NL7906324A

NL7906324A - Vervaardiging van draagtassen.

Info

Publication number: NL7906324A
Application number: NL7906324A
Authority: NL
Original assignee: Meulen Leonard V D
Priority date: 1979-08-21
Filing date: 1979-08-21
Publication date: 1981-02-24
Also published as: US4332578A; DE3030707A1

Description

' · 705095/M/sn _ _

Aanvrager: Leonard van der Meulen te Tunis, Tunesië.

Titel : Vervaardiging van draagtassen.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het vervaardigen van draagtassen uit thermoplastisch materiaal uitgaande van een doorlopende platte buis met een harmonika vouw aan beide zijkanten, welke buis via een stel aanvoerwalsen met een vaste snel-5 heid wordt toegevoerd aan een met een steunband samenwerkende cylin-drische trommel voorzien van lasorganen die volgens beschrijvende lijnen verzonken in de mantel van de trommel zijn aangebracht, waarbij de omtrekssnelheid van de trommel groter is dan de toevoersnel-heid van de aanvoerwalsen.

10 Een dergelijke inrichting is in verschillende uitvoeringen bekend, waarbij meestal eerst een zak wordt gefabriceerd die vervolgens door het aanbrengen van een randversterking tot een draagtas wordt getransformeerd.

De uitvinding beoogt een inrichting te verschaffen uitgaande 15 van DE 27 25 423, die in één enkele arbeidsgang een reeks voor gebruik geschikte draagtassen tot stand brengt en deze draagtassen in reeds gedeeltelijk gevouwen toestand aflevert. Deze oogmerken worden volgens de uitvinding bereikt door de combinatie van: - een met de aanvoerwalsen samenwerkend orgaan voor het periodiek 20 aanbrengen van een U-vormige doorsnijding in de buis op een onderlinge afstand die overeenkomt met de beoogde lengte van de zakken; - een synchroon met het doorsnijdingsorgaan werkzaam snijmes voor he: dwars afsnijden van de buis iets voorbij de uiteinden van de benen van de U-vormige doorsnijding; 25 - tenminste een vouwmes langs een beschrijvende lijn ven de trommel 7906324 - 2 - .> op een plaats gelegen op de halve lengte van het afgesneden buisstuk, welk vouwmes kan samenwerken met een in een aangrenzende hulptrommel aanwezige vouwtang.

Door deze maatregden wordt een inrichting verschaft die niet 5 alleen in één enkele arbeidsgang een reeds gevouwen, en daardoor beter hanteerbaar eindprodukt tot stand brengt, doch die tevens een maatwijziging van de draagtas mogelijk maakt door het wijzigen van de snelheidsverhouding tussen de aanvoerwalsen enerzijds en de trommel anderzijds. Bij een bepaalde aanvoersnelheid van de platte buis is 10 het mogelijk door een toename van de tromraelsnelheid en van het synchroon daarmee bewegende doorsnijdingsorgaan en het snijmes een verkleining van de hoogte van de draagtassen te bewerkstelligen en hiermede een aanpassing te verkrijgen aan de vraag van de gebruikers.

Een bijzonder kenmerk van de uitvinding bestaat hierin dat zowel 15 het doorsnijdingsorgaan als het snijmes werkzaam zijn in het traject-gedeelte van de platte buis gelegen vlak vóór de trommel. Teneinde te waarborgen dat de afgesneden buisstukken in de juiste, voorafbepaalde stand op de omtrek van de trommel terecht komen, werkt het snijmes bij voorkeur samen met een wals die langs de omtrek is voor- ' 20 zien van een aantal aanzuigopeningen welke over het boogvormige trajedt-deel dat naar de trommel toe draait, zijn verbonden met een bron van onderdruk. Door deze maatregel blijft de plaats van het voorlopende afgesneden uiteinde van de platte buis gefixeerd zodat dit buisstuk nauwkeurig op de voorafbepaalde plaats langs de omtrek van de trommel 25 terecht kan komen, zonder risico van verschuiving of losraken.

De eerste stap uit het in één enkele arbeidsgang vervaardigen van de draagtassen wordt uitgevoerd door het doorsnijdingsorgaan dat in een voorkeursuitvoering is voorzien van tenminste een onderbreking die een hechtplaats in stand houdt voor de U-vormige doorsnijding.

30 )oor deze maatregel blijft het uitgesneden buisgedeelte op zijn plaats 7906324 - 3 _ 4 tijdens het uitvoeren van de verdere bewerkingsstappen. v Het is daarbij gunstig wanneer de trommel samenwerkt met een trekorgaan dat is aangebracht op een plaats langs de trommelomtrek gelegen voorbij de steunband doch vóór de hulptrommel voor samenwerkirg 5 met het zich binnen de U-vormige doorsnijding bevindende gedeelte van de buis. Met behulp van dit trekorgaan wordt het reeds grotendeels losgesneden deel van het buisstuk verwijderd, mede de draagbanden van de tas toegankelijk worden. Het is dan niet nodig dat de eerste gebruiker van de draagtas het uitgesneden stuk met de hand verwijderd 10 /oordat hij de draagtas in gebruik neemt.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekening die zeer schematisch een beeld geeft van de inrichting en van iet daarmee te vervaardigen produkt.

Fig. 7 is een zijaanzicht van de machine waarin de belangrijkste 15 jnderdelen zichtbaar zijn.

Fig. 2 toont het verloop van de verschillende bewerkingsstappen vaaraan de platte buis wordt onderworpen.

Bij het beschrijven van de onderhavige inrichting zullen slechts Jie delen nader worden toereiicht welke wezenlijk zijn voor de uit-20 /inding, aangezien voor het overige kan worden verwezen naar de stand /an techniek zoals bijvoorbeeld bekend uit de Duitse Offenlegungs-schriften 27 03 462 en 27 25 423. In grote trekken bestaat de inrichting uit een stel aanvoerwalsen 1 voor de platte buis 2 uit thermo-ilastisch materiaal. Deze buis is op conventionele wijze aan beide 25 bijkanten voorzien van een harmonikavouw, zoals zichtbaar in fig. 2.

De buis 2 wordt eerst gevoerd langs een steunrol 3 terwijl deze buis na het passeren van de aanvoerwalsen 1 wordt geleid langs een huipils 4. De inrichting is verder voorzien van een cylindrische trommel 5 die is voorzien van lasorganen 6, 7 welke gericht zijn volgens be-30 schrijvende lijnen van de trommel 5 en verzonken in de mantel van deze 7906324 _ 4 _ trommel zijn aangebracht. Langs een deel van de omtrek van de trommel 5 is een steunband 8 geslagen welke verder wordt geleid langs een aantal kleinere rollen 9 en een grote rol 10.

De omtrekssnelheid van de trommel 5 is groter dan de toevoer-5 snelheid van de aanvoerwalsen 1. De omtrekssnelheid van de hulpwals 4 is gelijk aan de snelheid van de trommel 5. Het voorste gedeelte van de buis 2 dat vanaf de hulpwals 4 op de trommel 5 wordt geleid, zal een kleinere snelheid hebben dan de trommel 5 zodat het mantelvlak van deze trommel onder de buis 2 door schuift. Deze slippende beweging 10 houdt op zodra het voorlopende gedeelte van de buis 2 wordt afgesneden, waartoe een snijmes 11 aanwezig is dat samenwerkt met de hulpwals 4.

Op het moment dat het snijmes 11 de buis 2 doorsnijdt bevindt het voorlopende uiteinde van het afgesneden buisstuk zich juist boven een lasorgaan 6. Vanaf dat moment neemt het afgesneden buisstuk onmiddelli.jk 15 de snelheid van de trommel aan omdat er geen enkele tegenhoudkracht op dit buisstuk meer wordt uitgeoefend. Bij het verder draaien van de trommel 5 zal nu het achterste uiteinde van het afgesneden buisstuk terecht komen boven het lasorgaan 7.

Behalve het snijmes 11 is er ook een doorsnijdingsorgaan 12 1 20 werkzacm op de buis 2 voordat deze buis aan de trommel 5 wordt toegevoerd. Met dit orgaan wordt een U-vormige doorsnijding in de buis tot stand gebracht, en wel zodanig gecoördineerd met de werking van het snijmes 11 dat dit laatstgenoemde mes de buis 2 afsnijdt op een plaat:; gelegen iets voorbij de uiteinden van de benen van de genoemde U-vormige 25 doorsnijding (zie fig. 2). De tangentiale snelheid van het snijmes 11 is gelijk aan de srcLheid van het orgaan 12, dat synchroon loopt met dt! trommel 5. De toevoersnelheid van de buis 2 wordt bepaald door de aanvoerwalsen 1. Voor de werking van het snijmes 11 levert dit geen problemen op en het snelheidsverschil bij het doorsnijdingsorgaan 12 30 wordt opgeheven doordat de steunrol 3 losdraaibaar is0 Hierdoor zal de; 7906324 ί _ 5 _ steunrol 3 tijdens de samenwerking met het doorsnijdingsorgaan 12 tezamen met het aanwezige gedeelte van de buis 2 tijdelijk een groter 5 snelheid hebben. Dit heeft echter geen invloed op de snelheid waarmee de buis 2 aan de hulpwals 4 en de trommel 5 wordt toegevoerd aangeziei 5 de aanvoerwalsen 1 voorbij de steunrol 3 zijn geplaatst.

De uiteinden van het afgesneden buisstuk dat ligt op de trommel 5 worden tussen de kaken van de lasorganen 6 en 7 gedrukt met behulp van enkele conventionele vingers 13 respectievelijk 14 aangebracht op een as 15 respectievelijk op de rol 10.

10 Voor het op de hulpwals 4 vasthouden van de platte buis 2 is deze wals langs de omtrek voorzien van een aantal aanzuigopeningen 16 welke over het boogvormige trajectdeel dat naar de trommel 5 toedraait, zijn verbonden met een (niet afgebeelde) bron van onderdruk.

Op deze wijze wordt de buis 2 op de omtrek van de hulpwals vastge-15 houden zodat geen verkeerde bewegingen kunnen ontstaan van het voorst* > gedeelte van de nog niet afgesneden buis. Deze voorziening is een gebruikelijke maatregel op dit gebied van de techniek.

De lasorganen 6, 7 zijn aangebracht op de uiteinden van twee diametraal verlopende steunelementen 17, 18. Deze elementen zijn ver-20 draaibaar om een gemeenschappelijke as 19 ten behoeve van het hierna nog te beschrijven doel van het instellen van de lengte van de te vervaardigen draagtas. Op de as 19 is nog een derde steunelement 20 aanwezig dat aan beide uiteinden een conventioneel vouwmes 21 draagt.

Dit derde element 20 is gelegen ongeveer langs de bisectrice van de 25 hoek οζ tussen de twee eerstgenoemde steunelementen 17, 18. De twee vouwmessen 21 zijn langs een beschrijvende lijn van de trommel 5 gericht en deze vouwmessen kunnen samenwerken met een vouwtang 22 aangebracht in een aangrenzende hulptrommel 23. Op deze wijze kunnen de gelaste buisstukken van de trommel 5 door de hulptrommel 23 worden 30 overgenomen waarbij deze buisstukken dan zijn dubbelgevouwen. In deze 7908324 !tf - 6 - dubbelgevouwen toestand worden de buisstukken (de draagtassen) afgelegd op een niet nader gedetailleerd verzamelapparaat 24.

Het verloop van de vervaardiging van de draagtassen is aangegeven in fig. 2. In de fase A heeft het orgaan 12 een U-vormige 5 doorsnijding 25 in de buis 2 gemaakt. Hierbij kan worden opgemerkt dat het doorsnijdingsorgaan 12 is voorzien van tenminste een onderbreking die een hechtplaats 26 in stand houdt zodat dit doorgesneden gedeelte van de buiswand zich voorlopig niet kan verplaatsen. In de fase B wordt een buisstuk dwars afgesneden op een plaats gelepn iets 10 voorbij de uiteinden van de benen van de U-vormige doorsnijding 25.

Hierdoor zit de U-vormig uitgesneden flap nog tenminste op drie punten aan het materiaal van het buisstuk vast.

In de fase C is het afgesneden buisstuk losgekomen van de overige buis ten gevolge van de verhoogde snelheid van de trommel 15 5. In de fase D wordt een trekorgaan 27 werkzaam. Dit orgaan is ge legen langs de omtrek van de trommel 5 op een plaats juist voorbij de steunband 8 en nog vóór de hulptrommel 23. Het uit twee kettingen be* staande trekorgaan 27 is voorzien van enkele dwarsbalken 28 waarop pennen 29 zijn bevestigd die grijpen in de ronde voorkant van de flap / 20 die is ontstaan door de U-vormige doorsnijding 25. Op deze wijze worct de flap losgetrokken, waarna via een vork 30 de flap van de pennen 29 wordt afgetrokken.

Opgemerkt wordt dat de inrichting in plaats van twee steunelementen 17, 18 ook vier of meer van deze elementen kan bevatten, 25 in samenhang met de diameter van de trommel 5 en de lengte van de te vervaardigen buisstukken. Anderzijds is het mogelijk dat elk element 17 en 18 slechts aan één uiteinde is voorzien van een lasorgaan 6 en 7.

Bij een wijziging van het formaat van de te vervaardigen draagtassen wordt de hoek<?^ tussen de steunelementen 17 en 18 verkleind 30 of vergroot. Daarbij zal het steunelement 20 steeds ongeveer op de 7906324 > _ 7 _ bisectrice van deze hoek blijven liggen. Bij een vexkleining van de hoek °< betekent dit dat de draagtassen korter worden, hetgeen bij een constante aanvoersnelheid van de walsen 1 betekent dat ook de rotatiesnelheid van de trommel 5 dienovereenkomstig moet worden ver-5 groot. Synchroon daarmede wordt ook de rotatiesnelheid van het snijmes 11 en van het doorsnijdingsorgaan 12 vergroot. De steunband 8 zal automatisch een zelfde snelheidstoename krijgen, evenals de vingers 13 en 14. Indien aangeomen wordt dat de verkleining van de hoek °< geschiedt door het verdraaien van het steunelement 17 met de 10 lasorganen 6, zal een dienovereenkomstige aanpassing van de hoekfase van zowel het snijmes 11 als de vinger 13 moeten worden uitgevoerd.

Het snijmes 11 is immers werkzaam op het moment dat het voorste eindn van de buis 2 is gelegen boven één der lasorganen 6. De vinger 13 werkt eveneens samen met de lasorganen 6.

15 De voordelen van de inrichting volgens de uitvinding kunnen als volgt worden samengevat: - De beoogde draagtassen worden in één enkele arbeidsgang vervaardigt waarbij de noodzakelijke U-vormige uitsnijding voor het tot stand brengen van een "T-shirt bag" geschiedt op een plaats gelegen voor di 20 lasbewerking; de buisstukken worden afgesneden op een plaats gelegen vlak voor de lastrommel.

- Een groot aantal formaten van de draagtas kan met de inrichting worden vervaardigd nadat hierin enkele aanpassingen zijn aangebxcht; dit is voor de fabrikant van draagtassen bijzonder belangrijk.

25 - De draagtassen worden in dubbelgevouwen toestand afgeleverd, even tueel in pakketten waarmee het hanteren van de draagtassen wordt vergemakkelijkt en ook de omvang van de afgeleverde eindprodukten wordt verkleind.

7906324

Claims

1. Inrichting voor het vervaardigen van draagtassen uit thermoplastisch materiaal uitgaande van een doorlopende platte buis met een harmonikavouw aan beide zijkanten, welke buis via een stel aan-voerwalsen met een vaste snelheid wordt toegevoerd aan een met een 5 steunband samenwerkende cylindrische trommel voorzien van lasorganen die volgens beschrijvende lijnen verzonken in de mantel van de trommel zijn aangebracht, waarbij de omtrekssnelheid van de trommel groter is dan de toevoersnelheid van de aanvoerwalsen, gekenmerkt door de combinatie van: 10. een met de aanvoerwalsen (1) sanenwerkend orgaan (12) voor het periodiek aanbrengen van een U-vormige doorsnijding (25) in de buis (2) op een onderlinge afstand die overeenkomt met de beoogde lengte van de zakken; - een synchroon met het doorsnijdingsorgaan werkzaam snijmes (11) 15 voor het dwars afsnijden van de buis iets voorbij de uiteinden van de benen van de U-vormige doorsnijding; / - tenminste een vouwmes (21) langs een beschrijvende lijn van de trommel (5) op een plaats gelegen op de halve lengte van het afgesneden buisstuk, welk vouwmes kan samenwerken met een in een aangrenzende 20 hulptrommel (23) aanwezige vouwtang (22).

2. Inrichting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat het snijmes (11) scmenwerkt met een hulpwals (4) die langs de omtrek is voorzien van een aantal aanzuigopeningen (16) welk 5 over het boogvormige trajectdeel dat naar de trommel (5) toe draait, 25 zijn verbonden met een bron van onderdruk.

"3._Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met_het_ 7906324 - 9 - kenmerk, dat het doorsnijdingsorgaan (12) is voorzien van tenminste een onderbreking die een hechtplaats (26) in stand houdt voor de U-vormige doorsnijding (25).

4. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met 5 het kenmerk, dat de trommel (5) samenwerkt met een tref:-orgaan (27) dat is aangebracht op een plaats langs de trommelomtrek gelegen voorbij de steunband (8) doch vóór de hulptrommel (23) voor samenwerking met het zich binnen de U-vormige doorsnijding bevindende gedeelte van de buis.

5. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de trommel (5) is voorzien van drie dj a-metraal verlopende steunelementen (17, 18, 20) waarvan er twee aan hun uiteinden zijn voorzien van de verzonken lasorganen (6, 7) en waarbij het derde steunelement (20) dat het vouwmes (21) draagt, is 15 gelegen ongeveer langs de bisectrice van de hoek («) tussen de twee eerstgenoemde elementen (17, 18). 7906324