NL7902500A - Werkwijze en inrichting voor het verwijderen van sluitelementen van de draagband van een ritssluiting. - Google Patents

Description

4 k ♦

Yoshida Koghy K. K,, te Tokio, Japan.

Werkwijze en inrichting voor het verwijderen van sluitelementen van de draagband van een ritssluiting.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en een inrichting voor het vormen van een elementvrije ruimte of zogenaamde vrije sectie in een ritssluitingketting door het verwijderen van een of meer afzonderlijke sluitelementen van de draagband waaraan de sluitelementen stevig 5 zijn bevestigd.

Het is tegenwoordig bij ritssluitingfabrikanten gebruikelijk om in de plaats van ritssluitingen van afzonderlijke produktlengte een continue lengte van een ritssluitingketting te vervaardigen waaraan de sluitelementen stevig zijn bevestigd, die zijn gevormd door het spuitgie-10 ten van een metaal of het injectiegieten van een joinsthars, open bandkoord dat de langsrand van de draagband versterkt ten einde een elementreeks te vormen, en vervolgens verscheidene van de sluitelementen te verwijderen uit de elementreeks op bepaalde intervallen ten einde zogenaamde vrije secties te vormen waarin geen elementen aanwezig zijn, waarna de ritssluiting-15 ketting vervolgens wordt gesneden tot de afzonderlijke gewenste produkt- lengten. Verder kan er vaak de noodzaak zijn. om verscheidene van de sluitelementen van een ritssluiting van een voltooide produktlengte te verwijderen ten einde een kortere ritssluiting te verkrijgen, bijv. hij kleermakers en andere gebruikers alsmede in de winkel van een detaillist 20 in overeenstemming met de opdracht van de klant om de ritssluiting in te korten ten einde te passen hij het ontverp op de maat van kledingstukken of andere produkten waaraan de ritssluiting moet worden vastgestikt.

Tot nu toe zijn verschillende werkwijzen en bijbehorende inrichtingen voorgesteld voor het vormen van vrije secties in een continue lengte van 25 een ritssluiting-ketting en één van deze werkwijze houdt verhand met het alleen maar snijden van de koppelkopgedeelten. van de elementen van de rits- 790 25 0 0 'i 2 j» i" .

sluitingketting binnen de gewenste sectie en het vervolgens door wegtrekken van de draagband verwijderen van de elementen die klemmend aan het band-koord aanwezig zip gebleven. Een andere werkwijze bestaat uit de stappen van het persen van de sluitelementen binnen een sectie tot een vervormde, 5 afgeplatte configuratie en bet vervolgens met kracht scheiden van de aldus vervormde'elementen van het bandkoord. Deze bekende werkwijzen hebben echter de nadelen, dat de draagband, of in het bijzonder het bandkoord, vaak wordt beschadigd terwijl het verwijderen van de sluitelement en soms niet volledig is, omdat de werkwijzei gebruik maken van de stap van het met 10 kracht wegtrekken van de vervormde elementen of elementoverblij fselen uit het bandkoord.

Het is daarom een oogmerk van de uittinding om een werkwijze en een inrichting te leveren met behulp waarvan de sluit elementen van een ritssluitingketting kunnen worden verwijderd, hetzij van een continue 15 lengte of van een eenheidsproduktlengte, met zekerheid en zonder beschadiging van het bandkoord van de draagband.

Volgens de uitvinding is dit bereikt, doordat elk van de sluit-elementen aan zijn koppelkopgedeelte wordt verdeeld in twee delen door een snijmes met hulpuitrekking aan zijn beengedeelte ten einde het loslaten 20 van de beengedeelten van het bandkoord van de draagband te waarborgen, gevolgqfdoor het omtrekken van het bandkoord uit het 'gebied van de rand van het snijmes voordat het snijmes het bandkoord raakt, zodat het bandkoord nooit wordt beschadigd door het snijmes.

Volgens een aspect van de uitvinding wordt een werkwijze geleverd 25 voor het verwijderen van een sluitelement uit het band-koord van de draag band van een ritssluitingketting, welke bestaat uit de stappen van (a) het vasthouden van de draagband tussen een paar vasthouddelen die instaat zijn tot het openen en sluiten op een zodanige wijze dat de einden van de gevorkte beengedeelten van het sluitelement in aanraking zijn met de boven-30 einden van de vasthouddelen, (b) het laten binnendringen van een wigvormig snijmes in het sluitelement aan het koppelkopgedeelte daarvan in de richting naar het bandkoord, (c) het openen van de vasthouddelen in buitenwaartse richting waarbij de gevorkte beengedeelten van het sluitelement worden uitgerekt door de boveneinden van de msthouddéeh zodat het sluitelement 35 in twee delen wordt verdeeld, (d) het onttrekken van het bandkoord in de 7902500 4 3 ¢- ruimte tussen de vasthouddelen voordat de rand van het snijmes het hand-koord bereikt, en (e) het stoppen van de voortbeweging van het snijmes.

Volgens een ander aspect van de uitvinding wordt een inrichting geleverd voor het verwijderen van een sluitelement uit een bandkoord van 5 de draagband van een ritssluitingketting, omvattende (i) een paar van vasthouddelen die elk draaibaar zijn rond een draaihartlijn en kunnen openen en sluiten voor het vasthouden van de draagband daartussen op een zodanige wijze dat de einden van de gevorkte beengedeelten van het sluitelement in aanraking zijn met de boveneinden van de vasthouddelen, (ii) 10 een op een wiggelijkend snijmes met een rand die tegenover de vasthoud- delei4ê& in staat om te worden voortbewogen ten einde te worden gedrukt in het koppelkopgedeelten van het sluitelement in de richting van het bandkoord van de ritssluitingketting, (iii) middelen voor het openén van de vasthouddelen indien de rand van het snijmes wordt gedrukt in het 15 koppelkopgedeelte van het sluiteLement, en (iv} middelen voor het onttrek ken van het bandkoord dat bevrijd is van het sluitelement in de ruimte tussen de vasthouddelen voordat de rand van het snijmes het bandkoord bereikt.

De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand 20 van de tekening, waarin de wijze van voorbeeld ten uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding is weergegeven. In de tekening toont:

De fig. 1 - h dwarsdoorsneden van het hoofdgedeelten van de uitgevonden inrichting ge-durende achtereenvolgende stappen van de beweging, fig. 5 een bovenaanzicht van een ritssluitingketting met verschei-25 - dene van de sluit element en verwijderd binnen de ruimte secties, en tig. 6 in perspectief en gedeeltelijk doorgesneden, de uitgevonden inrichting,

In fig. 5 is een ritssluiting-ketting weergegeven waarvan de draagband 1 is versterkt met een bandkoord 2 aan een lengterichting lopen-30 desgrenzing daarvan en een aantal sluit el ement en 3 die bestaan uit een kunsthars of een metaal en die steteig zijn bevestigd op gelijkmatige intervallen aan het bandkoord 2 van de draagband 1 aan gevorkte beengedeelten h daarvan ten einden een elementreekë te vormen, waaruit verschillende van de elementen zijn verwijderd in twee secties ten einde de vrije secties 35 van bepaalde lengte te geven waarin de ritssluitingketting vervolgens kan 790 25 0 0 1* k % worden gesneden tot ritssluitingkettingen van de afzonderlijke produkt-lengte.

Het stelsel en de beweging van de.uitgevonden inrichting voor het verwijderen van sluitelementen 3 van het bandkoord 2 worden nu toege-5 licht aan de hand van fig. 6, waarbij in perspectief het hoofdgedeelte van de inrichting is weergegeven, en aan de hand van de fig. 1-U, die de achtereenvolgende bewegingsstappen toelichten van de beweging van de inrichting door middel van dwarsdoorsneden van het hoofdgedeelte daarvan.

Het hoofdgedeelte van de inrichting bestaat uit een paar vasthouddelen 6 10 voor het door middel van persen vasthouden van de draagband 1 van de rits- 3.uitingketting, en een snijorgaan 5 dat boven de vasthouddelen 6 is opgesteld en daar tegenover ligt. Het snijorgaan 5 kan naar voren en naar achteren bewegen, dat wil zeggen naar beneden en naar boven in de figuur bewegen, met een gewenste slag doordat hij wordt aangedreven door een ge-15 schikte (niet weergegeven) aandrijving.

Het snijorgaan 5 is voorzien van een aantal op een wig gelijkende snijmessen 7 die in hetzelfde aantal en met dezelfde steek aanwezig zijn als de sluitelementen 3 die moeten worden verwijderd van het bandkoord 2 ten einde een vrije sectie te vormen. Tussen elk paar van de_aangrenzende 20 snijmessen 7 is een respectieve duwplaat 8 aangebracht die ook beweegbaar is in vertikale richting met de snijmessen 7· De onderrand van elke duwplaat 8 is voorzien van een inkeping 9 die het bandkoord 2 pakt indien het snijorgaan 5 naar beneden wordt bewogen ten einde in aanraking te komen met hettandkoord 2, waarbij de hoogte van de bodem van de inkeping 9 lager is 25 dan de rand van het snijmes J.

Aan beide zijkanten van de snijmessen 7 zijn een paar uitrekkers 10 aangebracht, waarbij elk daarvan een of twee neerwaartse uitsteeksels 11 heeft op een of beide van zijn einden, die elk een tapsoppervlak hebben dat naar buiten is gericht aan de onderhoek daarvan.

30 De vasthouddelen 6 zijn in staat tot het openen en sluiten terwijl elk draaibaar is rond de draaihartlijn 1^, en indien zij geopend zijn ten einde een ruimte te vormen aan de verhoogde gedeelten 12 daarvan, wordt de draagband 1 van een ritssluiting in de ruimte getrokken en vervolgens worden de vasthouddelen 6 gesloten ten einde de draagband 1 daartussen vasttehouden 35 op een zodanige wijze, dat de boveneinden 13 van de verhoogde gedeelten 12 7902500 * 5 in contact worden gebracht met de ondereinden van de beengedeelten b van de sluitelementen 3, zodat elk van de sluitelementen 3 stevig op zijn plaats wordt gehouden.

De boveneinden 13 van de vasthouddelen 6 kunnen platte opper-5 vlakken zijn, doch bij voorkeur zijn zij voorzien van lijn uitstekingen of vertandingen ten einde de wrijvingsweerstand te verhogen tussen de beengedeelten U van de sluitelementen en de vasthouddelen 6, zodfc de beengedeelten steviger op de vasthoudSelen 6 kunnen worden gehouden. Elk van de vasthouddelen 6 is voorzien van een of twee ontvangers 15 die naar boven 10 uitstéken aan êên of beide ' einden van het vasthouddeéL 6, tegenover het uitsteeksel 11 van de uitrekker 10, zodat de ontvanger 15 en het uitsteeksel 11 van de uitrekker 10 in aanraking met elkaar komen aan het tapse oppervlak van de laagste indien de uitrekker 10 zich in een naar beneden bewogen stand bevindt, hetgeen een buitenwaartse drukkracht geeft aan de eerste 1'5 en middele^n levert voor het openen van de vasthouddelen 6 in buitenwaartse richting door het verder naar beneden bewegen van de uitröker 1C Een compressie veer 16 is aangébracht tussen elk van de vasthouddelen 6 en de tafel 17 van de inrichting, dankzij wike de vasthouddelen 6 automatisch terugkeren naar.de gesloten stand indien de uitrekker 10 omhoog wordt 20 bewogen. Zoals is weergegeven in fig. 6, is élk van de vasthouddelen 6 voorzien van spleten 18 met dezelfde steek als de duwplaten 8 tussen de snijmessen 7·

Hieronder volgt een beschrijving van de beweging van de uitgevonden inrichting voor het verwijderen van sluit-elementen 3 uit het band-25 koord 2.

In de eerde stap wordt de draagband 1 van een rits sluit ingketting geplaatst tussen de vasthouddelen 6 in geopende stand en vervolgens stevig vastgezet door het sluiten van de vasthouddelen 6, zoals is weergegeven in fig. 1, op een zodanige wijze dat het ondereinde van elk van de gevorkte 30 beengedeelten van de sluitelementen 3 in aanraking is met de boveneinden 13 van het betreffende vasthouddeêl 6. De volgende stap is het naar beneden bewegen van het snijorgaan 5 naar de .koppelkop gedeelten van de sluitelementen 3 die moeten worden door gedrukt in de sluitelementen 3 met de afzonderlijke snijmessen J, zodals is weergegeven in figuur 2. De kracht die 35 op de sluitelementen 3 wordt uitgeoefend, is afkomstig van de vasthouddelen 7902500 A _ 3 β 6 in aanraking met de ondereinden van de beengedeelten van de sluitelementen 3.

Bij een verdere neerwaartse voortgang van het snijorgaan 5, zoals is weergegeven in fig. 3 worden de sluit element en 3 verdeeld in telkens 5 twee delen, gesneden door het op een wig gelijkende snijmes 7 dat daardoor hinnendringt en de afgesneden overblijfselen van de sluitelemerten 5 zijdelings wegdrukt.

Gelijktijdig met het doorsnijden van de sluitelementen 3 door de snijmessen 7, komen de uitsteeksels 11 van de uitrekkers 10 in aanra-10 king met de ontvangers 15 aan de schuine vlakken en drukken vervolgens de ontvangers 15 naar buiten, waarbij de vasthouddelen 6 worden geopend terwijl het snijorgaan 5 verder daalt. Hierdoor worden de beengedeelten 1+ van de sluitelementen 3 onderworpen aan de uitrekkende kracht die wordtuitge-oefend door de buitenwaartse beweging van de boveneinden 13 van de vasthoud-15 delen 6 ten einde een bijdrage te leveren aan de verdelende werking van de

Sluit element en 3 door de dalende snijmessen 7 tesamen met de funktie van het wegschrapen van de element overblijfselen in buitenwaartse richting uit het bandkoord 2.

Terwijl snijmessen '7 naar beneden worden bewogen voorbij het 20 voltooien van het afsnijden van de sluitelement en 3 aan de koppelkopgedeel- ten, treden de duwplaten 8 binnen tussen de snijmessen 7 injle spleten 18 van de vasthouddelen 6 waarbij uiteindelijk in aanraking wordt - gekomen met het bandkoord 2 aan de inkepingen 9 daarvan. Bij het verder naar beneden bewegen van het snijorgaan 5, duwen de duwplaten 8 het bandkoord 2 naar 25 beneden in de ruimte tussen de vasthouddelen 6 die wordt gevormd door de openende werking van de uitsteeksels 11 van de uitrekkers 10 in aanraking met de ontvangers 15, zoals is weergegeven in fig. k. Voor zover de duwplaten 8 en degifeten 18 zijn aangebracht met dezelfde steek, komen de dus-platen 18 nooit in aanraking met de vasthouddelen 6. Verder komt het band-30 koord 2 nooit in aanraking met de snijmessen 7» omdat de hoogte van de bodem van de inkeping 9 lager is dan de rand van het snijmes 7* zodat beschadiging van het bandkoord 2 door de snijmessen 7 met zekerheid kan worden voorkomen.

Zoals uit het voorgaande moge zijn opgemerkt is het verwijderen 35 van de sluitelementen 3 van het bandkoord 2 zeer betrouwbaar ten gevolge 7902500

Claims (6)

1. 4' van de synergisehe effekten die worden verkregen door het wigeffekt van de snijmessen 7 in de kopgedeelten van de sluit elementen 3» geholpen door het uittrekken aan de gevorkte beengedeelten 4 gedurende de openingsbeveging van de vasthouddelen 6, zodat de afgesneden elementoverblijfselen zeer 5 geleidelijk uit het bandkoord 2 worden verwijderd zonder wat voor gevaar dan ook van het beschadigen door vasthaken aan de gepunte hoeken van de sluitelementen 3. Verder wordt het bandkoord 2 weggetrokken tussen de vasthouddelen 6, geduwd door de duwplaten 8 voordat de neerwaartse beweging van het snijorgaan 5 is gestopt zonder hetbandkoord 2 te bereiken aan de 10 randen van de snijmessen 7» hetgeen leidt tot een perfecte bescherming van het bandkoord 2 tegen beschadiging door aanraking met de snijmessen 7· De door de uitvinding verkregen voordelen hebben dus betrekking op het randement en de betrouwbaarheid bij het verwijderen van de sluitelementen uit het bandkoord alsmede de mogelijkheid van het leveren van ritssluiting-15 kettingen met een aantrekkelijk uiterlijk en vrije acties die vrij zijn van een beschadiging in de bandkoord, hetgeen bij de bekende stand der techniek vaak onvermijdelijk is. COHCLUSIES.
2. 1. Werkwijze voor het verwijderen van een sluit element uit het bandkoord van de draagband van een ritssluitingketting, met het kenmerk. dat hij bestai uit de stappen van: a) het vasthouden van de draagband tusen een paar vasthouddelen die instaat zijn tot het openen en sluiten op een zodanige wijze dat de einden van de 2^ gevorkte beengedeelten van het sluitelement in aanraking zijn met de boven einden van de vasthouddelen, b) het laten binnendringen van een wigvormig snijmes in het sluitelement aan het koppelkopgedeelten daarvan in de richting naar het bandkoord, c) het openen van de vasthouddelen in buitenwaartse richting waarbij de 2q gevorkte beengedeelten van het sluitelement worden uitgerekt door de boven einden van de vasthouddelen zodat het sluitelement in twee delen wordt verdeeld, d) het onttrekken van het bandkoord in de ruimte tussen de vasthouddelen voordat de rand van het snijmes het bandkoord bereikt, en 25 el het stoppen van de voortbeweging van het snijmes. 790 25 0 0 * 8 P *
3. 2. Inrichting voor het verwijderen van een sluitelement uit een bandkoord van de draagband van een ritssluitingketting, met het kenmerk, dat hij bestaat uits (i) een paar van vasthouddelen die elk .draaibaar zijn rond een draaihartlijn 5 en kunnen openen en sluiten voor het vasthouden van de draagband daartussen op een zodanige wijze dat de einden van de gevorkte beengedeelten van het sluit afement in aanraking zijn met de boveneinden van de vasthouddelen, (ii) een op een wiggelijkend snijmes met een rand die tegenover de vasthoud-delen1^» in staat om te worden voortbewogen ten einde te worden gedrukt in 10 het koppelkopgedeelten van het sluitelement inde richting van het bandkoord van de ritssluitingketting, (iiij middelen voor het openen van de vasthouddelen indien de rand van het snijmes wordt gedrukt in het koppdkopgedeelte van het sluitelement, en (iv) middelen voor het onttrekken van het bandkoord dat bevrijd is van het 15 sluitelement in de ruimte tussen de vasthouddelen voordat de rand van het snijmes het bandkoord bereikt. 3.Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de middelen voor het openen van de vasthouddelen bestaan uit een uitsteeksel met een tapsoppervlak dat naar buiten is gericht, dat tezamen met het snij-20 mes beweegt, en een ontvanger die is bevestigd aan het vasthouddeel en in aanraking komt met het uitsteeksel aan het afgeschuinde vlak ten einde naar buiten te worden gedrukt, waarbij elk van de vasthouddelen wordt gedraaid rond de rotatie hartlijn ten einde er tussen een ruimte te vormen indien het snijmes voortbeweegt naar het bandkoord.
4. 25 Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de middelen voor het onttrekken van het bandkoord bestaan uit een duwplaat tussen een paar van aangrenzende snijmessen, die tezamen met de snijmessen beweegt en een inkeping heeft op een rand daarvan, waarbij de bodem van de inkeping in een naar voren gelegen stand ligt ten opzichte van de rand van 30 de snijmessen en in aanraking met het bandkoord komt indien de snijmessen voortbewegen naar het bandkoord.
5. 5. Inrichting volgens conclusie U, met het kenmerk, dat het vasthouddeel is voorzien van een spleet, waarbij de duwplaat binnen treedt in de spleet indien de snijmessen voortbewegen naar het bandkoord.
6. 6. Werkwijze en inrichting zoals weergegeven in de tekening en/of 790 25 00 besproken aan de band daarvan. 790 2 5 0 0