NL7907139A - Maaimachine. - Google Patents
Maaimachine. Download PDFInfo
- Publication number
- NL7907139A NL7907139A NL7907139A NL7907139A NL7907139A NL 7907139 A NL7907139 A NL 7907139A NL 7907139 A NL7907139 A NL 7907139A NL 7907139 A NL7907139 A NL 7907139A NL 7907139 A NL7907139 A NL 7907139A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- mower according
- mower
- mowing
- units
- frame part
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01D—HARVESTING; MOWING
- A01D34/00—Mowers; Mowing apparatus of harvesters
- A01D34/01—Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus
- A01D34/412—Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus having rotating cutters
- A01D34/63—Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus having rotating cutters having cutters rotating about a vertical axis
- A01D34/64—Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus having rotating cutters having cutters rotating about a vertical axis mounted on a vehicle, e.g. a tractor, or drawn by an animal or a vehicle
- A01D34/66—Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus having rotating cutters having cutters rotating about a vertical axis mounted on a vehicle, e.g. a tractor, or drawn by an animal or a vehicle with two or more cutters
- A01D34/664—Disc cutter bars
- A01D34/665—Disc cutter bars modular
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Harvester Elements (AREA)
Description
i- ,'i.
C. van aer Lely N.V· , Weverskade 10, Maasland· "Maaimachine " .
De uitvinding heeft betrekking op een maaimachine van het type dat voorzien is van een aantal roterende, vrij-snijdende maaiorganen die om opwaartse assen aandrijfbaar zijn, en voorzien van een onder de maaiorganen gelegen ge-5 steldeel dat als aandrijfkast is uitgevoerd·
Het doel van de uitvinding is het verschaffen van een eenvoudig te vervaardigen maaimachine·
Volgens de uitvinding is het gesteldeel opgebouwd uit een aantal naast elkaar gelegen en op elkaar aansluiten-10 de eenheden, die elk ten minste één maaiorgaan ondersteunen, terwijl deze eenheden tegen elkaar zijn bevestigd zodanig dat een geheel wordt gevormd·
Volgens een verder aspect van de uitvinding zijn de eenheden door middel van pasringen op elkaar aangesloten, 15 terwijl in een ruimte in de eenheden legers zijn aangebracht zodanig dat de eenheden op een aandrijfas zijn gecentreerd.
Met de constructie volgens de uitvinding kan een lichte maaibalk worden verkregen van solide opbouw, met onderdelen die op eenvoudige en snelle wijze kunnen worden 20 verwisseld of aangevuld· Een verder voordeel is dat het pas maken van de maaimachine-eenheden ten opzichte van elkaar eenvoudig kan zijn en dat de maaimachine weinig gevoelig is voor stoten tegen obstakels·
Doordat de maaiorganen met een hoog toerental kannen 25 worden aangedreven, kan de constructie extra licht worden uitgevoerd, terwijl de afvoer van het gewas door een gunstige uitvoering van een op de maaiorganen aangebracht deksel goed kan plaats vinden· Bovendien kunnen de messen op eenvoudige wijze worden verwisseld· 30 Aan de hand van de figuren zal de uitvinding hier onder nader uiteen worden gezet·
Figuur 1 is een bovenaanzicht van een uitvoeringsvorm van de maaimachine volgens de uitvinding· 7907139 i-' i 2
Figuur 2 is op grotere schaal een hovenaanzicht op twee maai organen van de maaimachine.
Figuur 3 is gedeeltelijk een doorsnede over de lijn III-III en gedeeltelijk een aanzicht volgens de pijl III 5 in figuur 2,
Figuur 4 is een doorsnede van een maai orgaan volgens de lijn IV-IV in figuur 3·
Figuur 5 is een gedeeltelijke doorsnede over een maaiorgaan volgens de lijn V-V in figuur 4, waarbij een 10 sleutel is weergegeven, met behulp waarvan de messen van het maai orgaan kunnen worden verwijderd·
Figuur 6 is gedeeltelijk een aanzicht en gedeeltelijk een doorsnede volgens de lijn VI-VI in figuur 1,op de schaal van figuur 2, 15 Figuur 7 is een zijaanzicht volgens de pijl VII in figuur 1, op de schaal van figuur 2·
Figuur 8 is een achteraanzicht op de machine volgens de pijl VIII in figuur 1, op de schaal van figuur 2·
Figuur 9 is een zijaanzicht volgens de pijl IX in 20 figuur 8·
Figuur 10 is een doorsnede volgens de lijn VI-VI in figuur 1, waarbij een extra slof is aangebracht.
