In de bekende lamp zijn de op enige afstand van elkaar gelegen wanden die de ontladingsruimte omsluiten uitgevoerd als twee 2o evenwijdige glazen tegelmantels, waarvan de randen met verbindingsglas vacuumdicht met elkaar zijn verbonden. Het zich in de ontladingsruimte bevindende tussen de wanden gelegen dunwandige lichaam heeft daarbij een zodanige vorm, dat tijdens het bedrijf van de lamp tussen het genoemde dunwandige lichaam en de overige landen een schroeflijn-25 vormige ontladingsbaan ontstaat. Op de plaatsen waar het dunwandige lichaam is gelegen in de onmiddellijke nabijheid van de wanden, zijn tussen die wanden en het lichaam ontladingsdichte verbindingen aanwezig. Hiermee wordt voorkomen, dat de ontlading buiten een door het lichaam en êên der wanden gevormd compartiment treedt.
30 Indien een ontlading buiten een compartiment treedt, vindt doorslag van de ontlading plaats naar een naburig compartiment, waarbij de ontladingsbaan wordt kortgesloten. De lichtopbrengst en de helder-heidsverdeling van de lamp worden dan in negatieve zin beïnvloed.
800 1 2 80 PHN 9700 2
In de bekende lamp zijn de ontladingsdichte verbindingen tussen het dunwandige lichaam (dat volgens het octrooischrift bestaat uit gemakkelijk vervormbaar materiaal zoals blik met een dunne glaslaag) en de overige wanden gerealiseerd door althans op de plaatsen waar het 5 dunu/andige lichaam is gelegen nabij of tegen de wanden een hoeveelheid van een luminescerende-of van een tegen de inwerking van de ontlading resistente chemische stof aan te brengen. Hierbij is tijdens de fabricage van de lamp een nauwkeurige positionering van het dunwandige lichaam ten opzichte van de beide wanden vereist. De ontladingsdichte 10 verbinding in de bekende lamp strekt zich tengevolge van de specifieke vorm van het dunwandige lichaam slechts over een relatief klein kontakt-oppervlak tussen de wanden en het dunwandige lichaam uit. Daarbij bestaat het gevaar, dat ter plaatse van de verbinding het luminescerende-of chemische materiaal bijvoorbeeld door trillingen of schokken en 15 dergelijke van de wand losraakt waarbij toch doorslag van de ontlading optreedt. Een ander bezwaar van de bekende lamp is, dat tijdens het bedrijf op de wanden van de lamp donkere strepen zichtbaar zijn op de plaatsen waar tussen het dunwandige lichaam en de glazen wanden de ontladingsdichte verbindingen aanwezig zijn. Dit vindt zijn oorzaak in 20 het feit, dat het aldaar aanwezige luminescerende of chemische materiaal nauwelijks tot de lichtproduktie bijdraagt.
De uitvinding heeft tot doel een lagedrukontladingslamp van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen die op eenvoudige wijze te vervaardigen is en die de hierboven genoemde bezwaren niet 25 vertoont. Een dergelijke lamp wordt volgens de uitvinding daardoor gekenmerkt, dat de delen van het dunwandige lichaam die zijn gelegen tegen of nabij de wanden zijn voorzien van eindvlakken die parallel aan die wanden verlopen, waarbij althans de eindvlakken van het dunwandige lichaam voor licht doorlaatbaar zijn.
30 In een lamp volgens de uitvinding worden tussen de wanden en de daartegen rustende of op korte afstand van die wanden gelegen eindvlakken van het dunwandige lichaam ontladingsdichte verbindingen gevormd. Hierbij zijn geen speciale maatregelen, zoals het aanbrengen van speciale verbindingsmaterialen, zoals glas, chemische stoffen en 35 dergelijke noodzakelijk. Een lamp volgens de uitvinding heeft een homogene helderheid en is op eenvoudige wijze te vervaardigen. Het dunwandige lichaam kan bijvoorbeeld tussen de wanden worden geschoven, waarna de wanden en het dunwandige lichaam aan hun aan hun uiteinde 800 1 2 80 PHN 9700 3 gelegen randen met behulp van verbindingsglas gasdicht met elkaar kunnen «/orden verbonden.
Tussen de eindvlakken en de daartegenover gelegen wanden is bij voorkeur een spieetvormige ruimte aanwezig met behulp waarvan 5 een barrière voor de ontlading wordt gevormd tussen twee naburige door de genoemde spieetvormige ruimte van elkaar gescheiden compartimenten. Doorslag van de ontlading kan pas dan optreden, als de breedte van de spleet te groot en/of de lengte ervan te klein is. Onder spleetlengte wordt de afstand verstaan, gemeten langs een eindvlak 10 in een richting loodrecht op de ontladingsbaan. De spleetbreedte is de afstand van een eindvlak tot een wand in een richting loodrecht op het eindvlak. Gevonden is, dat in een praktische uitvoeringsvorm van een lamp volgens de uitvinding geen doorslag van de ontlading optrad bij een verhouding van spleetlengte tot spleetbreedte van ongeveer 15 10 of meer. Het elektrische veld (de barrière) in de spieetvormige ruimte heeft dan een voor doorslag te hoge waarde onder voor lagedrukontladings-lampen normale bedrijfskondities. De ontlading volgt dan een door de vorm van de compartimenten voorgeschreven weg. Deze uitvoeringsvorm heeft het voordeel, dat tijdens de fabricage het zogeheten "pompen" 20 aan de vrijwel gerede lamp relatief vlot verloopt. Onder "pompen" wordt verstaan het ontgassen van de wanden en de andere lamponderdelen, het gloeien en ontgassen van de elektroden, het vullen van de lamp met de gewenste lampatmosfeer enz. Een dergelijke lamp bedreven met een gelijkstroomvoeding heeft het voordeel, dat uitputting van kwik nabij 25 de anode, die optreedt in de loop van het bedrijf van de lamp door migratie van kwikionen in de richting van de kathode (kataforese), tegengegaan wordt door diffusie van kwikatomen door de spleten naar de omgeving van de anode. De uitvoeringsvorm heeft tenslotte bij lage-drukkwikdampontladingslampen volgens de uitvinding het voordeel, dat 30 tijdens de fabricage van de lamp de op de wanden en/of op het dun-wandige lichaam aangebrachte luminescerende lagen niet beschadigd worden tijdens het plaatsen van het dunwandige lichaam tussen de wanden.
In een voorkeursuitvoering van een lamp volgens de uitvinding lopen de op enige afstand van elkaar gelegen wanden evenwijdig aan 35 elkaar en zijn gevormd als twee glazen cylinders met gemeenschappelijke lengte-as, waarbij het dunwandige lichaam eveneens cylindervormig is.
De cylinders zijn aan één uiteinde (bijvoorbeeld bolvormig) afgesloten en aan het andere uiteinde aan de randen gasdicht met elkaar verbonden.
800 1 2 80
Ir PHN 9700 4
Een dergelijke lamp is op relatief eenvoudige wijze in grote hoeveelheden te vervaardigen. In een speciale uitvoeringsvorm van de lamp is althans een eerste cylinder (bijvoorbeeld de binnenste) in dwarsdoorsnede rechthoekig. De ontladingsdichte verbinding tussen die 5 cylinder en het dunwandige lichaam is dan betrouwbaar. Deze uitvoeringsvorm benadert de vorm van een gloeilamp voor algemene verlichtingsdoel-einden. Uitgevoerd als lagedrukkwikdampontladingslamp, waarbij lumines-cerend materiaal bijvoorbeeld op de binnenwand van de buitencylinder aanwezig is, kan met deze lamp, door geschikte keuze van dat lumines-10 cerende materiaal, een zodanige kleurtemperatuur worden verkregen, dat toepassing huiskamers aantrekkelijk is. Ook is een uitvoering denkbaar als relatief kleine lagedruknatriumdampontladingslamp, bijvoorbeeld als lichtbron voor beveiligingsverlichting.
In een geheel andere uitvoeringsvorm van een lamp volgens de 15 uitvinding zijn de op enige afstand van elkaar gelegen wanden evenwijdig aan elkaar en uitgevoerd als cirkelvormige of rechthoekige platen, waartussen het dunwandige lichaam is gelegen. De drie onderdelen van de lamp zijn aan hun randen met behulp van verbindingsglas met elkaar verbonden, waardoor de ontladingsruimte gasdicht is afgesloten. Op deze 20 wijze zijn vlakke lampen verkregen, waarbij de ontladingsbaan een aantal keren is opgevouwen. Dergelijke lampen kunnen bijvoorbeeld worden toegepast als paneellamp. Evenzeer is een dergelijke lamp samen met een starter, een voorschakelapparaat en een geschikte lampvoet te integreren tot een eenheid, die toepasbaar is in armaturen voor gloeilampen.
25 In een lagedrukkwikdampontladingslamp volgens de uitvinding is bij voorkeur op de naar de ontladingsruimte gekeerde zijden van de wanden een luminescerende laag aangebracht. Het dunwandige lichaam is dan vrij van luminescerend materiaal en bestaat uit glas, dat voor'de in de kwikontlading opgewekte ultraviolette straling doorlaatbaar is.
30 In een andere uitvoeringsvorm van een lagedrukkwikdampont ladingslamp volgens de uitvinding bevindt het luminescerende materiaal zich slechts op die delen van de wanden en het dunwandige lichaam die zijn gekeerd naar de ontladingsbaan. De zijden van de eindvlakken en wanden die een spieetvormige ruimte begrenzen zijn dan vrij van 35 luminescerend materiaal. Dergelijke lampen hebben een zeer homogene helderheid, daar geen schaduwstrepen zichtbaar zijn. Schaduwstrepen kunnen ontstaan, als in licht omgezette ultraviolette straling plaatselijk een aantal achter elkaar gelegen luminescerende lagen passeert.
800 1 2 80 PHN 9700 5
In een speciale uitvoeringsvorm van een lagedrukontladings- lamp volgens de uitvinding bevat één der wanden reflekterend materiaal.
Het licht wordt dan in de richting van een toeschouwer gereflekteerd.
Het reflekterende materiaal kan ineen lagedrukkwikdampontladingslamp volgens de uitvinding zijn aangebracht op êên der wanden, bijvoorbeeld 5 tussen de luminescerende laag en de wand. Ook is het mogelijk één der wanden zelf uit te voeren als reflekterend lichaam.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een aantal uitvoeringsvormen van een lamp volgens de uitvinding zijn getoond.
10
In de tekening is fig. 1 een lagedrukkwikdampontladingslamp volgens de uitvinding deels in aanzicht, deels in langsdoorsnede; fig. 2 een dwarsdoorsnede van een lamp volgens fig. 1 over het vlak II—II; 15 fig. 3 een detail van een dwarsdoorsnede volgens fig. 2; fig. 4 een dwarsdoorsnede van een bijzondere uitvoeringsvorm van een lamp volgens de uitvinding; fig. 5 een dwarsdoorsnede van een andere uitvoeringsvorm; fig. 6 een uitvoeringsvorm van een platte lamp volgens 20 de uitvinding in aanzicht; fig. 7 een dwarsdoorsnede van een lamp volgens fig. 6 over het vlak VII-V/II en fig. 8 schematisch een dwarsdoorsnede van een lamp volgens fig. 6, waarbij zich in de ontladingsruimte een draadvormig ijl ver-25 deeld lichaam bevindt.
De lagedrukkwikdampontladingslamp volgens de figuren 1 en 2 heeft een vacuumdicht afgesloten ontladingsruimte welke wordt begrensd door een tweetal op enige afstand van elkaar gelegen cylindervormige glazen wanden 1 en 2. (Wand 2 is in fig. 1 gestippeld weergegeven).
30 , .
Deze cylinders zijn aan êên zijde (3) bolvormig gesloten en nabij hun randen (4) met behulp van verbindingsglas vacuumdicht met elkaar verbonden. In de ontladingsruimte bevinden zich voorts een tweetal elektroden 5 en 6, waartussen tijdens het bedrijf van de lamp een ontlading plaatsvindt. De ontladingsruimte is gevuld met kwikdamp en een edel-35 gas. In de ontladingsruimte bevindt zich een tussen 1 en 2 geplaatst dunwandig glazen lichaam 7, dat zodanig is gevormd en bemeten, dat het zich afwisselend uitstrekt tot nabij de glazen wand 1 en glazen wand 2, 80 0 1 2 80 «* PHN 9700 6
Hierbij wordt de ontladingsruimte verdeeld in een aantal kompartimenten 8a t/m 8h (zie fig. 2) die tijdens het bedrijf van de lamp achtereenvolgens door de ontlading worden doorlopen. Daarbij wordt de ontladings-baan ten dele gekromd (bijvoorbeeld op de plaatsen waar deze door een 5 opening (zoals 12) in de wand van lichaam 7 van het ene kompartiment naar het andere overgaat).
De ontlading verloopt daarbij als volgt: van elektrode 5 (die aan de bovenzijde van kompartiment 8a is gelegen) door kompartiment 8a omlaag door een aldaar gelegen opening 9 naar compartiment 10 8b dan omhoog en langs de zijkant van de bolvormige afsluiting 3 waar kompartiment 8b overgaat in 8c weer omlaag, vervolgens door opening 10 naar 8d. De ontlading loopt door 8d omhoog langs de bolvormige afsluiting naar de achterzijde van de lamp. Hier gaat 8d over in 8e. Aan de onderzijde van de lamp keert de ontlading via poort 11 weer om door 15 8f en verloopt weer U-vormig naar de voorzijde van de lamp. Via 8g gaat de ontlading dan weer omlaag om via poort 12 in kompartiment 8h te eindigen bij de elektrode 6, die evenals elektrode 5 aan de bovenzijde is gelegen.
De genoemde openingen 9 t/m 12 zijn gelegen op enige afstand 20 van de rand 4. Hierdoor zijn in de ontladingsruimte relatief koele plaatsen aanwezig tengevolge van de afwezigheid van de ontlading aldaar. Het omzettingsrendement van toegevoerde elektrische energie in ultraviolette straling van de relatief kompakte lamp is dan gunstig, ondanks de relatief hoge temperatuur in de ontladingsruimte tijdens het 25 bedrijf.
De delen van het dunwandige glazen lichaam 7 die zijn gelegen nabij de glazen wanden 1 en 2 zijn voorzien van eindvlakken (bijvoorbeeld 13 en 14) die parallel verlopen, respektievelijk aan wand 2 en wand 1 (zie ook fig. 3). De glazen cylinders 1, 2 en 7 zijn ver-30 vaardigd door persen met behulp van een geschikte mal.
De lamp volgens fig. 1 bevat voorts een lampvoet 15 waarin een starter en een elektrische stabilisatieballast 16 zijn opgenomen.
De lampvoet is voorzien van een schroefdraad 17, zodat de lamp op eenvoudige wijze in gloeilampenarmaturen kan worden gedraaid. De lamp-35 voet 15 is van de door de glazen wanden 1 en 2 gevormde ontladingsruimte bijvoorbeeld met behulp van een klikmechanisme 18 losneembaar .
Uit het in fig. 3 weergegeven detail van de dwarsdoorsnede volgens fig. 2 blijkt dat tussen eindvlak 14 van het dunwandige lichaam 800 1 2 80 PHN 9700 7 7 en het tegenover 14 gelegen wanddeel van glazen wand 1 een spieetvormige ruimte 19 aanwezig is. De lengte van de spleet is de afstand AB; de breedte is CD. Bij een verhouding van spleetlengte AB tot spleetbreedte CD groter dan circa 10, is onder normale bedrijfs-5 kondities tussen de kompartimenten 8f en 8g een ontladingsdichte afsluiting aanwezig. Voor de ontlading is een barrière gevormd, zodat doorslag van de ontlading door de spieetvormige ruimte 19 niet optreedt. De ontlading kan dan niet buiten de kompartimenten (8f,8g) treden.
In fig. 4 is een dwarsdoorsnede van een cylindervormige 10 lamp volgens de uitvinding weergegeven, waarbij de binnenste glazen cylinder 2 in dwarsdoorsnede rechthoekig is en waarbij de ontladings-ruimte in 12 kompartimenten is verdeeld. De gehele lamp is opgebouwd uit een drietal aan één uiteinde afgesloten glazen cylindervormige lichamen 1, 2 en 7. Tussen de eindvlakken (bijvoorbeeld 14a en 14b) 15 van lichaam 7 en de wanden van de overige cylindervormige lichamen 1 en 2 zijn spieetvormige ruimten aanwezig met een zodanige lengte en breedte, dat ontladingsdichte verbindingen gevormd zijn (bijvoorbeeld bij 21 tussen kompartimenten 22 en 23). Slechts die delen van de lichamen 1, 2 en 7 die zijn gekeerd naar de ontladingsbaan zijn voor-20 zien van een luminescerende laag 24 (gestippeld in de tekening). De overige delen (bijvoorbeeld deel 25 van de binnenwand van cylinder 1) zijn vrij van luminescerend materiaal om te voorkomen dat het licht een aantal achter elkaar gelegen luminescerende lagen passeert, waardoor de lichtopbrengst van de lamp negatief beïnvloed wordt.
25 In de uitvoeringsvorm volgens fig. 5 is eveneens een dwarsdoorsnede van een lagedrukkwiklamp volgens de uitvinding weergegeven, waarbij de glazen cylinder 2 in dwarsdoorsnede eveneens een rechthoekige vorm heeft. De naar de ontladingsruimte gekeerde zijden van de cylinders 1 en 2 zijn over het gehele oppervlak voorzien van 30 een laag van luminescerend materiaal (26 respektievelijk 27). Het dunwandige lichaam 7, dat de ontladingsruimte in een aantal met elkaar kommunicerende kompartimenten verdeelt, die achtereenvolgens door de ontlading worden doorlopen, bestaat uit glas, dat zowel voor licht als voor de door de ontlading opgewekte ultraviolette straling doorlaat-35 baar is. Het is niet bedekt met luminescerend materiaal. Tussen laag 27 en de wand van cylinder 2 is een laag 28 aanwezig, bestaande uit reflekterend materiaal, zoals titaandioxyde. Deze laag 28 is in de tekening als ononderbroken lijn weergegeven. Het licht wordt met behulp 800 1 2 80
* -V
PHN 9700 8 van deze laag in de richting van de buitenwand 1 weerkaatst. In plaats van een reflekterende laag is ook denkbaar, de wanden zelf uit te voeren van reflekterend materiaal of in de holle ruimte binnen cylinder 2 een reflektor te plaatsen. In deze holle ruimte (29) is tevens ruimte aan-5 wezig voor een elektrische stabilisatieballast en/of starter.
In fig. 6 is een bovenaanzicht van een platte lagedrukkwik-dampontladingslamp volgens de uitvinding weergegeven. De ontladings-ruimte van deze lamp wordt begrensd door een tweetal cirkelvormige evenwijdige glazen wanden 31 en 32 (zie ook fig. 7), die aan hun randen 10 met glasemaille met elkaar zijn verbonden. Tussen de platen strekt zich een dunwandig glazen lichaam 33 uit, dat een in dwarsdoorsnede zig-zag verlopende vorm heeft, waarmee de ontladingsruimte in een aantal met elkaar kommunicerende kompartimenten 33a t/m 33g verdeeld wordt. 33 is met glasemaille aan de overige wanden 31 en 32 bevestigd. Zoals uit de 15 figuur blijkt is wand 32 voorzien van een opstaande rand. Hierdoor wordt het positioneren van 33 tijdens de fabricage en het bevestigen van de wanden aan elkaar met glasemaille vereenvoudigd.. De eindvlakken 34a t/m 34g (zie fig. 7) respektievelijk 34h t/m 34m van het dunwandige lichaam verlopen evenwijdig met de glazen wanden 31 en 32, respektie-2Q velijk met de opstaande rand van 32 waarbij tussen de eindvlakken en de wanden ontladingsdichte verbindingen aanwezig zijn. De ontlading slaat dan niet door, maar bevindt zich steeds in de kompartimenten, die met elkaar kommuniceren via een aantal openingen 36a t/m 36f. De ontlading gaat van elektrode 37 omlaag door kompartiment 33a en via 25 opening 36a omhoog door kompartiment 33b enz. tot elektrode 38. Op deze wijze is de ontladingsbaan opgevouwen. De openingen 36a t/m 36f liggen op enige afstand van de rand voor het scheppen van een koele plaats in de ontladingsruimte.
Slechts de naar de ontladingsbaan gekeerde wanddelen van 3q de glazen wanden 31 en 32 en van het dunwandige lichaam 33 zijn voorzien van een luminescerende laag op een wijze die vergelijkbaar is met de lamp volgens fig. 4.
De lamp volgens fig. 6 kan worden uitgevoerd als vlakke lamp of als tegellamp. De kontouren van de platen 31, 32 en 33 kunnen cirkel-35 vormig zijn, maar de vorm kan ook rechthoekig zijn. Ook is een uitvoeringsvorm denkbaar, waarbij met behulp van een aan de lamp bevestigd huis een integratie met een starter en een voorschakelapparaat verkregen wordt. Met behulp van een lampvoet kan een dergelijke lamp in fittingen 800 1 2 80 PHN 9700 9 voor gloeilampen worden gedraaid. In fig. 7, is behalve een dwarsdoorsnede van de lamp volgens fig. 6 over het vlak VII-VII gestippeld schematisch een huis 39 en een lampvoet 40 weergegeven. In een dergelijke uitvoeringsvorm kan wand 32 zijn voorzien van een reflekterende 5 laag 41.
In fig. 8 is eveneens een dwarsdoorsnede van een lamp volgens fig. 6 weergegeven waarbij in de ontladingsruimte tussen de glazen wanden 31 en 32 een over die ontladingsruimte ijl verdeeld draadvormig lichaam 42 aanwezig is. Een dergelijk lichaam, bijvoorbeeld 10 bestaande uit ijl verdeelde glaswol (zie U.S.P. 4.163.169, PHN 7633) of bestaande uit een borstelvormig lichaam (zie U.S.P. 4.143.447, PHN 8688) dat in fig. 8 schematisch is aangegeven, dient ter verhoging van de stralingsopbrengst per eenheid van lampvolume. De afmetingen van een dergelijke lamp kunnen met het ijle lichaam worden gereduceerd met 15 behoud van rendement.
In een praktische uitvoeringsvorm van een lagedrukkwik-dampontladingslamp volgens fig. 1 bedroeg die inwendige diameter van de buitencylinder 1 circa 55 mm. De hoogte was circa 60 mm (exclusief lampvoet). De lengte/breedte-faktor van de spieetvormige ruimten nabij 20 de eindvlakken was circa 15. Bij een totale lengte van de ontladings-baan van circa 40 cm, een gasvulling van kwik en argon (400 Pa) bedroeg het lamprendement circa 60 lm/W bij een toegevoerd vermogen aan de lamp van 15W. Op de naar de ontlading gekeerde wanddelen bevond zich een luminescerende laag bestaande uit een mengsel van twee fosforen, teweten 25 groen luminescerend met terbium geaktiveerd ceriummagnesiumaluminaat en rood luminescerend met driewaardig europium geaktiveerd yttrium-oxyde. Op de wand van de binnenste cylinder is tussen de luminescerende laag en de wand een reflekterende laag aanwezig, bestaande uit titaan-dioxyde.
30 Bij een praktische uitvoeringsvorm van een tegelvormige lagedrukkwikdampontladingslamp volgens fig. 6 bedroeg, bij dezelfde fos-foren als bij de hierboven beschreven uitvoeringsvorm, het lamprendement circa 70 lm/W bij een toegevoerd vermogen aan de lamp van 15W. De totale lengte van de ontladingsbaan was circa 40 cm. De diameter van de 35 cirkelvormige platen was circa 10 cm. De afstand tussen de platen circa 1 cm.
80 0 1 2 80

Claims (11)

1. Lagedrukontladingslamp met een vacuumdicht afgesloten ontladingsruimte waarin zich een metaaldamp en een edelgas bevindt en elektroden, waartussen tijdens het bedrijf van de lamp een ontlading plaatsvindt, welke ontladingsruimte is begrensd door althans twee 5 op enige afstand van elkaar verlopende wanden, in welke ontladingsruimte zich voorts een dunwandig lichaam bevindt, dat zodanig is gevormd en bemeten, dat, geplaatst tussen de wanden, het dunwandige lichaam zich afwisselend uitstrekt tot althans nabij de ene en tot althans nabij de andere wand, waarbij tijdens het bedrijf van de lamp 10 tussen de wanden en het dunwandige lichaam een althans ten dele gekromde ontladingsbaan gevormd wordt, met het kenmerk, dat de delen van het dunwandige lichaam die zijn gelegen tegen of nabij de wanden zijn voorzien van eindvlakken die parallel aan de wanden verlopen, waarbij althans de eindvlakken van het dunwandige lichaam voor licht doorlaatbaar 15 ziJn·
2. Lagedrukontladingslamp volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat zich tussen de eindvlakken en de daartegenover gelegen wanden een spieetvormige ruimte bevindt, waarvan de spleetlengte tenminste circa een faktor 10 groter is dan de spleetbreedte. 2Q
'3. Lagedrukontladingslamp volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de wanden aan êên zijde gesloten cylinders zijn met gemeenschappelijke lengte-as waarbij het dunwandige lichaam eveneens cylinder-vormig is.
4. Lagedrukontladingslamp volgens conclusie 3, met het kenmerk, 25 dat de cylinders en het dunwandige cylindervormige lichaam aan een uiteinde zijn afgesloten.
5. Lagedrukontladingslamp volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat althans êên cylinder in dwarsdoorsnede een rechthoekige vorm vertoont.
6. Lagedrukontladingslamp volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de wanden zijn gevormd als evenwijdige platen.
7. Lagedrukontladingslamp volgens conclusie 1,2,;3,4,5 of 6, met het kenmerk, dat êên der wanden reflekterend materiaal bevat.
8. Lagedrukontladingslamp volgens conclusie 1, 2, 3, 4, 5, 6 of 35 7, met hst kenmerk, dat de ontladingsbaan zodanig is gekromd, dat in de ontladingsruimte een plaats aanwezig is met een relatief lage temperatuur.
9. Lagedrukontladingslamp volgens conclusie 1, 2, 3, 4, 5, 6, 800 1 2 80 PHN 9700 11 7 of 8, met het kenmerk, dat zich in de ontladingsruimte een draadvormig lichaam bevindt met een voor de ontlading doorlaatbare ijle struktuur.
10. Lagedrukkwikdampontladingslamp volgens conclusie 1, 2, 3, 4, 5 5, 6, 7, 8 of 9, met het kenmerk, dat de naar de ontladingsruimte ge keerde zijden van de wanden zijn voorzien van een luminescerende laag.
11. Lagedrukkwikdampontladingslamp volgens conclusie 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 of 9, met hetkenmerk, dat slechts de delen van de wanden en het dunwandige lichaam die zijn gekeerd naar de ontladingsbaan zijn voorzien van luminescerend materiaal. 15 20 25 30 S00 1 2 80 35
NL8001280A 1980-03-04 1980-03-04 Lagedrukontladingslamp. NL8001280A (nl)

Priority Applications (8)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8001280A NL8001280A (nl) 1980-03-04 1980-03-04 Lagedrukontladingslamp.
DE19813106721 DE3106721A1 (de) 1980-03-04 1981-02-24 "niederdruckentladungslampe"
GB8106199A GB2071407B (en) 1980-03-04 1981-02-27 Low-pressure discharge lamp
IT8120061A IT1210999B (it) 1980-03-04 1981-02-27 Lampada a scarica, a bassa pressione
JP2976281A JPS56136450A (en) 1980-03-04 1981-03-02 Low voltage discharge lamp
BE0/203979A BE887751A (fr) 1980-03-04 1981-03-02 Lampe a decharge a basse pression
FR8104292A FR2477770A1 (fr) 1980-03-04 1981-03-04 Lampe a decharge a basse pression
US06/849,350 US4871942A (en) 1980-03-04 1986-04-07 Low-pressure discharge lamp

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8001280 1980-03-04
NL8001280A NL8001280A (nl) 1980-03-04 1980-03-04 Lagedrukontladingslamp.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8001280A true NL8001280A (nl) 1981-10-01

Family

ID=19834927

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8001280A NL8001280A (nl) 1980-03-04 1980-03-04 Lagedrukontladingslamp.

Country Status (8)

Country Link
US (1) US4871942A (nl)
JP (1) JPS56136450A (nl)
BE (1) BE887751A (nl)
DE (1) DE3106721A1 (nl)
FR (1) FR2477770A1 (nl)
GB (1) GB2071407B (nl)
IT (1) IT1210999B (nl)
NL (1) NL8001280A (nl)

Families Citing this family (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3320597C2 (de) * 1983-06-08 1986-11-27 W.C. Heraeus Gmbh, 6450 Hanau Hochdruck-Gasentladungslampe
JPS6276149A (ja) * 1985-09-28 1987-04-08 Toshiba Corp けい光ランプ装置
DE4027783A1 (de) * 1990-09-03 1992-04-30 Holzer Walter Gasentladungsgeraet fuer kompaktlampen
DE4314744A1 (de) * 1993-05-04 1994-11-10 Patent Treuhand Ges Fuer Elektrische Gluehlampen Mbh Kompakte Leuchtstofflampe
US6486598B1 (en) * 1998-12-04 2002-11-26 Industrial Technology Research Institute Compact fluorescent lamp and method for manufacturing
CA2453700A1 (en) * 2001-07-13 2003-01-23 Mel Lighting Ltd. Gas discharge lamp
ES2341922T3 (es) * 2001-11-01 2010-06-29 Spectrum Pharmaceuticals, Inc. Composiciones medicas para el tratamiento intravesical de cancer de vejiga.
DE102009025667A1 (de) * 2009-06-17 2010-12-23 Heraeus Noblelight Gmbh Lampeneinheit

Family Cites Families (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL131163C (nl) * 1962-11-27
US3551736A (en) * 1968-04-02 1970-12-29 Gunther Anthony Doehner Fluorescent lamps constructed for use in conventional light fixtures
US3609436A (en) * 1969-04-21 1971-09-28 Gen Electric Fluorescent light source with a plurality of sequentially energized electrodes
US3849689A (en) * 1973-07-02 1974-11-19 Gen Electric Sequential discharge fluorescent lamp
JPS52113584A (en) * 1976-03-19 1977-09-22 Matsushita Electronics Corp Lamp and its production method
US4187446A (en) * 1977-09-21 1980-02-05 Leo Gross Screw-in fluorescent lamp with magnetic arc spreading
NL7812539A (nl) * 1978-02-14 1979-08-16 Philips Nv Lagedrukkwikdampontladingslamp.
US4281271A (en) * 1979-06-12 1981-07-28 Westinghouse Electric Corp. Compact fluorescent lamp having a partitioned envelope

Also Published As

Publication number Publication date
BE887751A (fr) 1981-09-02
GB2071407B (en) 1983-12-21
FR2477770A1 (fr) 1981-09-11
IT1210999B (it) 1989-09-29
US4871942A (en) 1989-10-03
JPS56136450A (en) 1981-10-24
FR2477770B1 (nl) 1985-04-05
DE3106721A1 (de) 1982-01-21
GB2071407A (en) 1981-09-16
IT8120061A0 (it) 1981-02-27

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CA1139818A (en) Low-pressure mercury vapour discharge lamp with heat shield and cool spot appendix
JP3856473B2 (ja) インコヒーレント放射源の点灯方法およびこれに適した照明装置
US3646383A (en) Fluorescent panel lamp
JP3298886B2 (ja) インコヒーレント放出放射源の作動方法
US6060828A (en) Electric radiation source and irradiation system with this radiation source
US4260931A (en) Low-pressure mercury vapor discharge lamp with luminescent coatings on envelope walls
US5523655A (en) Neon fluorescent lamp and method of operating
HU223719B1 (hu) Gázkisülőlámpa dielektromosan gátolt elektródákkal, eljárás a lámpa előállítására, a lámpát tartalmazó világítási rendszer és laposképernyős rendszer
US4099090A (en) Fluorescent lamp having a longitudinal stripe of phosphor on outer envelope surface with reflector layer thereover
CA2225832A1 (en) Fluorescent lamp of the exterior electrode type as well as radiation unit
NL8001280A (nl) Lagedrukontladingslamp.
US4591958A (en) Ultraviolet irradiation panel
NL7906203A (nl) Lagedrukkwikdampontladingslamp.
JP3037441B2 (ja) 平型発光器
JP2001081460A (ja) 紫外発光物質及びこれを使用した紫外線発光蛍光ランプ、紫外発光素子
JP5137391B2 (ja) 誘電体バリア放電ランプ
EP0797237B1 (en) Flat compact fluorescent lamp
US6252352B1 (en) Flat light emitter
JP2001172624A (ja) 紫外発光物質及びこれを使用した紫外線発光蛍光ランプ、紫外発光素子
CN103503111A (zh) 光学薄膜灯可见光涂布区出光结构的改善装置
JP2002525822A (ja) 誘電体妨害電極を備えた放電ランプ
TWI237837B (en) Dielectric barrier-discharge lamp with improved color rendition
JPH03129659A (ja) カラー映像表示装置用蛍光ランプ
NL8005921A (nl) Lagedrukkwikdampontladingslamp.
US20040245926A1 (en) Plasma color display screen with color filters

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed