NL2030104B1 - Device for issueing or taking in products - Google Patents

Claims (17)

Conclusies

1. Inrichting geconfigureerd voor het uitgeven of innemen van producten, omvattende - een behuizing met één of meer dan één compartiment, dat een buffersectie omvat, die is verbonden met een toevoer voor één of meer dan één van de producten, en een toegangssectie welke is geconfigureerd om een gebruiker in staat te stellen een om product te verwijderen uit, of een product te plaatsen in, genoemde toegangssectie; en - een tussen de buffersectie en de toegangssectie geplaatste afscheiding, waarbij genoemde afscheiding een gesloten toestand vertoond, waarin de afscheiding een wand van de toegangssectie definieert en de toevoer voor producten en/of de buffersectie afschermt van de toegangssectie, en een open toestand, waarin één of meer dan één product verplaatsbaar is tussen de buffersectie en de toegangssectie.

2. Inrichting volgens conclusie 1. verder omvattende een transporteur welke is ingericht om één of meer dan één product over te brengen van de buffersectie naar de toegangssectie of vice versa.

3. Inrichting volgens conclusie 2, waarbij de transporteur zich vanuit de buffersectie uitstrekt in de toegangssectie.

4. Inrichting volgens een willekeurige van de voorgaande conclusies, waarbij een positie van de afscheiding aanpasbaar is om het toe te staan dat het volume van de toegangssectie wordt geoptimaliseerd voor het één of meer dan één product dat vanuit daar wordt uitgegeven of daarin wordt ontvangen.

5. Inrichting volgens conclusie 4, waarbij de inrichting een aantal compartimenten omvat voor het uitgeven of innemen van producten met verschillende afmetingen, en waarbij een positie van elke afscheiding van elk respectievelijk compartiment zodanig gepositioneerd is. dat elk volume van elke respectievelijke toegangssectie overeenkomt met de respectievelijke afmetingen van het product dat vanuit daar wordt uitgegeven of daarin wordt ontvangen.

6. Inrichting volgens conclusie 4 of 5. verder omvattende een aandrijving welke geconfigureerd is voor het aanpassen van de positie van de afscheiding.

7. Inrichting volgens een willekeurige van de voorgaande conclusies, verder omvattende een eerste sensor welke is geconfigureerd voor het waarnemen van de afmetingen van het product.

8. Inrichting volgens conclusies 6 en 7, waarbij de aandrijving is geconfigureerd voor het aanpassen van de positie van de afscheiding op basis van een door middel van de eerste sensor verkregen waarde.

9. Inrichting volgens een willekeurige van de voorgaande conclusies, waarbij de toegangssectie een toegangsopening heeft.

10. Inrichting volgens conclusie 9, waarbij de toegangsopening en de afscheiding op tegenover elkaar gelegen zijden van de toegangssectie zijn opgesteld.

11. Inrichting volgens een willekeurige van de voorgaande conclusies, waarbij de afscheiding een rolluik omvat.

12. Inrichting volgens conclusie 11, waarbij het rolluik is geconfigureerd om zich uit te strekken in een lengterichting van het ten minste éne compartiment in de geopende toestand van het rolluik.

13. Inrichting volgens een willekeurige van de voorgaande conclusies, waarbij de transporteur ten minste één drager omvat voor het dragen van het product terwijl het wordt getransporteerd van de buffersectie naar de toegangssectie of vice versa.

14. Inrichting volgens een willekeurige van de voorgaande conclusies, in afhankelijkheid van ten minste conclusie 9, verder omvattende een deur, welke is geconfigureerd voor het sluiten van de toegangsopening van de toegangssectie.

15. Inrichting volgens een willekeurige van de voorgaande conclusies, verder omvattende een tweede sensor, welke is geconfigureerd voor het waarnemen van een locatie van het product terwijl het door de transporteur wordt getransporteerd.

16. Inrichting volgens conclusies 14 en 15, waarbij de tweede sensor is opgesteld aan een binnenzijde van de deur en bij voorkeur is ingericht voor het waarnemen van de locatie van het product door het bepalen van de afstand van het product ten opzichte van de deur.

17. Inrichting volgens conclusie 16, waarbij de transporteur is geconfigureerd om te stoppen met het transporteren van het éne of meer dan één product als is vastgesteld dat deze zich op of nabij een vooraf bepaalde locatie binnen de toegangssectie of de buffersectie bevindt.