NL2028725B1 - Terrasoverkapping - Google Patents

Abstract

De uitvinding verschaft een terrasoverkapping omvattende staanders, twee horizontale eerste Iiggers en twee horizontale tweede Iiggers, welk eerste Iiggers en tweede Iiggers aan hun uiteinden metelkaar zijn verbonden en een raamwerk vormen dat op de staanders rust en dat in bovenaanzicht een rechthoekige vorm heeft. De terrasoverkapping omvattende verder zich evenwijdig aan en tussen de twee tweede Iiggers uitstrekkende tussenliggers die met hun respectievelijke uiteinden met de twee eerste Iiggers zijn verbonden waarbij combinaties van twee naastelkaar gelegen tussenliggers en combinaties van elke tweede Iigger en de daar naast gelegen tussenligger enerzijds en van de twee horizontale eerste liggers anderzijds rechthoekige kaders vormen. De terrasoverkapping omvat nog verder voor elk kader een transparant overkappingspaneel die zich elk binnen het bijbehorende kader uitstrekken. Elk overkappingspaneel helt ten opzichte van een horizontaal vlak in een richting evenwijdig aan de twee eerste liggers voor afvoer van hemelwater.

Description

Korte aanduiding: Terrasoverkapping Beschrijving: De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een terrasoverkapping. In de Europese publicatie EP 3299537 A1 wordt aan de hand van figuur 6 daarvan een terrasoverkapping omschreven met twee evenwijdige liggers die zich uitstrekken tussen een achterzijde en voorzijde van de terrasoverkapping. Elke ligger rust met de uiteinden daarvan op een voorste staander en een achterste staander. Tussen de liggers zijn twee in tegengestelde richtingen hellende dakvlakken voorzien die samen als een puntdak zijn voorzien. Regenwater dat op de terrasoverkapping valt wordt daardoor deels in de richting van de achterste staanders en deels in de richting van de voorste staanders afgevoerd. Elk dakvlak strekt zich binnen de hoogte van de liggers uit. De omschreven overkapping heeft als nadeel dat, uitgaande van een bepaalde minimale hellingshoek van de toegepaste hellende dakvlakken om goede afvoer van hemelwater mogelijk te maken, alsmede van de wens om de dakvlakken zich volledig binnen de hoogte van de liggers uit te laten strekken, die hoogte relatief groot moet zijn binnen de gangbare afmetingen van terrasoverkappingen in bovenaanzicht. Daarnaast zijn de feitelijke afmetingen van de terrasoverkapping, meer specifiek de lengte van voornoemde liggers, mede bepalend voor de minimaal vereiste hoogte van de liggers.

De onderhavige uitvinding beoogt een overkapping te verschaffen die de mogelijkheid biedt om bij gelijkblijvende hellingshoek van overkappingspanelen de vereiste hoogte van de liggers te beperken en bovendien in beginsel onafhankelijk, of althans nagenoeg onafhankelijk, te maken van de afmetingen van de overkapping.

Hiertoe verschaft de uitvinding een overkapping volgens conclusie 1. De eerste liggers zijn de liggers die zich bij toepassing van de overkapping tegen de gevel van een bouwwerk evenwijdig aan die gevel uitstrekken. Het hemelwater dat op een overkapping volgens de uitvinding valt zal daardoor niet in een richting loodrecht op de gevel worden afgevoerd, zoals omschreven in EP 3299537 A1, maar juist in een richting loodrecht daarop en dus evenwijdig aan de gevel. Door (ten minste twee) tussenliggers toe te passen wordt het raamwerk in drie of meer rechthoekige kaders verdeeld waarbij per kader een overkappingspaneel is voorzien die zich elk binnen een kader uitstrekken zodat geen hemelwater door het kader heen kan vallen. Elk van de overkappingspanelen helt in een richting evenwijdig aan de twee eerste liggers oftewel bij voornoemde toepassing van de overkapping in een richting evenwijdig aan de gevel. Elke tussenligger ondersteunt twee naburige hellende overkappingspanelen hetzij aan de hoge zijdes van elk van de twee overkappingspanelen, hetzij aan de lage zijdes van elk van de twee overkappingspanelen, hetzij aan de hoge zijde van één overkappingspaneel en aan de lage zijde van het andere overkappingspaneel. Het aantal tussenliggers en daarmee het aantal kaders kan gekozen worden in afhankelijkheid van de lengte van de liggers. De afmetingen van elk kader gezien in een richting evenwijdig aan de eerste liggers oftewel in de richting waarin de overkappingspanelen hellen, kan in de praktijk kleiner worden gekozen dan de afmetingen van de twee kaders van de terrasoverkapping volgens figuur 6 van EP 3299537 A1 gezien in de hellingsrichting van de betreffende dakvlakken. Laatstgenoemde afmetingen zijn grofweg bijna de helft van de lengte van de liggers en zijn ongeveer recht evenredig met de lengte van de liggers.

De voordelen van de uitvinding kunnen met name aan de orde zijn indien de lengte van elke eerste ligger groter is dan de lengte van elke tweede ligger en dan de lengte van elke tussenligger.

Een efficiënte afvoer van regenwater kan worden bewerkstelligd indien de hellingshoek waarmee elk overkappingspaneel helt ten opzichte van een horizontaal vlak is gelegen tussen 2 graden en 15 graden.

Een praktische uitvoeringsvorm waarbij de hoogte van elke eerste ligger en/of van elke tweede ligger relatief beperkt kan blijven, kan worden verkregen indien de afstand tussen twee bij een combinatie behorende tussenliggers en/of tussen een bij een combinatie behorende tweede ligger en een tussenligger is gelegen tussen 30 cm en 120 cm, bij verdere voorkeur tussen 60 en 90 cm.

Indien de overkappingspanelen in dezelfde richting hellen, kan het voordeel worden verkregen dat de tussenliggers gelijk kunnen zijn uitgevoerd. Bovendien kan aldus hemelwater gemakkelijker worden afgevoerd en biedt het constructieve voordelen rekening houdend met situaties waarbij er een sneeuwlaag op de overkappingspanelen zou liggen.

In een verdere uitvoeringsvorm is de afstand tussen de twee eerste liggers groter dan de afstand tussen twee bij een combinatie behorende tussenliggers en/of dan de afstand tussen een bij een combinatie behorende tweede ligger en een tussenligger.

Aldus hebben de betreffende kaders een rechthoekige vorm waarin het bijbehorende overkappingspaneel helt in de richting van de korte zijde van de rechthoekige vorm.

In zijn algemeenheid kan het de voorkeur genieten dat de hellingshoeken voor elk van de overkappingspanelen aan elkaar gelijk zijn, ook indien de overkappingspanelen in tegengestelde richtingen zouden hellen.

De totale hoogte die het raamwerk inneemt kan worden beperkt indien het raamwerk een horizontale oriëntatie heeft.

Een beperking van de inbouwhoogte kan ook aan de orde zijn indien de bovenzijden van de eerste liggers op hetzelfde verticale niveau zijn gelegen als de bovenzijden van de tweede liggers en/of indien de onderzijden van de eerste liggers op hetzelfde verticale niveau zijn gelegen als de onderzijden van de tweede liggers.

Voornoemd voordeel kan ook aan de orde zijn indien de tussenliggers zich in verticale richting gezien volledig uitstrekken binnen de hoogtes van de eerste liggers en/of binnen de hoogte van elk van de tweede liggers en/of indien de overkappingspanelen zich in verticale richting gezien uitstrekken binnen de hoogtes van de eerste liggers en/of binnen de hoogtes van de tweede liggers.

De afvoer van hemelwater kan op een geschikte wijze worden gerealiseerd indien de tussenliggers of de tweede liggers van elk kader die aan een onderste rand zijn gelegen van het, zich binnen dat kader uitstrekkende, hellende overkappingspaneel, elk zijn voorzien van een afvoergoot voor het naar één of beide uiteinden van de betreffende tussenligger of tweede ligger weg laten stromen van hemelwater.

Daarbij kan het de verdere voorkeur genieten dat de tussenliggers of de tweede liggers van elk kader dat aan de onderste rand is gelegen van het, zich binnen dat kader uitstrekkende, hellende overkappingspaneel kokervormig zijn en direct boven die onderste rand elk zijn voorzien van ten minste één opening voor het door de ten minste opening heen stromen van op het bijbehorende overkappingspaneel gevallen hemelwater, welke respectievelijke openingen zijn voorzien in staande langszijden van de betreffende tussenliggers of tweede liggers.

Aldus kan de afvoer van hemelwater aan het oog worden onttrokken en is het hiervoor niet noodzakelijk om een aparte afvoergoot te voorzien.

De afvoer van hemelwater kan verder op geschikte wijze worden gerealiseerd indien de afvoergoten aan één of beide uiteinden haaks uitmonden in één of twee verzamelafvoergoten die deel uitmaken van de eerste liggers, waarbij in een verdere uitvoeringsvorm de ene verzamelafvoergoot of de twee verzamelafvoergoten uitmonden in ten minste één verticale afvoerpijp die zich binnen een staander uitstrekt. Ter beperking van de temperatuur onder de terrasoverkapping bij warm weer, kenmerkt een verdere uitvoeringsvorm zich doordat ten minste een deel van de kaders, bij voorkeur elk kader, is voorzien van ten minste één eerste ventilatieopening en ten minste één tweede ventilatieopening waarbij de ten minste ene eerste ventilatieopening onder het bij het betreffende kader behorende overkappingspaneel is voorzien en de ten minste ene tweede ventilatieopening boven het bij het betreffende behorende overkappingspaneel of boven een overkappingspaneel behorende bij een naburig kader is voorzien en de eerste liggers, tweede liggers en/of tussenliggers zijn ingericht om lucht vanaf ruimte onder een overkappingspaneel via een eerste ventilatieopening naar een tweede ventilatieopening en via de tweede ventilatieopening naar ruimte aan de buitenzijde van de terrasoverkapping te laten stromen. Warme lucht heeft de neiging op te stijgen. Juist deze lucht kan in onderhavige uitvoeringsvorm de mogelijkheid worden geboden om te ontwijken waardoor de temperatuur onder terrasoverkapping lager zal zijn.

Van de neiging van warme lucht om op te stijgen kan met voordeel gebruik worden gemaakt indien de ten minste ene eerste ventilatieopening lager is voorzien dan de ten minste ene tweede ventilatieopening.

