NL7907553A - Maaimachine met schijfvormige messen. - Google Patents
Maaimachine met schijfvormige messen. Download PDFInfo
- Publication number
- NL7907553A NL7907553A NL7907553A NL7907553A NL7907553A NL 7907553 A NL7907553 A NL 7907553A NL 7907553 A NL7907553 A NL 7907553A NL 7907553 A NL7907553 A NL 7907553A NL 7907553 A NL7907553 A NL 7907553A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- shaft
- disc
- drive shaft
- gears
- drive
- Prior art date
Links
- 230000005540 biological transmission Effects 0.000 claims description 8
- 230000008878 coupling Effects 0.000 description 9
- 238000010168 coupling process Methods 0.000 description 9
- 238000005859 coupling reaction Methods 0.000 description 9
- 238000009958 sewing Methods 0.000 description 6
- 230000002411 adverse Effects 0.000 description 2
- PEDCQBHIVMGVHV-UHFFFAOYSA-N Glycerine Chemical compound OCC(O)CO PEDCQBHIVMGVHV-UHFFFAOYSA-N 0.000 description 1
- 238000006073 displacement reaction Methods 0.000 description 1
- 239000010687 lubricating oil Substances 0.000 description 1
- 230000007257 malfunction Effects 0.000 description 1
- 230000001360 synchronised effect Effects 0.000 description 1
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01D—HARVESTING; MOWING
- A01D34/00—Mowers; Mowing apparatus of harvesters
- A01D34/01—Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus
- A01D34/412—Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus having rotating cutters
- A01D34/63—Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus having rotating cutters having cutters rotating about a vertical axis
- A01D34/64—Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus having rotating cutters having cutters rotating about a vertical axis mounted on a vehicle, e.g. a tractor, or drawn by an animal or a vehicle
- A01D34/66—Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus having rotating cutters having cutters rotating about a vertical axis mounted on a vehicle, e.g. a tractor, or drawn by an animal or a vehicle with two or more cutters
- A01D34/664—Disc cutter bars
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Harvester Elements (AREA)
Description
5 N* 4 Λ VO 8372
Maaimachine met s chi j fvormige messen.
De uitvinding heeft betrekking op een naaimachine met schijf- -vormige messen» velke van onder af worden aangedreven door middel van een drijfas welke zich onder de schijven uitstrekt "binnen het huis van de maaimachine.
5 Onder drijfas moet hier worden verstaan een as welke al dan niet uit enkele delen bestaat, welke eventueel in eikaars verlengde liggen en welke onderling gekoppeld zijn door koppelorganen zoals een car dankoppeling, bussen» tandwielen» enz.
Een van deze assen drijft een van een stel conische tandwielen 10 aan, waarvan het andere met een schijf van de maaimachine verbonden is.
Dit type machine is zeer eenvoudig geconstrueerd en gemakkelijk te onderhouden terwijl ook de bediening zeer gemakkelijk is.
De conische tandwielen bevinden zich in afgedichte toestand welke gemakkelijk gedemonteerd kunnen worden nadat de drijfas is wegge-15 nomen. Deze kasten kunneimakkelijk verwisseld worden in geval van storing of over l8o° gedraaid om de as van de schijf waardoor bijvoorbeeld de draaizin kan worden omgekeerd.
De aandrijving van de as geschiedt bij maaimachines van dit type door middel van een aandrijfkast, welke zich bevindt aan 20 een uiteinde van het huis van de maaimachine. Daardoor is de snijbreedte van de messen Seiner dan de totale breedte van de machine, hetgeen in bepaalde gevallen ongunstig voor de werking van de machine is, in het bijzonder wanneer deze zich bevindt voor een trekker of wanneer een aantal machines onderling gekoppeld is.
25 In dat geval kan een gedeelte van het huis van de machine over het gewas bewegen zonder dit te snijden.
Met behoud van de bovenbesproken voordelen beoogt de uitvinding dit laatste bezwaar te ondervangen en een maaimachine te verschaffen, welke goedkoop kan worden vervaardigd en welke 30 voorzien is van een aandrijving die het mogelijk maakt dat de 790 75 53 «· Λ -2- snijbreedte nagenoeg gelijk is aan de totale breedte van de machine.
Dit doel -wordt volgens de uitvinding bereikt doordat tenminste een aandrijf inrichting aanwezig is welke zich bevindt binnen een hol gedeelte in de vorm van een kegelstomp, welke een geheel 5 vormt met het snijmes, welke inrichting enerzijds verbonden is met een van de schijven, terwijl het andere deel een as heeft welke zich over de gehele lengte van het huis van de maai,machine en naar binnen uit strekt, welke as bijvoorbeeld verbonden is met de andere schi jven van de maaimachine.
10 Een dergelijke opstelling is zeer doelmatig omdat zonder de constructiele maaimachine welke aan de onderzijde door de as wordt aangedreven, nadelig te beïnvloeden, het mogelijk is deze machine te gebruiken, als frontale maaimachine of der gelijke, waarvan de snijbreedte gelijk is aan de totale breedte van de machine als 15 gevolg van een rechtstreekse aandrijving van een van de schijven van de machine.
Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding is een tussenas aanwezig tussen een stel conische tandwielen waarop het vermogen wordt overgebracht voor.de aandrijving van de schijven van de 20 maaimachine terwijl de drijfas zich over de gehele lengte van het huis uit strekt. De verbinding tussen de tussenas en de drijfas, welke bij voorkeur onderling evenwijdig lopen, geschiedt door een stel tandwielen, bij voorkeur rechte tandwielen.
Deze maatregel heeft het voordeel, dat de conische tand-25 wielen welke het aandrijfvermogen van de schijven opnemen niet gelegen zijn op het niveau van het huis van de maaimachine waar zich de schijven bevinden. De conische tandwielen kunnen namelijk opgenomen zijn binnen de eerder genoemde kegelstomp. Aldus kan men de module vergroten,d«w.z de sterkte en de omtrek zonder dat dit een.
30 nadelige invloed heeft op de hoogte van het huis van de maaimachine terwijl bij maaimachine van het bekende type het noodzakelijk is een compromis te vinden tussen de sterkte van de stellen conische tandwielen en de dikte, aangezien deze zijn opgenomen in het huis van de maaimachine dat echter zo plat mogelijk moet zijn om het 35 op het veld staande gewas zo gelijkmatig mogelijk te snijden.
790 7 5 53 p' » -3-
Volgens de uitvinding -wordt de drijfas gedreven door rechte tandwielen waarvan er een met spieën is vastgezet op de tussenas terwijl het andere met zo groot mogelijke diameter, rekening houdende met de verminderde hoogte van het huis van de maan machine, 5 met spieën is vastgezet op de drijfas. Het gebruik van rechte tandwielen maakt het mogelijk een grotere dikte toe te passen dus sterkere tandwielen in de overbrenging zonder dat deze grotere afmetingen invloed hebben op de hoogte van het huis van de naaimachine» 10 Bij de naaimachine volgens de uitvinding kan de aandrijving plaatsvinden door een hydraulische motor, welke zich bevindt in het conische deel of onder êën van de schijven. De mot or as kan haaks of evenwijdig aan de drijfas van de maaimachine gelegen zijn.
Het toepassen van deze motoren maakt het mogelijk de kans 15 op verstopping van de aandrijfmiddelen van de maehine te verminderen.
Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding kunnen de bij voorkeur recht uitgevoerde tandwielen de draaiende delen vormen van een tandradpomp voor het aandrijven van de schijven van de 20 maaimachine.
Verdere bijzonderheden van de uitvinding zullen onder verwijzing naar de tekening nader toegelicht worden. Daarin toont: fig. 1 schematisch een doorsnede over de lijn I-I van fig.3 van een maaimachine volgens de uitvinding waarbij een van de schijven 25 wordt aangedreven door een mechanische inrichting; fig. 2 een andere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens fig. 1 waarbij de schijven worden aangedreven door een hydraulische inrichting; fig. 3 schematisch een onderaanzicht van de maaimachine 30 volgens de uitvinding; fig.U een doorsnede over de lijn I-I van fig. 3 van een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding, waarbij de schijven van de maaimachine mechanisch of hydraulisch worden aangedreven via een tussenas; 35 fig.5 een doorsnede over de lijn I-I van fig. 3 van een 790 75 53 -4- a -t uitvoeringsvorm van de uitvinding waarbij de schijven van de naaimachine worden aangedreven door een hydraulische motor en een tussenas, welke heide onder de schij fvormige messen gelegen zijn; en 5 fig. 6 een doorsnede over de lijn I-I van fig. 3 van een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding waarbij elke schijf van de naaimachine wordt aangedreven door zijn eigen hydraulische motor, waarbij de schijven onderling mechanisch zijn gekoppeld.
Zoals blijkt uit de figuren 1,2 en 3 heeft de maaimachine 10 volgens de uitvinding vier schijven 1,2,3 en 4 welke rond zijn uit gevoerd en elk voorzien van twee messen 5, welke zich aan de rand bevinden en diametraal tegenover elkaar gelegen zijn.
Uiteraard kunnen de schijven 1-4 ook ovaal zijn uitgevoerd.
