NL2011019C2 - Werkwijze voor het verzamelen van te verzenden boodschappen, almede een hulptrolley. - Google Patents

Description

Werkwijze voor het verzamelen van te verzenden boodschappen, almede een hulptrolley

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het verzamelen van te verzenden boodschappen onder gebruikmaking van een trolley voor een krat zijnde een trolley welke is ingericht om een krat of een stapel kratten te dragen, waarbij de buitenomtrek van de trolley althans nagenoeg niet groter is dan het krat teneinde het ruimtebeslag te beperken, waarbij - het krat en de trolley voor een krat langs schappen wordt gevoerd, - een of meer boodschappen uit de schappen worden verzameld en in het krat worden gedaan, en - het krat op de trolley in een laadruim van een voertuig voor het verzenden van de boodschappen wordt gereden.

Het bezorgen van boodschappen, zoals aan huis bezorgen, neemt een steeds grotere vlucht. Klanten kunnen via het Internet bestellen en een winkelmedewerker verzamelt de boodschappen uit de schappen.

Doordat de boodschappen middels een (draagbare) scanner kunnen worden gescand, hoeft het krat niet bij een kassa te worden geleegd en hoeven de boodschappen niet weer in een krat te worden gedaan. Dit spaart tijd.

Het omgaan met bestellingen van meer dan een klant is echter nog omslachtig, aangezien de medewerker dan verscheidene lege kratten mee moet nemen en mogelijk zware kratten met boodschappen moet hanteren. Dit gaat niet handig met de bekende trolley. De bekende trolley voor een krat is een trolley welke is ingericht om een krat of een stapel kratten te dragen, waarbij de buitenomtrek van de trolley althans nagenoeg niet groter is dan het krat teneinde het ruimtebeslag te beperken. Dit is in het bijzonder tijdens transport in het voertuig belangrijk, ook voor het goed schoren van de lading.

De onderhavige uitvinding heeft tot doel het verzamelen van boodschappen voor meer dan een krat te vergemakkelijken.

Hiertoe wordt een werkwijze volgens de aanhef gekenmerkt doordat de trolley wordt gekoppeld aan een hulptrolley voor het vormen van een als een geheel te verplaatsen trolley-eenheid, waarbij de hulptrolley is ingericht voor het meevoeren van ten minste een leeg krat, en nadat het krat op de trolley-eenheid van de boodschappen is voorzien het lege krat van de hulptrolley van boodschappen wordt voorzien.

Aldus kunnen boodschappen sneller worden verzameld, hetgeen kosten bespaart. Voor gemakkelijk sturen zullen wielen van de hulptrolley zwenkwielen zijn. Koppelen betekent dat de de trolley ten minste deels is opgenomen in de hulptrolley en/of de hulptrolley middels een orgaan met de trolley is verbonden; waardoor de trolley-eenheid als 1 geheel verplaatsbaar is ook wanneer een bocht wordt gemaakt. Dit kan bijvoorbeeld worden gerealiseerd met een haak op de hulptrolley die aangrijpt op een onderrand van de trolley en de trolley aan de zijde van de onderrand ervan tegen een zijde van de hulptrolley houdt. Draaiing van de hulptrolley ten opzichte van de trolley rond een verticale as dient daarbij voor prettig sturen van de trolley-eenheid te worden vermeden.

Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat het krat op de trolley voor het krat wordt geplaatst en in het op de trolley voor het krat geplaatste krat een of meer boodschappen worden gedaan.

Aldus wordt vermeden dat het krat moet worden getild. Dit spaart tijd en/of vermindert de benodigde fysieke belasting voor de medewerker. Op de trolley kan een stapel kratten zijn geplaatst. In dat geval zal het het bovenste krat zijn waarin een of meer boodschappen worden gedaan.

Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de hulptrolley magnetisch aan de trolley wordt gekoppeld voor het vormen van de trolley-eenheid.

Aldus snel en gemakkelijk een koppeling tussen de hulptrolley en de trolley tot stand worden gebracht.

Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de hulptrolley twee armen heeft en het koppelen van de hulptrolley aan de trolley het tussen de armen opnemen van de trolley omvat.

Aldus wordt de bestuurbaarheid van de trolley vergroot. Ook kan de kans dat de trolley van de hulptrolley losraakt worden verkleind. Gebruikelijk zal het einde van de trolley waar zich twee zwenkwielen van de trolley bevinden tussen de armen van de hulptrolley worden opgenomen.

Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de hulptrolley een stuur omvat en de trolley-eenheid door sturen met het stuur langs schappen wordt gevoerd.

Het stuur hoeft in wezen niet meer te zijn dan een stang en maakt het de werknemer gemakkelijker de trolley-eenheid langs de schappen te voeren, omdat de werknemer niet hoeft te bukken om de trolley-eenheid voort te duwen en/of te trekken.

Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de hulptrolley een orgaan bezit voor het meevoeren van een opgevouwen leeg krat, en het lege krat vanuit een opgevouwen toestand wordt uitgevouwen en op het krat dat reeds van boodschappen is voorzien wordt geplaatst.

Dit maakt het mogelijk de kratten met minder ruimtebeslag mee te voeren. Dit vergemakkelijkt het manoeuvreren van de trolley-eenheid waardoor boodschappen sneller kunnen worden verzameld. Het orgaan kan een beugel zijn voor het vasthouden van opgeklapte kratten. Het orgaan kan ook een platform zijn waarop een stapel van een of meer lege kratten kan worden geplaatst.

Tenslotte heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een hulptrolley voor toepassing bij het verzamelen van boodschappen onder gebruikmaking van een trolley voor een krat, waarbij de hulptrolley is ingericht om te worden gekoppeld aan een trolley voor een krat zijnde een trolley welke is ingericht om een krat of een stapel kratten te dragen waarbij de buitenomtrek van de trolley althans nagenoeg niet groter is dan het krat teneinde het ruimtebeslag te beperken, en de hulptrolley een koppelorgaan bezit voor het koppelen van de hulptrolley aan de trolley voor een krat.

Aldus kan de trolley worden getrokken en/of wordt vermeden dat deze bij duwen doorrijdt wanneer de hulptrolley tot stilstand komt.

Een dergelijke hulptrolley is geschikt voor toepassing bij de werkwijze volgens de uitvinding. Bij voorkeur zijn de wielen van de hulptrolley zwenkwielen.

Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat het koppelorgaan van de hulptrolley een magneet omvat voor het magnetisch aan de trolley koppelen van de hulptrolley.

Aldus snel en gemakkelijk een koppeling tussen de hulptrolley en de trolley tot stand worden gebracht.

Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de hulptrolley ten minste een koppelorgaan bezit voor het zowel kunnen duwen als kunnen trekken van de trolley voor een krat.

Dit is bijvoorbeeld een hendel waarmee een magneet naar voren of naar achteren wordt bewogen, waarbij de magneet in de voorste stand aan de voorzijde van de hulptrolley aan een trolley voor een krat kan worden gekoppeld en in de achterste stand worden gebracht voor het loskoppelen ervan, vice versa.

Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de hulptrolley twee armen heeft voor het tussen de armen opnemen van de trolley.

Aldus wordt de bestuurbaarheid van de trolley vergroot. Ook kan de kans dat de trolley van de hulptrolley losraakt worden verkleind.

Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de hulptrolley een stuur omvat.

Het stuur hoeft in wezen niet meer te zijn dan een stang en maakt het de werknemer gemakkelijker de trolley-eenheid langs de schappen te voeren, omdat de werknemer niet hoeft te bukken om de trolley-eenheid voort te duwen en/of te trekken.

Een gunstige uitvoeringsvorm wordt hierdoor gekenmerkt dat de hulptrolley een orgaan bezit voor het meevoeren van opgevouwen lege kratten.

Het orgaan kan een beugel zijn voor het vasthouden van opgeklapte kratten. Het orgaan kan ook een platform zijn waarop een stapel van een of meer lege kratten kan worden geplaatst.

De onderhavige uitvinding zal thans worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin

Fig. 1 een perspectivisch vooraanzicht op een hulptrolley volgens de uitvinding toont;

Fig. 2 een perspectivisch vooraanzicht op een trolley-eenheid toont;

Fig. 3 een perspectivisch zijaanzicht toont van de trolley-eenheid van Fig. 2 voorzien van kratten;

Fig. 4 een perspectivisch achteraanzicht op de trolley-eenheid voorzien van drie kratten;

Fig. 5a een detail van op een hulptrolley volgens de uitvinding toont met een koppelorgaan in een vrijgevende stand; en

Fig. 5b een detail van op een hulptrolley volgens de uitvinding toont met een koppelorgaan in een koppelende stand.

Fig. 1 toont een hulptrolley 100 welke een frame 101 omvat dat aan de onderzijde ervan is voorzien van vier zwenkwielen 102. Het frame 101 omvat twee armen 103 waartussen een korte zijde van een trolley kan worden opgenomen, zoals hieronder bij Fig. 2 uiteen zal worden gezet, teneinde een trolley-eenheid te vormen.

Voor het gemakkelijk en zonder te hoeven bukken besturen van de trolley-eenheid is deze voorzien van een stuur 110. Het gebruik van een stuur 110 is niet strikt noodzakelijk. Om bukken te vermijden kan op de hulptrolley 100 ook een stapel lege kratten worden geplaatst, en kan de trolley-eenheid worden voortbewogen door tegen de stapel lege kratten te duwen.

Het frame 101 verschaft een platform 120 voor het plaatsen van al dan niet opgevouwen lege kratten als voorraad.

Bij de getoonde uitvoeringsvorm omvat de hulptrolley 100 ook een werkplatform 130 waarop bijvoorbeeld een lijst met te verzamelen boodschappen kan worden gelegd en met een verdiepte sectie 131 voor het veilig plaatsen van een scanner voor het scannen van in het krat te plaatsen boodschappen.

Fig. 2 toont een trolley-eenheid 200 welke de hulptrolley 100 omvat alsmede een trolley 210 voor een krat. De trolley 210 is aan een korte zijde ervan spelingsarm opgenomen tussen de armen 103. Aldus kan op een eenvoudige wijze een koppeling tussen de hulptrolley 100 en de trolley 210 worden bereikt waarmee de trolley 210 in voorwaartse richting (in de richting van de hulptrolley 100 naar de trolley 210) kan worden gevoerd, zonder draaiing van de trolley 210 ten opzichte van de hulptrolley 100. Trolleys 210 voor kratten hebben in de praktijk veelal 2 wielen 211 die kunnen zwenken en twee vaste wielen 212. Voor de beste bestuurbaarheid zal de zijde met de 2 wielen 211 die kunnen zwenken tussen de armen 103 worden opgenomen.

Fig. 3 toont een perspectivisch achteraanzicht waarbij de hulptrolley is voorzien van een stapel lege kratten 391, en op de trolley 210 een krat 391' is geplaatst dat wordt gevuld met boodschappen door de trolley-eenheid 200 langs schappen te voeren.

Fig. 4 toont een perspectivisch achteraanzicht op de trolley-eenheid 200 waarbij de trolley 210 een stapel van drie kratten 391' omvat.

Fig. 5a en Fig. 5b tonen een detail van de hulptrolley 100 met een koppelorgaan 550, dat een in verticale richting beweegbare haak 551, een geleidingsbuis 552 en een hendel 553 tonen.

De haak 551 bevindt zich in Fig. 5a in een relatief lage stand waarin de haak 551 beneden een zich neerwaarts uitstrekkende rand van een trolley 210 bevindt. In Fig. 5b is de haak 551 door het bedienen van de hendel 553 omhoog bewogen waardoor deze achter de zich neerwaarts uitstrekkende rand van een trolley 210 kan haken en zo een koppeling tussen de hulptrolley 100 en de trolley 210 tot stand kan brengen voor het vormen van de trolley-eenheid 200.

De haak 551 bevindt zich aan een eerste (laagste) uiteinde van een stang 554 welke binnen de geleidingsbuis 552 beweegbaar is aangebracht. Aan een tweede (hoogste) uiteinde van de stang 554 is met een schaarconstructie 555 met drie draaipunten 556 draaibaar met de hendel 553 verbonden. Door het gewicht van de hendel 553 zal de haak 551 eenmaal in de vergrendelende stand (weergegeven in Fig. 5b) aanhouden.

De hulptrolley volgens de uitvinding kan op diverse wijzen worden uitgevoerd. Zo kan de trolley ook aan de achterzijde van de hulptrolley worden gekoppeld, bijvoorbeeld tussen twee benen voorzien van de wielen 102, en door trekken worden meegevoerd. Dit levert een compactere trolley-eenheid op. Bij de in Fig. 4 getoonde uitvoeringsvorm kan bijvoorbeeld het horizontale framedeel tussen de twee achterste wielen 120 worden weggelaten. Het koppelorgaan kan ook aan deze zijde van een haak worden voorzien, waardoor de inrichting zowel bruikbaar is voor het door trekken meevoeren van een trolley 210 met een of meer kratten, door duwen meevoeren van een dergelijke trolley 210, of beide tegelijk.

Claims (12)

1. Werkwijze voor het verzamelen van te verzenden boodschappen onder gebruikmaking van een trolley (210) voor een krat (391') zijnde een trolley welke is ingericht om een krat of een stapel kratten te dragen, waarbij de buitenomtrek van de trolley althans nagenoeg niet groter is dan het krat teneinde het ruimtebeslag te beperken, waarbij - het krat (391') en de trolley (210) voor een krat (391') langs schappen wordt gevoerd, - een of meer boodschappen uit de schappen worden verzameld en in het krat (391') worden gedaan, en - het krat (391') op de trolley (210) in een laadruim van een voertuig voor het verzenden van de boodschappen wordt gereden, waarbij de trolley (210) wordt gekoppeld aan een hulptrolley (100) voor het vormen van een als een geheel te verplaatsen trolley-eenheid (200), waarbij de hulptrolley (100) is ingericht voor het meevoeren van ten minste een leeg krat (391), en nadat het krat (391') op de trolley-eenheid (200) van de boodschappen is voorzien het lege krat (391) van de hulptrolley (100) van boodschappen wordt voorzien.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij het krat (391) op de trolley (210) voor het krat (391') wordt geplaatst en in het op de trolley (210) voor het krat (391') geplaatste krat (391') een of meer boodschappen worden gedaan.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij de hulptrolley (100) magnetisch aan de trolley (210) wordt gekoppeld voor het vormen van de trolley-eenheid (200) .

4. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de hulptrolley (100) twee armen (103) heeft en het koppelen van de hulptrolley (100) aan de trolley (210) het tussen de armen (103) opnemen van de trolley (210) omvat.

5. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de hulptrolley (100) een stuur (110) omvat en de trolley-eenheid (200) door sturen met het stuur (110) langs schappen wordt gevoerd.

6. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de hulptrolley (100) een orgaan bezit voor het meevoeren van een opgevouwen leeg krat (391), en het lege krat (391') vanuit een opgevouwen toestand wordt uitgevouwen en op het krat (391') dat reeds van boodschappen is voorzien wordt geplaatst.

7. Hulptrolley (100) voor toepassing bij het verzamelen van boodschappen onder gebruikmaking van een trolley (210) voor een krat (391'), waarbij de hulptrolley (100) is ingericht om te worden gekoppeld aan een trolley (210) voor een krat (391') zijnde een trolley welke is ingericht om een krat of een stapel kratten te dragen waarbij de buitenomtrek van de trolley althans nagenoeg niet groter is dan het krat teneinde het ruimtebeslag te beperken, en de hulptrolley (100) een koppelorgaan (550) bezit voor het koppelen van de hulptrolley (100) aan de trolley (210) voor een krat (391').

8. Hulptrolley (100) volgens conclusie 7, waarbij het koppelorgaan (150) van de hulptrolley (100) een magneet omvat voor het magnetisch aan de trolley (210) koppelen van de hulptrolley (100) .

9. Hulptrolley (100) volgens een van de conclusies 7 of 8, waarbij de hulptrolley ten minste een koppelorgaan (550) bezit voor het zowel kunnen duwen als kunnen trekken van de trolley (210) voor een krat (391').

10. Hulptrolley (100) volgens een van de conclusies 7 tot 9, waarbij de hulptrolley (100) twee armen (103) heeft voor het tussen de armen (103) opnemen van de trolley (210).

11. Hulptrolley (100) volgens een van de conclusies 7 tot 10, waarbij de hulptrolley (100) een stuur (110) omvat.

12. Hulptrolley (100) volgens een van de conclusies 7 tot 11, waarbij de hulptrolley (100) een orgaan bezit voor het meevoeren van opgevouwen lege kratten (391) .