NL2026650A

NL2026650A - Werkwijze voor het herkennen van een bestemmingspositie van een weergave- en/of besturingseenheid in een vasthoudinrichting en een bijbehorende weergave-en/of besturingseenheid

Info

Publication number: NL2026650A
Application number: NL2026650A
Authority: NL
Inventors: Lindstedt Carsten; Carello Francesco; Michael Schweickhardt Heiko
Original assignee: Bosch Gmbh Robert
Priority date: 2019-10-10
Filing date: 2020-10-09
Publication date: 2021-05-31
Also published as: EP4042106A1; EP4042106B1; DE102019215537A1; US20220332260A1; JP2022552473A; KR20220075405A; WO2021069561A1; NL2026650B1

Abstract

De onderhavige uitvinding beoogd om een werkwijze te verschaffen als ook een inrichting die de werkwijze uitvoert waarbij de juiste montage en/of ori- entatie van een weergave- en/of besturingseenheid voorzien wordt in een vasthoudinrichting voor het uitvoeren van de verdere functies. Ten minste een eerste meetwaarde van een sensor van de weergave- en/of besturingseenheid (100) wordt gedetecteerd (200). Een tweede meetwaarde van een transmissiesignaal van een draadloze signaaltransmissiemodule, in het bijzonder een Bluetooth-module, van het vasthoudapparaat wordt gedetecteerd (210), in het bijzonder de signaalsterkte ervan. Informatie over het bereiken van de bestemmingspositie, in het bijzonder een vergrendelpositie, van de weergaveen/ of besturingseenheid in de vasthoudinrichting wordt genereert (240) als functie van een vergelijking (220) van de eerste meetwaarde met een eerste vergelijkingswaarde, en een overschrijding (230) van een tweede vergelijkingswaar- de door de tweede meetwaarde.

Description

-1- Beschrijving Titel Werkwijze voor het herkennen van een bestemmingspositie van een weerga- ve- en/of besturingseenheid in een vasthoudinrichting en een bijbehorende weergave- en/of besturingseenheid De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en een computerprogramma voor het herkennen van een bestemmingspositie van een weergave- en/of be- sturingseenheid in een vasthoudinrichting en een bijbehorende weergave- en/of besturingseenheid.

Stand van de techniek Zowel in de motorvoertuigensector als in het geval van tweewielers is het no- dig om display- en/of bedieningseenheden zoals navigatieapparatuur, snel- heidsmeters of smartphones in het gezichtsveld van de gebruiker te bevesti- gen.

Sommige providers gebruiken een bajonetsluiting, waarbij eerst de weergave- en/of besturingseenheid in een houder moet worden gestoken en vervolgens moet worden gedraaid.

Nadat de display en/of besturingseenheid op deze manier is vergrendeld, kan de gebruiker de functie van deze eenheid activeren.

Met de huidige uitvinding wordt beoogd om een werkwijze verschaffen en een apparaat dat de werkwijze uitvoert, waarbij de juiste montage en/of oriënta- tie van de display en/of besturingseenheid voorzien wordt voor de uitvoering van de verdere functies in de vasthoudinrichting.

Openbaring van de uitvinding

De werkwijze volgens de uitvinding of een computerprogramma dat de werk- wijze uitvoert en een apparaat waarop de werkwijze of het computerpro- gramma wordt uitgevoerd is geschikt voor het bepalen van de bestemmings-

9. positie van een beeldscherm en/of besturingseenheid, bijvoorbeeld een rustpo- sitie, te herkennen in een vasthoudinrichting.

De bestemmingspositie kan zo worden bepaald dat de weergave- en/of besturingseenheid een vooraf bepaal- de oriëntatie of opstelling aanneemt ten opzichte van de vasthoudinrichting in deze bestemmingspositie waarin deze wordt vastgehouden of vergrendeld of gefixeerd.

Het is ook denkbaar dat de bestemmingspositie zodanig is gespe- cificeerd dat deze een geoptimaliseerde dataverbinding tussen de weergave- en/of besturingseenheid en een zend- en/of ontvangmodule op of in de vast- houdinrichting mogelijk maakt.

