NL7809961A - MOWER. - Google Patents

MOWER. Download PDF

Info

Publication number
NL7809961A
NL7809961A NL7809961A NL7809961A NL7809961A NL 7809961 A NL7809961 A NL 7809961A NL 7809961 A NL7809961 A NL 7809961A NL 7809961 A NL7809961 A NL 7809961A NL 7809961 A NL7809961 A NL 7809961A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
blade
mower
mower according
knife
support
Prior art date
Application number
NL7809961A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Patent Concern Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Patent Concern Nv filed Critical Patent Concern Nv
Priority to NL7809961A priority Critical patent/NL7809961A/en
Priority to DE19792939680 priority patent/DE2939680A1/en
Priority to GB7934145A priority patent/GB2030436B/en
Priority to FR7924624A priority patent/FR2437770A1/en
Publication of NL7809961A publication Critical patent/NL7809961A/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D34/00Mowers; Mowing apparatus of harvesters
    • A01D34/01Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus
    • A01D34/404Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus having cutters driven to oscillate in a horizontal plane

Description

K . * »Λ4. ' tK. * »Λ4. It

Patent Concern Έ.V·, Willemstad, CurasaoPatent Concern Έ.V ·, Willemstad, Curasao

Naaimachine*·Sewing machine*·

De uitvinding heeft betrekking op een maaimachine met ten minste één heen en weer beweegbaar, van ten minste één mes voorzien, maai orgaan·The invention relates to a mowing machine with at least one reciprocating mowing member provided with at least one blade

De uitvinding beeogt een der gelijk maai orgaan te 5 voorzien van een mes, dat op eenvoudige wijze vervangbaar is.The invention aims to provide such a mowing member with a knife which is easily replaceable.

Volgens de uitvinding is het mes los tussen een onderste en een bovenste ondersteuning gelegen en door slechts een beweging van één der ondersteuningen wegneembaar·According to the invention, the knife is loosely located between a lower and an upper support and can be removed by only one movement of one of the supports.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is het mes draaibaar 10 om een opwaartse as en om een ongeveer horizontale as opklapbaar. Op deze wijze is een zeer snelle vervanging van het mes moge lijk.In a preferred embodiment, the knife is rotatable about an upward axis and about an approximately horizontal axis. In this way, a very rapid replacement of the knife is possible.

De uitvinding zal nader werden toegelicht aan de hand van de volgende figuren.The invention will be further elucidated with reference to the following figures.

15 Pig· 1 toont een bovenaanzicht van de maaimachine, bevestigd aan de driepuntshefinrichting van een trekker.15 Pig · 1 shows a top view of the mower attached to the three-point hitch of a tractor.

Pig. 2 toont op vergrote schaal gedeeltelijk een doorsnede en gedeeltelijk een aanzicht op een deel van de maaimachine.Pig. 2 is an enlarged partial section and partial view of a portion of the mower.

20 Pig. 3 toont een doorsnede van de machine volgens de pijlen III - IIIin fig. 2.Pig. 3 is a sectional view of the machine according to arrows III - III in FIG. 2.

Pig. 4 toont een doorsnede van de maaimachine volgens de pijlen IV - IV in fig. 2.Pig. 4 is a sectional view of the mower according to arrows IV - IV in FIG. 2.

Pig. 5 toont een aanzicht op een alternatieve uit-25 voeringsvorm van de maaimachine .Pig. 5 shows a view of an alternative embodiment of the mower.

De maaimachine als weergegeven in fig. 1 omvat een gestel 1, dat een zich dwars op de voortbewegingsrichting uitstrekkende gestelbalk 2 omvat· De gestelbalk 2 ondersteunt een aantal, in de weergegeven uitvoeringsvorm zes, maai-30 organen 3· De gestelbalk 2 is om een horizontale, ongeveer in de voortbewegingsrichting A gelegen scharnieras 4 schar-nierbaar verbonden met een tussengestel 5, dat aan het naar 7809961 « 2 de 'trekker gekeerde einde is verbonden met een bok 6, voorzien van aankoppelpunten voor bevestiging ven de maai-macbine aan de driepimtshef inrichting 7 van een trekker 8·The mower as shown in Fig. 1 comprises a frame 1, which comprises a frame beam 2 extending transversely of the direction of travel. The frame beam 2 supports a number of mowing members 3, in the illustrated embodiment, The frame beam 2 is to be a horizontal pivot shaft 4 located approximately in the direction of travel A is pivotally connected to an intermediate frame 5, which is connected at the end facing the tractor towards 7809961 2 to a trestle 6, provided with coupling points for attaching the cutting machine to the three-point hitch 7 of a tractor 8

