NL8000604A - Spanning naar stroomomzetter. - Google Patents
Spanning naar stroomomzetter. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8000604A NL8000604A NL8000604A NL8000604A NL8000604A NL 8000604 A NL8000604 A NL 8000604A NL 8000604 A NL8000604 A NL 8000604A NL 8000604 A NL8000604 A NL 8000604A NL 8000604 A NL8000604 A NL 8000604A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- voltage
- resistor
- output
- intermediate node
- source
- Prior art date
Links
- 239000004020 conductor Substances 0.000 claims description 67
- 238000004804 winding Methods 0.000 claims description 14
- 230000001105 regulatory effect Effects 0.000 claims description 2
- 230000001939 inductive effect Effects 0.000 claims 12
- 239000000523 sample Substances 0.000 description 8
- 238000010586 diagram Methods 0.000 description 3
- 239000003990 capacitor Substances 0.000 description 2
- 239000013078 crystal Substances 0.000 description 2
- 239000007788 liquid Substances 0.000 description 2
- 238000000034 method Methods 0.000 description 2
- 230000008878 coupling Effects 0.000 description 1
- 238000010168 coupling process Methods 0.000 description 1
- 238000005859 coupling reaction Methods 0.000 description 1
- 230000005669 field effect Effects 0.000 description 1
- 239000012530 fluid Substances 0.000 description 1
- 230000006698 induction Effects 0.000 description 1
- 230000010363 phase shift Effects 0.000 description 1
- 230000002028 premature Effects 0.000 description 1
Classifications
-
- G—PHYSICS
- G01—MEASURING; TESTING
- G01R—MEASURING ELECTRIC VARIABLES; MEASURING MAGNETIC VARIABLES
- G01R19/00—Arrangements for measuring currents or voltages or for indicating presence or sign thereof
-
- G—PHYSICS
- G01—MEASURING; TESTING
- G01N—INVESTIGATING OR ANALYSING MATERIALS BY DETERMINING THEIR CHEMICAL OR PHYSICAL PROPERTIES
- G01N9/00—Investigating density or specific gravity of materials; Analysing materials by determining density or specific gravity
- G01N9/002—Investigating density or specific gravity of materials; Analysing materials by determining density or specific gravity using variation of the resonant frequency of an element vibrating in contact with the material submitted to analysis
-
- H—ELECTRICITY
- H03—ELECTRONIC CIRCUITRY
- H03F—AMPLIFIERS
- H03F1/00—Details of amplifiers with only discharge tubes, only semiconductor devices or only unspecified devices as amplifying elements
- H03F1/30—Modifications of amplifiers to reduce influence of variations of temperature or supply voltage or other physical parameters
- H03F1/302—Modifications of amplifiers to reduce influence of variations of temperature or supply voltage or other physical parameters in bipolar transistor amplifiers
-
- H—ELECTRICITY
- H03—ELECTRONIC CIRCUITRY
- H03F—AMPLIFIERS
- H03F3/00—Amplifiers with only discharge tubes or only semiconductor devices as amplifying elements
- H03F3/45—Differential amplifiers
- H03F3/45071—Differential amplifiers with semiconductor devices only
- H03F3/45479—Differential amplifiers with semiconductor devices only characterised by the way of common mode signal rejection
Landscapes
- Physics & Mathematics (AREA)
- General Physics & Mathematics (AREA)
- Power Engineering (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Immunology (AREA)
- Analytical Chemistry (AREA)
- Biochemistry (AREA)
- General Health & Medical Sciences (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Pathology (AREA)
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Health & Medical Sciences (AREA)
- Amplifiers (AREA)
- Measurement Of Current Or Voltage (AREA)
- Ac-Ac Conversion (AREA)
- Manipulator (AREA)
Description
Λ ~r SPANNING NAAR STROOMOMZETTER.
De uitvinding heeft betrekking op spanning naar stroom-omzetters bijvoorbeeld voor vibratiedensitometers en meer in het bijzonder op een ongebruikelijk kleine en goedkope maar toch nauwkeurige stroomaandrijving daarvoor.
5 In het verleden waren de densitometers groot, duur en onhandig omdat deze gebruik maakten van een combinatie van spanning- en stroomaandrijvingen met verschillende fasen.
Combinaties van spanning- en stroomaandrijvingen met verschillende fasen zijn beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 10 3.878.374.
Een met een permanente magneet voorbekrachtigde stroomaandrijving met 90° voorijling is beschreven in de Amerikaanse octrooiaanvrage 837.454 ingediend 28 september 1977.
Een andere stroomaandrijving is beschreven in de Amerikaanse 15 octrooiaanvrage 919.967 ingediend 28 juni 1978.
Volgens de uitvinding worden de bovengenoemde en andere nadelen van de stand der techniek overwonnen door het verschaffen van een aandriji/ersterkerterugkoppelweg zonder condensator en inductie-spoel om faseverschuiving te voorkomen en een spoelstroom te verkrij-20 gen welke recht evenredig is aan de ingangsspanning van de aandrijfversterker.
Indien gewenst kan de 90° voorijlende stroomaandrijving eerder in de keten ingesteld worden.
De uitvinding zal beschreven worden aan de hand van de 25 tekening. Daarin toont: fig. 1 een blokschema van een vibratiedensitometer; fig. 2 een gedetaileerd blokschema van een in fig. 1 getekende lusketen; fig.3 een schema van een uitvoeringsvoorbeeld van de aan-30 drijfversterker volgens de uitvinding, en fig. 4 een grafiek van een stel golfvormen welke karakteristiek zijn voor de werking van de uitvinding.
