NL8602865A - Maaimachine. - Google Patents
Maaimachine. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8602865A NL8602865A NL8602865A NL8602865A NL8602865A NL 8602865 A NL8602865 A NL 8602865A NL 8602865 A NL8602865 A NL 8602865A NL 8602865 A NL8602865 A NL 8602865A NL 8602865 A NL8602865 A NL 8602865A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- support beam
- mower according
- drive
- parts
- mower
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01D—HARVESTING; MOWING
- A01D34/00—Mowers; Mowing apparatus of harvesters
- A01D34/01—Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus
- A01D34/02—Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus having reciprocating cutters
- A01D34/30—Driving mechanisms for the cutters
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01D—HARVESTING; MOWING
- A01D34/00—Mowers; Mowing apparatus of harvesters
- A01D34/01—Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus
- A01D34/412—Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus having rotating cutters
- A01D34/63—Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus having rotating cutters having cutters rotating about a vertical axis
- A01D34/64—Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus having rotating cutters having cutters rotating about a vertical axis mounted on a vehicle, e.g. a tractor, or drawn by an animal or a vehicle
- A01D34/66—Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus having rotating cutters having cutters rotating about a vertical axis mounted on a vehicle, e.g. a tractor, or drawn by an animal or a vehicle with two or more cutters
- A01D34/664—Disc cutter bars
Description
>' I
C. van der Lely N.V., Maasland MAAIMACHINE
De uitvinding heeft betrekking op een maaimachine voorzien van ten minste drie maaiorganen die om in hoofdzaak verticale assen roteerbaar zijn aangebracht aan een onder-steuningsbalk waarbinnen zich aandrijfmiddelen voor het 5 aandrijven van de maaiorganen bevinden, welke onder-steuningsbalk tijdens bedrijf zich in hoofdzaak dwars op de voortbewegingsrichting boven de grond uitstrekt, waarbij de aandrijfmiddelen worden aangedreven nabij beide uiteinden van de ondèrsteuningsbalk door middel van onderling mecha-10 nisch gekoppelde aandrijfassen. Een dergelijke maaimachine is bekend uit het Nederlandse octrooischrift 171.955, dat een schijvenmaaier beschrijft met boven een onder-steuningsbalk aangebrachte maaischijven, waarbij de buitenste twee maaischijven voorzien zijn van een trommel vormige 15 gewasgeleider. Boven en evenwijdig aan de ondèrsteuningsbalk bevindt zich een hoofdaandrijfas die door middel van tandwielen is verbonden met twee aandrijfassen. Elke aandrijfas is aangebracht in één van de trommel vormige gewasgeleiders en verbonden met een buitenste maaischijf. Op deze 20 wijze worden de buitenste twee maaischijven van de onder-steuningsbalk aangedreven. In de ondèrsteuningsbalk bevindt zich een reeks in elkaar grijpende tandwielen zodanig dat elk van de andere maaischijven vanaf één van de aandrijfassen wordt aangedreven. Bij voorkeur wordt daarbij de ten 25 opzichte van het trekkende voertuig buitenste schijf aangedreven via de ene aandrijfas en worden de overige maaischijven via de andere aandrijfas aangedreven. De reden hiervan is dat de maaischijf die het verst van het trekkende voertuig is gelegen het zwaarst wordt belast doordat de 30 gewasgeleider zich in het volle gewas bevindt.
De uitvinding beoogt een maaimachine met een optimale verdeling over de twee aandrijfassen van het aan de maaiorganen toegevoerde vermogen. Hiertoe zijn volgens de uitvinding de aandrijfmiddelen voorzien van een zich over de __i 8602865 r 2 gehele ondersteuningsbalk uitstrekkende, roteerbaar aan-gebrachte torsieas voorzien van de maaiorganen aandrijvende tandwielen. Door het toepassen van een torsieas die zich in lengterichting van de ondersteuningsbalk uitstrekt en die is 5 voorzien van tandwielen voor het aandrijven van elk maai-orgaan, zijn alle maaiorganen onderling flexibel verbonden. Tussen elke twee onderling verbonden, naast elkaar gelegen maaiorganen bevindt zich een gedeelte van de torsieas, dat als torsieveer functioneert. Door deze flexibiliteit is het 10 mogelijk dat enerzijds alle maaiorganen onderling gekoppeld zijn, terwijl anderzijds deze aandrijfmiddelen aan beide uiteinden van de ondersteuningsbalk kunnen worden aangedreven door middel van aandrijfassen die onderling mechanisch, dat wil zeggen niet flexibel, gekoppeld zijn. Doordat 15 de gehele reeks maaiorganen onderling flexibel met elkaar gekoppeld is, zal de mate waarin elk maaiorgaan vanaf de ene dan wel de andere aandrijfas wordt aangedreven afhangen van de belasting van de overige maaiorganen. Op deze wijze stelt zich automatisch een optimale krachtsverdeling in.
