NL7909110A - Zuivering van gamma-globuline-derivaat. - Google Patents

Zuivering van gamma-globuline-derivaat. Download PDF

Info

Publication number
NL7909110A
NL7909110A NL7909110A NL7909110A NL7909110A NL 7909110 A NL7909110 A NL 7909110A NL 7909110 A NL7909110 A NL 7909110A NL 7909110 A NL7909110 A NL 7909110A NL 7909110 A NL7909110 A NL 7909110A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
buffer solution
globulin
sulfonated
ion exchanger
ionic strength
Prior art date
Application number
NL7909110A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Chemo Sero Therapeut Res Inst
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Chemo Sero Therapeut Res Inst filed Critical Chemo Sero Therapeut Res Inst
Publication of NL7909110A publication Critical patent/NL7909110A/nl

Links

Classifications

    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C07ORGANIC CHEMISTRY
    • C07KPEPTIDES
    • C07K16/00Immunoglobulins [IGs], e.g. monoclonal or polyclonal antibodies
    • C07K16/06Immunoglobulins [IGs], e.g. monoclonal or polyclonal antibodies from serum
    • C07K16/065Purification, fragmentation
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10STECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10S530/00Chemistry: natural resins or derivatives; peptides or proteins; lignins or reaction products thereof
    • Y10S530/827Proteins from mammals or birds
    • Y10S530/829Blood
    • Y10S530/83Plasma; serum
    • Y10S530/831Cohn fractions

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Organic Chemistry (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Biochemistry (AREA)
  • Biophysics (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Genetics & Genomics (AREA)
  • Medicinal Chemistry (AREA)
  • Molecular Biology (AREA)
  • Proteomics, Peptides & Aminoacids (AREA)
  • Immunology (AREA)
  • Peptides Or Proteins (AREA)
  • Medicines Containing Antibodies Or Antigens For Use As Internal Diagnostic Agents (AREA)

