NL7905854A - Afdekking. - Google Patents

Description

1 4

Egbertus Sijbolt Raatjes, te Soest.

Afdekking.

De uitvinding heeft betrekking op een afdekking, bestaande uit een deksel met omranding. Een dergelijke afdekking, bijvoorbeeld bij een inspectie- of waterafvoerput, wordt gewoonlijk in het rijdek van een weg, dan wel trottoir toegepast.

5 Het roosterdeksel van de afdekking, kan daarbij zoals gebruikelijk aan één zijde zijn voorzien van scharnieren, dan wel één of meerdere steeknokken, terwijl het deksel van de afdekking, aan één zijde respectievelijk omtrekgedeelte, kan zijn uitgerust met één of meerdere steeknokken, teneinde het roosterdeksel dan wel het deksel, 10 met behulp van een eenvoudig gereedschap aan de overstaande zijde open te zwaaien, dan wel te verwijderen, hetgeen voor het met regelmatige tussenpozen reinigen van de put benodigd is.

In de praktijk is gebleken, dat een onbevoegde op eenvoudige wijze een dergelijk roosterdeksel dan wel deksel, uit de om-15 randing kan verwijderen, hetgeen ongelukken voor het passerende verkeer, alsmede extra kosten voor de vervanging van deze onderdelen, met zich meebrengt.

Teneinde genoemd bezwaar van de bekende afdekking van het bovengenoemde type te vermijden, bezit volgens de uitvinding, 20 het deksel ten minste één zodanig van de omtrek reikende, sleufvormige opening, dat bij aanwenden van een uitwendige kracht op een omtreksge-deelte van het ene dekseldeel, een verende beweging van het ene ten opzichte van het andere dekseldeel, in het vlak van de afdekking optreedt.

Met behulp van een aangepast gereedschap, in de 25 ruimte tussen de omranding en het roosterdeksel, dan wel het deksel, aan te brengen, kan dan, met een volgens een verder kenmerk van de uitvinding, tussen deze dekseldelen aangebrachte nokgrendeling, aan de tegenovergestelde zijde van de afdekking, waar zich de scharnieren of 790 58 54 jr · 2 steeknokken aan het roosterdeksel, dan wel het deksel, bevinden, aan te brengen, het door onbevoegden openzwaaien respectievelijk geheel verwijderen van dat roosterdeksel dan wel het deksel, worden voorkomen.

Bij een uitvoeringsvorm van de afdekking, met een 5 roosterdeksel en omranding, ontbreekt volgens de uitvinding het materiaal aan één zijde van het roosterdeksel aan één of meerdere einden van de sleuven.

Bij een verdere uitvoeringsvorm van de afdekking met een roosterdeksel en omranding, ontbreekt volgens de uitvinding het 10 materiaal bij twee of meerdere sleuven afwisselend aan het einde aan één zijde, dan wel aan het einde aan de tegenoverliggende zijde van het rooster.

Bij een andere uitvoeringsvorm van de afdekking met een deksel en omranding, ontbreekt volgens de uitvinding plaatselijk 15 het materiaal van het deksel, in één richting gezien vanaf één zijde tot nabij de andere zijde reikend, dan wel vanaf de omtrek tot nabij de omtrek, onder vorming van één of meerdere sleuven.

Bij de hiervoor genoemde uitvoeringsvormen, maakt of maken de door het plaatselijk ontbreken van materiaal ontstane sleuf 20 of sleuven, een zodanige verende beweging in het vlak van het deksel van wel roosterdeksel met omranding, tussen de deksel- dan wel roosterdeksel-delen dwars op de sleufvormige opening of openingen mogelijk, dat bij een verdere uitvoeringsvorm van de afdekking volgens de uitvinding, waarbij het roosterdeksel dan wel deksel, aan de zijde af gekeerd van de 25 steeknok of steeknokken, dan wel scharnierassen, voorzien is van een, onder de naburige zijde van de omranding grijpende borg- of grendelnok of nokken, alsmede van een grendeluitsparing. De borg- of grendelnok of -nokken kan of kunnen worden vrijgemaakt voor eerder genoemde reinigings-doeleinden.

30 Het zonder voornoemd gereedschap openen of uit nemen van het roosterdeksel. dan wel deksel door onbevoegden is dan prac-tisch niet mogelijk.

Teneinde eerder genoemde verende bewegingen van het roosterdeksel dan wel dekseldeel mogelijk te maken, alsmede verzwakking 35 van het roosterdeksel dan wel deksel, als gevolg van het plaatselijk 790 58 54 « * 3 ontbreken, van materiaal tegen te gaan, bestaat bij een afdekking volgens de uitvinding het roosterdeksel dan wel deksel, uit een hiertoe geëigend materiaal, zoals bijvoorbeeld gietijzer met nodulairgrafiet, dan wel staal. Beide materialen verschaffen dan de nodige veerkracht aan de dek-5 sel- dan wel roosterdekseldelen voor het vrijmaken van de borg- of grendelnok.

De uitvinding zal hierna aan de hand van enige in de tekening afgebeelde uitvoeringsvormen van de afdekking nader worden toegelicht.

10 Fig. 1 is een bovenaanzicht van een inlaatrooster zoals toegepast in het rijdek van wegen.

Fig. 2 is een dwarsdoorsnede over de gebroken lijn II - II in fig. 1.

Fig. 3 is een dwarsdoorsnede over de lijn III - 15 III in fig. 1.

Fig. 4 is een gedeeltelijke dwarsdoorsnede over de lijn IV - IV in fig. 1.

Fig. 5 is een aanzicht volgens de pijl P in fig. 1.

Fig. 6 is een bovenaanzicht van een putdeksel, 20 zoals toegepast in trottoirs, met rechthoekige omranding en nokgrendeling volgens de uitvinding.

Fig. 7 is een dwarsdoorsnede over de lijn VII-VII

in fig. 6 en de fig. 8-10 een bovenaanzicht resp. doorsneden 25 volgens de lijnen IX-IX en X-X van een deksel met ronde vorm.

Blijkens de fig. 1 t/m 5 is een afdekking volgens de uitvinding afgeheeld, voorzien van een inlaatrooster, algemeen aangeduid met 1 en een omranding, algemeen aangeduid met 2, van rechthoekige uitvoering, bijvoorbeeld voor een aan de zijkant van de weg aan 30 te brengen afvoerput.

Het rooster 1 heeft een aantal gelijke rooster-staven 3, met in hoofdzaak rechthoekige dwarsdoorsnede, die flensvormig naar het middel toenemend omlaag reiken (zie fig. 3), terwijl de beide uiterste roosterstaven 4 (zie fig. 2\ respectievelijk 5a, 5b (zie fig. 1, 35 2 en 4) een weinig afwijkend zijn uitgevoerd, in verband met de onder- 790 5 8 54 * * 4 steuning daarvan.

De roosterstaven steunen gewoonlijk aan hun einden met een hen onderling verbindende randlijst 6 (zie fig. 2 en 3) op het van het insluitvlak 7 binnenwaarts reikende draagvlak 8 zie fig. 2 t/m 4) 5 van de omranding 2.

De roosterstaaf 4 aan het ene einde van het rooster (zie fig. 2) is in hoofdzaak balkvormig en steunt over de gehele lengte daarvan op het draagvlak, aan deze zijde van de omranding 2. Het rooster 1 is gemakshalve in dezelfde fig. van de tekening, met twee verschillen-10 de uitvoeringen afgebeeld.

Het rooster 1, bij de ene uitvoering, kan dan aan het andere einde om een horizontale as 9 (zie fig. 1, 2, 5) schamier-baar aan de omranding 2 zijn bevestigd, met behulp van een tweetal aan de staaf 5a van dat roostereinde bevestigde aspenen 10 (waarvan één is 15 afgebeeld), welke in een zodanige ruime boring 11 (zie fig. 1 en 5) van de omranding zijn gelegerd, dat de roosterstaaf 5a, die aan het middendeel in dwarsdoorsnede in hoofdzaak balkvormig is, met afgeronde onderzijde 12, met de einden daarvan overgaand in de randlijst 6, op het draagvlak 8 van de omranding 2 kan rusten. Het rooster 1 steunt dan in 20 de gesloten stand aan drie zijden daarvan op het draagvlak: 8 van de om randing.

Het rooster kan ook losneembaar zijn uitgevoerd, in welk geval de roosterstaaf 5b aan genoemd einde van het rooster 1, voorzien is van een tweetal zijwaarts reikende steeknokken 13, waarvan 25 slechts één is afgebeeld, die in een ruime overstaande uitsparing 14 (zie ook fig. 4) van de omranding 2 grijpen. De roosterstaaf 5b kan dan met voordeel over de gehele lengte in dwarsdoorsnede balkvormig zijn, met vlak uitgevoerde onderzijde 15, waarmede de staaf 5b op het draagvlak van dit deel van de omranding 2 rust.

30 Het rooster steunt dan rondom op het draagvlak 8 van de omranding.

Volgens de uitvinding is de staaf 4 aan het andere einde van het rooster aan het middendeel voorzien van een zijwaarts reikende grendel- of borgnok 16, die in een uitsparing 17 van de omranding 2 grijpt, zoda/nig dat het rooster ongehinderd op het draag-35 vlak 8 van de omranding kan steunen.

790 5 8 54 t ί 5

Ten einde het rooster in beide uitvoeringen daarvan, van de omranding 2 vrij te maken wanneer het rooster met steeknokken 13 is uitgerust, dan wel het rooster open te zwaaien, wanneer dit met schamierpennen 15 is uitgerust, is volgens de uitvinding het rooster, 5 in het vlak daarvan, in de richting dwars op de roosterstaaf 5a met de scharnierpennen 10, dan wel dwars op de roosterstaaf 5b met de steeknokken 13, gezien in het vlak van het rooster en in de richting dwars op de andere eindstaaf 5a dan wel 5b, verend uitgevoerd.

Daartoe ontbreekt het materiaal aan de randlijst 10 6 van het rooster 1, (zie in het bijzonder fig. 1 en ook fig. 2 t/m 4) aan één einde van de sleuven 18 tussen de naburige roosterstaven 3 aan het middendeel, alsmede tussen de éne eindroosterstaaf 4 en de naburige roosterstaaf 3, alsmede tussen de andere eindroosterstaaf 5a dan wel 5b en de naburige roosterstaaf 3, afwisselend, zodat het rooster in boven-15 aanzicht een "sinus"-vormige configuratie bezit en dan afwisselend het draagvlak van de omranding, tussen de einden van naburige roosterstaven, van bovenaf zichtbaar is.

Voorts is nabij boven de grendel- of borgnok 16 (zie fig. 1 en 2) een grendelsluitsparing 19 aan de eindroosterstaaf 4 20 aangebracht, zodanig dat met behulp van een grendelstaaf (niet afgebeeld) voorzien van een passend insteekeinde, aan te brengen tussen de omranding 2 en de grendeluitsparing 19, door zwenkbeweging van de grendelstaaf in het verticale langsmiddenvlak onder terugveerwerking van het rooster 1, de grendel- of borgnok 16 op een voudige wijze achterwaarts 25 en buiten ingrijping met de grendeluitsparing 17 kan worden gebracht, waame het rooster om de aspennen 10 kan worden omhoog gedraaid, dan wel het rooster met de steeknokken 13 aan de eindroosterstaaf 5b draaiend, in de uitsparing 14, omhoog kan worden gezwaaid en vervolgens verwijderd.

Voor reinigingsdoeleinden van de onderconstructie van de afdekking kan 30 dit nodig zijn.

Het door onbevoegden verwijderen of openen van het rooster is zonder toepassing van het bijbehorende aangepaste in-steekgereedschap, dan zeer bemoeilijkt.

De uitvinding omvat voorts een tweede uitvoerings-35 vorm van de afdekking volgens uitvinding, afgebeeld in de fig. 6 en 7, 79058 54 » · 6 welke voorzien is van een deksel, aangeduid met 20 en een omranding, aangeduid met 21, bijvoorbeeld van een in het dek van een trottoir, aan de zijkant van een rijweg aan te brengen afvoerput.

Het deksel 20 rust met het, van het insluitvlak 5 22 binnenwaarts reikende oplegvlak 23 aan de omtreksflensrand 24 op het, van het insluitvlak 25 van de omranding 21 binnenwaarts reikende draagvlak 26. Aan de, naar de rijweg gekeerde zijde 27 van de omranding 21, waar zich de algemeen aangeduide inlaat 28 bevindt, is het deksel 20 gebruikelijk uitgerust met een tweetal steeknokken 29, die ter weers-10 zijden grijpen onder een, ter plaatse, van het draagvlak 26 van de om randing 21 binnenwaarts reikende nok 30.

Volgens de uitvinding ontbreekt het materiaal van het deksel 20 afwisselend vanaf een dekselzijde naar de andere, tot nabij de omtreksrand 24 daarvan reikend (zie fig. 6), insnijdingen 31 vormend, zodanig dat 15 van boven gezien het deksel een "sinus"-vormige configuratie bezit, waarbij het draagvlak 26 van de omranding 21 telkens afwisselend aan overstaande zijden daarvan, tussen naburige dekselstroken 20a zichtbaar is. ' ...

Volgens de uitvinding is voorts aan het midden van 20 de zijde van de omranding 21, tegenover de zijde daarvan met de nokken 30 aan de binnenwaarts reikende omtreksrandflens 32 van de omranding 21, beneden het draagvlak 26 omlaag reikend, een aanzetstuk 33 aangebracht, met een grendeluitsparing 34. Aan de overeenkomstige zijde van het deksel 20, is de omtreksrand 24 daarvan uitgerust met een uitsparing 25 35 (zie ook fig. 6) en is een grendel- of borgnok 36 omlaag reikend aan het deksel 20 aangebracht, die in de sluitstand van het deksel 20 in de uitsparing 34 van voornoemd aanzetstuk 33 kan grijpen.

Met behulp van een gereedschap met passend uitgevoerd insteekeinde kan de borgnok 36 onder veerwerking van het deksel, 30 buiten ingrijping met de grendeluitsparing 35 worden gebracht.

Doordat enerzijds, gietijzer met lamellair grafiet niet voldoende veerkrachtig is en anderzijds het plaatselijk ontbreken van materiaal een verzwakking vormt van het inlaatrooster 1, volgens fig. 1, dan wel het deksel 20, volgens fig. 6, wordt bijvoorbeeld giet-35 ijzer met nodulairgrafiet dan wel staal voor het rooster dan wel het dek- 790 5 8 54 ' * 7 sel toegepast.

Tenslotte is in fig. 8 schematisch een uitvoeringsvorm van een deksel van een afdekking volgens de uitvinding afgeheeld, welk deksel een ronde vorm bezit in bovenaanzicht gezien en aangeduid 5 met 20b, dat op een tweetal plaatsen aan de omtrek voorzien is van een steeknok 29a en een borgnok 16a, met grendeluitsparing 19a, alsmede een sleuf 31a.

79058 54

Claims (9)

1. Afdekking, bestaande uit een deksel met omranding, met het kenmerk, dat het deksel ten minste één zodanig van de om- 5 trek reikende, sleufvormige opening bezit, dat bij aanwenden van een uitwendige kracht op ien omtreksgedeelte van het ene dekseldeel, een verende beweging van het ene ten opzichte van het andere dekseldeel, in het vlak van de afdekking optreedt.

2. Afdekking volgens conclusie 1, met een rooster- 10 deksel als afdekking, met het kenmerk, dat het materiaal ter plaatse van het einde van één, of meerdere sleuven, aan één zijde van het rooster-deksel ontbreekt.

3. Afdekking volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het materiaal ter plaatse van de einden van twee of meerdere 15 sleuven afwisselend aan het ene, dan wel het andere sleufeinde ontbreekt.

4. Afdekking volgens conclusie 1, met een deksel als afdekking, met het kenmerk, dat het materiaal van het deksel in één richting gezien, aan één zijde ten opzichte daarvan respectievelijk over een gedeelte van de omtrek tot aan die omtrek, plaatselijk onder vorming 20 van één dan wel meerdere sleuven ontbreekt.

5. Afdekking volgens conclusie 1, met een deksel als afdekking, met het kenmerk, dat het materiaal van het deksel in één richting gezien, afwisselend vanaf de ene zijde tot nabij de tegenoverliggende zijde reikend, onder vorming van twee of meerdere sleuven ont- 25 breekt.

6. Afdekking volgens conclusie 2, met aan één zijde één of meerdere steeknokken, dan wel twee scharnierassen, met het kenmerk, dat het roosterdeksel aan de zijde afgekeerd van deze zijde, aan een geschikte plaats is voorzien van één of meerdere onder de naburige zijde 30 van de omranding grijpende borgnok(ken) alsmede van een grendeluit- sparing.

7. Afdekking volgens conclusie 4, met aan één zijde één of meer steeknokken dan wel scharnierassen respectievelijk aan de omtrek één of meer steeknokken, met het kenmerk, dat het deksel 35 aan de zijde afgekeerd van deze zijde respectievelijk aan het tegenover- 790 5 8 54 * # 9 liggende omtreksgedeelte, aan een geschikte plaats is voorzien van één of meer onder de omranding grijpende borgnokken, alsmede een grendel-uitsparing.

8. Afdekking volgens één der voorgaande conclusies 5. t/m 7, met het kenmerk, dat het deksel dan wel roosterdeksel uit gietijzer met nodulair grafiet, dan wel staal bestaat.

9. Afdekking zoals beschreven in de beschrijving en af geheeld in de tekeningen. 790 58 54