20 Het zal duidelijk zijn dat bij toepassing van tandwielen voor het onderling koppelen van de maaiorganen, zoals beschreven in genoemd Nederlands octrooischrift 171.955, een niet-flexibele verbinding tussen de maaiorganen wordt verkregen, waardoor het niet mogelijk is een maai-25 orgaan via beide aandrijfassen aan te drijven.
Volgens een nader kenmerk van de uitvinding kan de torsieas een onronde dwarsdoorsnede hebben en zijn de verschuifbaar op de torsieas aangebrachte tandwielen voorzien van een overeenkomstig gevormde uitsparing. Hierdoor is het 30 mogelijk de torsieas axiaal ten opzichte van de tandwielen en ten opzichte van de ondersteuningsbalk te verschuiven en op deze wijze uit de ondersteuningsbalk te verwijderen. De torsieas kan bijvoorbeeld een vierkante dwarsdoorsnede hebben. De dikte van de torsieas kan daarbij zodanig worden 35 gekozen dat enerzijds voldoende vermogen kan worden doorgeleid, terwijl anderzijds een voldoende flexibiliteit aanwezig is.
Volgens een verder kenmerk van de uitvinding kan 8602865 3 % de ondersteuningsbalk zich tijdens bedrijf vlak boven de grond bevinden en zijn de maaiorganen voorzien van boven de ondersteuningsbalk aangebrachte schijven. Deze schijven kunnen bijvoorbeeld cirkelvormig of ovaal zijn uitgevoerd en 5 kunnen een enigszins naar boven gerichte bolle vorm hebben.
Aan de omtrek van de schijven kunnen een of meerdere snijmessen zijn aangebracht. Voorts kan volgens de uitvinding de aandrijving van de torsieas plaatsvinden via de twee buitenste maaiorganen, die op de ondersteuningsbalk zijn aange-10 bracht. Het toegevoerde vermogen wordt dan via elk van deze twee maaiorganen en via de tandwielen waarmee deze maaiorganen met de torsieassen zijn verbonden naar de torsieas geleid, zodat de torsieas niet apart behoeft te worden aangegrepen teneinde deze aan te drijven.
15 Volgens een verder kenmerk van de uitvinding kunnen de buitenste maaiorganen zijn voorzien van zich bovenwaarts uitstrekkende trommels, waarin zich de aandrijfassen voor het aandrijven van de torsieas bevinden.
Met een trommel wordt hier een gewasgeleider bedoeld die 20 vele vormen kan hebben en met name voorzien kan zijn van aan het omtreksoppervlak aangebrachte middelen om tijdens het roteren op het gewas een kracht uit te oefenen. De trommels kunnen in hoofdzaak cylindervormig zijn uitgevoerd, doch er zijn ook andere vormen mogelijk. Het woord 'trommel' dient 25 derhalve ruim te worden opgevat.
Voorts kan volgens de uitvinding de ondersteuningsbalk aan het overige gestel van de maaimachine zijn bevestigd door middel van de twee aandrijfassen, die tevens de torsieas aandrijven. Doordat twee aandrijfassen aanwezig 30 zijn is het mogelijk, althans bij voldoend stevige lagering van deze assen, om zonder andere bevestigingsmiddelen de ondersteuningsbalk aan het overige gestel van de maaimachine te bevestigen.
Volgens een verder kenmerk van de uitvinding kan 35 de aandrijving plaats vinden via een in hoofdzaak evenwijdig aan de ondersteuningsbalk lopende hoofdaandrijfas, die de twee, in hoofdzaak loodrecht op de hoofdaandrijfas geplaatste aandrijfassen aandrijft, welke aandrijfassen elk 8602865 f 4 nabij een uiteinde van de ondersteuningsbalk de torsieas aandrijven.
Volgens een nader kenmerk van de uitvinding kunnen de aandrijfassen een flexibele koppeling omvatten, zoals een 5 kruiskoppeling en/of een koppeling voorzien van flexibel materiaal en/of een koppeling met axiaal ten opzichte van elkaar verschuifbare delen. Een dergelijke flexibele verbinding kan van belang zijn om de over de grond bewegende ondersteuningsbalk enige bewegingsvrijheid te geven tijdens 10 het bedrijf of om een minder nauwkeurige positionering van de ondersteuningsbalk ten opzichte van overige gesteldelen toelaatbaar te maken.