Fik mes 5 is door ...een schroef 6 en een moer 7 aan de 15 schijf 1-4 bevestigd, welke in een komvormige ruimte 8 is opgenomen. (Fig.4). Fik mes 5 is schamierbaar om de as van de schroef 6 zodanig dat zij onder invloed van de centrifugaalkracht radiaal gaan uitstaan wanneer de schijven 1-4 in de weergegeven zin f draaien. Door het scharnieren van het mes 5 kan ditnaar achteren 20 klappen wanneer een obstakel wordt ontmoet.
Teneinde de schijven 1-4 te beschermen zijn deze aan de voorzijde omgeven door cirkelsectoren 9, waarvan de diameter iets groter is dan die van de schijven 1-4 of van de bewegingsbaan, welke diameter echter kleiner is dan de diameter van de baan t 25 wan de messen 5.
De schijven 1-4 liggen boven een huis 10 dat aan een trekker gekoppeld kan worden waarbij de verplaatsing geschiedt in de· richting van de pijl A.
De buitenste schijven 1 en 4 zijn voorzien van een hol 30 deel 11, resp. 12 in de vorm van een kegelstomp. Deze elementen 11 en 12 dienen tijdens het werken van de machine voor een scheiding van het gesneden gewas .en dat, wat nog op het veld staat. Ook is het mogelijk een doorgang te vormen voor de wielen van de trekker welke dan niet over gesneden gewas rijden.
35 Uit fig. 1 blijkt, dat de schijven 2 en 4 aangedreven worden 790 75 53 -5- door een as 13» welke uit êên stuk bestaat. Deze as 13 drijft drie stellen conische tandwielen 1¾ aan, elk "bestaande uit ean rondsel 15 dat met spieën is vastgezet op de as 13 en een wiel lé dat aan de schijven 2,3 en k is vastgezet.
5 De opstelling van de elementen 15 en 16 is zodanig dat elk stel conische tandwielen Ik de schijven 2,3 en k beweegt in de zin van de pijlen f-(fig. 3).
De as 13 welke de schijven 2-k in beweging brengt, wordt zelf aangedreven door een stel conische wielen 17 waarvan het wiel 10 18 met spieën, is vastgezet op de as 19 welke vertikaal naar om hoog staat in de kegelstomp 11. Deze as 19 is voorzien van een koppeling 20 waardoor deze verbonden kan worden met de uitgaande as 21 van een overbrenging 22, welke bevestigd is aan de steunbalk 23 van een niet-weergegeven bescherming van de naaimachine.
15 De overbrenging 22 omvat een conisch stel tandwielen 2k waarvan de elementen respectievelijk zijn verbonden met de uitgaande as 21 en een ingaande as. Op deze ingaande as is met spieën een snaarschijf vastgezet, welke op bekende wijze wordt aangedreven door snaren welke met de trekker as zijn verbonden.
20 Fig· 2 toont een maaimachine van het type volgens fig. 1.
De aandrijving van de schijven 1-k geschiedt hier door middel van een hydraulische motor 25» waarvan de as 26 verbonden is met een koppeling 20, welke is opgenomen in de kegelstomp 11.
Om de hydraulische motor 25 aan te drijven of te doen stoppen 25 wordt deze gevoed door leidingen 27 en 28 welke ten dele in de kegelstomp 11 doorlopen, welke motor een aanslag 29 heeft welke kan samenwerken met een aanslag 30 welke zich op de steunbalk 23 bevindt. De motor 25 kan eventueel rechtstreeks op de balk 23 zijn bevestigd waarbij de as 19 met de koppeling 20 verbonden is 30 welke dan van het zwevende type moet zijn.
De besproken uitvoeringsvormen hebben het voordeel dat de schijven 1-k overlappend aangedreven kunnen worden zodat de machine als geheel een breedte kunnen hebben welke nagenoeg gelijk is aan de maaibreedte. De aandrijving voor elke 35 schijf kan eenvoudig geschieden door een as welke een aantal stellen 79075 53 - ό · * .....- ........... -.....- -......
conische tandwielen aandrijft, die gekoppeld zijn met de schijven van de maaimachine.
Fig. b toont een uitvoeringsvorm waarvan enkele elementen zijn terug te vinden in fig. 1-3 en welke van dezelfde verwijzingscij-• 5 fers zijn voorzien, resp. nader besproken zullen worden.
Volgens deze uitvoeringsvorm zijn het conische wiel 31 en de vertikale as 32 door middel van een stel groeven 33 en een moer 3¼ bevestigd aan de koppeling 20 welke deel uitmaakt van de kegelstomp 11 en de schijf 1. De as 32 loopt in legers 35 welke 10 in een. kast 36 zijn gemonteerd welke door de kegelstomp 11 heenloopt.