Se maaimachine wordt aangedreven vanaf de aftakas 9 Tan de 5 trekker, welke aftakas gekoppeld is met een haakse tandwieloverbrenging 10. Se tandwieloverbrenging 10 is op zijn beurt gekoppeld met een evenwijdig aan het tussengestel 5 gelegen universele of kardanas 11, welke aan het van de tandwieloverbrenging ^gekeerde einde is gekoppeld met een 10 tandwielkast 12. Se tandwielkast 12 omvat een haakse tandwieloverbrenging, waarbij uit de tandwielkast 12 zich een in neerwaartse richting uitstrekkende aandrijfas 13 uitstrekt·The mower is driven from the power take-off shaft 9 to the 5 tractor, which power take-off shaft is coupled to a bevel gear 10. The spur gear 10, in turn, is coupled to a universal or cardan shaft 11 located parallel to the intermediate gear 5 and to the gear unit The inverted end is coupled to a gearbox 12. The gearbox 12 comprises a bevel gear transmission, a gear shaft 13 extending downwardly extending from the gearbox 12.

Het tussengestel 5 is tijdens normaal bedrijf star 15 met de bok 6 verbonden via een uitbreekinrichting 14, welke een achterwaarts uitwijken in geval van overbelasting van de maaimachine mogelijk maakt· Yéér het naar de trekker gekeerde einde van de gestelbalk 2 is een zich in voorwaartse richting versmallende gewasscheider 15 aangebracht· Aan 20 het van de trekker gekeerde einde van de gestelbalk 2 is een opstaande plaat 16 bevestigd, die dient ter bevestiging van een zwadorgaan 17, dat zich, gerekend ten opzichte van de voortbewegingsrichting A, in achterwaartse en binnenwaartse richting uitstrekt· 25 De aandrijfas 13 is op niet weergegeven wijze aan de onderzijde gelegerd in een leger dat aangebracht is op de gestelbalk 2. De gestelbalk 2 is, zoals weergegeven in de fig· 3 en 4, uitgevoerd als een plaat, die met het achterste stok op de grand rust over ongeveer één derde 30 van de in de voortbewegingsrichting A gemeten afmeting· Het voorste deel van de gestelbalk is op een geringe hoogte boven de grond gelegen en strekt zich ongeveer evenwijdig aan het achterste deel uit· Door middel van bouten 18 (fig· 2) is de gestelbalk 2 verbonden met een ondersteuning 35 19, die een eenheid kan vormen met de gewasscheider 15· 7809961 : 3 t N»The intermediate frame 5 is rigidly connected to the trestle 6 during normal operation via a breakout device 14, which allows a backward deflection in case of overloading of the mower. · The end of the frame beam 2 facing the tractor is a forward direction. Narrowing crop separator 15 arranged · At the end of the frame beam 2 facing away from the tractor, an upright plate 16 is attached, which serves to fasten a swath member 17, which, in relation to the direction of travel A, extends in the backward and inward direction. · The drive shaft 13 is mounted on the underside in a manner not shown, in a bearing mounted on the frame beam 2. The frame beam 2, as shown in fig. 3 and 4, is designed as a plate, which is mounted with the rear pole on the grand rests over approximately one third of the dimension measured in the direction of travel A · The front part of the frame beam is at a slight h located above the ground and extends approximately parallel to the rear part · By means of bolts 18 (fig. 2) the frame beam 2 is connected to a support 35 19, which can form a unit with the crop separator 15 · 7809961: 3 t N »