Volgens de uitvinding kan de hoofdaandrijfas worden aangedreven via tandwielen op een plaats die tussen 15 de aansluitingen met de aandrijfassen is gelegen, waarbij de hoofdaandrijfas kan bestaan uit twee, in hoofdzaak in eikaars verlengde liggende delen aan weerszijden van de plaats waar de hoofdaandrijfas via tandwielen wordt aangegrepen. Ook is het mogelijk de hoofdaandrijfas op een plaats 20 nabij zijn uiteinde aan te drijven.
Volgens een verder kenmerk van de uitvinding kan de machine naast een maalinrichting voorzien zijn van een gewasbewerkingsinrichting, zoals een conditioner. Een dergelijke inrichting kan een slagwerking op het gewas uit-25 oefenen, waardoor het gewas wordt gekneusd, hetgeen voordelig is bij het drogen van het gewas.
Volgens een verder kenmerk kunnen op de buitenste maaiorganen trommelvormige gewasgeleiders zijn aangebracht en kan de gewasbewerkingsinrichting, in breedterichting van 30 de machine gezien, korter zijn dan de lengte van de ondersteuningsbalk. Door middel van de gewasgeleiders wordt het gewas enigszins binnenwaarts gericht, waardoor de gewasbewerkingsinrichting enigszins korter kan zijn dan de lengte van de ondersteuningsbalk. Door middel van verdere gewas-35 geleidende organen, zoals zwadborden, kan het gemaaide en eventueel bewerkte gewas uiteindelijk in een smalle strook (zwad) op het land worden gedeponeerd.
Voorts kan volgens de uitvinding een gesteldeel 8602865 5 voorzien zijn van wielen, in welk gesteldeel de ondersteu-ningsbalk verplaatsbaar is opgehangen waarbij de maaimachine is voorzien van midddelen om door een trekker getrokken te worden. Bij een dergelijke, speciale ondersteuning van de 5 maaimachine wordt doorgaans een maalinrichting met een aanzienlijke lengte toegepast, waarbij een ondersteuningsbalk die vanaf twee uiteinden wordt aangedreven bijzonder nuttig kan zijn.
Volgens een nader kenmerk van de uitvinding is de 10 ondersteuningsbalk opgebouwd uit in lengterichting van de ondersteuningsbalk tegen elkaar aangebrachte delen, waarvan althans een aantal aandrijfeenheden voor de maaiorganen bevatten. Een bijzonder voordelige constructie van een uit dergelijke eenheden opgebouwde maalinrichting wordt ver-15 kregen wanneer, volgens een verder kenmerk van de uitvinding, de delen door middel van een door alle delen lopende trekstang worden bijeengehouden.
Bij relatief grote maaimachines, waarop de onderhavige uitvinding in het bijzonder betrekking heeft, is het 20 van groot belang dat een dergelijke inrichting gedurende de periode dat hij moet worden ingezet niet of nauwelijks buiten bedrijf gesteld behoeft te worden voor reparaties. Door de opbouw uit componenten, die als eenheid vervangen kunnen worden, is een eventuele reparatie snel mogelijk door 25 vervanging, waartoe, volgens een kenmerk van de uitvinding, de trekstang en de daarmee evenwijdig lopende torsieas, die zich beide door de delen van de ondersteuningsbalk uitstrekken, verwijderbaar zijn, zodat delen van de ondersteuningsbalk losneembaar en daardoor afzonderlijk ver-30 vangbaar zijn.
Ter verduidelijking van de uitvinding zullen, onder verwijzing naar de tekening, enige uitvoeringsvoorbeelden van een maaimachine volgens de uitvinding worden beschreven.
Fig. 1 toont een eerste uitvoeringsvoorbeeld van een 35 maaimachine volgens de uitvinding,
Fig. 2 is een doorsnede volgens de lijn II-II van figuur 1,
Fig. 3 is een doorsnede volgens de lijn III-III van 8602865 * 6 figuur 2,
Fig. 4 toont een tweede uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting volgens de uitvinding, en
Fig. 5 is een doorsnede volgens de lijn V-V van figuur 5 4.
In de figuren, die de uitvoeringsvoorbeelden slechts schetsmatig weergeven, zijn overeenkomstige onderdelen met gelijke verwijzingscijfers aangegeven.