Het conische wiel 31 is in ingrijping met een conisch rondsel. 3T dat met spieën vastgezet is op een tussenas 38 welke in zijn uiteinden is opgenomen respectievelijk in een . kogelleger 39 en een naaldleger HO. De as 38 welke haaks op de as 32 staat is 15 voorzien van een tandwiel ^1 dat ongeveer in de hartlijn, van een as 32 ligt. Dit tandwiel bl werkt samen met een rondsel b2 dat zich onder het wiel bevindt en in kogellegers ij-3 en bh draait ter weerszijden van de vertanding, welke volgens de uitvinding recht, schroeflijnvormig of anders gevormd kan zijn. Het rondsel 20 ^2 is op de aandrijfas 13 bevestigd welke zich bevindt in het huis 10 van de maaimachine, evenwijdig aan de tussenas 38. Het rondsel b2 is bevestigd op een bus ^5. Deze laatste loopt over de gehele lengte van de kast 36 door en is voorzien van. legers ^3 en Ml· en afdichtingen b6. Aldus is het mogelijk het gegroefde einde van de 25 as 13- uit de bus b$ te trekken zonder dat smeerolie uit de kast '36 kan treden.
De inrichting volgens fig. U werkt als volgt.
Door toepassing van de koppeling 20 is het mogelijk de maaimachine te verbinden met de overbrenging zoals beschreven met betrekking 30 tot fig. 1, dan wel een hydraulische motor zoals weergegeven in fig. 2. Wanneer aan de inrichting 20 een bepaalde draairichting is gegeven, wordt de kegelstomp 11 aangedreven zo ook de schijf 1, welke met die kegelstomp 11 ëën geheel vormt. De koppeling 20 is rechtstreeks met de as 32 verbonden en met het conische wiel 35 31 welke het rondsel 37 met een bepaalde snelheid aandrijft.
790 7 5 53 -7-
De draaibeweging wordt via een tussenas 38 overgebracht op liet wiel Ul, vervolgens opjiet rondsel U2, dat de as 13 aandrijft welke evenwijdig loopt aan de as 38.
Het belang van deze uitvoeringsvorm is, dat bet stel 5 conische wielen 31,3T, welke bet gehele vermogen van de machine overbrengen, zich bevindt onder de kegelstomp 11 waar de noodzakelijke plaats ingenomen kan worden in verband met de sterkte welke dit stel tandwielen moet hebben. Dit is echter niet het geval bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 1 en 2, waar de conische wielen 10 klein en sterk kunnen zijn. In het geval van fig. U waar rechte tandwielen Ui, U2 zijn toegepast voor de conische wielen 31,3T kan de diameter van het rondsel U2 klein worden gekozen zonder dat de sterkte van de vertanding wordt verminderd zodat deze ver-taading breed kan worden gekozen zonder dat daardoor invloed 15 wordt uitgeoefend op het huis 10. Grotere afmetingen zijn niet mogelijk en aangezien de drijfas 13 rechtstreeks wordt aangedreven door een stel conische wielen en het vergroten van de conische overbrenging zou resulteren in een grotere diameter.
Het probleem van een compromis tussen de sterkte en de af-20 metingen van de conische tandwielen lU welke dienen om de schijven 2-U aan te drijven is hier van minder belang aangezien de tandwielen lU slechts een vermogen moeten overbrengen, dat noodzakelijk is om een schijf 2,3 of U aan te drijven.
Fig. 5 toont een variant waarbij eveneens dezelfde onder-25 delen zijn terug te vinden als die volgens fig. 1-U.
Hierbij wordt echter een hydraulische motor UT toegepast welke binnen de kegelstomp 11 is gemonteerd. Deze motor UT wordt gevoed door leiding U8 en heeft een uitgaande as U9, waarop een wiel Ul is gemonteerd dat in ingrijping is met het rondsel U2. De as 3Ó U9 loopt evenwijdig aan de drijfas 13 en is enerzijds met die as gekoppeld en anderzijds met een stel conische tandwielen 31,3T·
De rest van de kinematische ketting van de uitvoeringsvorm volgens fig. 5 is gelijk aan die beschreven met betrekking tot fig. U, zodat deze niet nader wordt beschreven. De koppeling 20 is wegge-35 laten en de as 32 is gemonteerd in een huls 50 welke deel uitmaakt 790 75 53 - — van de. kegelstomp 11.
Bij bet in werking zijn van de hydraulische motor kj wordt het vermogen op de as 49 enerzijds geabsorbeerd door een stel conische tandwielen 31,37 voor het aandrijven van een kegelstomp 11 5 en de schijf 1 en anderzijds door de rechte tandwielen 1*1,42 voor het aandrijven van de as 13, welke de schijven 2-4 aandrijft door middel van het stel conische tandwielen l4.
Hierbij kan het bovengedeelte van de kegelstomp 11 geheel worden weggelaten. Het toepassen van een hydraulische motor maakt 10 het tot op zekere hoogte mogelijk stoten tijdens het werken van de machine op te vangen.. De hydraulische motor en de mechanische verbinding tussen de schijven 1-4 maakt het mogelijk - deze schijven synchroon aan te drijven, hetgeen noodzakelijk is om te voorkomen dat de messen 5, welke over 90° zijn verzet ten 15 opzichte van de naburige messen elkaar in hun bewègingsbaan raken welke banen in hetzelfde vlak liggen en elkaar snijden, zoals fig. 3 toont.
Een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding toont fig. 6. .Ook hier zijn elementen toegepast als weergegeven in de figuren 4 20 en 5, zodat een nadere beschrijving achterwege kan blijven.
De tandwielen 4l en 42 welke ook zijn toegepast bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 4 en 5 waarvan de diameters verschillend zijn, vormen een tandradpomp 51 welke wordt gevoed door leiding H8 zodat deze werkt als aandrijfmotor voor de as 53 25 waarop het rondsel 37 met spieën is vastgezet. Dit rondsel drijft het conische wiel 31 omdat het rechtstreeks met de kegelstomp 11 is verbonden en dus met' de schijf 1. De hydraulische motor 51 heeft een tweede afvoer en is gekoppeld met een drijfas 13.
In deze uitvoeringsvorm is elke schijf 1-4 voorzien van een 30 hydraulische motor 51 welke de schijven 1-4 aandrijft door tussenkomst van conische tandwielen 31,37· De hydraulische motoren 51 zijn echter mechanisch onderling gekoppeld door de as 13 teneinde een synchrone aandrijving van de schijven 1-4 te waarborgen.
Volgens fig. 6 heeft de as 13 geen drijvende functie doch. dient 35 uitsluitend voor de synchronisatie van de bewegingen van de schijven.
790 75 53 > -9-.
De hydraulische motoren. 51 kunnen in plaats van twee overbrengingen 4l en 42 drie overbrengingen hebben, waardoor de assen 13 en 53 in dezelfde zin aangedreven kunnen worden.
Uit fig. 6 blijkt, dat de hydraulische motor 51 geheel 5 binnen de kegelstomp 11 ligt links.·: van de as 32.
Zonder buiten het kader van de uitvinding te treden kan de hydraulische motor 51 ook in de as 53 zijn gelegen, d.w.z. rechtstreeks onder het conische wiel 31. De zool 52 welke het mogelijk maakt de maaimachine over de grond te laten glijden 10 kgn zich ook in de as van de schijven 1-4 bevinden zoals weergegeven in fig. 1-5» 790 75 53
Claims (11)
1. Van schijven voorziene maaimachine met onderaandrijving voorzien van een huis dat zich onder de schijven bevindt en de drijfas "bevat, welke samenwerkt met stellen conische tandwielen waardoor de schijven worden aangedreven, met het kenmerk, 5 dat de aandrijfmiddelen zich ten dele bevinden in een holle schijf (l) op een kegelstomp (11) welke met die schijf (1) verbonden is, welke aandrijving met de schijf (l) enerzijds en de drijfas(13) anderzijds verbonden is»
2. Maaimachine volgens concluHie'l, met het kenmerk, dat 10 tussen het stel conische tandwielen (31,37) en de drijfas (13) een tussenas (38,1*9,53) aanwezig is welke enerzijds verbonden is met de conische tandwielen (31,37) en anderzijds met de drijfas (13). 3» Maaimachine volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat 15 de tusseras (38,1*9,53) evenwijdig aan de drijfas (13) loopt, welke tussenas (38,1*9,53) een van de elementen (37) van het stel conische tandwielen (31,37) omvat en anderzijds een tandwiel (1*1) dat samenwerkt met een tandwiel (1*2) dat met spieën op de drijfas (13) is bevestigd. 20 1*. Maaimachine volgens conclusies 1-3, met het kenmerk, dat een overbrenging (52) aanwezig is welke zich bevindt boven het holle element in de vorm van: een kegelstomp (ll) en welke door een trekker wordt gecommandeerd.
5. Maaimachine volgens conclusies 1-3, met het kenmerk, dat 25 de aandrijving geschiedt met behulp van een hydraulische motor (25), welke althans ten dele is opgenomen in het holle element in de vorm van een kegelstomp (ll).
