NL7908349A - Oplossingshouder voor continue, rondtrekkende perito- neale dialyse. - Google Patents

Description

-1- 21028/JF/jl

Aanvrager: Baxter Travenol Laboratories, Inc., Deerfield, Illinois, Verenigde Staten van Amerika.

Korte aanduiding: Oplossingshouder voor continue, rondtrekkende peritone-ale dialyse.

5

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor continue rondtrekkende peritoneale dialyse, waarin een oplossingshouder via een buigzame behuizing is gekoppeld met een buis van de patient, welke buis communiceert met de peritoneale holte van de patient, alsmede op een luer 10 afsluitverbindingsinrichting.

In zijn algemeenheid heeft de uitvinding betrekking op een inrichting voor continu^ rondtrekkende peritoneale dialyse en in het bijzonder op een nieuwe oplossingshouder voor continue, rondtrekkende peritoneale dialyse, alsmede op een nieuwe luer afsluitinriehting voor gebruik 15 daarmee en voor gebruik bij andere medische toepassingen.

De uitvinding is in het bijzonder geschikt voor gebruik bij continue rondtrekkende peritoneale dialyse waarbij een dialyse-oplossing wordt ingebracht in de peritoneale holte van de patient, waarbij het mogelijk is dat deze daar verscheidene uren wordt gehouden en daarna afgevoerd uit 20 de peritoneale holte van de patient, waarbij dit proces wordt herhaald op een in hoofdzaak continue basis. Eén manier om dit type dialyse te bereiken omvat de stappen van het verbinden van een dialyse-oplossingshouder met een katheter verbonden met de peritoneale holte van de patient, het losraaken van de afklemming van de behuizing tussen de dialyse oplossings-» 25 houder en de peritoneale holte van de patient, ten einde het mogelijk te maken dat de dialyse-oplossing stroomt van de houder in de 'peritoneale holte, het daarna opnieuw afklemmen van de behuizing, het toestaan dat de dialyse-oplossing voor verscheidene uren èlijft in de peritoneale holte van de patieht, bijvoorbeeld gedurende vier uren, het wederom losmaken van 30 de afklemming van de behuizing en het afvoeren van de oplossing uit de peritoneale holte van de patient terug in de dialyse-oplossingshouder, het loskoppelen van de dialyse-oplossingshouder van de katheterbuis en het verbinden van de katheterbuis met een verse dialyse-oplossingshouder en het herhalen'.van de hiervoor genoemde stappen.

35 Ondekt is dat het hiervoor genoemde proces kan worden verbeterd, waarbij de patient een grotere bewegingsvrijheid heeft, wanneer de dialyse-oplossingshouder de vorm van een zak heeft, in het bijzonder van een buigzame, vouwbare plastice zak. Op deze wijze kan zodra de dialyse- 790 83 49 -2- 21028/JF/jl oplossing in de dialyse-oplossingszak is aangebracht, de zak worden gevouwen en rondgedragen worden door de patient. Een zeer effectieve ver-bindings- en loskoppelinrichting tussen de dialyse-oplossingszak en de katheterbuis van de patient kan worden bereikt door het gebruik van een 5 luer afsluitverbindingskleminrichting. Op deze wijze draagt· de over-drachtsbuis welke zich uitstrekt van de dialyse-oplossingszak een eerste luer verbindingsklera en de katheterbuis zich uitstrekken uit de peritone-ale holte van de patient draagt een complementaire luer afsluitverbin»-dingsklem. De wenselijkheid van het bereiken, in’de afwezigheid van de 10 vloeistof, en het handhaven van een niet-verontreinigde verbinding bij de luer verbindingsklem is duidelijk en wordt bereikt door middel van de uitvinding.

Het is wenselijk voor de luer afsluitverbindingsklem welke wordt gedragen door de patient wenselijk is dat deze van het relatief permanen-15 te type is, terwijl de samenwerkende luer afsluitverbindingsklem welke wofflt gedragen door de bebuiéing zich uitstrekkend van de koppelingshou-der relatief verplaatsbaar kan zijn. Verder is het noodzakelijk dat de luer afsluitverbinding zeker is en dat lekkage wordt voorkomen, ten einde verontreiniging, hetgeen kan resulteren in peritonitis, te voorkomen.

20 Wanneer de dialyse-oplossingszak dusdanig is dat deze een over- drachtsbuis draagt welke zich daarvan uitstrekt, welke overdrachtsbuis is gekoppeld met de katheterbuis van de patient, kan het wenselijk zijn, te voorkomen' dat de dialyse-oplossing in de dialyse-oplossingszak vloeit via de overdrachtsbuis gedragen door de dialyse-oplossingszak. Door ge-25 bruikmaking van een breekbare verbindingsklem in serie met de dialyse-oplossingszakbebuizing, kaï het vloeien van dialyse-oplossing in de behuizing worden voorkomen, totdat de breekbare verbindingsklem wordt gebroken.

Het is een doel van.\de uitvinding een nieuwe oplossingshouder 30 te verschaffen vöor continue,rondtrekkende peritoniale dialyse, welke houder dusdanig is geconstrueerd, dat een significante bewegingsvrijheid voor de patient mogelijk is.

Een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een nieuw orgaan om te voorkomen dat de oplossing in de dialyse-oplossingshouder 35 stroomt via de overdrachtsbebuizing van de dialyse-oplossingshouder totdat een breekbaar orgaan wordt gebroken, waardoor het mogelijk wordt de verbinding te maken in afwezigheid van de vloeistof.

Een verder doel van de uitvinding is het verschaffen van een 790 8 3 49 % ï -3-* 21028/JF/jl nieuwe luer afsluitverbindingsklem welke de integriteit van de verbin-dingsklem handhaaft en verontreiniging uitsluit.

Een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een luer afsluitverbindingsinrichting, welke een afdieht-achtige koppeling omvat 5 tussen de mannelijke en vrouwelijke luer afsluitverbindingsklemmen waardoor dus lekkage wordt voorkomen, en een waterdichte bacterie-barrière bij de verbinding wordt gehandhaafd.

Nog een ander doel van de uitvinding is het*, verschaffen van een luer afsluitverbindingsinrichting waarbij één van de luer afsluitverbin-10 dingsklemmen relatief permanent is, terwijl de andere luer afsluitverbindingsklem relatief verplaatsbaar kan zijn.

Een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een nieuwe oplossingshouder voor continue,rondtrekkende peritoneale dialyse met een uit kleine deeltjes samengesteld filter en een klemorgaan in serie 15 met de overdrachtsbuis welke zich uitstrekt van de oplossingshouder, ten einde een eenvoudige maar zeer effectief bebbizingsstelsel gedragen door de oplossingshouder te verschaffen, waarbij de oplossingshouder is gevormd uit een buigzaam, vouwbaar plastic materiaal.

De uitvinding beoogt ten minste één van de hierboven gestelde 20 doelen te bereiken en voorziet daartoe in een inrichting voor continue rondtrekkende peritoneale dialyse,waarin een oplossingshouder via buigzame behuizing is gekoppeld met een buis van de patient, welke buis communiceert met de peritoneale holte van de patient, welke is gekenmerkt, doordat deze omvat: een buigzame , vouw bare plastic 25 dialyse-oplossingshouder met een overdrachtsopening , welke zich daarvan uitstrekt, een buigzame buis welke zich uitstrekt van de overdrachtsopening en met een luer verbindingsklem aan het vrije uiteinde ervan voor verbinding met een luer verbindingsklem gedragen door de buis van de patient, en een breekbaar orgaan in de buigzame buis, welk breek-30 baar orgaan normaal de fluldumstroom in de buigzame buis blokkeert^maar de fluldumstroom mogelijk maakt nadat het breekbareorgaan is gebroken.

Verder voorziet de uitvinding in een inrichting voor continue rondtrekkende peritoneale dialyse, waarin een oplossingshouder via buigzame behuizing is gekoppeld met een buis van de patient, welke buis com-35 municeert met de peritoneale holte van de patient, welke is gekenmerkt, doordat deze omvat: een buigzame vouwbare plastic dialyse-oplossingshouder met een overdrachtsopening welke zich daarvan uitstrekt, een buigzame buis welke zich uitstrekt van de overdrachtsopening en met een luer 790 83 49 , J' r * -4- 21028/JF/jl verbindingsklem aan het vrije uiteinde ervan voor verbinding met een luer verbindingsklem gedragen door de buis van de patient en een uit kleine deeltjes samengesteld filter in serie met de buigzame buis.

Verder voorziet de uitvinding in een inrichting voor continue 5 rondtrekkende peritoneale dialyse, waarin een oplossingshouder via buigzame bebuizing is gekoppeld met een buis van de patient, welke communiceert met de peritoneale holte van de patient , welke is gekenmerkt, doordat deze omvat: een buigzame» vouwbare plastic dialyse-oplossingshouder met een overdrachtsopening,welke zich daar-10 van uitstrekt, een buigzame buis welke zich uitstrekt van de overdrachtsopening en met een luer verbindingsklem aan het vrije uiteinde ervan voor verbinding met een luer verbindingsklem gedragen door de buis van de patient, welke luer verbindingsklem aan het vrije uiteinde en de luer verbindingsklem van de buis van de patient een samenwerkende mannelijke luer 15 afsluitlngsverbindingsklem en een vrouwelijke luer-afsluitingsverbindings-klem omvat, welke mannelijke luer verbindingsklem een centraal buisvormig gedeelte heeft, welk een axiaal boorgat definieert waarbij ten minste een gedeelte van het centrale buisvormige gedeelte wordt omsloten . door een buitenomhulsel met een in hoofdzaak cirkelvormig dwarsdoorsnedeconfi-20 guratie, welk buitenomhulsel inwendig van draad is voorzien en welke vrouwelijke luer verbindingsklem een hoofdbuisvormig orgaan omvat alsmede een zich radiaal naar buiten uitstrekkende flens, aangrenzend aan het vrije uiteinde ervan, welke flens dusdanig is gedimensioneerd dat deze draaiend samenwerkt met het inwendige draad van het buitenomhulsel van 25 de mannelijke luerverbindingsklem en een afdichtorgaan voor het verschaffen van een drukafdicht-achtige koppeling tussen ’de binnenwand van het buitenomhulsel wanneer de mannelijke en vrouwelijke verbindingsklem zijn verbonden, ten einde een waterdichte bacterie- barrière bij de luer afsluitverbinding te handhaven. , _____________ 30 Een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding voorziet in een luer afsluitverbindingsinrichting, welke is gekenmerkt, doordat deze omvaV een samenwerkende mannelijke luer afsluitverbindingsklem en een vrouwelijke luer afsluitlngsverbindingsklem, welke mannelijke luer afsluitverbindingsklem een centraal buisvormig gedeelte heeft, welk een 35 axiaal boorgat definieert met ten minste een gedeelte van het centrale buisvormige gedeelte welk wordt omsloten door een buitenomhulsel met een in hoofdzaak cirkelvormige dwarsdoorsnedeconfiguratie, welk buitenomhulsel inwendig van draad is voorzien, een vrouwelijke luer afsluitverbin- 790 83 49 * * -5- 21028/JF/jl dingsklem omvattende een buisvormig hoofdorgaan en met een radiaal naar buiten uitstrekkende flens grenzend aan het vrije uiteinde ervan, welke flens is gedimensioneerd om draaiend samen te werken met het inwendig van draad voorziene buitenomhulsel van de mannelijke luer<verbindingsklem en 5 een afdichtorgaan voor het verschaffen van een drukafdicht-achtige koppeling met de binnenwand van het buitenomhulsel wanneer de mannelijke en vrouwelijke verbindingsklemmen zijn verbonden, ten einde te helpen bij het handhaven van een waterdichte bacterie-barrière bij de luer verbinding.