De maaimachine volgens figuur 1 is voorzien van een 10 ondersteuningsbalk 1, die samengesteld is uit een aantal naast elkaar gelegen delen 2, 3. Elk van de delen 2 is aan de bovenzijde voorzien van een maaiorgaan 4 dat om een in hoofdzaak opwaarts gerichte as kan roteren. Het maaiorgaan 4 is voorzien van een schijfvormig gedeelte, met aan de 15 buitenomtrek een of meer messen 5. Elk van de delen 2 van de ondersteuningsbalk 1 is voorts voorzien van een glijschoen 6 die tijdens bedrijf over de grond schuift.
De maaimachine is voorts voorzien van een gestel 7 dat aan beide uiteinden van de ondersteuningsbalk 1 is bevestigd 20 en zich vanaf die bevestigingspunten achterwaarts en vervolgens bovenwaarts uitstrekt, van welk gestel de holle buis 8 deel uitmaakt. De holle buis 8 is aan beide uiteinden bevestigd aan tandwielkasten 9, 10 die vast in het gestel 7 zijn gemonteerd. In de holle gestelbuis 8 bevindt zich de 25 hoofdaandrijfas 11 die aan beide uiteinden voorzien is van een konisch tandwiel 12, 13, waarbij elk konisch tandwiel 12, 13 zich bevindt in een van de tandwielkasten 9, 10. De genoemde konische tandwielen 12, 13 zijn in'aangrijping met de respectievelijke konische tandwielen 14, 15 die zijn 30 gemonteerd op de respectievelijke aandrijfassen 16 en 17. Deze aandrijfassen 16, 17, die anderzijds verbonden zijn met de twee buitenste maaiorganen 4, zijn door middel van universele koppelingen 18, 19, 20 en 21 elk verdeeld in drie gedeelten.
35 Zoals blijkt uit fig. 2, zijn de universele koppelingen 18, 19 in dit uitvoeringsvoorbeeld enkelvoudige kruis koppelingen. Aan het middelste gedeelte van de aandrijfas 16, 17 is een gewasgeleidingsorgaan 22,. in de vorm van een 8602865 7 % in hoofdzaak cilindervormige trommel, bevestigd. Dit •trommelvormige gewasgeleidingsorgaan 22 roteert met de aandrijfas 16 en derhalve met het maaiorgaan 4, waarop een rand 23 is aangebracht die aansluit op het trommel vormige gewas-5 geleidingsorgaan 22. Aan de bovenzijde sluit het trommelvormige gewasgeleidingsorgaan 22 aan op de aan het gestel 7 bevestigde afschermkap 24.
Op de hoofdaandrijfas 11 is een konisch tandwiel 25 bevestigd, door aandrijving waarvan de hoofdaandrijfas kan 10 worden aangedreven. Daartoe is konisch tandwiel 25 in aan-grijping met een tandwiel 26 dat bijvoorbeeld via de nodige tussenassen is verbonden met de aftakas van een trekker. Aan de holle buis 8 van het gestel 7 is voorts een bok 27 bevestigd, waarmede de maaimachine kan worden vastgemaakt 15 aan een trekker.
Zoals beschreven, worden de beide buitenste maaiorganen 4 van de ondersteuningsbalk 1 aangedreven via de hoofdaandrijfas 11 en de beide aandrijfassen 16 en 17. In de ondersteuningsbalk 1 bevindt zich een torsieas 30 (figuur 2) met 20 een in hoofdzaak vierkante dwarsdoorsnede, welke torsieas 30 zich vrijwel in de hele ondersteuningsbalk uitstrekt. In elk van de delen 2 van ondersteuningsbalk 1 is de torsieas 30 voorzien van een tandwiel, welk tandwiel voorzien is van een vierkante uitsparing die overeenkomt met de dwarsdoorsnede 25 van de torsieas 30, zodat elk tandwiel in lengterichting verschuifbaar doch tegen rotatie geblokkeerd op torsieas 30 is aangebracht. Het genoemde tandwiel in elk van de delen 2 van ondersteuningsbalk 1 drijft het maaiorgaan 4 op het betreffende deel 2 aan. Door middel van torsieas 30 worden 30 derhalve alle maaiorganen 4 onderling met elkaar verbonden _ en wel op een flexibele wijze, dat wil zeggen dat de torsieas 30 als torsieveer functioneert tussen elke twee naast elkaar gelegen maaiorganen. Door toepassing van deze flexibele verbinding is het mogelijk de beide buitenste 35 maaiorganen direkt aan te drijven, waarbij elk van de overige maaiorganen afhankelijk van de belastingsverdeling van de maaimachine via de beide buitenste maaiorganen kan worden aangedreven.