Uiteraard kan deze geoptimaliseerde data- verbinding ook mogelijk worden gemaakt met een andere of verdere zend- en/of ontvangmodule die is bevestigd of geïntegreerd in het voertuig waarop de vasthoudinrichting is bevestigd.

Om de bestemmingspositie te herkennen, registreert de werkwijze of het computerprogramma een eerste meetwaarde van een sensor van de weerga- ve- en/of regeleenheid.

In dit geval moet in wezen een sensorwaarde worden geregistreerd die de positie of de oriëntatie van de weergave- en/of bestu- ringseenheid, bijvoorbeeld een mobiele terminal, representeert.

Een trans- missiesignaal van een draadloze signaaltransmissiemodule, bijvoorbeeld een Bluetooth-module die is geïntegreerd in de houder of op het voertuig waarop de houder is bevestigd, wordt ook geregistreerd als de tweede meetwaarde.

De bestemmingspositie wordt herkend of informatie wordt gegenereerd als functie van het behalen van de bestemmingspositie door middel van een ver- gelijking van de eerste meetwaarde met een eerste vergelijkingswaarde en een verdere vergelijking van de tweede meetwaarde met een tweede vergelij- kingswaarde.

Bij het detecteren van bijvoorbeeld het inbrengen van de display en/of bestu- ringseenheid in de houder met daaropvolgende roterende beweging in de ba- jonetsluiting met gelijktijdige toename van de ontvangen signaalsterkte van het zendsignaal van de draadloze signaaltransmissiemodule, wordt aange- nomen dat een vergrendeling of fixering van de display en/of besturingseen- heid heeft plaatsgevonden in de vasthoudinrichting.

Met deze kennis kan de

3. besturingsfunctie automatisch worden geactiveerd in de display en/of bestu- ringseenheid zonder dat de gebruiker dit handmatig hoeft te doen. Op deze manier wordt de besturingsfunctie maar ook de weergavefunctie voor overge- dragen informatie sneller beschikbaar gemaakt.

Met de eerste meetwaarde van de sensor in de weergave- en/of besturings- eenheid wordt een locatiewaarde of oriëntatie geregistreerd. Dit kan bijvoor- beeld een uitlijning van de display en/of besturingseenheid zijn, maar ook een bijzondere locatiecoördinaat. Het is ook denkbaar dat tevens meerdere eerste meetwaarden worden geregistreerd, waarmee een beweging van de weergave- en/of besturingseenheid kan worden herkend. Deze eerste meetwaarde of de chronologische volgorde van verschillende eerste meetwaarden wordt vervol- gens vergeleken met een (of meer) vergelijkingswaarde(n) die corresponderen met een startpositie of een vergrendelingsproces. Er kan bijvoorbeeld in wor- den voorzien dat de bevestiging van de weergave- en/of besturingseenheid aan een corresponderende houder van de vasthoudinrichting wordt herkend via de eerste vergelijkingswaarde. Als alternatief is het ook denkbaar dat de eerste vergelijkingswaarde een eerste vooraf bepaalde oriëntatie van de weergave- en/of besturingseenheid ten opzichte van de opname van de vast- houdinrichting representeert, zodat het correct inbrengen in de vasthoudin- richting wordt herkend. In een uitvoeringsvorm van de uitvinding kan erin worden voorzien dat bij het verwerven van meerdere eerste meetwaarden een positieverandering van de weergave- en/of besturingseenheid en in het bijzonder van een mobiele terminal zoals een smartphone wordt geregistreerd. Hiervoor zijn bijvoor- beeld de sensorwaarden van een versnellingssensor of een rotatiesensor ge- schikt. Het is echter ook mogelijk om via een lichtsensor een beweging, in het bijzonder een verwachte beweging in de vasthoudinrichting, te detecteren via de helderheidsverschillen. In dit geval representeert de eerste vergelijkings- waarde de beweging van de weergave- en/of besturingseenheid, die kan wor- den herkend door een vergelijking met de eerste meetwaarde.