10 In overeenstemming met de uitvinding wordt voorzien in een in richting voor continue,rondtrekkende peritoneale dialyse waarin een op-lossingshouder is gekoppeld via buigzame buizen met een buis van de patient, welke buis communiceert met de peritoneale holte van de patient. De inrichting omvat een buigzame, vouwbare plastic dialyse-oplossingshouder 15 met een overdrachtsopening, welke zich daarvan uitstrekt. Een buigzame buis strekt zich uit van de overdrachtsopening en heeft een luer verbinding aan het vrije uiteinde ervan, voor verbinding met een luer verbinding gedragen door de buis van de patient.

Bij de getoonde uitvoeringsvorm is een breekbaar orgaan aange-20 bracht in de buigzame buis. Het breekbare orgaan blokkeert normaal de fluldumstroom in de buigzame buis, maar maakt een fluïdumstroom mogelijk nadat het breekbare orgaan is verbroken.

Bij de getoonde uitvoeringsvorm is een uit kleine deeltjes samengesteld filter in serie verbonden met de buigzame buis. Bovendien is een 25 met de hand bedienbare klem in serie verbonden met de buigzame buis.

Bij de getoonde uitvoeringsvorm heeft de buigzame buis een luer verbindingsklem aan het vrije uiteinde daarvan, voor verbinding met een » luer verbindingsklem gedragen door de buis van de patient. De luer ver-bindingklem aan het vrije uiteinde en de luer verbindingsklem van de buis 30 van de patient omvatten een samenwerkende mannelijke luer afsluitverbin-dingsklem en een vrouwelijke luer afsluitverbindingsklem. De mannelijke luer verbindingsklem heeft een centraal buisvormig gedeelte welke een axiaal boorgat definiëert, waarbij ten minste het gedeelte van het centrale buisvormige gedeelte wordt omsloten door een buitenomhulsel met een in 35 hoofdzaak cirkelvormige dwarsdoorsnedeconfiguratie. Het buitenomhulsel is inwendig van draad voorzien.

De vrouwelijke luer verbindingsklem omvat een buisvormig hoofdorgaan met een zich radiaal naar buiten uitstrekkende flens grenzend aan het 790 8 3 49 * * -6- 21028/JF/jl vrije uiteinde daarvan. Deze flens is dusdanig gedimensioneerd dat deze draaiend samenwerkt met het inwendig van draad voorziene buitenomhulsel van de mannelijke luer verbindingsklem.

In één getoonde uitvoeringsvorm , wordt een elastomerisch orgaan 5 gedragen door de vrouwelijke luer verbindirjgsklem en is gedimensioneerd, en werkzaam voor het verschaffen van een drukafdicht-achtige koppeling met de binnenwand van het stijve buitenomhulsel van de mannelijke verbindingsklem ten einde te helpen bij het handhaven van een waterdichte-bacterie-barrière bij de luer afsluitverbindingsklem. Verder kan het 10 elastomerisch orgaan door de patient zijn bevochtigd of de kamer gedefinieerd door het buitenomhulsel gevuld met een steriliserend middel, hetgeen kan bijdragen tot het voorkomen van verontreiniging van de inrichting.

In een tweede getoonde uitvoeringsvorm kan de vrouwelijke luer 15 verbindingsklem een stijf buitenwandgedeelte hebben, welk werkzaam is met de binnenwand van de elastomerisch buitenomhulsel van de mannelijke verbindingsklem voor het verschaffen van de drukafdicht-achtige koppeling.

Bij de tweede getoonde uitvoeringsvorm, grenst het buitenwandgedeelte aan het buitenoppervlak van het buisvormige hoofdorgaan en heeft 20 een zich naar achter uitstrekkende buitentapsheid. Op deze wijze zal de drukkoppeling van de binnenwand van het buitenomhulsel en het buitenwand -gedeelte toenemen naarmate de mannelijke en vrouwelijke verbindingsklem in elkaar worden gedraaid.

Bij de tweede uitvoeringsvorm zijn de mannelijke en vrouwelijke 25 luer afsluitverbindingsklemmen elk gevormd uit een integrale constructie uit één stuk en de vrouwelijke luer afsluitverbindingsklem is vervaardigd uit roestvrij staal of titaan voor het verschaffen van een permanente constructie, terwijl de mannelijke luer afsluitverbindingsklem is gevormd uit een veerkrachtig plastic materiaal welk makkelijk verplaatsbaar is.

30 Het is natuurlijk duidelijk dat een variëteit aan materialen kan worden gebruikt, zonder buiten de strekking van de uitvinding te komen.

