NL7906818A - Verwerkingsinrichting van een beeldontledingssignaal. - Google Patents

Description

> * i

793^1^/Ti/vL

Aanvraagster: S.A. COMPAGNIE INDUSTRIELLE. DES TELECOMMUNICATIONS CIT-ALCATEL te PARIJS, Frankrijk

Korte aanduiding: Verwerkingsinriehting van eenbeeldontledingssignaal

De uitvinding heeft betrekking op een verwerkingsinr i chting van een beeldontledingssignaal ter verkrijging, van. een! variabele vergelij-kingsdrempel. voor het beeldontledingssignaal en .de omzetting van dit ontledings signaal naar wel of geen signaal. Deze verwerkingsinrichting 5 is in het bijzonder geschikt voor gebruik, in transmissie-inrichtingen van door aftasting van doeumenten.verkregen. beeldtelegrafiesignalen en wel voor de omzetting daarvan in ..wel of. geen signaal.

Het is' bekend, dat een documentontledingssignaal een tussen twee grenswaarden.in de amplitude gemoduleerd. signaal is, waarbij het maxi-10 male zwart niveau, en het maximale .wit niveau, resp., overeenkomen met de zwarte en witte elementen van het. afgetaste document. Zoals gebruikelijk ligt in het door middel, van bij voorbeeld een fotodiode gedetecteerd ontledingssignaal het wit niveau hoger dan het zwartniveau, terwijl deze relatieve niveaus door. een analoge voorbewerking, bij voor-15 beeld met behulp van een cmkeerversterker, omgekeerd kunnen zijn.

De omzetting van .het beeldontledingssignaal in wel of geen signaal of de omzetting in een signaal met twee niveaus, noodzaakt de vergelijking van dit signaal met een tussen twee modulatiegrenzen gelegen . referentiesignaal. In.de praktijk wordt, voor het referentiesignaal een 20 waarde dicht bij het maximale witniveau. van het beeld gekozen.

Indien het afgetaste document een.niet gelijkmatige ondergrond en/of de gegevens voorstellende elementen met eveneens ongelijkmatige kleur heeft, is de vergelijking van het ontledingssignaal met een constant referentiesignaal niet voldoende. In dit geval.kan het ontledings-25 signaal in feite een zeer veranderlijke amplitude hebben met amplitude-afnamen bij de verschillende modulatieniveaus indien de bij elkaar liggende zwart-witwisselingen worden afgetast . Het is bekend de waarde van het referentiesignaal, dat een vergelijkingsdrempel voor stelt, als functie van de modulatieniveaus van het ontledingssignaal te variëren.

7906818 Ρ· * 2

De uitvinding .heeft ten, doel - een, variabele .beslissingsdrempel te verschaffen,, die een'..functie is van,.de kleur.van.de beeldachtergrond maar eveneens een functie, van.de opeenvolgende, modulatieniveaus van het beeldsignaal is.

5 De uitvinding verschaft, daartoe, een verwerkingsinrichting van een beeldontledingssignaal,met. variabele modulatieniveaus tussen twee met een wit en ..een zwart, beeld, overeenkomende grensniveaus voor de opeenvolgende beeldelement en.langs··, de opeenvolgende aftastlijnen voor de omzetting van dit beeldontledingssignaal.in... wel' of geen. signaal.door 10 . vergelijking van hetbeeldontledingssignaal,met een .voor de modulatieniveaus van. dit signaal variabele beslissingsdrempel' gekenmerkt door een detectieketen.-VOor.de detectie gedurende een beeldaftastlijn van de waarde. Δ van de beeldachtèrgrond:met behulp van.het door haar ontvangen beeldontledingssignaal,.een,detectieketen,voor'de detectie, in enkele op- 15 eenvolgende. beeldpunten’van de,, gemiddelde waarde Δ van..het door haar ontvangen beeldontledingssignaal, en ,e.en verwerkingsinrichting van de variabele beslissingsdrèmpel,die met.de ketens, voor· de-detectie van de waarde Δ van .de beeldachtergrond; en. de gemiddelde, Δ van het ontle-dingssignaal is verbonden, en. de. beslissingsdrempel· afgeeft waarvan de 20 waarde V, beantwoordt aan. een relatie van de vorm V, = K Δ.+ K’ Δ , d. . d ’ waarin K en.K’ twee coëfficiënten, zijn, waarvan de waarden voldoen aan de relaties: °<K<1 0<^K’<^1 25 0<^K + K’<^1 .

De uitvinding wordt toegelicht aan de hand. van. de tekening:

Fig. 1 is een bloksehema van.de keten.volgens de uitvinding; fig. 2 illustreert de werking van deze inrichting, en fig. 3 is het schema van een uitvoeringsvorm van deze keten.

30 Fig. 1 toont in de vorm. van een bloksehema de verwerkingsketen van

een beeldontledingssignaal.voor de omzetting van dit signaal in wel of geen signaal door middel.van vergelijking van dit signaal met een variabele beslissingsdrempel.. Met E is de ingang van deze keten aangegeven, welke ingang het beeldontledingssignaal V ontvangt. Dit signaal V

3». & 35 heeft, variabele modulatieniveaus tussen:.twee met maximaal wit en maximaal zwart van het beeld overeenkomende grensniveaus en geeft de opeen- 7906818 V *5 3 volgende punten van het "beeld langs opeenvolgende aftastlijnen weer; in dit ontledingssignaal V is de amplitude, van het witniveau hoger dan die van het zwartniveau. Met: S is de uitgang van de keten aangegeven, welke uitgang het signaal V af geeft, dat het signaal V in "binaire S 3t 5 vorm voorstelt.

Het beeldontledingssignaal V wordt naar een vergelijkingsketen 1, gevormd door een operationele versterker, gevoerd. Deze vergelijkings-keten 1 ontvangt "bovendien de beslissingsdrempel V^ en haar uitgang vormt de uitgang S van de keten.

10 Voor het uitwerken van de "beslissimgsdrempel V heeft de inrich ting een detectiekèten 2 voor de maximale modulatiepiek van het door haar ontvangen signaal V en "bevat een geheugenelement,. zoals een con- 3» densator, voor de maximaal gedetecteerde piekwaarde Δ . De inrichting omvat eveneens een detectieketen 3 voor de gemiddelde waarde Δ van 15 het signaal V in enkele beeldontledingspuhten en is.eveneens met de in-gang E verbonden.. Tenslotte bevat zij een keten k voor de optelling van de gedetecteerde waarden Δ en Δ ter verkrijging van de beslissings-drempel volgens de relatie = κΔ + K1 Δ . Het is deze beslissings-drempel die als vergelijkings spanning naar de vergelijkingsketen 1 20 wordt gevoerd.

De waarden van de coëfficiënten K en K’ worden als functie van de karakteristieken:van het ontledingssignaal.gekozen. In een bij wijze van voorbeeld gegeven uitvoeringsvorm is K gelijk aan . 1/3 en K' gelijk , . . Δ Δ aan 1/2 gekozen, hetgeen leidt tot de relatie Y^ = -y + · De keu- 25 ze van een besliss ingsdrempel Y^, die aan. deze relatie beantwoordt geeft aan de uitgang S van de inrichting goed herkenbare zwarte punten op de witte beeldaehtergrond.. Indien. de witte punten van het beeld elkaar op- volgen ligt de gemiddelde waarde Δ in feite zeer dicht bij de maximale waarde Δ a zodat de beslissingsdrempel Y_ voor Δ =Δ de waarde

CL

30 V, = ν-Δ krijgt, die dus zeer dicht bij het maximale witniveau ligt.

d 6 Δ Δ *

De keuze van de beslissingsdrempel met de waarde + —— geeft aan de uitgang S van de inrichting eveneens goed herkenbare witte punten op een zwarte achtergrond. Indien het. beeldontledingssignaal V ver- a , spreide witte punten heeft, ligt de gedetecteerde gemiddelde waarde Δ 35 in feite zeer dicht bij het zwartniveau van een beeld; voor Δ = 0 Δ krijgt de beslissingswaarde de waarde Y^ = —— en wordt daarmee op een 7906818 r * - k - waarde relatief' dicht bij .het zwart niveau., gebracht., hetgeen in de praktijk steeds de detectie van, de. witte punten op. een zwarte .achtergrond, waarvan de amplitude in:het signaal V veel kleiner.is, door de in- 3» richting uitvoerbaar maakt.

5 In figuur 2 worden voor een signaal V de door middel van.de.be- • * · 9» - · slissingsdrempe! genomen, waarden getoond. Deze figuur 2 is in drie gebieden a, b, c verdeeld,. in welke, het signaal V in het gebied a een gering aantal zwarte beeldpunten^ op een witte: achtergrond betreft, het in gebied.b een. afwisseling, van.witte en zwarte punten betreft en het 10 in gebied c.een zeer kleiia aantal, witte.beeldpunten, op een'zwarte achtergrond betreft. In deze drie gebieden is .het signaal. V met een 9, zeer sterke amplitude:-afname tot het grensniveau,. maximaal zwart (gebied a), maximaal.wit (gebied' c) of. tot- de niveaugrenzen. van maximaal zwart en maximaal wit; (gebied b) getoond. Dit wordt, voor de gebieden a 15 en c veroorzaakt door het geringe, aantal, zwarte resp. witte punten in een betreffend beeld met. een overwegend witte resp. zwarte kleur en voor het gebied b door de afwisseling van. zwarte en. witte punten in het betreffende beeld. De maximale piekwaarde voor de. drie gebieden is met Δ aangegeven en de gedetecteerde.gemiddelde waarden in elk van de ge-20 bieden zijn resp. door Δ a, Δ b en Δ c aangegeven. De waarden van de beslissingsdrempels. zijn. voor elk'.gebied.' aangegeven met"V^ , en V· , . . . *

In het gebied, a is Δ a. vrijwel gelijk aan A de drempel V

g- 0.3» ligt dicht, bij Δ en heeft Ongeveer een waarde gelijk aan v-A .

, /\ o 25 In het gebied b is A b vrijwel gelijk aan —r— en. is de waarde 7 ^ van vrijwel gelijk aan ^ ·

In het gebied c is A’c vrijwel gelijk aan 0,, is de waarde van Y^c in de richting van- het zwart niveau-gebracht en .benadert de waarde , Δ

Ito 3 .

Figuur 3 toont het .schema van een uitvoeringsvorm; in deze figuur kernen dezelfde blokken.voor alsin figuur 1 en deze zijn met dezelfde vervij zings cijfers aangegeven. De figuur toont., dat de vergelij-kingsketen wordt gevormd door een operationele ver sterker, die op haar 35 positieve ingang het signaal V en op haar negatieve ingang de beslis- 3» singsdrempel V ontvangt en het uitgangssignaal V afgeeft. De detectie-d s 7906818 V 1 5 keten 2 voer de maximale, piekwaarde van het signaal V -wordt gevormd 8» door een .-weerstand 20 en een. met . massa verbonden, condensator 21. De ingang E van de inrichting is. via de ingangselektrode. resp·- de uitgangs-elektrode van een veldeffekttransistor 22. met de de opladingsweerstand 5 van de condensator.21 vormende weerstand 20 verbonden..Eet knooppunt van de condensator 21 en Haar oplaadweerstand-20 is.via de ingangselek-trode en uitgangselektrode. van. een andere veldeffekttransistor 239 welke het signaal. Δ doorgeeft, met een.hierna.beschreven, ontladingsketen van. de condensator 21. en met .eeh. uitgangsversterkingsketen met twee 10 . transistors. 2k en 25 verbonden. In.deze versterker wordt, de EPS transistor 2k op haar basis door de veldeffekttransistor 23,aangestuurd, is haar collector met een spanningsbron, + V verbonden, is haar emitter via een weerstand 26. met ..een spanningsbron.. - V verbonden,, is. de PEP transistor 25 met haar basis met de emitter .van de transistor 2h verbonden, is 15 haar de uitgang van de. versterker.; vormende emitter via, een., weer stand 2T met de bron + V verbonden en is haar collector met de bron - V verbonden.

De veldeffekttransistor 22 wordt gestuurd bij een detectie van een hogere piekwaarde van het signaal.V dan die welke,in de condensa-

Si tor 21 is opgeslagen. Daartoe wordt een vergelijker gebruikt, die be-20 staat uit een operationele versterker,.die ingesteld is,tussen + V en - 7 en met haar positieve en. negatieve, ingangen enerzijds met de ingang E en anderzijds met de uitgang van de veldeffekttransistor 23 is verbonden. Het uitgangssignaal van deze operationele versterker 50 wordt via een weerstand 51 naar de stuuringang van.de veldeffekttransistor 22 25 gevoerd. Deze veldeffekttransistor 22 vormt de. besturingsketen voor de oplading van de condensator 21. Zij gedraagt zich, als een gesloten schakelaar zodra het. signaal V een hogere waarde heeft. dan. de opgeslagen.

9» - piekwaarde en gedraagt als geopende schakelaar in het tegengestelde geval.

30 De ontladingsketen van de condensator 21,hééft .een. weerstand 55 met een hoge waarde, die met.de condensator 21 ..een grote ontladings-tijdconstante vormt voor een langzame ontlading van deze condensator, en is met de uitgang van de veldeffekttransistor. 23,verbonden. Deze weerstand 55 is anderzijds met, een stel transistors 56 en 57 verbonden, 35 die door een. van de operationele versterker 50 afkomstig signaal gestuurd worden. Van de PEP transistor 56 is de basis via een weerstand 52 7906818 - 6 * * ·* met de. uitgang van de operationele versterker. 50 verbonden, welke uitgang tevens via..een weerstand. 53 met.de bron + V.is .verbonden. De emitter van deze transistor is met . eeu instelbron + Y*, die lager is dan de bron + V, verbonden., baar .collector, is.via een.weerstand 58 met de 5 basis van de EPÏT transistor 57 verbonden, van ..welke, laatste de emitter met massa en de collector .met ;de .ontladingsweerstand. . 55 is verbonden.

De veldeffekttransistor 23 wordt door bet uitgangssignaal van de operationele versterker 50 gestuurd:,• welk· signaal, via de .weerstand 51 en r esp. de anode en kathode, van. een diode 6θ. naar 'haar .stuur ingang 10.. gevoerd wordt. De anode van. een. diode 61 .is met.de weerstand 51 en haar katbode met massa verbonden., ten., beboëvè. van de. besturing van de twee veldeffekttransistors 22 en 23'.

De twee veldeffekttransistors·..22. en 23. worden, eveneens gestuurd vanuit een stuuringangsklem C, die met, de stuur ingang van de veldeffekt-15 transistor 23 en. via de diode. 60 met de. stunringang van., de veldeffekttransistor 22 is verbonden, en. wel door. middel van. een signaal, dat kenmerkend is voor de aftasting vanbet beeld'tussen opeenvolgende af-tastlijnen. Dit signaal.wordt door. de .bet · signaal V afgevende beeld-

SL

ontledingsketen tussen het einde, van. elke aftastlijn en begin van elke 20 volgende aftastlijn verzonden. Dit signaal heeft tussen de aft ast lijnen een. negatieve, spanning, en blokkeert dan de .tweè .veldeffekttransistors 22 en 23. Gedurende de aftasting van.de lijnen, krijgt dit signaal een positieve waarde en brengt .de. veldeffekttransistor,.23. weer,in geleiding.

In figuur 3 bestaat.de deteetieketen 3 voor. de gemiddelde waar-25 de Δ van . het signaal V in enkele oatledingspunten-uit.een·condensa- Q, tor 31 en baar ontladingsweerstand 30. . De keten 1+. voor de verwerking TO! de.beslissiags&rempel. bestaat uit- een.weerstandsnetwerk gevormd door eenmet .de emitter van de. transistor 25 verbonden.weerstand 1+0, een met bet knooppunt van de-weerstand. 30' ên.de condensator 31 verbonden 30 weerstand 1+1 'en een .tussen massa, en-de .weerstanden.Λθ en 1+1 verbonden weerstand 1+2, Deze. weerstanden 1+0,-1+1 en 1+2. hebben bepaalde relatieve waarden en indien de waarde, van de weerstand. 1+0 is, R2 die van de weerstand 1)-1, R^ van de weerstand 1+2 en R^.. van. de weerstand 30 worden 'de waarden van.deze weerstanden gekoppeld.door de relaties 79 0 6 8 1 8 * * τ Ε2 $> Η R - II Β R1 - Κ Ε2 TJ - Ε* -ρ 3 “ 1 - Κ - Κ* 2

Ter verkrijging van een beslissingsdrempel zoals 5 v = κΔ+ κ1 A* die naar da vergelijkingsketen 1 wordt gevoerd.

In het geval met K = 1/3 en K' = 1/2 in het gekozen voorbeeld worden deze relaties

E2 EU

10 R, * | R2 E3 = 3 R2 ter verkrijging van een beslissingsdrempel Y^ zoals Δ Δ»

Vd " 3 + 2

De inrichting volgens fig. 3 wordt voorts gecompleteerd door een 15 begrenzingsketen 7 voor de beslissingsdrempel Y^. Deze keten 7 heeft een operationele versterker 70, die op haar negatieve ingang de aan de uitgang van de keten k af gegeven..beslissingsdrempel Y^. en op haar positieve ingang een vaste spanning ontvangt, welke laatste, de minimale waarde van de naar de vergelijker. 1 te voeren beslissingsdrsapel is. Deze 20 vaste spanning wordt van een tussen de bron + V’ en massa opgenomen in-stelweerstand 71 af genomen.. De. uitgang van de operationele versterker 70 is via een weerstand 72 met de. bron + Y’ verbonden. Zij is via een diode 73, die geleidend is indien het signaal Y^ lager is dan de minimale drempelwaarde, en een. weerstand. 7^· met knooppunt van. de weerstanden 25 ^0, M en h2 verbonden om de naar.de negatieve ingang van de „operatio nele versterker van de keten k gevoerde drempel ten minste op deze minimale waarde.te houden.

De aan de uitgang van de operationele versterker 50 af gegeven positieve spanning, indien het niveau, van het signaal V in E hoger is s* 30 dan de waarde Δ van de onthouden piek, maakt de veldeffèkttransistor 22 geleidend ter oplading van de condensator tot de overeenkomstige waarde. Tegelijkertijd wordt de ontladingsketen 55* 56, 57 geblokkeerd en is de 79 0 68 1 8 * - 8 veldeffekttransistor 23 geleidend.

De aan.de uitgang van de. operationelè ver.sterker 50 afgegeven negatieve spanning, blokkeert indien kef. niveau, van het signaal in E lager is dan de onthouden waarde A 5 de veldeffekttransistor 22. Tege-5 lijkertijd isoleert de diode 60 de-stuuringang van, de. veldef fekttr ansis-tor 23 van.deze.negatieve spanning van..de uitgang van. de operationele versterker 50, welke ingang via de klem C op . een'positievë spanning wordt getracht .. Tegelijkertijd .wordt door middel: van. de ;in geleiding gebrachte transistoren. 56 en, 57 de., weer stand 55 met massa verbonden en 10 ontlaadt de, condensator. 21 zich.langzaam.

Tussen twee opeenvolgende aftastlijnen. vaneen beeld worden door de dan op de klem C aanwezige negatieve, spanning de.veldef fekttransis-tors 23 en 22 geblokkeerd: de condensator. 21. wordt noch opgeladen noch ontladen.

15 Deze inrichting, maakt ..dus - de instelling; van. de .beslissingsdrempel als functie van,.de op een aftastlijn .gedetecteerde beeldachtergrond en als functie van.de in de achtergrond te detecteren diehtheid van de ont-ledingspunten mogelijk.' 7906818

Claims (7)

1. Verwerkingsinri eht ing van. een. beeldontledingss ignaal met varia bele modulatieniveaus tussen: twee met een wit en een,zwart beeld overeenkomende grensniveaus voorde opeenvolgende beeldelementen langs de opeenvolgende aftastlijnen.voor de omzetting van. dit beeldontledings-5 signaal in wel of geen signaal-door vergelijking van. bet .beeldontledings-signaal met een voor de modulatieniveaus.van dit signaal· variabele be-slissingsdrempel gekenmerkt door. een. detectieketen...voor de:detectie gedurende een beeldaftastlijn van.de waarde A van de beeldacbt er grond met behulp van het door haar . ontvangen beeldontledingssignaal, een de-10 tectieketen. voor de detectie in enkele opeenvolgende -beeldpunten van de gemiddelde waarde A van het. door haar ontvangen beeldontledingssignaal en een verwerkingsketen van de variabele beslissingsdrempel, die met de ketens voor de detectie van de waarde Δ van. de beeldachtergrond en de gemiddelde waarde A van het ontledingssignaal is verbonden en de be-15 slissingsdrempel afgeeft waarvan de waarde V. beantwoordt aan een rela- I CL tie van de vorm K' Δ , waarin K en E’ twee coëfficiënten zijn9 waarvan de waarden voldoen aan de relaties: °<K<1 , 0<K*< 1 20 0<K + K*<J

2. Inrichting volgens conclusie. 1met het kenmerk, dat de detectieketen voor de detectie van. de waarde A van. de beeldachtergrond over een beeldaf tastlijn wordt gevormd door. een met een stuurdetectieketen verbonden piekdeteetor, die als schakelaar werkt en. aan..de uitgangzijde ' 25 van de detectieketen voor de waarde A is opgenomen en het sluiten resp. openen bestuurd. zodra het niveau van het ontledingssignaal hoger resp. lager is dan de eerder' gedetecteerde waarde Δ door middel van een voor het niet aftasten van een.beeldontledingslijn.kenmerkend signaal het openen gefcrceerd. bestuurt en met een besturingsketen verbonden is voor 30 de verwerking van de gedetecteerde waarde Δ , die eveneens als schakelaar werkt en aan de ingangzijde van de detectieketen van de waarde A is opgenomen en door middel van een voor het aftasten van een beeldontledingslijn kenmerkend signaal het sluiten bestuurt en door middel van een voor het niet aftasten van een ont ledings lijn kenmerkend signaal ge- 7906818 * *v ; -10. t forceerd het, openen bestuurt.

3. Inrichting volgens. conclusie 2., gekenmerkt. door.een, ontladings-keten, die via de. de .gedetecteerde .waarde Δ gebruikende be sturing sket en met de piekdetector is verbonden , en', over' het gehele niveau, van het ont-5 ledingssignaal, dat. lager is dan de gedetecteerde waarde Δ , wordt bestuurd. h. Inrichting volgens conclusie: 3., met .het kenmerk,. dat de ontla-dingsketen. wordt gevprmd: door .een'.weerstand, . die enerzijds met de de gedetecteerde waarde Δ gebruikende .besturingsketen. en;anderzijds via 10. . een transistor .met . massa, is .verbonden,-welke transistor geleidend wordt zodra het niveau, van het. ontledingssignaal' lager' is dan. de gedetecteerde waarde Δ.

5. Inrichting volgens een of. meer der -.conclusies. 1 t/m h, met het kenmerk, dat de. de. beslissingsdrempel.V^'opwekkende-keten,wordt gevormd 15. door een weerstandsnetwerk, „ dat. wordt gevórmd, door . een, de. waarde Δ van de achtergrond ontvangende, eerste weerstand R^,..e.en tweede.de gemiddelde waarde Δ ontvangende weerstand R„ en. een derde weerstand R_, die enerzijds met massa en anderzijds met de.twee andere .weerstanden, is verbonden, ter..verkrijging van.de waarde, van..de beslissingsdrempel 20 op dit gemeenschappelijk, knooppunt, .waarbij de waarden van. de drie weerstanden onderling zijn gekoppeld: door middel.van de relaties H1 * r B2 en R3 = iXk' V

6. Inrichting volgens conclusie 1,'met :het kenmerk,, dat de detectie-keten voor de . achtergrondwaar de Δ wordt,gevórmd door een,eerste RC net- 25 werk met een kleine tijdconstante,, dat via een..eerste bestuurde veld-effekttransistor het .ontledingssignaal. ontvangt:en . de gedetecteerde en onthouden waarde^ via een. tweede bestuurde veldeffekttransistor ener-sijds naar de opwHdngstaten, van.de besliasingadr^pel .Va en anderaijda naar een ontladingsketèn.voerii, en door; een operationele. versterker die 30 het ontledingssignaal en .de gedetecteerde; en onthouden, waarde Δ ontvangt, welke waarde. Δ via de tweede veldeffekttransistor.,. die de eerste veldeffekttransistor in geleiding brengt,.resp. de. ontladingsketen, indien het niveau van het ontledingssignaal’ hoger resp. lager is dan de gedetecteerde en onthouden waarde Δ, de tweede veldeffekttransistor 35 door middel van een op een.besturingsingangsklem gelegd besturingssig- 7906818 naai. in geleiding wordt gebracht indien .bet naar.de.inrichting gevoerde ontledingssignaal de punten.van. een .beeldontledingslijn betreft en door de eerste veldeffekttransistor geforceerd .wordt .gesloten, door middel van de inverse van het.'op de..besturingsingangsklem aanwezig stuursignaal 5 indien het ontledingssignaal geen.betrekking heeft, op .de punten van een beeldontledingslijn.

7. Inrichting volgens een. der conclusies. 1 t/m. 6,: gekenmerkt door een begrenzingsketen. voor de minimale, waarde van de beslissingsdrempel, die met de. opwekkingsketen. van de beslissingsdrempel is verbonden» 10 en door een detectieketen voor detectie van de waarde van de beslissingsdrempel ten. opzichte van een gegeven'minimale waarde heeft en om de beslissingsdrempel ten. minste qp die, minimale waarde te houden.

8. Inrichting volgens een der conclusies .1 t/m J3 met het kenmerk, dat de waarde K in. principe gelijk wordt gekozen aan 1/3 en de waarde 15 van K’ in principe gelijk· wordt gekozen aan 1/2, .zodat de waarde van de beslissingsdrempel: in principe gelijk wordt aan = -y- + ·—· . 7906818