De maaimachine afgebeeld in het uitvoeringsvoorbeeld volgens de figuren 1-10 bezit een driepuntbok 1, waarmede 25 de machine op op zichzelf bekende wijze aan de driepunts- hefinrichting 2 van een trekker 3 kan worden gekoppeld. Aan de driepuntbok 1 is een dwars op de rijrichting A van de trekker gelegen gesteldeel 4 bevestig!, dat via een naar boven zich uitstrekkende tandwielkast 5, die een onderdeel 30 vormt van een gesteldeel 6 (zie fig. 8) gekoppeld is met dit gesteldeel 6 dat de maaiorganen 7 van de machine draagt.
Het gesteldeel 6 bezit in dit uitvoeringsvoorbeeld twaalf maaiorganen 7. Het gesteldeel 6 is ten opzichte van het gesteldeel 4 om een zich horizontaal in de rijrichting uit-35 strekkende as 8 zwenkbaar.
7907139 et * 3
Aangezien de uitvinding in het "bijzonder "betrekking heeft op het gesteldeel 6 en de maaiorganen 7, zal de constructie van de driepuntbok 1 en van het gesteldeel 4 slechts summier worden "beschreven# 5 De uitvinding kan worden toegepast in combinatie met iedere op zichzelf bekende aankoppeling van het gesteldeel 4 met de hefinrichting 2 van de trekker# Van belang is echter dat het gesteldeel 6 om een horizontale as 8 tijdens het bedrijf kan verzwenken. Een voorbeeld van een dergelijke 10 bekende aankoppeling wordt bij voorbeeld beschreven in de Nederlandse octrooiaanvrage 76#05371#
De tandwielkast 5 bezit een om een horizontale as 9 draaiend konisch tandwiel 10 (fig# 1)· De as 9 is voorzien van een buiten de tandwielkast gelegen poelie 11, terwijl 15 op een met de af takas van de trekker koppelhare as van het gesteldeel 4 een poelie 12 is aangebracht· De poelies 11 en 12 zijn door middel van een snaaroverbrenging 13 met elkaar in aandrijf verbinding. Het in de tandwielkast 5 gelegen konische tandwiel 10 is in aangrijping met een konisch 20 tandwiel 14 dat om een dwars op de rijrichting A gelegen as 15 is aangedreven# Op de as 15 is een tandwiel 16 aangebracht dat in ingrijping is met een tandwiel 17# Het tandwiel 17 is op zijn beurt weer in ingrijping met een onder hem gelegen rondsel 18. Dit rondsel 18 is bevestigd op een 25 aandrijfas 19, die in het gesteldeel 6 is gelegen# Het ge- ' steldeel 6 is opgebouwd uit zes eenheden 20, die uit gietijzer zijn vervaardigd# In fig. 2 is een dergelijke eenheid op grotere schaal afgebeeld. Ih dit uitvoeringsvoorbeeld draagt iedere eenheid 20 een tweetal maaiorganen 7, die in 30 tegengestelde richting worden aangedreven, zoals is aangegeven door de pijlen B. De eenheid bezit een drietal holle ruimten, die dwars op de rijrichting A zijn gelegen# In de centraal gelegen holle ruimte 21 bevindt zich de aandrijving voor de maaiorganen 7, terwijl aan de voorkant zich 35 een boring 22 bevindt en aan de achterkant een van tussen-schotten waarin boringen zijn aangebracht voorziene holle 7907139 V $ 4 ruimte 23·
De eenheid 20 bezit aan zijn voorkant een tweetal eirkelsegmenten 24· Deze eirkelsegmenten strekken zich uit over een hoek van ongeveer 140° (zie fig· 2 en 4)· 5 Aan de bovenzijde heeft iedere eenheid 20 een twee tal openingen 25, waardoorhenn de aandrijfassen voor de maai organen 7 zijn gestoken, zoals hieronder zal worden besproken·
De hartlijn I-I van een opening 25 strekt zich, 10 zoals uit fig· 7 blijkt, onder een hoek van 80° met het horizontale vlak uit. De eirkelsegmenten 24 zijn aan hun onderzijde ondersteund door een naar voren uitstekend gedeelte 26 van de eenheid, waardoorheen zich de boring 22 uitstrekt· Iedere eenheid 20 bezit aan zijn achterzijde een 15 drietal uitsteeksels 27, die een opening 28 bezitten die van schroefdraad is voorzien. Deze uitsteeksels komen desgewenst worden gebruikt voor het aanbrengen van sloffen, zoals hieronder zal worden uiteengezet·
Twee uitsteeksels 27 bevinden zich aan het uiteinde 20 van de eenheid, terwijl een derde uitsteeksel zich in het midden van de eenheid bevindt. De eenheden 20 kunnen tegen elkaar worden gemonteerd met behulp van een tweetal dwars op de rijrichting A zich uitstrekkende verbindingselementen 29 resp. 30. Een als stang uitgevoerd verbindingselement 25 29 is door de boringen 22 gestoken, terwijl het verbindings element 30 in dit uitvoeringsvoorbeeld als buis is uitgevoerd en door de holle ruimten 23 van alle elementen is gestoken. Beide verbindingselementen bezitten aan hun uiteinden schroefdraad waarop moeren, zoals de moeren 31 resp. 30 32 kunnen worden gedraaid (zie fig. 7 en 9)· Door het vast aandraaien van de moeran 31 en 32 kunnen alle eenheden aan elkaar worden bevestigd en op deze wijze kan het gesteldeel 6 worden gevormd. Het zal duidelijk 'zijn dat bij de fabricage van de maaimachine op.deze wijze het eenvoudig is om 35 maaibalken met verschillende lengte te vervaardigen, terwijl bovendien reparatie van de maaibalk door vervanging 7907139 5 van een eenheid 20 zeer eenvoudig is· Men behoeft slechts een tevoren gekozen hoeveelheid eenheden 20 door middel van de hierboven beschreven verbindingselementen aan elkaar te bevestigen, of door een of meer andere te vervangen.
5 Bij voorkeur heeft het verbindingselement 30 een belangrijk grotere diameter dan het verbindingselement 29, zodat het verbindingselement 30, dat zich aan de achterzijde bevindt, een belangrijk groter deel van de krachten van het gestel opneemt. In dit uitvoeringsvoorbeeld is de 10 diameter van de buis 30 ongeveer 2,5 maal zo groot als die van de stang 29*
De elementen bevinden zich bij voorkeur op ongeveer gelijke afstand boven de grond. Het verbindingselement 30 is op grotere afstand van de hartlijn I-I gelegen dan het 15 verbindingselement 29· In dit uitvoeringsvoorbeeld is de ‘ afstand ongeveer tweemaal zo groot*
De aandrijfas 19 is evenals het gesteldeel 6 uit verschillende delen opgebouwd. Hiertoe bezit de aandrijfas 19 een aantal in de eenheden 20 gelegen stanggedeelten 33, 20 &ie aan hun uiteinden zijn voorzien van een van pasgroeven voorzien gedeelte 34, waarop een cilindrisch glad gedeelte 35 van een iets kleinere diameter aansluit, terwijl hieraan wederom een van in de lengterichting verlopende pasgroeven voorzien gedeelte 36 aansluit. Op de van groeven 25 voorziene gedeelten 34 kunnen konische tandwielen 37 worden geschoven, terwijl de stanggedeelten 33 worden ondersteund door tegen olieverlies afgedichte legers 38, die enerzijds de stanggedeelten 35 ondersteunen en anderzijds zijn agfe-steund tegen de binnenwand van de holle ruimte 21. De 30 stanggedeelten 33 kunnen aan elkaar worden bevestigd door middel van buisvormige gedeelten 39. Deze buisvormige gedeelten bezitten aan hun uiteinden gedeelten met pasgroeven, waarin de uiteinden 36 van de stanggedeelten 33 passen.
