NL7906485A - Inrichting voor het storten van betonnen wanden. - Google Patents

Inrichting voor het storten van betonnen wanden. Download PDF

Info

Publication number
NL7906485A
NL7906485A NL7906485A NL7906485A NL7906485A NL 7906485 A NL7906485 A NL 7906485A NL 7906485 A NL7906485 A NL 7906485A NL 7906485 A NL7906485 A NL 7906485A NL 7906485 A NL7906485 A NL 7906485A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
pipe
formwork
beam system
guide pipe
halves
Prior art date
Application number
NL7906485A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Pettersson John Paul
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Pettersson John Paul filed Critical Pettersson John Paul
Publication of NL7906485A publication Critical patent/NL7906485A/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04GSCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
    • E04G11/00Forms, shutterings, or falsework for making walls, floors, ceilings, or roofs
    • E04G11/06Forms, shutterings, or falsework for making walls, floors, ceilings, or roofs for walls, e.g. curved end panels for wall shutterings; filler elements for wall shutterings; shutterings for vertical ducts
    • E04G11/20Movable forms; Movable forms for moulding cylindrical, conical or hyperbolical structures; Templates serving as forms for positioning blocks or the like
    • E04G11/22Sliding forms raised continuously or step-by-step and being in contact with the poured concrete during raising and which are not anchored in the hardened concrete; Arrangements of lifting means therefor