8602865 8 t
De samenstellende delen 2, 3 van de ondersteuningsbalk 'worden bijeengehouden door een trekstang 31 (figuur 2) die zich door uitsparingen in elk van de delen 2, 3 uitstrekt en aan de uiteinden is voorzien van schroefdraad, zodat door 5 middel van het aandraaien van moeren aan beide uiteinden de samenstellende delen 2, 3 tegen elkaar aan worden gedrukt en daardoor één geheel vormen. De trekstang 31 kan tevens door delen van het gestel 7 reiken, zodat door middel van de trekstang 31 tevens de ondersteuningsbalk 1 in het gestel 7 10 wordt bevestigd.
Hoewel in fig. 1 een bok 27 is weergegeven teneinde de maaimachine bijvoorbeeld achter of voor aan een trekker te koppelen, kan de maaimachine ook voorzien zijn van wielen en door een trekkend voertuig worden getrokken, of gemonteerd 15 zijn in een inrichting waarin zich ook bijvoorbeeld middelen voor het bewerken van het gemaaide gewas bevinden. Daarbij kan de hoofdaandrijfas 11 ook bijvoorbeeld nabij een van zijn uiteinden worden aangedreven.
Het uitvoeringsvoorbeeld volgens fig. 4 en 5 wijkt van 20 et eerder beschreven uitvoeringsvoorbeeld af door de afwezigheid van universele koppelingen in de aandrijfassen 16, 17. Bovendien zijn geen gesteldelen aanwezig die de ondersteuningsbalk 1 koppelen aan het bovenliggende deel van het gestel, met name holle buis 8. De ondersteuningsbalk 1 is 25 slechts bevestigd door middel van aandrijfassen 16, 17 die zijn gelagerd in het bovenliggend gesteldeel, welke lagering in figuur 5 is aangegeven met het verwijzingscijfer 32. Anderzijds zijn de aandrijfassen 16, 17 star verbonden met de buitenste maaiorganen 4 op de ondersteuningsbalk.. Een 30 belangrijk voordeel van een dergelijke constructie is dat het zogenaamde stropen van het gewas, dat wil zeggen het opeen hopen van gewas tegen stationaire gesteldelen, wordt vermeden. Ook het in de figuren 4 en 5 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld kan door middel van een bok 27 worden 35 verbonden met een voertuig, dan wel worden ondergebracht ineen maaimachine die door middel van een voertuig wordt getrokken en waarin eventueel ook andere gewasbewerkings-organen, zoals een kneuzer, zijn aangebracht.
8602865 9
Het zal duidelijk zijn dat door toepassing van de 'beschreven aandrijving van de maaiorganen, waarbij de beide buitenste maaiorganen rechtstreeks worden aangedreven en alle tussenliggende maaiorganen onderling verend met elkaar 5 zijn verbonden, een gunstige verdeling van de krachten wordt verkregen wanneer bijvoorbeeld een van de middelste maaiorganen plotseling zwaar wordt belast, welke extra belasting slechts gedeeltelijk door elk van de aandrijfassen 16, 17 behoeft te worden gedragen. Een verbeterde verdeling van de 10 aandrijf krachten is derhalve het gevolg van de beschreven constructie.
De uitvinding is niet beperkt tot hetgeen beschreven is in de beschrijving en de conclusies, doch omvat tevens elke combinatie van maatregelen die zijn 15 weergegeven in de beschrijving en de tekeningen.
8602865
Claims (18)
1. Maaimachine voorzien van ten minste drie maai-organen die om in hoofdzaak verticale assen roteerbaar zijn aangebracht aan een ondersteuningsbalk waarbinnen zich aan-drijfmiddelen voor het aandrijven van de maaiorganen bevin- 5 den, welke ondersteuningsbalk tijdens bedrijf zich in hoofdzaak dwars op de voortbewegingsrichting boven de grond uitstrekt, waarbij de aandrijfmiddelen worden aangedreven nabij beide uiteinden van de ondersteuningsbalk door middel van onderling mechanisch gekoppelde aandrijfassen, met het 10 kenmerk, dat de aandrijf middelen voorzien zijn van een zich over de gehele ondersteuningsbalk uitstrekkende, roteerbaar aangebrachte torsieas voorzien van de maaiorganen aandrijvende tandwielen.
2. Maaimachine volgens conclusie 1, met het kenmerk, 15 dat de torsieas een onronde dwarsdoorsnede heeft en dat de verschuifbaar op de torsieas aangebrachte tandwielen voorzien zijn van een overeenkomstig gevormde uitsparing.
3. Maaimachine volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de ondersteuningsbalk zich tijdens bedrijf vlak 20 boven de grond bevindt en dat de maaiorganen voorzien zijn van boven de ondersteuningsbalk aangebrachte schijven.
4. Maaimachine volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de aandrijving van de torsieas plaatsvindt via de twee buitenste maaiorganen die op de ondersteuningsbalk zijn 25 aangebracht.
5. Maaimachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de buitenste maaiorganen zijn voorzien van zich bovenwaarts uitstrekkende trommels, waarbinnen zich de aandrijfassen voor het aandrijven van de torsieassen 30 bevinden.
6. Maaimachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de ondersteuningsbalk aan het overige gestel van de maaimachine is bevestigd door middel van de twee aandrijfassen, die tevens de torsieas aaridrijven.
7. Maaimachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de torsieas wordt aangedreven via een 8602865 in hoofdzaak evenwijdig aan de ondersteuningsbalk lopende hoofdaandrijfas, die de twee, in hoofdzaak loodrecht op de hoofdaandrijfas geplaatste aandrijfassen aandrijft, welke aandrijfassen elk nabij een uiteinde van de onder-5 steuningsbalk de torsieas aandrijven.
8. Maaimachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de aandrijfassen een flexibele koppeling omvatten, zoals een kruiskoppeling en/of een koppeling voorzien van flexibel materiaal en/of een 10 koppeling met axiaal ten opzichte van elkaar verschuifbare delen.
9. Maaimachine volgens een der conclusies 4-8, met het kenmerk, dat de hoofdaandrijfas wordt aangedreven via tandwielen op een plaats die tussen de aansluitingen met de 15 aandrijfassen is gelegen.
10. Maaimachine volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de hoofdaandrijfas bestaat uit twee, in hoofdzaak in eikaars verlengde liggende delen aan weerszijden van de plaats waar de hoofdaandrijfas via tandwielen wordt 2. aangedreven.
11. Maaimachine volgens een der conclusies 4-8, met het kenmerk, dat de hoofdaandrijfas op een plaats nabij zijn uiteinde wordt aangedreven.
12. Maaimachine volgens een der voorgaande conclusies, 25 met het kenmerk, dat de machine voorzien is van een gewas- bewerkingsinrichting.
13. Maaimachine volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat op de buitenste maaiorganen trommelvormige gewasgeleiders zijn aangebracht en dat de gewasbewerkings- 30 inrichting, in breedterichting van de machine gezien, korter is dan de lengte van de ondersteuningsbalk.
14. Maaimachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een gesteldeel voorzien is van wielen, in welk gesteldeel de ondersteuningsbalk beperkt 35 verplaatsbaar is opgehangen, waarbij de maaimachine is voorzien van middelen om door een trekker getrokken te worden.
15. Maaimachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de ondersteuningsbalk is samengesteld 8602865 uit in lengterichting van de ondersteuningsbalk tegen elkaar aangebrachte delen, waarvan althans een aantal aandrijf-eenheden voor de maaiorganen bevatten.
16. Maaimachine volgens conclusie 15, met het kenmerk, 5 dat de delen door middel van een door alle delen lopende trekstang worden bijeen gehouden.
17. Maaimachine volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de trekstang en de daarmee evenwijdig lopende torsieas, die zich beide door de delen van de ondersteuningsbalk uit- 10 strekken, verwijderbaar zijn, zodat delen van de ondersteuningsbalk losneembaar en daardoor afzonderlijk vervangbaar zijn.
18. Maaimachine volgens een of meer der voorgaande conclusies of zoals beschreven of weergegeven in de 15 beschrijving en de tekening. * 8602865
Priority Applications (5)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8602865A NL8602865A (nl) | 1986-11-12 | 1986-11-12 | Maaimachine. |
AU80929/87A AU587733B2 (en) | 1986-11-12 | 1987-11-09 | A mowing machine |
EP87202187A EP0267659B1 (en) | 1986-11-12 | 1987-11-10 | A mowing machine |
DE8787202187T DE3783442T2 (de) | 1986-11-12 | 1987-11-10 | Maehmaschine. |
US07/119,709 US4860527A (en) | 1986-11-12 | 1987-11-12 | Mowing machine |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8602865A NL8602865A (nl) | 1986-11-12 | 1986-11-12 | Maaimachine. |
NL8602865 | 1986-11-12 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8602865A true NL8602865A (nl) | 1988-06-01 |
Family
ID=19848826
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8602865A NL8602865A (nl) | 1986-11-12 | 1986-11-12 | Maaimachine. |
Country Status (5)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US4860527A (nl) |
EP (1) | EP0267659B1 (nl) |
AU (1) | AU587733B2 (nl) |
DE (1) | DE3783442T2 (nl) |
NL (1) | NL8602865A (nl) |
Families Citing this family (24)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL8801039A (nl) * | 1988-04-21 | 1989-11-16 | Lely Nv C Van Der | Maaimachine. |
US4888939A (en) * | 1988-09-02 | 1989-12-26 | Ford New Holland, Inc. | Belt driven disc cutterbar |
NL194714C (nl) * | 1989-04-03 | 2003-01-07 | Lely Nv C Van Der | Maaimachine. |
NL8901072A (nl) * | 1989-04-28 | 1990-11-16 | Lely Nv C Van Der | Maaimachine. |
FR2654896B1 (fr) * | 1989-11-24 | 1992-02-21 | Kuhn Sa | Faucheuse comportant un groupe d'organes de travail s'etendant au travail transversalement a la direction d'avance. |
FR2654893B1 (fr) * | 1989-11-24 | 1992-02-21 | Kuhn Sa | Machine agricole avec dispositif de suspension du groupe d'organes de travail perfectionne. |
IE901669A1 (en) * | 1990-05-08 | 1991-11-20 | Agri Patents Ltd | A pasture topper |
NL9301441A (nl) * | 1993-08-20 | 1995-03-16 | Lely Nv C Van Der | Maaimachine. |
FR2715797B1 (fr) * | 1994-02-08 | 1996-04-12 | Kuhn Sa | Faucheuse rotative avec barre de coupe et structure support. |
US5433064A (en) | 1994-04-28 | 1995-07-18 | Hay & Forage Industries | Rotary cutter bed harvester with non-auger conveying means for outboard cutters |
US5463852A (en) | 1994-04-28 | 1995-11-07 | Hay & Forage Industries | Wide cut harvester having rotary cutter bed |
US5430997A (en) * | 1994-05-03 | 1995-07-11 | Hay & Forage Industries | Harvester with hydraulically driven, flow-compensated rotary cutter bed |
FR2759533B1 (fr) * | 1997-02-14 | 1999-04-23 | Kuhn Sa | Faucheuse comportant un dispositif empechant la transmission de tout ou partie des vibrations entre le mecanisme de coupe et la structure porteuse |
US6035619A (en) * | 1998-02-02 | 2000-03-14 | Gehl Company | Combination gearbox drive system for a disc mower conditioner |
US6082085A (en) * | 1998-05-13 | 2000-07-04 | Agco Corporation | Foliage mowing implement having mechanical drive with main gearbox rotation |
US6158201A (en) | 1998-09-15 | 2000-12-12 | Hay & Forage Industries | Rotary mower conditioner having improved cut crop flow |
US6840027B2 (en) * | 2003-03-28 | 2005-01-11 | Vermeer Manufacturing Company | Forage conditioner-tedder |
US7814736B2 (en) * | 2008-03-03 | 2010-10-19 | Cnh America Llc | One piece tall feed drum |
US7726108B1 (en) | 2009-01-14 | 2010-06-01 | Agco Corporation | Wide cut rotary harvester having cut crop feeder mechanism |
US8287392B2 (en) | 2010-07-15 | 2012-10-16 | Cnh America Llc | Split spacer ring for removal of cutterbar drive PTO |
US8225589B2 (en) * | 2010-08-03 | 2012-07-24 | Macdon Industries Ltd | Drive arrangement for a mower with rotary cutter disks |