Fig. 1 toont bij 34' een vibratiedensitometersonde met een aandrijfspoel 23, een vaantje 24, een piëzo-elektrisch kristal 25 en 8000304 7 ' 2 -een voorversterker 26.
De sonde 34' heeft een ingangsgeleider 27 en een uitgangsge-leider 28.
De andere in fig. 1 getekende rechthoeken zijn een lusketen 5 29, een digitale functiegenerator 30 en een verbruikersinrichting 31.
De lusketen 29 heeft een ingangsgeleider 32 en de uitgangsgeleiders 33 en 34. Van de digitale functiegenerator 30 is de ingangsgeleider 35 verbonden met de uitgangsgeleider 34 van de lusketen. De uitgang van de digitale functiegenerator 30. is met de verbruikersinrichting 31 10 verbonden.
De ingangsgeleider 27 van de sonde 34' is verbonden met de uitgangsgeleider 33 van de lusketen 29. De sonde 34' en de lusketen » 29 vormen een elektromechanische oscillator met gesloten lus. Het vaantje 24 is ondergedompeld in een vloeistof. De dichtheid van de 15 vloeistof is een functie van de frequentie waarbij het vaantje 24 trilt.
De ingangsgeleider 35 van de digitale functiegenerator 30 kan verbonden zijn met de geleider 33 of met andere punten in de lusketen 29. De lusketen 29 brengt een blokgolfspanning op de ingangsgeleider 20 35 van de digitale functiegenerator 30.
De in fig. 1 getekende verbruikersinrichting 31 kan een dichtheidsaanwijsinrichting, een soortgelijle gewicht-aanwijsinrichting, een procesregelaar of iets dergelijks zijn, zie bijvoorbeeld de Amerikaanse octrooischriften 3 677 067, 3 706 220, 3 738 155, 25 3 741 000 en 3 878 374.
De sonde 34', de digitale functiegenerator 30 en de verbruiker sinrichting 31 kunnen identiek zijn aan die beschreven zijn in het Amerikaanse octrooischrift 3 878 374. Lusketen 29 is niet identiek.
De in fig. 2 getekende lusketen 29 bevat een ingangsketen 36, 30 een automatische versterkingsregelingsversterker 37 (in het volgende AGC versterker genoemd), een volgfilter 38, een nuldoorgangsdetector 39, een monostabiele multivibrator 40, een omkeerinrichting 41, een niveauvergrendelingsketen 42, een fasevergrendelingslus 43, een blok-golfvormer 44, een EN-poort 45, een omkeerinrichting 46, een fasever-35 grendelingslus 47 en een aandrijfversterker 48, welke achtereenvolgens als serietrappen verbonden zijn van de ingangsgeleider 32 van de lus- 3000604 3 *
A
keten 29 naar de ingangsgeleider 33 welke geleiders respectievelijk verbonden zijn met de uitgangsgeleider 28 en de ingangsgeleider 27 van de sonde 34'. -
In fig. 2 zijn andere trappen een nuldoorgangsdetector 49/ 5 een fasedetector 50, een laagdoorlatendfiler 51, een fasedetector 52, een laagdoorlatend filter 53, een drempeldetector 54, een omkeerinrichting 55, een niveauvergrendelingsketen 56, een zwaaioscillator 57, een emittervolger 58, een zaagtandgenerator 59 en een fasebijstelketen 60.
De AGC versterker 37 heeft een AGC ingangsgeleider 61 welke 10 met de uitgang van de niveauvergrendelingsketen 56 verbonden is.
Het volgfilter 38 heeft twee uitgangsgeleiders 62 en 63. De uitgangsgeleider 63 van het volgfilter is verbonden met de ingang van de nuldoorgangsdetector 49. De uitgang van de nuldoorgangsdetector 49 is verbonden met een ingang 64 van de fasedetector 50. De uitgangsge-15 leider 66 van de AGC versterker 37 is verbonden met het knooppunt 65.
Het volgfilter 38 heeft twee ingangsgeleiders 67 en 68. De ingangsgeleider 67 van dit filter is met het knooppunt 65 verbonden.
De fasedetector 50 heeft een tweede ingangsgeleider 69 welke verbonden is met het knooppunt 65. De uitgang van de fasedetector 50 20 is- verbonden met een ingang van het laagdoorlatende filter 51. De uitgang van laagdoorlaat filter 51 is verbonden met de ingangsgeleider 68 van het volgfilter 38.
Het doel van de nuldoorgangsdetector 49, de fasedetector 50 en het laagdoorlatende filter 51 is het volgfilter 38 de frequentie 25 van het uitgangssignaal van de AGC versterker 37 te doen volgen. Het signaal op de ingangsgeleider 68 van het volgfilter 38 bewerkt zodoende dat het midden van de doorlaatband daarvan de frequentie van het ingangssignaal naar het volgfilter 38 over de ingangsgeleider 67 volgt.
30 Het uitgangssignaal van het volgfilter 38 op de uitgangsge leider 62 daarvan heeft 90° faseverschil met het signaal op de uitgangsgeleider 63 van dit filter. Het signaal op de uitgangsgeleider 62 van het volgfilter wordt toegevoerd aan de nuldoorgangsdetector 39 en de fasedetector 52. Het uitgangssignaal van de nuldoorgangsdetector 39 35 wordt zowel aan de fasedetector 52 als aan de monostabiele multivibrator 40 toegevoerd. Het uitgangssignaal van de fasedetector 52 wordt 3000804 % «· % 7 4 aan het laagdoorlatende filter 53 toegevoerd.
