NL7907139A - MOWER. - Google Patents

MOWER. Download PDF

Info

Publication number
NL7907139A
NL7907139A NL7907139A NL7907139A NL7907139A NL 7907139 A NL7907139 A NL 7907139A NL 7907139 A NL7907139 A NL 7907139A NL 7907139 A NL7907139 A NL 7907139A NL 7907139 A NL7907139 A NL 7907139A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
mower according
mower
mowing
units
frame part
Prior art date
Application number
NL7907139A
Other languages
Dutch (nl)
Other versions
NL177375C (en
NL177375B (en
Original Assignee
Lely Nv C Van Der
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Lely Nv C Van Der filed Critical Lely Nv C Van Der
Priority to NL7907139A priority Critical patent/NL177375C/en
Priority to GB8030644A priority patent/GB2059236B/en
Priority to DE19803035961 priority patent/DE3035961A1/en
Priority to FR8020687A priority patent/FR2465402B1/en
Publication of NL7907139A publication Critical patent/NL7907139A/en
Publication of NL177375B publication Critical patent/NL177375B/en
Application granted granted Critical
Publication of NL177375C publication Critical patent/NL177375C/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D34/00Mowers; Mowing apparatus of harvesters
    • A01D34/01Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus
    • A01D34/412Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus having rotating cutters
    • A01D34/63Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus having rotating cutters having cutters rotating about a vertical axis
    • A01D34/64Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus having rotating cutters having cutters rotating about a vertical axis mounted on a vehicle, e.g. a tractor, or drawn by an animal or a vehicle
    • A01D34/66Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus having rotating cutters having cutters rotating about a vertical axis mounted on a vehicle, e.g. a tractor, or drawn by an animal or a vehicle with two or more cutters
    • A01D34/664Disc cutter bars
    • A01D34/665Disc cutter bars modular

Description

i- ,'i.i-, 'i.

C. van aer Lely N.V· , Weverskade 10, Maasland· "Maaimachine " .C. van aer Lely N.V ·, Weverskade 10, Maasland · "Mower".

De uitvinding heeft betrekking op een maaimachine van het type dat voorzien is van een aantal roterende, vrij-snijdende maaiorganen die om opwaartse assen aandrijfbaar zijn, en voorzien van een onder de maaiorganen gelegen ge-5 steldeel dat als aandrijfkast is uitgevoerd·The invention relates to a mowing machine of the type which is provided with a number of rotating, free-cutting mowing members which can be driven on upward axes, and provided with a frame part, which is designed as a drive box, located below the mowing members.

Het doel van de uitvinding is het verschaffen van een eenvoudig te vervaardigen maaimachine·The object of the invention is to provide an easy to manufacture mower

Volgens de uitvinding is het gesteldeel opgebouwd uit een aantal naast elkaar gelegen en op elkaar aansluiten-10 de eenheden, die elk ten minste één maaiorgaan ondersteunen, terwijl deze eenheden tegen elkaar zijn bevestigd zodanig dat een geheel wordt gevormd·According to the invention, the frame part is built up of a number of adjacent and mutually connecting units, each of which supports at least one mowing member, while these units are fastened together such that a whole is formed.

Volgens een verder aspect van de uitvinding zijn de eenheden door middel van pasringen op elkaar aangesloten, 15 terwijl in een ruimte in de eenheden legers zijn aangebracht zodanig dat de eenheden op een aandrijfas zijn gecentreerd.According to a further aspect of the invention, the units are connected to each other by means of shims, while armies are arranged in a space in the units such that the units are centered on a drive shaft.

Met de constructie volgens de uitvinding kan een lichte maaibalk worden verkregen van solide opbouw, met onderdelen die op eenvoudige en snelle wijze kunnen worden 20 verwisseld of aangevuld· Een verder voordeel is dat het pas maken van de maaimachine-eenheden ten opzichte van elkaar eenvoudig kan zijn en dat de maaimachine weinig gevoelig is voor stoten tegen obstakels·With the construction according to the invention a light cutter bar of solid construction can be obtained, with parts that can be exchanged or supplemented in a simple and quick manner. A further advantage is that the mower units can be made relative to one another and that the mower is not very sensitive to impact against obstacles

Doordat de maaiorganen met een hoog toerental kannen 25 worden aangedreven, kan de constructie extra licht worden uitgevoerd, terwijl de afvoer van het gewas door een gunstige uitvoering van een op de maaiorganen aangebracht deksel goed kan plaats vinden· Bovendien kunnen de messen op eenvoudige wijze worden verwisseld· 30 Aan de hand van de figuren zal de uitvinding hier onder nader uiteen worden gezet·Because the mowing members are driven with high-speed jugs 25, the construction can be made extra light, while the removal of the crop can be carried out well by a favorable design of a cover arranged on the mowing members · Moreover, the knives can be easily interchanged · 30 The invention will be explained in more detail below with reference to the figures ·

Figuur 1 is een bovenaanzicht van een uitvoeringsvorm van de maaimachine volgens de uitvinding· 7907139 i-' i 2Figure 1 is a top view of an embodiment of the mower according to the invention. 7907139 i-i 2

Figuur 2 is op grotere schaal een hovenaanzicht op twee maai organen van de maaimachine.Figure 2 is an enlarged plan view of two mowing members of the mower.

Figuur 3 is gedeeltelijk een doorsnede over de lijn III-III en gedeeltelijk een aanzicht volgens de pijl III 5 in figuur 2,Figure 3 is partly a section along line III-III and partly a view according to arrow III 5 in Figure 2,

Figuur 4 is een doorsnede van een maai orgaan volgens de lijn IV-IV in figuur 3·Figure 4 is a section of a mowing member taken on the line IV-IV in Figure 3

Figuur 5 is een gedeeltelijke doorsnede over een maaiorgaan volgens de lijn V-V in figuur 4, waarbij een 10 sleutel is weergegeven, met behulp waarvan de messen van het maai orgaan kunnen worden verwijderd·Figure 5 is a partial cross-sectional view of a cutting unit taken on the line V-V in Figure 4, showing a wrench, which allows the blades to be removed from the cutting unit ·

Figuur 6 is gedeeltelijk een aanzicht en gedeeltelijk een doorsnede volgens de lijn VI-VI in figuur 1,op de schaal van figuur 2, 15 Figuur 7 is een zijaanzicht volgens de pijl VII in figuur 1, op de schaal van figuur 2·Figure 6 is partly a view and partly a section along the line VI-VI in figure 1, on the scale of figure 2, 15 Figure 7 is a side view according to the arrow VII in figure 1, on the scale of figure 2

Figuur 8 is een achteraanzicht op de machine volgens de pijl VIII in figuur 1, op de schaal van figuur 2·Figure 8 is a rear view of the machine according to the arrow VIII in Figure 1, on the scale of Figure 2

Figuur 9 is een zijaanzicht volgens de pijl IX in 20 figuur 8·Figure 9 is a side view according to arrow IX in Figure 8

Figuur 10 is een doorsnede volgens de lijn VI-VI in figuur 1, waarbij een extra slof is aangebracht.Figure 10 is a sectional view taken on the line VI-VI in Figure 1, with an additional shoe fitted.

De maaimachine afgebeeld in het uitvoeringsvoorbeeld volgens de figuren 1-10 bezit een driepuntbok 1, waarmede 25 de machine op op zichzelf bekende wijze aan de driepunts- hefinrichting 2 van een trekker 3 kan worden gekoppeld. Aan de driepuntbok 1 is een dwars op de rijrichting A van de trekker gelegen gesteldeel 4 bevestig!, dat via een naar boven zich uitstrekkende tandwielkast 5, die een onderdeel 30 vormt van een gesteldeel 6 (zie fig. 8) gekoppeld is met dit gesteldeel 6 dat de maaiorganen 7 van de machine draagt.The mowing machine shown in the exemplary embodiment according to figures 1-10 has a three-point trestle 1, with which the machine can be coupled in a manner known per se to the three-point lifting device 2 of a tractor 3. Attached to the three-point trestle 1 is a frame part 4 transverse to the direction of travel A of the tractor !, which is coupled to this frame part via an upwardly extending gearbox 5, which forms part of a frame part 6 (see Fig. 8). 6 that carries the mowing members 7 of the machine.

Het gesteldeel 6 bezit in dit uitvoeringsvoorbeeld twaalf maaiorganen 7. Het gesteldeel 6 is ten opzichte van het gesteldeel 4 om een zich horizontaal in de rijrichting uit-35 strekkende as 8 zwenkbaar.The frame part 6 in this embodiment has twelve mowing members 7. The frame part 6 is pivotable relative to the frame part 4 about an axis 8 extending horizontally in the direction of travel.

7907139 et * 37907139 et * 3

Aangezien de uitvinding in het "bijzonder "betrekking heeft op het gesteldeel 6 en de maaiorganen 7, zal de constructie van de driepuntbok 1 en van het gesteldeel 4 slechts summier worden "beschreven# 5 De uitvinding kan worden toegepast in combinatie met iedere op zichzelf bekende aankoppeling van het gesteldeel 4 met de hefinrichting 2 van de trekker# Van belang is echter dat het gesteldeel 6 om een horizontale as 8 tijdens het bedrijf kan verzwenken. Een voorbeeld van een dergelijke 10 bekende aankoppeling wordt bij voorbeeld beschreven in de Nederlandse octrooiaanvrage 76#05371#Since the invention relates in particular to the frame part 6 and the mowing members 7, the construction of the three-point trestle 1 and of the frame part 4 will be described only briefly. # 5 The invention can be applied in combination with any known per se coupling of the frame part 4 with the lifting device 2 of the tractor # It is important, however, that the frame part 6 can pivot about a horizontal axis 8 during operation. An example of such a known coupling is described, for example, in Dutch patent application 76 # 05371 #

De tandwielkast 5 bezit een om een horizontale as 9 draaiend konisch tandwiel 10 (fig# 1)· De as 9 is voorzien van een buiten de tandwielkast gelegen poelie 11, terwijl 15 op een met de af takas van de trekker koppelhare as van het gesteldeel 4 een poelie 12 is aangebracht· De poelies 11 en 12 zijn door middel van een snaaroverbrenging 13 met elkaar in aandrijf verbinding. Het in de tandwielkast 5 gelegen konische tandwiel 10 is in aangrijping met een konisch 20 tandwiel 14 dat om een dwars op de rijrichting A gelegen as 15 is aangedreven# Op de as 15 is een tandwiel 16 aangebracht dat in ingrijping is met een tandwiel 17# Het tandwiel 17 is op zijn beurt weer in ingrijping met een onder hem gelegen rondsel 18. Dit rondsel 18 is bevestigd op een 25 aandrijfas 19, die in het gesteldeel 6 is gelegen# Het ge- ' steldeel 6 is opgebouwd uit zes eenheden 20, die uit gietijzer zijn vervaardigd# In fig. 2 is een dergelijke eenheid op grotere schaal afgebeeld. Ih dit uitvoeringsvoorbeeld draagt iedere eenheid 20 een tweetal maaiorganen 7, die in 30 tegengestelde richting worden aangedreven, zoals is aangegeven door de pijlen B. De eenheid bezit een drietal holle ruimten, die dwars op de rijrichting A zijn gelegen# In de centraal gelegen holle ruimte 21 bevindt zich de aandrijving voor de maaiorganen 7, terwijl aan de voorkant zich 35 een boring 22 bevindt en aan de achterkant een van tussen-schotten waarin boringen zijn aangebracht voorziene holle 7907139 V $ 4 ruimte 23·The gearbox 5 has a bevel gear 10 rotating about a horizontal shaft 9 (fig. 1). The shaft 9 is provided with a pulley 11 located outside the gearbox, while 15 on a shaft of the frame part which is coupling with the power take-off shaft of the tractor. 4 a pulley 12 is fitted. The pulleys 11 and 12 are in drive connection by means of a belt transmission 13. The bevel gear 10 located in the gearbox 5 is in engagement with a bevel gear 14 which is driven about a shaft 15 located transversely of the direction of travel A. # A gear 16 is engaged on the shaft 15, which meshes with a gear 17 # The gear wheel 17 in turn engages with a pinion 18 located below it. This pinion 18 is mounted on a drive shaft 19, which is located in the frame part 6. The frame part 6 is composed of six units 20, made of cast iron # Fig. 2 shows such a unit on a larger scale. In this exemplary embodiment, each unit 20 carries two mowing members 7, which are driven in the opposite direction, as indicated by the arrows B. The unit has three hollow spaces, which are located transverse to the direction of travel A. # In the centrally located hollow space 21 is the drive for the mowing members 7, while at the front there is a bore 22 and at the rear a hollow 7907139 V $ 4 space 23 provided with partitions in which bores are provided.