-4- Het bereiken van de bestemmingspositie wordt bovendien gedetecteerd door de detectie van een transmissiesignaal van een draadloze signaaltransmis- siemodule, bijvoorbeeld een Bluetooth-module, die is bevestigd aan het vast- houdapparaat of aan een voertuig waaraan het vasthoudapparaat is beves- tigd . Het zendsignaal kan worden gedetecteerd door middel van een bijbeho- rende ontvangstmodule in de display en/of besturingseenheid. Door zowel de locatie van de draadloze signaaltransmissiemodule als het transmissiever- mogen van de draadloze signaaltransmissiemodule te kennen, kan een sig- naaldrempelwaarde als tweede vergelijkingswaarde worden ingesteld, waar- bij de juiste montage van de display en/of besturingseenheid in de houder volgens de beoogde bestemmingspositie beschikbaar is. Als de tweede meet- waarde nu deze signaaldrempelwaarde overschrijdt of bereikt, kan de werk- wijze of het systeem bestaande uit de werkwijze of het computerprogramma en de weergave- en/of besturingseenheid ervan uitgaan dat de weergave- en/of besturingseenheid zich in de opgegeven bestemmingspositie bevindt. Eventueel kan er in worden voorzien dat aan een nadere voorwaarde moet zijn voldaan voordat de werkwijze de bestemmingspositie detecteert. Hierbij kan de vasthoudinrichting elektrische contacten hebben die alleen elektrisch in werkende verbinding komen met elektrische contacten van de weergave- en/of besturingseenheid in de bestemmingspositie. Dit kan bijvoorbeeld wor- den bereikt doordat verbindingselementen van de mobiele terminal in contact staan met corresponderende verbindingselementen van de vasthoudin- richting. Als bij deze elektrische contacten een stroom-, spannings- of weer- standsmeting wordt uitgevoerd door de weergave- en/of besturingseenheid of de vasthoudinrichting, kan een aanliggen en dus de bestemmingspositie wor- den herkend.

In een bepaalde uitvoering van de uitvinding wordt er in voorzien dat er een bestaande draadloze verbinding is tussen de weergave- en/of besturingseen- heid en de vasthoudinrichting of draadloze signaaltransmissiemodule voordat deze in de vasthoudinrichting wordt gestoken. In dit geval kan de eerste en/of tweede vergelijkingswaarde via de draadloze verbinding worden verzonden,

waarmee het begin en het bereiken van de bestemmingspositie kan worden herkend. Het voordeel van een dergelijke overdracht van de overeenkomstige vergelijkingswaarden van de houder of het voertuig waarop de houder is be- vestigd aan de weergave- en/of besturingseenheid is dat de overgedragen ver- gelijkingswaarden de specifieke geometrieën weerspiegelen en voorwaarden kan bevatten zoals die aanwezig zijn in de vasthoudinrichting. De tweede vergelijkingswaarde kan dus een signaaldrempelwaarde bevatten die is afge- stemd op de aan te houden en vereiste geometrische afstand tussen de be- stemmingspositie en de Bluetooth-module.

Eventueel kan er in worden voorzien dat de eerste en/of tweede vergelij- kingswaarde een waardenbereik heeft, bijvoorbeeld 1%, 2%, 5% of 10% rond- om een gemiddelde waarde. Op deze manier kunnen fabricagenauwkeurighe- den of variërende bevestigingsomstandigheden van de vasthoudinrichting op het voertuig worden gecompenseerd. De onderhavige uitvinding kan bijzonder voordelig worden toegepast op tweewielige voertuigen zoals fietsen en elektrische fietsen. Zo kan een smartphone worden gebruikt als snelheidsweergave of als besturingseenheid voor de elektromotor. Hiervoor is echter een overeenkomstige veilige houder in de bijbehorende vasthoudinrichting nodig om beschadigingen door onge- wenst eruit vallen of onnauwkeurig vergrendelen te voorkomen. Daarnaast is vooral bij draadloze datatransmissies, bijvoorbeeld via Bluetooth, een gedefi- nieerde signaalsterkte nodig om de besturing maar ook de terugkoppeling van de data van de tweewieler te waarborgen. Hiervoor is een minimale sterkte van de signaalontvangst vereist, die wordt bereikt door een specifieke instelling van een minimale afstand van de zendermodule in de houder tot de ontvangstmodule van de smartphone. Hetzelfde geldt natuurlijk voor de overdracht van stuursignalen van de smartphone naar de ontvangstmodule van de Bluetooth-module. Korte beschrijving van de tekeningen

.6- Het blokschema in figuur 1 toont schematisch een evaluatie-eenheid volgens de uitvinding, zoals deze bijvoorbeeld in een display en/of besturingseenheid kan worden aangebracht. Een mogelijkheid voor het ontwerpen van de werk- wijze volgens de uitvinding is weergegeven in het stroomschema in figuur 2.

Uitvoeringsvormen van de uitvinding Aan de hand van het blokschema van figuur 1 wordt het principe van een ap- paraat beschreven dat de werkwijze volgens de uitvinding of het overeenkom- stige computerprogramma uitvoert. In dit geval is een besturingseenheid 100 voorzien die geschikt is voor het evalueren van de geregistreerde meetwaar- den. Deze besturingseenheid 100 kan als een onafhankelijke eenheid aan een vasthoudinrichting worden bevestigd of kan deel uitmaken van een verdere inrichting die in de vasthoudinrichting wordt ingebracht en uiteindelijk wordt vergrendeld of gefixeerd. In het bijzonder kan er in zijn voorzien dat de besturingseenheid 100 onderdeel is van een weergeefeenheid, bijvoorbeeld een snelheidsmeter. Daarnaast kan de besturingseenheid 100 ook deel uit- maken van een mobiele terminal, zoals een smartphone.

De besturingseenheid 100 heeft optioneel een geheugen 110 waarin vergelij- kingswaarden voor het uitvoeren van de werkwijze of voor het herkennen van de bestemmingspositie kunnen worden opgeslagen. Verder detecteert de be- sturingseenheid 100 eerste meetwaarden van een sensor 120 die aanwezig is in de display en/of besturingseenheid 100 of in de mobiele terminal. Dit kan een versnellingssensor zijn, een rotatiesnelheidssensor, een positiesensor, een hellingsensor, een sensor voor het detecteren van een hoek, maar ook een GPS of andere locatie-identificatiemodule. De besturingseenheid 100 detec- teert ook tweede meetwaarden van een draadloze signaaltransmissiemodule 130, bijvoorbeeld een Bluetooth-module, die is voorzien op de vasthoudin- richting waarin de weergave- en/of besturingseenheid 100 moet worden ge- plaatst. Als alternatief kan de draadloze signaaltransmissiemodule ook af- zonderlijk van de vasthoudinrichting worden bevestigd aan een voertuig waarop de vasthoudinrichting is bevestigd. Verder is het optioneel mogelijk

-7- dat via elektrische contacten 140 op de display en/of besturingseenheid 100 een elektrische verbinding wordt gedetecteerd. Verder kan eventueel een draadloze verbinding worden voorzien, waarmee de draadloze signaaltrans- missiemodule 130 of een verdere transmissiemodule 150 corresponderende eerste en/of tweede vergelijkingswaarden naar de weergave- en/of besturings- eenheid zendt. De vergelijkingswaarden die op deze manier worden verzon- den en ontvangen en opgeslagen door de weergave- en/of besturingseenheid 100 kunnen dus individueel worden aangepast aan de beoogde afmetingen, geometrieën en/of opstellingen van de vasthoudinrichting en de opstelling van de draadloze signaaloverdrachtsmodule 130 op het voertuig.

Na de herkenning, dat de weergave- en/of besturingseenheid 100 de bestem- mingspositie in de vasthoudinrichting heeft bereikt, kan de evaluatie-eenheid in de weergave- en/of besturingseenheid 100 automatisch een functie van de weergave- en/of besturingseenheid 100 uitvoeren of een onderdeel 160 van het voertuig aansturen. Optioneel of aanvullend kan de gebruiker ook visueel of akoestisch door middel van een bijbehorende inrichting 170 worden gein- formeerd over het detecteren van het bereiken van de bestemmingspositie.

De bestemmingspositie kan worden gedefinieerd als een vergrendelpositie van de weergave- en/of besturingseenheid 100 in de vasthoudinrichting waar- in de weergave- en/of besturingseenheid 100 is vergrendeld of vastgezet. Hierdoor wordt voorkomen dat de weergave- en/of besturingseenheid 100 zonder verdere actie van de gebruiker wordt verwijderd of uit de vasthoudin- richting valt. Verder kan de bestemmingspositie worden gedefinieerd als de voorkeursoriëntatie van de weergave- en/of besturingseenheid 100 in de vast- houdinrichting. Zo kan er bijvoorbeeld voor worden gezorgd dat bij gebruik van een smartphone het scherm in de houderinrichting gericht in de lengte wordt bevestigd om een zo breed mogelijke weergave mogelijk te maken. Der- gelijke weergaven zijn bijvoorbeeld nuttig voor navigatiedoeleinden. Als al- ternatief kan er in worden voorzien dat het scherm in de lengterichting is uitgelijnd om zo min mogelijk ruimte in te nemen op het stuur van een twee- wieler.

-8- Nadat de werkwijze of het computerprogramma is gestart, wordt in een stap 200 ten minste een eerste meetwaarde van een sensor 120 in de weergave- en/of besturingseenheid 100 geregistreerd. Deze eerste meetwaarde kan bij- voorbeeld een sensorwaarde zijn van een versnellingssensor, een rotatiesnel- heidssensor, een helderheidssensor, doorgaans een positiesensor of een hel- lingsensor. Uiteraard kan ook een combinatie van sensorwaarden worden ge- detecteerd om de oriëntatie en/of positionering van de weergave- en/of bestu- ringseenheid 100 ten opzichte van de vasthoudinrichting te detecteren. In een verdere stap 210 wordt een transmissiesignaal van een Bluetooth-module 130 geregistreerd. De twee stappen 200 en 210 kunnen na elkaar, parallel of on- afhankelijk van de daaropvolgende evaluatie van de meetwaarden vanaf stap 220, worden verworven. Het is ook denkbaar dat meerdere meetwaarden worden geregistreerd om een verandering in de meetwaarden in de tijd te de- tecteren. Op deze manier kan een beweging van de weergave- en/of bestu- ringseenheid 100 of een verandering in de signaalsterkte van de draadloze signaaltransmissiemodule 130 worden herkend.

Om de geregistreerde eerste en tweede meetwaarden te evalueren, wordt in stap 220 de eerste meetwaarde vergeleken met een eerste vergelijkingswaar- de. Dit maakt het mogelijk om te bepalen of de weergave- en/of besturings- eenheid 100 in de vasthoudinrichting wordt ingebracht. Door het verder ver- werven van eerste meetwaarden van dezelfde of een andere sensor kan wor- den herkend of de beweging van de weergave- en/of besturingseenheid 100 geschikt is om vergrendeling en/of fixatie in de vasthoudinrichting mogelijk te maken. Een rotatie, die typisch is voor het gebruik van een bajonetsluiting, is dus te herkennen aan de sensorwaardes. Door middel van de sensorwaardes kan echter ook een schuifbeweging worden herkend, die ook bij enkele beken- de vasthoudconcepten wordt gebruikt. Als geen typische beweging voor het vergrendelen of fixeren van de weergave- en/of besturingseenheid 100 in de vasthoudinrichting wordt gedetecteerd door de vergelijking in stap 220, kan de werkwijze opnieuw worden doorlopen met het verwerven van de eerste meetwaarden.

-9. In een volgende stap 230 wordt de geregistreerde tweede meetwaarde verge- leken met een tweede vergelijkingswaarde. De tweede vergelijkingswaarde representeert een minimale signaalsterkte die moet worden bereikt om een veilige vergrendeling van de weergave- en/of besturingseenheid 100 in de vasthoudinrichting te detecteren. Tegelijkertijd zorgt de minimale signaal- sterkte er ook voor dat de draadloze overdracht voldoende is voor het verzen- den van stuursignalen en voor het ontvangen van bedrijfsparameters. Stap 230 kan zowel voor als na stap 220 plaatsvinden en ook onafhankelijk van deze stap. Als wordt erkend dat de minimale signaalsterkte niet wordt be- reikt, kan het verwerven van meetwaarden opnieuw worden gestart in stap 200 of als alternatief kunnen alleen nieuwe tweede meetwaarden worden verworven in stap 210.

Als in stap 220 wordt herkend dat een beweging die geschikt is voor vergren- deling is uitgevoerd en de transmissiesterkte van het ontvangen signaal van de draadloze signaaltransmissiemodule hoger is dan een minimale signaal- sterkte, wordt in de volgende stap 240 een signaal gegenereerd dat het cor- rect bereiken van de bestemmingspositie, de grendelpositie of de gewenste oriëntatie van de weergave- en/of besturingseenheid 100 representeert. Dit signaal kan visueel of akoestisch worden doorgegeven aan de gebruiker van het voertuig.

In een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding kunnen de eerste en/of tweede vergelijkingswaarden worden gespecificeerd als een grootte-interval. Het is denkbaar dat de minimale signaalsterkte, uitgaande van een gemid- delde waarde, als bereikt wordt beschouwd als de afwijking van de gemiddel- de waarde 1%, 2%, 5% of 10% bedraagt. Eventueel kan een dergelijke vergro- ting van de tolerantie voor het herkennen van de bestemmingspositie ook door de gebruiker worden gekozen. Dit geval is bijvoorbeeld denkbaar als de vasthoudinrichting afzonderlijk van de Bluetooth-module op het voertuig is bevestigd, bijvoorbeeld op het stuur, en de afstand moet worden vergroot vanwege de afstand.

-10 -

Optioneel kunnen in een volgende stap 250 componenten van het tweewielige voertuig waaraan de vasthoudinrichting is bevestigd, worden bestuurd op ba- sis van de detectie van het bereiken van de bestemmingspositie.

Zo kan de motor van een elektrische fiets automatisch op stand-by gezet worden zodat hij makkelijk op pad gaat.

Alternatief of aanvullend kan ook de initialisatie van de verbinding van een draadloze verbinding met een Cloudserver worden gestart.

Claims

-11- Conclusies

1. Werkwijze voor het herkennen van een bestemmingspositie van een weergave- en/of besturingseenheid (100), in het bijzonder een mobiele termi- nal, in een vasthoudinrichting, waarbij de werkwijze e ten minste een eerste meetwaarde van een sensor van de weergave- en/of besturingseenheid (100) detecteert (200), en e cen tweede meetwaarde van een transmissiesignaal van een draadlo- ze signaaltransmissiemodule, in het bijzonder een Bluetooth-module, van het vasthoudapparaat detecteert (210), in het bijzonder de signaalsterkte ervan, en e cen informatie over het bereiken van de bestemmingspositie, in het bijzonder een vergrendelpositie, van de weergave- en/of besturingseen- heid in de vasthoudinrichting genereert (240) als functie van e een vergelijking (220) van de eerste meetwaarde met een eer- ste vergelijkingswaarde, en e een overschrijding (230) van een tweede vergelijkingswaarde door de tweede meetwaarde.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk dat dat e de eerste meetwaarde, een locatiewaarde representeert en e de eerste vergelijkingswaarde een startpositie representeert, in het bijzonder een eerste vooraf bepaalde oriëntatie van de weergave- en/of besturingseenheid (100) ten opzichte van een opname van de vasthoudin- richting.

3. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk dat e de eerste meetwaarde een positieverandering van de weergave- en/of besturingseenheid (100) detecteert, in het bijzonder in de vorm van een versnellingswaarde of een giersnelheid, en

-12- e de eerste vergelijkingswaarde een tijdsverloop van de eerste meet- waarde en/of een beweging van de weergave- en/of besturingseenheid (100) representeert.

4. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de tweede vergelijkingswaarde een signaaldrempelwaarde representeert, waarbij in het bijzonder wordt voorzien dat de signaaldrempelwaarde wordt gespecificeerd als functie van de nabijheid van de draadloze signaalover- drachtsmodule.

5. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de bestemmingspositie van de mobiele terminal in de vasthoudinrichting verder wordt herkend als functie van de detectie van een elektrisch contact (150) tussen de weergave- en/of besturingseenheid (100) en de vasthoudin- richting.

6. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de eerste en/of tweede vergelijkingswaarde door middel van een over- dracht van de vasthoudinrichting naar de weergave- en/of besturingseenheid, in het bijzonder via het overdrachtssignaal van de draadloze signaalover- drachtsmodule, wordt overgedragen.

7. Computerprogramma voor het uitvoeren van een werkwijze volgens een der conclusies 1 tot en met 6 in een weergave- en/of besturingseenheid (100) voor het herkennen van een bestemmingspositie van de weergave- en/of besturingseenheid (100) in een vasthoudinrichting, in het bijzonder in een mobiele terminal, waarbij het computerprogramma e ten minste een eerste meetwaarde van een sensor van de weergave- en/of besturingseenheid (100) detecteert (200), en es een tweede meetwaarde van een transmissiesignaal van een draadlo- ze signaaltransmissiemodule, in het bijzonder een Bluetooth-module, van

-13- het vasthoudapparaat detecteert (210), in het bijzonder de signaalsterkte ervan, en e cen informatie over het bereiken van de bestemmingspositie, in het bijzonder een vergrendelpositie, van de weergave- en/of besturingseen- heid in de vasthoudinrichting genereert (240) als functie van e een vergelijking (220) van de eerste meetwaarde met een eer- ste vergelijkingswaarde, en e een overschrijding (230) van een tweede vergelijkingswaarde door de tweede meetwaarde.

8. Computer programma volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het programma de eerste en/of tweede vergelijkingswaarde detecteert door mid- del van een transmissie vanuit de vasthoudinrichting, in het bijzonder via het transmissiesignaal van de draadloze signaaltransmissiemodule.

9. Weergave- en/of besturingseenheid (100), in het bijzonder een mobie- le terminal, die een werkwijze heeft volgens een der conclusies 1 tot en met 6 of een computerprogramma volgens conclusie 7 of 8 voor het herkennen van een bestemmingspositie van de weergave- en/of besturingseenheid (100) in een vasthoudinrichting uitvoert, waarbij de weergave- en/of besturingseen- heid (100) e door middel van een sensor (130, 140), een eerste meetwaarde detec- teert, in het bijzonder een locatiewaarde, en e door middel van een ontvangende module een tweede meetwaarde van een transmissiesignaal van een draadloze signaaltransmissiemodule, in het bijzonder een Bluetooth-module (120), van het vasthoudapparaat detecteert, in het bijzonder de signaalsterkte ervan, en e als een functie van e een vergelijking van de eerste meetwaarde met een eerste vergelijkingswaarde, en e een overschrijding van een tweede vergelijkingswaarde door de tweede meetwaarde

-14- een informatie over het bereiken van de bestemmingspositie, in het bij- zonder een vergrendelpositie, van de weergave- en/of besturingseenheid in de vasthoudinrichting genereert.

10. Weergave- en/of besturingseenheid (100) volgens conclusie 9, met het kenmerk dat de weergave- en/of besturingseenheid (100) de eerste en/of tweede vergelijkingswaarde door middel van een transmissie van de vast- houdinrichting detecteert, in het bijzonder via het transmissiesignaal van de draadloze signaaltransmissiemodule.