NL2025624B1 - Inrichting voor het aandrijven van een verrijdbaar object - Google Patents
Inrichting voor het aandrijven van een verrijdbaar object Download PDFInfo
- Publication number
- NL2025624B1 NL2025624B1 NL2025624A NL2025624A NL2025624B1 NL 2025624 B1 NL2025624 B1 NL 2025624B1 NL 2025624 A NL2025624 A NL 2025624A NL 2025624 A NL2025624 A NL 2025624A NL 2025624 B1 NL2025624 B1 NL 2025624B1
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- mobile object
- coupling
- frame
- drive
- ground
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B62—LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
- B62B—HAND-PROPELLED VEHICLES, e.g. HAND CARTS OR PERAMBULATORS; SLEDGES
- B62B5/00—Accessories or details specially adapted for hand carts
- B62B5/0026—Propulsion aids
- B62B5/0033—Electric motors
- B62B5/0036—Arrangements of motors
- B62B5/0043—One motor drives one wheel
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B62—LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
- B62B—HAND-PROPELLED VEHICLES, e.g. HAND CARTS OR PERAMBULATORS; SLEDGES
- B62B3/00—Hand carts having more than one axis carrying transport wheels; Steering devices therefor; Equipment therefor
- B62B3/002—Hand carts having more than one axis carrying transport wheels; Steering devices therefor; Equipment therefor characterised by a rectangular shape, involving sidewalls or racks
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B62—LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
- B62B—HAND-PROPELLED VEHICLES, e.g. HAND CARTS OR PERAMBULATORS; SLEDGES
- B62B5/00—Accessories or details specially adapted for hand carts
- B62B5/0026—Propulsion aids
- B62B5/0033—Electric motors
- B62B5/0036—Arrangements of motors
- B62B5/005—Detachably mounted motor units
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Combustion & Propulsion (AREA)
- Transportation (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Handcart (AREA)
Abstract
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het aandrijven van een verrijdbaar object zoals bijvoorbeeld een magazijnkar, welke inrichting omvat: — een frame; — ten minste een framewiel voor het over en evenwijdig aan een ondergrond verplaatsen van de inrichting, welk ten minste een framewiel aan het frame bevestigd is; — een aandrijfeenheid, welke aandrijfeenheid aan het frame bevestigd is en ten minste een aandrijfwiel omvat, welk ten minste een aandrijfwiel verplaatsbaar is tussen een positioneerstand en een aandrijfstand, waarbij het ten minste een aandrijfwiel in de positioneerstand vrij is van de ondergrond en in de aandrijfstand contact maakt met de ondergrond, en — koppelinrichting, welke koppelinrichting bevestigd is aan het frame, voor het aan en van de onderzijde van een verrijdbaar object koppelen respectievelijk ontkoppelen van de 20 inrichting. De uitvinding heeft tevens betrekking op een combinatie van een inrichting volgens een van de voorgaande conclusies en een verrijdbaar object zoals bijvoorbeeld een magazijnkar.
Description
Inrichting voor het aandrijven van een verrijdbaar object De uitvinding betreft een inrichting voor het aandrijven van een verrijdbaar object zoals bijvoorbeeld een magazijnkar. De uitvinding betreft tevens een combinatie van een inrichting volgens de uitvinding en een verrijdbaar object zoals bijvoorbeeld een magazijnkar.
Voor onder andere de bevoorrading van de detailhandel wordt veelvuldig gebruik gemaakt van verrijdbare objecten zoals magazijnkarren en rolcontainers. Dergelijke verrijdbare objecten ofwel karren worden vanuit een magazijn voor een specifieke levering gevuld. Daarbij wordt veelvuldig met de kar door het magazijn gemanoeuvreerd. Hierbij wordt de kar veelal handmatig verplaatst. Doordat het beladen gewicht van dergelijke karren snel oploopt, vergt het zware fysieke inspanning van personeel om met de karren te lopen.
Hiervoor zijn magazijnkarren ontwikkeld die voorzien zijn van een aandrijving, waardoor de fysieke inspanning bij het manoeuvreren veel lager ligt. Doordat alle karren afzonderlijk van een aandrijving voorzien moeten worden, ligt de kostprijs voor dergelijke karren zeer hoog. Daarbij dient de aandrijving van alle karren onderhouden en opgeladen worden en is het onwenselijk dat de beladen aangedreven karren ook meegaan op het transport naar de afnemer.
Ook worden verrijdbare objecten met behulp van bijvoorbeeld aangedreven pompwagens of elektrische rolcontainertrekkers verplaatst. Een nadeel hiervan is dat de manoeuvreerbaarheid afneemt.
Het is nu een doel van de uitvinding om een inrichting voor het aandrijven van een verrijdbaar object te verschaffen, waarbij bovenstaande nadelen verminderd of zelfs voorkomen worden. Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt met een inrichting voor het aandrijven van een verrijdbaar object zoals bijvoorbeeld een magazijnkar, welke inrichting omvat: — een frame; — ten minste één framewiel voor het over en evenwijdig aan een ondergrond verplaatsen van de inrichting, welk ten minste één framewiel aan het frame bevestigd is; — een aandrijfeenheid, welke aandrijfeenheid aan het frame bevestigd is en ten minste één aandrijfwiel omvat, welk ten minste één aandrijfwiel verplaatsbaar is tussen een positioneerstand en een aandrijfstand, waarbij het ten minste één aandrijfwiel in de positioneerstand vrij is van de ondergrond en in de aandrijfstand contact maakt met de ondergrond, en — koppelinrichting, welke koppelinrichting bevestigd is aan het frame, voor het aan en van de onderzijde van een verrijdbaar object koppelen respectievelijk ontkoppelen van de inrichting.
Door gebruik te maken van een inrichting die eenvoudig gekoppeld kan worden met, en ontkoppeld kan worden van, de bodem van een verrijdbaar object zoals een kar, kan dezelfde aandrijving eenvoudig gebruikt worden voor meerdere karren. Hierdoor hoeven niet alle karren van een eigen aandrijving voorzien te worden.
De inrichting kan door het ten minste één framewiel eenvoudig over de ondergrond verplaatst worden wanneer deze niet gekoppeld is. Bij voorkeur heeft de inrichting drie of vier framewielen. Voor het verkrijgen van een goede manoeuvreerbaarheid kan een deel van de, of eventueel zelfs alle framewielen als zwenkwiel uitgevoerd zijn.
De inrichting kan door het ten minste één framewiel evenwijdig aan het grondoppervlak verplaatst worden en onder een aan te drijven verrijdbare object gereden worden. Nadat de inrichting juist gepositioneerd is, kan de inrichting met de onderzijde van het aan te drijven verrijdbare object gekoppeld worden.
Doordat het ten minste één aandrijfwiel verplaatst kan worden tussen een positioneerstand, waarin de inrichting eenvoudig gepositioneerd kan worden zonder dat de manoeuvreerbaarheid van de inrichting gehinderd wordt door contact van het ten minste één aandrijfwiel met de ondergrond, en een aandrijfstand, waarin het ten minste één aandrijfwiel contact maakt met de ondergrond, is het koppelen van de inrichting met een aan te drijven verrijdbaar object zeer eenvoudig. De aandrijfeenheid hoeft bij het positioneren niet corresponderend met de manoeuvreerbewegingen aangestuurd te worden, omdat het ten minste één aandrijfwiel geen contact maakt met de ondergrond.
Bij voorkeur omvat de inrichting één aandrijfwiel. Het aandrijfwiel vormt dan in de aandrijfstand een eenduidige draaias.
De koppelinrichting kan bijvoorbeeld aangebracht worden aan de, ten opzichte van het ten minste één framewiel, tegenoverliggende zijde van het frame, zodat eenvoudig een koppeling met de onderzijde van een verrijdbaar object gemaakt kan worden. De koppelinrichting kan ook aangebracht worden aan een omtreksrand van het frame, zodat een zeer laag profiel van het frame, en daarmee een lage onderrijdhoogte, verkregen kan worden.
In een uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding, ligt het raakvlak met de ondergrond van het ten minste één framewiel in een eerste vlak en omvat de koppelinrichting ten minste één koppelelement voor het koppelen met de onderzijde van een verrijdbaar object, waarbij de afstand tussen het ten minste één koppelelement en het eerste vlak kleiner is wanneer de inrichting met de onderzijde van een verrijdbaar object gekoppeld is dan wanneer de inrichting ontkoppeld is.
Het eerste vlak, waarin het raakvlak van het ten minste één framewiel met de ondergrond ligt, valt bij het positioneren van de inrichting in ongekoppelde toestand in hoofdzaak samen met de ondergrond. Wanneer nu de inrichting gekoppeld wordt met de onderzijde van een verrijdbaar object, wordt de afstand tussen het ten minste één koppelelement kleiner. Hierdoor komt het eerste vlak bij voorkeur op afstand van, maar ten minste onder een hoek met de ondergrond. Hierdoor wordt een deel van het eigengewicht van de inrichting door de koppelinrichting op het verrijdbare object overgedragen. Hierdoor komt het zwaartepunt van het verrijdbare object lager te liggen. Dit maakt de combinatie stabieler. Tevens blijven de wielen van het verrijdbare object zelf in contact met de ondergrond. Het verrijdbare object hoeft dus bijvoorbeeld niet gekanteld te worden.
Het ten minste één koppelelement kan koppelen met de onderzijde van het verrijdbare object met behulp van bijvoorbeeld magneetkracht, een zuignap of een losneembare vormgesloten verbinding.
Ook volgens de uitvinding is een uitvoeringsvorm van een inrichting, waarbij de koppelinrichting ten minste twee, bij voorkeur ten minste vier koppelelementen omvat.
Door ten minste twee koppelelementen toe te passen, kan eenvoudig een stabiele verbinding met het verrijdbare object verkregen worden. De ten minste twee koppelelementen kunnen bijvoorbeeld op afstand van elkaar aangebracht zijn, zoals nabij de korte zijden van een langwerpig frame, waardoor een stevige koppeling met het verrijdbare object verkregen wordt. Bij voorkeur omvat de koppelinrichting ten minste vier koppelelementen, zodat de koppelelementen rond de omtrek van het frame van de inrichting aangebracht kunnen verdeeld,
bijvoorbeeld nabij de hoeken van een rechthoekig frame.
Een voorkeursuitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding, is een inrichting waarbij het verplaatsen van de positioneerstand naar de aandrijfstand van 5 het ten minste één aandrijfwiel gepaard gaat met het aan de onderzijde van een verrijdbaar object koppelen van de inrichting.
Door het koppelen met de onderzijde van een verrijdbaar object samen te laten gaan met het naar de aandrijfstand verplaatsen van het ten minste één aandrijfwiel, kan hiervoor dezelfde actuator gebruikt worden. De voor het koppelen benodigde beweging kan door middel van bijvoorbeeld een stangenmechanisme overgebracht worden op de aandrijfeenheid voor het van de positioneerstand naar de aandrijfstand verplaatsen van het ten minste één aandrijfwiel.
Cok volgens de uitvinding is een uitvoeringsvorm van een inrichting, waarbij vanaf het frame een hendel omhoog reikt voor het door een gebruiker positioneren van de inrichting.
Aan een van het frame tot bijvoorbeeld handhoogte opstaande hendel kan de inrichting eenvoudig verplaatst worden door handbediening. De hendel kan bijvoorbeeld een duwstang omvatten. Op de hendel kan tevens een bedieningspaneel aangebracht zijn voor het aansturen van de aandrijfeenheid en/ of het in gang zetten van het koppelen of ontkoppelen en/of het tussen de standen verplaatsen van het ten minste één aandrijfwiel.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een combinatie van een inrichting volgens de uitvinding en een verrijdbaar object zoals bijvoorbeeld een magazijnkar, welke magazijnkar aan de onderzijde is voorzien van ten minste drie wielen, geconfigureerd voor het over en evenwijdig met een ondergrond verrijden van het verrijdbare object, waarbij de inrichting aan de onderzijde van het verrijdbare object gekoppeld is en in de aandrijfstand van de inrichting ten minste, bij voorkeur uitsluitend, het ten minste één aandrijfwiel van de inrichting en de ten minste drie wielen van het verrijdbare object contact maken met de ondergrond.
Een combinatie van een verrijdbaar object en een inrichting volgens de uitvinding, waarbij de inrichting gekoppeld is met het verrijdbare object, is bijzonder voordelig wanneer de wielen van het verrijdbare object en het aandrijfwiel van de inrichting contact maken met de ondergrond. Doordat het verrijdbare object door het koppelen een deel van het gewicht van de inrichting draagt, wordt het verrijdbare object zwaarder. Dit verlaagt het zwaartepunt, maar verandert niet de steunpunten van de wielen van het verrijdbare object en ook niet hoe het verrijdbare object verplaatsbaar is over de ondergrond, omdat de wielen van het verrijdbare object op dezelfde manier in contact staan met de ondergrond als zonder gekoppelde inrichting. Er is dan dus ook geen noodzaak een scheefstand van het verrijdbare object te hebben voor het accommoderen van de inrichting.
Bij voorkeur is van de inrichting slechts het ten minste één aandrijfwiel in contact met de ondergrond. Doordat het ten minste één framewiel ook los is van de ondergrond, beïnvloedt deze het stuurgedrag niet. Ook wordt bijvoorbeeld geen onnodig geluid veroorzaakt door een eventueel meerollend framewiel dat nog in contact zou staan met de ondergrond.
Een voorkeursuitvoeringsvorm van een combinatie volgens de uitvinding, is een combinatie waarbij het ten minste één aandrijfwiel centraal onder het verrijdbare object gepositioneerd is.
Een combinatie waarbij het ten minste één aandrijfwiel, bij voorkeur één aandrijfwiel, centraal gelegen is ten opzichte van de draaias van het verrijdbare object, is
: intuitief bestuurbaar. In het bijzonder wanneer het rotatievlak van het aandrijfwiel in lijn ligt met de normale voortbewegingsrichting van het verrijdbare object.
Ook volgens de uitvinding, is een uitvoeringsvorm van een inrichting waarbij het verrijdbare object aan de onderzijde is voorzien van koppelingsmiddelen, zoals bijvoorbeeld twee evenwijdig opgestelde langwerpige u- profielen, geconfigureerd voor het koppelen met de koppelinrichting van de inrichting.
Koppelingsmiddelen, zoals bijvoorbeeld u-profielen, aangebracht aan de onderzijde van een verrijdbaar object kunnen het uitlijnen ten opzichte van, en koppelen van de inrichting met, het verrijdbare object vereenvoudigen. U- profielen kunnen bijvoorbeeld evenwijdig aan elkaar en de ondergrond en met de open zijden naar elkaar toe of van elkaar afgericht zijn, zodat koppelelementen van de koppelinrichting, bijvoorbeeld voorzien van rollers, aan kunnen grijpen in de open zijden van de profielen. Hierdoor wordt de plaatsing van de inrichting ten opzichte van het verrijdbare object vereenvoudigd.
In een uitvoeringsvorm van een combinatie volgens de uitvinding, dragen in de aandrijfstand de ten minste drie wielen van het verrijdbare object het volledige gewicht van de inrichting minus de voor het verkrijgen van voldoende grip benodigde aanligkracht van het ten minste één aandrijfwiel op de ondergrond.
Door slechts het ten minste één aandrijfwiel op de grond aan te laten liggen met de voor het verkrijgen van voldoende grip benodigde aanligkracht, wordt zoveel mogelijk van het eigengewicht van de inrichting op het verrijdbare object overgedragen. Daarmee wordt de verlaging van het zwaartepunt gemaximaliseerd en wordt een zo stabiel mogelijke combinatie verkregen.
Deze en andere kenmerken van de uitvinding worden nader toegelicht aan de hand van de bijgaande tekeningen.
Figuur 1 toont een uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding in perspectivisch aanzicht.
Figuur 2a toont een zijaanzicht van de inrichting volgens figuur 1.
Figuur Zb toont een achteraanzicht van de inrichting volgens figuur 1.
Figuur 2c toont een bovenaanzicht van de inrichting volgens figuur 1.
Figuur 3 toont een zijaanzicht van een combinatie van een inrichting volgens de uitvinding en een verrijdbaar object.
Figuur 4 toont een zijaanzicht van de combinatie van figuur 3 in gekoppelde toestand.
Figuren 1 en Za -2c tonen een inrichting 1 volgens de uitvinding. Aan een uiteinde van het frame 2 is een opstaande hendel 3 aangebracht voorzien van bedieningselementen 4 voor het aansturen van de aandrijfeenheid 5. Aan de zijde van de opstaande hendel 3 zijn zwenkende framewielen 6 voorzien. Aan het andere uiteinde van het frame 2 zijn twee normale wielen 7 aangebracht. De koppelelementen 8 van de koppelinrichting zijn aan de tegenover de framewielen 6, 7 gelegen zijde aangebracht voor het koppelen met de onderzijde van een verrijdbaar object. De koppelelementen 8 zijn voorzien van rollers 9. De koppelelementen 8 van de koppelinrichting zijn middels een stangenmechanisme 10 verbonden met de aandrijfeenheid 5. Een actuator 11 voorziet in de benodigde aandrijving van de koppelinrichting en het van de positioneerstand naar de aandrijfstand verplaatsen van het aandrijfwiel 15 van de aandrijfeenheid 5. Het lage profiel van de inrichting 1 maakt het mogelijk de inrichting eenvoudig onder een verrijdbaar object te positioneren. De inrichting 1 is in niet gekoppelde toestand getoond, waarbij het aandrijfwiel 15 van de aandrijfeenheid 5 niet in contact staat met de ondergrond. De afstand 13 van het eerste vlak 12 tot een koppelelement 8 wordt in gekoppelde toestand kleiner, waardoor de framewielen 6, 7 loskomen van de ondergrond. Het aandrijfwiel 15 zwenkt door de beweging van het stangenmechanisme 10 bij het koppelen in de richting van de pijl 14.
Figuren 3 en 4 tonen in zijaanzicht een combinatie 20 van een inrichting 21 volgens de uitvinding en een verrijdbaar object 22. Het verrijdbare object 22 is voorzien van zwenkwielen 23 en heeft een draaias 24. De inrichting 21 is in de richting van pijl 25 onder het verrijdbare object 22 gepositioneerd. De koppelelementen 26, in de figuur zichtbaar gemaakt door weglating van een deel van het verrijdbare object 22, liggen in de opening van een aan de onderzijde van het verrijdbare object aangebracht u- profiel 27. De framewielen 28 zijn nog in contact met de ondergrond 29. De aandrijfeenheid 30 is in de buurt van de draaias 24 van het verrijdbare object 22 gepositioneerd.
Figuur 4 toont de combinatie 20 van figuur 3, waarbij de inrichting 21 gekoppeld is met het verrijdbare object 22. De afstand tussen het eerste vlak 31 en de koppelelementen 26 is kleiner dan in figuur 3, waardoor de framewielen 28 losgekomen zijn van de ondergrond 29. De inrichting 21 is in feite door de koppeling opgehangen aan de onderzijde van het verrijdbare object 22. De aandrijfeenheid 30 met het aandrijfwiel 15 is naar beneden gezwenkt, waardoor het aandrijfwiel 15 verplaatst is naar de aandrijfpositie waarin het aandrijfwiel 15 in contact is met de ondergrond 29, centraal ten opzichte van de draaias 24. Het eerste vlak 31 staat in de getoonde uitvoeringsvorm onder een hoek met de ondergrond 29, doordat de voorste framewielen naar boven gezwenkt zijn ten opzichte van de achterste framewielen.
Het gewicht van de inrichting 21 wordt, met uitzondering van de aanligkracht 32, via de wielen 23 naar de ondergrond 29 afgeleid.
Claims (9)
1. Inrichting voor het aandrijven van een verrijdbaar object zoals bijvoorbeeld een magazijnkar, welke inrichting omvat: — een frame; — ten minste één framewiel voor het over en evenwijdig aan een ondergrond verplaatsen van de inrichting, welk ten minste één framewiel aan het frame bevestigd is; — een aandrijfeenheid, welke aandrijfeenheid aan het frame bevestigd is en ten minste één aandrijfwiel omvat, welk ten minste één aandrijfwiel verplaatsbaar is tussen een positioneerstand en een aandrijfstand, waarbij het ten minste één aandrijfwiel in de positioneerstand vrij is van de ondergrond en in de aandrijfstand contact maakt met de ondergrond, en - koppelinrichting, welke koppelinrichting bevestigd is aan het frame, voor het aan en van de onderzijde van een verrijdbaar object koppelen respectievelijk ontkoppelen van de inrichting.
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij het raakvlak met de ondergrond van het ten minste één framewiel in een eerste vlak ligt en de koppelinrichting ten minste één koppelelement omvat voor het koppelen met de onderzijde van een verrijdbaar object, waarbij de afstand tussen het ten minste één koppelelement en het eerste vlak kleiner is wanneer de inrichting met de onderzijde van een verrijdbaar object gekoppeld is dan wanneer de inrichting ontkoppeld is.
3. Inrichting volgens conclusie 2, waarbij de koppelinrichting ten minste twee, bij voorkeur ten minste vier koppelelementen omvat.
4. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het verplaatsen van de positioneerstand naar de aandrijfstand van het tenminste één aandrijfwiel gepaard gaat met het aan de onderzijde van een verrijdbaar object koppelen van de inrichting.
5. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij vanaf het frame een hendel omhoog reikt voor het door een gebruiker positioneren van de inrichting.
6. Combinatie van een inrichting volgens één van de voorgaande conclusies en een verrijdbaar object zoals bijvoorbeeld een magazijnkar, welke magazijnkar aan de onderzijde is voorzien van ten minste drie wielen, geconfigureerd voor het over en evenwijdig met een ondergrond verrijden van het verrijdbare object, waarbij de inrichting aan de onderzijde van het verrijdbare object gekoppeld is en in de aandrijfstand van de inrichting ten minste, bij voorkeur uitsluitend, het ten minste één aandrijfwiel van de inrichting en de ten minste drie wielen van het verrijdbare object contact maken met de ondergrond.
7. Combinatie volgens conclusie 6, waarbij het ten minste één aandrijfwiel centraal onder het verrijdbare object gepositioneerd is.
8. Combinatie volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het verrijdbare object aan de onderzijde is voorzien van koppelingsmiddelen, zoals bijvoorbeeld twee evenwijdig opgestelde langwerpige u-profielen, geconfigureerd voor het koppelen met de koppelinrichting van de inrichting.
9. Combinatie volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij in de aandrijfstand de ten minste drie wielen van het verrijdbare object het volledige gewicht van de inrichting dragen minus de voor het verkrijgen van voldoende grip benodigde aanligkracht van het ten minste éen aandrijfwiel op de ondergrond.
Priority Applications (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2025624A NL2025624B1 (nl) | 2020-05-19 | 2020-05-19 | Inrichting voor het aandrijven van een verrijdbaar object |
EP21172062.8A EP3912884A1 (en) | 2020-05-19 | 2021-05-04 | Device for driving a mobile object, in particular a hand-propelled vehicle |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2025624A NL2025624B1 (nl) | 2020-05-19 | 2020-05-19 | Inrichting voor het aandrijven van een verrijdbaar object |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL2025624B1 true NL2025624B1 (nl) | 2021-12-07 |
Family
ID=71452725
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2025624A NL2025624B1 (nl) | 2020-05-19 | 2020-05-19 | Inrichting voor het aandrijven van een verrijdbaar object |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP3912884A1 (nl) |
NL (1) | NL2025624B1 (nl) |
Citations (11)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR2746060A1 (fr) * | 1996-03-18 | 1997-09-19 | Ind Et Sport Sa | Equipement de commande en deplacement de chariot en fonction motorisee ou manuelle |
JP2001130414A (ja) * | 1999-11-10 | 2001-05-15 | Myoko Kikai Kogyo Kk | 台車用電動アシスト車 |
DE20305872U1 (de) * | 2003-04-10 | 2003-09-04 | Schumann Guenther | Hilfsantrieb zur Verwendung bei Rollbehältern |
US20060024150A1 (en) * | 2004-07-29 | 2006-02-02 | Lawrence Gregory | Container transportation assist vehicle |
WO2007093549A1 (de) * | 2006-02-17 | 2007-08-23 | Tente Gmbh & Co. Kg | Krankenhausbett mit einer weiteren in bodenkontakt bringbaren wahlweise antreibbaren zusatzrolle |
DE102007004704A1 (de) * | 2007-01-31 | 2008-08-07 | Edgar Ansmann | Kinderwagen mit Elektroantrieb |
EP2033610A2 (en) * | 2007-09-06 | 2009-03-11 | Holdingselskabet MKR Finans ApS | Transport system including a drive unit |
EP2233380A1 (en) * | 2009-03-24 | 2010-09-29 | CPH Inventures A/S | A transport system |
US9796401B1 (en) * | 2016-11-01 | 2017-10-24 | Michael Ammirati | Motorized wheel accessory for a stroller |
US20190061446A1 (en) * | 2017-08-31 | 2019-02-28 | Sharp Kabushiki Kaisha | Coupling device, automatic towing vehicle, and automatic towing system |
EP3459851A1 (de) * | 2017-09-20 | 2019-03-27 | Airbus Operations GmbH | Elektrisch angetriebene transportwagenkombination für eine flugzeugkabine |
-
2020
- 2020-05-19 NL NL2025624A patent/NL2025624B1/nl active
-
2021
- 2021-05-04 EP EP21172062.8A patent/EP3912884A1/en active Pending
Patent Citations (11)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR2746060A1 (fr) * | 1996-03-18 | 1997-09-19 | Ind Et Sport Sa | Equipement de commande en deplacement de chariot en fonction motorisee ou manuelle |
JP2001130414A (ja) * | 1999-11-10 | 2001-05-15 | Myoko Kikai Kogyo Kk | 台車用電動アシスト車 |
DE20305872U1 (de) * | 2003-04-10 | 2003-09-04 | Schumann Guenther | Hilfsantrieb zur Verwendung bei Rollbehältern |
US20060024150A1 (en) * | 2004-07-29 | 2006-02-02 | Lawrence Gregory | Container transportation assist vehicle |
WO2007093549A1 (de) * | 2006-02-17 | 2007-08-23 | Tente Gmbh & Co. Kg | Krankenhausbett mit einer weiteren in bodenkontakt bringbaren wahlweise antreibbaren zusatzrolle |
DE102007004704A1 (de) * | 2007-01-31 | 2008-08-07 | Edgar Ansmann | Kinderwagen mit Elektroantrieb |
EP2033610A2 (en) * | 2007-09-06 | 2009-03-11 | Holdingselskabet MKR Finans ApS | Transport system including a drive unit |
EP2233380A1 (en) * | 2009-03-24 | 2010-09-29 | CPH Inventures A/S | A transport system |
US9796401B1 (en) * | 2016-11-01 | 2017-10-24 | Michael Ammirati | Motorized wheel accessory for a stroller |
US20190061446A1 (en) * | 2017-08-31 | 2019-02-28 | Sharp Kabushiki Kaisha | Coupling device, automatic towing vehicle, and automatic towing system |
EP3459851A1 (de) * | 2017-09-20 | 2019-03-27 | Airbus Operations GmbH | Elektrisch angetriebene transportwagenkombination für eine flugzeugkabine |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP3912884A1 (en) | 2021-11-24 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US8413999B2 (en) | Wheeled apparatus having multiple wheelbase configurations | |
US10040674B2 (en) | Cart with height adjustable platform and methods of using the same | |
NL2002903C2 (en) | Drive system for patient support. | |
CN111615481B (zh) | 台车及其机械制动系统 | |
US20170066462A1 (en) | Hand Truck With Lift | |
US20040256166A1 (en) | Cart mover | |
US11091182B1 (en) | Multi-surface cart | |
US20020027330A1 (en) | Control wheel assembly for trolleys | |
NL2025624B1 (nl) | Inrichting voor het aandrijven van een verrijdbaar object | |
NL2000215C2 (nl) | Transporthulp met opzetstuk. | |
EP0958150B1 (en) | Improvements in or relating to castor wheels | |
US20030094778A1 (en) | Transport trolley, especially for the transporting of piece goods | |
US1542327A (en) | Hand truck | |
KR20150029142A (ko) | 운반용 카트 | |
NL1001294C2 (nl) | Verrijdbare hefinrichting. | |
US3207253A (en) | Moving van | |
US8714580B2 (en) | Kit for providing wheeled apparatus having multiple wheelbase use configurations | |
US2432368A (en) | Hand truck | |
US11110946B2 (en) | Handcart | |
US6887029B1 (en) | Electrically powered load cart | |
US20220340184A1 (en) | Foldable Platform Truck | |
NL1015750C2 (nl) | Onderstel voor een vervoermiddel, alsmede een rolstoel voorzien van een dergelijk onderstel. | |
EP3909809B1 (fr) | Dispositif de transport d'objets comportant une navette autoguidée | |
BE1028290B1 (nl) | Mobiele verrijdbare lift | |
NL2011019C2 (nl) | Werkwijze voor het verzamelen van te verzenden boodschappen, almede een hulptrolley. |