NL7905406A - Griffel. - Google Patents

Description

> * - ^ * PHO 78.511 N.V. PHILIPS' GLOEILAMPENFABRIEKEN te EINDHOVEN Griffel

De uitvinding· heeft betrekking op een griffel met tenminste één staafvormige, in axiale richting gemagnetiseerde permanente schrijf magneet met twee pooleind-vlakken voor het schrijven van merktekens en dergelijke 5 op een bladvormige drager met magnetisch oriënteerbare deeltjes voor het vastleggen en het optisch uitlezen van deze merktekens. Een dergelijke, slechts uit één enkele staafvormige permanente schrijfmagneet bestaande griffel toont het U.S. octrooischrift 3*221.315· Het aan een 10 pooleindvlak van een dergelijke schrijfmagneet uittreden de magnetisch veld dient voor het schrijven van merktekens op een drager, waarbij de magneet als een potlood bij het schrijven over de drager wordt bewogen. De merktekens ontstaan hierbij door het heroriënteren van die 15 deeltjes in de drager, die door het magnetisch veld van de magneet worden beïnvloed ten opzichte van de andere deeltjes in de omgeving, die in nagenoeg loodrechte richting ten opzichte van de hergeoriënteerde deeltjes zijn voorgeoriënteerd . Bij invallend licht wijken dan de herge-20 oriënteerde deeltjes af van degene in de omgeving, waar door de merktekens zichtbaar worden. Het wissen van de merktekens geschiedt met een magnetisch veld, dat alle deeltjes weer voororiënteert.

De uitvinding heeft nu tot doel, een griffel 25 van de bovengenoemde soort bijzonder voordelig uit te voeren en het toepassingsgebied hiervan uit te breiden.

De uitvinding vertoont daartoe het kenmerk, dat de griffel door een staafvormige houder is gevormd, dat de schrijf-magneet het uiteinde van de houder koaxiaal ten opzichte 30 hiervan is aangebracht en dat bij het andere uiteinde van 7905406 % _ 2 __ * PHO 78.511___________________________________________________________________________-............................._ ....

houder een permanente wismagneet voor het wissen van de drager is aangebracht, waarbij de houder in de nabijheid van de wismagneet gelegen geleidingsmiddelen omvat, voor het tijdens het uitvoeren van een relatieve beweging 5 tussen de drager en de wismagneet in een nagenoeg loodrechte stand gericht houden van de drager met zijn dragervlak ten opzichte van een pooleindvlak van de wismagneet.

Door het uitvoeren van de voor het schrijven van merktekens voorziene schrijfmagneet als een korte, staafvormige 10 aan de houder bevestigde, permanente magneet wordt bereikt, dat een ten opzichte van de dikte van de houder relatief dunne magneet kan worden toegepast, waardoor duidelijk zichtbare merktekens in de vorm van dunne, scherp begrensde lijnen of tekens kunnen worden verkregen, aangezien 15 bet vanuit het kleine pooleindvlak van de schrijfmagneet loodrecht uittredende, de merktekens veroorzakende magnetische veld sterk gebundeld is. Verder kunnen met een •dergelijke griffel niet slechts merktekens op de drager worden geschreven maar deze kunnen ook weer gewist, waar-20 toe de wismagneet aan de houder is aangebracht. De wismag neet kan ten opzichte van de pooleindvlakken van de schrijfmagneet relatief grote pooleindvlakken omvatten, van waar uit- “ uit het/tredende magnetische veld, ook nog op een relatief grote afstand van de pooleindvlakken, nagenoeg 25 loodrecht ten opzichte hiervan verloopt, waardoor een gelijkmatig wisveld is gevormd.

Het is voordelig gebleken, wanneer de geleidingsmiddelen worden gevormd door tenminste één groef die bij een aangrenzend pooleindvlak van de wismagneet in de 30 houder is gelegen. Op deze wijze is een bepaalde baan voor de drager door het magnetisch veld vastgelegd, zodat deze drager gelijkmatig en met zekerheid wordt gewist. In dit verband is het verder voordelig gebleken, wanneer voor het wissen van een op een magneetkassette aange-35 brachte drager de groef een met een rechthoekige driehoek, overeenkomende doorsnede heeft. Op deze wijze kan de groef 'steeds als geleiding worden gebruikt, onafhankelijk van 7905406 3 - 3k _ PH0_78,511____________________________.____________________________________________________ _ _______ het feit aan welk vlak van de magneetbandkassette de drager is aangebracht, aangezien steeds de vereiste relatieve ligging tussen drager en pooleindvlakken kan worden verkregen. Eveneens is het voordelig gebleken, 5 wanneer voor het wissen van een op een hoofdvlak van een magneetbandkassette aangebrachte drager de groef een rechthoekige doorsnede heeft, waarbij de breedte van de groef overeenkomt met de dikte van de magneetbandkassette. Een zodanig uitgevoerde groef geeft een bijzonder 10 nauwkeurige geleiding voor de magneetbandkassette en de drager.

Verder is het voordelig gebleken, wanneer het uiteinde van de houder, waar de schrijfmagneet is aangebracht, een afgeronde punt vertoont, waarvan het begren-15 zingsvlak nauwkeurig aansluit op het pooleindvlak van de schrijfmagneet. Hierdoor worden enerzijds de merktekens op de drager bijzonder duidelijk, omdat deze direkt door het uit het pooleindvlak naar buiten tredende magnetische veld worden gevormd en is anderzijds bij het geleiden 20 van de afgeronde punt over de drager beschadigingen respectievelijk het vormen van krassen hierop vermeden.

Eveneens is het voordelig gebleken, wanneer de schrijfmagneet in een schachtvormig inzetstuk is ondergebracht , dat in de houder in axiale richting verend uit-25 wijkbaar is. Op deze wijze wordt enerzijds een op eenvoudige wijze te fabriceren konstruktie verkregen en anderzijds wordt vermeden, dat bij uitoefening van een te grote druk met de punt van de griffel op de drager deze laatste wordt beschadigd respectievelijk bekrast.

30 Het is bijzonder doelmatig gebleken, wanneer de schrijfmagneet door een stuk van een gemagnetiseerde draad is gevormd. Op deze wijze kan de magneet zeer dim. worden uitgevoerd, waardoor bijzonder fijne merktekens op de drager kunnen worden aangebracht.

35 De uitvinding wordt onderstaand nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin enkele uitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding zijn weergegeven, tot welke 7905406 .·* - h _ PHO 78.511______________________________________________________________________________________________________________________________________ zich echter de uitvinding niet beperkt. Figuur 1 toont in een lengtedoorsnede een griffel met een schrijfmag-neet en met een wismagneet. Figuur 2 toont op vergrote schaal een lengtedoorsnede door de punt van de griffel 5 volgens figuur 1 met de schrijfmagneet. In figuur 3 is een doorsnede volgens de lijn III-III in figuur 1 weergegeven.

In figuur k is een wismagneet met een cirkelvormige doorsnede weergegeven. Figuur 5 toont op schematische wijze het aanbrengen van merktekens op een drager, die op een hoofd— 10 vlak van een magneetbandkassette is aangebracht. In figuur 6 is op schematische wijze het wissen van merktekens op een drager, die op een hoofdvlak van een magneetbandkasse tte is aangebracht, weergegeven. Figuur 7 toont het wissen van merktekens op een drager, die op een smalle zijde 15 van een magneetbandkassette is aangebracht. In figuur 8 is het wissen van merktekens op een losse drager weergegeven.

Bladvormige dragers met magnetische oriënteer-bare deeltjes voor het registreren en het optisch uitlezen 20 van merktekens, leestekens en dergelijke zijn bekend uit het Amerikaanse octrooischrift 3*221.315· Afhankelijk van het. feit, of de deeltjes in één van twee nagenoeg lood-· recht ten opzichte van elkaar verlopende richtingen zijn georiënteerd, verschijnen ze bij invallend licht ofwel licht ofwel 25 donker. Een dergelijk oriënteren kan selektief met een vrij uiteinde van een staafvormige, in axiale richting gemagnetiseerde permanente magneet plaatsvinden, waardoor de betreffende deeltjes tengevolge van het in wezen loodrecht op het dragervlak staande magnetisch veld eveneens in lood-30 rechte richting ten opzichte van het dragervlak worden ge oriënteerd en zich daardoor onderscheiden van de deeltjes uit de omgeving, die in het vlak van de dragervlak zijn voorgeoriënteerd, zodat een merkteken zichtbaar wordt. Een dergelijk merkteken kan worden gewist, doordat met een in het 35 vlak van het dragervlak verlopend magnetisch veld alle deeltjes weer in het vlak van het dragervlak worden georiënteerd, hetgeen een voororiëntatie betekent, zoals deze 7905406 5 - Λ * j?ho_.78.5-1-1____________________________________________________________________________________________________________________- wordt toegepast, alvorens op een drager een merkteken wordt aangebracht. Onderstaand wordt nu een griffel beschreven, waarmee op een dergelijke bladvormige drager met magnetisch oriënteerbare deeltjes merktekens kunnen worden 5 geschreven alsmede kunnen worden gewist.

De in figuur 1 weergegeven griffel heeft een staafvormige houder 1, die uit een cylindervormige schacht 2 bestaat, waarmee coaxiaal een huls 3 is verbonden, bijvoorbeeld doordat deze huls aan een uiteinde van de 10 schacht is vastgeschroefd. In de huls 3j die bijvoorbeeld uit een kunststof, bekend als acrylnitrilbutadieenstyreen (ABS) is vervaardigd, is een schachtvormig inzet stuk lien een schroefveer 5 aangebracht. Het inzetstuk 4 steunt daarbij met een rand 6 tegen een bij de hulsopening 15 7 voorzien aanslagvlak 8. De veer 5 steunt tegen de rand 6 van het inzetstuk 4 en anderzijds tegen de schacht 2. Op deze wijze is bereikt, dat het inzetstuk 4 in axiale richting verend in de huls 3 is aangebracht. Het inzetstuk 4 heeft verder een kegelvormige punt 9> die uit de opening 7 20 van de huls 3 naar buiten steekt.

Bij de punt 9 is in het bijvoorbeeld uit een kunststof, bekend als delrin, een polymethyleenoxide van Du Pont de Nemours,bestaande inzetstuk 4 coaxiaal een staafvormige, in axiale richting gemagnetiseerde permanente 25 magneet 10 ingebed. Zoals in figuur 1 is te zien, is deze permanente magneet 10 ten opzichte van de lengte van de houder kort en voor het vormen van kleine pooleindvlakken 11 en 12 ten opzichte van de dikte van de houder dun uitgevoerd. In de getoonde uitvoeringsvorm bedraagt de dia-30 meter van de magneet 10 ongeveer 0,3 mm en de lengte 5-15 mm terwijl de diameter van de houder 1 ongeveer 14 mm en de lengte ongeveer 115 mm bedraagt. Op deze wijze vormt de permanente magneet 10 bij de pooleindvlakken 11 en 12 gebundelde magnetische velden, die loodrecht 35 op de pooleindvlakken staan en daardoor in axiale rich ting ten opzichte van de griffel verlopen. Een dergelijk gebundeld magnetisch veld is uiterst geschikt om op een 7905406 • 6 .

$ A.

...PHO 78-511..,........................... ....... - ...... .......... ........................- ....................

drager met magnetisch oriënteerbare deeltjes merktekens en dergelijke te schrijven, aangezien dit veld slechts in de direkte omgeving van het in de punt 9 van de griffel liggend pooleindvlak 11 aktief is. Hoe dunner de permanen-5 te magneet 10, die onderstaand kortweg als schrijfmagneet wordt aangeduid, is uitgevoerd, des te meer is het magnetisch veld bij het betreffende pooleindvlak gebundeld en des te fijnere merktekens kunnen derhalve met een dergelijke schrijfmagneet worden gemaakt. Op doelmatige 10 wijze wordt derhalve een dergelijke schrijfmagneet door een stuk van gemagnetiseerde draad gevormd.

Zoals in het bijzonder in figuur 2 te zien is, ligt bij het· betreffende uitvoeringsvoorbeeld het pooleindvlak 11 van de schrijfmagneet 10 direkt in het begren-15 zingsvlak 13 van de punt 9 van het inzetstuk. Dit begren- zingsvlak 13 is hier door een kogelvlak gevormd, zodat een afgeronde punt beschikbaar is, die bij kontakt met de drager geen beschadigingen hiervan kan veroorzaken.

Een dergelijke punt wordt bijvoorbeeld verkregen, door-20 dat na het inbedden van de schrijfmagneet 10 in het inzet stuk b de punt 9 wordt afgeslepen totdat het pooleindvlak 11 volledig in het begrenzingsvlak 13 van de punt 9 ligt, waardoor het eindvlak 11 van de schrijfmagneet 10 nauwkeurig aansluit op het begrenzingsvlak 13 van de afgeron-25 de punt 9· Op deze wijze wordt direkt het gebundelde, uit het pooleindvlak 11 naar buiten tredende axiaal verlopende magnetische veld, waarvan in figuur 2 op schematische wijze een krachtlijn 14 is aangeduid, voor het aanbrengen van merktekens toegepast, waardoor deze tekens zeer dui-30 delijk worden. Vanzelfsprekend zou het ook mogelijk zijn, het pooleindvlak 11 van de schrijfmagneet 10 nog in de punt 9 te laten verlopen. Een beschadiging van de drager is verder vermeden doordat het inzetstuk k in axiale richting verend in de houder 1 is aangebracht, zodat 35 bij te sterke druk van de punt 9 op de drager het inzet stuk k terugveert.

Zoals figuur 1 toont, is bij het van de huls 3 7905406 v 7 PHO.78.511_____________________________________________________________ v____________________ -- afgekeerde uiteinde van de schacht 2 een permanente wismagneet 15 aangebracht, die bij het betreffende uit-voeringsvoorbeeld in de uit een , bijvoorbeeld bekend als Versalon-,(een polyamide van Schering A.G·., ¥. Duitsland), 5 kunststof bestaande schacht 2 is ingebed; deze magneet zou echter ook in een overeenkomstige opening van de schacht 2 kunnen zijn aangebracht. Zoals uit figuur 3 Is te zien, heeft de permanente magneet 15 een rechthoekige lengtedoorsnede en een vierkante dwarsdoorsnede. Deze magneet 10 is dwars op zijn lengterichting gemagnetiseerd, waardoor pooleindvlakken 16 en 17 zijn gevormd, De afmetingen van de permanente magneet 15 zijn hierbij zodanig gekozen, dat de pooleindvlakken 16, 17 ten opzichte van de pool-eindvlakken 11 en 12 van de schrijfmagneet 10 groot zijn.

15 In de getoonde uitvoeringsvorm hebben de vlakken een af meting van ongeveer 16x8 mm. Op deze wijze wordt in een groter gebied om de pooleindvlakken 16 en 17 een magnetisch veld gevormd, dat in wezen loodrecht op deze pooleindvlak-ken staat. Van dit magnetisch yeld is in figuur 1 op sche-20 matische wijze een krachtlijn 18 aangegeven. Een dergelijk magnetisch veld is uiterst geschikt voor het wissen van op een drager aangebrachte merktekens, wanneer de drager met zijn dragervlak in wezen loodrecht op een pooleindvlak 16 respectievelijk 17 van de permanente magneet 15 - onderstaand 25 als wismagneet aangeduid - langs deze magneet wordt bewogen.

Op deze wijze worden namelijk de magnetische oriënteer-bare deeltjes van de drager zeer goed in het dragervlak uitgericht.

Vanzelfsprekend zou de wismagneet 15 ook 30 cylindervormig kunnen zijn, zoals dit in figuur k is weergegeven. In dat geval zijn dan de pooleindvlakken 16 en 17 door stukken van het omtreksvlak van de cylindervormige, dwars ten opzichte van de asrichting gemagnetiseerde magneet gevormd.

35 Om bij de bovengenoemde beweging van de drager langs de wismagneet 15 het dragervlak in de vereiste loodrechte stand ten opzichte van het pooleindvlak op zo een- 7905406 - 8 - PHO_.78.51 1.......................................... .......... ............................ .

voudig en veilig mogelijk gericht te houden, zijn gele idingsmiddel en aanwezig, die worden gevormd door een bij elk pooleindvlak 16 respectievelijk 17 van de wismagneet 15 in de schacht 2 gelegen groef 19 respectievelijk 5 20. Bij het betreffende uitvoeringsvoorbeeld verlopen deze groeven 19» 20 dwars op de as van de houder, waardoor deze groeven geen negatieve invloed uitoefenen op het uiteindelijke greepvlak van de houder. Op zich zou het echter ook mogelijk zijn, de groeven in axiale richting te 10 laten verlopen. Het zou ook voldoende zijn, slechts één enkele groef bij een pooleindvlak te voorzien, aangezien bij het wissen praktisch steeds slechts één groef wordt benut. Bij het betreffende uitvoeringsvoorbeeld zijn echter twee groeven voorzien, waardoor de vormgeving van 15 de totale griffel ebganter is.

De bovenstaand beschreven griffel is bedoeld om op een drager merktekens aan te brengen respectievelijk deze merktekens te kunnen wissen, welke drager op een hoofdvlak van een magneetbandkassette is aangebracht.

20 In de figuren 5 en 6 is op schematische wijze een dergelij ke magneetbandkassette 21 weergegeven, op het hoofdvlak 22 waarvan een bladvormige drager 23 is aangebracht. Naast de drager 23 strekt zich in de lengterichting hiervan een schaal 24 uit, zodat de van een spoel in de kassette afge-25 wikkelde hoeveelheid magneetband bij een bepaalde plaats op de drager 23 kan horen, wanneer bij het bewegen van de magneetband bijvoorbeeld een indikator of een markeer-inrichting langs de schaal 24 respectievelijk de drager 23 wordt bewogen.

30 Op de drager 23 kunnen nu met de griffel met de hand merktekens worden aangebracht, die bijvoorbeeld het begin of het einde van een registratie op de magneetband kenmerken. Daartoe wordt, zoals in figuur 5 °P schematische wijze weergegeven, op de gewenste plaats van 35 de drager de punt 9 van de ten opzichte van het drager- vlak nagenoeg loodrecht gehouden griffel geplaatst en overeenkomstig verder bewogen, waardoor op de met de schrijf- 7905406 -4 9 - * PHO 78.5II_____________________________________________________________ magneet 10 beschreven plaatsen de magnetisch’oriënteerbare deeltjes loodrecht ten opzichte van het dragervlak worden georiënteerd. Hierdoor onderscheiden zich deze deeltjes bij invallend licht van de deeltjes in de omgeving, 5 die tengevolge van een tevoren plaats gevonden hebbende wisbehandeling of tengevolge van een voororiëntering in het dragervlak zijn georiënteerd. Op deze wijze wordt op de be treffende plaatsen een merkidcen zichtbaar.

Voor het wissen van een merkteken of voor 10 het voororiënteren van de deeltjes wordt de drager met zijn dragervlak ten opzichte van een pooleindvlak 16 respectievelijk 17 van de wismagneet 15 langs deze magneet bewogen.

Om dit nu eenvoudig en exact te kunnen uitvoeren, zijn de groeven 19 en 20 in doorsnede rechthoekig, waarbij de 15 breedte van de groeven overeenkomt met de dikte van de magneetbandkassette. Op deze wijze is een geleiding gevormd, die de relatieve beweging tussen griffel en magneetbandkassette respectievelijk drager op eenduidige wijze vastlegt.

Zoals figuur 6 op schematische wijze toont, wordt de grif-20 fel met een groef, bijvoorbeeld de groef 20, op het naast de drager 23 liggende en zich langs deze drager uit— strekkend zijvlak 25 van de magneetbandkassette geplaatst en in de richting van de pijl 26 langs de kassette bewogen.

Het uit het betreffende pooleindvlak 17 van de wismagneet 25 15 loodrecht naar buiten tredende magnetisch veld, waarvan de krachtlijnen daardoor nagenoeg in het dragervlak verlopen, oriënteert hierbij alle deeltjes van de drager in het dragervlak, waardoor een eventuele markering, waarbij de deeltjes loodrecht op het dragervlak zijn georiënteerd, 30 wordt gewist. Aangezien bij de wismagneet de pooleindvlak— ken relatief groot zijn uitgevoerd, is ook nog over een iets grotere afstand van de pooleindvlakken gegarandeerd, dat een loodrecht ten opzichte van de pool-einvlakken verlopend magnetisch veld aanwezig is, zodat 35 ook de bij het betreffende uitvoeringsvoorbeeld in loodrechte richting ten opzichte van het zijvlak 25 op een afstand hiervan op de kassette aangebrachte drager 23 door 7905406

JO

PHO 78.511___________________________________________________- -______________________________ ______________________ een in het dragervlak verlopend magnetisch veld nog perfect wordt gewist.

Bij het uitvoeringsvoorbeeld volgens figuur 7 bestaat de griffel op eenvoudige wijze uit een staaf-5 vormige houder 1 uit kunststof, waarin de schrijfmagneet 10 en de wismagneet 16 op overeenkomstige wijze als in het uitvoeringsvoorbeeld volgens figuur 1 zijn aangebracht. Indien dit gewenst is, zal de schrijfmagneet 10 ook stift-vormig uit de houder 1 naar buiten kunnen steken. De wis-10 magneet 15 is hier ten opzichte van de lengteas van de grif fel schuin aangebracht en bij het pooleindvlak 16 is een groef 27 gelegen, die een met een rechthoekige driehoek overeenkomende doorsnede heeft. Met geleidingsmiddelen gevormd door een dergelijke groef kunnen dragers worden ge-15 wist, die op een willekeurig vlak van de magneetbandkas- sette zijn aangebracht, dus ofwel aan het hoofdvlak ofwel aan een zijvlak, omdat afhankelijk van de ligging van de drager op de kassette deze steeds zodanig in de groef kan worden geleid, dat het draagvlak loodrecht op het pool-20 eindvlak 16 staat. In figuur 7 is een voorbeeld voor een kassette 21 weergegeven, die de drager 23 op een zijvlak 25 heeft. Wanneer de drager 23 op een hoofdvlak van de kassette zou zijn ondergebracht, dan zou deze ten opzichte van de figuur 7 90° gedraaid langs de groef 27 moeten 25 worden geleid.

De in figuur 8 weergegeven griffel komt overeen met de griffel volgens figuur 7· De wismagneet 15 is hier zodanig in de griffel aangebracht, dat het pooleindvlak 16 naar het uiteinde 28 van de griffel is gekeerd, 30 waarin een loodrecht ten opzichte van het pooleindvlak 16 verlopende groef 29 is gelegen. Het geleidingsmiddel bestaande uit de groef 29 is relatief smal uitgevoerd en dient hier voor het invoeren van een losse drager 23·

Zoals uit het voorgaande is te zien, bestaat 35 er een aantal varianten met betrekking tot de uitvoering en oriëntering van de wismagneet in de griffel, hetgeen ~ook voor de uitvoering en het aanbrengen van geleidegroe ven geldt.

7905406

Claims (7)

1. Griffel met tenminste één staafvormige, in axiale richting gemagnetiseerde permanente schrijfmagneet (10) met twee pooleindvlakken (11, 12) voor het schrijven van merktekens en dergelijke op een bladvormige drager (23) 5 met magnetisch oriënteerbare deeltjes voor het vast leggen en het optisch uitlezen van deze merktekens, met het kenmerk, dat de griffel door een staafvormige houder (1) is gevormd, dat de schrijfmagneet (10) bij het uiteinde van de houder coaxiaal ten opzichte hiervan is aange-10 bracht en dat bij het andere uiteinde van de houder een permanente wismagneet (15) voor het wissen van de drager is aangebracht waarbij de houder in de nabijheid van de wismagneet gelegen geleidingsmiddelen (19, 20, 27) omvat, voor het tijdens het uitvoeren van een relatieve 15 beweging tussen de drager en de wismagneet in een nagenoeg loodrechte stand gericht houden van de drager met zijn dra-gervlak ten opzichte van een pooleindvlak (16, 17) van de wismagneet.

2. Griffel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 20 de geleidingsmiddelen worden gevormd door tenminste één groef (19, 20, 27), die bij een aangrenzend pooleindvlak (16, 17) van de wismagneet (15) in de houder (l) is gelegen.

3· Griffel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat voor het wissen van een op een magneetbandkassette (21) 25 aangebrachte drager (23) de groef (27) een met een recht hoekige driehoek overeenkomende doorsnede heeft.

4. Griffel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat voor het wissen van een op een hoofdvlak (22) van een magneetbandkassette (21) aangebrachte drager (23) de 30 groef (19, 20) een rechthoekige doorsnede heeft, waarbij de breedte van de groef overeenkomt met de dikte van de mag-neetbandkassette.

5· Griffel volgens een van de bovenstaande conclusies, met het kenmerk, dat het uiteinde van de houder (l), waar 35 de schrijf magneet (10) is aangebracht, een afgeronde punt (9) vertoont, waarvan het begrenzingsvlak (13) nauw- 7905406 'n if .PHO .78..5.11 ........................................................................................................... keurig aansluit op het pooleindvlak van de schrijf- magneet.

6. Griffel volgens één van de bovenstaande conclu sies, met het kenmerk, dat de schrijfmagneet (10)in een schacht-5 vormig inzetstuk 04) is ondergebracht, dat in de houder (l ) in axiale richting verend uitwijkbaar is.

7· Griffel volgens één van de bovenstaande conclusies, met het kenmerk, dat de schrijf magneet (10) door een stuk van een gemagnetiseerde draad is gevormd. 10 ♦ 7905406