BR102013019208A2 (pt) * | 2013-07-29 | 2015-11-10 | Marchesan Implementos E Máquinas Agrícolas Tatú S A | cortador e conjunto de corte de base |
EP3841862B1 (de) * | 2019-12-23 | 2024-04-24 | MULAG FAHRZEUGWERK Heinz Wössner GmbH & CO. KG | Kreisel-mähkopf |
AT525424A1 (de) * | 2021-09-08 | 2023-03-15 | Georg Hanslauer | Schneidwerk für oberhalb von Kulturpflanzen abzuschneidendes Unkraut |
Family Cites Families (15)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
CH436820A (de) * | 1965-05-13 | 1967-05-31 | Bucher Guyer Ag Masch | Mähwerk |
NL7303531A (nl) * | 1973-03-14 | 1974-09-17 | ||
FR2391635A1 (fr) * | 1977-05-27 | 1978-12-22 | Weber Marcel | Faucheuse a disques entraines par le bas |
NL171955C (nl) * | 1978-05-26 | 1983-06-16 | Zweegers P | Maaimachine. |
DE2839841A1 (de) * | 1978-09-13 | 1980-03-27 | Kloeckner Humboldt Deutz Ag | Scheibenmaehwerk |
FR2438413A1 (fr) * | 1978-10-11 | 1980-05-09 | Samibem Sa | Faucheuse a disques perfectionnee |
NL193337C (nl) * | 1981-05-27 | 1999-07-02 | Lely Nv C Van Der | Maaimachine. |
NL8103166A (nl) * | 1981-07-01 | 1983-02-01 | Multinorm Bv | Maaiinrichting. |
NL8103411A (nl) * | 1981-07-17 | 1983-02-16 | Multinorm Bv | Maaier. |
US4466234A (en) * | 1982-11-22 | 1984-08-21 | Sasaki Nouki Kabushiki Kaisha | Disk mower |
NL8300800A (nl) * | 1983-03-04 | 1984-10-01 | Multinorm Bv | Maaiinrichting met verbeterde aandrijving en/of gewasscheidingstrommel. |
US4679384A (en) * | 1983-04-27 | 1987-07-14 | C. Van Der Lely N.V. | Mowing machine |
FR2562758B1 (fr) * | 1984-04-12 | 1988-05-20 | Kuhn Sa | Faucheuse |
FR2566992B1 (fr) * | 1984-07-06 | 1988-10-14 | Kuhn Sa | Faucheuse rotative. |
US4653253A (en) * | 1986-03-31 | 1987-03-31 | New Holland Inc. | Self-cleaning rotor assembly |
-
1986
- 1986-11-12 NL NL8602865A patent/NL8602865A/nl not_active Application Discontinuation
-
1987
- 1987-11-09 AU AU80929/87A patent/AU587733B2/en not_active Ceased
- 1987-11-10 DE DE8787202187T patent/DE3783442T2/de not_active Expired - Fee Related
- 1987-11-10 EP EP87202187A patent/EP0267659B1/en not_active Expired - Lifetime
- 1987-11-12 US US07/119,709 patent/US4860527A/en not_active Expired - Lifetime
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
DE3783442T2 (de) | 1993-07-29 |
DE3783442D1 (de) | 1993-02-18 |
AU8092987A (en) | 1988-05-19 |
EP0267659A2 (en) | 1988-05-18 |
EP0267659A3 (en) | 1989-04-12 |
US4860527A (en) | 1989-08-29 |
AU587733B2 (en) | 1989-08-24 |
EP0267659B1 (en) | 1993-01-07 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL8602865A (nl) | Maaimachine. | |
DE2461748C2 (de) | Mähvorrichtung | |
US4827704A (en) | Mowing machine | |
FR2562758A1 (fr) | Faucheuse | |
NL8602866A (nl) | Maaimachine. | |
AT391393B (de) | Schleppergetriebene kreiselmaehmaschine | |
CN111432627B (zh) | 用于收割机械的辊和辊组、收割机械以及割台 | |
DE3047643C2 (de) | An der Frontseite eines Fahrzeuges ankoppelbares, freischneidendes Scheibenmähwerk | |
NL7907139A (nl) | Maaimachine. | |
DE2160773C3 (de) | Mähwerk zum Anbau an einen Schlepper | |
US4251981A (en) | Mowing machines | |
DE1757887A1 (de) | Maehmaschine | |
EP0301177B1 (de) | Erntevorsatz an Felhäckslern | |
EP0368021B1 (de) | Gerät für das Kehren von Flächen | |
NL8900338A (nl) | Maaimachine. | |
DE2816144A1 (de) | Maeh- und konditioniereinrichtung | |
HU187298B (en) | Rotary-knife mower with swather device | |
EP0251409B1 (en) | A mowing machine | |
NL8602125A (nl) | Landbouwmachine voor het bewerken van gewas. | |
NL8900337A (nl) | Maaimachine. | |
DE19503259C2 (de) | Drehbürstenfeger mit Kehrwalze mit Längsschlitz | |
NL8403316A (nl) | Maaimachine. | |
NL194714C (nl) | Maaimachine. | |
NL8601805A (nl) | Maaimachine. | |
NL9002535A (nl) | Maaiinrichting met kettingtransmissie. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1B | A search report has been drawn up | ||
BV | The patent application has lapsed |