Description

* J
. . S/tj/lh/1
John Paul Pettersson te Graddö, Zweden.
Inrichting voor het storten van betonnen wanden.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het storten van betonnen wanden.
Betonnen wanden worden vaak gestort door gebruik te maken van ofwel een opschuifbare bekisting (climbform) of 5 een verschuifbare bekisting (slipform). Een opschuifbare bekisting omvat in hoofdzaak twee evenwijdige wanden, zogenaamde vormhelften, waartussen beton wordt gestort. De vormhelf-ten van bepaalde uitvoeringsvormen worden ondersteund op een draagconstructie die bij de helften behoort, welke construc-10 tie weer in de meeste gevallen wordt ondersteund door steunen ten opzichte van de grond of een gestorte betonnen vloer.
Voor het verschuiven omhoog van een dergelijke vorm worden kranen gebruikt.
Een glijdende bekisting, in tegenstelling tot een 15 verschuifbare bekisting, kan successievelijk omhoogschuiven tewel beton tenminste nagenoeg continu of met uniforme tijdsintervallen wordt gestort. Wanneer gebruik gemaakt wordt van verschuifbare bekistingen en van glijdende bekistingen, is * het moeilijk geheel vlakke wanden te storten, in het bijzon-20 der vertikale wanden, zonder dat aanzienlijke steunconstruc-ties nodig zijn. Verschuifbare bekistingen worden meestal zowel ondersteund ten opzichte van de grond als ten opzichte van een gestort onderste wandgedeelte dat reeds uitgehard is. Glijbekistingen die bijvoorbeeld worden gebruikt voor het 25 storten van rechthoekige schachten vereisen het oprichten van een vlak of een rasterwerk dat torsisch stijf is, en de glijbekistingen onderling verbindt voor de verschillende wanden, om afwijkingen in vertikale richting te voorkomen.
Met de huidige uitvinding kunnen ondersteunings-30 constructies voor een groot gedeelte worden geelimineerd, en kunnen de vormen in het algemeen eenvoudiger worden gehanteerd. De uitvinding maakt verder aanzienlijke kostenbesparingen mogelijk.
De huidige uitvinding heeft betrekking op een in- 7906485 -2- v a ( richting voor het storten van betonnen wanden, bestaande uit een balkensysteem, een zogenaamd werkvlak, dat onder zich met steunen twee vormhelften kan dragen, waartussen beton wordt gestort.
5 De uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat tus sen de vormhelften een geleidingspijp wordt aangebracht, die beweegbaar is en vastgezet kan worden ten opzichte van en aan het' balkensysteem, en welke pijp een lengte heeft overeenkomend met tenminste 1,5 maal de hoogte van de vormhelften, 10 dat tijdens het storten'de geleidingspijp met het boveneinde boven het hoogste niveau van de vormhelften is aangebracht en met het ondereinde ofwel uitsteekt in een gat dat gevormd is bij het storten van een daaronderliggend wandgedeelte over een zodanige afstand, dat het transport omhoog van het 15 balkensysteem wordt geleid en de positie ten opzichte van het onderliggende wandgedeelte door de geleidingspijp wordt gestabiliseerd, of bij de afwezigheid van een daar onderliggend wandgedeelte wordt het ondereinde van de geleidingspijp tenminste nagenoeg op hetzelfde niveau geplaatst als het 20 onderste niveau van de vormhelften.
De uitvinding wordt hierna gedetaileerder beschreven aan de hand van de bijgevoegde tekeningen.
Figuur 1-3 tonen in verschillende bedrijfstoestan-den een verschuifbare bekisting, waarbij de huidige uitvin-25 ding wordt gebruikt.
Figuur 4 is een doorsnede van een verschuifbare bekisting in een positie waarin een daaronderliggend gewelf wordt gestort.
Figuur 5 is een zijaanzicht van een verschuif-30 bare bekisting.
Figuur 6 is een bovenaanzicht van’een verschuifbare bekisting.
Figuur 7 is een doorsnede van een verschuifbare bekisting.
35 Figuur 8 is een zijaanzicht van een glijdende bekisting.
Figuur 9 is een bovenaanzicht van een glijdende bekisting.
7906485 i. i -3-
Figuur 10 is een dwarsdoorsnede van een geleidings-pijp daar waar deze voorzien is van een sleuf.
In figuur 1 wordt een verschuifbare bekisting getoond, waarbij de huidige uitvinding wordt gebruikt. De ver-5 schuifbare bekisting omvat een baIkensysteem 1, een zogenaamd werkvlak, dat onder zich twee of meer bekistingshelften 2,3 kan dragen. De bekistingshelften 2,3 worden ondersteund door middel van steunen 4,5, waarvan de lengte ingesteld kan worden door de organen 6,7 te verdraaien, en die scharnierend 10 verbonden zijn met het balkensysteem 1. Met de nummers 8,9 wordt een hekwerk aangegeven dat verschillende werkplaatsen omgeeft. Tijdens het storten, worden de bekistingshelften 2,3 ten opzichte van elkaar vastgesteld, bijvoorbeeld met schroefverbindingen 10 en door de steunen 4,5. Elke bekis-15 tingshelft is aan het boveneinde 11,12 scharnierend aan het balkensysteem 1 gehaakt.