De ruimten 21 van de gesteleenheden 20 zijn aan hun 35 grensvlakken door middel van pasringen 40 op elkaar aangesloten. Deze pasringen en de in de eenheden 20 aangebrachte v, 7907138 Λ' \ 6 legers 38 maken het mogelijk de eenheden op elkaar te centreren. Alle ruimten 21 vormen samen een gesloten kamer, waarin zich smeermiddel bevindt, waarbij uit de aard der zaak de eerste en laatste eenheid van de gestelbalk aan hun 5 uiteinde een wand bezitten, waardoorheen de aandrijfas 19 kan worden gevoerd.
Aan de bovenzijde van elk van de openingen 25 van de eenheid 20 bevindt zich een tweetal cilindrische gedeelten 41, die aan de binnenzijde zijn voorzien van een 10 tweetal kogellegers 42. In deze kogellegers 42 zijn aandrijfassen 43 gelegerd, die aan hun onderzijde een kegeltand-wiel 44 dragen, die in ingrijping zijn met de konische tandwielen 37 van de as 19· De assen 43 bezitten aan hun bovenzijde een gedeelte 45, dat van pasgroeven is voorzien, 15 waaroverheen een lichaam 46 van het maai orgaan kan worden geschoven.
Het lichaam 46 bezit een gedeeltelijk cirkelvormige flens 47, die evenwijdig aan de bovenzijde van de eenheid 20 is gelegen. De omtrek van de flens heeft twee cirkel-20 segmenten, verbonden door twee rechte zijden. Aan de onderzijde bezitten deze cirkelsegmenten een rand 48, die zich in de richting van de eenheid uitstrekt. Deze gedeeltelijk cirkelvormige randen 48 steken in een cirkelvormige groef 49 van de bovenzijde van de eenheid 20, Het lichaam 46 be-25 zit een tweede flens 50 die evenwijdig aan de eerste flens 47 verloopt, en eveneens een omtrek heeft bestaande uit twee cirkelsegmenten door twee rechte .zijden verbonden. Op deze flens 50 sluit een cilindrisch gedeelte 51 aan. De flens 47 heeft een opening 52, terwijl de flens 50 een ope-30 ning 53 bezit. Beide openingen liggen boven elkaar. Het cilindrisch gedeelte 51 bezit aan zijn bovenzijde een van pasgroeven voorziene opening 54, zodat het lichaam 46 op de as 43 kan worden geschoven en de groeven van de opening 54 en die van het stanggedeelte 45 er voor zorgen dat dit 35 lichaam door de as 43 kan worden aangedreven. Aan de bovenzijde is het lichaam 46 om de opening 54 voorzien van een 7907139 < * 7 ópstaande rand 55· Over de bovenzijde van het lichaam 46 is een deksel 56 bevestigd. Het deksel 56 bezit een opening 57 die om de rand 55 past en heeft een naar beneden gerichte rand 58 die de rand van de flens 50 met geringe spe-5 ling omgeeft ter betere afdichting tegen verontreinigingen.
Verder heeft het deksel 56 een ringvormig kanaal 59, een en ander zodanig dat een dwarsdoorsnede van het deksel ongeveer de vorm van de letter M vertoont (zie fig. 5)· Door middel van een moer 60 zijn het deksel en het lichaam 46 10 aan de as 43 bevestigd.
Een ring 61, voorzien van een flens 62 die op de flens 50 rust is om het cilindrisch gedeelte 51 van het lichaam 46 gelegen. Door de openingen 52 en 53 van de flenzen 47 resp. 50 zijn pennen 63 gestoken, die aan hun boven-15 zijde een groef 64 hebben. De flens 62 bezit twee cirkelsegmentvormige uitsparingen 65, met een zodanige afmeting dat de rand van een uitsparing juist in de groef van een pen 63 past. Door middel van een veer 66 die tussen de flens 62 en het ringvormige kanaal 59 van het deksel is gelegen, 20 wordt de ring 61 tegen de flens 50 gedrukt.
Het maaiorgaan 7 bezit messen 67, die een opening 68 hebben die om de pen 63 is gelegen. Het buitenste uiteinde van de messen 67 steekt tijdens het bedrijf vrij, in dit geval eTSieens radiaal naar buiten uit, terwijl het 25 binnenste uiteinde 69 in een groef 70 van het lichaam is gelegen. De messen die vrij om de pennen 63 zwenkbaar zijn hebben een snijkant 71. Verder hebben de messen in dit uit-voeringsvoorbeeld een lengte die ongeveer overeenkomt : met de afstand tussen twee pennen 63, terwijl de snij cirkel van de 30 twee diametraal tegenoverelkaar gelegen messen 22 cm bedraagt, maar bij voorkeur kleiner dan 26 cm is. De afstand tussen de twee pennen 63 behorend tot een maaiorgaan 7 is in dit uitvoeringsvoorbeeld 9 cm, terwijl het toerental van het maaiorgaan groter dan 6000 omw/min is en in dit uitvoerings-35 voorbeeld 8000 omw/min bedraagt.
7907139 * \ v 8
Zoals uit fig* 2 blijkt, bezit het deksel een omtrek bestaande uit twee vlakke zijden 72 en twee cirkelsegmenten 73, die in dit uitvoeringsvoorbeeld 100° bedragen, een en ander overeenkomend met de omtrek van de flens 50. De lengte 5 van de messen en de afmetingen van het lichaam 46 zijn zodanig dat de messen van boven gezien, zich tot dicht nabij de vlakke zijden 72 van het deksel van een naburig maai-orgaan uitstrekken. Zoals uit fig. 2 blijkt, zijn de messen van twee naburige maaiorganen onder een faseverschil van 90° 10 ten opzichte van elkaar opgesteld.
De flens 50 bezit een tweetal kleine openingen 74» die naast de openingen 53 zijn gelegen en tenminste gedeeltelijk door de flens 62 van de ring 61 zijn af gedekt. Deze openingen kunnen worden gebruikt voor het verwisselen van de 15 messen, zoals hieronder nader zal worden beschreven.
Het maaiorgaan bezit aan zijn naar de trekker toe— gekeerde zijde een slof 75» die door middel van een bout 76 en een pen 77 aan de tandwielkast 5 is aangebracht. De tandwielkast heeft, in zijaanzicht gezien (fig. 8) twee steunen 20 78 resp. 79» die zich resp. naar boven en naar achteren uit strekken (zie ook fig. 1 en 6). Bovendien kan het mogelijk zijn om desgewenst de maaimachine van meerdere sloffen te voorzien, zoals aan de hand van fig. 10 zal worden besproken.
Aan zijn van de trekker afgekeerde zijde bezit de 25 maaimachine, zoals bij maaimachines gebruikelijk is een zwadbord 80, terwijl boven de maaimachine een afscherming 81 is aangebracht die aan een horizontale, boven de maaibalk liggende drager 82 is bevestigd. De drager 82 is via een steun 83 aan de tandwielkast 5 bevestigd en strekt zich hori-30 zontaai boven het gesteldeel 6 uit. Hij wordt slechts door de steun 83 afgesteund. De afscherming is van boven gezien nagenoeg rechthoekig en vormt de gebruikelijke afscherming ter bescherming van gebruikers of omstanders, bij voorbeeld tegen stenen die door de maaiorganen zouden kunnen worden 35 weggeslagen.
Bij de maaimachine behoort een sleutel die in fig.5 7907139 9 is weergegeven· De sleutel 84 bezit een handvat 85 waaraan „ een gekromde, naar hoven stekende pen 86 door middel van een tussenstuk 87 is gelast* De sleutel bezit verder een haakvormig gedeelte 88 dat door middel van een pen 89 zwenkbaar 5 aan het handvat 85 is bevestigd· Het haakvormige gedeelte 88 is zodanig gevormd dat haar uiteinde 90 juist in de groef 70 kan steken, terwijl haar bovengedeelte 91 hierbij op het deksel 56 kan rusten, terwijl de pen 86 door de ope-ningen 74 van de flens 50 is gestoken (fig· 5)· Indien nu 10 het handvat 85 naar beneden wordt gedrukt, zal de pen 86 de ring 61 tegen de veerdruk naar boven drukken, waarbij de pen 63, die nabij de opening 74 is gelegen, mee naar boven wordt getrokken· Hierdoor komt de pen vrij van de opening 68 in het mes 67 en kan dit mes desgewenst door een 15 nieuw mes worden vervangen. In fig. 5, waarbij het mes 67 niet is getekend, wordt het mes dat zich aan de rechterzijde van het maai orgaan bevindt, vervangen. Indien "'men het andere mes wenst te vervangen, is het uiteraard nodig dat de pen 86 door de andere opening 74 van de flens 50 wordt gestoken· 20 De hierboven beschreven maaimachine biedt het voor deel van een eenvoudige vervaardiging, terwijl, ook wanneer de voorzijde van de machine tegen een obstakel zou stoten, door de solide constructie geen beschadiging van de maaibalk behoeft te ontstaan.
25 Een verder voordeel is dat de buis 30, die in een gesloten ruimte ligt niet met verontreinigingen in aanraking komt, en dus niet van speciaal staal vervaardigd behoeft te zijn. De doorlopende stang 29 wordt vooral op trek belast en zorgt mede voor de solide bevestiging van .de een-30 heden 20 aan elkaar. Het deksel 43 is zo gevormd dat voor een snelle afvoer van het gewas wordt zorggedragen; desgewenst kan de vorm in bovenaanzicht nog meer de ellips benaderen.
De uitvinding is niet beperkt tot het vorenstaande, 35 doch betreft tevens alle details van de figuren al of niet beschreven.
7907139
Claims (19)
1. Maaimachine voorzien van een aantal roterende, vrijsnijdende maaiorganen die om opwaartse assen aandrijf-baar zijn, en voorzien van een onder de maaiorganen gelegen gesteldeel dat als aandrijfkast is uitgevoerd, met het ken-5 merk, dat het gesteldeel is opgebouwd uit een aantal naast elkaar gelegen en op elkaar aansluitende eenheden, die elk ten minste één maaiorgaan ondersteunen, terwijl deze eenheden tegen elkaar zijn bevestigd zodanig, dat een geheel wordt gevormd, 10 2, Maaimachine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de eenheden door ten minste één in de langsrichting van het gesteldeel verlopend verbindingselement aan elkaar zijn bevestigd,
3. Maaimachine volgens een der voorgaande conclusies, 15 met het kenmerk, dat het gesteldeel door twee in de langsrichting van het gesteldeel verlopende verbindingselementen aan elkaar zijn bevestigd,
4, Maaimachine volgens conclusie 3» met het kenmerk, dat één van de verbindingselementen nabij de voorkant en 20 het andere verbindingselement nabij de achterkant van het gesteldeel is gelegen.
5, Maaimachine volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het verbindingselement een ruimte voor de aandrijving van de maaiorganen bevat, welke ruimte van boven gezien 25 tussen beide verbindingselementen is gelegen.
6. Maaimachine volgens een der conclusies 3-5, met het kenmerk, dat het verbindingselement uit een stang of buis bestaat,
7, Maaimachine volgens een der voorgaande conclusies. 30 4 - 6, met het kenmerk, dat het voorste verbindingselement uit een stang en het achterste uit een buis bestaat.
8. Maaimachine volgens een der conclusies 6 of .7, met het kenmerk, dat het achterste verbindingselement een grotere diameter heeft dan het voorste. 7907139 9* Maaimachine volgens een der conclusies 5-8, met het kenmerk, dat het achterste verbindingselement op een grotere afstand van de ruimte voor de aandrijving ligt dan het voorste· 5 10, naaimachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de uiterste eenheden een ruimte voor de aandrijving hebben, die aan een uiteinde is afgesloten, 11· naaimachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de verbindingselementen aan de buiten-10 zijde van het gesteldeel, althans één moer bezi^f^oor middel waarvan de eenheden tegen elkaar worden getrokken,
12. Maaimachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de eenheden twee opwaarts gerichte assen van tegengesteld draaiende maaiorganen bezitten, 15 13, Maaimachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk,dat de aandrijving uit een uit verschillende gedeelten bestaande aandrijfas bestaat, waarbij ieder gedeelte een lengte heeft die iets korter is dan die van de bijbehorende eenheid, 20 14, Maaimachine volgens conclusie 13» met het kenmerk, dat de gedeelten door middel van buisvormige gedeelten aan elkaar zijn bevestigd,
15, Maaimachine volgens een der conclusies 13 of 14, met het kenmerk, dat de gedeelten nabij hun uiteinden zijn 25 ondersteund door in een huis van de eenheid aangebrachte legers,
16, Maaimachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de voorzijde van de eenheden een gegolfd verloop heeft dat twee cirkelsegmenten omvat, 30 17, Maaimachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de bovenzijde van de eenheden een in hoofdzaak vlak gedeelte bezitten, dat onder elk der maaiorganen is gelegen.
18. Maaimachine volgens een der voorgaande conclusies, 35 met het kenmerk,dat in deze vlakke gedeelten een cirkelvormige groef is aangebracht concentrisch rond de* draaiings-? 7907139 ί 12 * ψ , as van de maai organen·
19· Maaimachine, in het bijzonder volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de eenheden door middel van pasringen op elkaar aansluiten· 5 20, Maaimachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat ieder maaiorgaan is voorzien van een • deksel, dat hét maaiorgaan aan de bovenzijde afsluit·
21· Maaimachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat een maaiorgaan een as heeft, waarop 10 een van althans Sin mes voorzien lichaam is aangebracht, dat twee flenzen bezit·
22· Maaimachine volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat het mes tussen de flenzen is gelegen en door middel van een pen, die door corresponderende openingen in de flenzen 15 is gestoken, aan het lichaam is bevestigd·
23· Maaimachine volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat de pennen aan hun bovenzijde een groef bezitten, waarin een op de flens gelegen ring past, die door middel van een tussen het deksel en de ring gelegen veer op de flens 20 wordt gedrukt·
24· Maaimachine volgens conclusie 22 of 23, met het kenmerk, dat de bovenste flens een onder de ring gelegen opening bezit nabij iedere opening voor een pen·
25, Maaimachine volgens conclusie 24, met het kenmerk, 25 dat de maaimachine is voorzien van een sleutel voor het verwijderen van de messen·
26. Maaimachine volgens conclusie 25, met het kenmerk, dat de sleutel een haak bezit, die om het deksel past en een pen, die in een naast de pen voor :-.een mes gelegen ope- 30 ning past, waarbij een deel van de sleutel op het deksel rust·
27· Sleutel, bestemd om gebruikt te worden bij de maai machine volgens de uitvinding· f* 7907139
Priority Applications (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL7907139A NL177375C (nl) | 1979-09-26 | 1979-09-26 | Maaimachine. |
GB8030644A GB2059236B (en) | 1979-09-26 | 1980-09-23 | Mowing machine |
DE19803035961 DE3035961A1 (de) | 1979-09-26 | 1980-09-24 | Kreisel-maehmaschine |
FR8020687A FR2465402B1 (fr) | 1979-09-26 | 1980-09-26 | Faucheuse |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL7907139A NL177375C (nl) | 1979-09-26 | 1979-09-26 | Maaimachine. |
NL7907139 | 1979-09-26 |
Publications (3)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL7907139A true NL7907139A (nl) | 1981-03-30 |
NL177375B NL177375B (nl) | 1985-04-16 |
NL177375C NL177375C (nl) | 1985-09-16 |
Family
ID=19833912
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL7907139A NL177375C (nl) | 1979-09-26 | 1979-09-26 | Maaimachine. |
Country Status (4)
Country | Link |
---|---|
DE (1) | DE3035961A1 (nl) |
FR (1) | FR2465402B1 (nl) |
GB (1) | GB2059236B (nl) |
NL (1) | NL177375C (nl) |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4476666A (en) * | 1981-09-10 | 1984-10-16 | C. Van Der Lely N.V. | Mowing machine |
Families Citing this family (11)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL193337C (nl) * | 1981-05-27 | 1999-07-02 | Lely Nv C Van Der | Maaimachine. |
NL8103411A (nl) * | 1981-07-17 | 1983-02-16 | Multinorm Bv | Maaier. |
ATE41584T1 (de) * | 1981-09-10 | 1989-04-15 | Lely Nv C Van Der | Maehmaschine. |
NL8201754A (nl) * | 1982-04-28 | 1983-11-16 | Lely Nv C Van Der | Maaimachine. |
US4679384A (en) * | 1983-04-27 | 1987-07-14 | C. Van Der Lely N.V. | Mowing machine |
FR2566992B1 (fr) * | 1984-07-06 | 1988-10-14 | Kuhn Sa | Faucheuse rotative. |
FR2594627B1 (fr) * | 1986-02-27 | 1988-06-17 | Kuhn Sa | Faucheuse rotative |
FR2594630B1 (fr) * | 1985-10-22 | 1991-06-14 | Collard Michel | Rogneuse modulaire |
EP0235850B1 (en) * | 1986-02-24 | 1991-11-13 | C. van der Lely N.V. | A mowing machine |
NL8602289A (nl) * | 1986-09-11 | 1988-04-05 | Lely Nv C Van Der | Maaimachine. |
US7661253B2 (en) * | 2007-12-19 | 2010-02-16 | Agco Corporation | Modular rotary cutterbar |
Family Cites Families (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US1536514A (en) * | 1923-02-12 | 1925-05-05 | John H Fulton | Cutting mechanism for harvesting machines |
US2625784A (en) * | 1948-10-22 | 1953-01-20 | Cadwallader W Kelsey | Multiple windrowing disk type mower |
NL6407939A (nl) * | 1964-07-11 | 1966-01-12 | ||
NL7305887A (nl) * | 1973-04-27 | 1974-10-29 | ||
NL7317823A (nl) * | 1973-12-28 | 1975-07-01 | Vicon Nv | Maaiinrichting |
NL7510687A (nl) * | 1975-09-11 | 1977-03-15 | Lely Nv C Van Der | Maaimachine. |
NL181617C (nl) * | 1976-05-20 | 1987-10-01 | Lely Nv C Van Der | Maaimachine. |
-
1979
- 1979-09-26 NL NL7907139A patent/NL177375C/nl not_active IP Right Cessation
-
1980
- 1980-09-23 GB GB8030644A patent/GB2059236B/en not_active Expired
- 1980-09-24 DE DE19803035961 patent/DE3035961A1/de active Granted
- 1980-09-26 FR FR8020687A patent/FR2465402B1/fr not_active Expired
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4476666A (en) * | 1981-09-10 | 1984-10-16 | C. Van Der Lely N.V. | Mowing machine |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
FR2465402A1 (fr) | 1981-03-27 |
NL177375C (nl) | 1985-09-16 |
NL177375B (nl) | 1985-04-16 |
DE3035961A1 (de) | 1981-04-09 |
DE3035961C2 (nl) | 1991-05-29 |
GB2059236B (en) | 1983-03-23 |
FR2465402B1 (fr) | 1985-08-16 |
GB2059236A (en) | 1981-04-23 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL7907139A (nl) | Maaimachine. | |
US4827704A (en) | Mowing machine | |
US4860527A (en) | Mowing machine | |
EP0245186B1 (fr) | Faucheuse | |
US4497161A (en) | Mower | |
DE602005001535T2 (de) | Rasenmäher | |
JPH0420562B2 (nl) | ||
FR2583258A1 (fr) | Faucheuse rotative | |
EP0322327A1 (fr) | Faucheuse avec rigidification perfectionnée de la barre de coupe | |
CA1079074A (fr) | Faucheuses-conditionneuses | |
JPH02126944A (ja) | 多目的破砕装置 | |
NL8403316A (nl) | Maaimachine. | |
EP1648215A1 (en) | Machine for cutting an triturating grass and other vegetable products | |
US1238595A (en) | Lawn-trimmer. | |
FR2699042A1 (fr) | Lame pour débroussailleuse portable et tondeuse à gazon. | |
US1243095A (en) | Harvester. | |
US3034276A (en) | Endless cutting assembly | |
US296759A (en) | Lawn-mower | |
NL7809961A (nl) | Maaimachine. | |
DE60317154T2 (de) | Rasenmäher | |
FR2685993A1 (fr) | Machine de coupe de vegetaux, notamment broyeur forestier. | |
EP0251409B1 (en) | A mowing machine | |
CA2078078A1 (en) | Mower | |
DE2639519B2 (de) | Saugmähgerät | |
NL8602125A (nl) | Landbouwmachine voor het bewerken van gewas. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1B | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
V4 | Lapsed because of reaching the maximum lifetime of a patent |
Free format text: 19990926 |