6. Maaimachine volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de hydraulische motor (25) op een as (26) is gemonteerd welke 30 op de drijfas (13) staat en welke met de kegelstomp (ll) is verbonden waarbinnen zich de motor (25) bevindt, welke laatste een aanslag (29) heeft welke samenwerkt met een vaste aanslag (13) van de maai mach-fn* waardoor de motor (25) kan worden stilgezet. 790 75 53 a? a -11-
7. Maaimaehine volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de uitgaande as (^-9,53) van de hydraulische motor (ij-7,51) evenwijdig loopt an de drijfas (13) en enerzijds verbonden is met die as (13) en anderzijds met een stel conische tandwielen (31,37)·
8. Maaimaehine volgens conclusie 5 of 7, met het kenmerk, dat de hydraulische motor (51) twee afvoermogelijkheden heeft waarvan de eerste verbonden is met een element (37) van een stel conische tandwielen (31,37) voor het aandrijven van het holle element (l-k-,11,12) waarbinnen zich de motor (51) "bevindt, terwijl de 10 andere verbonden is met de drijfas (13).
9- Maaimaehine volgens conclusie 3,7 of 8, met-het kenmerk, dat de verbinding tussen de tussenas (38,^9,53) en de drijfas (13) geschiedt door rechte tandwielen (^1,^-2).
10. Maaimaehine volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat 15 de tandwielen (^1,42) een tandradpomp (51 vormen.
11. Maaimaehine volgens conclusies 7-10, met het kenmerk, dat de tandwielen (Ul,U2) verschillende diameters hebben.
12. Maaimaehine volgens conclusies 10-11, met het kenmerk, dat de tandradpomp (51) meer dan twee tandwielen omvat.
13. Maaimaehine volgens conclusies 1-3, 5 of 7-12, met het kenmerk, dat elke schijf (1-¼) rechtstreeks wordt aangedreven door een hydraulische motor (51), welke schijven (1-¼) mechanisch onderling zijn verbonden zodat zij synchroon kunnen draaien. 1¼. Maaimaehine volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat 25 elke hydraulische motor (51) in de as van zijn schijf (1-¼) ligt onder het conische tandwiel (37) dat met een schijf (1-¼) verbonden is. 790 75 53
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
FR7829465A FR2438413A1 (fr) | 1978-10-11 | 1978-10-11 | Faucheuse a disques perfectionnee |
FR7829465 | 1978-10-11 |
Publications (3)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL7907553A true NL7907553A (nl) | 1980-04-15 |
NL190596B NL190596B (nl) | 1993-12-16 |
NL190596C NL190596C (nl) | 1994-05-16 |
Family
ID=9213800
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL7907553A NL190596C (nl) | 1978-10-11 | 1979-10-11 | Maaimachine met een reeks naast elkaar opgestelde, snijorganen dragende om opwaarts gerichte draaiingsassen draaibaar aandrijfbare maaischijven. |
Country Status (10)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US4299077A (nl) |
JP (1) | JPS5571410A (nl) |
AT (1) | AT389795B (nl) |
DE (1) | DE2941293A1 (nl) |
DK (1) | DK158756C (nl) |
FR (1) | FR2438413A1 (nl) |
GB (1) | GB2033198B (nl) |
IT (1) | IT1206180B (nl) |
NL (1) | NL190596C (nl) |
NZ (1) | NZ191770A (nl) |
Cited By (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP0391478A1 (en) * | 1989-04-03 | 1990-10-10 | C. van der Lely N.V. | A mowing machine |
EP0456330A1 (en) * | 1990-05-09 | 1991-11-13 | C. van der Lely N.V. | A mowing machine |
Families Citing this family (13)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
USRE34417E (en) * | 1980-02-04 | 1993-10-26 | Kuhn S.A. | Mower having separately replaceable bearing subassembly |
DE3034213A1 (de) * | 1980-09-11 | 1982-09-30 | Friedrich Mörtl Schleppergerätebau GmbH & Co KG, 8780 Gemünden | Rotationsmaehwerk |