De uitvinding zal mi gedetailleerder worden beschreven aan de hand van de tekening, waarin: fig. 1 een tekening is van een oplossingshouder voor continue 35 rondtrekkende peritoneale dialyse volgens de uitvinding; fig. 2 een achteraanzicht is van een mannelijke luer afsluitverbindingsklem volgens de uitvinding; fig. 3 een zijaanzicht is van een mannelijke luer afsluitverbin- 790 8 3 49 -7- 21028/JF/jl 9 i dingsklem volgens de uitvinding, waarbij gedeelten zijn weggebroken voor de duidelijkheid; fig. 4 een vooraanzicht daarvan is·; fig. 5 een vooraanzicht is van een vrouwelijke luer afsluitver-5 bindingsklem volgens de uitvinding; fig. 6 een zijaanzicht daarvan is, met voor de duidelijkheid weggebroken gedeelten; fig. 7 een vergrote tekening is van een gedeelte van de vrouwe-]ijke luer afsluitverbindingsklem van fig. 6; 10 fig. 8 een zijaanzicht is, met voor de duidelijkheid weggebroken gedeelten, van een inrichting voor het afsluiten van de vrouwelijke luer afsluitverbindingsklem van fig. 6; fig. 9 een zijaanzicht met voor de duidelijkheid weggebroken gedeelten is van een afdekinrichting voor de luer afsluitverbindingsklem 15 van fig. 3; fig. 10 een zijaanzicht met voor de duidelijkheid weggebroken gedeelten is van een andere uitvoeringsvorm van een vrouwelijke luer afsluitverbindingsklem volgens de uitvinding; en fig. 11*een vergrote tekening is van de samenwerkende gedeelten 20 van de mannelijke luer afsluitverbindingsklem en de vrouwelijke luer af-sluitverbindingklem van fig. 10.

In fig. 1 is een dialyse-oplossingszak 10 getoond, met daarin de toevoeropeningen 12 en 14, welke zich van één zijde 16 van de zak 10 uitstrekken. Toevoeropening 14 is afgedekt met een injectie-orgaan ("site") 25 20 althans in de getoonde uitvoeringsvorm.

Oplossingshouder 10 is bij voorkeur gevormd uit buigzame vellen plastic materiaal, welke vellen aan de randen ervan onder toepassing van hitte zijn afgedicht voor het vormen van 'een oplossingszak. Buigzame plastic bebuizing 22 strekt zich uit van de overdrachtsopening 12 en is ge-30 koppeld met de invoer 24 van een uit kleine deeltjes samengesteld filter 26, waarvan een uitvoer 28 is gekoppeld met de buigzame bebuizing 30, welke een met de hand bedienbare klem 32 in serie daarmee draagt en met een mannelijk luer afsluitverbindings'stuk 34 aan het vrije uiteinde daarvan. Mannelijke luer.afsluitverbindingsstuk 34 is verbonden met een 35 vrouwelijk luer afsluitverbindingss.tuk 36 welk wordt gedragen aan het vrije uiteinde van een katheterbuis 38 van een patient, welke zich uitstrekt in de peritoneale holte van de patient. Aanvullende details met betrekking tot de constructie van de nieuwe luer afsluitverbindingsstuk- 790 83 49 -8- 21028/JF/jl inrichting gevormd door het mannelijke luer afsluitverbindingsstuk 34 en vrouwelijke luer afsluitvebbindingsstuk 36 zullen in het hiernavolgende worden toegelegd aan de hand van de figuren 2 tot en met 9.

Een breekbaar orgaan 40 is in serie aangebracht met de over-5 drachtsopening 12 en de bebuizing 22, binnen het boorgat gedefinieerd door deze toevoeropening en bebuizing. Breekbaar orgaan 40 blokkeert de fluldumstroom van overdrachtsopening 12 naar de bebuizing 22 totdat het breekbare orgaan 40 wordt gebroken.Breekbaar orgaan 40 is bij voorkeur gevormd uit een plastic materiaal welk de stroomweg van de overdrachts-10 opening 12 en de bebuizing 22 vult, maar welke een centraal boorgat defi-nieerd door het plastic materiaal welk wordt afgedicht door een afbreek-orgaan 42. Wanneer orgaan 42 met de hemd wordt gebroken, kan de dialyse-oplossing vervat in de oplossingszak 10 stromen door het breekbare orgaan 40 en daardoor deordde bebuizing 22 alsmede benedenstrooms met betrekking 15 daartoe. Op deze wijze wordt de dialyse-oplossing binnen de oplossingszak grenzend aan de overdrachtsopening 12 gehouden totdat het breekbare orgaan 40 wordt gebroken, en pas na het breken van het breekbare orgaan 40 kan de oplossing vervat in de oplossingszak 10 benedenstrooms van het breekbare orgaan 40 vloeien.

20 Het filter 26 is een uit kleine deeltjes samengesteld filter met een porie-afmeting van ongeveer 5 micrometer en met een relatief groot oppervlakgebied. Het verdient de voorkeur dat het oppervlaktegebied ten minste vier vierkante centimeter is en bij voorkeur rond 7 vierkante centimeter. Eveneens verdient het de voorkeur dat het filter 26 een hydro-25 fyl membraanfilter gebruikmakend van luchtventilatie door hydrofobe men-branen omvat.

Klem 32 kan een willekeurig type buigzame bebuizingsklem zijn, zoals deze bekend is op dit gebied van dé techniek, waarbij deze in het bijzonder van het type is welk met de hand gekoppeld en losgekoppeld kan 30 worden onder gebruikmaking van de duim en wijsvinger.

Onder bepaalde omstandigheden wordt gemeend dat bepaalde peri-toneale dialyse-patienten de voorkeur geven aan een verbindingsinrichting met betrekking tot de oplossingshouder en de katheterbuis van de patient, welke niet het inbrengen en terugtrekken vereist van een staafvormig 35 verbindingsstuk grenzend aan de oplossingshouder. Tenzij een staafvormig verbindingsstuk op geschikte wijze wordt gebruikt is het mogelijk dèt het staafvormige verbindingsstuk verontreiniging veroorzaakt resulterend in peritonitis. Gevonden is derhalve dat onder bepaalde omstandigheden het 790 8 3 49 « « -9- 21028/JF/jl gebruik van de luer verbindingsinrichting volgens de uitvinding voordelig is en een verbinding bereikt, waarbij de kans dat verontreiniging optreedt zeer onwaarschijnlijk is.

Mannelijk luer verbindingsstuk 34 is gedetailleerd getoond in 5 de figuren 2 tot en met 4. Het mannelijke luer verbindingsstuk 34 omvat een centraal buisvormig gedeelte 50 welk een axiaal boorgat 52 definieert en waarbij het centrale buisvormige gedeelte 50 zich naar achter uitstrekt voor het vormen van een cirkelvormige inbrenging 50a. Inbrenging 50a is door middel van een oplossingsmiddel gelijmd binnen de buigzame 10 behuizing 30 en strekt zich naar buiten uit door middel van een aantal schouders 54 voor het verschaffen van een buitenomhulsel 56 welke het centrale buisvormige gedeelte 50 omgeeft. Buitenomhulsel 56 heeft een geruwd*met de hand grijpbaar gedeelte 58 en draagt inwendig schroefdraad 60. Het buitenomhulsel 56 helpt bij het voorkomen van aanrakingsveront-15 reiniging gedurende het afsluiten en/of losmaken Tan de luer afsluitver-bindingsstukinrichting en dient voor het dragen van de schroefdraad 60 welke wordt gekoppeld door een flens 62( fig. 6) gedragen doorbet vrouwelijke luer afsluitverbindingsstuk 36.

Aan de hand van de figuren 5 tot en met 7 waarin het vrouwelijke 20 luer afsluitverbindingsstuk 36 gedetailleerd is getoond, kan gezien worden dat verbindingsstuk 36 een hoofdbuis-vormig orgaan 64 omvat met een zich radiaal naar buiten uitstrekkende flens 62 grenzend aan het vrije uiteinde 66 daarvan. Een met de hand grijpbare ring 68 omgeeft het buisvormige orgaan 64 en is bij voorkeur integraal daarmee gevormd, waarbij 25 ring 68 eveneens integraal is gevormd ,met een van weerhaken voorzien naar achteren gericht uitsteeksel 70 voor gelijmde verbinding binnen het boorgat van de katheterbuis 38 van de patient. Een geruwd gedeelte 72 is aangebracht op het buitenoppervlak van de' ring 68 ten einde bij te dragen tot het makkelijk met de hand grijpen ervan . Het naar achteren gerichte 30 uitsteeksel 70 is gekoppeld met de ring 68 door middel van een aantal schouders 74 en het centrale buisvormige orgaan 64 en het zich naar achteren uitstrekkende orgaan 70 definiëren een gemeenschappelijk axiaal boorgat 76.

De flens 62 is gevormd en gedimensioneerd opdat wanneer het raan-35 nelijke luer afsluitverbindingsstuk 34 is gekoppeld met het vrouwelijke luer afsluitverbindingsstuk 36, het centrale buisvormige gedeelte 50 van verbindingsstuk 34 en het boorgat 76 zal binnentrede^, en flens 62 zal worden gedraaid langs de schroefdraad 60 ten einde een afsluitende ver- 790 83 49 9 4 -10- 21028/JF/jl binding te vormen.

De diameter van boorgat 76 loopt naar binnen taps toe vanuit het vrije uiteinde 76 tot een diameter welke kleiner is dan de inwendige diameter van het centrale buisvormige gedeelte 50, waarbij een koppeling 5 het gevolg zal zijn tussen het buitenoppervlak van het centrale buisvormige orgaan 50 en de!binnenwand van het buisvormige orgaan 64.

Onder verwijzing naar in het bijzonder de figuren 6 en 7 kan worden gezien dat een aantal uitsteeksels of ringen 78 worden gedragen door het buisvormige orgaan 64 en een elastomerisch orgaan 80 omgeeft het 10 buisvormige orgaan 64 en ligt over de uitsteeksels 78. Elastomerisch orgaan 80 heeft een zich naar buiten uitstrekken ringvormige omkraling 82 gebruikt voor afdichtdoelèinden. Wanneer dus het mannelijke verbindingsstuk 34 en vrouwelijk verbindingsstuk 36 worden gekoppeld, zal het elastomerisch orgaan 80 het buitenomhulsel 56 binnentreden en een afdicht-15 actie zal optreden als gevolg van de ringvormige omkraling 82 welke koppelt met de binnenwand van het buitenomhulsel 56. Naast het verschaffen van een effectieve afdichting ten einde verontreiniging te voorkomen, werkt het elastomerische orgaan 80 eveneens voor het verschaffen van een waterdichte bacterie-barrièrre welke de integriteit van de afsluitverbin-20 ding handhaaft en dus verontreiniging van de luer verbinding voorkomt.

Indien gewenst kan het elastomerisch orgaan 80 bevochtigd worden of de kamer~gedefinieerd door de buitenomhulsels 56 gevuld worden door de patient mèt een steriliserend middel, zoals Betadine. Het verdient de voorkeur dat het vrouwelijke luer verbindingsstuk 56, met uitzondering 25 van het elastomerische orgaan 80, wordt gevormd als een spuitgietconstruc-tie aan één stuk, en dat het elastomerische orgaan 80 wordt gevormd in een opvolgende stap van het spuitgietproces gedurende het vervaardigen van het luer verbindingsstuk. Overeenkomstig verdient het de voorkeur bij deze uitvoeringsvorm dat het gehele mannelijke luer verbindingsstuk 34 30 wordt gevormd in een een eenheid vormende gietconstructie aan één stuk.

In de figuren 10 en 11 is een alternatie^ vrouwelijke luer afsluitverbindingsstuk 202 getoond, waarbij dezelfde verwijzingscijfers gedeelten van het vrouwelijke luer afsluitverbindingsstuk 202 en het mannelijke luer afsluitverbindingsstuk 210 welke identiek zijn met de gedeel-35 ten van vrouwelijk luer afsluitverbindingsstuk 36 en mannelijk luer afsluitverbindingsstuk 34 aangeven.

Gezien kan worden dat verbindingsstuk 202 een buisvormig hoofdorgaan 64 omvat, met een zich radiaal naar buiten uitstrekkende flens 62 790 8 3 49

V

-11- 21028/JF/jl grenzend aan het vrije uiteinde ervan. Buisvormig hoofdorgaan 64 grenst aan met de hand grijpbare ring 204 welke zich aangrenzend naar achteren uitstrekt van het hoofdbuisvormige orgaan 64, waarbij ring 204 eveneens integraal is gevormd met een van weerhaken voorzien naar achteren gericht 5 uitsteeksel 70 voor gelijmde verbinding met een buizarae plastic buis, zoals binnen het boorgat van de katheterbuis van de patient hij continue rondtrekkende peritoneale dialyse. Een geribd gedeelte 72 is aangebracht op het achterste uitwendige oppervlak van ring 204 ten einde het met de hand grijpen ervan te vergemakkelijken. *?aar achteren gericht uitsteeksel 10 70 is gekoppeld met ring 204 en het buisvormige hoofdorgaan 64 en het zich naar achteren uitstrekkende orgaan 70 definiëren een coaxiaal boorgat 76. Het mannelijke luer afsluitverbindingsstuk 210 gebruikt met het vrouwelijke luer afsluitverbindingsstuk 202 getoond in fig. 10 is identiek aan het mannelijke luer afsluitverbindingsstuk 34 getoond in fig. 3 15 met de uitzondering dat het vooruiteinde 211 van het buitenomhulsel 213 of het gehele buitenomhulsel 213 is gevormd uit een elasbomerisch materi aal. Dit kan worden bereikt door het afzonderlijk gieten van het buitenomhulsel. 233 en het daarna bevestigen ervan aan het mannelijke luer verbindingsstuk of door het verschaffen van een enkel orgaan gevormd uit het 20 gewenste elastomerische materiaal.

Buitenwandgedeelte 204 van vrouwelijk luer afsluitverbindingsstuk 202 heeft een zich naar achteren uitstrekkende naar buiten gericht taps toelopend orgaan 206, zodat de drukkoppeling van de binnenwand 212 van buitenomhulsel 213 van het mannelijke luer verbindingsstuk 210 en 25 buitenwandgedeelte 204 zal toenemen naarmate het mannelijke en vrouwelijke verbindingsstuk in elkaar worden gedraaid.

De flens 62 is gevormd en gedimensioneerd, opdat wanneer mannelijke luer afsluitverbindingsstuk 210 wordt gekoppeld met vrouwelijk luer afsluitverbindingsstuk 202 centraal buisvormig gedeelte 50 van verbin-30 dingsstuk 30 boorgat 76 zal binnentreden en flens 62 zal worden gedraaid langs de schroefdraad 60 voor het vormen van een afsluitende verbinding.

De binnenwand 212 van buitenomhulsel 213 zal koppelen met het taps toelopende oppervlak 206 van buitenwand 204 en de koppeling zal steviger worden naarmate de luer verbindingsstukken dichter op elkaar worden gedraaid. 35 Op deze wijze werkt de samenwerking van de binnenwand van het buitenomhulsel 213 en oppervlak 206 van buitenwand 204 voor het verschaffen van een drukafdicht-achtige koppeling ten einde lekkage te voorkomen en te 790 83 49 9 *

V

-12- 21028/JF/jl helpen bij het handhaven van een waterdichte bacterie-barrière.

Wanneer vrouwelijk luer afsluitverbindingsstuk 202 wordt gekoppeld met een katheter welke zich uitstrekt in de peritoneale holte van de patient, is het wenselijk dat luer afsluitverbindingsstuk 202 wordt ge-5 vormd uit een permanenter materiaal. Hiertoe zal een roestvrij stalen of titaan-verbindingsklem 202 bevredigend zijn.

Onder bepaalde omstandigheden, kan de patient wensen de luer af-sluitverbinding los te koppelen, zodra de dialyse-oplossing is ingebracht in de peritoneale holte van de patient. Hiertoe is voorzien in een kap 10 90 voor het afdichten van het vrouwelijke luer-verbindingsstuk welk een gesloten bovengedeelte 92 omvat en een zich naar beneden uitstrekkend zijwandgedeelte 94. Zijwandgedeelte 94 definieerd een boorgat 96 welke dezelfde diameter heeft als de opening gedefinieerd door het buitenomhulsel 56 en de binnenwand van het zijwandgedeelte 94 draagt schroef-15 draad 98 welke kwa afmeting en configuratie overeenkomt met schroefdraad öO.Een centraal buisvormig gedeelte 50b is eveneens aangebracht. Een geruwd of geribt gedeelte 100 is aangebracht voor het mogelijk maken van het met de hand grijpen van de kap 90.

Zoals te zien in fig. 9 is een kap 102 voor het afdekken van het 20 vrouwelijke luer verbindingsstuk aangebracht, welke kap 102 kwa donfiguratie gelijk is aan het vrouwelijke luer verbindingsstuk 36 met uitzondering dat deze één achterste buièvormig verbindingsstuk 70 heeft. Dezelfde verwijzingscijfers zijn gebruikt voor de kap van fig. 9 om de gedeelten van de kap 102 welke identiek zijn aan een gedeelte van het vrouwe-25 lijke luer verbindingsstuk 36 aan te geven. Gezien kan worden dat in plaats van een zich continu uitstrekkend boorgat 76, het boorgat 76 aan het uiteinde 104 ervan is afgedekt. Ingezien dient te worden dat het mannelijke luer afsluitverbindingsstuk 34' kan worden gedragen door de katheterbebuizing 38 van de patient, waarbij het vrouwelijke luer af-30 sluitverbindingsstuk 36 is verbonden aan het vrije uiteinde van de buis 30.

Als gevolg van de samenwerking van het buitenomhulsel 56 en elas-tomerisch orgaan 80 en als gevolg van de samenwerking van het buitenomhulsel 211 en het buitenste taps toelopende orgaan 206, heeft de luer af-35 sluitverbindingsinrichting een aanraak-verontreinigingsbeschermende eigenschap en maakt eveneens gebruik van een afgedichte sluitinrichting, wanneer deze is gekoppeld voor het verschaffen van een waterdichte bacte-riebarrière, waardoor verontreiniging verder wordt voorkomen.

790 83 49 % * -13- 21028/JF/jl

Ofschoon twee uitvoeringsvormen als voorbeeld zijn getoond en beschreven, dient begrepen te worden dat verscheidene modificaties en substituties kunnen worden gemaakt door vaklui op dit gebied van de techniek, zonder buiten de nieuwe uitvlndingsgedachte en de strekking 5 van de uitvinding te komen.

-CONCLUSIES- t 79083 49

Claims (16)

1. Inrichting voor continue»rondtrekkende peritoneale dialyse , waarin een oplossingshouder via buigzame behuizing is gekoppeld met een 5 buis van de patient, welke buis communiceert met de peritoneale holte van de patient, met het kenmerk, dat deze omvat: een buigzame, vouwbare plastic dialyse-oplossingshouder met een overdrachtsopening, welke zibh daarvan uitstrekt, een buigzame buis welke zich uitstrekt van de overdrachtsopening en met een luer verbindingsklem aan het vrije uiteinde er- 10 van voor verbinding met een luer verbindingsklem gedragen door de buis van de patient, en een breekbaar orgaan in de buigzame buis, welk breekbaar orgaan normaal de fluldumstroom in de buigzame buis blokkeert,maar de fluldumstroom mogelijk maakt nadat het breekbare orgaan is gebroken.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat deze ver- 15 der een uit kleine deeltjes samengesteld filter in serie met de buigzame buis omvat.

3· Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het uit kleine deeltjes samengestelde filter een oppervlaktegebied heeft van ten minste vier vierkante centimeter en een luchtventilatieorgaan omvat.

4. Inrichting voor continue,rondtrekkende peritoneale dialyse, waarin een oplossingshouder via buigzame behuizing is gekoppeld met een buis van de patient, welke buis communiceert met de peritoneale holte van de patient, met het kenmerk, dat deze omvat: een buigzame,vouwbare plastic dialyse-oplossinghouder met een overdrachtsopening,welke zich daarvan 25 uitstrekt, een buigzame buis welke zich uitstrekt van de overdrachtsopening en met een luer verbindingsklem aan het vrije uiteinde ervan voor verbinding met ee luer verbindingsklem gedragen door de buis van de patient en een uit kleine deeltjes samengesteld filt'er in serie met de buigzame buis.

5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het 30 uit kleine deeltjes samengestelde filter een oppervlaktegebied heeft van ten minste vier vierkante centimeter en een luchtventilatieorgaan omvat.

6. Inrichting vóór-continue, rondtrekkende peritoneale dialyse, waarin een oplossingshouder via buigzame bebuizing is gekoppeld met een buis van de patient, welke buis communiceert met de peritoneale holte van de 35 patient, met het kenmerk, dat deze omvat: een buigzame, vouwbare plastic dialyse-oplossingshouder met een overdrachtsopening, welke zich daarvan uitstrekt, een buigzame buis welke zich uitstrekt van de overdrachtsopening en met een luer verbindingsklem aan het vrije uiteinde ervan voor 79083 49 -15- 21028/JF/jl verbinding met een luer verbindingsklem gedragen door de buis van de patient, welke luer verbindingsklem aan het vrije uiteinde en de luer verbindingsklem van de buis van de patient een samenwerkende mannelijke luer afsluitingsverbindingsklem en een vrouwelijke luer afsluitingsverbindings-5 klem omvatten,welke mannelijke luer verbindingsklem een centraal buisvormig gedeelte heeft, welk een axiaal boorgat definieert waarbij ten minste een gedeelte van het centrale buisvormige gedeelte wordt omsloten . door een buitenomhulsel met een in hoofdzaak cirkelvormig dwarsdoorsnedeconfi-guratie, welk buitenomhulsel inwendig van draad is voorzien en welke 10 vrouwelijke luer verbindingsklem een buisvormig 'hoofdorgaan omvat alsmede een zich radiaal naar buiten uitstrekkende flens, aangrenzend aan het vrije uiteinde ervan, welke flens dusdanig is gedimensioneerd dat deze draaiend samenwerkt met het inwendige draad van het buitenomhulsel van de mannelijke luerverbindingsklem en een afdichtorgaan voor het verschaf-15 fen van een drukafdieht-achtige koppeling tussen’de binnenwand van het buitenomhulsel wanneer de mannelijke en vrouwelijke verbindingsklem zijn verbonden, ten einde een waterdichte bacterie-’ barrière bij de luer afsluitverbinding te handhaven.

7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het af-20 dichtorgaan een elastomerisch orgaan omvat, welk wordt gedragen door de vrouwelijke luer verbindingsklem, welk elastomerisch orgaan dusdanig is gedimensioneerd en dusdanig werkzaam is, dat deze een drukafdicht-achtige koppeling verschaft met het buitenomhulsel.

8. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het af-25 dichtorgaan de vrouwelijke luer verbindingsklem omvat met een stijf bui-' tenwandgedeelte welk is gedimensioneerd voor het verschaffen van de drukafdicht-achtige koppeling met de binnenwand van het buitenomhulsel, welk buitenomhulsel is gevormd uit een elastomerisch materiaal.

9. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat deze 30 verder een breekbaar orgaan omvat in de buigzame buis, welk breekbaar orgaan normaal de fluïdumstroom in de buigzame buis blokkeert maar de fluldumstroom mogelijk maakt nadat het breekbare orgaan is gebroken.

10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat deze verder een uit kleine deeltjes samengesteld filter in serie met de buig- 35 zame buis omvat, alsmede een met de hand bedienbare klem in serie met de buigzame buis.

11. Luer afsluitverbindingsinrichting, met het kenmerk, dat deze omvat: een samenwerkencfemannelijke luer afsluitverbindingsklem en een 790 83 49 ψ * -16- 21028/JF/jl vrouwelijke luer afsluitingsverbindingsklem, welke mannelijke luer af-sluitverbindingsklem een centraal buisvormig gedeelte heeft, welk een axiaal boorgat definieert met ten minste een gedeelte van het centrale buisvormige gedeelte welk wordt omsloten door een buitenomhulsel met een 5 in hoofdzaak cirkelvormige dwarsdoorsnedeconfiguratie, welk buitenomhulsel inwendig van draad is voorzien, een vrouwelijke luer afsluitverbindingsklem omvattende een buisvormig hoofdorgaan en met een radiaal naar buiten uitstrekkende flens grenzend aan het vrije uiteinde ervan, welke flens is gedimensioneerd om draaiend samen te werken met het inwendig van 10 draad voorziene buitenomhulsel van de mannelijke luer<verbindingsklem en een afdichtorgaan voor het verschaffen van een drukafdicht-achtige koppeling met de binnenwand van het buitenomhulsel wanneer de mannelijke en vrouwelijke verbindingsklemmen zijn verbonden, ten einde te helpen bij het handhaven van een waterdichte bacterie-barrière bij de luer verbin-15 ding.

12. Luer afsluitverbindingsihrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat het afdichtorgaan een elastomerisch orgaan omvat,gedragen door de vrouwelijke luer verbindingsklem, welk elastomerisch orgaan is gedimensioneerd en werkzaam is voor het verschaffen van de drukafdicht-20 achtige koppeling met het buitenomhulsel.

13· Luer afsluitverbindingsinrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de vrouwelijke luer verbindingsklem een ringvormige met de hand grijpbare ring heeft , welke zich radiaal naar buiten daarvan uitstrekt, welk elastomerisch orgaan een ringachtig orgaan omvat, welk 25 het centrale buisvormige gedeelte grenzend aan de met de hand grijpbare ring gericht naar het vrije uiteinde van dd vrouwelijke luer verbindingsklem omgeeft.

14. Luer afsluitverbindingsinrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat het afdichtorgaan een vrouwelijke luer verbindingsklem 30 omvat met een stijf buitenwand gedeelte welk is gedimensioneerd voor het verschaffen van de drukafdiehtachtige koppeling met de binnenwand van het buitenomhulsel, welk buitenomhulsel is gevormd uit een elastomerisch materiaal.

15. Luer afsluitverbindingsinrichting volgens conclusie 14, met 35 het kenmerk, dat het buitenwandgedeelte een zich naar achter uitstrekken • naar buiten wijd lopend orgaan omvat, waarbij de drukkoppeling van de binnenwand van het buitenomhulsel en het buitenwandgedeelte zal toenemen 790 83 49 -17- 21028/JF/jl wanneer de mannelijke en vrouwelijke verbindingsklem op elkaar worden gedraaid .

16. Euer afsluitverbindingsinrichting volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat deze verder een geruwd, met de hand grijpbaar ge-5 deelte heeft, aangrenzend aan het buitenwandgedeelte, alsmede een buis-koppelingsorgaan welk zich naar achteren uitstrekt van het geruwde gedeelte. Eindhoven, november 1979. 790 83 49