NL7907157A

NL7907157A - Blaasvormwerkwijze voor platte houders van kunststof.

Info

Publication number: NL7907157A
Application number: NL7907157A
Authority: NL
Original assignee: Katashi Oaki
Priority date: 1978-09-28
Filing date: 1979-09-26
Publication date: 1980-04-01
Also published as: JPS5544874A; GB2033823B; DE2939020A1; DE2939020C2; FR2437284A1; NL189903C; US4724116A; FR2437284B1; GB2033823A; JPS594292B2

Description

*5^ 4 P & c • W 5272-4 Ned.

Blaasvormwerkwijze voor platte houders van kunststof

De uitvinding heeft betrekking op een blaasvormwerkwijze voor de vervaardiging van platte flessen van kunststof en dergelijke houders. In het bijzonder betreft de uitvinding een verbeterde werkwijze waardoor cilindrische voorvormstukken, gevormd door spuitgieten, door blaasvormen 5 met -lucht worden gevormd tot platte houders, zoals deze gewoonlijk worden gébruikt voor cosmetica, wasmiddelen en oliën.

Het is bekend om flessen met een cirkelvormige doorsnede door blaasvormen van cilindrische voorvormstukken, verkregen door spuitgieten, te vervaardigen. De voorvorms tukken, die voorzien zijn van een bodem, 10 worden tot fles gevormd door daarin lucht te blazen.

Wanneer flessen met cirkelvormige dwarsdoorsnede worden gevormd van de cilindrische voorvormstukken, blijft de wanddikte van de flessen gelijkmatig omdat de uitzettingsverhouding over de omtrek constant is, aannemend dat de wanddikte en de temperatuurverdeling in het voorvorm-15 stuk gelijk is, zodat geen verschillen optreden in de uitzetting van de delen van het voorvormstuk tijdens het blazen.

Wanneer echter de flessen een doorsnede hebben in de vorm van een ellips of een rechthoek met afgeronde hoeken, in het algemeen hieronder genoemd een platte fles, welke worden vervaardigd van de cilindrische 20 voorvormstukken, wordt de verdeling van de wanddikte onregelmatig en ontstaat een ongelijkmatige wanddikte doordat de uitzettingsverhouding ongelijk is.

Wanneer een dikwandige fles wordt gevormd is deze ongelijke wanddikte niet zo merkbaar en ontstaan hierdoor geen ernstige problemen. Wan-25 neer echter een fles wordt vervaardigd met een wanddikte van 0,2 tot 0,5 mm, waarbij het voorvormstuk wordt uitgezet zowel in de richting van de hartlijn als van de omtrek, wordt de ongelijke wanddikte een ernstig probleem.

In een uiterste geval worden de beide zijdelen zeer dun zodat het gevormde produkt zijn bruikbaarheid als fles verliest.

30 Daar de oorzaak van de ongelijkmatige wanddikte wordt veroorzaakt door de vervorming van de doorsnede van het voorvormstuk van een cirkel tot een ellips zou men het probleem kunnen overwinnen door het voorvormstuk te vormen in overeenstemming met de vorm van het eindprodukt. Bij het spuitgieten wordt echter het halsgedeelte uit één stuk met de fles gevormd 35 en in tegenstelling met vormen door extrusie is het hierbij onmogelijk een voorvormstuk van andere vorm te verkrijgen ten gevolge van de constructie van de vorm.

Het hoofddoel van de uitvinding is daarom het verschaffen van een verbeterde blaasvormwerkwijze voor de vervaardiging van platte kunststof- 7907157 -2-

é. X

flessen,, welke vrij is van de nadelen van de bekende werkwijzen.

Een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een dergelijke blaasvormwerkwijze waarbij de dikte van het voorvormstuk varieert zonder wijziging van de uitwendige cilindervorm, waarbij het voorvormstuk 5 wordt uitgezet tot een fles met gelijke wanddikte, zodanig dat verschillende soorten platte flessen kunnen worden gevormd met dezelfde werkwijze als voor de vervaardiging van cilindrische flessen.

Een verder doel is om te verkrijgen dat niet alleen de fles gelijke wanddikte heeft, maar ook de fles sterker is doordat de wanddikte in de zij-10 delen groter is, terwijl bij de bekende werkwijze de beide zijdelen dunner worden wanneer een voorvormstuk met gelijke dikte wordt uitgezet.

Volgens de uitvinding wordt bij het blaasvormen van een voorvormstuk tot een platte fles, waarbij het voorvormstuk is vervaardigd door spuitgieten, de dikte van de delen van het voorvormstuk, die het voorvlak 15 en het achtervlak van de. fles gaan vormen, groter gemaakt dan de dikte van de delen van het voorvormstuk waaruit de beide zijdelen van de fles worden gevormd. Daardoor wordt de warmtecapaciteit van de genoemde dikkere delen, voor het voor- en achtervlak, groter dan van de delen van het voorvormstuk, die de zijdelen van de fles gaan vormen, waardoor de delen voor 20 het voor- en achtervlak gemakkelijker kunnen worden uitgezet. ”

De uitvinding zal hieronder nader worden toegelieht aan de hand van de tekening, waarin de vorming van een platte fles is weergegeven.

Fig. 1 is een vooraanzicht van het voorvormstuk.

Fig. 2 is een dwarsdoorsnede door het voorvormstuk van fig. 1, 25 waarin de verdeling van de wanddikte is aangegeven.

Fig. 3 is een aanzicht van de platte fles, vervaardigd van het ' voorvormstuk van fig. 1.

Fig. 4 is een dwarsdoorsnede door de fles.

Fig. 5 is een horizontale doorsnede door de combinatie van een 30 Voorvormstuk met een blaasvorm, waaruit de onderlinge plaatsing van deze delen blijkt.

Fig. 6 toont schematisch de punten van een platte fles, waarvan de wanddikte is gemeten, welke fles is vervaardigd van een voorvormstuk met constante wanddikte.

35 Fig. 7 toont dezelfde meetpunten van een platte fles vervaardigd van een voorvormstuk met ongelijke wanddikte.

In fig. 1 is een cilindrisch voorvormstuk 1 weergegeven met een bodem en in fig. 3 is een daarvan vervaardigde platte fles 2 weergegeven met een ellipsvormige dwarsdoorsnede volgens fig. 4.

7907157 *4 k t -3- >

Uit fig. 2 blijkt dat de dikten van de delen la van het voorvormstuk i, die het voorvlak en het achtervlak 2a van de fles 2 van fig. 4 zullen vormen, groter zijn gemaakt dan de delen lb van het voorvormstuk, welke de zij- of eindvlakken 2b van de fles 2 zullen vormen.

5 Het verschil tussen deze dikten kan worden bepaald in overeenstem ming met het verschil tussen de afmeting A (tussen het voorvlak en het achtervlak) en de afmeting B (tussen de beide zijvlakken), waarbij dit dikteverschil groter wordt gemaakt evenredig met de verhouding tussen de afmeting B ten opzichte van de afmeting A. Dit dikteverschil bedraagt 10 in het algemeen ongeveer 0,1 tot 0,5 mm.

Het voorvormstuk 1 wordt gevormd in een spuitgietvorm en in een bepaalde uitvoeringsvorm wordt het overgebracht naar een blaasvorm tezamen met de kern, hetgeen direkt wordt gevolgd door het blaasvormen tot de platte fles 2. In een andere uitvoeringsvorm wordt het voorvormstuk 1 15 gebracht in een oven voor het regelen van de temperatuur van het voorvormstuk tot een hoogte welke geschikt is voor het blaasvormen en wordt het voorvormstuk 1 axiaal verlengd binnen de blaasvorm, waarna lucht in het voorvormstuk 1 wordt geblazen voor het vormen van de platte fles 2.

Zoals is weergegeven in fig. 5 wordt het voorvormstuk 1 zodanig 20 geplaatst in de spuitvorm dat de bovengenoemde delen la zijn gelegen tegenover de vormvlakken van de blaasvorm 3 welke het voor- en achtervlak 2a van de fles vormen. Wanneer nu lucht wordt geblazen in het voorvormstuk worden de delen la uitgezet zodanig dat het voor- en achtervlak 2a worden gevormd en worden de delen lb zodanig uitgezet dat de beide zijvlakken 2b 25 worden gevormd.

Wanneer het voorvormstuk wordt uitgezet is, wanneer de verdeling van de dikte van het voorvormstuk 1 gelijkmatig is en de warmtecapaciteit in alle delen onderling gelijk is, de uitzetsnelheid van elk deel gelijk.

In verband met de afstanden bereiken daardoor de delen la de vormvlakken 30 eerder en worden zij snel af gekoeld en worden daardoor hard voordat de delen lb de vormvlakken bereiken. Hierdoor worden alleen de delen lb verder uitgezet totdat zij de vormvlakken bereiken. Als gevolg daarvan worden de zijvlakken 2b aan de beide zijden van de fles 2 dunner.

Fig. 6 toont de resultaten van het vormen van een fles 12 met een 35 ellipsvormige dwarsdoorsnede van een voorvormstuk 11. De afmeting A van de fles 12 bedroeg 37 mm en de afmeting B 65 mm. De dikte van het voorvormstuk was overaai 2,5 mm en de binnendiameter bedroeg 19 mm. De wanddikte in mm van de verkregen fles 12 werd gemeten door de fles in acht gelijke delen te snijden door snijden in de langsrichting en de resultaten van de 7907157 > m -4- metingen van de verschillende delen zijn weergegeven in de volgende tabel.

Tabel 1

Deel" ï ÏX ïïï IV V VI VÏÏ VIII

Dikte ÖTtS 0752 0,18 0753 0,66 0,50 0,19 0,51 in mm__

Uit de tabel blijkt dat de dikte in de delen III en VII van de beide zijdelen van de fles 12 geheel verschillend is van de dikte in de delen I en V in het voorste en achterste middendeel van de fles, zodat de dikteverdeling ongelijk is.

10 Door de uitvinding, waarbij de wanddikte van het voorvormstuk wordt gevarieerd, zijn. ook de warmtecapaciteiten van de wanddelen van het voorvormstuk verschillend- De dikkere delen, zijn hierdoor gemakkelijk uitzet-baar en zij koelen moeilijker af ten gevolge van de koeling door de vorm-vlakken, waardoor verschillen ontstaan in uitzetting van het voorvormstuk 15 1 in de blaasvorm 3. Doordat de delen la een grotere warmtecapaciteit hebben worden zij meer gerekt vergeleken met de delen lb welke een kleinere warmtecapaciteit hebben en gemakkelijker worden gekoeld,. Zelfs wanneer de delen la de vormvlakken eerder bereiken, omdat zij dichter bij deze vorm-vlakken liggen, en worden onderworpen aan koeling, kunnen deze delen la 20 nog verder worden gerekt. Daardoor verloopt het proces niet zodanig dat alleen de delen lb sterk worden gerekt tot dunne wanden naar de mate van uitrekking van de delen la ook groter wordt. Hierdoor wordt de wanddikte van de platte fles 2 gelijkmatig over de gehele omtrek.

Fig.. 7 toont de resultaten van het vormen van een fles 2 met 25 elliptische dwarsdoorsnede uit een voorvormstuk 1 met een wanddikte van 2,5 mm, waarbij de dikte van de delen la ongeveer 0,2 mm groter werd gemaakt dan de dikte van de andere delen lb. De vorm en de afmetingen A en B waren gelijk aan die van de vorige fles 12. De meetresultaten van de dikte in de acht gelijke delen zijn opgenomen in de volgende tabel 2.

30 __Tabel 2_

Deel__I II III IV V VI VII VIII

Dikte 0,35 0,35 0,34 0,34 0,36 0,35 0,33 0,34 in mm_

Uit deze meetwaarden blijkt dat het verschil in dikte tussen de 35 beide zijdelen III en VII en het voorste en achterste middendeel I en V bedragen 0,02 tot 0,03 mm, hetgeen zeer weinig is en dat de dikteverschillen in de gehele zijwand van de fles in dit gebied van waarden liggen zodat de wanddikte van de fles, verkregen met de werkwijze volgens de uitvinding, zeer gelijkmatig is.

7907157 -5-

Verder werd nog een proef gedaan met een voorvormstuk 1 waarvan de verschillen in wanddikte 0,3 mm bedroegen, terwijl het blaasvormen volgens de uitvinding werd uitgevoerd. De dikte van de verschillende delen van de verkregen platte fles zijn opgenomen in de volgende tabel.

5 __Tabel 3_

Deel__I : II III IV V VI VII VIII

Dikte 0,28 0,35 0,45 0,34 0,26 0,33 0,44 0,36 in mm_____________________

In dit geval is de dikte van de beide zijdelen III en VII van de 10 fles 2 groter dan die van het voorste en het achterste middendeel 1 en 5. Hieruit blijkt dat de sterkte van de zijdelen van de fles kan worden vergroot door verandering van de dikte van het voorvormstuk.

Zoals hierboven is beschreven wordt bij de werkwijze volgens de uitvinding de dikte van de delen van een voorvormstuk, welke het voorvlak 15 en het achtervlak van de zijwand van een platte fles moeten vormen, verschillend gemaakt van de delen van het voorvormstuk welke de zijvlakken van de fles moeten vormen, d.w.z. de delen van het voorvormstuk voor tie vorming van het voorvlak en het achtervlak worden dikker gemaakt, waardoor de warmtecapaciteit daarvan wordt vergroot. Daardoor is een gelijkmatige 20 uitzetting van het voorvormstuk mogelijk en, zelfs wanneer cilindrische voorvormstukken worden gebruikt, kunnen platte flessen met constante dikte worden verkregen. Verder is de werkwijze, daar het slechts nodig is de dikteverdeling in het voorvormstuk te wijzigen in het stadium van het spuitgieten, niet verschillend van het blaasvormen van cirkelvormige 25 flessen en kunnen platte flessen van willekeurige vorm in massa worden vervaardigd op dezelfde wijze als bij het bekende blaasvormproces.

7907157

Claims

1. Werkwijze voor het blaasvormen van platte flessen van kunststof gekenmerkt doordat, bij het vormen van een platte fles door het blazen van lucht in een door spuitgieten verkregen voorvormstuk met een bodem, de dikte van de delen van het voorvormstuk, welke bestemd zijn voor de vorming 5 van het voor- en achtervlak van de fles, groter wordt gemaakt dan de dikte van de delen van het voorvormstuk, welke bestemd zijn voor de vorming van de beide zijvlakken van de fles., waardoor de warmtecapaciteit van de delen van het voorvormstuk voor de vorming van het voor- en achtervlak wordt vergroot boven die van de delen van het voorvormstuk voor de vorming van 10 de zijvlakken, zodanig dat de eerstgenoemde delen gemakkelijker kunnen worden uitgezet.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk dat 'de platte fles een dwarsdoorsnede heeft in de vorm van een ellips, een rechthoek of een dergelijke vorm.

3. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de dikte van de delen van het voorvormstuk, welke bestemd zijn voor de vorming van het voor- en achtervlak van de fles, een bedrag van ongeveer 0,1 tot 0,5 mm groter wordt gemaakt dan de dikte van de delen van het voorvormstuk, welke bestemd zijn voor de vorming van de zijvlakken van de fles.

4. Werkwijze volgens conclusie 1 of 3, met het kenmerk dat de dikte van de delen van. het voorvormstuk, welke bestemd zijn voor de vorming van het voorvlak en het achtervlak van de fles,, zodanig groter wordt gemaakt dat de dikte van de delen van het voorvormstuk, welke bestemd zijn voor de vorming van de zijvlakken van de fles, dat de fles een gelijke wanddikte 25 verkrijgt.

5. Werkwijze volgens conclusie 1 of 3, met het kenmerk dat de dikte van de delen van het voorvormstuk, welke bestemd zijn voor de vorming van het voorvlak en het achtervlak van de fles, zodanig groter wordt gemaakt dat de dikte van de delen van het voorvormstuk, welke bestemd zijn voor de 30 vorming van de zijvlakken van de fles, dat de zijvlakken dikker worden dan het voorvlak en het achtervlak van de fles. 7907157