NL8104178A (nl) * | 1981-09-10 | 1983-04-05 | Lely Nv C Van Der | Flexibele maaikap. |
US4466234A (en) * | 1982-11-22 | 1984-08-21 | Sasaki Nouki Kabushiki Kaisha | Disk mower |
NL8400028A (nl) * | 1984-01-04 | 1985-08-01 | Lely Nv C Van Der | Maaimachine. |
FR2566992B1 (fr) * | 1984-07-06 | 1988-10-14 | Kuhn Sa | Faucheuse rotative. |
NL8403245A (nl) * | 1984-10-25 | 1986-05-16 | Zweegers & Zonen P J | Maaiinrichting. |
US4653253A (en) * | 1986-03-31 | 1987-03-31 | New Holland Inc. | Self-cleaning rotor assembly |
US4787196A (en) * | 1986-03-31 | 1988-11-29 | New Holland Inc. | Self-cleaning rotor assembly |
US4838014A (en) * | 1986-03-31 | 1989-06-13 | Ford New Holland, Inc. | Disc cutter rotor assembly |
NL8602865A (nl) * | 1986-11-12 | 1988-06-01 | Lely Nv C Van Der | Maaimachine. |
US4896484A (en) * | 1988-09-02 | 1990-01-30 | Ford New Holland, Inc. | Split cutterbar drive mechanism |
US8056307B2 (en) * | 2009-10-05 | 2011-11-15 | Cnh America Llc | Mower cutterbar |
Family Cites Families (27)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US1784327A (en) * | 1928-12-19 | 1930-12-09 | Ambrose L Allen | Mowing machine |
US2811003A (en) * | 1952-12-30 | 1957-10-29 | A F Meyer Mfg Co | Hay processing machine |
US2765611A (en) * | 1955-04-25 | 1956-10-09 | King Gordon | Hydraulically operated mowers |
US2976663A (en) * | 1956-04-19 | 1961-03-28 | Smith Alexander | Under tree hoe mower |
US2972158A (en) * | 1957-03-26 | 1961-02-21 | Jacob D Voskresenski | Paint applicator |
DE1482887A1 (de) * | 1965-09-14 | 1969-12-04 | Stockey & Schmitz | Maehgeraet fuer landwirtschaftliche Zwecke |
FR1507229A (fr) * | 1966-11-14 | 1967-12-29 | Rech Expl Invent Guillotin | Perfectionnement aux faucheuses à disques |
FR1526147A (fr) * | 1967-04-10 | 1968-05-24 | F F S A | Faucheuse |
US3507102A (en) * | 1967-05-25 | 1970-04-21 | Sperry Rand Corp | Rotary mower drive |
DE6801666U (de) * | 1968-10-10 | 1976-04-22 | Welger Geb | Scheibenmaehwerk mit aussenraeumtrommel |
NL6914592A (nl) * | 1969-09-26 | 1971-03-30 | ||
CH521702A (de) * | 1970-02-02 | 1972-04-30 | Bucher Guyer Ag Masch | Gras-Erntemaschine |
FR2134916A6 (nl) * | 1971-04-23 | 1972-12-08 | Ffsa | |
FR2148824A5 (nl) * | 1971-07-30 | 1973-03-23 | Bastian Martin | |
DE2138081A1 (de) * | 1971-07-30 | 1973-02-08 | Moertl Karl | Maehwerk mit waagrecht rotierenden schneiden |
US3857225A (en) * | 1972-03-09 | 1974-12-31 | G Knudson | Bean thinning and cutting device |
DE2217351A1 (de) * | 1972-04-11 | 1973-10-31 | Wolf Geraete Gmbh | Elektromotorisch angetriebener rasenmaeher |
NL171319B (nl) * | 1973-12-28 | 1982-10-18 | Multinorm Bv | Aan een voertuig te bevestigen maaiinrichting. |
FR2263453A1 (en) * | 1974-03-07 | 1975-10-03 | Dulac Pierre | Preheating arrgt. for butane - hot water in immersed pipes maintains constant vapour pressure inside reservoir |
ES202530Y (es) * | 1974-04-24 | 1976-03-01 | Maquinaria Agricola Zaga, S. A. | Eje de transmision de fuerza para segadoras. |
NL175688C (nl) * | 1974-05-31 | 1984-12-17 | Multinorm Bv | Maaiinrichting. |
FR2294625A1 (fr) * | 1974-12-20 | 1976-07-16 | Garnier Sa | Machine agricole de coupe de vegetaux telle que faucheuse |
NL7510687A (nl) * | 1975-09-11 | 1977-03-15 | Lely Nv C Van Der | Maaimachine. |
NL7513925A (nl) * | 1975-11-28 | 1977-06-01 | Multinorm Bv | Maaiinrichting. |
FR2342017A1 (fr) * | 1976-02-25 | 1977-09-23 | Kuhn Sa | Machine agricole du type faucheuse ou faucheuse-conditionneuse a caisson pivotant |
NL181617C (nl) * | 1976-05-20 | 1987-10-01 | Lely Nv C Van Der | Maaimachine. |
FR2391635A1 (fr) * | 1977-05-27 | 1978-12-22 | Weber Marcel | Faucheuse a disques entraines par le bas |
-
1978
- 1978-10-11 FR FR7829465A patent/FR2438413A1/fr active Granted
-
1979
- 1979-10-03 GB GB7934230A patent/GB2033198B/en not_active Expired
- 1979-10-04 US US06/081,855 patent/US4299077A/en not_active Expired - Lifetime
- 1979-10-08 JP JP12896579A patent/JPS5571410A/ja active Granted
- 1979-10-08 NZ NZ191770A patent/NZ191770A/xx unknown
- 1979-10-09 IT IT7912763A patent/IT1206180B/it active
- 1979-10-09 DK DK424779A patent/DK158756C/da not_active IP Right Cessation
- 1979-10-11 DE DE19792941293 patent/DE2941293A1/de active Granted
- 1979-10-11 AT AT0663479A patent/AT389795B/de not_active IP Right Cessation
- 1979-10-11 NL NL7907553A patent/NL190596C/nl not_active IP Right Cessation
Cited By (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP0391478A1 (en) * | 1989-04-03 | 1990-10-10 | C. van der Lely N.V. | A mowing machine |
NL8900804A (nl) * | 1989-04-03 | 1990-11-01 | Lely Nv C Van Der | Maaimachine. |
EP0456330A1 (en) * | 1990-05-09 | 1991-11-13 | C. van der Lely N.V. | A mowing machine |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
JPS5571410A (en) | 1980-05-29 |
FR2438413B1 (nl) | 1984-02-24 |
NL190596B (nl) | 1993-12-16 |
IT1206180B (it) | 1989-04-14 |
JPH0137085B2 (nl) | 1989-08-04 |
DK424779A (da) | 1980-04-12 |
GB2033198B (en) | 1982-10-13 |
DK158756B (da) | 1990-07-16 |
NL190596C (nl) | 1994-05-16 |
US4299077A (en) | 1981-11-10 |
AT389795B (de) | 1990-01-25 |
ATA663479A (de) | 1989-07-15 |
IT7912763A0 (it) | 1979-10-09 |
NZ191770A (en) | 1982-12-21 |
GB2033198A (en) | 1980-05-21 |
DE2941293A1 (de) | 1980-04-30 |
FR2438413A1 (fr) | 1980-05-09 |
DE2941293C2 (nl) | 1988-10-27 |
DK158756C (da) | 1990-12-10 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL7907553A (nl) | Maaimachine met schijfvormige messen. | |
US4197692A (en) | Mower comprising cutter discs driven from beneath | |
NL8100511A (nl) | Maaibalk voor een cirkelmaaier. | |
EP1776856B1 (fr) | Dispositif de decoupe de vegetaux | |
EP1197304A2 (de) | Rotierend angetriebenes Messer für eine Schneidevorrichtung, insbesondere zum Schneiden von Lebensmitteln | |
DE2155182A1 (de) | Motorgetriebene Landmaschine, insbesondere Mähmaschine | |
EP0765595B1 (de) | Mähvorrichtung | |
CN104335754A (zh) | 切割装置及割草机 | |
NL9600023A (nl) | Maaimachine voor landbouwdoeleinden. | |
DE3446379A1 (de) | Kraftuebertragungseinrichtung mit drehmomentwandler | |
DE102010011123A1 (de) | Schneidwerk für eine Erntemaschine | |
NL7906329A (nl) | Maaimachine met aan de onderkant aangedreven schijven. | |
WO2014102142A1 (de) | Vorrichtung zum aufschneiden von lebensmittelprodukten | |
CN210470303U (zh) | 一种软轴传动全地形遥控割草机 | |
CN106181519A (zh) | 卧式加工中心用刀库交换装置 | |
CN102343462B (zh) | 台式工具 | |
US4202156A (en) | Rotary mower | |
CN219258637U (zh) | 自动化生产输送线 | |
NL193304C (nl) | Maaibalk. | |
DE552710C (de) | Einseitig angetriebene gegenlaeufige Stiftmuehle | |
DE4011058C2 (de) | Kettensäge mit Vorkehrungen zum Anbau von Zusatzwerkzeugen | |
NL8501817A (nl) | Maaiinrichting en werkwijze voor het vervaardigen daarvan. | |
RU2252517C2 (ru) | Рабочий орган почвообрабатывающей машины | |
NL1011097C2 (nl) | Overbrengingsmechanisme voor het aandrijven van de maaischijven van een schijvenmaaier. | |
EP0098950A2 (de) | Brillenglasrandschleifmaschine, insbesondere Handschleifmaschine |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BA | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
V4 | Discontinued because of reaching the maximum lifetime of a patent |
Free format text: 19991011 |