Description

*
V
3r/0/lh/l
Zuivering van ^-globuline-derivaat.
Werkwijze voor het verschaffen van gezuiverd S-gesulfoneerd ^f-globuline, waarbij het-^-globuIine-derivaat met een ionenuitwisselaar wordt behandeld teneinde geagglutineerde moleculen van het derivaat voldoende te verwijderen, 5 · het gehalte aan de monomoneculaire verbinding te vergroten en de ongewenste anticomplementaire werking voldoende te verzwakken ter verschaffing van het gewenste, biologisch en fysisch stabiele S-gesulfoneerde-^-globuline.
Door fractioneren uit bloedplasma verkregen 10 7-globuline vertoont een werking tegen verschillende infectieziekten en is te gebruiken als een zogenaamd immunoglobu-line-prepr raat voor het voorkomen en genezen van verschillende infectieziekten. De bekende immunoglobuline-preparaten bevatten echter geagglutineerde moleculen van het ^-globu- 15. line-derivaat, die bij de zuivering zijn ontstaan. Ze kunnen dan ook niet intraveneus toegediend worden, doch enkel intramusculair. Bij toediening van een preparaat met geagglutineerde moleculen van het $*-globuline-derivaat wordt in de patient snel een complement geactiveerd, hetgeen leidt 20 tot neveneffecten, zoals verlaging van de bloeddruk, verhoging van de lichaamstemperatuur, ontregeling van de bloedcirculatie, enz. Bij intramusculaire toediening echter zijn de toe te dienen hoeveelheid en de snelheid van penetratie in de bloedvaten beperkt, welke wijze van toediening dus 25 niet geschikt is voor het snel doen stijgen van de bloedspiegel van het anti-lichaam. Er is dan ook behoefte aan een T-globuline-preparaat, dat intreveneus kan worden toegediend zonder dat een anti-complementaire werking optreedt.
Er zijn verschillende werkwijzen bekend voor 30 de bereiding van intraveneus toe te dienen ^-globuline-preparaten, zoals de behandeling met pepsine (Deutsch Medizinishe Wochenschrift, 87^, 1643 (1962)) of met piasmine (Vox Sanguinis, 13, 71 (1967)). Bij behandeling met een protease, zoals pepsine, wordt het ^-globuline echter ont- 7909110 • · -- 'm -2- »* * v leed tot. twee of meer verbindingen met een lager moleculair gewicht, zodat het anti-lichaam na korte tijd verdwijnt en de biologische werking van de Fc-groep van het "/“Slobuline afneemt door het verdwijnen van voornoemde groep.
5 Bekend is ook een werkwijze ter verschaffing van een intraveneus toe te dienen ^'-glebuiine zonder voornoemde nadelen, met name zonder wijzigingen in de ^"Slobu-linestructuur, zoals de behandeling van het ^“STlohuline bij pH 4 (Vox Sanguinis, 13, 93 (1967)), behandeling met 1Ö β-propyolaceton (Vox Sanguinis, 28, 422 (1975)). Volgens de eerstgenoemde werkwijze wordt echter een preparaat ver7 kregen, waarvan het gehalte aan geagglutineerde moleculen bij het bewaren toeneemt, zodat de anti-complementaire werking daarvan sterker pleegt te worden. Er is gesteld, dat 15 de tweede van voornoemde twee werkwijzen een ^-globuline-preparaat verschaft, dat bij toediening als een antigeen kan werken.
Het Amerikaanse octrooischrift 4.059.571 en de Japanse octrooiaanvrage 1630/1976 vermelden recentelijk 20 een werkwijze voor het verschaffen van een intraveneus toe te dienen /f-globuline-preparaat, waarbij Jf-globuline bij de S-S-binding wordt geoxideerd ter verschaffing van een derivaat met sulfonzuurresten (in het vervolg met S-ge-sulfoneerd ^jf-globuline aan te duiden) . Zulk een derivaat 25 behoudt de oorspronkelijke molecuulgrootte, omdat de S-S-binding is vervangen door een waterstofbinding, zodat het een aanzienlijke zwakkere anti-complementaire werking vertoont met behoudt van volledige anti-lichaamwerking (er is aangegeven, dat het anti-complementaire werkingsniveau bij 30 een proteineconcentratie van 5 gew.% (hierna met "CHj-q") bij 30% of minèër licht). Bovendien wordt het S-gesulfoneer-de ^-globuline gemakkelijk gereduceerd en dan geoxideerd ter verschaffing van het oorspronkelijke molecuul, indien aan mensen toegediend (Journal of Biochemistry, 2J^, 1377 35 (1976)). Ook is met clinische proeven aangetoond, dat het derivaat veilig kan worden toegediend aan mensen, waarvan het bloed weinig of geen 2f"*gl°buline bevat (International Academy of Blood Transfusion (Parijs) 1978) .