Overeenkomstig de uitvinding is een geleidings-pijp 13 tussen de bekistingshelften geplaatst. De pijp 13 is voorzien van twee zich axiaal uitstrekkende sleuven 14,15 20 welke de pijpen in twee gedeelten 16,17 verdeelt die bij voorkeur evengroot zijn, waarbij die verdeling bij voorkeur aangebracht is over een afstand kleiner dan de helft van de pijplengte. In figuur 10, die ten opzichte van figuur 1 op grotere schaal is weergegeven is dit te zien. Het van een 25 sleuf voorziene pijpgedeelte 18 is in figuur 1 gestippeld.
De geleidingspijp 13 kan ten opzichte van het balkensysteem 1 bewegen en kan axiaal ten opzichte van dat systeem worden geblokkeerd door aandrijfmiddelen 19, die stijf in het balkensysteem zijn bevestigd. Deze aandrijfmiddelen 30 omvatten heen en weer beweegbare hydraulische cilinders 20, 21 en een vangklauw 22, die zowel de pijp 13* in de langsrich-ting aan kan drijven als de pijp ten opzichte van het balkensysteem 1 kan blokkeren. Tijdens de bij voorkeur wat de snelheid betreft geregelde, heen en weergaande beweging van 35 de hydraulische cilinders 20,21, wordt de pijp 13 dus in intimiterende stappen omhoog bewogen. Aan het boveneinde van de pijp 13 is een juk 23 of dergelijke aangebracht, waaraan kabels of stangen 24,25 zijn bevestigd. De stangen 24,25 7906485 -4--.
I i » lopen elk door een klauwhuis 26,27 dat aan de betreffende zuigerstang van de hydraulische cilinders 20,21 is bevestigd.
De klauwhuizen 26,27 kunnen, bij de beweging van de hydraulische cilinders, omhoog klimmen op de stangen 24,25. De vang-5 klauw 22 kan in dit verband ongevoelig gemaakt worden voor de bewegingen van de hydraulische cilinders.
Bij voorkeur is een grendelinrichting 28 aangebracht om de pijp ten opzichte van een daar onderliggend gestort wandgedeelte van uitgehard beton vast te leggen. De 10 grendelinrichting 28 heeft het effekt dat, wanneer de pijp vergrendeld is ten opzichte van dat genoemde wandgedeelte en met het boveneinde boven het balkensysteem uitbewogen is, de klauwhuizen 26,27 langs de staven 24,25 omhoog zullen klimmen waardoor het balkensysteem 1 met de bijbehorende bekistings-15 helften omhoog wordt bewogen.
De grendelinrichting bestaat uit een grendelspie 28, zoals een pen, schematisch in figuur 10 getoond, die zich door de sleuf 14,15 van de geleidingspijp 13 uitstrekt en in kontakt komt met het bovenste, uitgeharde oppervlak van een 20 daar onderliggend xvandgedeelte.
Het grendelorgaan 28 kan zich uitstrekken door de bekistingshelften 2,3 of zodanig zijn ontworpen dat dit zich niet over de gehele lengte daar doorheen uitstrekt. Het grendelorgaan 28 kan dus in kontakt komen met het daar onderlig-25 gende uitgeharde beton en het boveneinde van de sleuven 14,15 in de pijpJ13.
De geleidingspijp 13 heeft een lengte overeenkomend met tenminste 1,5 maal de hoogte van de bekistingshelften 2,3. Tijdens het gieten bevindt de geleidingspijp 13 zich met 30 het boveneinde boven het hoogste niveau van de bekistingshelften, en met het ondereinde steekt deze ofwel uit in een gat 31 dat gevormd is tijdens het storten van een daar onderliggend wandgedeelte 30, zie figuur 2, over een zodanige afstand dat het transport omhoog van het balkensysteem 1 op de boven 35 omschreven wijze wordt geleid, en de positie ten opzichte van het daar onderliggende wandgedeelte 30 wordt door de geleidingspijp 13 gestabiliseerd, of bij de afwezigheid van een daar onderliggend wandgedeelte, zie figuur 1, wordt het ondereinde 7906485 * Λ -5- van de geleidingspijp tenminste nagenoeg op hetzelfde niveau als het onderste niveau van de bekistingshelften geplaatst.
Zoals uit figuur 5 en 6 -blijkt, bevinden de in figuur 1 getoonde inrichtingen zich op gelijke afstanden ten 5 opzichte van elkaar om de bekistingshelften te ondersteunen.
De bekistingshelften 2,3,2',3*,2",3" worden door balken 32 op bekende wijze ondersteunt. Bij voorkeur wordt de schroefverbinding 33 centraal aan de bekistingshelften 2,3,2',31,2",3" aangebracht om de helften op de gewenste afstand van elkaar 10 vast te zetten. De balken 34 die van het balkensysteem 1 naar beneden uitsteken zijn aangebracht can een onderste werkvlak 35 te ondersteunen.
De uitvinding wordt hierna beschreven in verband met de funktie van de verschuifbare bekisting. In figuur 1 15 wordt een vertikale wand gestort op een fundatie 36. De verschuifbare vorm wordt op de getoonde wijze geplaatst, en de geleidingspijp 13 wordt tot op het fundament 35 neergelaten.
Daarna wordt beton 37 gestort en de gelegenheid gegeven uit te harden. De pijp 13 wordt dan door de aandrijfmiddelen 19 om-20 hoog bewogen tot de gestippelde stand 13'. Wanneer de pijp omhoog bewogen is, wordt het ondereinde van de pijp op enige afstand in het uitgeharde gegoten beton 37 geplaatst, zie figuur 2, in het gat 31 dat bij het storten is gevormd. Wanneer de pijp omhoog bewogen is, wordt het grendelorgaan 28 door 25 de sleuven 14,15 gestoken waardoor de pijp 13 axiaal tegen het daar onderliggende wandgedeelte 30 dat daarvoor gestort is, wordt geblokkeerd. Daarna worden de bekistingshelften 2,3 losgemaakt en naar buiten gekanteld ten opzichte van de gestorte wand naar een in figuur 2 getoonde stand. De klauwhui-30 zen 20,21 en daarmee het balkensysteem 1 klimmen langs de stangen 24,25 omhoog door de aandrijfmiddelen*19 naar een in figuur 3 getoonde stand, waarbij de staven 24,25 stevig aan het juk 23 zijn opgehangen welk juk bevestigd is aan het bovenste gedeelte van de pijp 13.
35 Het zal dus duidelijk zijn dat de pijp 13 stabiel is en de beweging omhoog van het balkensysteem 1 en de bekistingshelften 2,3 geleidt en dat de pijpen een vertikaal draag-orgaan vormt voor het heffen van de verschuifbare bekisting 7906485 * * -6- bij de beweging omhoog van de klauwhuizen on de staven.
In de beschrijving hierboven is verwezen naar slechts ëën pijp 13 en êën balkensysteem 1, maar natuurlijk kan een aantal pijpen 13, zoals blijkt uit de figuren 5 en 6, 5 samenwerken om alle verschuifbare bekistingen langs de te vormen wand omhoog te bewegen. Met de hierboven en hierna beschreven werkwijze worden de bewegingen van de pijpen 13 en de balkensystemen 1 bij voorkeur gesynchroniseerd om gelijktijdig plaats te vinden.
10 Wanneer het balkensysteem in de in figuur 3 getoon de stand is aangekomen, worden de bekistingshelften 2,3 in de in figuur 3 getoonde stand vastgezet. De verschuifbare vorm rust dus op het daar onderliggende wandgedeelte 30, waar de pijp 13 ingestoken is. De staven 24,25 worden daarna naar de 15 in figuur 1 getoonde stand omhoog bewogen, waarna beton in de tussenruimte 38 tussen de bekistingshelften 2,3 wordt gestort.
De hiervoor beschreven stappen worden herhaald totdat de wand de gewenste hoogte heeft bereikt.
Tijdens het storten van de wand, is het mogelijk 20 beton ofwel door de bovenste opening 39 van de pijp of door de sleuven 14,15 te storten om het gat 31 goed te vullen zodat een homogene betonwand wordt verkregen.
Het wapenen van een wand die 'wordt vervaardigd, geschiedt eenvoudig door van boven af te werken vanaf het 25 werkvlak 1, en vanaf de zijde door op het werkvlak 35 te werken wanneer de vormhelften in de in figuur 2 getoonde stand staan.
De geleidingspijp maakt het dus mogelijk een geheel vlakke en rechte wand te storten, waarbij de verschuif- 30 bare bekisting gemakkelijk en zeer nauwkeurig wordt onder- * steund op een daar onderliggend gestort wandgedeelte. Hierdoor worden zeer grote besparingen bereikt op het gebied van steunen en steigerwerk van hout of stalen buizen, en besparingen op het gebied van het oprichten en demonteren van verschuif-35 bare bekistingen tijdens elke fase van het storten.
.De huidige uitvinding maakt het ook mogelijk de verschuifbare vorm als hierboven beschreven te ontwerpen, waarbij verschillende voordelen ontstaan boven bekende ver- 7906485 -7- * % schuifbare vormen. De werkvlakken bewegen bijvoorbeeld mee en kunnen door de aandrijfmiddelen tot de gewenste hoogte ten opzichte van de wand worden bewogen. De bekistingshelften kunnen afzonderlijk worden geregeld en kunnen eenvoudig worden 5 ontworpen volgens een modulair systeem.
Een voorbeeld van het belang van het laatste voordeel wordt in figuur 4 getoond waarin ëên van de bekistings-helften 40 een kleinere hoogte heeft dan de overeenkomende bekistingshelft 3, waardoor het mogelijk wordt een gewelf 41 10 in te gieten zonder dat de verschuifbare bekisting gedemonteerd en opnieuw gemonteerd behoeft te worden om het starten vanaf het bovenste niveau van het gewelf en omhoog weer aan te vangen. Bij het ingieten van het gewelf 41, wordt de balk 34 welke het werkvlak 35 draagt door geschikte middelen voor 15 dit doel omhoog bewogen.
In figuur 7 en 8 wordt een geleidende bekisting 50 getoond waarop de huidige uitvinding is toegepast. Een balkensysteem 50 draagt twee glijdende bekistingshelften 51, 52, die ook ten opzichte van elkaar gefixeerd zijn door een 20 aantal steunen 53. Overeenkomstig de huidige uitvinding draagt de glijdende bekisting een gedeelte 54 dat bedoeld is om hef-middelen 55 te ondersteunen, die bijvoorbeeld bekende kleine-verplaatsbare kraan kunnen zijn.
Overeenkomstig de huidige uitvinding wordt een 25 geleidingspijp 56 aangebracht tussen de twee bekistingshelften 51,52. De geleidingspijp kan door de hefmiddelen 55 ten opzichte van het balkensysteem 50 worden bewogen. De hefmiddelen 55 en het gedeelte 54 kunnen de geleidingspijp 56 minstens tot een positie omhoog bewegen, waarin het ondereinde 57 zich 30 boven het bovenoppervlak 58 van de vorrahelften 51,52 bevindt. Vijzels 60 zijn verder aangebracht om bij het? storten de gehele glijdende bekisting tezamen met de klimpijpen 61 omhoog te bewegen.
De geleidingspijp 56 kan bijvoorbeeld ook bij 35 glijdende bekistingen ten opzichte van het balkensysteem 50 worden vastgezet, door niet getoonde grendelmiddelen. Bij het werken met glijdende bekistingen is het noodzakelijk, om afwijkingen in de vertikale richting van de wand te voorkomen, 7906485 ¢4 -8- de glijdende bekistingen ten opzichte van elkaar in horizon-' tale richting .te stabiliseren door middel uitgebreide en dure vakwerken of door een stijf vlak, dat gemonteerd en verankerd wordt in de glijdende bekistingen. Bij grote projekten worden 5 deze vakwerken of vakken van stalen balken geconstrueerd. Het voorgaande geldt natuurlijk ook wanneer slechts ëên glijdende bekisting wordt gebruikt.
In figuur 8 wordt een aanzicht getoond waarbij een glijdende bekisting wordt toegepast. Met de huidige uitvinding 10 wordt de beweging omhoog van de glijdende bekisting door de geleidingspijp 56 geleid, die ook de glijdende bekisting in horizontale richting stabiliseert onder andere tegen windkracht. De geleidingspijp moet dus in dit verband een zodanige lengte hebben dat deze naar beneden uitsteekt in het uitge-15 harde beton over een zodanige afstand, dat de spanningen op de pijp 56 in horizontale richting het gestorte beton of de stand van de glijdende bekisting niet beïnvloeden. Bij glijdende bekistingen wordt de geleidingspijp 56 bij voorkeur niet voorzien van sleuven.
20 Bij glijdende bekistingen moet de geleidingspijp het mogelijk maken om geheel omhoog bewogen te worden om niet in het gestorte beton ingegoten te worden. Op een wijze die overeenkomt met het geen hierboven uiteengezet wordt met betrekking tot verschuifbare bekistingen, kan beton in de pijp 25 gestort worden om het gat 59 te vullen dat door de pijp 56 gevormd werd zodat een homogene wand wordt verkregen. Met de huidige uitvinding toegepast op glijdende bekistingen kan een t hoge precisime betrekking tot afwijkingen in horizontale richting van gestorte wanden worden bereikt, omdat conventio-30 nele steigerconstructies of vlakken kunnen deformeren en een nauwkeurige synchronisatie tussen de beweging omhoog van de verschillende gekoppelde glijdende bekistingen vereisen, zodat geen schuine stand van één of meer glijdende bekistingen op kan treden. De huidige uitvinding vormt dus een grote 35 .vooruitgang in de giettechnologie, gedeeltelijk omdat aanzienlijke kostenbesparingen mogelijk zijn op het gebied van steunen en steigerwerk voor het stabiliseren en fixeren van verschuifbare bekistingen en glijdènde bekistingen, en omdat 7906485 -9-
« * V
de nauwkeurigheid van de afwijking van de gestorte wand in vertikale richting verbeterd kan worden. De uitvinding brengt verder minder werk met bekistingen en bekis tings steunen, zodat het storten sneller kan geschieden.
5 . In plaats van dat de pijp voorzien wordt van sleuven kan deze worden voorzien van een aantal gaten wanneer het de bedoeling is om deze te gebruiken voor verschuivende bekistingen, of deze kan worden voorzien van een sleuf wanneer de pijp gebruiktmoet worden voor glijdende bekistingen. De 10 pijp kan verder hebben een dwarsdoorsnede die. afwijkt van die welke is getoond. De geleidingspijp kan ook bij veel soorten verschuifbare bekistingen, glijdende bekistingen, platvorm-bekistingen enz. worden gebruikt, wanneer de geleidingspijp een geleiding vormt die op de boven beschreven wijze in uit-15 gehard beton wordt gestoken.
De uitvinding moet dus niet als beperkt worden beschouwd tot de beschreven uitvoeringsvormen, maar kan binnen het kader van de bijgevoegde conclusies worden gevarieerd.
% 7906485

Claims (5)

1. Inrichting voor het storten van betonwanden, met een balkensysteem, een zogenaamd werkvlak, waarbij dat balkensysteem zich door middel van steunen twee bekistings- 5 helften kan dragen waartussen het beton gestort moet worden, met het kenmerk, dat een geleidingspijp (13,56) tussen de bekistingshelften wordt geplaatst en ten opzichte van het balkensysteem (1,50) bewogen kan worden en gegrendeld kan worden, dat de pijp (13,56) een lengte heeft overeenkomend met 10 tenminste 1,5 maal de hoogte van de bekistingshelften(2,3,51, 52), waarbij die geleidingspijp (13,56) tijdens het storten met het boveneinde zich boven het bovenste niveau van de bekistingshelften (2,3,51,52) bevindt en met het ondereinde ofwel uitsteekt in een gat (31) dat gevormd is bij het storten van 15 een daar onderliggend wandgedeelte (30) over een zodanige afstand, dat het transport omhoog van het balkensysteem (1,50) wordt geleid en de positie ten opzichte van het daar onderliggende wandgedeelte (30) gestabiliseerd wordt door middel van de geleidingspijp (13,56), of bij de afwezigheid van een daar 20 onderliggend wandgedeelte met het ondereinde tenminste nagenoeg op hetzelfde niveau als het onderste niveau van de bekistingshelften wordt geplaatst.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de geleidingspijp (13,56) voorzien is van 25 zich axiaal uitstrekkende sleuven (14,15) welke de pijp (13, 56. in twee gedeelten met bij voorkeur gelijke afmetingen verdeeld, over een gedeelte van de lengte van de pijp, bijvoorkeur over een afstand korter dan de helft van de pijp.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij de 30 inrichting bedoeld is om gebruikt te worden bij zogenaamde * verschuifbare bekistingen, met het kenmerk, dat de geleidingspijp (13) ten opzichte van het balkensysteem (1) bewogen en geblokkeerd kan worden door aandrijfmiddelen (19) die stijf in het balkensysteem zijn bevestigd, waarbij die aandrijf middelen 35 heen en weer bewegende hydraulische cilinders (20,21) en een vangklauw (22) omvatten, die de pijp (13) in de langsrichting kan doen bewegen en vergrendelen, dat de pijp aan het boveneinde voorzien is van een juk (23) of dergelijke dat staven 7906485 -11- (24,25) of kabels draagt, die elk door een klauwhuis (26,27) lopen dat bevestigd is aan de betreffende zuigerstang van de hydraulische cilinders (20,21), waarbij die klauwhuizen (26, 27) bij het bewegen van de hydraulische cilinders omhoog 5 kunnen klimmen langs de staven (24,25), en grendelmiddelen (28) zijn aangebracht om de pijp (13) ten opzichte van een daar onderliggend wandgedeelte (30)van uitgehard beton te blokkeren, en dat, wanneer de pijp (13) ten opzichte van dat laatstgenoemde wandgedeelte (30) geblokkeerd is en de klauw-10 huizen (26,27) langs de staven (24,25) omhoogklimmen, het balkensysteem (1) met de bijbehorende bekistingshelften (2,3) door middel van de staven (24,25) omhoog wordt bewogen.
4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de grendelmiddelen (28) bestaan uit een 15 grendelspie zoals een pen, die zich door de sleuven (14,15) van de geleidingspijp uitstrekt en tegen het bovenste uitgeharde oppervlak van een daar onderliggend wandgedeelte (30) aanligt.
5. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waar in 20 het geval dat de inrichting gebruikt wordt bij zogenaamde glijdende bekistingen, met het kenmerk, dat de geleidingspijp (56) ten opzichte van het balkensysteem (50) bewogen kan worden door hefmiddelen (55), die het ondereinde (57) van de geleidingspijp (56) tenminste boven het bovenoppervlak (58) 25 van de bekistingshelften (51,52) uit kunnen bewegen. 79064S5
NL7906485A 1978-09-04 1979-08-29 Inrichting voor het storten van betonnen wanden. NL7906485A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
SE7809292 1978-09-04
SE7809292A SE413534B (sv) 1978-09-04 1978-09-04 Anordning for gjutning av betongveggar

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL7906485A true NL7906485A (nl) 1980-03-06

Family

ID=20335723

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL7906485A NL7906485A (nl) 1978-09-04 1979-08-29 Inrichting voor het storten van betonnen wanden.

Country Status (15)

Country Link
US (1) US4260345A (nl)
JP (1) JPS5572567A (nl)
BE (1) BE878587A (nl)
BR (1) BR7905751A (nl)
CA (1) CA1126528A (nl)
DE (1) DE2935726A1 (nl)
DK (1) DK350879A (nl)
ES (1) ES484104A1 (nl)
FI (1) FI64434C (nl)
FR (1) FR2434912A1 (nl)
GB (1) GB2031984B (nl)
NL (1) NL7906485A (nl)
NO (1) NO149143C (nl)
SE (1) SE413534B (nl)
SU (1) SU1109061A3 (nl)

Families Citing this family (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4562989A (en) * 1984-10-02 1986-01-07 Peabody Continental-Heine Co. Apparatus for construction of concrete walls
JPS6378964A (ja) * 1986-09-20 1988-04-09 株式会社大林組 型枠工法およびその装置
KR100456053B1 (ko) * 2001-12-08 2004-11-10 (주)종합건축사사무소범건축 수직벽 시공용 슬립폼
EP2365158A1 (en) * 2010-03-12 2011-09-14 Siemens Aktiengesellschaft Apparatus for slipform casting
WO2019241257A1 (en) * 2018-06-11 2019-12-19 Wilian Holding Company Concrete forming system
CN108756890A (zh) * 2018-07-06 2018-11-06 中国水利水电第七工程局有限公司 一种用于竖井混凝土浇筑和岩体灌浆的滑模系统
US11408188B1 (en) 2019-06-04 2022-08-09 Peri Formwork Systems, Inc. Suspended translating platform
CN112922326A (zh) * 2021-03-03 2021-06-08 中国建筑第八工程局有限公司 轻量化液压倒模提升体系及其施工方法

Family Cites Families (24)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US783928A (en) * 1903-05-05 1905-02-28 Preston H Clingan Mold for concrete walls.
US1075454A (en) * 1911-05-29 1913-10-14 Allen D Whipple Means for constructing concrete walls.
GB257350A (en) * 1925-05-29 1926-08-30 Edward Archibald Smith Improvements in or relating to the building of concrete walls suitable for dwelling houses
US1784422A (en) * 1927-08-09 1930-12-09 Fabre Hippolyte Plant for the vertical molding of concrete work
US1862544A (en) * 1930-09-20 1932-06-14 Robert C Mcwane Concrete wall and method for making it
FR863560A (fr) * 1939-02-28 1941-04-04 Coffrages Glissants Système et dispositif pour le recouvrement des tiges métalliques de guidage dans les constructions en béton et béton armé exécutées au moyen de coffrages glissants
US2621389A (en) * 1947-11-24 1952-12-16 Heidenstam Erik Johan Von Vertically sliding mold for molding concrete structures
DE902188C (de) * 1952-03-28 1954-01-21 Siemens Bauunion Gmbh Gleitschaltung fuer Betonbauten
FR1162982A (fr) * 1956-06-07 1958-09-19 Siemens Bauunion Gmbh Charpente et coffrage glissants pour constructions en béton banché
DE1082725B (de) * 1957-03-23 1960-06-02 Ind Gleitbaugesellschaft Ahl & Mittels Klettergeraeten an Kletterstangen hebbare Gleitschalung zur Herstellung von Betonbauwerken mit ein- oder beidseitig gleichbleibend geneigten und geraden oder gekruemmten Waenden
GB917314A (en) * 1958-06-13 1963-02-06 Siemens Bauunion Gmbh Improvements relating to lifting means for lifting working scaffolding and shuttering as used in the construction of poured concrete walls, and like structures
FR76407E (fr) * 1959-06-26 1961-10-13 Realisations De L Habitat Priv Procédé et matériel à coffrages spéciaux permettant d'édifier les façades avant et arrière d'une construction en une seule opération et dans leur aspect définitif
FR1278074A (fr) * 1960-10-25 1961-12-08 Perfectionnements aux matériels de coffrage des façades de constructions
DE1434325A1 (de) * 1961-05-17 1968-10-24 Josef Boessner Schalungshaut fuer eine Kletterschaltung und Verfahren zur Herstellung turmartiger Bauwerke aus Beton
DE1534944B2 (de) * 1965-04-10 1978-06-22 Gleitschnellbau Gmbh Führung für Gleitschalungen
US3224065A (en) * 1965-04-22 1965-12-21 David B Cheskin Apparatus for building a hollow core structure
US3583666A (en) * 1967-12-12 1971-06-08 S O G Research And Dev Corp Concrete forms with replaceable inserts
SU375361A1 (ru) * 1971-01-08 1973-03-23 Государственный проектный , научно исследовательский институт Донецкий промстройниипроект УСТРОЙСТВО дл ПЕРЕМЕЩЕНИЯ СКОЛЬЗЯЩЕЙ ОПАЛУБКИ
SU486120A1 (ru) * 1972-03-13 1975-09-30 Днепропетровский инженерно-строительный институт Скольз ща опалубка
GB1469142A (en) * 1973-03-07 1977-03-30 Enor Nominees Pty Ltd Climbing jack
US3901472A (en) * 1973-12-10 1975-08-26 Ahlgren Nils H Adjustable apparatus for sliding form construction
US4076778A (en) * 1975-04-22 1978-02-28 Alan Charles Whitting Climbing formwork
FR2318289A1 (fr) * 1975-07-18 1977-02-11 Buffin Clovis Portique support pour coffrage auto-ascensionnel
SE397378B (sv) * 1976-02-20 1977-10-31 Ahlgren Nils H Forfarande vid gjutning av betongkonstruktioner

Also Published As

Publication number Publication date
BR7905751A (pt) 1980-05-20
JPS5572567A (en) 1980-05-31
FI792706A (fi) 1980-03-05
GB2031984B (en) 1982-12-22
SE413534B (sv) 1980-06-02
NO792843L (no) 1980-03-05
FR2434912A1 (fr) 1980-03-28
NO149143B (no) 1983-11-14
GB2031984A (en) 1980-04-30
SE7809292L (sv) 1980-03-05
SU1109061A3 (ru) 1984-08-15
ES484104A1 (es) 1980-05-16
CA1126528A (en) 1982-06-29
FI64434C (fi) 1983-11-10
DK350879A (da) 1980-03-05
DE2935726A1 (de) 1980-04-03
FR2434912B1 (nl) 1984-02-10
BE878587A (fr) 1979-12-31
FI64434B (fi) 1983-07-29
NO149143C (no) 1984-02-29
US4260345A (en) 1981-04-07

Similar Documents

Publication Publication Date Title
DE3124038C2 (de) Verfahren und Vorrichtung zum Herstellen von Bauwerken wie Brücken unter Verwendung von Beton-Fertigteilträgern
US4692955A (en) Method for erecting a bridge superstructure of prestressed concrete and launching girder for performing the same
DE60205707T2 (de) Verfahren zum Herstellen eines schotterlosen Gleisoberbaus
NL7906485A (nl) Inrichting voor het storten van betonnen wanden.
US20180169897A1 (en) Upright concrete wall panel form apparatus and associated methods
US11098490B2 (en) Self-lifting concrete form with platform adapted to accommodate horizontal reinforcing steel
US3519243A (en) Portable slab mold
KR20190041189A (ko) 장대교량 주탑용 철근 선시공 작업대 및 이를 이용하는 시공방법
US4478773A (en) Scaffolding girder for constructing multiple-span bridge structures movable from one bridge to another
US4872823A (en) Apparatus for forming a columnar reinforcement in a concrete wall panel
JPH07279417A (ja) 梁型枠装置および梁の施工方法
RU2046037C1 (ru) Способ изготовления монолитного объемного бетонного блока и монолитный объемный бетонный блок
JPH08118337A (ja) プレキャストコンクリート部材用可動型枠
JP2829363B2 (ja) 柱構築用型枠装置
JPH08158643A (ja) 大型ユニット型枠及びその組立方法
NL8201879A (nl) Bouwconstructie.
BE858167A (nl) Welfselelement en inrichting ter vervaardiging van dergelijke welfselelementen
JPH0354758B2 (nl)
DE3107793A1 (de) Schalungsvorrichtung zur herstellung von quaderfoermigen, stirnseitig offenen fertiggaragen aus stahlbeton
NL1028061C1 (nl) Werkwijze voor het positioneren van betonnen heipalen alsmede heipalen, kolommen en bekistingen geschikt om te worden toegepast bij deze werkwijze.
FI83938C (fi) Gjutform foer ett byggnadselement avsett foer framstaellning av ett snett hoern.
NL1004241C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het vervaardigen van een vloerplaat.
NL8201173A (nl) Werkwijze voor het construeren van een bouwwerk.
SU759311A1 (ru) Установка для изготовления железобетонных блоков коробчатого сечения 1
FI59550B (fi) Anordning foer framstaellning av foertillverkade betong- och staolbetongelement vilka har en stor maottprecision

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed