NL8000628A - Antibiotica c-19393s2 en h2. - Google Patents
Antibiotica c-19393s2 en h2. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8000628A NL8000628A NL8000628A NL8000628A NL8000628A NL 8000628 A NL8000628 A NL 8000628A NL 8000628 A NL8000628 A NL 8000628A NL 8000628 A NL8000628 A NL 8000628A NL 8000628 A NL8000628 A NL 8000628A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- antibiotic
- column
- water
- eluted
- eluate
- Prior art date
Links
Classifications
-
- C—CHEMISTRY; METALLURGY
- C07—ORGANIC CHEMISTRY
- C07D—HETEROCYCLIC COMPOUNDS
- C07D477/00—Heterocyclic compounds containing 1-azabicyclo [3.2.0] heptane ring systems, i.e. compounds containing a ring system of the formula:, e.g. carbapenicillins, thienamycins; Such ring systems being further condensed, e.g. 2,3-condensed with an oxygen-, nitrogen- or sulphur-containing hetero ring
- C07D477/10—Heterocyclic compounds containing 1-azabicyclo [3.2.0] heptane ring systems, i.e. compounds containing a ring system of the formula:, e.g. carbapenicillins, thienamycins; Such ring systems being further condensed, e.g. 2,3-condensed with an oxygen-, nitrogen- or sulphur-containing hetero ring with hydrogen atoms, hydrocarbon or substituted hydrocarbon radicals, directly attached in position 4, and with a carbon atom having three bonds to hetero atoms with at the most one bond to halogen, e.g. an ester or nitrile radical, directly attached in position 2
- C07D477/12—Heterocyclic compounds containing 1-azabicyclo [3.2.0] heptane ring systems, i.e. compounds containing a ring system of the formula:, e.g. carbapenicillins, thienamycins; Such ring systems being further condensed, e.g. 2,3-condensed with an oxygen-, nitrogen- or sulphur-containing hetero ring with hydrogen atoms, hydrocarbon or substituted hydrocarbon radicals, directly attached in position 4, and with a carbon atom having three bonds to hetero atoms with at the most one bond to halogen, e.g. an ester or nitrile radical, directly attached in position 2 with hydrogen atoms, hydrocarbon or substituted hydrocarbon radicals, attached in position 6
- C07D477/16—Heterocyclic compounds containing 1-azabicyclo [3.2.0] heptane ring systems, i.e. compounds containing a ring system of the formula:, e.g. carbapenicillins, thienamycins; Such ring systems being further condensed, e.g. 2,3-condensed with an oxygen-, nitrogen- or sulphur-containing hetero ring with hydrogen atoms, hydrocarbon or substituted hydrocarbon radicals, directly attached in position 4, and with a carbon atom having three bonds to hetero atoms with at the most one bond to halogen, e.g. an ester or nitrile radical, directly attached in position 2 with hydrogen atoms, hydrocarbon or substituted hydrocarbon radicals, attached in position 6 with hetero atoms or carbon atoms having three bonds to hetero atoms with at the most one bond to halogen, e.g. an ester or nitrile radical, directly attached in position 3
- C07D477/20—Sulfur atoms
-
- C—CHEMISTRY; METALLURGY
- C12—BIOCHEMISTRY; BEER; SPIRITS; WINE; VINEGAR; MICROBIOLOGY; ENZYMOLOGY; MUTATION OR GENETIC ENGINEERING
- C12N—MICROORGANISMS OR ENZYMES; COMPOSITIONS THEREOF; PROPAGATING, PRESERVING, OR MAINTAINING MICROORGANISMS; MUTATION OR GENETIC ENGINEERING; CULTURE MEDIA
- C12N1/00—Microorganisms, e.g. protozoa; Compositions thereof; Processes of propagating, maintaining or preserving microorganisms or compositions thereof; Processes of preparing or isolating a composition containing a microorganism; Culture media therefor
- C12N1/20—Bacteria; Culture media therefor
- C12N1/205—Bacterial isolates
-
- C—CHEMISTRY; METALLURGY
- C12—BIOCHEMISTRY; BEER; SPIRITS; WINE; VINEGAR; MICROBIOLOGY; ENZYMOLOGY; MUTATION OR GENETIC ENGINEERING
- C12P—FERMENTATION OR ENZYME-USING PROCESSES TO SYNTHESISE A DESIRED CHEMICAL COMPOUND OR COMPOSITION OR TO SEPARATE OPTICAL ISOMERS FROM A RACEMIC MIXTURE
- C12P17/00—Preparation of heterocyclic carbon compounds with only O, N, S, Se or Te as ring hetero atoms
- C12P17/18—Preparation of heterocyclic carbon compounds with only O, N, S, Se or Te as ring hetero atoms containing at least two hetero rings condensed among themselves or condensed with a common carbocyclic ring system, e.g. rifamycin
- C12P17/182—Heterocyclic compounds containing nitrogen atoms as the only ring heteroatoms in the condensed system
- C12P17/184—Heterocyclic compounds containing nitrogen atoms as the only ring heteroatoms in the condensed system containing a beta-lactam ring, e.g. thienamycin
-
- C—CHEMISTRY; METALLURGY
- C12—BIOCHEMISTRY; BEER; SPIRITS; WINE; VINEGAR; MICROBIOLOGY; ENZYMOLOGY; MUTATION OR GENETIC ENGINEERING
- C12R—INDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBCLASSES C12C - C12Q, RELATING TO MICROORGANISMS
- C12R2001/00—Microorganisms ; Processes using microorganisms
- C12R2001/01—Bacteria or Actinomycetales ; using bacteria or Actinomycetales
- C12R2001/465—Streptomyces
Landscapes
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Organic Chemistry (AREA)
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Health & Medical Sciences (AREA)
- Wood Science & Technology (AREA)
- Zoology (AREA)
- Biotechnology (AREA)
- Bioinformatics & Cheminformatics (AREA)
- Genetics & Genomics (AREA)
- Biochemistry (AREA)
- General Health & Medical Sciences (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Microbiology (AREA)
- Tropical Medicine & Parasitology (AREA)
- Biomedical Technology (AREA)
- Virology (AREA)
- Medicinal Chemistry (AREA)
- Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
- General Chemical & Material Sciences (AREA)
- Preparation Of Compounds By Using Micro-Organisms (AREA)
- Micro-Organisms Or Cultivation Processes Thereof (AREA)
- Medicines Containing Material From Animals Or Micro-Organisms (AREA)
- Pharmaceuticals Containing Other Organic And Inorganic Compounds (AREA)
Description
S 4C01-224 * '*
P & C
• Antibiotica C-19393S2 en .
De uitvinding heeft betrekking op de nieuwe antibiotica C-19393S2 en H2 en hun zouten, benevens op een werkwijze ter bereiding van antibioticum C-19393S2 en/of E^.
Er werd een aantal micro-organismen uit bodemmonsters geïsoleerd en 5 de door deze micro-organismen gevormde antibiotica werden onderzocht met het doel nieuwe antibiotica te vinden en te onderzoeken. Als gevolg van dit onderzoek werd gevonden, dat een bepaald micro-organisme in staat is nieuwe antibiotica te produceren, dat dit micro-organisme tot het genus Streptomyces behoort, dat kweken van dit micro-organisme in een geschikt 10 cultuurmedium tot ophoping van de antibiotica in de cultuurbouillon leidt en dat deze antibiotica een antimicrobiële werkzaamheid tegen gram-positieve en gram-negatieve bacteriën vertonen. De genoemde antibiotica werden geïsoleerd en op grond van hun chemische en fysische eigenschappen werd bevestigd, dat het hier nieuwe antibiotica betreft met de formule van fig. 5, 15 waarin R een groep -SO^H of waterstof is.
De verbinding volgens fig. 5, waarin R een groep -SO^H voorstelt, is antibioticum C-19393S2 genoemd en de verbinding, waarin R waterstof is, is antibioticum 0193931^ genoemd.
De uitvinding heeft derhalve betrekking op: 20 (1) Antibioticum C-19393S2 of met de formule van fig. 5, waarin R een groep -SO^H of waterstof is; en (2) een werkwijze ter bereiding van antibioticum C-19393S2 en/of ï^, waarbij men een tot het genus Streptomyces behorend micro-organisme, dat in staat is antibioticum C-19393S2 en/of te vormen, in een cultuurmedium 25 kweekt om het micro-organisme antibioticum C-19393S2 en/of in de cultuurbouillon te laten vormen en ophopen en antibioticum C-19393S2 en/of uit de bouillon wint.
Antibioticum C-19393S2 wordt hier soms kortweg aangeduid als "C-19393S2" en antibioticum C-19393H2 wordt hier soms kortweg aangeduid 30 als "C-19393H2M.
Voor het vormen van antibioticum C-19393S2 en/of E^ van de uitvinding gebruikt men antibioticum S-19393S2 en/of producerende micro-organismen behorend tot het genus Streptomyces. Een representatief voorbeeld van een dergelijk micro-organisme is Streptomyces sp. stam C-19393 (hier verder 35 ook wel kortweg "C-19393 stam" genoemd), dat verkregen wordt door een suspensie van een in Zweden verzameld bodemmonster in steriel water aan te brengen op een cultuurmedium bevattende 1 % oplosbare zetmeel, 0,05 % ureum, 0,05 % polypepton (Daigo Nitritive Chemicals, Ltd., Japan), 0,05 % gist-
0/1 A A MA
- 2 - extract (Difco, U.S.A.), 0,02 % dikaliumfosfaat, 0,02 % kaliumchloride, 0,01 % magnesiumsulfaat, 5 ^ig/ml bleomycine en 2 % agar en met een pH van 7,0, em het micro-organisme van de kolonie, die bij kweken gedurende 2 weken bij 28°C gevormd wordt, herhaaldelijk te zuiveren.
5 De microbiologische eigenschappen van Streptomyces sp. stam C-19393 zijn als volgt: a) Morfologische eigenschappen.
Het luchtmycelium met een breedte van circa 1 um steekt uit uit het goed vertakte vegetatieve mycelium en is monopodiaal vertakt vanaf de 10 hoofdas onder vorming van zijketens. Aan het einde van de zijketen worden rechte of lichtgebogen sporenketens, dat wil zeggen zogenaamde "rectus flexibilis" (hier verder afgekort als "EF") waargenomen. Iedere spoor is cilindrisch van vorm (0,35 - 0,55 yum x 0,7 -1,4 ^im) en bezit een gladde oppervlakte. Er worden geen specifieke organen, zoals bolvormige sporangia 15 en sclerotia en evenmin motiele sporen waargenomen.
b) Kweekeigenschappen.
De kweekeigenschappen van de stam op verschillende media is hieronder weergegeven in Tabel A. Tenzij anders vermeld, werden de opgegeven eigenschappen waargenomen na 2 weken kweken bij 28®C.
20 TABEL· A
„ .. „ Lucht- „ ... Oplosbaar
Medium Groei , . Achterzijde .
mycelium pigment
Saccharose-nitraat-agar Matig Wit Kleurloos Geen
Glucose-asparagine-agar Gering Wit Kleurloos Geen 25 Glycerol-asparagine-agar Matig Wit Kleurloos Geen
Zetmeel-agar Matig Geen Oker Geen
Voedingsagar Matig Wit Ivoor- Geen kleurig
Tyrosine-agar Matig Geen Kleurloos Geen 30 Gistextract-moutextract- Matig Geen Grijsachtig Geen agar geel
Havermout-agar Matig Wit Kleurloos Geen
De stam C-19393 vertoont een overvloedige groei op een medium, dat 2 % havermout, 2 % tomatenpasta, 0,2 % bovril (handelsprodukt van Bovril, 35 Groot-Brittannië) en 2 % agar bevat en een pH van 7,0 heeft (hier verder ook "T Medium" genoemd) en er worden overvloedig grijsgele luchtmycelia gevormd. Er wordt geen oplosbaar pigment geproduceerd.
c) Fysiologische eigenschappen.
(1) Temperatuurstraject voor groei: 800 0 6 28 £ Λ> - 3 -
Benedengrens: lager dan 15®C Bovengrens: 32® - 35®C
Optimum-temperatuur: 26,5® - 30®C (2) Vloeibaar maken van gelatine: Positief 5 (3) Hydrolyse van zetmeel: Positief * (4) Peptonisatie van taptemelk: Positief
Coagulatie van taptemelk: Negatief (5) Vorming van melanoide pigmenten: tyrosine-agar: Negatief 10 pepton-gistextract-ijzer-agar: Negatief (6) Assimilatie van koolstofbronnen (Pridham-Gottlieb agar), hieronder weergegeven in Tabel B.
TABEL B
Koolstofbron Assimilatie 15 Glycerol + i-Inositol + D-Mannitol D-Xylose + L-Arabinose + 20 D-Glucose + D-Galactose + D-Fructose +
Maltose +
Saccharose 25 Ramnose +
Raffinose
Zetmeel +
Cellulose +
Controle (geen toevoeging) 30 De tekens hebben de volgende betekenissen: - = geen groei + = twijfelachtige groei + = groei
Op grond van de bovengenoemde eigenschappen behoort de stam C-19393 blijkbaar tot het genus Streptomyces. De taxonomische positie van de 35 C-19393 stam werd onderzocht op basis van de bovengenoemde waarnemingen, dat de stam een wit tot geel luchtmycelium ontwikkelt, de sporenketen RF is, het sporenoppervlak glad is, er geen melanoide pigmenten en oplosbare pigmenten op media gevormd worden, er geen duidelijke kleur van de achterzijde wordt waargenomen en de stam geen mannitol benut, waarbij gebruik 80 0 0 6 28 - 4 - werd gemaakt van de volgende literatuur:
Referentie 1. S.A, Waksman, "The Actinomycetes", Vol. 2, 1961 Referentie 2. "Bergey's Manual of Determinative Bacteriology", 8ste Editie, 1974 5 Referentie 3. E.B. Shirling en D. Gottlieb, "International Journal of Systematic Bacteriology", 18_, 69-189 en 279-392 (1968); 19_, 391-512 (1969) en 22_, 265-394 (1972).
Er werd echter in de referenties 1-3 geen stam gevonden, die alle bovengenoemde eigenschappen gemeen had met de C-19393 stam. Zo werd de 10 stam vergeleken met 7 stammen, die in referentie 2 op blz. 751, Tabel 17.41b beschreven zijn en die gekarakteriseerd zijn door witte luchtmycelia, RF, negatieve produktie van melanoide pigment en glad oppervlak van de sporen, maar Streptomyces galtieri, dat geen mannitol benut, verschilt van de C-19393 stam, doordat hij niet groeit op een medium van saccharose-nitraat 15 (hier verder "Czapek" genoemd) en bovendien sommige soorten bronnen, die benut kunnen worden door de C-19393 stam en S^ galtieri vaak verschillend zijn. Van de in Tabel 18.41b weergegeven stammen gelijkt Streptomyces albovinaceus op de C-19393 stam in de benutting van andere koolstofbronnen dan mannitol, maar verschilt van de stam C-19393, doordat hij rode tot rose 20 oplosbare pigmenten vormt.
Van de 41 stammen, die opgegeven zijn in Tabel 17.43b op blz. 795-796 in referentie 2 en die gekarakteriseerd zijn door een geel luchtmycelium, RF, negatieve vorming van melanoide pigment en glad oppervlak van de sporen, benut slechts Streptomyces canescens geen mannitol, maar deze stam ver-25 schilt van de C-19393 stam, doordat hij slechts weinig groeit op Czapek en bovendien geen xylose en ramnode benut. Stammen, die op de stam C-19393 gelijken in de benutting van andere koolstofbronnen dan mannitol worden hieronder beschreven, maar elk van deze stammen verschilt van de C-19393 stam in de tussen haakjes aangegeven eigenschappen. De kleur van het lucht-30 mycelium en de vorming van oplosbare pigmenten werden direkt vergeleken tussen de C-19393 stam en de representatieve stammen van de betrokken species. Streptomyces chrysomallus (kleur van luchtmycelium en vorming van oplosbare pigmenten), Streptomyces citreofluorescens (kleur van luchtmycelium en vorming van oplosbare pigmenten), Streptomyces fimicarius 35 (slechte groei op Czapek), Streptomyces globisporus (grote diameter van sporen, geringe benutting van zetmeel), Streptomyces globisporus subsp. vulgaris (slechte groei op Czapek), Streptomyces griseinus (slechte groei op Czapek en coagulatie van taptemelk), Streptomyces parvus (vorming van oplosbare pigmenten en grote diameter van de sporen) en Streptomyces 800 0 6 28 - 5 - t * setonii (slechte groei op Czapek en vorming van oplosbare pigmenten).
Voorts werden van de stammen van International Streptomyces Project (ISP) beschreven in referentie 3, in totaal 34 stammen, die een wit tot geel luchtmycelium hebben, geen melanoide pigment vormen, geen bepaalde 5 kleur van de achterzijde bezitten, geen oplosbaar pigment vormen en RF sporenketens en een glad oppervlak van de sporen bezitten, direkt vergeleken, waarbij het onderzoek werd uitgevoerd met behulp van referenties 1, 2 en 3 en zo nodig met de originelen van deze referenties, door kweken van de stam op "T Medium", waarop C-19393 stam betrekkelijk karakteristieke 10 kweekeigenschappen vertoont en hierbij bleek, dat Streptomyces saprophyticus eigenschappen vertoont, die relatief gelijken op die van de stam C-19393.
De stam C-19393 bezit echter een duidelijk karakteristieke eigenschap, namelijk dat hij niet in staat is mannitol te assimileren, dat wel assimileerbaar is door de meeste species van het genus Streptomyces met een wit 14 of geel luchtmycelium, zodat de onderhavige stam duidelijk verschilt van de bovengenoemde Streptomyces saprophyticus. Derhalve is de door aanvraag-sters als C-19393 geïdentificeerde stam een nieuwe species eii wordt hij aangeduid als Streptomyces sp. C-19393. Deze stam is gedeponeerd bij Fermentation Research Institute, Agency of Industrial Science and 20 Technology, Tsukuba, Japan, waar hij toegankelijk is onder het nummer FERM-P No. 4774; bij het Institute for Fermentation, Osaka, Japan, waar hij toegankelijk is onder het nummer IFO 13886; en bij The American Type Culture Collection, U.S.A., waar hij toegankelijk is onder het nummer ATCC 31486.
25 Hoewel de stam C-19393 hierboven beschreven is, is het bekend, dat verschillende eigenschappen van Streptomyces-stammen niet vast zijn en gemakkelijk spontaan of kunstmatig mutatie kunnen ondergaan. Zo omvat de stam, die volgens de uitvinding gebruikt kan worden, iedere stam die tot het genus Streptomyces behoort en in staat is antibioticum C-19393S2 en/of 30 H2 te vormen.
Bij de werkwijze ter bereiding van het antibioticum van de uitvinding kan het kweken worden uitgevoerd door de bovenstaande stam in een cultuur-medium te kweken, dat voedingsstoffen bevat, die assimileerbaar zijn van micro-organismen. De koolstofbronnen, die als component van het medium 35 dienen, kunnen bijvoorbeeld glucose, zetmeel, glycerol, dextrien, saccharose, gierstgelei, melasse enz. zijn. Voorbeelden van stikstofbronnen zijn vlees-extract, gedroogde gist, gistextract, sojameel, maisweekvloeistof, embryonale tarwekiemen, katoenzaadmeel, ammoniumsulfaat, ammoniumnitraat enz. Zo nodig kan men anorganische zouten, bijvoorbeeld calciumcarbonaat, natrium- «n η n fi - 6 - chloride, kaliumchloride, fosforzure zouten enz., benevens andere organische en anorganische stoffen, die de groei van het micro-organisme en de vorming van antibiotica C-19393S2 en Hj bevorderen, in geschikte hoeveelheden aan het medium toevoegen.
5 Ook kan men zo nodig zouten van zware metalen, zoals ferrosulfaat, kopersulfaat, enz., en vitaminen, zoals vitamine , biotine, enz., aan het medium toevoegen. Verder kan men antischuimmiddelen en capillairactieve middelen, zoals polysiloxanolie, polyalkyleenglycolether enz., in het medium opnemen. Ook andere organische en anorganische stoffen, die de 10 groei van het micro-organisme en de vorming van C-19393S2 en/of bevorderen, kunnen in geschikte hoeveelheden aan het medium worden toegevoegd.
Het kweken kan worden uitgevoerd volgens de gebruikelijke methode, die in het algemeen wordt toegepast voor de produktie van antibiotica en dit kan kweken op een vast of in een vloeibaar medium zijn. Kweken in een 15 vloeibaar medium kan geschieden op stationaire wijze, onder roeren, onder schudden of aëroob, maar bij voorkeur wordt onder roeren en onder beluchten gekweekt. Het kweken wordt bij voorkeur uitgevoerd bij een temperatuur van circa 15° - 32°C bij een pH van circa 4 - 8 en gedurende een tijdsverloop van circa 8-168 uren, bij voorkeur 24 - 144 uren.
20 De antibiotica C-19393S2 en worden overwegend extracellulair in de fermentatiebouillon gevormd en daarom is het voordelig de verkregen cultuur door centrifugeren of filtreren te scheiden in microbencellen en een daarboven staande vloeistof en vervolgens het gewenste antibioticum uit de vloeistof te isoleren. Het gewenste antibioticum kan echter ook direkt uit 25 de fermentatiebouillon verkregen worden.
Het bepalen van de sterkte van het zo verkregen produkt kan worden uitgevaerd tegen Comamonas terrigena IFO 13299 als proeforganisme en onder toepassing van C-19393S2 of als standaard; de bepaling wordt uitgevoerd met de cilinder-plaatmethode of de papierschijfmethode onder toepassing 30 van een bouillon-agarmedium of TSA [Trypticase-Soja-Agar (Baltimore Biological Laboratory, ü.S.A.)].
Het isoleren van C-19393S2 en H2 kan worden uitgevoerd volgens de methode, die in het algemeen wordt toegepast voor het isoleren van door micro-organismen gevormde metabolieten. Aangezien C-19393S2 en Hj in water 35 oplosbare, zuur reagerende stoffen zijn, die voor het grootste deel extracellulair gevormd worden, past men bijvoorbeeld in het algemeen voor het isoleren van C-19393S2 en een werkwijze toe, waarbij de microbencellen door filtreren of centrifugeren verwijderd worden en de actieve stof uit het filtraat wordt afgescheiden, gezuiverd en gewonnen. Hiertoe kan men 80 0 0 6 28 ft- » - 7 - verschillende middelen, waarbij het verschil in gedrag en mate van oplosbaarheid in verschillende oplosmiddelen, verschil in gedrag of snelheid van neerslaan en verschil in adsorptie-affiniteit benut worden, benevens ionen-uitwisselende chromatografie, chromatografie over moleculaire zeven, 5 concentratie onder verlaagde druk, vriesdrogen enz., op zichzelf of in een geschikte combinatie en in iedere willekeurige volgorde of herhaaldelijk toepassen. Voorbeelden van geschikte adsorbeermiddelen zijn geactiveerde kool, adsorberende harsen, anionen-uitwisselende harsen, poedervormige cellulose, silicagel enz. of dragers met moleculaire zeefeigenschappen.
10 Voorbeelden van geschikte oplosmiddelen voor de elutie zijn waterige oplossingen van met water mengbare organische oplosmiddelen, zoals aceton, methanol, ethanol, propanol, butanol, isopropanol, isobutanol en dergelijke of waterige oplossingen van zuren of alkaliën of bufferoplossingen of waterige oplossingen van anorganische of organische zouten, hoewel de oplos-15 middelen, die geschikt kunnen zijn, uiteenlopen in afhankelijkheid van het type van de drager.
Meer in het bijzonder wordt in het geval van C-19393S2 de na voltooiing van het kweken verkregen fermentatiebouillon onder toepassing van een filterhulpmiddel gefiltreerd om microbencellen te verwijderen. Het verkre-20 gen filtraat wordt onder neutrale of zwakzure omstandigheden door een kolom geactiveerde kool gevoerd en het geadsorbeerde C-19393S2 wordt met een hydrofiel oplosmiddelsysteem geëlueerd. Het grootste deel van de anti-bacteriële werkzaamheid vindt men in het waterige eluaat. Aangezien de antibiotische stof van de uitvinding zuur van aard is, kan men voor de 25 verdere zuivering met voordeel anionogene uitwisselingsharsen van het Cl of CH^COO type gebruiken, zoals Amberlite IRA-400, 402 en 410 (Rohm &
Haas Co., U.S.A.ct, Dowex-1 (Dow Chemical Co., U.S.A.), Diaion SA-21A en C (Mitsubishi Chemical Industries, Japan). De antibiotische stof wordt verder geëlueerd met een waterige natriumchloride-oplossing of een bufferoplos-30 sing. Het ontzouten van het eluaat kan bereikt worden door het eluaat zwakzuur te maken en het opnieuw aan chromatografie over geactiveerde kool te onderwerpen, gevolgd door elutie met waterige alcohol enz. Het eluaat, dat de actieve stof bevat, wordt onder verlaagde druk bij lage temperatuur geconcentreerd en aan het concentraat wordt methanol of ethanol toegevoegd, 35 Het gevormde neerslag wordt door filtratie verwijderd en de verkregen wate-rig-alcoholische oplossing wordt weer onder verlaagde druk geconcentreerd.
Bij het geconcentreerde residu voegt men aceton of dergelijke en filtreert het neerslag af. Het zo verkregen poeder kan met voordeel verder gezuiverd worden door kolomchromatografie onder toepassing van een combinatie van 40 DEAE of QAE Sephadex in Cl -vorm (Pharmacia Co., Zweden) en een adsorberende - 8 - hars XAD (Rohm and Haas Co., U.S.A.) of de Diaion-hars HP-20 van het sterk poreuze type (Mitsubishi Chemical Industries, Japan, hier verder soms ook wel "Diaion HP-20" genoemd). Dat wil zeggen, dat men een waterige oplossing van het op de bovenstaande wijze verkregen poeder door DEAE 5 Sephadex A-25 (Cl -vorm) voert en daardoor laat adsorberen en de kolom na wassen met water elueert met 0,4M waterige natriumchloride-oplossing. Het eluaat wordt op pH 5 gebracht en gechromatografeerd over een kolom actieve kool. De elutie uit de kolom geactiveerde kool wordt uitgevoerd met waterige isobutanol, maar een beter resultaat kan verkregen worden door elutie 10 onder neutrale of zwakbasische omstandigheden, die worden ingesteld door toevoeging van verdunde ammonia of dergelijke. De verkregen stof wordt daarna aan kolomchromatografie onderworpen onder toepassing van XAD-II of Diaion HP-20. De geadsorbeerde actieve stof wordt fractioneel geëlueerd met water. De actieve fracties worden verzameld en geconcentreerd en het 15 concentraat wordt aan kolomchromatografie onderworpen onder toepassing van QAE-Sephadex A-25 (Cl -vorm), gevolgd door elutie met 0,2M waterige natriumchloride-oplossing. Het eluaat wordt ontzout door chromatografie met geactiveerde kool op dezelfde wijze als hierboven beschreven. Het eluaat wordt geconcentreerd en het concentraat wordt onderworpen aan kolomchroma-20 tografie met XAD-II, gevolgd door elutie en fractioneren met water. Deze fracties blijken ook fracties te omvatten, die één enkele piek op een vloeistofchromatogram vertonen, zoals hieronder nader beschreven wordt. De actieve fracties worden samengevoegd en onder verlaagde druk bij lage temperatuur drooggedampt en aan het residu voegt men aceton of dergelijke toe 25 ter verkrijging van C-19393S2·
Voor antibioticum wordt meer in het bijzonder de na voltooiing van het kweken verkregen fermentatiebouillon met behulp van een filterhulpmiddel gefiltreerd ter verwijdering van microbencellen. Men voert het verkregen filtraat onder neutrale of zwakzure omstandigheden door een kolom ge-30 activeerde kool en elueert het geadsorbeerde C-19393H2 met een hydrofiel oplosmiddelsysteem. Aangezien de antibiotische stof van de uitvinding zuur van aard is, kan men met voordeel voor de verdere zuivering anionen-uitwis-selende harsen in de Cl of CH^COO -vorm gebruiken, zoals Amberlite IRA-400, 402, 410, Dowex-1, Diaion SA-21A en C. Een actieve stof wordt verder ge-35 elueerd met een waterige natriumchloride-oplossing of een bufferoplossing. Het ontzouten van het eluaat kan worden uitgevoerd door het eluaat neutraal of zwakzuur te maken en het opnieuw aan chromatografie met geactiveerde kool te onderwerpen, gevolgd door elutie met waterige alcohol enz. Het actieve stof bevattende eluaat wordt onder verlaagde druk en bij lage tem- 80 0 0 6 28 - 9 - peratuur geconcentreerd en aan het concentraat wordt methanol of ethanol toegevoegd. Het gevormde neerslag wordt afgefiltreerd en de verkregen waterig-alcoholische oplossing wordt weer onder verlaagde druk geconcentreerd. Voor verdere zuivering van het verkregen concentraat kan men met 5 voordeel kolomchromatografie toepassen met behulp van een combinatie van DEAE of QAE Sephadex in Cl -vorm en een adsorberende hars XAD of Dianion BP-20. Het eerder verkregen concentraat wordt daarbij door Diaion HP-20 gevoerd en fractioneel met water geëlueerd. De actieve fracties worden geconcentreerd en het concentraat wordt door DEAE Sephadex A-25 (Cl -vorm) 10 gevoerd. Na wassen met 0,02M waterige natriumchloride-oplossing wordt ge-elueerd met 0,05M waterige natriumchloride-oplossing. Het verkregen eluaat wordt daarna door Diaion HP-20 gevoerd, dat met een waterige natriumchloride-oplossing behandeld is en er wordt geëlueerd met een waterige natriumchloride-oplossing, die methanol bevat. Het ontzouten van het eluaat wordt 15 uitgevoerd met behulp van chromatografie met geactiveerde kool, op dezelfde wijze als hierboven beschreven. Het verkregen eluaat wordt geconcentreerd en het concentraat wordt onderworpen aan kolomchromatografie onder toepassing van Diaion HP-20 (0,15 - 0,3 mm) en fractioneel geëlueerd met water.
De actieve fracties worden samengevoegd en geconcentreerd en het concen-20 traat wordt aan kolomchromatografie onderworpen over QAE Sephadex A-25 (Cl"-vorm), die met 0,02M waterigsnatriumchloride-oplossing behandeld is.
Het fractioneren wordt uitgevoerd met 0,04M waterige natriumchloride-oplossing en de actieve fracties worden op dezelfde wijze ontzout als hierboven beschreven onder toepassing van chromatografie met geactiveerde kool.
25 Het eluaat wordt geconcentreerd en het concentraat wordt aan kolomchromatografie onderworpen over kristallijne cellulose-(handelsprodukt Avicel van Asahi Chemical. Industry Co., Ltd., Japan) en de kolom wordt geëlueerd en gefractioneerd met 90-procents waterige propanol. Het eluaat wordt geconcentreerd en het concentraat wordt gechromatografeerd over een kolom 30 XAD-II (74 tot 150 jam), gevolgd door elutie en fractioneren met water. De actieve fracties worden geconcentreerd en het concentraat wordt aan prepara-tieve vloeistofchromatografie onderworpen, waarna geëlueerd en gefractioneerd wordt met een methanol bevattende fosfaatbuffer. Fracties, die één enkele piek vertonen, worden samengevoegd en geconcentreerd en het concen-35 traat wordt gechromatografeerd over een kolom Diaion HP-20 (74 - 150 yum) en geëlueerd met water om de buffer te verwijderen. De geëlueerde actieve fracties worden onder verlaagde druk bij lage temperatuur geconcentreerd en het concentraat wordt gevriesdroogd. Men verkrijgt zo ¢-19393^ als een wit poeder.
o η η λ a o o - 10 -
De onderhavige verbindingen kunnen alkalimetaal- of ammoniumzouten vormen. Voorbeelden van metaalzouten van'deze verbindingen zijn het natrium-zout, het kaliumzout, het lithiumzout enz.
De fysische en chemische eigenschappen van het dinatriumzout van 5 C-19393S2/ verkregen volgens het onderstaande Voorbeeld I, zijn als volgt: (1) Uiterlijk: Wit poeder 22 (2) Specifieke draaiing: [a]^ = -152®+15° (C=0,5 in water) (3) Elementairanalyse, % (monster 6 uren bij 40®C boven fosforpentoxide gedroogd) 10 C = 36,49 + 1,0 H = 3,72 + 0,5 N = 6,07 + 0,5
Na= 9,70 +1,0 O = 31,09 a) 15 S = 13,13 + 1,0 a) Het zuurstofgehalte is het verschil, verkregen door de som van de andere gehalten van 100 af te trekken.
(4) Molecuulgewicht (berekend als bevattende 2 natriumatomen per molecuul) 528-429 20 (5) Molecuulformule: Geschatte molecuulformule: C..H.^N^Na.OnS^ 14 16 2 292 (6) Ultraviolet absorptiespectrum:
Het in water opgenomen spectrum is weergegeven in fig. 1 en de maximumwaarden zijn als volgt: λ ^2^ 1% 1% λ 240 + 2 nm (E. = 296 + 20) en 285 + 2 nm (E, = 245 + 20) 25 max — lcm — — Icm — (7) Infrarood absorptiespectrum: Het als kaliumbromidetablet opgenomen spectrum is weergegeven in fig. 2 en de voornaamste pieken (golfgetallen) zijn als volgt: 3450, 3220, 3000, 1770, 1700, 1630, 1515, 1395, 1240-1260, 1100, 1050, 1010, 980, 950, 915, 900, 860, 815, 795, 760, 715, 670, 625, 30 590, 530 (cm-1).
(8) Dunnelaag-chromatografie [Cellulose f (Tokyo Kasei Co., Ltd., Japen)]
Oplos singsysteem Rf-waarde a) propanol:water: (4:1) 0,3 3+0,1 b) butanol:azijnzuur:water (2:2:1) 0,54+0,1 35 c) propanol:ethanol:water (5:2:3) 0,62+0,1 (9) Hoge druk ("high performance") vloeistofchromatografie (Waters Associates Inc., U.S.A.) a) Microbondapak C^g/5% methanol-0,02M citraatbuffer (pH 6,3), 1,5 ml/min./ cm (16.550 kPa); Rt = 9,0 (min.)+l (min.) 80 0 0 6 28 «. * -lila) Microbondapak NH2/70% methano-0,02M boraatbuffer (pH 7,5), 1,5 ml/min./ cm (15.860 kPa); Rt = 7,0 (min.)+_ 1 (min.).
(10) Oplosbaarheid:
Onoplosbaar in chloroform, ethylacetaat, aceton; weinig oplosbaar in 5 ethanol, butanol, pyridine; oplosbaar in methanol, dimethylsulfoxide, azijnzuur; goed oplosbaar in water.
(11) Kleurreacties:
Positief: Ehrlich- en kaliumpermanganaatreacties
Negatief: Ninhydrien-, Greig-Leaback-, Dragendorff-, ferrichloride-10 en Sakaguchi-reacties.
De fysische en chemische eigenschappen van het natriumzout van C-19393H2, verkregen volgens het hieronder staande Voorbeeld II, zijn als volgt: (1) üiterlijk: wit poeder 15 (2) Elementairanalyse, % (bepaald aan monster, dat 6 uren bij 40®C boven fosforpentoxide gedroogd was) C = 45,34 + 1,0 H - 4,98 + 0,5 N = 7,48 + 0,5 20 Na =6,15 +1,0 S = 5,81 +1,0 (3) Molecuulgewicht (berekend als bevattende 1 natriumatoom per molecuul) 426-322 (4) Molecuulformule: 25 Geschatte molecuulformule: C.„H._N„NaSO..
2g 14 17 2 6 (5) Specifieke draaiing: [a]p = -134° (c=0,156 in water) (6) Ultraviolet absorptiespectrum:
Het in water opgenomen spectrum is weergegeven in fig. 3 en de maximumwaarden zijn als volgt: 30 λ H2° (eJ% ) = 242 + 2nm (395 + 20) en 289 + 2nm (314 + 20) (7) Infrarood absorptiespectrum:
Het als kaliumbromidetablet opgenomen spectrum is weergegeven in fig. 4 en de voornaamste pieken (golfgetal) zijn als volgt: 3400, 2980, 2940, 1770, 1700, 1630, 1530, 1390, 1265, 1215, 1130, 35 1090, 1065, 1040, 1000, 920, 840, 820, 790, 770, 700, 620, 540, 450 (cm S .
(8) Circulair dichroismespectrum (in water):
Positief Cotton-effect bij 234 nm; negatief Cotton-effect bij 206, 258 en 292 nm.
ft η η n 9 p - 12 - (9) Dunnelaag-chromatografie [onder toepassing van Cellulose f (Tokyo Kasei Co., Ltd., Japan)]
Oplosmiddelsysteem Rf-waarde (a) Propanol:water (4:1) 0,45 +^0,1 5 (b) Butanol:azijnzuur:water (2:1:1) 0,67 +0,1 (c) Butanol:pyridine:azijnzuur:water (15:3:2:12), bovenlaag 0,45 +_ 0,1 (10) Hogedruk vloeistofchromatografie (Waters Associates Inc., U.S.A.): (a) Microbondapak C, /8% methanol - 0,02M fosfaatbuffer (pH 6,3), lo 10 2,0 ml/min./cm (13.100 kPa); Rt = 5,3 + 1,0 (min.) (b) Microbondapak NH2/5% methanol - 0,02M fosfaatbuffer (pH 5,7), 1,3 ml/min./cm (20.690 kPa); Rt = 4,8 +_ 1,0 (min.) (11) Kleurreacties:
Positief r Ehrlich-reactie, kaliumpermanganaatreactie 15 Negatief: Ninhydrien-, Greig-Leaback-, Dragendorff-, ferrichloride- en Sakaguchi-reacties (12) Oplosbaarheid:
Onoplosbaar in chloroform en ethylacetaat; weinig oplosbaar in aceton, ethanol en butanol; oplosbaar in methanol en water.
20 Uit de verschillende bovenbeschreven eigenschappen werd geconcludeerd dat antibiotica C~19393S2 en H2 antibiotica van het β-lactamtype zijn en op grond van de elementairanalyses en geschatte molecuulgewichten werden aan C-19393S2 en H2 de geschatte molecuulformules ci4Hi6N2Na2°9S2' resp. C14H17N2Na06S toe^e^enc^· Op grond van het feit, dat beide antibiotica in 25 het ultraviolette absorptiespectrum maximumwaarden hebben van X^2^ 241+3nm en 287+4nm, werd aangenomen dat de onderhavige antibiotica dezelfde chromo-fore groep bezitten als onder de bekende antibiotica van het β-lactamtype het geval is in NM-4550.
Tabel C toont vergelijkende gegevens van *H-NMR-spectra van deze drie 30 antibiotica, namelijk:
In C-19393S2 worden twee CH^-signalen (^ 1,66 ppm, 3H, s; 1,73 ppm, 3H, s) waargenomen in het gebied van CH^-proton, wat niet het geval is in NM-4550; in C-19393H2 worden twee CH^-signalen (S 1,36 ppm, 3H, s; 1,47 ppm, 3H, s) eveneens waargenomen; het H_-proton (^ 4,97 ppm, 1H, m), dat wordt
O
35 waargenomen in NM-4550 wordt in de beide antibiotica C-19393S2 en H2 niet waargenomen; chemische verschuivingen van de resterende protonsignalen zijn onderling praktisch gelijk; de koppelingsconstanten van H^-H^ en H^-Hg, die verkregen worden door spin-ontkoppeling met behulp van H,_-bestraling hebben dezelfde waarde; in C-19393S2 wordt de aanwezigheid van SO^~ bevestigd door 80 0 0 6 28 - 13 - t KBr — 1 de sterke absorpties in het ir-spectrum bij V 1260 en 1050 cm~ ; en in max C-19393H„ wordt de bovengenoemde absorptie ten gevolge van S0~ niet waar-genomen in het ir-spectrum.
Zodoende werden aan C-19393S2 en C-19393H2 de in fig. 5 samengevatte 5 “ formules toegekend.
TABEL C
H.NMR-spectrum van C-19393S,, en H2 H2 S2 MM-45501^ 8-CH^ lr36(3H,s) l,66(3H,fl) l~4f (3H,d, J=6,5) 10 (100 MHz, 8-0H^".^L>7(3H,s) l,73(3H,e) C20, TMS) H-Ac ; 2f16(3H,s) 2,16(3H,s) , 2r05(3H,s) C3mês/0F4m«e) H4a '^08(dd, 3,10(dd, 2,99(dd, .
.,-T4Ha,5H=9’ J4Ha ,5H=9’ J4Ha,5H=9’ J4Ha,b=18^ J4ïïa,b=18^ J4Ha,b=18^^ is. ïï4b -/3,93 (dd, 3,9o!;dd, 3,46(dd, ^4Hb,5H=10'^^ J4ïïb,5H=10'5) J4Hb,5H=10'5)
ïï6 3fö^Cd,6H 4,00(d,J^H gg 3,88(dd,J5H 6H
=6) =6) =6) H5 4,60(m) 4,52(m) · 4,37(m) 20.. N-CH= 6f41(d,J=14) 6,42(d,J=14) 6,24b (d,J=14) ' S-CH= 7,59(d) 7f60(d) 7,18b (d) =CH-NH 10y65b (d,J=ll)
Hg 4y97(m, J6h,8H=9)
a D20/CH5CF, b DMSO-dg/CH^CN
25 1) A,G-, Brown, D.F. Corbett, A.J, Eglington, en T.Ü.
Howarth, J. Chem, Soc., Cbem. Comm., 1977. 523-525.
^ . .
*
De biologische eigenschappen van C-19393S2 zijn hieronder beschreven. Het antibiotische spectrum van het natriumzout van C-19393S2 tegen verschillende micro-organismen is hieronder weergegeven in Tabel D. Zoals uit 30 deze tabel blijkt, is antibioticum C-19393S2 werkzaam tegen gram-positieve en gram-negatieve bacteriën.
------------------- 800 0 6 28
- 14 -TABEL D
Antimicrobieel spectrum van antibioticum C-19393S2 - dinatriumzout
Medium: Bouillon-agar 5 Proeforganisme Minimale remmende con- centratie (pg/ml)_
Escherichia coli NIHJ 12,5 - 25
Salmonella typhimurium IFO 12529 12,5
Klebsiella pneumoniae IFO 5518 12,5 ίο Proteus vulgaris IFO 304-5 10°
Proteus mirabilis IFO 584-5 50
Serratia marcescens IFO 1264-8 25
Alcaligenes faecalis IFO I3IH 50
Pseudomonas aeruginosa IFO 3080 ^>100 15 Comamonas terrigena IFO 13299 6,25 • %
Staphylococcus aureus 209P 12,5
Sarcina lutea IFO 3232 12,5
Bacillus subtilis IFO 3513 12,5
Bacillus cereus IFO 34-60 >100 20 Antibioticum C-19393S2 bezit ook een sterke β-lactamase remmende werkzaamheid en geeft zodoende een uitgesproken verhoging van de gevoeligheid voor penicilline- en/of cefalosporinederivaten van verschillende bacteriën, die bestandheid tegen dergelijke derivaten vertonen. Het verhogende effect op de antimicrobiële werkzaamheid van ampicilline en cefotiam 25 door C-19393S2 blijkt hieronder uit Tabel E.
80 0 0 6 28 - 15 -
TABEL E
Verhoogd effect op de antimicrobiële werkzaamheid van ampicilline en cefotiam door C-19393S2
Minimale Remmende Concentratie 5 Proef organisme1 ^ C-193 --(μ0|/πΐΐ)_ ' -
Ampicilline Cefotiam
Escherichia coli 0 > 800 0 2 aar659 ι μg/m<e 5,13 o'i 5 \l§Mz < 0,003 0,006 10. Klebsiella 0 800 200 pneumoniae 1 μ^/mZ 50 0 2 TE 1725 5 0,78 θ'θ2
Proteus vulgaris 0 4-00 200 TE 224- 1 μg/m^ .1,56 0,2 15 5 μg/m/ 1,56 0,2 1) Klinisch geïsoleerde stammen, die het vermogen bezaten β-lactamase te produceren.
Medium: Hartinfusie-agar (Eiken Chemical Co., Japan)
Zoals uit het bovenstaande antimicrobiële spectrum blijkt, vertoont 2Q het volgens de uitvinding verkregen C-19393S2 antimicrobiële werkzaamheid tegen gram-positieve en gram-negatieve bacteriën. Derhalve kan C-19393S2 toegepast worden voor de behandeling van bacterie-infecties bij zoogdieren (bijvoorbeeld muizen, ratten, honden, mensen) en vogels (bijvoorbeeld hoenders, eenden).
25 Om C-19393S2 als middel voor het behandelen van bijvoorbeeld infecties met E. coli te gebruiken, kan men het oplossen in een fysiologische zoutr oplossing en zo een oplossing voor injectie bereiden, die parenteraal kan worden toegediend, bijvoorbeeld sübcutaan of intramusculair, in een dosis van 2 - 200 mg/kg per dag, bij voorkeur 5-50 mg/kg per dag. Voor orale 3Q toediening kan men antibioticum C-19393S2 mengen met lactose en het mengsel in capsules brengen; de verkregen capsules kunnen worden toegediend in een dosis van 10 - 500 mg/kg per dag, bij voorkeur 20 - 200 mg/kg per dag.
Verder kan men het volgens de uitvinding verkregen C-19393S2 toepassen als desinfecteermiddel. Zo kan men bijvoorbeeld een vloeibaar preparaat 35 bereiden door C-19393S2 in een concentratie van 0,1 - 1,0 % (gew./vol.) op te lossen in gedestilleerd water of een zalf, die 2 - 50 mg, bij voorkeur 5-20 mg, C-19393S2 per gram witte petrolatum of lanoline als basis _______bevat. Een dergelijk vloeibaar preparaat kan als bactericide of desinfec- - 16 - teermiddel gebruikt worden voor handel, benen, ogen, oren enz. van de bovengenoemde diersoorten.
Zoals uit de resultaten van Tabel E blijkt, vertoont antibioticum C-I9393S2 een β-lactamase remmende werkzaamheid en geeft zodoende een uit-5 gesproken verhoging van de gevoeligheid voor ampicilline of cefotiam van bacteriën, die wegens hun vermogen β-lactamase te vormen resistent zijn tegen penicillinen of cefalosporinen. Derhalve kan C-19393S2 toegepast worden voor de behandeling van infecties bij zoogdieren (bijvoorbeeld muizen, ratten, honden, mensen) en vogels (bijvoorbeeld hoenders, eenden), 10 in het bijzonder in combinatie met penicilline- of cefalosporine-antibiotica voor het bestrijden van bacterie-infecties veroorzaakt door tegen β-lactam-antibiotica resistente bacteriën.
Wanneer men C-19393S2 toepast in combinatie met andere middelen van het β-lactamtype voor de behandeling van infecties door bijvoorbeeld tegen 15 β-lacatamantibiotica resistente coli, lost men gelijke hoeveelheden van C-19393S2 en bijvoorbeeld ampicilline op in fysiologische zoutoplossing onder vorming van een oplossing voor injectie, die parenteraal, bijvoorbeeld subcutaan of intramusculair, kan worden toegediend in een dosis van 0,1 - 20 mg/kg per dag, bij voorkeur 0,5-5 mg/kg per dag. C-19393S2 kan 20 ook oraal worden toegediend in een dosis van 1 - 200 mg/kg per dag, bij voorkeur 5-100 mg/kg per dag in de vorm van capsules, die elk een gelijke hoeveelheid C-19393S2 en cefalexine bevatten.
Wanneer men C-19393S2 als desinfecteermiddel gebruikt, kan men bijvoorbeeld een waterige oplossing, die C-19393S2 in een concentratie van 25 0,1 - 10 % (gew./vol.) en benzylpenicilline in een concentratie van 0,1 - 1,0 % (gew./vol.) bevat of wel een zalf, die 5 - 20 mg C-19393S2 en 5 - 20 mg benzylpenicilline per gram witte petrolatum of lanoline als basis bevat, als bactericide of desinfecteermiddel gebruiken voor handen, benen, ogen, oren enz. van de bovengenoemde dieren.
30 Verwacht wordt, dat antibioticum C-19393S2 ook zeer waardevol is als tussenprodukt voor de synthese van nieuwe soorten farmaceutica. Het antibioticum van de uitvinding is stabiel in waterige oplossing in een neutraal pH-gebied.
De fysiologische eigenschappen van 0-19393^ worden hieronder beschre- 35 ven.
Het antimicrobiële spectrum van het natriumzout van 0 19393^ tegen verschillende micro-organismen is weergegeven in Tabel F en zoals uit deze tabel blijkt, vertoont antibioticum 0-19393^ antibacteriële werkzaamheid tegen gram-positieve en gram-negatieve bacteriën.
80 0 0 6 28 - 17 -
TABEL F
Antimicrobiëel spectrum van natriumzout van antibioticum C-19393H2 Medium: Bouillon-agar
Minimale -Remmende .
Concentratie 5 · Proeforganisme _(pg/nil)_
Escherichia coli NIHJ 0,08
Salmonella typhimurium ΙΕ0 12529 0f31
Klebsiella pneumoniae ΙΕΌ 3318 0.31
Proteus vulgaris HO'304-5 - 5 10 Proteus mirabilis IPO 384·5 5
Serratia marcescens IPO 12648 O.3I
Alcaligenes faecalis IF0 I3III 5
Pseudomonas aeruginosa IPO 3Ο8Ο 10
Comamonas terrigena ÏPO 13299 0.16 15 Staphylococcus aureus 209P Ο.63
Sarcina lutea IPO 3232 0.31
Bacillus subtilis IPO 3513 0.31
Bacillus cereus IPO 34-60 10
Zoals blijkt uit Tabel F, bezit het volgens de uitvinding verkregen 20 antibioticum C-193931^ antimicrobiële werkzaamheid tegen gram-positieve en gram-negatieve bacteriën en kan derhalve worden toegepast voor de behandeling vein bacterie-infecties bij zoogdieren, bijvoorbeeld muizen, ratten, honden, mensen en dergelijke, en bij vogels, bijvoorbeeld, hoenders, eenden en dergelijke.
25 Voor toepassing van C-19393H2 als middel voor de behandeling van bij voorbeeld een E^_ coli-infectie kan men C-19393H2 in fysiologische zoutoplossing oplossen en zo een oplossing voor injectie bereiden, die pareute-raal, bijvoorbeeld subcutaan of intramusculair, kan worden toegediend in een dosis van 0,1 - 50 mg/kg per dag, bij voorkeur 0,5 - 20 mg/kg per dag.
30 Verder kan men antibioticum C-19393H2 voor orale toediening mengen met lactose en in capsules brengen, in welke vorm het kan worden toegediend in een dosis van 1-100 mg/kg per dag, bij voorkeur 5-50 mg/kg per dag.
_____ Voorts kan men het volgens de uitvinding verkregen C-19393H2 als des- ennnfi?» - 18 - infecteermiddel gebruiken. Zo kan men bijvoorbeeld een vloeibaar preparaat, verkregen door 0-19393^ in een concentratie van 0,01 - 0,1 % (gew./vol.) op te lossen in gedestilleerd water of een zalf, die 0,2 - 20 mg, bij voorkeur 1 - 10 mg, 0-19393^ per gram witte petrolatum of lanoline als basis 5 bevat, als bactericide of desinfecteermiddel gebruiken voor handen, benen, ogen, oren, enz. van de bovengenoemde diersoorten.
Ook valt te verwachten, dat antibioticum 0-19393^ bijzonder waarde-vol is als tussenprodukt voor de synthese van nieuwe soorten farmaceutica. Het antibioticum van de uitvinding is stabiel in waterige oplossing in 10 neutraal pH-gebied.
Zoals boven vermeld, kan MM-4550 als voorbeeld genomen worden van een antibioticum, dat betrekkelijk overeenkomstig is aan de onderhavige antibiotica C-19393S2 en H2. MM-4550 verschilt echter in zijn structuur van C-19393S2 en H2 en MC 696-SY2-A [Maeda c.s., The Journal of Antibiotics, 15 3Ό, 770-772 (1977)], die dezelfde stof is als MM-4550, is zeer instabiel [ümezawa c.s., The Journal of Antibiotics, 26_, 51-54 (1973)], waartegenover C-19393S2 en H2 stabiele verbindingen zijn.
De onderstaande, niet-beperkende voorbeelden lichten de uitvinding toe. Tenzij anders vermeld, zijn alle percentages opgegeven in gew./vol.
20 VOORBEELD I
Een cultuur van Streptomyces sp. stam C-19393 (IFO 13886, ATCC 31486) werd in een Erlenmeyer-kolf van 1 liter gekweekt op 200 ml T Medium, ten einde sporen te verkrijgen. Daarna suspendeerde men de verkregen sporen g in steriel water in een concentratie van 1,2 x 10 levende cellen/ml. De 25 sporensuspensie werd met steriel water tot 10 maal het oorspronkelijke volume verdund en men gebruikte 1 ml van de verdunde suspensie voor het enten van 40 ml van een entmedium in een Erlenmeyer-kolf van 200 ml. Daarna werd het entmedium 2 dagen bij 28 °C op een roterende schudmachine gekweekt. De verkregen cultuur werd gebruikt voor het enten van 500 ml van 30 een entcultuurmedium in een Sakaguchi-schudkolf van 2 liter en na het enten werd dit medium op een reciprokende schudmachine 2 dagen bij 28®C gekweekt. De zo verkregen entcultuur werd overgebracht in een fermentatie-vat van 50 1, waarin 30 1 van een entmedium aanwezig was, dat 15 ml Actocol (Takeda Chemical Industries, Ltd., Japan) bevatte en men kweekte gedurende 35 3 dagen bij 28°C onder beluchting met 30 1/min. en roeren met 280 toeren per minuut. De cultuurbouillon werd overgebracht in een fermentatievat van 3 3 2 m , dat 1,2 m van een hoofd-kweekmedium bevatte en er werd gedurende 5 dagen bij 30°C gekweekt onder beluchting met 840 1/min. en roeren met 180 toeren per minuut. Het bovengenoemde entmedium bevatte 20 g glucose, 80 0 0 6 28 - 19 - 30 g oplosbare zetmeel, 10 g ruw sojameel, 10 g maisweekvloeistof, 5 g Polypepton (Daigo Nitritive Chemicals, Ltd., Japan), 3 g natriumchloride en 5 g teprecipiteerd calciumcarbonaat per liter en het medium was vóór sterilisatie op pH 7,0 gebracht. Het bovengenoemde hoofdcultuurmedium be-5 vatte 30 g glucose, 30 g oplosbare zetmeel, 15 g ontvet sojameel, 15 g katoenzaadmeel, 0,25 g monokaliumfosfaat, 0,6 g dikaliumfosfaat, 0,002 g cobaltchloride en 0,5 g Actocol per liter en het medium was vóór sterilisatie op pH 7,0 gebracht. Alle bovengenoemde media werden 20 minuten met stoom bij 120®C gesteriliseerd.
10 De zo verkregen fermentatiebouillon werd met Hyflo-Supercel (Johnes
Manville Co., ü.S.A.) gefiltreerd. Men verkreeg 1230 1 van een filtraat, dat op pH 6,3 werd gebracht en vervolgens door een met 100 1 geactiveerde kool gevulde kolom werd gevoerd. Daarna elueerde men C-19393S2 en Hg uit de kolom met 300 1 water, respectievelijk 700 1 7-procents waterige isobutanol. 15 Het C-19393S2 bevattende eluaat werd door een kolom van 2 1 Dowex 1x2 (Cl -vorm) gevoerd en de kolom werd met 6 1 water gewassen en met 32 1 5-procents waterige natriumchloride-oplossing geëlueerd. Het eluaat werd op pH 5 gebracht en door een met 4 1 geactiveerde kool gevulde kolom gevoerd. Na wassen met 12 1 water werd het gewenste antibioticum geëlueerd 20 met 7 1 8-procents waterige isobutanol en 12 1 van een 8:92-mengsel van isobutanol en 0,05n ammonia; het eluaat werd onder verlaagde druk tot een volume van 150 ml geconcentreerd. Men voegde 1350 ml methanol aan het concentraat toe en verwijderde het zo gevormde neerslag door filtratie. Het filtraat werd tot een volume van 200 ml geconcentreerd en door een met 25 300 ml DEAE-Sephadex A-25 (Cl -vorm) gevulde kolom gevoerd. De kolom werd achtereenvolgens gewassen met 900 ml 0,1M en 900 ml 0,2M waterige natriumchloride-oplossing en daarna werd de gewenste antibiotische stof geëlueerd met 1500 ml 0,4M waterige natriumchloride-oplossing. Het eluaat werd op pH 5 gebracht en door een met 500 ml geactiveerde kool gevulde kolom ge-30 voerd. Na wassen met 1,5 1 water werd de kolom geëlueerd met 2,5 1 van een 8:92-mengsel van isobutanol en 0,05n ammonia; het eluaat werd droog-gedampt en aan het residu voegde men aceton toe, waarbij men 2,4 g van een lichtgeel poeder verkreeg. Men loste dit poeder op in een kleine hoeveelheid water, voerde de oplossing door een met 1,2 1 Amberlite XAD-II 35 (74 - 150 /urn) gevulde kolom en elueerde fractioneel met water. De fracties, die antibiotische werkzaamheid vertoonden, werden samengevoegd en geconcentreerd en het concentraat werd door een met 200 ml QAE-Sephadex A-25 (Cl -vorm) gevulde kolom gevoerd. Na wassen met 600 ml 0,1M waterige natriumchloride-oplossing elueerde men de kolom met 1,2 1 0,2M waterige ftnn 0 6 28 " - 20 - natriumchloride-oplossing. Men bracht het eluaat op pH 5 en voerde het door een met 600 ml geactiveerde kool gevulde kolom. Nadat men de kolom met 1,8 1 water gewassen had, elueerde men met 3 1 van een 8:92-mengsel van isobutanol en Q,05n ammonia. Het eluaat werd drooggedampt en aan het 5 residu voegde men aceton toe, waarbij men 1,07 g van een poeder verkreeg. Men loste 630 mg van het zo verkregen poeder op in een kleine hoeveelheid water en voerde de oplossing door een met 360 ml Amberlite XAD-II (74 - 150 jm) gevulde kolom. Daarna werd de kolom met water geëlueerd en gefractioneerd en elk van de fracties, die antibiotische werkzaamheid ver-10 toonden, werd met vloeistofchromatografie als boven beschreven geanalyseerd. De fracties, die één enkele piek vertoonden, werden samengevoegd en drooggedampt en aan het residu werd aceton toegevoegd. Men verkreeg zo 136 mg dinatriumzout van antibioticum C-19393S2 in de vorm van een wit poeder.
VOORBEELD II
15 Het volgens Voorbeeld I verkregen eluaat van 0-19393^ werd door een kolom van 12 1 Dowex 1x2 (Cl -vorm) gevoerd en de kolom werd met 6 1 water gewassen en met 180 1 5-procents waterige natriumchloride-oplossing geëlueerd. Het eluaat werd door een met 25 1 geactiveerde kool gevulde kolom gevoerd. Na wassen met 75 1 water werd het gewenste antibioticum ge-20 elueerd met 175 1 van een 7:93-mengsel van isobutanol en water en het eluaat werd onder verlaagde druk tot een volume van 2-31 geconcentreerd. Bij het concentraat voegde men 15 1 methanol en filtreerde het zo gevormde neerslag af. Het filtraat werd tot een volume van 2 1 geconcentreerd en door een met 5 1 Diaion HP-20 (0,3 mm) gevulde kolom gevoerd. De kolom 25 werd daarna geëlueerd en gefractioneerd met 5 1 water en 10 1 van een 1:9-mengsel van methanol en water. De actieve fracties werden samengevoegd en geconcentreerd en het concentraat werd door een met 3 1 DEAE-Sephadex A-25 (Cl -vorm) gevulde kolom gevoerd. De kolom werd met 9 1 0,02M waterige natriumchloride-oplossing gewassen en het gewenste antibioticum werd ge-30 elueerd en gefractioneerd met 12 1 0,05M waterige natriumchloride-oplossing. De actieve fracties werden door een met 2 1 Diaion HP-20 (0,3 mm) gevulde kolom gevoerd, die met 4 1 waterige oplossing van natriumchloride behandeld was en na wassen met 10 1 5-procents waterige natriumchloride-oplossing werd het actieve materiaal geëlueerd en gefractioneerd met 10 1 van een 35 5:95-mengsel van methanol en 5-procents waterige natriumchloride-oplossing en 10 1 van een l:9-mengsel van methanol en 5-procents waterige natriumchloride-oplossing. De actieve fracties werden door een met 500 ml geactiveerde kool gevulde kolom gevoerd en na wassen met 1,5 1 water geëlueerd met 2,5 1 7-procents waterige isobutanol. Het eluaat werd geconcentreerd 800 0 6 28 * - 21 - en het concentraat werd door een met 1 1 Diaion HP-20 (0,15 - 0,3 mm) gevulde kolom gevoerd en met water geëlueerd en gefractioneerd. De fracties met antibiotische werkzaamheid werden samengevoegd en geconcentreerd en het concentraat werd door een met 200 ml QAE-Sephadex A-25 (Cl -vorm) ge-5 vulde kolom gevoerd, die met 400 ml 0,02M waterige natriumchloride-oplos-sing behandeld was. De kolom werd achtereenvolgens geëlueerd met telkens 1 1 0,02N, 0,03M en 0,04M waterige natriumchloride-oplossing. De actieve fracties werden door een met 200 ml geactiveerde kool gevulde kolom gevoerd en na wassen met 0,6 1 water met 1 1 7-procents waterige isobutanol 10 geëlueerd. Het eluaat werd geconcentreerd en bij het concentraat voegde men propanol, zodat men 90-procents waterige propanol verkreeg, welke oplossing daarna onderworpen werd aan kolomchromatografie over Avicel, dat behandeld was met 9-procents waterige propanol. De kolom werd geëlueerd met 90-procents waterige propanol. De actieve fracties werden geconcen-15 treerd en het concentraat werd gechromatografeerd over een kolom van 350 ml Amberlite XAD-II (74 - 150 pa) en de kolom werd met water geëlueerd. De actieve fracties werden geconcentreerd en het concentraat werd aan prepa-ratieve hogedruk-vloeistofchromatografie onderworpen onder toepassing van RP-18 (E. Merck & Co., Bondsrepubliek Duitsland) als drager en vervolgens 20 geëlueerd met 10 % methanol in 0,02M fosfaatbuffer (pH 6,3). De actieve fracties werden door een met 40 ml Diaion HP-20 (74 - 150 yum) gevulde kolom gevoerd en fractioneel geëlueerd met water. Elk van de fracties, die anti-microbiële activiteit vertoonde, werd onderworpen aan analyse met vloeistof chromatograf ie , zoals boven beschreven is. De fracties, die één enkele 25 piek vertoonden, werden samengevoegd en gevriesdroogd. Men verkreeg zo 12 mg C-19393H2 als een wit poeder.
VOORBEELD III
Men bracht 1150 1 van een filtraat van een cultuurbouillon, dat op overeenkomstige wijze bereid was als beschreven in Voorbeeld I, op pH 5 en 30 voerde het door een kolom, die met 100 1 geactiveerde kool gevuld was. Na wassen met 300 1 water werd de kolom met 350 1 van een 8:92-mengsel van isobutanol en 0,02n natronloog geëlueerd. Het eluaat werd door een met 10 1 Diaion SA-21A (Cl -vorm) gevulde kolom gevoerd en na wassen met 30 1 water werd de kolom geëlueerd met 100 1 5-procents waterige natriumchloride-35 oplossing. Daarna voerde men het eluaat door een met 20 1 Diaion HP-20 (0,3 mm) gevulde kolom, die met 40 1 5-procents waterige natriumchloride-oplossing behandeld was en men waste de kolom met 20 1 5-procents waterige natriumchloride-oplossing. Daarna elueerde men C-19393S2 en uit de kolom met 40 1 water, resp. met 60 1 van een 5:95-mengsel van methanol en 5-procents βηη n fi - 22 - waterige natriumchloride-oplossing. Het C-19393S2 bevattende eluaat werd op pH 5 gebracht en door een met 2 1 geactiveerde kool gevulde kolom gevoerd. Na wassen met 6 1 water werd de kolom geëlueerd met 10 1 van 8 % isobutanol in 0,05n ammonia en het eluaat werd geconcentreerd. Het concen-5 traat werd door een met 200 ml QAE-Sephadex A-25 (Cl -vorm) gevulde kolom gevoerd en na wassen met 1 1 0,2M waterige natriumchloride-oplossing werd de kolom geëlueerd met 1 1 0,4M waterige natriumchloride-oplossing. Nadat het eluaat ontzout was door chromatografie met geactiveerde kool, werd het aan kolomchromatografie onderworpen met Amberlite XAD-II en op over-10 eenkomstige wijze verder verwerkt als in Voorbeeld I. Men verkreeg 100 mg dinatriumzout van antibioticum C-19393S2 in de vorm van een wit poeder.
VOORBEELD IV
Het volgens Voorbeeld III verkregen eluaat van 0-19393^ werd op pH 5 gebracht en door een met 2 1 geactiveerde kool gevulde kolom gevoerd. Na 15 wassen met 6 1 water werd de kolom met 10 1 van een 8:92-mengsel van isobutanol en 0,05n ammonia geëlueerd en het eluaat werd geconcentreerd. Het concentraat werd door een met 200 ml QAE-Sephadex A-25 (Cl -vorm) gevulde kolom gevoerd en na wassen met 1 1 0,02M waterige natriumchloride-oplossing werd de kolom geëlueerd met 1 1 0,04M waterige natriumchloride-oplossing.
20 Nadat het eluaat ontzout was door chromatografie met geactiveerde kool, werd het gechromatografeerd over een kolom van 200 ml Diaion HP-20 (74 - 150 /om) en de kolom werd met water geëlueerd en gefractioneerd. De fracties, die bij vloeistofchromatografie één enkele piek vertoonde, werden samengevoegd en geconcentreerd en het concentraat werd gevriesdroogd. Men 25 verkreeg 48 mg natriumzout van 0-19393^ in de vorm van een wit poeder.
80 0 0 6 28
Claims (4)
1. Antibioticum ¢-193933^ of Hg niet de formule van fig. 5, waarin R een groep -SO^H of waterstof voorstelt, benevens de 2outen daarvan.
2. Werkwijze ter bereiding van antibioticum C-19393S2 en/of , met 5 het kenmerk, dat men een tot het genus Streptomyces behorend micro-organis-me, dat in staat is antibioticum ¢-193933^ en/of Hg te produceren, kweekt in een cultuurmedium, dat assimuleerbare bronnen van koolstof en verteerbare bronnen van stikstof bevat, tot antibioticum C-19393S2 en/of Hg erin gevormd is, en het antibioticum of de antibiotica wint.
3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat men als micro- organisme Streptomyces sp. C-19393 (IFO 13886) gebruikt.
4. Praktisch zuivere cultuur van een micro-organisme behorend tot het genus Streptomyces en met de eigenschappen, die identificeerbaar zijn als die van IFO 13886, welke cultuur in staat is in een kweekmedium, dat assi-15 muleerbare koolstofbronnen en verteerbare stikstofbronnen bevat, een winbare hoeveelheid van antibioticum C-19393Sg en/of Hg te vormen. 800 0 6 28
Applications Claiming Priority (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
JP1156079A JPS55104296A (en) | 1979-02-02 | 1979-02-02 | Antibiotic substance c-19393s2 and its preparation |
JP1156079 | 1979-02-02 | ||
JP8114179 | 1979-06-26 | ||
JP8114179A JPS565496A (en) | 1979-06-26 | 1979-06-26 | Antibiotic c-19393h2 and its preparation |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8000628A true NL8000628A (nl) | 1980-08-05 |
Family
ID=26347007
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8000628A NL8000628A (nl) | 1979-02-02 | 1980-01-31 | Antibiotica c-19393s2 en h2. |
Country Status (15)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US4518529A (nl) |
AU (1) | AU534530B2 (nl) |
CH (1) | CH646432A5 (nl) |
DE (1) | DE3003624A1 (nl) |
DK (1) | DK12580A (nl) |
ES (1) | ES8102590A1 (nl) |
FR (1) | FR2447922A1 (nl) |
GB (1) | GB2042532B (nl) |
HU (1) | HU181721B (nl) |
IT (1) | IT1130246B (nl) |
NL (1) | NL8000628A (nl) |
PH (1) | PH14316A (nl) |
PT (1) | PT70710A (nl) |
SE (1) | SE8000842L (nl) |
SU (1) | SU1075984A3 (nl) |
Families Citing this family (8)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4530791A (en) * | 1979-04-16 | 1985-07-23 | Kowa Co., Ltd. | β-Lactam antibiotics |
JPS5740485A (en) * | 1980-08-25 | 1982-03-06 | Shionogi & Co Ltd | Novel antibiotic pa-39504-x3 and its preparation |
JPS5746985A (en) * | 1980-09-05 | 1982-03-17 | Kowa Co | Preparation of antibiotic |
ES506470A0 (es) * | 1980-10-24 | 1983-02-01 | Kowa Co | Proceso de produccion de un compuesto medicamentoso que con-tiene antibioticos de la serie ka-6643 |
JPS57109786A (en) * | 1980-12-26 | 1982-07-08 | Takeda Chem Ind Ltd | Antibiotic c-19393e5 and its preparation |
US4497742A (en) * | 1981-03-04 | 1985-02-05 | Takeda Chemical Industries, Ltd. | Isomerization of β-lactam compounds |
US5391604A (en) * | 1993-07-30 | 1995-02-21 | Diemat, Inc. | Adhesive paste containing polymeric resin |
EP0990135A4 (en) * | 1996-04-30 | 2000-04-26 | Metrika Inc | METHOD AND DEVICE FOR MEASURING REFLECTED OPTICAL RADIATION |
Family Cites Families (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4172129A (en) * | 1974-03-28 | 1979-10-23 | Beecham Group Limited | Antibiotics |
GB1577725A (en) * | 1976-06-30 | 1980-10-29 | Beecham Group Ltd | Azetidinone derivatives |
EP0002564B1 (en) * | 1977-11-12 | 1984-06-20 | Beecham Group Plc | Derivatives of 7-oxo-1-azabicyclo(3.2.0)-hept-2-ene-2-carboxylic acid, their preparation, pharmaceutical compositions containing them and intermediates |
US4211707A (en) * | 1978-08-10 | 1980-07-08 | Merck & Co., Inc. | Process for hydrolytically cleaving O-sulfo thienamycins |
US4232036A (en) * | 1978-10-24 | 1980-11-04 | Merck & Co., Inc. | 6-, 1- and 2-Substituted-1-carbadethiapen-2-em-3-carboxylic acids |
US4530791A (en) * | 1979-04-16 | 1985-07-23 | Kowa Co., Ltd. | β-Lactam antibiotics |
-
1980
- 1980-01-10 AU AU54518/80A patent/AU534530B2/en not_active Ceased
- 1980-01-11 DK DK12580A patent/DK12580A/da not_active Application Discontinuation
- 1980-01-17 US US06/113,132 patent/US4518529A/en not_active Expired - Lifetime
- 1980-01-18 PT PT70710A patent/PT70710A/pt unknown
- 1980-01-28 HU HU80180A patent/HU181721B/hu unknown
- 1980-01-28 CH CH67680A patent/CH646432A5/de not_active IP Right Cessation
- 1980-01-31 FR FR8002162A patent/FR2447922A1/fr active Granted
- 1980-01-31 ES ES488836A patent/ES8102590A1/es not_active Expired
- 1980-01-31 NL NL8000628A patent/NL8000628A/nl not_active Application Discontinuation
- 1980-02-01 DE DE19803003624 patent/DE3003624A1/de not_active Withdrawn
- 1980-02-01 IT IT19645/80A patent/IT1130246B/it active
- 1980-02-01 GB GB8003402A patent/GB2042532B/en not_active Expired
- 1980-02-01 SE SE8000842A patent/SE8000842L/xx not_active Application Discontinuation
- 1980-02-01 SU SU802878699A patent/SU1075984A3/ru active
- 1980-02-01 PH PH23567A patent/PH14316A/en unknown
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
IT1130246B (it) | 1986-06-11 |
SE8000842L (sv) | 1980-12-27 |
AU5451880A (en) | 1980-08-07 |
ES488836A0 (es) | 1981-02-16 |
AU534530B2 (en) | 1984-02-02 |
GB2042532A (en) | 1980-09-24 |
SU1075984A3 (ru) | 1984-02-23 |
IT8019645A0 (it) | 1980-02-01 |
US4518529A (en) | 1985-05-21 |
CH646432A5 (de) | 1984-11-30 |
HU181721B (en) | 1983-11-28 |
PH14316A (en) | 1981-05-20 |
PT70710A (en) | 1980-02-01 |
GB2042532B (en) | 1983-07-20 |
ES8102590A1 (es) | 1981-02-16 |
DK12580A (da) | 1980-08-03 |
FR2447922A1 (fr) | 1980-08-29 |
FR2447922B1 (nl) | 1982-05-28 |
DE3003624A1 (de) | 1980-11-20 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
EP0182315B1 (en) | Novel antibiotic nk84-0218 pharmaceutical compositions containing it and process for the production of the same | |
NL8000628A (nl) | Antibiotica c-19393s2 en h2. | |
NL7907191A (nl) | Antibioticum sb-72310. | |
US4010155A (en) | Antibiotic SF-1623 substance | |
Harada et al. | C-19393 E5, A NEW CARBAPENEM ANTIBIOTIC FERMENTATION, ISOLATION AND STRUCTURE | |
US5039663A (en) | Antibiotics called "mureidomycins A, B, C, and D" and their therapeutic use | |
US4017485A (en) | 7-Methoxycephalosporin derivatives | |
US4409147A (en) | Carbapenem compounds and their production | |
US4189472A (en) | Antibiotic C-11924 F-1 | |
KR830002818B1 (ko) | 항생물질 c-19393 s_₂및 h_₂의 제조방법 | |
US4521340A (en) | Pharmaceutically acceptable salts of the antibiotic C-19393 E5 | |
Imada et al. | Antibiotics C-19393S 2 | |
JPS6316399B2 (nl) | ||
US4404218A (en) | Antibiotic SF-2103A substance and process for production thereof | |
US4397950A (en) | Process for production of antibiotic U-64,767 using Streptomyces macronensis NRRL 12566 | |
US4427655A (en) | Antibiotics-875A and production thereof | |
US5213974A (en) | Fermentation process for preparing antibiotics mureidomycins A, B, C and D | |
NL8000627A (nl) | Antibiotica c-14482 b1, b2 en b3. | |
US4201769A (en) | Antibiotic substances No. 17927A1 and No. 17927A2 and process for producing the same | |
EP0086610A1 (en) | Substance potentiating the activity of antibiotics and its production | |
JPS6125356B2 (nl) | ||
KR790001336B1 (ko) | 티에나마이신의 제법 | |
Harada et al. | Pharmaceutically acceptable salts of the antibiotic C-19393 E 5 | |
NL7908047A (nl) | Antibioticum, werkwijze voor het bereiden daarvan, en dit antibioticum bevattende gebruikssamenstelling. | |
JPH0439477B2 (nl) |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1A | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BV | The patent application has lapsed |