Het knooppunt 70 is verbonden met de uitgang van het laagdoor latende filter 53. De geleider 71 voert van het knooppunt 70 naar de ingangsketen 36 en wel naar de AGC ingang van een zich daarin be-5 vindende versterker voor automatische versterkingsregeling.
De ingang 72 van de drempeldetector 54 is verbonden met het knooppunt 70. Wanneer deze ingang 72 van de drempeldetector 54 beneden een tevorenbepaalde potentiaal is, bewerkt hij dat de potentiaal van de uitgangsgeleider 73 van de drempeldetector 54 ofwel hoog ofwel 10 laag wordt. De uitgangsgeleider 73 van de drempeldetector 54 is derhalve bijvoorbeeld ofwel aarde .ofwel +15 Volt. Wanneer het uitgangssignaal van het laagdoorlatende filter 53 lager is dan de tevorenbepaalde potentiaal, is de uitgangsgeleider 73 van de drempeldetector 54 op aardpotentiaal.
15 De drempeldetector 54 stuurt de niveauvergrendelingsketen 42 en tevens via de omkeerinrichting 55 de niveauvergrendelingsketen 56 en de zwaaioscillator 57.
De uitgangsgeleider 74 van de omkeerinrichting 55 neemt ook de potentialen +15 Volt of aarde aan.
20 De niveauvergrendelingsketen 42 voert ofwel het uitgangs signaal van de omkeerinrichting 41 naar de fasevergrendelingslus 43 of vergrendelt in de andere toestand van de drempeldetector 54 de uitgangsgeleider 75 aan aarde. Het uitgangssignaal van de omkeerinrichting 55 is eenvoudigweg het omgekeerde van het uitgangssignaal van 25 de drempeldetector 54. Wanneer de uitgang van de omeerkinrichting 55 hoog is, ontvangt de zwaaioscillator 57 energie. Wanneer de uitgang van de omkeerinrichting 55 laag is, is de uitgang van de zwaaioscillator 57 op aarde.
De emittervolger 58 is verbonden tussen de zwaaioscillator 30 57 en de fasevergrendelingslus 43. De uitgang 76 van de fasever grendelingslus 43 is verbonden met de blokgolfvormer 44. Voorts zijn de knooppunten 77 en 78 aanwezig. De uitgangsgeleider 79 van de blokgolfvormer 44 is met knooppunt 78 verbonden. De knooppunten 78 en 77 zijn met elkaar verbonden. De niveauvergrendelingsketen 56 is ver-35 bonden tussen'het knooppunt 77 en de ingangsgeleider 61 van de AGC versterker.
8000504 Λ 5
Wanneer de uitgang van de drempeldetector hoog is, is de lusketen 29 in volgbedrijf en opent de niveauvergrendelingsketen 42 om de uitgangsgeleider 75 daarvan van aarde los te maken. Omgekeerd legt tevens de omkeerinrichting 55 de ingang naar de zwaaioscillator 5 57 aan aarde en maakt deze onwerkzaam. Gedurende het volgen maakt de omkeerinrichting 55 tevens de uitgang van de niveauvergrendelingsketen 57 onwerkzaam door een verbinding 80 vanaf de uitgangsgeleider 74 van de omkeerinrichting naar de niveauvergrendelingsketen 56.
Gedurende het zoeken, houdt de drempeldetector 54 het uit-10 gangssignaal. van de niveauvergrendelingsketen 42 op aarde terwijl de omkeerinrichting 55 de zwaaioscillator 57 bedrijft en de niveauvergrendelingsketen 56 het uitgangssignaal van de blokgolfvormer 44 doorgeeft naar de AGC ingangsgeleider 61 van de AGC versterker 37.
In fig. 2 is het knooppunt verbonden met de in fig. 1 ge-'15 tekende digitale functiegenerator 30.
De EN-poort 45 ontvangt een ingangssignaal van het knooppunt 78 en van de uitgangsgeleider 81 van de fasebijstelketen 60.
De zaagtandgenerator 59 heeft een ingangsgeleider 82 welke met het knooppunt 78· verbonden is en een uitgangsgeleider 83 welke met 20 de ingang van d ; fasebijstelketen 60 verbonden is.
De keten 60 is met de hand instelbaar om de fase van de sinusgolfcomponent van de stroom in spoel 23 90° in fase te doen voorijlen ten aanzien van de uitgangsspanning van kristal 25. Deze bijstelling maakt het mogelijk dat de elektromechanische oscillator met 25 maximaal rendement oscilleert.
WERKING
In de in fig. 1 getekende uitvoeringsvorm van de uitvinding verschaffen de sonde 34' en de lusketen 29 een elektromechanische oscillator welke oscilleert op een frequentie welke afhangt van de 30 dichtheid van de vloeistof waarin het vaantje 24 ondergedompeld is.
Hetzelfde geldt voor de pulsherhalingsfrequentie van de blokgolfspan-ning welke aan de ingangsgeleider 35 van de digitale functiegenerator 3Q wordt toegevoerd. Zie voor meer details het Amerikaanse octrooi-schrift 3 878 374.
35 De digitale functiegenerator 30 kan beschouwd worden als een digitale lineairiseringsketen. Hij brengt een digitaal uitgangssignaal 8000604 , '6 · voort dat direct evenredig is met de dichtheid uit het ingangssignaal dat daaraan op de ingangsgeleider 35 wordt toegevoerd.
Alle blokken weergegeven in de fig. 1 en 2 kunnen geheel gebruikelijk zijn zoals beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 5 3 878 374, behalve de aandrijfversterker 48.
