NL7907320A

NL7907320A - Slijtplaat voor een roterend vleesmes voor handgebruik.

Info

Publication number: NL7907320A
Application number: NL7907320A
Authority: NL
Original assignee: Bettcher Industries
Priority date: 1978-10-16
Filing date: 1979-10-02
Publication date: 1980-04-18
Also published as: CH632179A5; FR2438971B1; DE2942190C2; JPS5554847A; ES246230Y; SE7908007L; NL177191B; BE879369A; NO793314L; ES246230U; AR225751A1; CA1095385A; DE2942190A1; GB2032828B; JPS5625297B2; GB2032828A; IT1120863B; AU516511B2; BR7906553A; FR2438971A1

Description

p & c LW 4958-7 Ned.

Slijtplaat voor een roterend vleesmes voor bandgebruik

De uitvinding heeft betrekking op een slijtplaat voor een mes voor handgebruik, voorzien van een ringvormig roterend mesblad, welk mes in hoofdzaak wordt gebruikt in de vleeswarenindustrie.

Messen voor handgebruik met een aangedreven ringvormig roterend 5 mesblad zijn reeds enige tijd in gebruikt bij het verpakken van vleeswaren, bijvoorbeeld in grossierderijen, voor het bijsnijden en/of in plakken snijden van vlees en voor het verwijderen van vlees van beenderen. Deze messen worden gewoonlijk bij snijmessen, plakkensnijmessen en uitbeen-messen genoemd. De ringvormige mesbladen worden in het mesbladhuis ge-10 steund door een uitwendige flens aan het mesblad, welke grijpt in een inwendige groefvormige opening in het mesbladhuis. De ringvormige mesbladen roteren in schuivende aanraking met een ringvormig huis. Bij het gebruik van het mes wordt een deel van het mesblad tegenover de handgreep aangedrukt tegen het product dat wordt gesneden en normaal wordt daarbij het 15 mes in de richting van de gebruiker getrokken, waardoor delen van het mesblad tegenover de handgreep tegen het huis worden aangetrokken, waarbij in sommige gevallen het mesblad wordt vervormd doordat het vrij dun is. Het schuiven van het mesblad over het huis geeft slijtage van het huis, dat gtwoonlijk is vervaardigd van zachter materiaal dan het meiblad, met als 20 gevolg'dat het mesblad te los komt te zitten in het huis, waardoor de doelmatigheid van het mes kleiner wordt en tenslotte ook verlies aan aandrijf-kracht ontstaat. Doordat het mesblad tegen het behandelde produkt wordt aangedrukt kantelt ook het mesblad in het huis, waardoor nog meer slijtage ontstaat tussen het mesblad en het huis.

25 De concentratie van de slijtage tussen het mesblad en het huis op bepaalde punten van het huis, zoals hierboven is beschreven, veroorzaakt een voortijdige verzwakking van het huis en overmatige speling tussen het mesblad en het huis, waardoor het huis het mesblad niet langer in de stand kan houden welke nodig is voor een soepel draaien van het mesblad en voor 30 de juiste ingrijping van het aandrij fmechanisme met het mesblad. Te grote speling tussen het mesblad en het huis maakt het ook moeilijk het blad doelmatig te honen of slijpen zonder het uit het huis te verwijderen. Door de vervanging van het huis en het mesblad, die nodig kunnen zijn door de overmatige slijtage, ontstaat een belangrijke verhoging van de kosten van 35 het gebruik van de messen, in het bijzonder wanneer grote aantallen messen gebruikt worden.

Ter vermijding van deze nadelen verschaft de uitvinding een slijtplaat voor een mes voor handgebruik, bestemd vo’or het snijden van vlees en 790 7 3 20 'i -2-

t I · I

dergelijke produkten, welk mes een handgreep omvat, een ringvormig mesblad-huis dat met een gedeelte is bevestigd aan en uitsteekt van de handgreep, en een aangedreven ringvormig massief mesblad, gedragen door het huis en roteerbaar ten opzichte van het huis, waarbij de omtrek van het huis een 5 gedeelte omgeeft van de buitenomtrek van het mesblad, waarbij dit mes is gekenmerkt doordat de slijtplaat is bevestigd tegen het huis nabij de handgreep en is voorzien van een eerste gebogen vlak, gelegen tegenover een cirkelvormig binnenvlak van het mesblad,, welk eerste gebogen vlak zodanig is gelegen ten opzichte van het mesbladhuis dat het aankomt tegen een deel 10 van het cirkelvormige binnenvlak van het mesblad wanneer een kracht wordt uitgeoefend op het mesblad in een richting die een component heeft welke van de handgreep af is gericht.

De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een uitvoeringsvoorbeeld van de slijtplaat volgens 15 de uitvinding is weergegeven.

Fig. 1 is een aanzicht in perspectief van een mes voor handge- bruik.

Fig. 2 is een bovenaanzicht van een deel van het mes van fig. 1.

Fig. 3 toont een doorsnede volgens 3-3 van fig. 2 op grotere 20 schaal.

Fig. 4 is een doorsnede volgens 4-4 van fig. 2 op grotere schaal.

Fig. 5 toont een aanzicht in perspectief van het mes van fig. 1 met de delen uiteengenomen.

Het weergegeven mes A heeft een vrij dun' ringvormig massief mes-25 blad B met een relatief korte axiale lengte en een omtreks snij kant 10 aan één einde, welk mesblad roteerbaar is gesteund in een frame C. Het frame omvat een buisvormige handgreep 12 met een concaaf gebogen vlak 14 aan één einde en een gedeeld ringvormig steunonderdeel of huis 16 voor het mesblad en een gebogen slijtplaat of slijtkussen 18. De slijtplaat 18 is aange-30 bracht grenzend aan de handgreep 12. De axiale deling 20 in het huis 16 ligt in het midden van het gebogen vlak 14 van de handgreep 12.

Het mesblad B heeft een kleine axiale lengte en is roteerbaar gesteund in het huis 16 met de snijkant 10 aan één einde, welke uitsteekt buiten een einde van het huis 16. Een aan het andere einde van het blad B 35 aangebrachte vertanding 24 bevindt zich binnen het huis. Het blad B wordt geroteerd door een tandwiel 26, aangebracht ter plaatse van het gebogen vlak 14 van de handgreep 12, in ingrijping met de vertanding 24 van het blad B. Het tandwiel 26 is draaibaar ondersteund in de handgreep en kan op een willekeurige geschikte wijze worden aangedreven.

7907320 * - r ύ -3-

Het huis 16 voor het mesblad en de slijtplaat 18 zijn losneembaar bevestigd aan de handgreep 12 door twee schroeven 30, 32 met kop, aangebracht aan weerszijden van de deling 20 in het huis, welke schroeven zijn geschroefd in openingen 34 met geschikte schroefdraad, welke uitmonden op 5 het gebogen vlak 14 van de handgreep.

Het grootste deel van het huis 16 heeft een kleine axiale lengte welke kleiner is dan de helft van die van het blad B, maar aan weerszijden van de deling 20 zijn delen 40, 42 gelegen met een belangrijk grotere axiale lengte dan de rest van het huis. De delen 40, 42 van het huis ein-10 digen in de weergegeven uitvoeringsvorm in vlakken 44, 46, welke naar buiten hellen in de richting van de snijkant van het blad B. De delen 40, 42 hebben axiale sleuven 48, 50 welke uitmonden aan de einden daarvan, gelegen tegenover het einde van het huis 16 waar de snijkant 10 van het mesblad B uitsteekt. De delen van de stelen van de schroeven 30, 32, welke 15 grenzen aan de koppen ervan, hebben bij voorkeur een kleinere diameter, namelijk de gronddiameter van de schroefdraad. De delen van de stelen van de schroeven met kleinere diameter nabij de koppen verlopen door de sleuven 48, 50 van het huis 16 aan weerszijden van de deling 20. De breedten van de sleuven 48, 50 zijn bij voorkeur slechts weinig groter dan de diameter 20 van de delen van de schroeven, welke door de sleuven steken. De buitenzijde . van het huis 16 bij de delen 40, 42 ligt aan tegen het gebogen vlak 14 van de handgreep 12, terwijl een axiale verdieping 52 in het huis 16 aan weerszijden van de deling 20 speelruimte geeft voor het tandwiel 26. In het weergegeven mes mondt de verdieping 52 uit in het boveneinde van het 25 huis 16, gezien in de tekening.

Het huis 16 is axiaal vastgelegd op het concave vlak 14 van de handgreep 12 door twee vrij dunne platte gebogen spieën 54, 56, welke zijn aangebracht aan weerszijden van het tandwiel 26, waarbij één helft van een spie is gestoken in een nauwe sleuf 58 in het gebogen vlak 14 van de 30 handgreep en de andere helft in een nauwe sleuf 60 in de buitenzijde van het huis 16 ter plaatse van de delen 40, 42 met vergrote axiale lengte.

De constructie van het huis 16 en de wijze van verbinding daarvan met de handgreep 12 laten toe dat het mesbladhuis 16 en het mesblad B, gedragen door het huis, kunnen worden verwijderd van de handgreep 12, waar-35 toe slechts de schroeven 30, 32 voldoende los moeten worden gedraaid om het huis 16 vrij te kunnen maken van de spieën 54, 56. Daarna kunnen het huis 16 en het blad gemakkelijk van de handgreep 12 naar omlaag vallen.

Wanneer de delen 16 en B zijn verwijderd van de andere delen van het mes kan het blad B gemakkelijk worden verwijderd van het huis 16 door het huis 79073 20 τ -4- -t? Λ 1 1 bij de deling 20 te verwijden- Het blad kan dan worden geslepen en opnieuw aangebracht of. vervangen door een ander scherp blad.

De slijtplaat 18 heeft een gebogen vorm en in de weergegeven uitvoeringsvorm een axiale lengte welke ongeveer gelijk is aan die van de 5 delen 40, 42 van het huis 16, een omtrekslengte welke ongeveer gelijk is aan die van de huisdelen 40, 42 en is bevestigd tegen deze delen 40, 42 door de schroeven 30, 32. De omtrekslengte van de slijtplaat 18 kan verschillen van de weergegeven lengte en bijvoorbeeld kan het blad, indien gewenst, zich geheel uitstrekken rondom de binnenzijde van het huis 16. De 10 plaat 18 heeft een cilindrisch concaaf vlak 64 dat is gekeerd naar het middelpunt van het huis 16 en het einde ervan dat is gekeerd naar de snijkant 10 van het blad B eindigt in een terugwerkend afgeknot kegelvormig gebogen vlak 66. Het axiale boveneinde en ondereinde van de slijtplaat met flenzen 70, 72 hebben bij het weergegeven mes gelijke buitendiameters. De 15 flenzen 70, 72 zijn axiaal gescheiden door een gedeeltelijk cilindrisch verdiept convex vlak 74 met een kleinere buitendiameter. Het gebogen convexe vlak 74 van de plaat 18 ligt aan tegen een gebogen concaaf vlak 75 van het huis 16. De flens 70 grijpt om een bovenrand van het huis 16.

Het boveneinde van de flens 72 van de plaat 18 eindigt in een 20 afgeknot kegelvormig vlak 76 dat aanligt tegen een complementair afgeknot kegelvormig vlak 78 aan de ondereinden van de beide huisdelen 40, 42, welke delen dikker zijn de de rest van het huis 16. Deze grotere dikte ligt aan de binnenzijde of concave zijde van het huis 16 en geeft een gebogen cilindrisch vlak 80 aan het ondereinde dat aanligt tegen het bovendeel van een 25 cilindrisch gebogen vlak 82 aan de buitenzijde van de flens 72. De flenzen 70, 72 en de vlakken 76, 82 van de flens 72 van de slijtplaat 18, en de vlakken 78, 80 van het huis 16, leggen de plaat 18 vast in de axiale richting van het huis 16. Door het aanliggen van het cilindrische gebogen vlak 82 aan de buitenzijde van de flens 72 tegen het complementaire vlak 80 van het 30 huis 16 wordt het vlak 82 van de plaat 18 op de vereiste korte afstand gebracht van een inwendig cilindrisch vlak 84 aan het bovendeel van het mesblad B. De buitendiameter van het vlak 74 van de plaat 18 is vergelijkbaar met de binnendiameter van de huisdelen 40, 42, zodat deze vlakken stijf tegen elkaar liggen, terwijl de binnendiameter van het vlak 80 juist iets 35 kleiner is dan de binnendiameter van het blad B, welk verschil voldoende is om een lopende speling te geven wanneer het blad concentrisch ligt met het huis en ten opzichte van het kromtemiddelpunt van de slijtplaat.

In de tekening zijn het ondervlak van de flens 70 van de plaat 18 en het boveneinde van het huis 16; de vlakken 74 van de plaat 18 en het 790 7 3 20 -5- i binnenvlak van het huis 16; en de schuine vlakken 76 van de plaat 18 en 78 van het huis 16, welke respectievelijk tegen elkaar aanliggen, op afstand van elkaar weergegeven voor de duidelijkheid van de tekening.

Axiale sleuven 90, 92 in de slijtplaat 18 zijn aan het boven-5 einde open, waardoor de plaat kan worden verwijderd van de handgreep 12 op dezelfde wijze waarop het blad B en het huis 16 kunnen worden verwijderd.

De tegenover elkaar liggende einden 94, 96 van de slijtplaat 18 hellen op soortgelijke wijze als de beide einden van de delen 40, 42 van het huis 16.

10 Een vlak gedeelte 100 aan het einde 96 van de plaat 18, verlopend over de hoogte van het schuine deel 66 van de plaat, is gericht dwars op het cilindrisch binnenvlak 84 van het blad B en is gekeerd in de richting waaruit het blad dit vlak nadert tijdens de rotatie ervan, tegen de klok, gezien in de tekening. In de voorkeursuitvoeringsvorm verloopt het platte 15 deel 100 onder een hoek van ongeveer 10 tot 20° met een vlak loodrecht op het vlak 84 van het blad B, waardoor een scherpe hoek wordt gevormd met het vlak 82 van bij voorkeur 70 tot 80°. In de weergegeven uitvoeringsvorm verloopt de slijtplaat 18 over ongeveer 180° en is het platte deel 100 gelegen nabij het midden van het ringvormige huis 16, ongeveer halverwege 20 rond het huis van de hartlijn van de handgreep 12 af. Wanneer een plak wordt gesneden van een behandeld stuk vlees heeft deze plak de neiging in de omtreksrichting mee te bewegen met het blad, waarbij de plak wordt tegengehouden en naar boven afgebogen en belet de omtreksbeweging van het blad B te blijven volgen, door het vlak 100 aan de plaat 18, waardoor de 25 snijwerking belangrijk wordt verbeterd. Voor een goede afbuiging van het produkt is het vlak 100 verbonden met het vlak 82 met een rechte mesvormige rand 102 die om praktische redenen beweegt langs het binnenvlak 84 van het mesblad B en dit afschrapt, hoewel er normaal een kleine speling is tussen deze delen. Een plat deel 104 aan het andere einde 94 van de 30 slijtplaat 18 is het spiegelbeeld van het deel 100. Slechts één van deze vlakken dient voor het afbuigen van het produkt, afhankelijk van de ro-tatierichting van het mesblad B, welke tegengesteld is voor rechtshandig en linkshandig gebruik van het mes.

De bovenste omtreksflens 106 van het mesblad B steekt uit in de 35 inwendige ü-profielvormige groef 108 van het huis 16 met een kleine speling tussen een buitenste omtreksvlak van de flens en het tegenoverliggende vlak van het profiel. Wanneer een kracht wordt uitgeoefend op een deel van het blad, bijvoorbeeld aan de linkerzijde van fig. 3 in een richting van 79073 20 -6- f -Έ de handgreep 12 af, bijvoorbeeld wanneer het mes door de gebruiker naar zich toe wordt getrokken, heeft het blad B de neiging om zowel te vervormen, doordat het dun is, en naar links te bewegen. Hierdoor wordt de speling over een beperkte booglengte tussen delen van de tegenover elkaar liggende 5 vlakken van het blad en het omgevende huis opgeheven, bijvoorbeeld tussen de omtrek van de flens 106 en de bodem van de groef 108, waardoor deze vlakken over korte omtreksdelen met elkaar in aanraking zijn, waardoor hoge drukken ontstaan op een beperkt oppervlak, met grote wrijvingskrach-ten en daarmee gepaard gaande slijtage, in het bijzonder van het minder 10 harde huis. Het huis 16 van het mes is bijzonder gevoelig voor slijtage omdat het moet worden vervaardigd van een metaal, bijvoorbeeld een staal-legering, welke zacht genoeg is om verende eigenschappen te hebben, waardoor het blad kan worden ingébracht en uitgenomen. De bovengenoemde vervorming en de beweging van het mesblad worden verminderd of opgeheven door 15 de slijtplaat 18 welke tracht het blad cirkelvormig te houden en concentrisch met het huis 16.

De grote booglengte van de plaat 18, namelijk 180° in het weergegeven mes, belet vervorming van het mesblad en houdt het concentrisch met het huis, terwijl ook kantelen van het blad in het huis wordt voor-20 komen. Met dit mes ontstaat slijtage in hoofdzaak tussen het binnenvlak van het relatief harde mesblad B en het tegenoverliggende vlak van de slijtplaat .18, welke is vervaardigd van een vrij hard metaal. Daar deze vlakken hard en groot zijn is de slijtage van het huis 16 belangrijk minder. Het effekt van de slijtplaat 18 is de slijtage te verplaatsen van de 25 buitenzijde van het mesblad B en de binnenzijde van het huis 16 naar de binnenzijde van het mesblad B en de buitenzijde van de slijtplaat 18.

Bij sommige bewerkingen wordt het mes naar de gebruiker toe en tegelijk van de gebruiker af bewogen. Bij een rechtshandige gebruiker meer of minder in de richting van de pijl D in fig. 2, waarbij de druk van het 30 produkt op het blad in de tegengestelde richting verloopt. Uit het bovenstaande zal duidelijk zijn dat de optimale plaats van de gebogen slijtplaat 18 ten opzichte van de opening door het blad B en het huis 16 is gecentreerd ten opzichte van de druk op het blad- Bij het weergegeven mes zijn maatregelen getroffen voor verstelling van de plaat 18 ten opzichte 35 van het huis, in de vorm van omtrekssleuven 114, 116, verbonden met de ondereinden van de axiale sleuven 90, 92 in de plaat 18. Deze omtrekssleuven verlopen van de axiale sleuven in de richting volgens de klok bij beschouwing van het mes in de tekening. Soortgelijke omtrekssleuven kunnen zijn gevormd aan de tegenoverliggende zijden van de sleuven 90, 92, hetzij 7907320 4 -7- a7leen deze of gecombineerd met de sleuven 114, 116. De verstelling van de plaat 18 wordt verkregen door het losnemen van de schroeven 30, 32, het verschuiven van de plaat naar de gewenste hoekstand en het opnieuw vastdraaien van de schroeven. In plaats van de sleuven zoals weergegeven kunnen 5 ook de axiale delen 90, 92 van de sleuven worden weggelaten en kunnen de omtrekssleuven 114, 116 worden gecombineerd tot een enkele omtrekssleuf, welke uitmondt in het ene of het andere omtrekseinde van de plaat 18.

Bij het weergegeven mes leggen de flenzen 70, 72 van de slijt-plaat 18 en de vlakken van het huis, waartegen zij aanliggen, de slijt-10 plaat vast ten opzichte van het mesblad en het huis zodanig dat de gewenste speling ontstaat tussen het blad en de slijtplaat voor de beste werking.

Het is echter duidelijk dat ook andere constructies kunnen worden toegepast voor het verkrijgen van dezelfde resultaten. Bijvoorbeeld kunnen de aangrenzende vlakken van het huis en de slijtplaat vlakke of gladde cilin-15 dervlakken zijn en kan de slijtplaat axiaal ten opzichte van het huis worden vastgelegd met schroeven met verzonken koppen, voor het bevestigen van de slijtplaat aan de handgreep of aan het huis wanneer het huis onafhankelijk is verbonden met de handgreep.

Uit het bovenstaande is duidelijk dat de slijtplaat de slijtage 20 van het huis belangrijk verminderd en bovendien afgesneden delen van een behandeld produkt afbuigt van het mesblad en belet dat deze de rotatie van het blad blijven volgen.

790 7 3 20

Claims

1. Slijtplaat voor een mes voor handgebruik, voor het snijden van vlees en dergelijke produkten, welk mes een handgreep heeft, een ringvormig mesbladhuis, dat is bevestigd aan en uitsteekt van de handgreep, en een aangedreven ringvormig massief mesblad, gedragen door het huis, rote- 5. rend beweegbaar ten opzichte van het huis, welk huis met zijn omtrek een deel omgeeft van de buitenomtrek van het mesblad, met het kenmerk dat de slijtplaat (18) is bevestigd tegen het huis (16) nabij de handgreep (12) van het mes en is voorzien van een eerste gebogen vlak (82), gelegen tegenover een cirkelvormig binnenvlak (84) van het blad (B), welk eerste 10 gebogen vlak (82) zodanig is gelegen ten opzichte van het huis (16) dat het in aanraking is met een deel van het cirkelvormige binnenvlak (84) van het mesblad wanneer een kracht wordt uitgeoefend op het blad in een richting die een component heeft welke van de handgreep af is gekeerd.

2. Slijtplaat volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de slijt-15 plaat (18) een tweede gebogen vlak (74) heeft met een buitendiameter welke ongeveer gelijk is aan de binnendiameter van een bijbehorend gebogen deel (75) van het mesbladhuis (16), welk eerste gebogen vlak (82) van de slijt-• plaat (18) een buitendiameter heeft die ongeveer gelijk is aan de binnendiameter van het blad (B).

3. Slijtplaat volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de slijtplaat (18) een eindvlak (100) heeft dat dwars verloopt op en direkt grenzend is aan het cirkelvormige binnenvlak (84) van het mesblad en is gekeerd naar de richting van de rotatie van het blad, welk dwarse vlak (100) plakken van het te snijden produkt., welke bewegen in de omtreks-25 richting van de bladbeweging, afbuigt.

4. Slijtplaat volgens conclusie 3, met het kenmerk dat de slijtplaat (18) een messcherpe rand (102) heeft op het punt van samenkomst van het dwarse eindvlak (100) en het eerste gebogen vlak (82), nabij het binnenomtreksvlak (84) van het blad (B).

5. Slijtplaat volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de slijtplaat verloopt langs het binnenomtreksvlak (84) van o het mesblad (B) en het huis (16) over een boog van ongeveer 180 . 79073 20