De eenheid 20 bezit aan zijn voorkant een tweetal eirkelsegmenten 24· Deze eirkelsegmenten strekken zich uit over een hoek van ongeveer 140° (zie fig· 2 en 4)· 5 Aan de bovenzijde heeft iedere eenheid 20 een twee tal openingen 25, waardoorhenn de aandrijfassen voor de maai organen 7 zijn gestoken, zoals hieronder zal worden besproken·The unit 20 has on its front side two circle segments 24 · These circle segments extend over an angle of approximately 140 ° (see fig. 2 and 4) · 5 At the top, each unit 20 has two openings 25, through which the drive shafts for the cutting members 7 have been inserted, as will be discussed below

De hartlijn I-I van een opening 25 strekt zich, 10 zoals uit fig· 7 blijkt, onder een hoek van 80° met het horizontale vlak uit. De eirkelsegmenten 24 zijn aan hun onderzijde ondersteund door een naar voren uitstekend gedeelte 26 van de eenheid, waardoorheen zich de boring 22 uitstrekt· Iedere eenheid 20 bezit aan zijn achterzijde een 15 drietal uitsteeksels 27, die een opening 28 bezitten die van schroefdraad is voorzien. Deze uitsteeksels komen desgewenst worden gebruikt voor het aanbrengen van sloffen, zoals hieronder zal worden uiteengezet·The center line I-I of an opening 25, as can be seen from Fig. 7, extends at an angle of 80 ° with the horizontal plane. The circle segments 24 are supported on their underside by a forwardly projecting portion 26 of the unit, through which the bore 22 extends. Each unit 20 has three projections 27 at its rear, which have an opening 28 which is threaded. These protrusions will be used for slipper application if desired, as will be explained below

Twee uitsteeksels 27 bevinden zich aan het uiteinde 20 van de eenheid, terwijl een derde uitsteeksel zich in het midden van de eenheid bevindt. De eenheden 20 kunnen tegen elkaar worden gemonteerd met behulp van een tweetal dwars op de rijrichting A zich uitstrekkende verbindingselementen 29 resp. 30. Een als stang uitgevoerd verbindingselement 25 29 is door de boringen 22 gestoken, terwijl het verbindings element 30 in dit uitvoeringsvoorbeeld als buis is uitgevoerd en door de holle ruimten 23 van alle elementen is gestoken. Beide verbindingselementen bezitten aan hun uiteinden schroefdraad waarop moeren, zoals de moeren 31 resp. 30 32 kunnen worden gedraaid (zie fig. 7 en 9)· Door het vast aandraaien van de moeran 31 en 32 kunnen alle eenheden aan elkaar worden bevestigd en op deze wijze kan het gesteldeel 6 worden gevormd. Het zal duidelijk 'zijn dat bij de fabricage van de maaimachine op.deze wijze het eenvoudig is om 35 maaibalken met verschillende lengte te vervaardigen, terwijl bovendien reparatie van de maaibalk door vervanging 7907139 5 van een eenheid 20 zeer eenvoudig is· Men behoeft slechts een tevoren gekozen hoeveelheid eenheden 20 door middel van de hierboven beschreven verbindingselementen aan elkaar te bevestigen, of door een of meer andere te vervangen.Two protrusions 27 are located at the end 20 of the unit, while a third protrusion is located in the center of the unit. The units 20 can be mounted against each other by means of two connecting elements 29, respectively extending transversely of the direction of travel. 30. A connecting element 29 designed as a rod is inserted through the bores 22, while the connecting element 30 in this exemplary embodiment is designed as a tube and is inserted through the hollow spaces 23 of all elements. Both connecting elements have screw thread at their ends on which nuts, such as nuts 31 and 20, respectively. 30 32 can be rotated (see fig. 7 and 9) · By tightening the nuts 31 and 32 all units can be fastened together and in this way the frame part 6 can be formed. It will be clear that in the manufacture of the mower in this way it is easy to manufacture 35 cutter bars of different length, while moreover repair of the cutter bar by replacement 7907139 of a unit 20 is very simple. pre-selected amount of units 20 to be joined together by the above described connecting elements, or to replace one or more others.

5 Bij voorkeur heeft het verbindingselement 30 een belangrijk grotere diameter dan het verbindingselement 29, zodat het verbindingselement 30, dat zich aan de achterzijde bevindt, een belangrijk groter deel van de krachten van het gestel opneemt. In dit uitvoeringsvoorbeeld is de 10 diameter van de buis 30 ongeveer 2,5 maal zo groot als die van de stang 29*Preferably, the connecting element 30 has a significantly larger diameter than the connecting element 29, so that the connecting element 30, which is located at the rear, absorbs a significantly larger part of the forces of the frame. In this exemplary embodiment, the diameter of the tube 30 is approximately 2.5 times as large as that of the rod 29 *

De elementen bevinden zich bij voorkeur op ongeveer gelijke afstand boven de grond. Het verbindingselement 30 is op grotere afstand van de hartlijn I-I gelegen dan het 15 verbindingselement 29· In dit uitvoeringsvoorbeeld is de ‘ afstand ongeveer tweemaal zo groot*The elements are preferably located approximately equidistant above the ground. The connecting element 30 is located at a greater distance from the center line I-I than the connecting element 29 · In this exemplary embodiment, the "distance is approximately twice as great *

De aandrijfas 19 is evenals het gesteldeel 6 uit verschillende delen opgebouwd. Hiertoe bezit de aandrijfas 19 een aantal in de eenheden 20 gelegen stanggedeelten 33, 20 &ie aan hun uiteinden zijn voorzien van een van pasgroeven voorzien gedeelte 34, waarop een cilindrisch glad gedeelte 35 van een iets kleinere diameter aansluit, terwijl hieraan wederom een van in de lengterichting verlopende pasgroeven voorzien gedeelte 36 aansluit. Op de van groeven 25 voorziene gedeelten 34 kunnen konische tandwielen 37 worden geschoven, terwijl de stanggedeelten 33 worden ondersteund door tegen olieverlies afgedichte legers 38, die enerzijds de stanggedeelten 35 ondersteunen en anderzijds zijn agfe-steund tegen de binnenwand van de holle ruimte 21. De 30 stanggedeelten 33 kunnen aan elkaar worden bevestigd door middel van buisvormige gedeelten 39. Deze buisvormige gedeelten bezitten aan hun uiteinden gedeelten met pasgroeven, waarin de uiteinden 36 van de stanggedeelten 33 passen.The drive shaft 19, like the frame part 6, is made up of different parts. To this end, the drive shaft 19 has a number of rod parts 33, 20 & which are located in the units 20 and are provided at their ends with a grooved part 34, to which a cylindrical smooth part 35 of a slightly smaller diameter adjoins, while again one of these in the lengthwise fitting grooves provided section 36 connects. Bevel gears 37 can be slid onto grooved parts 25, while rod parts 33 are supported by bearings 38 sealed against oil loss, which on the one hand support the rod parts 35 and on the other hand are supported against the inner wall of the hollow space 21. The Rod sections 33 can be attached to each other by means of tubular sections 39. These tubular sections have grooved sections at their ends, into which the ends 36 of the rod sections 33 fit.

De ruimten 21 van de gesteleenheden 20 zijn aan hun 35 grensvlakken door middel van pasringen 40 op elkaar aangesloten. Deze pasringen en de in de eenheden 20 aangebrachte v, 7907138 Λ' \ 6 legers 38 maken het mogelijk de eenheden op elkaar te centreren. Alle ruimten 21 vormen samen een gesloten kamer, waarin zich smeermiddel bevindt, waarbij uit de aard der zaak de eerste en laatste eenheid van de gestelbalk aan hun 5 uiteinde een wand bezitten, waardoorheen de aandrijfas 19 kan worden gevoerd.The spaces 21 of the frame units 20 are connected to each other at their interfaces by means of shims 40. These shims and the v. 7907138 6 armies 38 mounted in the units 20 allow the units to be centered on each other. All the spaces 21 together form a closed chamber, in which lubricant is present, whereby the first and last unit of the frame beam naturally have a wall at their end, through which the drive shaft 19 can be passed.

Aan de bovenzijde van elk van de openingen 25 van de eenheid 20 bevindt zich een tweetal cilindrische gedeelten 41, die aan de binnenzijde zijn voorzien van een 10 tweetal kogellegers 42. In deze kogellegers 42 zijn aandrijfassen 43 gelegerd, die aan hun onderzijde een kegeltand-wiel 44 dragen, die in ingrijping zijn met de konische tandwielen 37 van de as 19· De assen 43 bezitten aan hun bovenzijde een gedeelte 45, dat van pasgroeven is voorzien, 15 waaroverheen een lichaam 46 van het maai orgaan kan worden geschoven.At the top of each of the openings 25 of the unit 20 there are two cylindrical parts 41, which are provided on the inside with two ball bearings 42. In these ball bearings 42 drive shafts 43 are mounted, which have a tapered tooth on their underside. carry wheel 44, which mesh with the bevel gears 37 of the shaft 19. The shafts 43 have on their upper side a portion 45, which is fitted with grooves, over which a body 46 of the mowing member can be slid.

Het lichaam 46 bezit een gedeeltelijk cirkelvormige flens 47, die evenwijdig aan de bovenzijde van de eenheid 20 is gelegen. De omtrek van de flens heeft twee cirkel-20 segmenten, verbonden door twee rechte zijden. Aan de onderzijde bezitten deze cirkelsegmenten een rand 48, die zich in de richting van de eenheid uitstrekt. Deze gedeeltelijk cirkelvormige randen 48 steken in een cirkelvormige groef 49 van de bovenzijde van de eenheid 20, Het lichaam 46 be-25 zit een tweede flens 50 die evenwijdig aan de eerste flens 47 verloopt, en eveneens een omtrek heeft bestaande uit twee cirkelsegmenten door twee rechte .zijden verbonden. Op deze flens 50 sluit een cilindrisch gedeelte 51 aan. De flens 47 heeft een opening 52, terwijl de flens 50 een ope-30 ning 53 bezit. Beide openingen liggen boven elkaar. Het cilindrisch gedeelte 51 bezit aan zijn bovenzijde een van pasgroeven voorziene opening 54, zodat het lichaam 46 op de as 43 kan worden geschoven en de groeven van de opening 54 en die van het stanggedeelte 45 er voor zorgen dat dit 35 lichaam door de as 43 kan worden aangedreven. Aan de bovenzijde is het lichaam 46 om de opening 54 voorzien van een 7907139 < * 7 ópstaande rand 55· Over de bovenzijde van het lichaam 46 is een deksel 56 bevestigd. Het deksel 56 bezit een opening 57 die om de rand 55 past en heeft een naar beneden gerichte rand 58 die de rand van de flens 50 met geringe spe-5 ling omgeeft ter betere afdichting tegen verontreinigingen.The body 46 has a partially circular flange 47 located parallel to the top of the unit 20. The circumference of the flange has two circle-20 segments, connected by two straight sides. At the bottom, these circle segments have an edge 48 which extends in the direction of the unit. These partially circular edges 48 protrude into a circular groove 49 of the top of the unit 20. The body 46 comprises a second flange 50 extending parallel to the first flange 47, and also having a circumference consisting of two circle segments through two straight .sides connected. A cylindrical portion 51 connects to this flange 50. The flange 47 has an opening 52, while the flange 50 has an opening 53. Both openings are on top of each other. The cylindrical portion 51 has an apertured grooved opening 54 at its top, so that the body 46 can be slid onto the shaft 43 and the grooves of the opening 54 and that of the rod portion 45 ensure that this body passes through the shaft 43 can be powered. At the top side, the body 46 is provided with an upright edge 55 around the opening 54. Over the top of the body 46 a cover 56 is mounted. The lid 56 has an opening 57 that fits around the rim 55 and has a downwardly directed rim 58 that surrounds the edge of the flange 50 with little clearance for better sealing against contaminants.

Verder heeft het deksel 56 een ringvormig kanaal 59, een en ander zodanig dat een dwarsdoorsnede van het deksel ongeveer de vorm van de letter M vertoont (zie fig. 5)· Door middel van een moer 60 zijn het deksel en het lichaam 46 10 aan de as 43 bevestigd.Furthermore, the cover 56 has an annular channel 59, all this in such a way that a cross-section of the cover has approximately the shape of the letter M (see fig. 5). By means of a nut 60, the cover and the body 46 are the shaft 43 is attached.

Een ring 61, voorzien van een flens 62 die op de flens 50 rust is om het cilindrisch gedeelte 51 van het lichaam 46 gelegen. Door de openingen 52 en 53 van de flenzen 47 resp. 50 zijn pennen 63 gestoken, die aan hun boven-15 zijde een groef 64 hebben. De flens 62 bezit twee cirkelsegmentvormige uitsparingen 65, met een zodanige afmeting dat de rand van een uitsparing juist in de groef van een pen 63 past. Door middel van een veer 66 die tussen de flens 62 en het ringvormige kanaal 59 van het deksel is gelegen, 20 wordt de ring 61 tegen de flens 50 gedrukt.A ring 61 having a flange 62 resting on the flange 50 is disposed about the cylindrical portion 51 of the body 46. Through the openings 52 and 53 of the flanges 47 resp. 50 pins 63 have been inserted, which have a groove 64 on their top side. The flange 62 has two circular segment-shaped recesses 65, such that the edge of a recess just fits into the groove of a pin 63. The ring 61 is pressed against the flange 50 by means of a spring 66 located between the flange 62 and the annular channel 59 of the lid.

Het maaiorgaan 7 bezit messen 67, die een opening 68 hebben die om de pen 63 is gelegen. Het buitenste uiteinde van de messen 67 steekt tijdens het bedrijf vrij, in dit geval eTSieens radiaal naar buiten uit, terwijl het 25 binnenste uiteinde 69 in een groef 70 van het lichaam is gelegen. De messen die vrij om de pennen 63 zwenkbaar zijn hebben een snijkant 71. Verder hebben de messen in dit uit-voeringsvoorbeeld een lengte die ongeveer overeenkomt : met de afstand tussen twee pennen 63, terwijl de snij cirkel van de 30 twee diametraal tegenoverelkaar gelegen messen 22 cm bedraagt, maar bij voorkeur kleiner dan 26 cm is. De afstand tussen de twee pennen 63 behorend tot een maaiorgaan 7 is in dit uitvoeringsvoorbeeld 9 cm, terwijl het toerental van het maaiorgaan groter dan 6000 omw/min is en in dit uitvoerings-35 voorbeeld 8000 omw/min bedraagt.The mowing member 7 has blades 67, which have an opening 68 located about the pin 63. The outer end of the blades 67 protrudes freely during operation, in this case etching radially outwards, while the inner end 69 is located in a groove 70 of the body. The knives which are freely pivotable about the pins 63 have a cutting edge 71. Furthermore, the knives in this embodiment have a length approximately corresponding to the distance between two pins 63, while the cutting circle of the two diametrically opposed knives 22 cm, but is preferably less than 26 cm. The distance between the two pins 63 belonging to a mowing member 7 is 9 cm in this exemplary embodiment, while the speed of the mowing member is greater than 6000 rpm and in this exemplary embodiment is 8000 rpm.

7907139 * \ v 87907139 * \ v 8

Zoals uit fig* 2 blijkt, bezit het deksel een omtrek bestaande uit twee vlakke zijden 72 en twee cirkelsegmenten 73, die in dit uitvoeringsvoorbeeld 100° bedragen, een en ander overeenkomend met de omtrek van de flens 50. De lengte 5 van de messen en de afmetingen van het lichaam 46 zijn zodanig dat de messen van boven gezien, zich tot dicht nabij de vlakke zijden 72 van het deksel van een naburig maai-orgaan uitstrekken. Zoals uit fig. 2 blijkt, zijn de messen van twee naburige maaiorganen onder een faseverschil van 90° 10 ten opzichte van elkaar opgesteld.As can be seen from Fig. 2, the cover has a circumference consisting of two flat sides 72 and two circle segments 73, which in this exemplary embodiment are 100 °, all this corresponding to the circumference of the flange 50. The length of the blades and the dimensions of the body 46 are such that the blades when viewed from above extend close to the flat sides 72 of the lid of an adjacent mowing member. As can be seen from Fig. 2, the blades of two adjacent mowing members are arranged under a 90 ° phase difference from each other.

De flens 50 bezit een tweetal kleine openingen 74» die naast de openingen 53 zijn gelegen en tenminste gedeeltelijk door de flens 62 van de ring 61 zijn af gedekt. Deze openingen kunnen worden gebruikt voor het verwisselen van de 15 messen, zoals hieronder nader zal worden beschreven.The flange 50 has two small openings 74 which are located next to the openings 53 and are covered at least partly by the flange 62 of the ring 61. These openings can be used to change the 15 blades, as will be described further below.

Het maaiorgaan bezit aan zijn naar de trekker toe— gekeerde zijde een slof 75» die door middel van een bout 76 en een pen 77 aan de tandwielkast 5 is aangebracht. De tandwielkast heeft, in zijaanzicht gezien (fig. 8) twee steunen 20 78 resp. 79» die zich resp. naar boven en naar achteren uit strekken (zie ook fig. 1 en 6). Bovendien kan het mogelijk zijn om desgewenst de maaimachine van meerdere sloffen te voorzien, zoals aan de hand van fig. 10 zal worden besproken.The mowing member has a slipper 75 on its side facing the tractor, which is mounted on the gearbox 5 by means of a bolt 76 and a pin 77. Seen in side view (fig. 8) the gearbox has two supports 20 78 resp. 79 »that resp. stretch up and back (see also fig. 1 and 6). In addition, it may be possible to provide the mower with multiple slippers if desired, as will be discussed with reference to Fig. 10.

Aan zijn van de trekker afgekeerde zijde bezit de 25 maaimachine, zoals bij maaimachines gebruikelijk is een zwadbord 80, terwijl boven de maaimachine een afscherming 81 is aangebracht die aan een horizontale, boven de maaibalk liggende drager 82 is bevestigd. De drager 82 is via een steun 83 aan de tandwielkast 5 bevestigd en strekt zich hori-30 zontaai boven het gesteldeel 6 uit. Hij wordt slechts door de steun 83 afgesteund. De afscherming is van boven gezien nagenoeg rechthoekig en vormt de gebruikelijke afscherming ter bescherming van gebruikers of omstanders, bij voorbeeld tegen stenen die door de maaiorganen zouden kunnen worden 35 weggeslagen.On its side remote from the tractor, the mowing machine has, as is usual with mowing machines, a swathing board 80, while a shield 81 is mounted above the mowing machine, which is attached to a horizontal carrier 82 lying above the mowing bar. The carrier 82 is attached to the gearbox 5 via a support 83 and extends horizontally above the frame part 6. It is only supported by aid 83. The cover is substantially rectangular when viewed from above and forms the usual cover to protect users or bystanders, for example against stones that could be knocked out by the mowing members.

Bij de maaimachine behoort een sleutel die in fig.5 7907139 9 is weergegeven· De sleutel 84 bezit een handvat 85 waaraan „ een gekromde, naar hoven stekende pen 86 door middel van een tussenstuk 87 is gelast* De sleutel bezit verder een haakvormig gedeelte 88 dat door middel van een pen 89 zwenkbaar 5 aan het handvat 85 is bevestigd· Het haakvormige gedeelte 88 is zodanig gevormd dat haar uiteinde 90 juist in de groef 70 kan steken, terwijl haar bovengedeelte 91 hierbij op het deksel 56 kan rusten, terwijl de pen 86 door de ope-ningen 74 van de flens 50 is gestoken (fig· 5)· Indien nu 10 het handvat 85 naar beneden wordt gedrukt, zal de pen 86 de ring 61 tegen de veerdruk naar boven drukken, waarbij de pen 63, die nabij de opening 74 is gelegen, mee naar boven wordt getrokken· Hierdoor komt de pen vrij van de opening 68 in het mes 67 en kan dit mes desgewenst door een 15 nieuw mes worden vervangen. In fig. 5, waarbij het mes 67 niet is getekend, wordt het mes dat zich aan de rechterzijde van het maai orgaan bevindt, vervangen. Indien "'men het andere mes wenst te vervangen, is het uiteraard nodig dat de pen 86 door de andere opening 74 van de flens 50 wordt gestoken· 20 De hierboven beschreven maaimachine biedt het voor deel van een eenvoudige vervaardiging, terwijl, ook wanneer de voorzijde van de machine tegen een obstakel zou stoten, door de solide constructie geen beschadiging van de maaibalk behoeft te ontstaan.The mower includes a key shown in Fig. 5 7907139 9. The key 84 has a handle 85 to which a curved, upwardly protruding pin 86 is welded by means of a spacer 87. The key further includes a hook-shaped portion 88. which is pivotally attached to the handle 85 by means of a pin 89 · The hook-shaped part 88 is shaped such that its end 90 can just protrude into the groove 70, while its top part 91 can rest on the lid 56, while the pin 86 has been inserted through the openings 74 of the flange 50 (fig. 5) · If now the handle 85 is pressed downwards, the pin 86 will push the ring 61 upwards against the spring pressure, whereby the pin 63, which is located near the opening 74, is also pulled upwards. As a result, the pin is released from the opening 68 in the knife 67 and this knife can be replaced by a new knife if desired. In Fig. 5, where the blade 67 is not shown, the blade located on the right side of the mower is replaced. If one wishes to replace the other blade, it is of course necessary that the pin 86 be inserted through the other opening 74 of the flange 50. The mower described above offers the advantage of simple manufacture, while also when the front of the machine should bump into an obstacle, due to the solid construction there is no need to damage the cutter bar.

25 Een verder voordeel is dat de buis 30, die in een gesloten ruimte ligt niet met verontreinigingen in aanraking komt, en dus niet van speciaal staal vervaardigd behoeft te zijn. De doorlopende stang 29 wordt vooral op trek belast en zorgt mede voor de solide bevestiging van .de een-30 heden 20 aan elkaar. Het deksel 43 is zo gevormd dat voor een snelle afvoer van het gewas wordt zorggedragen; desgewenst kan de vorm in bovenaanzicht nog meer de ellips benaderen.A further advantage is that the tube 30, which lies in a closed space, does not come into contact with impurities, and therefore does not have to be made of special steel. The continuous rod 29 is mainly subjected to tensile stress and also ensures the solid fastening of the units 20 to one another. The lid 43 is shaped in such a way that rapid removal of the crop is ensured; if desired, the shape can approach the ellipse even more in plan view.

De uitvinding is niet beperkt tot het vorenstaande, 35 doch betreft tevens alle details van de figuren al of niet beschreven.The invention is not limited to the above, but also concerns all details of the figures, whether or not described.

79071397907139

Claims (19)

1. Maaimachine voorzien van een aantal roterende, vrijsnijdende maaiorganen die om opwaartse assen aandrijf-baar zijn, en voorzien van een onder de maaiorganen gelegen gesteldeel dat als aandrijfkast is uitgevoerd, met het ken-5 merk, dat het gesteldeel is opgebouwd uit een aantal naast elkaar gelegen en op elkaar aansluitende eenheden, die elk ten minste één maaiorgaan ondersteunen, terwijl deze eenheden tegen elkaar zijn bevestigd zodanig, dat een geheel wordt gevormd, 10 2, Maaimachine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de eenheden door ten minste één in de langsrichting van het gesteldeel verlopend verbindingselement aan elkaar zijn bevestigd,1. Mower provided with a number of rotating, free-cutting mowing members which are drivable about upward axes, and provided with a frame part located under the mowing members which is designed as a drive box, characterized in that the frame part consists of a number of adjacent and contiguous units, each of which supports at least one mowing member, these units being fastened together so as to form a unitary mower according to claim 1, characterized in that the units are arranged by at least one connecting element extending in the longitudinal direction of the frame part are fixed to each other, 3. Maaimachine volgens een der voorgaande conclusies, 15 met het kenmerk, dat het gesteldeel door twee in de langsrichting van het gesteldeel verlopende verbindingselementen aan elkaar zijn bevestigd,Mower according to one of the preceding claims, characterized in that the frame part is fastened to one another by two connecting elements extending in the longitudinal direction of the frame part, 4, Maaimachine volgens conclusie 3» met het kenmerk, dat één van de verbindingselementen nabij de voorkant en 20 het andere verbindingselement nabij de achterkant van het gesteldeel is gelegen.4. Mower according to claim 3, characterized in that one of the connecting elements is located near the front and the other connecting element is located near the back of the frame part. 5, Maaimachine volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het verbindingselement een ruimte voor de aandrijving van de maaiorganen bevat, welke ruimte van boven gezien 25 tussen beide verbindingselementen is gelegen.Mower according to claim 4, characterized in that the connecting element comprises a space for the drive of the mowing members, which space is located between the two connecting elements when viewed from above. 6. Maaimachine volgens een der conclusies 3-5, met het kenmerk, dat het verbindingselement uit een stang of buis bestaat,Mower according to any one of claims 3-5, characterized in that the connecting element consists of a rod or tube, 7, Maaimachine volgens een der voorgaande conclusies. 30 4 - 6, met het kenmerk, dat het voorste verbindingselement uit een stang en het achterste uit een buis bestaat.Mower according to any one of the preceding claims. 4 - 6, characterized in that the front connecting element consists of a rod and the rear one of a tube. 8. Maaimachine volgens een der conclusies 6 of .7, met het kenmerk, dat het achterste verbindingselement een grotere diameter heeft dan het voorste. 7907139 9* Maaimachine volgens een der conclusies 5-8, met het kenmerk, dat het achterste verbindingselement op een grotere afstand van de ruimte voor de aandrijving ligt dan het voorste· 5 10, naaimachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de uiterste eenheden een ruimte voor de aandrijving hebben, die aan een uiteinde is afgesloten, 11· naaimachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de verbindingselementen aan de buiten-10 zijde van het gesteldeel, althans één moer bezi^f^oor middel waarvan de eenheden tegen elkaar worden getrokken,Mower according to any one of claims 6 or .7, characterized in that the rear connecting element has a larger diameter than the front one. 7907139 9 Mowing machine according to any one of claims 5-8, characterized in that the rear connecting element is at a greater distance from the space for the drive than the front sewing machine according to any one of the preceding claims, characterized in that the extreme units have a space for the drive, which is closed at one end, a sewing machine according to any one of the preceding claims, characterized in that the connecting elements have at least one nut on the outer side of the frame part. by means of which the units are pulled together, 12. Maaimachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de eenheden twee opwaarts gerichte assen van tegengesteld draaiende maaiorganen bezitten, 15 13, Maaimachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk,dat de aandrijving uit een uit verschillende gedeelten bestaande aandrijfas bestaat, waarbij ieder gedeelte een lengte heeft die iets korter is dan die van de bijbehorende eenheid, 20 14, Maaimachine volgens conclusie 13» met het kenmerk, dat de gedeelten door middel van buisvormige gedeelten aan elkaar zijn bevestigd,12. Mower according to any one of the preceding claims, characterized in that the units have two upwardly directed axes of counter-rotating mowing members. 13, Mower according to any one of the preceding claims, characterized in that the drive consists of a drive shaft consisting of different parts each section having a length slightly shorter than that of the associated unit, 14, Mower according to claim 13, characterized in that the sections are attached to each other by means of tubular sections, 15, Maaimachine volgens een der conclusies 13 of 14, met het kenmerk, dat de gedeelten nabij hun uiteinden zijn 25 ondersteund door in een huis van de eenheid aangebrachte legers,Mower according to any one of claims 13 or 14, characterized in that the sections are supported near their ends by bearings arranged in a housing of the unit, 16, Maaimachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de voorzijde van de eenheden een gegolfd verloop heeft dat twee cirkelsegmenten omvat, 30 17, Maaimachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de bovenzijde van de eenheden een in hoofdzaak vlak gedeelte bezitten, dat onder elk der maaiorganen is gelegen.Mower according to any one of the preceding claims, characterized in that the front of the units has a corrugated course comprising two circle segments, 17, Mower according to any one of the preceding claims, characterized in that the top of the units has an have a substantially flat section which is located under each of the mowing members. 18. Maaimachine volgens een der voorgaande conclusies, 35 met het kenmerk,dat in deze vlakke gedeelten een cirkelvormige groef is aangebracht concentrisch rond de* draaiings-? 7907139 ί 12 * ψ , as van de maai organen·18. Mower according to any one of the preceding claims, characterized in that a circular groove is arranged in these flat sections concentrically around the rotation. 7907139 ί 12 * ψ, axis of the mowing organs 19· Maaimachine, in het bijzonder volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de eenheden door middel van pasringen op elkaar aansluiten· 5 20, Maaimachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat ieder maaiorgaan is voorzien van een • deksel, dat hét maaiorgaan aan de bovenzijde afsluit·Mower, in particular according to any one of the preceding claims, characterized in that the units connect to each other by means of shims 5 20, Mower according to one of the preceding claims, characterized in that each mowing device is provided with a • lid, which closes the cutting unit at the top · 21· Maaimachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat een maaiorgaan een as heeft, waarop 10 een van althans Sin mes voorzien lichaam is aangebracht, dat twee flenzen bezit·Mowing machine according to any one of the preceding claims, characterized in that a mowing member has an axis on which is mounted a body provided with at least a Sin knife, which has two flanges. 22· Maaimachine volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat het mes tussen de flenzen is gelegen en door middel van een pen, die door corresponderende openingen in de flenzen 15 is gestoken, aan het lichaam is bevestigd·Mower according to claim 21, characterized in that the blade is located between the flanges and is attached to the body by means of a pin inserted through corresponding openings in the flanges 15 23· Maaimachine volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat de pennen aan hun bovenzijde een groef bezitten, waarin een op de flens gelegen ring past, die door middel van een tussen het deksel en de ring gelegen veer op de flens 20 wordt gedrukt·Mower according to claim 22, characterized in that the pins have a groove on their top, in which a flange ring fits, which is pressed onto the flange 20 by means of a spring located between the cover and the ring. 24· Maaimachine volgens conclusie 22 of 23, met het kenmerk, dat de bovenste flens een onder de ring gelegen opening bezit nabij iedere opening voor een pen·Mower according to claim 22 or 23, characterized in that the top flange has an opening under the ring near each opening for a pin 25, Maaimachine volgens conclusie 24, met het kenmerk, 25 dat de maaimachine is voorzien van een sleutel voor het verwijderen van de messen·Mower according to claim 24, characterized in that the mower is provided with a key for removing the blades 26. Maaimachine volgens conclusie 25, met het kenmerk, dat de sleutel een haak bezit, die om het deksel past en een pen, die in een naast de pen voor :-.een mes gelegen ope- 30 ning past, waarbij een deel van de sleutel op het deksel rust·26. Mower according to claim 25, characterized in that the key has a hook which fits around the lid and a pin which fits in an opening located next to the pin for a knife, part of which the key rests on the lid 27· Sleutel, bestemd om gebruikt te worden bij de maai machine volgens de uitvinding· f* 790713927 · Key, to be used with the mower according to the invention · f * 7907139
NL7907139A 1979-09-26 1979-09-26 MOWER. NL177375C (en)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL7907139A NL177375C (en) 1979-09-26 1979-09-26 MOWER.
GB8030644A GB2059236B (en) 1979-09-26 1980-09-23 Mowing machine
DE19803035961 DE3035961A1 (en) 1979-09-26 1980-09-24 ROTARY MOWING MACHINE
FR8020687A FR2465402B1 (en) 1979-09-26 1980-09-26 MOWER

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL7907139A NL177375C (en) 1979-09-26 1979-09-26 MOWER.
NL7907139 1979-09-26

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL7907139A true NL7907139A (en) 1981-03-30
NL177375B NL177375B (en) 1985-04-16
NL177375C NL177375C (en) 1985-09-16

Family

ID=19833912

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL7907139A NL177375C (en) 1979-09-26 1979-09-26 MOWER.

Country Status (4)

Country Link
DE (1) DE3035961A1 (en)
FR (1) FR2465402B1 (en)
GB (1) GB2059236B (en)
NL (1) NL177375C (en)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4476666A (en) * 1981-09-10 1984-10-16 C. Van Der Lely N.V. Mowing machine

Families Citing this family (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL193337C (en) * 1981-05-27 1999-07-02 Lely Nv C Van Der Mower.
NL8103411A (en) * 1981-07-17 1983-02-16 Multinorm Bv MOWER.
ATE41584T1 (en) * 1981-09-10 1989-04-15 Lely Nv C Van Der MOWER.
NL8201754A (en) * 1982-04-28 1983-11-16 Lely Nv C Van Der MOWER.
US4679384A (en) * 1983-04-27 1987-07-14 C. Van Der Lely N.V. Mowing machine
FR2566992B1 (en) * 1984-07-06 1988-10-14 Kuhn Sa ROTARY MOWER.
FR2594627B1 (en) * 1986-02-27 1988-06-17 Kuhn Sa ROTARY MOWER
FR2594630B1 (en) * 1985-10-22 1991-06-14 Collard Michel MODULAR TRIMMER
EP0235850B1 (en) * 1986-02-24 1991-11-13 C. van der Lely N.V. A mowing machine
NL8602289A (en) * 1986-09-11 1988-04-05 Lely Nv C Van Der MOWER.
US7661253B2 (en) 2007-12-19 2010-02-16 Agco Corporation Modular rotary cutterbar

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1536514A (en) * 1923-02-12 1925-05-05 John H Fulton Cutting mechanism for harvesting machines
US2625784A (en) * 1948-10-22 1953-01-20 Cadwallader W Kelsey Multiple windrowing disk type mower
NL6407939A (en) * 1964-07-11 1966-01-12
NL7305887A (en) * 1973-04-27 1974-10-29
NL7317823A (en) * 1973-12-28 1975-07-01 Vicon Nv MOWING DEVICE
NL7510687A (en) * 1975-09-11 1977-03-15 Lely Nv C Van Der MOWING MACHINE.
NL181617C (en) * 1976-05-20 1987-10-01 Lely Nv C Van Der MOWER.

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4476666A (en) * 1981-09-10 1984-10-16 C. Van Der Lely N.V. Mowing machine

Also Published As

Publication number Publication date
GB2059236A (en) 1981-04-23
NL177375C (en) 1985-09-16
DE3035961C2 (en) 1991-05-29
NL177375B (en) 1985-04-16
FR2465402B1 (en) 1985-08-16
DE3035961A1 (en) 1981-04-09
FR2465402A1 (en) 1981-03-27
GB2059236B (en) 1983-03-23

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL7907139A (en) MOWER.
US4827704A (en) Mowing machine
US4860527A (en) Mowing machine
EP0245186B1 (en) Mowing device
US4497161A (en) Mower
DE602005001535T2 (en) mowing machine
JPH0420562B2 (en)
FR2583258A1 (en) ROTATING MOWER
CA1079074A (en) Harvester-conditioner
JPH02126944A (en) Crushing apparatus for general purpose
NL8403316A (en) Rotary mower with rotors above hollow beam - has beam made up of several connecting units, each supporting rotor (NL 30.3.81)
EP1648215A1 (en) Machine for cutting an triturating grass and other vegetable products
US1238595A (en) Lawn-trimmer.
FR2699042A1 (en) Blade for portable brushcutter and lawn mower.
US1243095A (en) Harvester.
US3034276A (en) Endless cutting assembly
US296759A (en) Lawn-mower
NL7809961A (en) MOWER.
DE60317154T2 (en) mowing machine
US162082A (en) Improvement in mowing-machines
FR2685993A1 (en) Machine for cutting plants, particularly forestry shredder
EP0534652A1 (en) Mower
EP0251409B1 (en) A mowing machine
DE2639519B2 (en) Suction mower
NL8602125A (en) AGRICULTURAL MACHINE FOR TILLING CROP.

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
A85 Still pending on 85-01-01
V4 Lapsed because of reaching the maximum lifetime of a patent

Free format text: 19990926