In een verdere uitvoeringsvorm is de terrasoverkapping tevens voorzien van een schermdoekinrichting met doekmateriaal dat in een open toestand van de schermdoekinrichting de kaders vrij laat of althans grotendeels vrij laat en in een gesloten toestand van de schermdoekinrichting de kaders afsluit of althans grotendeels afsluit. De schermdoekinrichting zal in de gesloten toestand de hoeveelheid licht en straling die vanaf de bovenzijde van de terrasoverkapping de onderzijde van de terrasoverkapping bereikt, beperken.

In een uitvoeringsvorm strekt het doekmateriaal in de gesloten toestand van de schermdoekinrichting zich onder de overkappingspanelen uit. De overkappingspanelen schermen aldus het doekmateriaal vanaf de bovenzijde af.

Een praktische uitvoeringsvorm kan worden verkregen indien de schermdoekinrichting per kader een doek omvat die elk zijn ingericht om in de open toestand en in de gesloten toestand te kunnen worden gebracht. De voorzieningen die per doek zijn voorzien om deze te bedienen kunnen dan relatief licht worden 5 uitgevoerd in vergelijking met de situatie waarbij voor de schermdoekinrichting als geheel een enkel doek is voorzien.

Een dergelijk schermdoekinrichting kan ook voordelen bieden indien de terrasoverkapping niet zou zijn uitgevoerd met overkappingspanelen zoals voorgaand omschreven. In dat geval zou er sprake zijn van een terrasoverkapping omvattende staanders, twee horizontale eerste liggers en twee horizontale tweede liggers, welk eerste liggers en tweede liggers aan hun uiteinden met elkaar zijn verbonden en een raamwerk vormen dat op de staanders rust en dat in bovenaanzicht een rechthoekige vorm heeft, de terrasoverkapping verder omvattende zich evenwijdig aan en tussen de twee tweede liggers uitstrekkende tussenliggers die met hun respectievelijke uiteinden met de twee eerste liggers zijn verbonden waarbij combinaties van twee naast elkaar gelegen tussenliggers en combinaties van elke tweede ligger en de daar naast gelegen tussenligger enerzijds en de twee horizontale eerste liggers anderzijds rechthoekige kaders vormen, de terrasoverkapping tevens voorzien zijnde van een schermdoekinrichting met doekmateriaal dat in een open toestand van de schermdoekinrichting de kaders vrij laat of althans grotendeels vrij laat en in een gesloten toestand van de schermdoekinrichting de kaders afsluit of althans grotendeels afsluit waarbij de schermdoekinrichting per kader een doek omvat die elk zijn ingericht om in de open toestand en in de gesloten toestand te kunnen worden gebracht.

In een uitvoeringsvorm is de schermdoekinrichting ingericht om de doeken gelijktijdig in de open toestand en gelijktijdig in de gesloten toestand te brengen. Dit kan zowel voordelen bieden voor wat betreft het gebruiksgemak maar ook uit oogpunt van de voorzieningen die noodzakelijk zijn voor de bediening van de doeken.

In een mogelijke uitvoeringsvorm heeft de schermdoekinrichting een opwikkelorgaan met een zich evenwijdig aan de tweede liggers uitstrekkend opwikkellichaam en is elk doek in de open toestand van de schermdoekinrichting op het opwikkellichaam gerold en in de gesloten toestand van de schermdoekinrichting van dat opwikkellichaam afgewikkeld.

In een verdere uitvoeringsvorm is daarbij elk doek met een uiteinde verbonden met een tweede ligger of tussenligger en met een tegenover gelegen uiteinde is verbonden met een opwikkellichaam.

Indien elk opwikkellichaam in de open toestand van de schermdoekinrichting recht onder een tweede ligger of tussenligger is gelegen kan de terrasoverkapping compact worden uitgevoerd en schaduwvorming vanwege het opwikkellichaam en het daaromheen gewikkelde doek worden beperkt.

Een efficiënte wijze van bediening van de schermdoekinrichting kan worden gerealiseerd indien elk van de opwikkelorganen is voorzien van een aslichaam dat zich buiten een uiteinde van het opwikkellichaam van het betreffende opwikkelorgaan uitstrekt waarbij de aslichamen onderling zijn gekoppeld via een langwerpig koppellichaam waarmee elk van de aslichamen roteerbaar zijn verbonden, waarbij de terrasoverkapping verder een aandrijfinrichting omvat voor het in een eerste richting en in een tegengestelde tweede richting kunnen verplaatsen van het koppellichaam waarbij de schermdoekinrichting zich vanwege verplaatsing van het koppellichaam in de eerste richting verplaatst van de open stand naar de gesloten stand en waarbij de schermdoekinrichting zich vanwege verplaatsing van het koppellichaam in de tweede richting verplaatst van de gesloten stand naar de open stand. De aandrijfinrichting kan daarbij zijn voorzien van een aandrijfmotor maar de aandrijfinrichting kan in beginsel ook zijn ingericht voor handmatige aandrijving.

In een verdere uitvoeringsvorm omvat de aandrijfinrichting voor elk van de opwikkelorganen een met het bijbehorende aslichaam verbonden tandwiel alsmede een star met een eerste ligger verbonden tandheugel waarbij elk van de tandwielen aangrijpt op een tandheugel en in bedrijf bij verplaatsing van het koppellichaam in de tweede richting de opwikkelorganen gezamenlijk met de tandwielen roteren om de bijbehorende doeken op de opwikkelorganen te wikkelen. De tandheugel kan bijvoorbeeld zijn gevormd van een kunststof tandriem.

Onder andere uit veiligheidsoverwegingen kan het de voorkeur hebben dat het koppellichaam zich in een eerste ligger uitstrekt.

In een verdere constructief gunstige uitvoeringsvorm omvat de aandrijfinrichting een aandrijfmotor en een overbrenging die werkzaam is tussen de aandrijfmotor en het koppellichaam, welke overbrenging verder twee, vanwege werkzaamheid van de aandrijfmotor, roteerbare omslaglichamen omvat alsmede een langwerpig overbrengingsorgaan dat om de twee omslaglichamen is geslagen en is verbonden met het koppellichaam. Met voordeel kan de aandrijfmotor daarbij in een tweede ligger zijn voorzien en/of Kan het overbrengingsorgaan zich in een eerste ligger uitstrekken zodat de bewegende onderdelen veilig en mooi aan het zicht kunnen worden onttrokken.

In een praktische uitvoeringsvorm is de terrasoverkapping tegen de gevel van een bouwwerk voorzien en strekken de eerste liggers zich evenwijdig aan de gevel uit. Het is daarbij niet noodzakelijk dat de terrasoverkapping daarbij constructief is verbonden met het bouwwerk. Dit laatste kan zelfs de voorkeur hebben waarbij de terrasoverkapping volledig zelfdragend is.

Navolgend zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van de omschrijving van een mogelijke uitvoeringsvorm van een terrasoverkapping volgens de uitvinding onder verwijzing naar de navolgende figuren: Figuur 1 toont in isometrisch aanzicht een terrasoverkapping; Figuur 2 toont op schetsmatige wijze in isometrisch en deels opengewerkt aanzicht een deel van de terrasoverkapping volgens figuur 1; Figuur 3 toont in isometrisch en deels opengewerkt aanzicht een ander deel van de terrasoverkapping volgens figuur 1; Figuur 4 toont in isometrisch aanzicht de terrasoverkapping volgens figuur 1 maar dan verticaal doorgesneden; Figuren 5a tot en met 5c tonen detail V in figuur 4 tijdens drie verschillende fasen van werkzaamheid van de schermdoekinrichting van de terrasoverkapping; Figuur 6 toont in isometrisch aanzicht de schermdoekinrichting van de scherminrichting volgens figuur 1; Figuren 7a en 7b tonen detail VII in figuur 6 tijdens twee verschillende fasen van werkzaamheid van de schermdoekinrichting; Figuur 8 toont in isometrisch aanzicht een verder detail van de schermdoekinrichting.

Terrasoverkapping 1 volgens figuren 1 tot en met 8 omvat een rechthoekig raamwerk van een achterste langsligger 2a, een voorste langsligger 2b en twee dwarsliggers 3a, 3b. Voor zover navolgend het onderscheid tussen de langsliggers 2a en 2b of tussen de dwarsliggers 3a en 3b niet ter zake doet zal voor deze langsliggers en dwarsliggers respectievelijk verwijzingscijfers 2 en 3 worden gehanteerd. De langsliggers 2 en dwarsliggers 3 zijn aan hun uiteinden met elkaar verbonden via twee achterste staanders 4a en twee voorste staanders 4b. Voor zover het onderscheid tussen de achterste staanders 4a en de voorste staanders 4b niet ter zake doet zal navolgend voor deze vier staanders verwijzingscijfer 4 worden gehanteerd. Voornoemd raamwerk rust op de staanders 4. Bij toepassing van de terrasoverkapping 1 kan deze tegen een gevel van een bouwwerk zijn voorzien waarbij de voorste langsligger 2b grenst aan die gevel en zich daar evenwijdig aan uitstrekt. Het is in een alternatieve uitvoeringsvorm dan ook mogelijk dat het overkappingspaneel is uitgevoerd zonder de voorste staanders 4b en dat de voorste langsligger 2b dan direct is bevestigd aan de gevel.

De terrasoverkapping 1 is verder voorzien van een zevental, gelijk aan elkaar uitgevoerde, tussendwarsliggers 5 die zich evenwijdig aan de dwarsliggers en gelijkmatig verdeeld over de lengte van de langsliggers 2 uitstrekken. Combinaties van twee naast elkaar gelegen tussendwarsliggers 5 alsmede combinaties van elke dwarsligger 3 en de daarnaast gelegen tussendwarsligger 5 enerzijds en de twee horizontale langsliggers 2 anderzijds vormen rechthoekige kaders 6 die gelijk van vorm en grootte zijn. De terrasoverkapping 1 omvat verder per kader 6 een transparant overkappingspaneel 7, bijvoorbeeld van glas, die zich elk binnen het bijbehorende kader 6 uitstrekken en aldus dat afsluiten zodat regenwater niet door de kaders 6 heen kan vallen. Elk overkappingspaneel rust daarbij aan de volledige omtreksrand daarvan op de liggers 2, 3 en/of 5 of althans de delen daarvan die het betreffende kader 6 vormen. Dit houdt in dat elke tussendwarsligger 5 zowel de onderste langsrand van een overkappingspaneel 7 ondersteunt als de bovenste langsrand van een naburig overkappingspaneel 7. Elk overkappingspaneel 7 helt ten opzichte van een horizontaal vlak onder een hoek van circa 5 graden zodat hemelwater dat op een overkappingspaneel 7 valt neerwaarts stroomt. De overkappingspanelen 7 hellen daarbij in een richting die evenwijdig is aan de lengterichting van de twee langsliggers

2. In de specifieke uitvoeringsvorm van terrasoverkapping 1 volgens figuur 1 is de lengte van de langsliggers 2 600 cm en de lengte van de dwarsliggers 3 425 cm. Grotere lengtes kunnen ook worden toegepast alhoewel dan de kostprijs verhoudingsgewijs snel zal stijgen om welke reden de voorkeur er naar uit gaat om voornoemde lengtes niet groter te laten zijn. Voornoemde lengtes kunnen ook kleiner zijn. De langsliggers 2 en dwarsliggers 3 betreffen geëxtrudeerde aluminium profielen waarvan de afmetingen in verticale richting, oftewel de hoogtes, aan elkaar gelijk zijn.

Elk van de langsliggers 2 en/of dwarsliggers kunnen ook samengesteld zijn uit twee of meer parallelle profielen die star met elkaar zijn verbonden. De bovenzijden van de langsliggers 2 en dwarsliggers 3 zijn in lijn met elkaar gelegen en de onderzijden van de langsliggers 2 en van de dwarsliggers 3 zijn eveneens in lijn met elkaar gelegen. De hoogte van de tussendwarsliggers 5 is kleiner dan die van de langsliggers 2 en dwarsliggers 3 maar zou daar ook gelijk aan kunnen zijn. De dwarsliggers 5 rusten, zoals getoond in figuur 3, met hun uiteinden in uitsparingen die op regelmatig afstand van elkaar in de langsliggers 2 zijn voorzien aan naar elkaar gerichte verticale zijden daarvan. De langsliggers 5 strekken zich daarbij binnen de hoogtes van de langsliggers 2 en dwarsliggers 3 uit.

Elke tussendwarsligger 5 heeft een bovenste kamer 11 en een onderste kamer 12 die over de volledige lengte van de betreffende tussendwarsligger 5 uitstrekken en aan tegenover elkaar gelegen langszijden van elke tussendwarsligger 5 zijn voorzien. De kamers 11 en 12 zijn aan voornoemde langszijden open en hebben daardoor een zich over de volledige lengte van de tussendwarsliggers 5 uitstrekkende horizontale spleet zodat bovenste en onderste langsranden van de overkappingspanelen 7 in de betreffende kamers 11, 12 kunnen worden gestoken. De afstand tussen naburige tussendwarsliggers 5 enerzijds en de (verticale) afstand tussen de bovenste kamers 11 en de onderste kamers 12 resulteren erin dat de overkappingspanelen 7 elk hellen zoals voorgaand omschreven. Dwarsligger 3a is eveneens voorzien van een bovenste kamer 11 terwijl dwarsligger 3b eveneens is voorzien van een onderste kamer 12.

De hoogtes van de spleten behorende bij de onderste kamers 12 is dusdanig dat er ruimte is voor hemelwater dat op de overkappingspanelen 7 valt en daaroverheen neerwaarts stroomt, om door die spleten heen te stromen tot in de onderste kamers 12. Boven de overkappingspanelen 7 is ter plaatse voor voornoemde spleet van de onderste kamers een niet nader getoonde borstel voorzien die zich over de volledige lengte van de spleten uitstrekt. Deze borstel staat enerzijds toe dat hemelwater daardoorheen kan stromen maar blokkeert ander materiaal zoals bijvoorbeeld herfstbladeren. Elke tussendwarsbalk 5 is verder voorzien van een inwendige goot 13. De onderste kamers 12 staan in verbinding met de inwendige goot 13 van elke tussendwarsligger 5 zodat hemelwater dat in de onderste kamer 12 stroomt, doorstroomt naar de inwendige goot 13.

De uiteinden van de inwendige goot 13 monden uit in inwendige goten 14 die in de langsliggers 2 zijn voorzien. Inwendige goten 14 sluiten op hun beurt weer aan op de uiteinden van inwendige goten 15 die in de dwarsliggers 3 zijn voorzien. In de achterste poten 4a is een afvoerbuis 16 voorzien ter plaatse van de aansluiting tussen een inwendige goot 15 en de inwendige goot 14a aldaar welke afvoerpijp 16 is aangesloten op een rioleringssysteem. Een dergelijke afvoerbuis 18 kan ook in slechts in één achterste poot 4a zijn voorzien en/of ook in één of beide voorste poten 4b.

In de naar elkaar gerichte langszijden van elke langsligger 2 zijn per kader 6, oftewel per overkappingspaneel 7 een eerste ventilatieopening 21 en een tweede ventilatieopening 22 voorzien. De eerste ventilatieopeningen 21 zijn onder een bijbehorend overkappingspaneel 7 voorzien en de tweede ventilatieopeningen 22 zijn daar juist boven voorzien en elk ook op een hoger niveau dan de eerste ventilatieopeningen 21. Lucht, zoals typisch warme lucht dat onder een overkappingspaneel 7 zich verzameld, kan via een eerste ventilatieopening 21, het inwendige van de betreffende langsligger 2 volgens pijlen 23a, 23b naar een naburige tweede ventilatieopening 22 stromen naar ruimte aan de buitenzijde van de terrasoverkapping 1.

Terrasoverkapping 1 omvat verder een schermdoekinrichting 40 die verder zal worden toegelicht aan de hand van de figuren 4 tot en met 8. De schermdoekinrichting 40 is onder de overkappingspanelen 7 voorzien. Per overkappingspaneel 7 omvat de schermdoekinrichting een schermdoek 31 dat in een open stand van de schermdoekinrichting op een cilindrisch opwikkellichaam 32 is gerold (figuur 5c)} en in een gesloten stand van dat opwikkellichaam 32, althans grotendeels, is afgewikkeld (figuur 5a). In die gesloten stand houdt het schermdoek

31 door een daarboven gelegen overkappingspaneel vallend licht tegen. Figuur 5d toont een stand die is gelegen tussen de open stand en de gesloten stand.

Elk schermdoek 31 is via een koppelstrip 33 aan één uiteinde van het schermdoek 31 vast verbonden met een tussendwarsligger 5 of met dwarsligger 3a.

Koppelstrip 33 is van kunststof en veerkrachtig materiaal waardoor koppelstrip 33 vanwege voorspanning in koppelstrip 33 in staat is om het schermdoek 31 op spanning te houden om doorhangen van schermdoek 31 te voorkomen of althans te beperken. Aan het tegenover gelegen uiteinde zijn de schermdoeken 31 verbonden met een opwikkellichaam 32. Elk opwikkellichaam 32 is roteerbaar om een rotatieas 34 die samenvalt met de hartlijn van een niet nader getoond aslichaam dat star is verbonden met een opwikkellichaam 32 en waarmee een tandwiel 35 eveneens star is verbonden. Voornoemde aslichamen strekken zich uit door geleidingsgaten in een koppelstrip 36. De betreffende geleidingsgaten staan vrije rotatie van de aslichamen binnen die geleidingsgaten toe.

Elk van de tandwielen 35 is in aangrijping met de tanden van tandheugel 37 die zich binnen een langsligger 2 uitstrekt over vrijwel de volledige lengte daarvan. Op basis van figuur 8 is eenvoudig in te zien, dat het in de richting van pijl 37 bewegen van koppelstrip 36 ertoe zal leiden dat tandwielen 35 samen met het bijbehorende opwikkellichaam 32 in rotatierichting 38 zullen roteren vanwege aangrijping van de tandwielen 35 op de tandheugel 37 en dat de opwikkellichamen 32 al roterend om de bijbehorende rotatie-as 34 gezamenlijk met de koppelstrip 36 zullen bewegen waardoor de schermdoeken 31 op de respectievelijke opwikkellichamen 32 zullen worden gerold. Tevens valt eenvoudig in te zien dat een horizontale translatie van koppelstrip 36 in richting tegengesteld aan pijl 37 ertoe zal leiden dat het schermdoek 31 (verder) zal worden afgewikkeld van het bijbehorende opwikkellichaam 32 waardoor de schermdoekinrichting de gesloten stand aanneemt.

Met name in figuur 8 is tevens zichtbaar hoe liggende U-vormige profieldelen 39 de opwikkellichamen 32 omgeven waarbij de vormgeving en dimensionering van de U-vormige profielen 39 dusdanig is, dat deze in de open toestand van de schermdoekinrichting aansluiten op de vormgeving van de tussendwarsliggers 5 zodat de tussendwarsliggers 5 en de U-vormige profielen 39 in die open stand van de schermdoekinrichting optisch als het ware één geheel vormen.

Terzijde wordt opgemerkt dat in figuur 8 de tussendwarsprofielen 5 ten behoeve van de duidelijkheid vereenvoudigd zijn weergegeven. Voor het heen en weer doen verplaatsen van de koppelstrip 36 oftewel voor het openen en het sluiten van de schermdoekinrichting omvat de schermdoekinrichting een aandrijfinrichting. Deze aandrijfinrichting omvat een koppelelement 41 dat enerzijds is gekoppeld met koppelstrip 36 en anderzijds met een eindeloos buigzaam overbrengingsorgaan 42, zoals een riem, dat is geslagen om omslaglichamen 43a, 43b die elk roteerbaar zijn verbonden met een langsligger om respectievelijke rotatie-assen die zich evenwijdig aan elkaar en aan de tussendwarsliggers 5 uitstrekken. Omslaglichaam 43b strekt zich daarbij uit tussen de poten van een U-vormige beugel 47. Omslaglichaam 43a is via een daartoe voorzien aslichaam star verbonden met een in lijn gelegen tandwiel 44 dat in aangrijping is met tandwiel 45 dat is gemonteerd op de uitgaande as van buismotor 46 die zich binnen dwarsligger 3d uitstrekt. Door bekrachtiging van buismotor 46 kan koppelstrip 36 heen en weer worden bewogen voor het openen en sluiten van de respectievelijke schermdoeken 31 zoals ook is geïllustreerd in de figuren 4 tot en met 5c. De aandrijfinrichting is aan de zijden van beide langsliggers 2 voorzien waarbij de buismotor gemeenschappelijk is. Aldus kunnen torsie-effecten in de opwikkellichamen 32 worden beperkt.

In een alternatieve uitvoeringsvorm zouden de toegepaste doeken die per kader 6 zijn voorzien ook van een ander type zoals van het plissé type waarbij de bediening van dergelijke doeken op vergelijkbare wijze zou kunnen plaatsvinden als voorgaand omschreven, onder andere aan de hand van figuur 8.

Claims (31)

CONCLUSIES

1. Terrasoverkapping (1) omvattende staanders (4), twee horizontale eerste liggers (2) en twee horizontale tweede liggers (3), welk eerste liggers en tweede liggers aan hun uiteinden met elkaar zijn verbonden en een raamwerk vormen dat op de staanders rust en dat in bovenaanzicht een rechthoekige vorm heeft, de terrasoverkapping verder omvattende zich evenwijdig aan en tussen de twee tweede liggers uitstrekkende tussenliggers (5) die met hun respectievelijke uiteinden met de twee eerste liggers zijn verbonden waarbij combinaties van twee naast elkaar gelegen tussenliggers en combinaties van elke tweede ligger en de daar naast gelegen tussenligger enerzijds en van de twee horizontale eerste liggers anderzijds rechthoekige kaders (6) vormen, de terrasoverkapping nog verder voor elk kader een transparant overkappingspaneel (7) omvattende die elk zich binnen het bijbehorende kader uitstrekken waarbij elk overkappingspaneel helt ten opzichte van een horizontaal vlak voor afvoer van hemelwater, waarbij elk overkappingspaneel in een richting evenwijdig aan de twee eerste liggers (2) helt.

2. Terrasoverkapping volgens conclusie 1, waarbij de lengte van elke eerste ligger groter is dan de lengte van elke tweede ligger en dan de lengte van elke tussenligger.

3. Terrasoverkapping volgens conclusie 1 of 2, waarbij de hellingshoek waarmee elk overkappingspaneel helt ten opzichte van een horizontaal vlak is gelegen tussen 2 graden en 15 graden.

4. Terrasoverkapping volgens conclusie 1, 2 of 3 waarbij de afstand tussen twee bij een combinatie behorende tussenliggers en/of tussen bij een combinatie behorende tweede ligger en een tussenligger is gelegen tussen 30 cm en 120 cm.

5. Terrasoverkapping volgens conclusie 1, 2, 3 of 4, waarbij de afstand tussen de twee eerste liggers groter is dan de afstand tussen twee bij een combinatie behorende tussenliggers en/of dan de afstand tussen een bij een combinatie behorende tweede ligger en een tussenligger.

6. Terrasoverkapping volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de overkappingspanelen in dezelfde richting hellen.

7. Terrasoverkapping volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de hellingshoeken voor elk van de overkappingspanelen aan elkaar gelijk zijn.

8. Terrasoverkapping volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het raamwerk een horizontale oriëntatie heeft.

9. Terrasoverkapping volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de bovenzijden van de eerste liggers op hetzelfde verticale niveau zijn gelegen als de bovenzijden van de tweede liggers en/of waarbij de onderzijden van de eerste liggers op hetzelfde verticale niveau zijn gelegen als de onderzijden van de tweede liggers.

10. Terrasoverkapping volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de tussenliggers zich in verticale richting gezien volledig uitstrekken binnen de hoogtes van de eerste liggers en/of binnen de hoogtes van de tweede liggers.

11. Terrasoverkapping volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de overkappingspanelen zich in verticale richting gezien uitstrekken binnen de hoogtes van de eerste liggers en/of binnen de hoogtes van de tweede liggers.

12. Terrasoverkapping volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de tussenliggers of de tweede ligger(s) van elk kader die aan een onderste rand zijn gelegen van het, zich binnen dat kader uitstrekkende, hellende overkappingspaneel, elk zijn voorzien van een afvoergoot (13, 15) voor het naar één of beide uiteinden van de betreffende tussenligger of tweede ligger weg laten stromen van hemelwater.

13. Terrasoverkapping volgens conclusie 12, waarbij de tussenliggers of de tweede liggers van elk kader dat aan de onderste rand is gelegen van het, zich binnen dat kader uitstrekkende, hellende overkappingspaneel kokervormig zijn en direct boven die onderste rand elk zijn voorzien van ten minste één opening voor het door de ten minste opening heen stromen van op het bijbehorende overkappingspaneel gevallen hemelwater, welke respectievelijke openingen zijn voorzien in staande langszijden van de betreffende tussenliggers of tweede liggers.

14. Terrasoverkapping volgens conclusie 12 of 13, waarbij de afvoergoten aan één of beide uiteinden haaks uitmonden in één of twee verzamelafvoergoten (14) die deel uitmaken van de eerste liggers.

15. Terrasoverkapping volgens conclusie 14, waarbij de ene verzamelafvoergoot of de twee verzamelafvoergoten uitmonden in ten minste één verticale afvoerpijp (16) die zich binnen een staander uitstrekt.

16. Terrasoverkapping volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij ten minste een deel van de kaders, bij voorkeur elk kader, is voorzien van ten minste één eerste ventilatieopening (21) en ten minste één tweede ventilatieopening (22)

waarbij de ten minste ene eerste ventilatieopening onder het bij het betreffende kader behorende overkappingspaneel is voorzien en de ten minste ene tweede ventilatieopening boven het bij het betreffende behorende overkappingspaneel of boven een overkappingspaneel behorende bij een naburig kader is voorzien en de eerste liggers, tweede liggers en/of tussenliggers zijn ingericht om lucht vanaf ruimte onder een overkappingspaneel via een eerste ventilatieopening naar een tweede ventilatieopening en via de tweede ventilatieopening naar ruimte aan de buitenzijde van de terrasoverkapping te laten stromen.

17. Terrasoverkapping volgens conclusie 18, waarbij de ten minste ene eerste ventilatieopening lager is voorzien dan de ten minste ene tweede ventilatieopening.

18. Terrasoverkapping volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de terrasoverkapping tevens is voorzien van een schermdoekinrichting met doekmateriaal (31) dat in een open toestand van de schermdoekinrichting de kaders vrij laat of althans grotendeels vrij laat en in een gesloten toestand van de schermdoekinrichting de kaders afsluit of althans grotendeels afsluit.

19. Terrasoverkapping volgens conclusie 18, waarbij het doekmateriaal in de gesloten toestand van de schermdoekinrichting zich onder de overkappingspanelen uitstrekt.

20. Terrasoverkapping volgens conclusie 18 of 19, waarbij de schermdoekinrichting per kader een doek omvat die elk zijn ingericht om in de open toestand en in de gesloten toestand te kunnen worden gebracht.

21. Terrasoverkapping volgens conclusie 20, waarbij de schermdoekinrichting is ingericht om de doeken gelijktijdig in de open toestand en gelijktijdig in de gesloten toestand te brengen.

22. Terrasoverkapping volgens conclusie 20 of 21, waarbij de schermdoekinrichting een opwikkelorgaan met een zich evenwijdig aan de tweede liggers uitstrekkend opwikkellichaam {32) heeft en elk doek in de open toestand van de schermdoekinrichting op het opwikkellichaam is gerold en in de gesloten toestand van de schermdoekinrichting van dat opwikkellichaam is afgewikkeld.

23. Terrasoverkapping volgens conclusie 20, waarbij elk doek met een uiteinde is verbonden met een tweede ligger of tussenligger en met een tegenover gelegen uiteinde is verbonden met een opwikkellichaam.

24. Terrasoverkapping volgens conclusie 22 of 23, waarbij elk opwikkellichaam in de open toestand van de schermdoekinrichting recht onder een tweede ligger of tussenligger is gelegen.

25. Terrasoverkapping volgens conclusie 22, 23 of 24, waarbij elk van de opwikkelorganen is voorzien van een aslichaam dat zich buiten een uiteinde van het opwikkellichaam van het betreffende opwikkelorgaan uitstrekt waarbij de aslichamen onderling zijn gekoppeld via een langwerpig koppellichaam (36) waarmee elk van de aslichamen roteerbaar zijn verbonden, waarbij de terrasoverkapping verder een aandrijfinrichting omvat voor het in een eerste richting en in een tegengestelde tweede richting kunnen verplaatsen van het koppellichaam waarbij de schermdoekinrichting zich vanwege verplaatsing van het koppellichaam in de eerste richting verplaatst van de open stand naar de gesloten stand en waarbij de schermdoekinrichting zich vanwege verplaatsing van het koppellichaam in de tweede richting verplaatst van de gesloten stand naar de open stand.

26. Terrasoverkapping volgens conclusie 25, waarbij de aandrijfinrichting voor elk van de opwikkelorganen een met het bijbehorende aslichaam verbonden tandwiel (35) omvat alsmede een star met een eerste ligger verbonden tandheugel (37) waarbij elk van de tandwielen aangrijpt op een tandheugel en in bedrijf bij verplaatsing van het koppellichaam in de tweede richting de opwikkelorganen gezamenlijk met de tandwielen roteren om de bijbehorende doeken op de opwikkelorganen te wikkelen.

27. Terrasoverkapping volgens conclusie 25 of 26, waarbij het koppellichaam zich in een eerste ligger uitstrekt.

28. Terrasoverkapping volgens conclusie 25, 26 of 27, waarbij de aandrijfinrichting een aandrijfmotor (46) en een overbrenging (45, 44, 43a, 42, 43b, 41) omvat die werkzaam is tussen de aandrijfmotor en het koppellichaam, welke overbrenging verder twee, vanwege werkzaamheid van de aandrijfmotor, roteerbare omslaglichamen omvat alsmede een langwerpig overbrengingsorgaan dat om de twee omslaglichaam is geslagen en is verbonden met het koppellichaam.

29. Terrasoverkapping volgens conclusie 28, waarbij de aandrijfmotor in een tweede ligger is voorzien.

30. Terrasoverkapping volgens conclusie 28 of 29, waarbij het overbrengingsorgaan zich in een eerste ligger uitstrekt.

31. Terrasoverkapping volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de terrasoverkapping tegen de gevel van een bouwwerk is voorzien en de eerste liggers zich evenwijdig aan de gevel uitstrekken.