-·’ ,f% a ** 3 * (ft, „ v r' v
V
-3-
Voornoemd ^globuline-preparaat heeft welliswaar de vereiste eigenschappen, doch kan nauwelijks op industriële schaal geproduceerd worden. Met name kunnen voor-noemde resultaten bereikt worden, indien wordt uitgegaan 5 van y-globuline, dat voldoende is gezuiverd en weinig geagglutineerde moleculen bevat, doch bij gebruik van technisch ^f-globuline, volgens Cohn gefractioneerd met ethanol bij lagere temperatuur, als uitgangsmateriaal, vertoont het verkregen S-gesulfoneerde “Jjf-globuline een niet geringe anti-10 complementaire werking (CH^q = tenminste circa 30-20%).
In principe is de in vorenstaande beschreven werkwijze dus goed, doch er is een extra behandeling nodig voor het op industriële schaal verschaffen van het gewenste produkt met een goede houdbaarheid.
15 Er is naar een werkwijze gezocht voor de pro- duktie van het gewenste S-gesulfoneerde ^-globuiine met een voldoende lage anti-complementaire werking*, waarbij van technische ^globuline wordt uitgegaan. Gebleken is nu, dat het doeleinde kan worden bereikt door na het sulfoneren het 20 verkregen S-gesulfoneerde ^f-globuline met een ionenuitwisselaar te behandelen.
De uitvinding verschaft dan ook een werkwijze voor de produktie van een intraveneus toe te dienen ^~glo-buline op industriële schaal. Volgens een ander aspect ver-25 schaft de uitvinding een S-gesulfoneerd ^-globuline met hoofdzakelijk enkelvoudige moleculen, weinig geagglutineerde moleculen en uiterst zwakke anti-complementaire werking.
Verder verschaft de uitvinding een werkwijze voor de zuivering van een S-gesulfoneerd ^-globuline.
30 Volgens de uitvinding wordt een op gebruike lijke wijze door oxidatie verkregen S-gesulfoneerd y'-globu-line met een ionenuitwisselaar gefractioneerd ter verschaffing van een fractie met hoofdzakelijk geagglutineerde moleculen en een fractie met hoofdzakelijk monomoleculaire 35 ^globuline, welke laatste fractie het gewenste ^-globuline- derivaat met een uiterst lage anti-complementaire werking verschaft, met name met een CH^q van minder dan 10%. Het S-gesulfoneerde ^globuline van de uitvinding kan dus ge- 7909110 y*' -4- bruikt worden als een intraveneus toe te dienen immunoglobu-line-preparaat.
Het uitgangsmateriaal kan bestaan uit S-gesul-foneerd ^-globuline, dat gewoonlijk wordt verkregen door 5 fractioneren volgens Cohn, een internationaal toegepaste werkwijze voor de bereiding van ^"-globuline (J. Am, Chem. Soc., 68_, 459 (1946)). Het oxideren van het ^-globuline geschiedt met een oxidatiemiddel/ zoals een alkalimetaal-tetraionaat, alkalimetaaljodosoaat/ een moleculaire zuur-10 stof bevattend gas (lucht) of een sulfietion vormende verbinding (zwavelig zuur) (Amerikaans octrooischrift 4.059.571/ Japanse octrooiaanvragen 1630/1976 en 76418/1976). Het S-gesulfoneerde 2^globuline kan eventueel op gebruikelijke wijze, zoals door dialyse/ gezuiverd worden.
15 De gebruikte ionenuitwisselaar is bij voor keur herhaaldelijk te gebruiken zonder extra activering en met een groot bindingsvermogen. Hij bestaat bij voorkeur uit een in een autoclaaf te bewerken gel met een goede stabiliteit onder verschillende omstandigheden, bijvoorbeeld 20 bij verschillende pH's, ionensterkten, enz. De zuivering geschiedt in een kolom van zulk een ionenuitwisselaar.
De ionenuitwisselaar kan anionisch of cat-ionisch zijn, met voorkeur voor de anionische vanwege de biologische en fysische stabiliteit van het produkt. Een 25 anionische uitwisselaar kan te zamen met een cationische gebruikt worden.
Voorbeelden van geschikte anionische uitwisselaars zijn agarosegel (bijvoorbeeld DEAE-Sepharose CL-6B), dextrangel (DEAE- of QAE-Sephadex), cellulosegel (bijvoor-30 beeld DEAE- of TEAE-cellulose), polyvinylgel (DEAE-Toyopeal), amylosegel, enz. Geschikte anionische groepen zijn diethyl-aminoethyl (DEAE), triethylaminoethyl (TEAE) en diethyl-(2-hydroxypropyl)aminoethyl (QAE).
Voorbeelden van geschikte cationische ionen-35 uitwisselaars zijn met cationische groepen gesubstitueerde agarosegel (bijvoorbeeld CM-Sepharose CL-6B), dextrangel (bijvoorbeeld CM- of SP-Sephadex), cellulosegel (bijvoorbeeld CM-cellulose), polyvinylgel (bijvoorbeeld CM-Toyopeal), 7909110 w.
-5- amylosegel en dergelijke. Geschikte cationische groepen zijn de groepen carboxymethyl (CM), sulfopropyl (SP) en sulfoethyl (SS) -
Voor de absorptie wordt het S-gesulfoneerde 5 ^-globuline net een ionenuitwisselaax in een bufferoplossing met een optimale pH en ionensterkte behandeld onder het absorberen van het monomoleculaire S-gesulfoneerde ^-globu-line door de ionenuitwisselaar, doch niet de geagglutineerde moleculen en het niet gesulfoneerde globulins. De ionen-10 uitwisselaar wordt dan met dezelfde bufferoplossing uitgewassen.
De pH van de bufferoplossing dient 4-10 te bedragen, bij voorkeur 7-8 en de ionensterkte (ji) 0,01-015, bij voorkeur 0,03-0,09, bij gebruik van een anionische ionen-15 uitwisselaar. Bij gebruik van een cationische ionenuitwisse-laar dient de pH van de bufferoplossing 4-6,5 te bedragen, bij voorkeur 5-6, en de ionensterkte 0,01-0,1, bij voorkeur 0,035-0,07. De concentratie van het te absorberen S-gesulfoneerde ^-globuline is niet aan beperkingen onderhevig, 20 doch met het oog op het uitwisselingsvermogen van de ionenuitwisselaar gaat de voorkeur uit naar een concentratie van 2-12% (gewicht/volume).
De bufferoplossing bestaat bij voorkeur uit een fosfaat-, citraat-, tris/fosfaat-, tris/HCl-, boraat-, 25 acetaat-buffer of dergelijke.
Het monomoleculaire S-gesulfoneerde T^globu-line wordt gemakkelijk uit de ionenuitwisselaar geelueerd enwel met een tweede bufferoplossing met een andere pH en ionensterkte dan die van de eerste bufferoplossing. De pH 30 van de bufferoplossing voor het elueren bedraagt 3-4 bij gebruik van een anionenuitwisselaar en 6-9 bij gebruik van een cationenuitvisselaar. De ionensterkte (μ) van de bufferoplossing voor het elueren dient hoger te zijn dan die van de eerste bufferoplossing en bedraagt bij voorkeur 0,05-0,8. 35 Voorbeelden van elutieoplossingen zijn fosfaat-, glycine/ HC1-, citraat-, natriumacetaat-buffers of dergelijke. Ze kunnen natriumchloride bevatten.
7909110 De zuivering geschiedt volgens de uitvinding
V
♦ '·* -6- κ\ bij kamertemperatuur, doch ook onder koeling.
Het volgens de werkwijze van de uitvinding gezuiverde S-gesulfoneerde ^-globuline heeft een hoger gehalte aan het monomoleculaire bestanddeel, minder anti-ccmplemen-5 taire werking en een grotere stabiliteit dan het nog niet gezuiverde produkt. Indien bijvoorbeeld het in het later te bespreken voorbeeld I gebruikte S-gesulfoneerde j^-globu-line (3 partijen) volgens de werkwijze van de uitvinding wordt gezuiverd met DEAE-Sepharose CL-6B en CM-Sepharose 10 CL-6B ter verschaffing van een preparaat met een proteine-concentratie van 5% dan bedragen de anti—complementaire werking (CH^q), het gehalte aan monomoleculaire bestanddeel (met een ultracentrifuge bepaald) en de schut-bestandheid (waarbij het verschil in lichtverstrooiing voor en na het 15 schudden in de schudinrichting van Kahn wordt gemeten) als in tabel A weergegeven. Voor de tabel gelden de volgende opmerkingen:
Hf 1) bepaald volgend Kabat Mayer (Experimental Immunochemistry, 225 (1961)).
20 2) gemeten na 50 min centrifugeren bij 60.000 o.p.m. met de ultra-centrifuge van Beckmann.
.3) gemeten is het verschil van de lichtverstrooiing voor en na 4 uren schudden met een amplitude van 3,4 cm en een frequentie van 3,7 (Standard for Biological Preparations, 25 uitgegeven door het Ministerie van Gezondheid van Japan).
79 0 9 1 1 0 -7- «V.
TABEL A
Partij yoor Ha zuivering jfo. zuivering-------- j DEAE- CK- ! , Sepharcse Sapharose *1 i 25 6 8
Cl!S0 Ü 20 3 10 ( % ’ ill 22 5__7 'Gehalte - *2 i 82 92 90 moleculen ϋ 84 92 y ( % 5 iii 85 94 95
Schud- *3 i 100 5 ** · 42 bestandheid . Λ _rt ii 80 8 38 iii 136 2 30
Uit de tabel blijkt, dat het volgens de werkwijze van de uitvinding gezuiverde S-gesulfoneerde ^-globu-line in een concentratie van 5% een veel zwakkere anti-complementaire werking, met name 10% of minder, bezit dan 5 het nog niet gezuiverde produkt. Bij gebruik van een anioni-sche ionenuitwisselaar wordt voornoemde werking erg veel kleiner. Het gehalte aan het monomoleculaire bestanddeel neemt toe van 75-80% voor de zuivering tot 90-95% erna.
Bij de analyse met de ultracentrifuge doet het grootste 10 deel van de geagglutineerde moleculen nauwelijks mee, omdat het bij het centrifugeren direkt wordt neergeslagen, doch met de dunne laag chromatografie (op een dunne gel) blijken de geagglutineerde moleculen in polymeren en oligomeren te scheiden te zijn. De chromatografie stelt vast, dat het 15 gehalte aan monomeren toneemt van 60-70% voor de zuivering tot tenminste 85% erna. Bovendien toont de lichtverstrooiing aan, dat,.het volgens de uitvinding gezuiverde ^-globuline- 79 0 9 1 1 0 'ï' /!» -8- preparaat uiterst stabiel is, hetgeen hieruit blijkt, dat zelfs door schudden er geen neerslag ontstaat.
De uitvinding zal worden verduidelijkt aan de hand van de volgende niet beperkende voorbeelden, waarin 5 percentages betrekking hebben op gewichten, tenzij anders vermeld.
Voorbeeld I
Een oplossing van 248 g natriumtetrathionaat en ëën van 408 g natriumsulfiet in respectievelijk 1500 en 10 3500 ml NaCl houdend fosfaatbufferoplossing van pH 7,6 wor den, na door filtratie gesteriliseerd te zijn, aan 10 1 15%tige waterige oplossing van Qf~globuline toegevoegd, welke laatste oplossing is verkregen door menselijk bloedplasma met ethanol te fractioneren. Het geheel wordt ter sulfonering 15 langzaam 4,5 uur bij 43°C geroerd.
Het reaktiemengsel wordt dan aan dialyse tegen een fysiologische zoutoplossing onderworpen ter verwijdering van de overmaat sulfoneringsmiddel, waarna het gedialyseerde mengsel in evenwicht wordt gebracht met een eerste buffer-20 oplossing (μ = 0,06; pH 7,5).
De verkregen oplossing wordt op een proteifte-concentratie van circa 8% gebracht. 15 liter van de oplossing wordt door een kolom van 16 liter, gepakt met DEAE-Sepharose CL-6B (van Pharmacia), dat eveneens met de eerste . 25 bufferoplossing in evenwicht is gebracht, gevoerd ter verschaffing van 16 liter van een fractie (P-I) met circa 2% niet door de kolom geabsorbeerde proteine.
Door de kolom wordt, nadat deze zolang met de eerste bufferoplossing is uitgewassen, dat in de was-oplos-30 sing nauwelijks proteine kan worden aangetoond, een acetaat (tweede) bufferoplossing (p = 0,1; pH 4,0) gevoerd ter verschaffing van 32 liter van een fractie (P-II) met een proteineconcentratie van circa 2,5%.
De fracties worden elk, na met een waterige 35 NaOH-oplossing geneutrSliseerd te zijn, geconcentreerd tot de proteine-oplossing circa 5% wordt. De geconcentreerde oplossingen worden dan tegen een 2,25 %tige glycinehoudende isotonische fosfaatbufferoplossing gedialyseerd. Enige /©091 10 ·< -9- '«ί eigenschappen van de verkregen produkten op dezelfde wijze als die van de in tabel E getoonde getoonde produkten gemeten. De resultaten zijn in tabel B verzameld.
TABEL B
I ^
Voor Ra zuivering
zuivering P-I j P-XX
4 : “ π- ! | ! /irr | 50 24 52 I 4
c * 1 I
Gehalte aan mono- I moleculen 94 j c * i_ . Schud- '! | * \ bestandheid t 120 i 207 3 i
)-1_!_;_I
Uit de tabel blijkt, dat de fractie P-I een 5 sterke anti-conplementaire werking vertoont, veel geagglutineerde moleculen bevat en een slechte schudbestandheid bezit. Zulks in tegenstelling tot de fractie P-II met een voldoende zwakke anti-complementaire werking, hoog gehalte aan het monomoleculaire bestanddeel en zeer goede schud-10 bestandheid. De fractie P-I bevat dus geen componenten met ongewenste eigenschappen meer.
De scheidingspatroon van de fracties van voorbeeld I is in figuur 1 te zien, met op de abscis het fractie-nummer en op het ordinaat de optische densiteit van de frac-15 ties, gemeten bij een golflengte van 280 nm.
Van de oplossing van S-gesulfoneerd ^-globuline voor de zuivering (A), de fracties P-I (B) en P-II (C) worden analyses met een ultracentrifuge (X) en chromatogrammen op een dunne gel (Y) gemaakt. De patronen van de analyses 20 zijn in figuur 2 te zien. Voor de ultracentrifuge-analyses worden de proteine-oplossingen met een concentratie van 1,67% 50 min bij 60.000 o.p.m. gecentrifugeerd met de in- 79 0 9 1 1 0 -7
Ir -ιο- richting van Beckmann/ terwijl de dunne laag chromatogrammen volgens Migita zijn gemaakt (Annual Report of Inst. Virus Research, Kyoto Univ., 130 (1965)). In figuur 2 heeft a betrekking op een monomoleculaire stof (7S); b,c en d op 5 oligomeren (resp. 9S, 11S en 13S) en p op een polymeer. In figuur 2 is te zien, dat de analyse hetzelfde patroon vertoont, doch dat de dunne laag chromatografie hogere waarden voor de sterk geagglutineerde moleculen aangeeft dan de analyse met de ultracentrifuge, bij welke geen polymeer 10 wordt aangetoond. Beide tonen aan, dat de fractie P-I veel geagglutineerde moleculen en de fractie P-Il meer .enkelvoudige moleculen bevat.
Voorbeeld II
Een I5%tige waterige oplossing van -giobuline 15 wordt op dezelfde wijze als in voorbeeld. I verwerkt ter verschaffing van een S-gesulfoneerd ^-globuline-oplossing met een proteinegehalte van circa 7%. Circa '100 liter van de oplossing wordt gevoerd door een kolom van 150 liter, gepakt met DEAE-Sepharose CL-6B, dat in evenwicht is gebracht 20 met een citraatbufferoplossing (μ = 0,03; pH 7,5) ter verschaffing van 125 liter fractie P-I met circa 1,5% ongeabsorbeerde proteine.
Na op dezelfde wijze als in voorbeeld I te zijn uitgewassen wordt, de kolom geelueerd met een NaCl-bevat-25 tende glycine/HCl-bufferoplossing (ji = 0,55; pH 3,5) ter verschaffing van circa 245 liter fractie P-II met een proteinegehalte van circa 2%.
De verkregen fracties worden op dezelfde wijze verwerkt als in voorbeeld I en de eigenschappen daarvan 30 nagegaan. De resultaten zijn in tabel C opgenomen.
7909110 -11-
TABEL C
I « i * i voor Na zuivering
zuivering ρ_τ P-II
i i CF i i ^50 I : 25 | 58 5 c % ) | r ; t ' j ! · i i
Gehalte aan j ! ? i ! mono“ ï o? i 50 ! Q4 moleculen l i 50 { 94 c % i_1 [_I_
i i ~~T' I
! Schud- ! ! bestandheid | 137 238 J 3
Voorbeeld II
Op dezelfde wijze als in voorbeeld I, behalve dat een citraatbufferoplossing (p = 0,03; pH 7,5) wordt gebruikt in plaats van de fosfaat (eerste) bufferoplossing, 5 wordt circa 15 liter oplossing van S-gesulfoneerd Y-globuline met een proteinegehalte van circa 7% door een kolom van 16 liter, gepakt me£ DEAE-Sepharose CL-6B, gevoerd ter verschaffing van 15,6 liter fractie P-X met een proteinegehalte van circa 1,7%. Na goed uitgewassen te zijn wordt 10 de kolom dan geelueerd met een citraat (tweede) bufferoplossing (p = 0,614; pH 6,0) ter verschaffing van 31 liter fractie P-II met een proteinegehalte van circa 2,2%.
Voorbeeld IV
Voorbeeld III wordt herhaald, behalve dat een 15 fosfaatbufferoplossing (p = 0,06; pH 7,5), als eerste bufferoplossing wordt gebruikt, ter verschaffing van circa 14 liter fractie P-I met een proteinegehalte van circa 1,8%. Na goed uitgewassen te zijn wordt de kolom geelueerd met een glycine/zoutzuur (tweede) bufferoplossing (p = 0,542; pH 20 3,5) ter verschaffing van 29 liter fractie P-II met een proteinegehalte van circa 2,4%.
7909110 -12-
5P
Voorbeeld V
Voorbeeld III wordt herhaald, behalve dat een tris/zoutzuur (eerste) bufferoplossing (μ = 0,0175; pH 8,5) en een NaCl bevattende fosfaat (tweede) bufferoplossing 5 (ju = 0,45; pH 6,0) worden gebruikt ter verschaffing van 22 liter fractie P-I en 27 liter fractie P-II met een proteinegehalte van circa reëp. 1,2 en 2,6%.
Voorbeeld VI
Een op dezelfde wijze als in voorbeeld I ver-10 kregen waterige oplossing van S-gesulfoneerd i£-globuline wordt door dialyse in evenwicht gebracht met een acetaat-buffer (p = 0,05; pH 5,3), waarna de oplossing op een proteinegehalte van circa 7% wordt gebracht. 15 liter van de oplossing wordt door een.kolom van 16 liter, gepakt met 15 CM-Sepharose CL-6B (van Pharmacia), dat met dezelfde bufferoplossing in evenwicht is gebracht, gevoerd ter verschaffing van 13 liter fractie P-I met circa 1,9% doorgelaten proteïne.
Na op dezelfde wijze als in voorbeeld I uitgewassen te zijn wordt de kolom met een waterige oplossing 20 van natriumacetaat (p = 0,2) geelueerd ter verschaffing van 27 liter fractie P-II met een proteinegehalte van circa 2,5%.
De fracties worden op dezelfde wijze als in voorbeeld I verwerkt ter bepaling van de diverse eigenschap-25 pen. De resultaten zijn in tabel D verzameld.
TABEL D
Voor Ma zuivering
zuivering p-i P-II I
| _ | j I ch50 i i 25 32 8 c % ) ! i { i I !
Gehalte aan j | I mono- ! 83 48 ! 95 i moleculen ' ' | I ( % ) ; i i __ r I "Ί i Schud- I 102 ; 180 32 j ï bestandheid | [ j ! 7909110

Claims (12)

1. Werkwijze voor het verschaffen van zuiver S-gesulfoneerde ^“globuline, met het kenmerk, dat S-gesulfo-neerde 2T~globuline in een eerste bufferoplossing met een ionenuitwisselaar wordt behandeld onder het absorberen van 5 het monomoleculaire S-gesulfoneerde ^globuline door de ionenuitwisselaar; en het elueren van de ionenuitwisselaar met een tweede bufferoplossing ter verschaffing van een oplossing met het monomoleculaire S-gesulfoneerde 0^-globuli-ne.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de ionanuitwisselaar anionisch is.
3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de anionische ionenuitwisselaar bestaat uit een gel van anionische groepen bevattende agarose, dextran, 15 cellulose, polyvinyl of amylose, welke anionische groepen bestaan uit groepen diethylaminoethyl, triethylaminoethyl of diethyl-(2-hydroxypropyl)aminoethy1.
4. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat als eerste bufferoplossing een bufferoplossing 20 met een pH van 4-10 en een ionensterkte van 0,01-0,15 wordt gebruikt.
5. Werkwijze volgens conclusies 2-4, met het kenmerk, dat als tweede bufferoplossing een bufferoplossing met een pH van 3-4 en een grotere ionensterkte dan die van 25 de eerste bufferoplossing wordt gebruikt.
6. Werkwijze volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de ionensterkte van de tweede bufferoplossing 0,05-0,8 bedraagt.
7. Werkwijze volgens conclusie 1, met het 30 kenmerk, dat de ionenuitwisselaar cationisch is.
8. Werkwijze volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de cationische ionenuitwisselaar bestaat uit een gel van cationische groepen bevattende agarose, dextran, cellulose, polyvinyl of amylose, welke cationische groepen 35 bestaan uit groepen carboxymethy1, sulfopropyl of sulfo-ethyl. 7909110
9. Werkwijze volgens conclusie 7, met het -14- ’·? * _ ' kenmerk, dat als eerste bufferoplossing een bufferoplossing met een pH van 4-6/5 en een ionensterkte van 0,1-0,1 wordt gebruikt.
10. Werkwijze volgens conclusies 7-9, 5 met het kenmerk, dat als bufferoplossing een bufferoplossing met een pH van 6-9 en een grotere ionensterkte dan die van de eerste bufferoplossing wordt gebruikt.
11. Werkwijze volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de ionensterkte van de tweede bufferoplossing 10 0,05-0,8 bedraagt.
12. Gezuiverd S-gesulfoneerd ^-globuline met een hoog gehalte aan monomoleculaix bestanddeel en een zwakke anti-complementaire werking, verkregen met de werkwijze van conclusies 1-11. * 7909110
NL7909110A 1979-01-17 1979-12-18 Zuivering van gamma-globuline-derivaat. NL7909110A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP417779 1979-01-17
JP417779A JPS5598117A (en) 1979-01-17 1979-01-17 Purification of gamma-globulin derivative

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL7909110A true NL7909110A (nl) 1980-07-21

Family

ID=11577423

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL7909110A NL7909110A (nl) 1979-01-17 1979-12-18 Zuivering van gamma-globuline-derivaat.

Country Status (11)

Country Link
US (1) US4302384A (nl)
JP (1) JPS5598117A (nl)
AT (1) AT368887B (nl)
CA (1) CA1128418A (nl)
CH (1) CH643861A5 (nl)
DE (1) DE3001187A1 (nl)
FR (1) FR2446839A1 (nl)
GB (1) GB2039490B (nl)
IT (1) IT1127308B (nl)
NL (1) NL7909110A (nl)
SE (1) SE435786B (nl)

Families Citing this family (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS57103649A (en) * 1980-12-18 1982-06-28 Asahi Chemical Ind Sterilized gamma-globulin fixing column
US4479895A (en) * 1982-05-05 1984-10-30 E. I. Du Pont De Nemours And Company Immunoglobulin half-molecules and process for producing hybrid antibodies
US4470925A (en) * 1982-05-05 1984-09-11 E. I. Du Pont De Nemours And Company Immunoglobulin half-molecules and process for producing hybrid antibodies
US4590002A (en) * 1984-12-10 1986-05-20 Ortho Diagnostic Systems, Inc. Methods for preparation of highly purified, gamma globulins free of hepatitis-B-virus infectivity
JPS63121408A (ja) * 1986-11-11 1988-05-25 三菱電機株式会社 三相一括形ガス絶縁開閉装置
US4806346A (en) * 1986-12-16 1989-02-21 American Home Products Corporation Method for isolation of antigen specific immunoglobulin
TWI391399B (zh) 2005-05-25 2013-04-01 Hoffmann La Roche 測定溶離多肽之鹽濃度之方法
JPWO2009035055A1 (ja) * 2007-09-14 2010-12-24 一般財団法人化学及血清療法研究所 インスリン様成長因子−1(igf−1)産生促進剤
AR087953A1 (es) 2011-08-26 2014-04-30 Baxter Int Metodo para reducir el potencial tromboembolico de una composicion de inmunoglobulina derivada de plasma

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3869436A (en) * 1971-06-01 1975-03-04 Statens Bakteriologiska Lab Method for fractionating plasma proteins using peg and ion-exchangers
DE2508132C3 (de) * 1974-03-08 1980-10-16 Teijin Ltd., Osaka (Japan) Verfahren zur Herstellung von Humanimmunglobulin-Derivaten und parenteral applizierbare Lösung hiervon
JPS5417721B2 (nl) * 1974-03-08 1979-07-02
US4100149A (en) * 1975-08-28 1978-07-11 Rhone-Poulenc Industries Method of separating proteins by ion exchange

Also Published As

Publication number Publication date
FR2446839A1 (fr) 1980-08-14
SE7909897L (sv) 1980-07-18
GB2039490A (en) 1980-08-13
DE3001187A1 (de) 1980-07-31
IT7928295A0 (it) 1979-12-20
FR2446839B1 (nl) 1983-05-20
SE435786B (sv) 1984-10-22
AT368887B (de) 1982-11-25
DE3001187C2 (nl) 1989-01-19
ATA19180A (de) 1982-04-15
US4302384A (en) 1981-11-24
JPS5598117A (en) 1980-07-25
IT1127308B (it) 1986-05-21
CH643861A5 (de) 1984-06-29
CA1128418A (en) 1982-07-27
GB2039490B (en) 1983-02-16
JPS647050B2 (nl) 1989-02-07

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5094960A (en) Removal of process chemicals from labile biological mixtures by hydrophobic interaction chromatography
JP2742806B2 (ja) ハロゲン化炭化水素により不安定生物混合物からプロセス化学薬品を抽出する方法
JP4218980B2 (ja) 治療用の免疫グロブリンg濃厚液および該濃厚液の製造方法
SK67895A3 (en) Displacement chromatography process and purified hemoglobin product
NL7909110A (nl) Zuivering van gamma-globuline-derivaat.
US5252217A (en) Blood coagulation factor XI concentrate having high specific activity, suitable for therapeutic use, and process for preparing same
US9145448B2 (en) Method for the isolation of haptoglobin
US7041798B1 (en) Method for the chromatographic fractionation of plasma or serum, preparations, so obtained, and their use
MXPA96004256A (en) Method of recovery of immunoglobulin from fractions produced during the fractionation of plasma sanguineo hum
AU3676599A (en) Production of protein preparations with a reduced aggregate content
Johnston et al. The use of chromatography to manufacture purer and safer plasma products
US9556253B2 (en) Process for increased yield of immunoglobulin from human plasma
US5677424A (en) Method for purifying an aqueous solution of raw albumin
CA1341379C (en) Purified antithrombin-iii and methods of producing the same
JP4057049B2 (ja) 置換クロマトグラフィー法および精製ヘモグロビン産物
Olson Separations in pharmaceutical manufacturing
TW201306850A (zh) 缺乏一種以上致血栓因子的血漿製品之製備方法
JPS62267236A (ja) 血液製剤から血液型抗体を除去する方法
WO2021054997A1 (en) Compositions and methods for generating modified cryo-poor plasma
JPS6241210B2 (nl)
JP2618643B2 (ja) 静注用免疫グロブリン製剤
Olson Pharmaceutical and Biotechnology Applications
JPH1053534A (ja) α2プラスミンインヒビターの製造方法

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed