NL7807579A - Transmissie, voorzien van een variabele v-riem over- brenging en een hydrodynamische overbrenging. - Google Patents

Description

V

1 . * *.

PD 787

Van Doorne’s Transmissie B.V.

Uitvinder:

Van der Hardt Aberson, Frederik Ernst Carel, Nuenen.

5 Transmissie, voorzien van een variabele V-riem over brenging en een hydrodynamische overbrenging.

De uitvinding heeft betrekking op een transmissie, in het bijzonder voor een motorvoertuig, voorzien van een traploos variabele V-riem overbrenging met een primaire 2o resp. secundaire bedieningscilinder voor het axiaal ver plaatsen van althans een der konische schijfhelften, voorts voorzien van een hydrodynamische overbrengings-eenheid.

Een dergelijke transmissie is bekend uit het Duitse 2g octrooischrift 1.630.298. Daarbij kan de hydrodyna mische overbrengingseenheid bestaan uit een zgn. koppel-omvormer, d.w.z. een overbrengingseenheid die enerzijds dient als koppeling voor het. wegrijden en anderzijds voor het vergroten van het motorkoppel bij lage 2q voertuigsnelheden, zodat het regelbereik van de trans missie als het ware vergroot wordt. De hydrodynamische overbrengingseenheid kan echter ook bestaan uit een zgn. vloeistofkoppeling, waarbij het motorkoppel niet vergroot wordt en die slechts als wegrijkoppeling dient.

25 Een algemeen nadeel van een hydrodynamische over brengingseenheid is de continue aanwezigheid van een bepaald snelheidsverschil tussen de ingaande en de uitgaande as, ofwel een slip die een vermogensverlies tot gevolg heeft. Teneinde dit nadeel op te heffen is het 30 bekend om de hydrodynamische overbrengingseenheid te voorzien van middelen voor het overbruggen van die overbrengingseenheid.

7807579 i 2

Een dergelijke overbruggingskoppeling ofwel lock-up brengt een direkte, mechanische verbinding tot stand tussen de ingaande en uitgaande as van de hydrodyna-mische overbrengingseenheid, bijvoorbeeld door aandruk-5 king van een platenkoppeling.

Een nadeel van het toepassen van een overbruggingskoppeling is de gecompliceerdheid van de besturing ervan, d.w.z. het regelen van het sluiten van de koppeling gedurende de perioden dat de hydrodynamische overbrengings-10 eenheid niet wordt benut voor het wegrijden of voor .koppelvergroting, waarvoor ten minste een speciale be-dieningsklep is vereist.

De uitvinding beoogt een transmissie voorzien van een eenvoudig bedienbare lock-up.

15 Hiertoe is volgens de uitvinding de transmissie geken merkt door middelen .voor het overbruggen van de hydrodynamische overbrengingseenheid, die bedienbaar zijn afhankelijk van vloeistofdruk in de primaire bedienings-cilinder.

20 Hierdoor is het mogelijk om d.m.v. dezelfde vloeistof-toevoerklep zowel de overbrengingsverhouding van de variabele V-riem overbrenging als de in- en uitschakeling van de lock-up te regelen. Zolang de variabele V-riem overbrenging de maximale overbrengingsverhouding 25 heeft, d.w.z. in de laagste versnelling staat, loopt de drijfriem in de primaire poelie met de minimaal mogelijke loopstraal, waarbij de konische schijfhelften hun maximale onderlinge afstand hebben en door de trekspan-ning in de V-riem tegen aanslagen worden geduwd. Tot de 30 waarde waarbij de V-riem overbrenging gaat opschakelen kan daarbij de vloeistofdruk in de primaire cilinder zonder gevolg worden gevarieerd, welke vloeistofdruk-variatie gebruikt kan worden voor het bedienen van de lock-up.

7807579 3 ; \

Zolang de variabele V-riem overbrenging in een hogere versnelling staat is er steeds voldoende vloeistofdruk in de primaire cilinder aanwezig om de lock-up gesloten te houden.

5 Door op deze wijze de vloeistofdruk in de primaire be- dieningscilinder tevens te gebruiken voor het bedienen van de overbrugging van de hydrodynamische overbreng-ingseenheid is een eenvoudige konstruktie verkregen, waarbij of de koppelomvormer, resp. vloeistofkoppeling 10 als zodanig funktioneert en de variabele overbrenging in de laagste versnelling staat, of de koppelomvormer, resp. vloeistofkoppeling is uitgeschakeld (overbrugd) en de variabele overbrenging de overbrengingsverhouding van de transmissie beïnvloedt. Dezelfde vloeistof 15 toevoer en - afvoerklep kan daarbij zowel de over brengingsverhouding van de V-riem overbrenging regelen als de lock-up bedienen.

Bij voorkeur bestaat de overbruggingskoppeling uit-een natte platenkoppeling, d.w.z. in vloeistof werkende, 20 onderling aandrukbare oppervlakken, welke bedienbaar is door middel van een hydraulische aandrukcilinder die rechtstreeks in kontakt staat met de primaire bedie-ningscilinder.

Uiteraard kan de mechanische overbrugging van de hydro-25 dynamische overbrengingseenheid voorts een trillings- demper bevatten teneinde het doorgeven van torsie-trillingen tegen te gaan.

Ter verduidelijking van de uitvinding zal, onder verwijzing naar de tekening, een uitvoeringsvoorbeeld van 30 de transmissie worden beschreven. De tekening toont schematisch een deel van de transmissie, nl. een vloeistofkoppeling 1 en de primaire poelie 2.

7807579 4

De vloeistofkoppeling 1 bestaat uit een pomprad 3, dat via ingaande as 4 door een niet weergegeven motor wordt aangedreven, en een turbinerad 5, dat rechtstreeks is verbonden met de primaire poelie 2 van de variabele 5 overbrenging. Van deze V-riem overbrenging is slechts primaire poelie 2, en een gedeelte van V-riem 9 schematisch weergegeven.

Primaire poelie 2 bestaat uit een vast met primaire as 10 verbonden, konische schijfhelft 6 en een axiaal over 10 primaire as 10 verschuifbare, konische schijfhelft 7.

De loopstraal van de V-riem 9 in de primaire poelie 2 wordt bepaald door de onderlinge afstand van de schijf-helften 6 en 7. Bij de in de tekening weergegeven maximale onderlinge afstand ligt V-riem 9 met een minimale 15 loopstraal in poelie 2. Door de trekspanning in V-riem 9 wordt daarbij schijfhelft 7 tegen de met de primaire as 10 verbonden aanslag 14 geduwd.

Schijfhelft 7 funktioneert als zuiger in de vast met de primaire as 10 verbonden bedieningscilinder 11, waar-20 door een cilinderruimte 8 wordt omsloten. Door vloei- stoftoevoer en -afvoer naar en van cilinderruimte 8, via een coaxiale vloeistofleiding 12 in primaire as 10, kan de onderlinge afstand tussen de schijfhelften 6,7 worden gevarieerd, hetgeen resulteert in een verande-25 ring van de loopstraal van V-riem 9 in de primaire poelie 2.

Daarbij kan zich een evenwicht instellen tussen de vloeistofdruk in cilinderruimte 8 en de trekspanning in V-riem 9. Een dergelijke regeling wordt nader be-30 schreven in Nederlandse octrooiaanvrage 7601286.

De overbrengingsverhouding van de variabele V-riem overbrenging wordt derhalve ingesteld door vloeistof-toevoer en -afvoer naar en van cilinderruimte 8, waarbij de vloeistofdruk steeds voldoende groot moet zijn 35 om een evenwichtstoestand te kunnen bereiken met de trekspanning in de V-riem.

78 07 5 7 8 5 ' * Λ

De transmissie is volgens de tekening voorts voorzien van een platenkoppeling met vast aan de ingaande as 4 bevestigde platen 15 en vast met de primaire as 10 verbonden platen 16. Afhankelijk van de vloeistofdruk in 5 leiding 12 drukt zuiger 17 de platen 15 en 16 tegen el kaar, zodat een direkte, mechanische verbinding tussen de assen 4 en 10 tot stand wordt gebracht. Op deze wijze kan de hydrodynamische overbrengingseenheid 1 worden overbrugd, en wel afhankelijk van de vloeistofdruk die 10 in cilinderruimte 8 heerst.

Met de in de tekening weergegeven konstruktie is het mogelijk om afhankelijk van de vloeistofdruk in leiding 12 (en cilinderruimte 8) zowel de overbruggingskoppe-' ling 15,16,17 te bedienen als de overbrengingsverhou-15 ding van de V-riem overbrenging in te stellen. Daarbij vindt in inschakeling van de overbruggingskoppeling plaats bij een vloeistofdruk die onvoldoende is om de schijfhelft 7, tegen de trekspanning van V-riem 9 in, van aanslag 14 te verplaatsen, terwijl bij het ver-20 plaatsen van schijfhelft 7 steeds een zodanig grote vloeistofdruk aanwezig is dat de overbruggingskoppe-ling gesloten blijft.

In de tekening is voorts een gedeelte van een stationaire wand 18 weergegeven, die het koppelingsgedeelte 25 van de transmissie scheidt van de V-riem overbrenging.

In deze wand 18 is een vloeistofleiding 19 aangebracht voor het toevoeren van vloeistof naar de hydrodynamische vloeistofkoppeling 1. Bovendien is een boring 20 aanwezig voor het afvoeren van via lagering 21 lekkende 30 vloeistof. De in de vloeistofkoppeling 1 aanwezige vloeistofdruk zorgt voor het vrijdrukken van de platenkoppeling 15,16,17, zodat daarvoor geen additionele voorzieningen vereist zijn.

Volgens de tekening is de transmissie voorts voorzien 35 van afdichtingen 22, 23 en 24 voor het op de betref fende plaatsen tegengaan van vloeistoflekkage.

7807579 6 o

Voorts kunnen in de vloeistofleidingen desgewenst restrikties worden aangebracht, welke niet in de tekening zijn weergegeven.

De tekening toont slechts een schematisch beeld van 5 een uitvoeringsvoorbeeld, het zal duidelijk zijn dat de gekombineerde bediening van de overbruggings-koppeling en de V-riem overbrenging in vele andere konstrukties op overeenkomende wijze mogelijk is.

78 07 57 9

Claims (2)

7 « Konklusies:

1. Transmissie, in het bijzonder voor een motorvoertuig, voorzien van een traploos variabele V-riem overbrenging met een primaire en een secundaire 5 poelie, elk voorzien van een primaire resp. secun daire bedieningscilinder voor het axiaal verplaatsen van althans een der konische schijfhelften, voorts voorzien van een hydrodynamische overbrengingseen-heid, met het kenmerk, dat middelen voor het over-10 bruggen van de hydrodynamische overbrengingseen- heid bedienbaar zijn afhankelijk van de vloeistof-druk in de primaire bedieningscilinder.

2. Transmissie volgens konklusie 1, met het kenmerk, dat de middelen voor het overbruggen van de hydro- 15 dynamische overbrengingseenheid bestaan uit een natte platenkoppeling die bedienbaar is door middel van een hydraulische aandrukcilinder die rechtstreeks in kontakt staat met de primaire bedieningscilinder. 7807579