De aandrijfversterker 48 volgens de uitvinding is in fig. 3 weergegeven.
Een strooraaandrijving voor spoel 23, in fase met de ingangs-spanning van aandrijfversterker 48, wordt gewenst om de instelling 10 van de keten 60 niet te verstoren en de fase daarvan voor maximaal rendement te veranderen. Een stroomaandrijving is ook gewenst vanwege. de magnetostrictieve aandrijving in sonde 34, welke bestuurd wordt door de stroom en niet door de spanning over spoel 23. Zie bijvoorbeeld het Amerikaanse octrooischrift 3 677 067.
15 De aandrijfversterker 48 in fig. 3 is verbonden met de spoel 23. Indien V^n de spanning is tussen geleider 100 en aarde zal de stroom door spoel 23, I spoel zijn, zoals weergegeven is in fig. 4. Het wisselstroomgedeelte van I spoel is precies in fase met V^.
Onder bepaalde omstandigheden welke nog beschreven zullen worden kan 20 de gemiddelde stroom in de spoel I (fig. 4) als volgt bepaald worden: = M Kr]
De termen van (1) zullen hierna nog omschreven worden.
Omdat een magnetostrictieve aandrijving wordt toegepast, wordt I spoel bij voorkeur nooit negatief. Daarom is I bij voorkeur
Si 25 groot genoeg om de stroom in spoel 23 doorgaans van omkeren te weerhouden. Een magnetostrictieve aandrijving vertoont overigens een tweede harmonische component. Zie het Amerikaanse octrooischrift 3 677 067.
Bij voorkeur wordt een conventionele constante (geregelde) 30 spanningsbron 101 in fig. 3 toegepast. Deze spanning kan instelbaar zijn en/of toegevoerd worden vanuit een zener-diode (niet getekend).
De grootte van I kan bepaald of ingesteld worden door het bepalen van de grootte van de uitgangsspanning van bron 101 ten opzichte van aarde.
8000604 7
In fig. 3 kan de spoelstroom onder bepaalde omstandigheden _ onafhankelijk zijn van de grootte van de uitgangsspanning van een bron 102 welke dus niet geregeld behoeft te worden.
In fig. 3 is een gebruikelijke koppeling, condensator 103, 5 aangebracht tussen de geleiders 33 en 100. Knooppunten zijn aangebracht in 104, 105, 106, 107, 108, 109, 110, 111, 112 en 113. Een weerstand 114 vanaf knooppunt 104 is met aarde verbonden, geleider 100 is verbonden met knooppunt 104. Een weerstand 115 is verbonden tussen de knooppunten 104 en 105. De knooppunten 105 en 106 zijn met 10 elkaar verbonden. Evenzo de knooppunten 110 en 112. Knooppunt 110 is verbonden met bron 102. Potentiometer 116 is voorzien van een wikkeling 117 welke in serie verbonden is met een weerstand 118 tussen de knooppunten 110 en 111. Potentiometer 116 heeft een sleepcontact 119 dat met knooppunt 112 is verbonden. Weerstand 120 is verbonden tussen 15 knooppunt 111 en aarde. Een verschilversterker 121 wordt gevoed door bron 102 als de positieve voeding en aarde als de negatieve voeding. Versterker 121 heeft een omkerende ingang verbonden met knooppunt 105, een niet omkerende ingang verbonden met knooppunt 111 en een uitgang verbonden met een geleider 122' en zener-diode 122 met knooppunt 108 20 een weerstand 123 naar de basis 124 van een PNP transistor 125, waarbij de transistor 125 een collector 126 en een emitter 127 bevat.
° Emitter 127 is verbonden met knooppunt 109.
Weerstand 128 is van bron 101 verbonden met knooppunt 106.
De knooppunten 112 en 113 zijn met elkaar verbonden. Weerstand 129 is 25 verbonden tussen de knooppunten 108 en 113. Weerstand 130 is verbonden tussen de knooppunten 107 en 113. Weerstand 131 is verbonden tussen de knooppunten 106 en 107. De knooppunten 107 en 109 zijn met elkaar verbonden door geleider 137 en met collector 132 (via knooppunt 109) van een NPN transistor 133 met een emitter 134 die 30 via spoel 23 met aarde is verbonden en een basis 135 verbonden met collector 126.
De transistoren 125 en 133 vormen geheel of gedeeltelijk een stroombesturingsweg 36. Het grootste gedeelte van de stroom in geleider 137 tussen de knooppunten 107 en 109 gaat via spoel 23. Zoals 35 bekend is het percentage stroomverlies door basis 124 minder dan honderd gedeeld door het product van de B's van de transistoren 125 8000804 - > 8 en 133. Dit product is doorgaans 100.000. Het stroomverlies is dus onbeduidend.
De versterking van versterker 121 is doorgaans 100.000 of 500.000 of meer. Het is bekend dat een dergelijke conventionele ver-5 sterker met hoge versterking met een terugkoppelketen de omkerende ingang zal aandrijven tot dezelfde potentiaal als die van de niet omkerende ingang. Met andere woorden wordt knooppunt 105 gehouden op een potentiaal van knooppunt 111. De ingangsimpedanties van versterker 121 zijn zo hoog dat ze als oneindig beschouwd of verwaar-10 loosd kunnen worden.
Uit hetgeen hierboven genoemd is en de volgende definities is het daarom mogelijk de keten van fig. 3 te analyseren.
Weerstand Weerstand 115 Rj 15 131 R2 128 R3
130 R
116 R6 118 R5 20 120 · Rg
Bron Spanning geleider 100 V.
3 m 101 V .
ref
102 V
s 25 knooppunt 107 Vuit
De stroom door geleider 137 is de stroom I door weerstand Λ 130 verminderd met de lekstroom door weerstand 131. De stroom door geleider 137 gaat naar spoel 23, V - V ..
, .. s urt waarbij IR = --- (2) 30 Zoals reeds is gezegd is de spanning (ten opzichte van aarde) van knooppunten 105 en 111 dezelfde.
8000804 ' 9 *
Deze spanning is K Vs (3) R9 waarbij K = r9 +T5- + r6 (4)
De spanningsdeler is gevormd bij knooppunt 111 door poten-5 tiometer 116 en weerstanden 118 en 120 (van bron 102). De stroom door de weerstanden 115, 128 en 131 aan knooppunt 105 is dan nul, dus:
V.-KV V. -KV V _ - KV
jsi- + -a + -ïsL—£ ,0 (5) R2 E1 R2
Opgelost voor V ^ ^ V. - KV 1 Γ Ί FV „ - KV 7 Γ V = KV - -±2--£ B, - -£ p (6) uit s R, 2 ' R_ 2 1 J {. J L. J JL-, 10 vuj_t i-n (6) gesubstitueerd voor in (2) geeft:
V KV R0V. KR_V R0V e KR„V
__s _s 2 m 2 s 2 ref 2 s JR = R ” R RR1 " RR1 + RR3 ~ RR3
Ontbinden van R en V uit de termen met V : s s vir l Ro \Ί R~v· R«v ^ R LRJl "K ( +R1 + R3/J ”1 **3
De versterker kan onafhankelijk gemaakt worden van Vg door het stellen 15 van de potentiometer 119 dusdanig dat K - --- — (9) 1+^ R1 R3
In dit geval is R0V. R„R - I = 2 in + 2 ref (10) R RRj RR3
Dus I is in fase met V. en de meest rechtse term van (10) is I R in a 20 van (1).
Enige typische ketenwaarden zijn als volgt.
8 0 Ö 0 ö 0 4 * ' 10 - .
Ketenelement Waarde
Weerstand 115 1,0 MOhm
Weerstand 128 1,0 MOhm
Weerstand 131 1,0 MOhm 5 Weerstand 114 10.000 Ohm
Weerstand 116 10.000 Ohm ingesteld op b.v. 4.600 Ohm
Ketenelement Waarde
Weerstand 118 100.000 Ohm 10 Weerstand 120 52.300 Ohm
Weerstand 129 3.300 Ohm
Weerstand 123 2.200 Ohm
Weerstand 130 30-60 Ohm
Bron 102 10-40 Volt (b.v. 30) 15 Bron 101 b.v. 6,2 Volt V .. bij 107 6-7 Volt
uit J
De lekstroom door weerstand 131 is zeer klein vergeleken met de stroom door weerstand 130 omdat de knooppunten 111 en 106 ongeveer
V
s •20 — of 10 Volt zijn en V^t ongeveer 2 Volt is van piek tot piek.
Dus zelfs indien R is 60 Ohm wordt de stroom door weerstand 131 ongeveer 0,012 milliampere en de stroom door weerstand 130 ongeveer 6,2/60 x 1000 of 103,3 milliampere.
Dus I is gelijk aan I spoel. Dus:
R
R_V. R„V _ 25 I = + - --- (11) " spoel RRj RR3 U ;
Dit waar hoofdzakelijk omdat R2 R en omdat V^^ van dezelfde orde van grootte is als
V
en V .
3 s
De zener-diode 122 en weerstand 123 beveiligen versterker 121. 30 Uit het bovenstaande is het duidelijk dat vergelijking (9) als volgt geschreven kan worden: .8000604
V
11 ' R9 1 E9 + E5 + E6 " 5 5 <12)
Ei E3 ' -
Opgelost voor Rg geeft: P- - ‘ R6 = R2R9 57” + rT~ R5
1 3 J
Equivalenten kunnen voor de componenten 102,116, 118, 120, 5 122, 129, 123, 125 en 133 toegepast worden. Indien het ingangssignaal een zuivere wisselstroom is, kunnen in sommige gevallen 103 en 114 weggelaten worden. Een veldeffect transistor of een andere inrichting kan in de plaats gesteld worden voor transistor 125 en 133. De transistoren 125 en 133 kunnen van verschillend geleidingstype of van 10 hetzelfde geleidingstype zijn. Of van het PNP of van het NPN geleidingstype. Weerstand 114 verschaft aarde wanneer er geen signaal aanwezig is.
Bij fig. 3 is het van groot voordeel dat het andere einde van de spoel 23 kan schommelen tussen bijvoorbeeld positief V - 2 Volt 15 en negatief - (V - 2) Volt.
s . % 8000604
Claims (18)
1. Spanning naar stroomomzetter, met het kenmerk, dat deze is voorzien van een verschilversterker met een omkerende ingang, een niet omkerende ingang en een uitgangsgeleider 5 voor het voeren van een uitgangssignaal; een ingangsspanningsbron met een uitgangsspanning; een niet geregelde voedingsspanningsbron; een geregelde voedingsspanningsbron; een uitgangsspanningsknooppunt; eerste middelen verbonden vanaf de ongeregelde bron met de niet omkerende ingang om deze op een nauwkeurig voorafbepaalde potentiaal te hand-10 haven; een eerste weerstand verbonden vanaf de ingangsbron met de omkerende ingang; een tweede weerstand verbonden met de geregelde bron met de omkerende ingang; een terugkoppelweerstand verbonden vanaf het uitgangsknooppunt met de omkerende ingang; een derde weerstand verbonden met de ongeregelde bron met het uitgangsknooppunt; een inductieve 15 wikkeling met een geaard uiteinde en een einde tegenover het geaarde einde; een bestuurbare stroomweg tussen het uitgangsknooppunt en de inductieve wikkeling aan het tegengestelde einde? en tweede middelen verbonden met de verschilversterker uitgangsgeleider om de stroomweg dusdanig te besturen dat de omkerende ingang effectief aangedreven 20 wordt met dezelfde potentiaal als de niet omkerende ingangsspanning en te veroorzaken dat de wisselstroomcomponent in.de inductieve wikkeling rechtevenredig is met de wisselstroomcomponent van de uitgangsspanning van de ingangsspanningsbron.
2. Spanning naar stroomomzetter volgens conclusie 1, met 25 het kenmerk, dat de inductieve wikkelingsstroom een gelijkstroom component heeft welke zo groot is dat de richting van de inductieve wikkelingsstroom nooit van richting verandert.
3. Spanning naar stroomomzetter volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat eerste middelen zijn voorzien van een 30 variabele weerstand en een vierde weerstand in serie verbonden vanaf de ongeregelde bron met de niet omkerende ingang, een vijfde weerstand verbonden tussen de niet omkerende ingang en aarde waarbij de variabele weerstand dusdanig ingesteld wordt dat de weerstand R6 daarvan is E6 = R2R9 - Ir + TT1 - RS L 1- 3 J 3 ö ö 0 6 0 4 - . 13 η waarbij R^ de weerstand is van de vijfde weerstand R^ 1 ' vierde weerstand R2 ' ' terugkoppelweerstand R^ ’ ' eerste weerstand, en 5 ' ' tweede weerstand.
4. Spanning naar stroomomzetter volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de effectieve wikkelingsstroom bepaald - wordt door R„V. R0V c _ 2 rn 2 ref JR = RR1 RR3 10 waarbij R de weerstand is van derde weerstand V.n de uitgangsspanning van de ingangsspanningsbron en Vre£ de uitgangsspanning van de geregelde bron is.
5. Spanning naar stroomomzetter volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de bestuurde stroomweg bevat een PNP 15 transistor en een NPN transistor, waarbij elk der transistoren een collector, een emitter en een basis bezit, de PNP transistor-emitter en de NPN transistor-collector verbonden zijn met het uitgangsknooppunt, de NPN transistor-emitt ar Verbonden is met het tegengestelde einde van de inductieve wikkeling en tussenliggend knooppunt, een eerste hulp-20 weerstand verbonden met het tussenliggend knooppunt naar de niet geregelde bron, een tweede hulpweerstand verbonden met de PNP transistor basis en het tussenliggende knooppunt, een zener-diode verbonden met de verschilversterker uitgangsgeleider en het tussenliggende knooppunt, waarbij de zener-diode gepoold is om voorgespannen te zijn vanaf het 25 tussenliggende knooppunt naar de verschilversterker uitgangsgeleider.
6. Spanning naar stroomomzetter volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de eerste middelen omvatten, een variabele weerstand en een vierde weerstand in serie verbonden vanaf de niet geregelde bron naar de niet omkerende ingang, een vijfde weerstand ver- 30 bonden vanaf de niet omkerende ingang met aarde, waarbij de variabele weerstand dusdanig ingesteld is, dat de weerstand R^ daarvan is Γ 1 1 E6 - R2R9 I 57 + ΐς - E5 8000604 t waarbij RQ de weerstand is van de vijfde weerstand R,- 1 ' vierde weerstand R2 ' ' terugkoppelweerstand Rj ' 1 eerste weerstand, en
5 R^ ' ' tweede weerstand.
7. Spanning naar stroomomzetter volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de effectieve inductieve wikkelings-stroom IR bepaald wordt door R2Vin Vref R RR. RR_ 1 3 10 waarbij R de weerstand van de derde weerstand is V^n de uitgangsspanning van de ingangsspanningsbron en Vref de uitgangsspanning van de geregelde bron is.
8. Spanning naar stroomomzetter volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de bestuurde stroomweg bevat een 15. pnp transistor en een NPN transistor, waarbij elk der transistoren een collector, een emitter en een basis bezit, de PNP transistor-emitter en de NPN transistor-collector verbonden zijn met het uitgangs-knooppunt, de NPN transistor-emitter verbonden is met het tegengestelde einde van de inductieve wikkeling en tussenliggend knooppunt, 20 een eerste hulpweerstand verbonden met het tussenliggend knooppunt naar de niet geregelde bron, een tweede hulpweerstand verbonden met de PNP transistor basis en het tussenliggende knooppunt, een zener-diode verbonden met de verschilversterker uitgangsgeleider en het tussen-liggënde knooppunt, waarbij de zener-diode gepoold is om voorgespannen 25 te zijn vanaf het tussenliggende knooppunt naar de verschilversterker uitgangsgeleider.
9 Spanning naar stroomomzetter volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de bestuurde stroomweg omvat een PNP transistor en een NPN transistor, dat elk der transistoren een collec-30 tor, een emitter en een basis bezit, dat de PNP transistor emitter en de NPN transistorcollector zijn verbonden met het uitgangsknooppunt, de NPN transistoremitter is verbonden met het tegengestelde einde van de inductieve wikkeling en een tussenliggend knooppunt, een eerste hulpweerstand verbonden is vanaf het tussenliggende knooppunt met de 8000604 15 ' niet geregelde bron, een tweede hulpweerstand verbonden is vanaf de PNP transistorbasis met het tussenliggende knooppunt en een zender-diode verbonden is vanaf de verschilversterker uitgangsgeleider met het tussenliggende knooppunt en dat de zenerdiode gepoold is om voor-5 gespannen te zijn vanaf het tussenliggende knooppunt naar de verschilversterker uitgangsgeleider.
10. Spanning naar stroomomzetter volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de bestuurde stroomweg omvat een PNP transistor en een NPN transistor, dat elk der transistoren een collec- 10 tor, een emitter en een basis bezit, dat de PNP transistoremitter en de NPN transistorcollector zijn verbonden met het uitgangsknooppunt de NPN transistoremitter is verbonden met het tegengestelde einde van de inductieve wikkeling en een tussenliggend knooppunt, een eerste hulpweerstand verbonden is vanaf het tussenliggende knooppunt met de 15 niet geregelde bron, een tweede hulpweerstand verbonden is vanaf de PNP transistorbasis met het tussenliggende knooppunt en een zenerdiode verbonden is vanaf de verschilversterker uitgangsgeleider met het tussenliggende knooppunt en dat de zener-diode gepoold is om voorgespannen te zijn vanaf het tussenliggende knooppunt naar de verschil-20 versterker uitgangsgeleider.
11. Spanning naar stroomomzetter volgens conclusie 10, met «het kenmerk, dat de effectieve inductieve wikke-lingsstroom IR bepaald wordt door R_V. R„V 2 m 2 ref R " RR, + RR. 1 3 25 waarbij R de weerstand van de derde weerstand is V^n de uitgangsspanning van de ingangsspanningsbron en Vre£ de uitgangsspanning van de geregelde bron.
12. Spanning naar stroomomzetter volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de 30 terugkoppelweerstand een weerstand R^ heeft en de derde weerstand een weerstand R heeft waarbij R^ ^ R en de uitgangsspanningen van alle bronnen van gelijke orde van grootte zijn.
13. Spanning naar stroomomzetter, met het kenmerk, dat deze is voorzien van een verschilversterker met een 8000604 - ·* Λ * omkerende ingang en een uitgangsgeleider voor het voeren van een uitgangssignaal; een ingangsspanningsbron met een uitgangsspanning; een niet geregelde voedingsspanningsbron; een uitgangsspanningsknooppunt; eerste middelen verbonden vanaf de ongeregelde bron met de niet omke-5 rende ingang om deze op een nauwkeurig voorafbepaalde potentiaal te handhaven; een weerstand verbonden vanaf de ingangsbron met de omkerende ingang; een terugkoppelweerstand verbonden vanaf het uitgangs-knooppunt met de omkerende ingang; een tweede weerstand verbonden met de ongeregelde bron en het uitgangsknooppunt; een belasting met een 10 geaard uiteinde en een einde tegenover het geaarde einde; een bestuurbare stroomweg tussen, het uitgangsknooppunt en het tegengestelde einde van de belasting; tweede middelen verbonden vanaf de verschilverster-ker uitgangsgeleider om de stroomweg te besturen dusdanig dat de omkerende ingang effectief aangedreven wordt met dezelfde potentiaal als 15 de niet omkerende ingangsspanning en te veroorzaken dat ten minste een wisselstroomcomponent in de belastingstroom evenredig is met de som van de ingangssignalen naar de omkerende ingang.
14. Spanning naar stroomomzetter volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de bestuurde stroomweg bevat een
20 PNP transistor en een NPN·transistor waarbij elk der transistoren een collector, een emitter en een basis heeft, -de PNP transistoremitter en de NPN transistorcollector verbonden zijn vanuit het uitgangsknooppunt, de NPN transistoremitter verbonden is met de inductieve wikkeling tegengesteld einde en tussenliggendknooppunt, een eerste hulpweerstand 25 verbonden vanaf het tussenliggende knooppunt met de niet geregelde bron, een tweede hulpweerstand verbonden vanaf de PNP transistorbasis met het tussenliggende knooppunt, een zener-diode verbonden vanaf de verschilversterker uitgangsgeleider met het tussenliggende knooppunt, waarbij de zener-diode gepoold is zodat deze wordt voorgespannen vanaf 30 het tussen liggende knooppunt naar de verschilversterker uitgangsgeleider.
15. Spanning naar stroomomzetter volgens conclusie 13 of 14, met het kenmerk, dat de terugkoppelweerstand een weerstand R2 heeft en de derde weerstand een weerstand R heeft waarbij
35 R2 ^ R en de uitgangsspanningen van alle bronnen van gelijke orde van grootte zijn. 8000604
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
US06/010,021 US4274016A (en) | 1979-02-07 | 1979-02-07 | Voltage-to-current converter |
US1002179 | 1979-02-07 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8000604A true NL8000604A (nl) | 1980-08-11 |
Family
ID=21743364
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8000604A NL8000604A (nl) | 1979-02-07 | 1980-01-31 | Spanning naar stroomomzetter. |
Country Status (7)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US4274016A (nl) |
JP (1) | JPS55149861A (nl) |
CA (1) | CA1138929A (nl) |
DE (1) | DE3003598A1 (nl) |
FR (1) | FR2448806A1 (nl) |
GB (1) | GB2043379B (nl) |
NL (1) | NL8000604A (nl) |
Families Citing this family (11)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
JPS5816396A (ja) * | 1981-07-20 | 1983-01-31 | パイオニア株式会社 | 電圧−電流変換回路 |
US4598251A (en) * | 1982-06-16 | 1986-07-01 | Rosemount Inc. | Frequency to current converter circuit |
DE3382176D1 (de) * | 1982-06-16 | 1991-04-04 | Rosemount Inc | Umwandlungsschaltung von frequenz nach strom. |
US4546641A (en) * | 1983-10-17 | 1985-10-15 | International Telephone & Telegraph Corp. | Densitometer |
US4954831A (en) * | 1986-06-18 | 1990-09-04 | Ekins Robin K | Analog-to-digital converter |
US5098196A (en) * | 1991-01-04 | 1992-03-24 | The Perkin-Elmer Corporation | Circuit for heating and sensing with a single element |
US5192618A (en) * | 1991-04-26 | 1993-03-09 | International Business Machines Corporation | Corrosion protection by femn by ion implantation |
US5434483A (en) * | 1993-10-19 | 1995-07-18 | Sampo Technology Corp. | Automatic compensation circuit for the horizontal deflection of a multifrequency computer monitor |
US5578949A (en) * | 1995-02-16 | 1996-11-26 | Analogic Corporation | Single stage voltage to current conversion switching system |
GB2302626B (en) * | 1995-06-24 | 2000-05-03 | Motorola Inc | A high voltage operational amplifier output stage |
US7239184B2 (en) * | 2005-04-27 | 2007-07-03 | National Instruments Corporation | Low power and high efficiency voltage-to-current converter with improved power supply rejection |
Family Cites Families (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3602829A (en) * | 1970-01-16 | 1971-08-31 | Us Army | High gain amplifier and feedback arrangement for current driving a single coil |
US3887880A (en) * | 1973-05-24 | 1975-06-03 | Rca Corp | Bias circuitry for stacked transistor power amplifier stages |
US3878374A (en) * | 1973-12-10 | 1975-04-15 | Itt | Densitometer |
US3902111A (en) * | 1974-05-31 | 1975-08-26 | Leeds & Northrup Co | Controller output circuit |
FR2284037A1 (fr) * | 1974-09-09 | 1976-04-02 | Peugeot & Renault | Procede et dispositif de commande d'un injecteur electromagnetique |
JPS5146978A (en) * | 1974-10-21 | 1976-04-22 | Iwatsu Electric Co Ltd | Denatsu denryuhenkanki |
-
1979
- 1979-02-07 US US06/010,021 patent/US4274016A/en not_active Expired - Lifetime
- 1979-12-26 JP JP17019379A patent/JPS55149861A/ja active Pending
-
1980
- 1980-01-22 GB GB8002016A patent/GB2043379B/en not_active Expired
- 1980-01-31 NL NL8000604A patent/NL8000604A/nl not_active Application Discontinuation
- 1980-02-01 DE DE19803003598 patent/DE3003598A1/de not_active Withdrawn
- 1980-02-07 FR FR8002656A patent/FR2448806A1/fr active Granted
- 1980-02-07 CA CA000345193A patent/CA1138929A/en not_active Expired
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
FR2448806A1 (fr) | 1980-09-05 |
GB2043379A (en) | 1980-10-01 |
FR2448806B1 (nl) | 1983-11-18 |
JPS55149861A (en) | 1980-11-21 |
GB2043379B (en) | 1983-05-05 |
DE3003598A1 (de) | 1980-08-21 |
CA1138929A (en) | 1983-01-04 |
US4274016A (en) | 1981-06-16 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL8000604A (nl) | Spanning naar stroomomzetter. | |
AU621893B2 (en) | Current source for variable load | |
US4156855A (en) | Phase-locked loop with variable gain and bandwidth | |
KR930024476A (ko) | 오토픽스를 갖는 칼라 텔레비전용 비선형 고객 콘트라스트 제어 시스템 | |
EP0484059A2 (en) | Charge pump circuit | |
KR910015167A (ko) | 클램프 회로 | |
US4896372A (en) | Pulse width modulator for AM-RF transmitter | |
US3902139A (en) | Temperature compensated pulse generator | |
NL8202766A (nl) | Driehoeksgolfgenerator met lusvertragingscompensatienetwerk. | |
KR950003637B1 (ko) | 주파수 변조장치 | |
JPH06503220A (ja) | スイッチキャパシタ零交差点検出器を有するトーン受信機 | |
US5793243A (en) | Method of stabilizing an electronic signal integrator | |
US7030669B2 (en) | Circuit to linearize gain of a voltage controlled oscillator over wide frequency range | |
US4151743A (en) | Densitometer drive | |
JPS62232800A (ja) | 信号サンプラ | |
US4814695A (en) | Measurement method for an electrical signal, series-parallel negative-feedback measuring circuit, as well as use of the method of the measuring circuit for measuring voltage sources with very-high-ohmage internal impedances | |
US5465067A (en) | Current clamping circuit | |
US4210851A (en) | Motor control system | |
DE1616084A1 (de) | Schaltungsanordnung zur Daempfungsmessung | |
US3495174A (en) | Apparatus for evaluating the transient behavior of a repetitively switched test device | |
US3360738A (en) | Apparatus for converting an exponentially decaying dc voltage into an exponentially decaying sinusoidal voltage | |
US4313062A (en) | Bidirectional deflector driver for video disc | |
US3717822A (en) | Phase shift oscillator | |
JPS61162827A (ja) | 半導体レ−ザの制御装置 | |
EP0712205A2 (en) | Fixed-interval timing circuit and method |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BV | The patent application has lapsed |