Zoals weergegeven in de fig. 2 en 3 strekt de ondersteuning 19 ziek over de gehele werkbreedte van de maai machine uit, terwijl de ondersteuning vanaf ongeveer de halve, in de voortbewegingsrichting A, gemeten breedte van de maai-5 machine enigszins opwaarts verloopt· De ondersteuning 19 oonrat een aantal tanden 20, waarbij de ten opzichte van de voortbewegingsrichting A voorste pont van een tand 20 op afstand boven de grand is gelegen· Bij voorkeur bedraagt deze afstand, gemeten aan het bovenvlak van de onder-10 steuning, ongeveer 5 cm. Het bovenvlak van de ondersteuning 19 vormt tezamen met het voorste deel van de gestelbalk 2 een glad oppervlak, waarbij een ondersteuning wordt gevormd voor een onderste mes 21· Onder elk maaiorgaan 3 is een afzonderlijk onderste mes gelegen, waarbij zoals weergeld geven in fig· 2 elk mes vingers omvat, die ongeveer samenvallen met de onderste ondersteuning 19, doch waarbij de snijrand juist buiten de ondersteuning uitsteekt. Zoals tevens weergegeven in fig. 2 omvat elk mes in elke vinger een zich ongeveer in de voortbewegingsrichting uitstrekkende, 20 gleufvormige, uitsparing, terwijl twee aangrenzende onderste messen, gelegen in het overlapgebied tussen twee naburige maaiorganen 3, tezamen één vinger vormen, waarbij de uitsparing nabij het grensvlak tussen de aangrenzende onderste messen gelegen is· De beide buitenste onderste messen 25 bezitten een halve vinger· De onderste messen zijn van bovenaf aangebracht op nokken, die corresponderend met de uitsparingen zijn gevormd en aangebracht zijn op de bovenzijde van de onderste ondersteuning 19·As shown in Figs. 2 and 3, the support 19 extends sickly across the entire working width of the mower, while the support extends slightly upward from about half the width of the mower-5 machine, measured in the direction of travel. support 19 on which a number of teeth 20 is situated, wherein the pont of a tooth 20 in front of the direction of travel A is located at a distance above the grand · Preferably, this distance, measured at the top surface of the support, is approximately 5 cm . The top surface of the support 19, together with the front part of the frame beam 2, forms a smooth surface, whereby a support is formed for a lower knife 21 · Under each mowing member 3 there is a separate lower knife, as shown in fig. 2 each blade comprises fingers approximately coinciding with the lower support 19, but with the cutting edge protruding just outside the support. As also shown in Figure 2, each blade in each finger comprises a slot-shaped recess extending approximately in the direction of travel, while two adjacent lower blades located in the overlap area between two adjacent mowing members 3 together form one finger, the recess is located near the interface between the adjacent lower knives · The two outer lower knives 25 have a half finger · The lower knives are mounted from above on cams, which are formed corresponding to the recesses and are arranged on the top of the lower support 19 ·

Zoals weergegeven in fig. 2 bezit elk onderste mes 30 vier volledige tanden en aan beide zijden een halve tand·As shown in Figure 2, each lower blade 30 has four full teeth and half teeth on both sides

Op het onderste mes 21 rust een bovenste mes 22, waarbij elk maaiorgaan 3 ie voorzien van een apart mes 22· De messen 21 en 22 zijn bij voorkeur uit zeer dun, gehard mesmateriaal vervaardigd. Het mes 22 rust met de bovenzode 35 tegen een bovenste ondersteuning 23, waarbij de bovenste 7809961 4 ondersteuning 23 en het mes 22, gezien in bovenaanzicht, overeenkomstig gevormd zijn en, zoals bij het onderste mes 21 en de ondersteuning 19, onderling verbonden zijn door een nokverbinding bestaande uit uitsparingen in het mes 22 en 5 nokken op de onderzijde van de bovenste ondersteuning 23.The upper blade 22 rests on the lower blade 21, each cutting member 3 being provided with a separate blade 22. The blades 21 and 22 are preferably made of very thin, hardened blade material. The knife 22 rests with the top sod 35 against an upper support 23, the upper 7809961 4 support 23 and the knife 22, seen in top view, being correspondingly shaped and, as with the lower knife 21 and the support 19, interconnected by a cam joint consisting of recesses in the knife 22 and 5 cams on the underside of the upper support 23.

Se ondersteuningen 23 zijn aan de zijkant voorzien van · aanslagen 24, die een zodanige afmeting, gemeten dwars op de voortbewegingsrichting A, hebben, dat zoals weergegeven in de stand van het rechter maai orgaan in fig. 2, het 10 bovenste mes juist tot aan het grensvlak· tussen twee onderste messen 21 beweegt. Op deze wijze kannen twee aangrenzende bovenste messen elk over een vinger, gevormd door de aan,grenzende onderste messen, bewegen. Het bovenste mes 22 strekt zich met de snijrand tot juis-trbuiten de bovenste 15 ondersteuning 23 uit. Elke bovenste ondersteuning 23 omvat ten opzichte van de voortbewegingsrichting A, aan de achterzijde een gaffelstuk 25, dat een bus onrvat, waardooirassen of tappen'26 zijn gestoken. De tappen 26 zijn ongeveer horizontaal gelegen en rusten verder in opwaartse lippen 27, 20 aangebracht op de bovenzijde van een verbindingsstuk 28.The supports 23 are provided on the side with stops 24, which have a dimension, measured transversely to the direction of travel A, such that, as shown in the position of the right-hand mowing member in Fig. 2, the upper blade is just up to the interface · moves between two lower knives 21. In this manner, two adjacent top knives each can move over a finger formed by the adjacent bottom knives. The upper knife 22 extends with the cutting edge to the outside of the upper support 23 precisely. Each upper support 23 comprises, with respect to the direction of travel A, a yoke piece 25 at the rear, which supports a sleeve, which are filled with gaps or pins 26. The studs 26 are located approximately horizontally and further rest in upward lips 27, 20 mounted on the top of a connector 28.

Verder is om elke astap 26 een veer 29 gelegen, die zodanig opgesteld is, dat onder veerkracht de bovenste ondersteuning 23 in neerwaartse richting wordt gedrukt. Het verbindingsstuk 28 omvat een centraal deel dat door middel van legers 25 30 draaibaar is om een opwaartse as 31· De as 31 omvat een flens 32, die rust tegen de onderzijde van het boven de grond gelegen voorste deel van de gestelbalk 2, terwijl op het bovenste deel van de as 31 een moer 33 zorg draagt voor een axiale borging van het verbindingsstuk 28. Het ver— 30 bindingsstuk 28 omvat ten opzichte van de voortbewegings- riehting A aan zijn achterzijde een nok 34, die is voorzien van een zodanig gevormd gat 35, dat een beweging van de nok 34 ten opzichte van een horizontale, zich ongeveer dwars op de voortbewegingsrichting A uitstrekkende, drijf-35 stang 36 mogelijk is. De nofc/li door middel van een 7809961 5 overt elas tings beveiliging aandrijfbaar gekoppeld met de drijfstang 36. De overbelastingsbeveiliging wordt gevormd door een veer die bestaat uit twee delen 37 en 38, welke veerdelen om de drijfstang 36 gelegen zijn en elk met bun 5 van de nok 34 af gekeerde einde rusten tegen een mof 39.Furthermore, a spring 29 is arranged around each shaft journal 26, which is arranged such that the upper support 23 is pressed downwards under spring force. The connecting piece 28 comprises a central part which is rotatable about an upward shaft 31 by means of bearings 25 · The shaft 31 comprises a flange 32, which rests against the underside of the above-ground front part of the frame beam 2, while the upper part of the shaft 31 provides a nut 33 for an axial securing of the connecting piece 28. The connecting piece 28 comprises a cam 34 at its rear side relative to the propelling device A. hole 35, which permits movement of the cam 34 relative to a horizontal driving rod 36 extending approximately transverse to the direction of travel A. The nofc / li is connected by a 7809961 5 overload protection to the connecting rod 36. The overload protection is formed by a spring consisting of two parts 37 and 38, which spring parts are located around the connecting rod 36 and each with a 5 the end turned away from the ridge 34 against a sleeve 39.

De mof 39 is door middel van een borgpen star verbonden met de drijfstang 36. Onder de drijfstang 36 is een tweede drijfstang 40 gelegen, die op analoge wijze via een overbelastingsbeveiliging verbonden is met een naburig maai-10 orgaan 3 (zie fig. 2). De drijfstangen 36 en 40 zijn elk verbonden met een bijbehorend excentriekmechanisme 41 resp. 42, welke boven elkaar gelegen zijn en aangebracht zijn om de aandrijfas 13# Gezien in doorsnede volgens fig.The sleeve 39 is rigidly connected to the connecting rod 36 by means of a locking pin. Below the connecting rod 36 is a second connecting rod 40, which is analogously connected via an overload protection to a neighboring cutting member 3 (see Fig. 2). . The connecting rods 36 and 40 are each connected to an associated eccentric mechanism 41 and 4, respectively. 42, which are superimposed and arranged about the drive shaft 13 # Viewed in section according to FIG.

3 zijn de drijfstangen 36 en 40 gelegen boven het op de 15 grond rustend deel van de gestelbalk 2. Tijdens bedrijf -wordt de machine vanaf de af takas 9 aangedreven, waardoor de excentriekraechanismen 41 en 42 de drijfstangen 36 resp.3, the connecting rods 36 and 40 are located above the part of the frame beam 2 resting on the ground. During operation, the machine is driven from the PTO shaft 9, whereby the eccentric mechanisms 41 and 42 drive the connecting rods 36 and 10, respectively.

40 een onderling tegengestelde beweging laten uitvoeren· Hierdoor bewegen de naburige maaiorganen 3 telkens in 20 onderling tegengestelde beweging weergegeven in fig. 2 met de pijlen B respectievelijk C. Nadat de bovenste messen 22 door het excentriekmechanisme 41 resp. 42 tot in de uiterste zijwaartse stand zijn >bewogen door draaiing om de as 31» vindt een omkering van de beweging plaats in een 25 richting tegengesteld aan de pijl B respectievelijk C. Deze beweging wordt veiligheidshalve begrensd door de aanwezigheid van de nokken 24. Daar bovendien de aangrenzende messen 22 tot over de gezamenlijke vinger gelegen in het grensgebied tussen twee maaiorganen 3 kannen bewegen is 30 ook in het gebied tussen de beide maaiorganen een goede snijwerking gegarandeerd, ondanks dat de messen 22 zelf geen overlap kennen. Indian tussen de vingers van het onderste mes 21 een hard voorwerp mocht geraken zou dit een beschadiging van het messenpaar 21 en 22 of van de aandrij-35 ving van het mes 22 kannen opleveren. Dit wordt voorkomen 7809961 6 door de bij elk maai orgaan aanwezige over belas tings beve i-liging. Aldus kan het mes 22 bij een voortdurende aandrijving een stationaire positie innemen, waarbij de nok 34 telkens een veerdeel 37 resp· 38 indrukt. Deze veerdelen 5 37 en 38 zijn zodanig uitgevoerd dat bij een normale snij- belasting geen indrukking van de veer mogelijk is. Een voordeel van de aanwezigheid van een overbelastings-beveiligingsmechanisme voor elk maaiorgaan is dat de overige maai organen ongehinderd him snijwerking kannen 10 voortzetten· Indien na langdurig gebruik of door beschadiging een vervanging van de messen 21 en 22 noodzakelijk mocht zijn, is hiervoor slechts een eenvoudige handeling nodig. Door slechts de bovenste ondersteuning 23 om de as '26 op te klappen, zijn de beide messen verwijderbaar, 15 waarop deze vervangen kunnen worden door nieuwe exemplaren resp. na bijslijpen weer aangebracht kunnen worden. De veren 29 drager er zorg voor dat tijdens het bedrijf voor . een de goede snijwerking/onderlinge aansluiting van de messen 21 resp. 22 gegarandeerd blijft. Het is hierbij van belang 20 dat de nokverbinding tussen elk mes en de bijbehorende ondersteuning zodanig is uitgevoerd dat een starre verbinding evenwijdig aan de bewegingsrichting van het mes wordt verkregen. De langwerpig uitgevoerde uitsparingen dragen er zorg voor dat een goede kraehtsoverbrenging 25 tussen de ondersteuning en het bijbehorend mes verkregen wordt.40 have an mutually opposite movement carried out. As a result, the neighboring mowing members 3 each move in mutually opposite movement shown in fig. 2 with the arrows B and C. After the upper knives 22 have been moved through the eccentric mechanism 41 resp. 42 are moved to the extreme lateral position> by rotation about the axis 31 »a reversal of the movement takes place in a direction opposite to the arrows B and C respectively. This movement is limited for safety reasons by the presence of the cams 24. There in addition, the adjacent knives 22 can move over the joint finger located in the boundary region between two mowing members 3, a good cutting action is also guaranteed in the area between the two mowing members, despite the blades 22 themselves having no overlap. If a hard object should get between the fingers of the lower knife 21, this would damage the pair of knives 21 and 22 or the drive of the knife 22 jugs. This is prevented by the overload protection provided with each mowing member. Thus, with a continuous drive, the knife 22 can assume a stationary position, in which the projection 34 depresses a spring part 37 and 38 respectively. These spring parts 5, 37 and 38 are designed in such a way that no compression of the spring is possible with a normal cutting load. An advantage of the presence of an overload protection mechanism for each mowing member is that the other mowing members can continue their cutting action unhindered. · If, after prolonged use or damage, replacement of the blades 21 and 22 is necessary, this is only a simple action required. By folding only the top support 23 around the shaft '26, the two knives are removable, on which they can be replaced by new ones, respectively. can be reapplied after grinding. The springs 29 support ensure that during operation before. the good cutting action / mutual connection of the knives 21 resp. 22 remains guaranteed. It is important here that the cam connection between each knife and the associated support is designed such that a rigid connection parallel to the direction of movement of the knife is obtained. The elongated recesses ensure that a good power transmission 25 is obtained between the support and the associated knife.

In een alternatieve uitvoeringsvorm weergegeven in fig. 5 is in plaats van het verbindingsstuk 28 een verbindingsstuk 43 toegepast, dat voor wat betreft de 30 verbinding met de bovenste ondersteuning 23 in grote lijnen overeenkomt met de constructie in de voorgaande uitvoeringsvorm. Een verschilpunt is evenwel dat het verbindingsstuk 43 een concentrisch om de as 31 gelegen open middenstuk 44 omvat. Binnen het middenstuk ligt concentrisch om de as 31 35 een bus 45 die door middel van een nok 46 verbonden is met 7809961 7 een kogelschamier aangebracht op de drijfstang 36. De bas 45 omvat een tweetal radiale lippen 47 die de einden steunen van een tweetal veerdelen 48 reap. 49. De voerdelen 48 resp. 49 zijn gelegen in de ruimte tussen de bus 45 en 5 de wand van bet middendeel 44· Het verbindingsstuk 43 omvat een tijdens bet bedrijf ongeveer in bet verlengde van de nok 46 gelegen oor 50 die zich tot in de ruimte tussen de bas 45 en de wand van bet middenstuk 44 uitstrekt. De veerdelen 48 resp. 49 liggen tegen het oor 50 aan. Met 10 de constructie weergegeven in fig. 5 is een overbelastings-beveiliging verkregen die compact is en bi j overbelasting een effectief werkende beveiliging biedt. Bovendien kan de overbelastingsbeveiliging op niet weergegeven, doch simpele wijze tegen binnendringend vuil worden afgedekt· Ben 1^ der gelijke afdekking kan ook aanwezig zijn boven de drijf stangen 36 en 40. Verder kan in plaats van een stationair opgesteld onderste mes 21 gebruik worden gemaakt van een aangedreven onderste mes door de onderste drijfstang 40 aandrijf baar te verbinden met bet onderste mes, dat in dit 20 geval ook draaibaar is opgesteld om de as 31* Op deze wijze kan een verhoging van de snijsnelheid worden verkregen.In an alternative embodiment shown in Fig. 5, instead of the connecting piece 28, a connecting piece 43 is used, which, in terms of the connection with the upper support 23, roughly corresponds to the construction in the previous embodiment. A difference, however, is that the connecting piece 43 comprises an open center piece 44 concentrically about the axis 31. Within the middle part, concentrically about the axis 31, a bush 45 is connected, which is connected by a cam 46 to 7809961 7, a ball joint mounted on the connecting rod 36. The bass 45 comprises two radial lips 47 which support the ends of two spring parts. 48 reap. 49. The feed parts 48 resp. 49 are located in the space between the sleeve 45 and the wall of the middle part 44. The connecting piece 43 comprises an ear 50 located approximately in line with the cam 46 during operation, which extends into the space between the bass 45 and the wall of the central section 44. The spring parts 48 resp. 49 are against the ear 50. With the construction shown in Fig. 5, an overload protection is obtained which is compact and offers an effective protection in overloading. In addition, the overload protection can be covered in a manner not shown, but simple, against penetrating dirt. The same cover can also be present above the connecting rods 36 and 40. Furthermore, instead of a stationary lower knife 21, use can be made of a driven lower knife can be connected by driving the lower connecting rod 40 to the lower knife, which in this case is also rotatably arranged about the shaft 31. In this way an increase in the cutting speed can be obtained.

De uitvinding strekt zich niet alleen uit tot datgene wat in de beschrijving en de conclusies is vermeld, doch beeft tevens betrekking op details van de figuren al 25 dan niet beschreven.The invention extends not only to that which is stated in the description and the claims, but also relates to details of the figures whether or not described.

Conclusies 7809961Conclusions 7809961

Claims (20)

1· Maaimachine met ten minste een heen en weer be weegbaar, van ten minste één mes voorzien maai orgaan, met het kenmerk, dat het mes los tussen een onderste en een bovenste ondersteuning is gelegen en door slechts één be-5 weging van één der ondersteuningen wegneembaar is·1 · Mower with at least one reciprocating cutting member provided with at least one blade, characterized in that the blade is located loosely between a lower and an upper support and by only one movement of one of the supports are removable 2. Maaimachine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het mes om een opwaartse as draaibaar is· 3· naaimachine volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het mes tevens om een ongeveer horizontale as opklap-10 baar is,2. Mowing machine according to claim 1, characterized in that the knife is rotatable about an upward axis · sewing machine according to claim 2, characterized in that the knife is also foldable about an approximately horizontal axis, 4· Maaimachine -met ten minste één heen en weer be weegbaar, van ten minste één mes voorzien maaiorgaan, met het kenmerk, dat het mes om een opwaartse as draaibaar en om een ongeveer horizontale as opklapbaar is· 15 5· naaimachine volgens conclusie 3 of 4» met het kenmerk, dat het mes tezamen met de bovenste ondersteuning tegen veerkracht opklapbaar is· 6. naaimachine volgens een der conclusies 2-5» met het kenmerk, dat het mes aangedreven wordt via de bovenste 20 ondersteuning, waarbij de ondersteuning en het mes tezamen om de as heen en weer draaien. 7· naaimachine volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat tussen de bovenste ondersteuning en de aandrijving van het mes een overbelastingsbeveiliging gelggen is, die 25 werkzaam is voor beide bewegingsrichtingen van het mes.Mower - with at least one reciprocating mowing member provided with at least one blade, characterized in that the blade is rotatable about an upward axis and foldable about an approximately horizontal axis · sewing machine according to claim 3 or 4 », characterized in that the knife can be folded together with the upper support against resilience. 6. sewing machine according to any one of claims 2-5», characterized in that the knife is driven via the upper support, wherein the support and rotate the blade back and forth together about the axis. Sewing machine according to claim 6, characterized in that an overload protection is provided between the upper support and the drive of the knife, which is effective for both directions of movement of the knife. 8· Maaimachine volgens conclusie 7» met het kenmerk, dat de overbelastingsbeveiliging een veer omvat, die tegen een verbindingsstuk tussen een drijfstang en de bovenste ondersteuning aanligt.8. Mower according to claim 7, characterized in that the overload protection device comprises a spring which rests against a connecting piece between a connecting rod and the upper support. 9. Maaimachine volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de horizontale as tussen het verbindingsstuk en de bovenste ondersteuning gelegen is ten opzichte van de voortbewegingsrichting véór de opwaartse as van het mes.Mower according to claim 8, characterized in that the horizontal axis between the connecting piece and the upper support is located relative to the direction of travel in front of the upward axis of the blade. 10. Maaimachine volgens conclusie 8 of 9» met het 7809961 kenmerkt dat het verbindingsstuk met de as van het mes verbonden is·10. Mower according to claim 8 or 9 »with 7809961, characterized in that the connecting piece is connected to the axis of the knife · 11· Maaimachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het mes met de aangrenzende onder-5 steuning door middel van een nokverbinding in een vlak evenwijdig aan de bewegingsrichting van het mes star verbonden is.11. Mower according to any one of the preceding claims, characterized in that the blade is rigidly connected to the adjacent support by means of a cam connection in a plane parallel to the direction of movement of the blade. 12· Maaimachine volgens conclusie 11, met het ken merk, dat het mes is voorzien van uitsparingen die 10 passend uitgevoerd zijn ten opzichte van nokken op de aangrenzende ondersteuning·12. Mower according to claim 11, characterized in that the blade is provided with recesses that are fitted appropriately with respect to cams on the adjacent support. 13· Maaimachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het mes tenminste v^f vingers omvat·Mower according to any one of the preceding claims, characterized in that the blade comprises at least five fingers. 14· Maaimachine volgens conclusie 12 en 13, met het 15 kenmerk, dat de uitsparingen ih de vingers gelegen zijn·Mower according to claims 12 and 13, characterized in that the recesses are located in the fingers 15· Maaimachine volgens een der voorgaande conclusies, 11 - 14» met het kenmerk, dat het maaiorgaan twee boven elkaar gelegen messen omvat, die elk door een nokverbinding met de bijbehorende ondersteuning verbonden zi£u 20 16· Maaimachine volgens conclusie 15» met het ken merk, dat het onderste mes tezamen met de onderste ondersteuning stationair opgesteld is.Mower according to any one of the preceding claims, 11 - 14 », characterized in that the mowing member comprises two superimposed blades, each of which is connected to the associated support by a cam connection 20 · Mower according to claim 15» feature that the lower blade is stationary together with the lower support. 17· Maaimachine volgens conclusie 15 of 16, met het t kenmerk, dat het onderste mes en het bovenste mes ver-25 schillend van vorm zijn·Mower according to claim 15 or 16, characterized in that the lower blade and the upper blade are different in shape · 18. Maaimachine volgens conclusie 17» met het ken merk, dat het onderste mes aansluit op het onderste mes van een aangrenzend maaiorgaan·18. Mower according to claim 17, characterized in that the lower blade adjoins the lower blade of an adjacent mowing device · 19· Maaimachine volgens conclusie 1¾ met het ken- 30 merk, dat de uitsparing in het grensvlak tussen de aangrenzende onderste messen gelegen is·Mower according to claim 1, characterized in that the recess is located in the interface between the adjacent lower blades. 20· Maaimachine volgens conclusie 1© of 19» met het kenmerk, dat de buitenste vingers van twee aangrenzende bovenste messen elk over een vinger gevormd door beide 35 aangrenzende onderste messen bewegen· 78 0 9 9 6 1Mower according to claim 1 © or 19 », characterized in that the outer fingers of two adjacent top blades each move over a finger formed by both adjacent bottom blades · 78 0 9 9 6 1 21. Maaimachine volgens een der conclusies 8 - 20, met het kenmerk, dit elk maai orgaan een afzonderlijke overbelas tingsbeveiliging omvat* 22* Maaimachine volgens conclusie 21, met het ken- 5 merk, dat de aandrijving van de maaimachine twee boven elkaar gelegen drijfstangen omvat, waarbij twee naburige maaiorganen via de bijbehorende overbelastingsbeveiliging met verschillende drijfstangen gekoppeld zijn* 23* Maaimachine volgens conclusie 22, met het ken- 10 merk, dat de drijfstangen elk aandrijfbaar met een bijbehorend excentriek-mechanisma gekoppeld zijn, die boven elkaar aangebracht zifcuMower according to any one of claims 8 to 20, characterized in that each mower comprises a separate overload protection device * 22 * Mower according to claim 21, characterized in that the drive of the mower has two connecting rods located one above the other two adjacent mowing members are coupled to different connecting rods via the associated overload protection * 23 * Mower according to claim 22, characterized in that the connecting rods are each drivably coupled to an associated eccentric mechanism arranged one above the other 24· Maaimachine met ten minste een heen en weer be weegbaar, van ten minste één mes voorzien maaiorgaan, 15 met het kenmerk, dat de machine een aandrijving omvat met twee boven elkaar aangebrachte excentriek-mechanismen*24 · Mower with at least one reciprocating mowing member provided with at least one blade, 15 characterized in that the machine comprises a drive with two eccentric mechanisms arranged one above the other * 25· Maaimachine volgens conclusie 23 of 24, met het kenmerk, dat de excentriek-mechanismen om een gezamenlijke opwaartse as gelegen zijn. 20 26· Maaimachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de machine een gestel omvat, voorzien van aankoppelpunten voor bevestiging van de machine aan de driepuntshefinrichting van een trekker.Mower according to claim 23 or 24, characterized in that the eccentric mechanisms are arranged around a common upward axis. Mower according to any one of the preceding claims, characterized in that the machine comprises a frame, provided with coupling points for attaching the machine to the three-point lifting device of a tractor. 27. Maaimachine volgens een der voorgaande conclusies, 25 met het kenmerk, dat de machine vanaf de af takas van een trekker aandrijfbaar is.27. Mower according to any one of the preceding claims, characterized in that the machine can be driven from the PTO shaft of a tractor. 28. Maaimachine zoals beschreven in het voorgaande en weergegeven in de figuren. 780996128. Mower as described above and shown in the figures. 7809961
NL7809961A 1978-10-03 1978-10-03 MOWER. NL7809961A (en)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL7809961A NL7809961A (en) 1978-10-03 1978-10-03 MOWER.
DE19792939680 DE2939680A1 (en) 1978-10-03 1979-09-29 MOWER
GB7934145A GB2030436B (en) 1978-10-03 1979-10-02 Mowing machine
FR7924624A FR2437770A1 (en) 1978-10-03 1979-10-03 MOWER

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL7809961A NL7809961A (en) 1978-10-03 1978-10-03 MOWER.
NL7809961 1978-10-03

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL7809961A true NL7809961A (en) 1980-04-09

Family

ID=19831638

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL7809961A NL7809961A (en) 1978-10-03 1978-10-03 MOWER.

Country Status (4)

Country Link
DE (1) DE2939680A1 (en)
FR (1) FR2437770A1 (en)
GB (1) GB2030436B (en)
NL (1) NL7809961A (en)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4272948A (en) * 1979-08-13 1981-06-16 Deere & Company Oscillating knife cutting apparatus
DD271010A3 (en) * 1987-08-14 1989-08-23 Fortschritt Veb K KNIFE DRIVE FOR FELDFUTTERSCHNEIDWERKE
DE3729487A1 (en) * 1987-09-03 1989-03-16 N Proizv Ob Selskochozjajstven CUTTING DEVICE OF AN AGRICULTURAL MACHINE

Also Published As

Publication number Publication date
GB2030436A (en) 1980-04-10
FR2437770A1 (en) 1980-04-30
DE2939680A1 (en) 1980-04-24
GB2030436B (en) 1982-09-08

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4185445A (en) Mowing machine
NL8400028A (en) MOWER.
US4497161A (en) Mower
NL8003327A (en) FRAME FOR AGRICULTURAL EQUIPMENT.
NL8602866A (en) MOWER.
EP1616474B1 (en) A towed mower comprising a running frame and two mowing aggregates
US4192123A (en) Agricultural mower
NL7809961A (en) MOWER.
NL7907139A (en) MOWER.
US4178746A (en) Rotary mowers
NL8000847A (en) COMPOSITE HAYING MACHINE.
GB2098046A (en) Mower-conditioners
NL9100993A (en) MACHINE FOR PROCESSING SEMI-CROPS.
US2263886A (en) Mower
US1904376A (en) Gang-mower
NL7907081A (en) SOIL TILLER.
DE2160773A1 (en) Mower
NL8800409A (en) DEVICE FOR MOVING CROPS.
NL8602289A (en) MOWER.
US1243095A (en) Harvester.
US673424A (en) Harvester.
NL8602125A (en) AGRICULTURAL MACHINE FOR TILLING CROP.
NL9300974A (en) Hay construction machine.
KR101295661B1 (en) A hay maker
US600005A (en) Elevator attachment for lawn-mowers

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed