NL2016951B1 - Inhaalinrichting met slanggeleider voor het inhalen van een slang, voertuig voorzien daarvan en werkwijze daarvoor - Google Patents

Inhaalinrichting met slanggeleider voor het inhalen van een slang, voertuig voorzien daarvan en werkwijze daarvoor Download PDF

Info

Publication number
NL2016951B1
NL2016951B1 NL2016951A NL2016951A NL2016951B1 NL 2016951 B1 NL2016951 B1 NL 2016951B1 NL 2016951 A NL2016951 A NL 2016951A NL 2016951 A NL2016951 A NL 2016951A NL 2016951 B1 NL2016951 B1 NL 2016951B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
hose
catching
frame
holder
catch
Prior art date
Application number
NL2016951A
Other languages
English (en)
Inventor
Dirk Hut Robert
Original Assignee
Hytrans Beheer B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Hytrans Beheer B V filed Critical Hytrans Beheer B V
Priority to NL2016951A priority Critical patent/NL2016951B1/nl
Priority to EP17732603.0A priority patent/EP3468675B1/en
Priority to US16/306,964 priority patent/US11097138B2/en
Priority to CN201780036838.8A priority patent/CN109310899A/zh
Priority to JP2019517753A priority patent/JP7033126B2/ja
Priority to PCT/NL2017/050388 priority patent/WO2017217841A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2016951B1 publication Critical patent/NL2016951B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A62LIFE-SAVING; FIRE-FIGHTING
    • A62CFIRE-FIGHTING
    • A62C33/00Hose accessories
    • A62C33/02Apparatus for cleaning or drying hoses
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H54/00Winding, coiling, or depositing filamentary material
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H54/00Winding, coiling, or depositing filamentary material
    • B65H54/76Depositing materials in cans or receptacles
    • B65H54/78Apparatus in which the depositing device or the receptacle is reciprocated
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H57/00Guides for filamentary materials; Supports therefor
    • B65H57/006Traversing guides
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H75/00Storing webs, tapes, or filamentary material, e.g. on reels
    • B65H75/02Cores, formers, supports, or holders for coiled, wound, or folded material, e.g. reels, spindles, bobbins, cop tubes, cans, mandrels or chucks
    • B65H75/34Cores, formers, supports, or holders for coiled, wound, or folded material, e.g. reels, spindles, bobbins, cop tubes, cans, mandrels or chucks specially adapted or mounted for storing and repeatedly paying-out and re-storing lengths of material provided for particular purposes, e.g. anchored hoses, power cables
    • B65H75/36Cores, formers, supports, or holders for coiled, wound, or folded material, e.g. reels, spindles, bobbins, cop tubes, cans, mandrels or chucks specially adapted or mounted for storing and repeatedly paying-out and re-storing lengths of material provided for particular purposes, e.g. anchored hoses, power cables without essentially involving the use of a core or former internal to a stored package of material, e.g. with stored material housed within casing or container, or intermittently engaging a plurality of supports as in sinuous or serpentine fashion
    • B65H75/362Cores, formers, supports, or holders for coiled, wound, or folded material, e.g. reels, spindles, bobbins, cop tubes, cans, mandrels or chucks specially adapted or mounted for storing and repeatedly paying-out and re-storing lengths of material provided for particular purposes, e.g. anchored hoses, power cables without essentially involving the use of a core or former internal to a stored package of material, e.g. with stored material housed within casing or container, or intermittently engaging a plurality of supports as in sinuous or serpentine fashion with stored material housed within a casing or container
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H2701/00Handled material; Storage means
    • B65H2701/30Handled filamentary material
    • B65H2701/33Hollow or hose-like material

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Business, Economics & Management (AREA)
  • Emergency Management (AREA)
  • Fire-Extinguishing By Fire Departments, And Fire-Extinguishing Equipment And Control Thereof (AREA)
  • Forwarding And Storing Of Filamentary Material (AREA)

Abstract

De onderhavige vinding heeft betrekking op een inhaalinrichting, voertuig voorzien daarvan en werkwijze voor het inhalen van een slang. De inhaalinrichting omvat: - een gestel; - een met het gestel verbonden inhaalaandrijving voor het inhalen van de slang; - een koppeling ingericht voor het koppelen van het gestel met een houder, en een verplaatsingsaandrijving ingericht voor het verplaatsen van het gestel ten opzichte van de houder zodanig dat de ingehaalde slang plaatsbaar is in de houder; en - een slanggeleider ingericht voor het geleiden van de in te halen slang naar de inhaalaandrijving, waarbij de slanggeleider in werkzame verbinding met het gestel verplaatsbaar is.

Description

Inhaalinrichting met slanggeleider voor het inhalen van een slang, voertuig voorzien daarvan en werkwijze daarvoor
De onderhavige vinding heeft betrekking op een inhaalinrichting voor het inhalen van een slang. Een dergelijke slang betreft in het bijzonder een brandslang of een andere vloeistofslang. Na het blussen van een brand, of anderszins na gebruik, worden deze slangen ingehaald met de inhaalinrichting volgens de vinding.
Een uit de praktijk bekende slanginhaalinrichting is bijvoorbeeld beschreven in NL 9301097. Hierin wordt een inhaalinrichting beschreven waarmee het mogelijk is om een slang van een ondergrond naar boven te trekken. Een alternatieve inhaalinrichting is bijvoorbeeld beschreven in NL 2007956, waarbij een inhaalinrichting is voorzien van een gestel, een aandrijfrol, twee aandrukelementen, waarbij in gebruik ten hoogste één aandrukelement drukt tegen de aandrijfrol. Een dergelijke inrichting is bijvoorbeeld in het bijzonder geschikt voor het inhalen van brandslangen waarbij afzonderlijke slangdelen met een slangkoppeling zijn verbonden.
Een probleem met uit de praktijk bekende inhaalinrichtingen is dat de slang na het oprapen ook op gewenste wijze in een houder gepositioneerd dient te worden. Een dergelijke houder betreft bijvoorbeeld een container of bak. Hierbij wordt de slang veelal handmatig gepositioneerd. Dit handmatig positioneren is arbeidsintensief. Voorts wordt dit positioneren bij een inhaalinrichting die is geplaatst op een voertuig rijdend uitgevoerd. Dit vormt een veiligheidsrisico.
De onderhavige vinding heeft tot doel te voorzien in een verbeterde inhaalinrichting waarmee bovengenoemde nadelen worden opgeheven en ten minste verminderd, zodanig dat een veilig en effectief inhalen van een slang mogelijk is. Dit doel wordt bereikt met een inhaalinrichting voor het inhalen van een slang volgens de vinding, de inhaalinrichting omvattende: een gestel; een met het gestel verbonden inhaalaandrijving voor het inhalen van de slang; een koppeling ingericht voor het koppelen van het gestel met een houder, en een verplaatsingsaandrijving ingericht voor het verplaatsen van het gestel ten opzichte van de houder zodanig dat de ingehaalde slang plaatsbaar is in de houder; en een slanggeleider ingericht voor het geleiden van de in te halen slang naar de inhaalaandrijving, waarbij de slanggeleider in werkzame verbinding met het gestel verplaatsbaar is.
De inhaalinrichting volgens de vinding dient in het bijzonder voor het inhalen van een slang, zoals een brandslang of andere vloeistofslang, waarbij afzonderlijke slangdelen veelal onderling zijn verbonden met slangkoppelingen.
De inhaalaandrijving bewerkstelligt de mogelijkheid om de in te halen slang aan te drijven en daarmee van een ondergrond omhoog te trekken. Hiermee wordt vermeden dat handmatig getrokken dient te worden aan de in te halen slang. Hierbij dient bedacht te worden dat bijvoorbeeld een brandslang na gebruik veelal geheel of gedeeltelijk gevuld kan zijn met bluswater, zodat het oprapen van deze slangen een niet onaanzienlijke kracht vereist. De inhaalaandrijving maakt het mogelijk om de slangen op te rapen en daarmee in te halen. De inhaalinrichting is hierbij in een momenteel geprefereerde uitvoeringsvorm voorzien van een aandrijfrol en één of meer aandrukelementen die zijn ingericht voor het in samenspraak met de aandrijfrol inhalen van de slang. In deze uitvoeringsvorm is de aandrijfrol gevormd als een cilindrisch element waarover de in te halen slang wordt geleid. De aandrijfrol wordt bij voorkeur met een motor aangedreven om de vereiste kracht te kunnen uitoefenen. Een dergelijke uitvoeringsvorm is bijvoorbeeld beschreven in NL 2007956.
Volgens de vinding is de inhaalaandrijving verbonden met het gestel. Door een koppeling te voorzien kan het gestel met een houder, bijvoorbeeld in de vorm van een container of bak, worden gekoppeld. Zo kan bijvoorbeeld de koppeling worden geactiveerd zodra een slang ingehaald dient te worden, zodanig dat het gestel werkzaam verbonden wordt met de houder. Een verplaatsingsaandrijving bewerkstelligt dat het gestel ten opzichte van de houder verplaatsbaar is, zodanig dat tijdens gebruik de ingehaalde slang op een gewenste positie plaatsbaar is in de houder. Hierbij beweegt het gestel over een groot deel van het vlak van de houder. In een momenteel geprefereerde uitvoeringsvorm beweegt het gestel in het bijzonder over de bovenrand van de houder. Hiermee wordt een goede positionering van de ingehaalde slang over het gehele beschikbare volume van de houder bewerkstelligd. Bijkomend is hiermee de hoeveelheid handwerk bij het inhalen van een slang geminimaliseerd. Verder bijkomend hoeven geen personen in de houder aanwezig te zijn voor het positioneren van de ingehaalde slang. Dit verbetert de veiligheid van het inhalen van een slang.
De inhaalaandrijving verzorgt hierbij het oprapen van de ondergrond van de in te halen slang, en de beweging van het gestel ten opzichte van de houder maakt een positionering van de slang in de houder op een gewenste locatie mogelijk. Hierbij is het mogelijk om het gestel een gewenst patroon te laten volgen, zodanig dat de slang bijvoorbeeld in lussen in de houder wordt gebracht. Andere patronen behoren nadrukkelijk eveneens tot de mogelijkheden.
Bij voorkeur is het gestel voorzien van een geleider voor het ten opzichte van het gestel verplaatsen van de inhaalaandrijving. Door de inhaalaandrijving te verplaatsen ten opzichte van het gestel met behulp van de geleider wordt een extra bewegingsmogelijkheid van de inhaalinrichting ten opzichte van de houder verschaft. Door het gestel te verplaatsen ten opzichte van de houder en de inhaalinrichting te kunnen bewegen over het gestel wordt bewerkstelligd dat de opgeraapte slang met behulp van de inhaalinrichting over in hoofdzaak het volledige vlak van de houder neergelegd kan worden. In een momenteel geprefereerde uitvoeringsvorm wordt het gestel in lengterichting van de houder verplaatst. In deze uitvoeringsvorm komt de lengterichting van de houder veelal overeen met een richting parallel aan de rijrichting van het voertuig voorzien van een inhaalinrichting volgens de vinding. In een dergelijke momenteel geprefereerde uitvoeringsvorm beweegt de inhaalinrichting in dwarsrichting ten opzichte van het gestel. In deze uitvoeringsvorm komt de dwarsrichting in hoofdzaak overeen met een richting in haaks op de lengterichting en bij voorkeur ook haaks op de rijrichting van het voertuig voorzien van de inhaalinrichting. Hiermee wordt de ruimte van de houder zo optimaal mogelijk benut, zodanig dat een optimale hoeveelheid slang in een houder gebracht kan worden. Hierdoor kan een ingehaalde slang op optimale wijze worden getransporteerd en/of opgeslagen.
Door de slanggeleider volgens uitvoeringsvormen van de vinding werkzaam te verbinden met het gestel kunnen deze in onderlinge samenhang worden geplaatste volgens de vinding. Zo kan de positie van de slanggeleider worden afgestemd op de actuele positie en beweging van de inhaalinrichting ten opzichte van de houder. Hiermee wordt een effectief inhaalproces bewerkstelligd. Zo zal bijvoorbeeld in een mogelijke uitvoeringsvorm de slangeleider bij het tegen de rijrichting in bewegen van de inhaalinrichting, dat wil zeggen naar achteren ten opzichte van de houder tijdens het bewegen van het voertuig dat is voorzien van een houder en een inhaalinrichting volgens de vinding, eveneens mee bewegen in de achterwaartse richting. Hierbij kan desgewenst de snelheid van het voertuig worden verhoogd om de opraapsnelheid van de slang zo constant mogelijk te houden. In omgekeerde richting van het gestel ten opzichte van de houder, dat wil zeggen dat het gestel naar voren beweegt ten opzichte van de houder kan eveneens de snelheid van het voertuig worden aangepast, zodanig dat deze snelheid wordt verlaagd om daarmee de opraapsnelheid van de slang wederom zo constant mogelijk te houden. In een dergelijke uitvoeringsvorm wordt derhalve de snelheid van het voertuig aangepast, zodanig dat de snelheid van de inhaalinrichting en de werkzaam daarmee verbonden slanggeleider ten opzichte van de ondergrond zo constant mogelijk blijft. Hiermee wordt bewerkstelligd dat een zo constant mogelijke inhaalsnelheid van de slang wordt gerealiseerd. Dit verzorgt een rustig inhaalproces en beheersbaar positionering van de ingehaalde slang in de houder.
In een voordelige voorkeursuitvoeringsvorm volgens de vinding is het gestel voorts voorzien van een hefsysteem ingericht voor het tussen een transportpositie en een inhaalpositie bewegen van het gestel.
Door het voorzien van een hefsysteem kan het gestel op effectieve wijze worden bewogen tussen een transportpositie en een gebruikspositie of inhaalpositie. Doordat in een gebruiks-/inhaalpositie het gestel veelal beweegt aan de bovenzijde van de houder, is een redelijke werkhoogte vereist. Door het voorzien van een hefsysteem wordt bewerkstelligd dat de transporthoogte, ook wel aangeduid als de onderdoorrijhoogte van een voertuig voorzien van een inhaalinrichting volgens de vinding beperkt kan blijven doordat het hefsysteem de inhaalinrichting buiten gebruik bij voorkeur omlaag brengt tot de transportpositie.
In een momenteel geprefereerde uitvoeringsvorm is het hefsysteem voorzien aan de voorzijde, gezien in bewegingsrichting van een houder aangebracht op een voertuig, zodat op effectieve wijze de inhaalinrichting met houder transporteerbaar is. Bij voorkeur wordt bij het starten van het inhalen van een slang een begin van de slang gebracht in de inhaalinrichting. Dit wordt bij voorkeur uitgevoerd op een effectieve werkhoogte waarna de inhaalinrichting met het hefsysteem wordt gebracht naar de inhaalpositie. Hiermee kan op effectieve wijze worden gestart met het inhalen van een slang. Hierbij wordt bijvoorbeeld vermeden dat een gebruiker in of op een houder moet klimmen om het inhalen van de slang te kunnen starten. Hiermee wordt de veiligheid nog verder vergroot.
Bij voorkeur omvat het hefsysteem een schaarmechanisme. Door het voorzien van een schaarmechanisme kan in een relatief beperkte ruimte het hefmechanisme worden voorzien, zodanig dat een efficiënt transport van het hefsysteem met inhaalinrichting mogelijk is.
In een volledige voorkeursuitvoeringsvorm volgens de vinding omvat de koppeling voor het koppelen van het gestel met een houder een vertanding.
Door het voorzien van een vertanding bij de koppeling kan op effectieve wijze het gestel verplaatsbaar worden gekoppeld aan de houder. In een momenteel geprefereerde uitvoeringsvorm is een bovenrand van de houder daarbij eveneens voorzien van een geleider, bij voorkeur eveneens in de vorm van een vertanding. Door de geleider met de geprefereerde vertanding van het gestel aan te laten sluiten op de geleider van de houder, kan het gestel op effectieve wijze via bijvoorbeeld een tandheugelmechanisme worden verplaatst ten opzichte van de houder. Het zal duidelijk zijn dat ook toepassing van alternatieve mechanismen tot de mogelijkheden behoort. In een momenteel geprefereerde uitvoeringsvorm is ook de geleider van het gestel voor het ten opzichte daarvan verplaatsen van de inhaalaandrijving voorzien van een vertanding volgens een soortgelijk principe. Hiermee kan of effectieve wijze het gestel worden verplaatst ten opzichte van de houder, en de inhaalaandrijving ten opzichte van het gestel.
Bij voorkeur is de koppeling voorts voorzien van een borgpal. Door het voorzien van een dergelijke borgpal kan bijvoorbeeld met een pen-gat verbinding een robuuste verbinding worden bewerkstelligd tussen het gestel en de houder. Het gestel wordt hierbij bij voorkeur met het hefsysteem opwaarts bewogen vanuit de transportpositie en in gebruik genomen voor de inhaalpositie. Op deze wijze wordt een stabiele koppeling verkregen.
In een verdere voordelige voorkeursuitvoeringsvorm volgens de vinding is de slanggeleider vast met het gestel verbonden.
Door de slanggeleider vast met het gestel te verbinden kan op effectieve wijze een beweging van de inhaalinrichting met het gestel worden gecombineerd in samenspraak met de beweging van de slanggeleider. Op deze wijze volgt de slanggeleider de inhaalrichting in ten minste de beweging van het gestel ten opzichte van de houder.
In een verdere voordelige voorkeursuitvoeringsvorm volgens de vinding omvat de inhaalinrichting verder een rotatiemechanisme voor het roteren van de inhaalaandrijving ten opzichte van het gestel.
Door het voorzien van een rotatiemechanisme, bijvoorbeeld uitgevoerd als een rotatie-as met een aandrijfcilinder, wordt bewerkstelligd dat de oriëntatie van de inhaalinrichting wordt afgestemd op de actuele positie ten opzichte van de houder en de in te halen slang. Zo kan bijvoorbeeld, indien de slanggeleider aan een zijkant van de houder is aangebracht en aldaar meebeweegt in langsrichting met de positie van het gestel aan de inhaalinrichting, bij een beweging van de inhaalinrichting in dwarsrichting de oriëntatie, in het bijzonder de hoek, van de inhaalinrichting met de rijrichting worden aangepast. Hiermee wordt een optimaal inhaalproces verschaft waarbij het aantal storingen teruggedrongen kan worden.
De uitvinding heeft verder betrekking op een voertuig voorzien van een inhaalinrichting zoals voorgaand beschreven en een houder voor het opslaan van de ingehaalde slang.
Een dergelijk voertuig biedt gelijke effecten en voordelen als beschreven voor de inhaalinrichting. In het bijzonder betreft een dergelijk voertuig een brandweervoertuig waarmee een gebruikte slang wordt opgehaald en daarmee na gebruik wordt opgeruimd. De houder betreft bijvoorbeeld een laadruimte van het voertuig. De verplaatsingsaandrijving van de inhaalinrichting maakt bijvoorbeeld gebruik van de brandstofmotor of accu van het voertuig. Overigens behoort een separate aandrijving van de inhaalinrichting ook tot de mogelijkheden.
De houder die vast of afneembaar is aangebracht op het voertuig is bij voorkeur voorzien van een geleider voor het met behulp van de verplaatsingsaandrijving verplaatsen van het gestel ten opzichte van de houder. Hiermee wordt een effectieve verplaatsing mogelijk.
De uitvinding heeft voorts tevens betrekking op een werkwijze voor het inhalen van een slang, omvattende: het voorzien van een inhaalinrichting en/of voertuig zoals voorgaand beschreven; en het met de inhaalinrichting inhalen van de slang.
Een dergelijke werkwijze biedt gelijke effecten en voordelen als genoemd voor de inhaalinrichting en/of het voertuig.
Bij voorkeur omvat de werkwijze voorts het vanuit een transportpositie naar een inhaalpositie bewegen van de inhaalinrichting bij het opstarten van het inhalen van een slang. Voorts bij voorkeur wordt het begin van de in te halen slang hierbij ingevoerd in de inhaalinrichting voorafgaand naar een volledige inhaalpositie bewegen van de inhaalinrichting. Zo behoort het bijvoorbeeld tot de mogelijkheden om vanuit de transportpositie het hefsysteem in de inhaalinrichting over een zekere afstand te verplaatsen, zodat de slang op effectieve wijze kan worden ingevoerd, waarna de inhaalinrichting naar de gewenste inhaalpositie wordt gebracht. Tijdens het inhalen van de slang wordt de inhaalinrichting bij voorkeur ten opzichte van de houder zodanig bewogen dat een bepaald vouwpatroon wordt gevolgd waarmee de slang in de houder wordt gebracht. Hiermee kan de slang op stabiele wijze in de houder worden gebracht, bijvoorbeeld met een lusvorm in een specifiek weefpatroon.
Verdere voordelen, kenmerken en details van de vinding worden toegelicht aan de hand van voorkeursuitvoeringsvormen daarvan, waarbij verwezen wordt naar de bijgevoegde tekeningen, waarin tonen:
Figuur 1A-C aanzichten van een voertuig voorzien van de inhaalinrichting volgens de vinding;
Figuur 2A-B aanzichten van de inhaalinrichting met houder uit Figuur 1; en
Figuur 3A-B details van de koppeling toegepast bij de inhaalinrichting uit figuren 1 en 2.
Voertuig 2 (Figuur 1 A-C) verplaatst zich over een ondergrond waarvan een slang (niet getoond) opgeraapt dient te worden. Voertuig 2 is voorzien van cabine 4 waarin een bestuurder plaats kan nemen en van waaruit voertuig 2 bestuurd kan worden. Voertuig 2 is in de getoonde uitvoeringsvorm verder voorzien van inhaalinrichting 6 en houder 8. Houder 8 wordt gevormd door twee lange zijwanden 10, achterwand 12 en voorwand 14. In de getoonde uitvoeringsvorm is voorts scheidingswand 16 voorzien waarmee eerste compartiment 18 en tweede compartiment 20 in houder 8 wordt verschaft.
Inhaalaandrijving 22 is in de getoonde uitvoeringsvorm nabij voorwand 14 geplaatst op hefinechanisme 24. Hefmechanisme 24 is in de getoonde uitvoeringsvorm uitgevoerd als een schaarmechanisme en geplaatst op bak 26, waarin bijvoorbeeld componenten van de aandrijving voor inhaalinrichting 6 geplaatst kunnen zijn. In de getoonde uitvoeringsvorm is voorts steun 30 voorzien. Hefinechanisme 24 is voorzien van vaste rotatie-as 32 aan een eerste zijde en geleider 34 aan een tweede zijde. Schaarmechanisme van hefinechanisme 24 is verder voorzien van schamieras 36 waar de afzonderlijke armen van het schaarmechanisme omheen beweegbaar zijn. De bovenzijde van hefmechanisme 24 is voorzien van vaste rotatie-as 38 waarbij aan de andere zijde een geleider 40 is voorzien. Met deze opstelling wordt op effectieve wijze schaarmechanisme van hefsysteem 24 gerealiseerd. Het zal duidelijk zijn dat ook in andere ontwerpen volgens de vinding tot de mogelijkheden behoort.
Beweging van hefsysteem 24 wordt in de getoonde uitvoeringsvorm mogelijk gemaakt met behulp van hefcilinder 42. Inhaalaandrijving 22 is via rotatie-as 44 roteerbaar ten opzichte van gestel 46. Voorts is inhaalaandrijving 22 beweegbaar via geleiders 48 ten opzichte van gestel 46 in dwarsrichting van houder 8. Slanggeleider 50 is vast verbonden met behulp van rotatie-as 52 aan gestel 46. In gebruik wordt slanggeleider 50 naar een gebruikspositie geroteerd met behulp van cilinder 54. Het zal duidelijk zijn dat ook een andere aandrijving voor de beweging van slanggeleider 50 tot de mogelijkheden behoort. Voorts is aan of nabij de bovenzijde van houder 8 in langsrichting bij zijwanden 10 één of meer geleiders 56 voorzien waarover gestel 46 verplaatsbaar is.
Voorts is gestel 46 voorzien van rail 60 als onderdeel van koppeling 62 (Figuur 3A-B). In de getoonde uitvoeringsvorm is voorts pal 64 voorzien met palaandrijving 66, waarmee pal 64 in gebruikspositie in sluiting 68 aangebracht aan houder 8 gebracht is.
Inhaalaandrijving 22 is in de getoonde uitvoeringsvorm voorzien van aandrijfrol 70, een aantal aandrukrollen 72 en stuurcilinder 74. Hiermee kan een slang worden ingehaald.
In een transportpositie (Figuur 2A) is hefsysteem 24 in een onderste positie. Inhaalaandrijving 22 bevindt zich in de getoonde uitvoeringsvorm hierbij in een rechte oriëntatie onder meer ten behoeve van plaatsbesparing. Bij het opstarten van het inhaalproces wordt hefsysteem 24 over een kleine afstand naar boven gebracht en wordt inhaalaandrijving 22 bij voorkeur naar een zijkant van voertuig 2 bewogen. In deze positie kan een slang worden gevoerd in inhaalaandrijving 22. Vervolgens wordt hefsysteem 24 verder omhoog gebracht, waarna met behulp van koppeling 62 geleiderails 60 van hefsysteem 24 en geleiderails 56 op zijwanden 10 van houder 8 werkzaam gekoppeld zijn. Gestel 46 is voorts verplaatsbaar over houder 8 met behulp van tandwielaandrijving. Slanggeleider 50 is in deze positie uitgeklapt door rotatie rondom rotatie-as 52 met behulp van cilinder 54 en beweegt mee met gestel 46 ten opzichte van houder 8. In gebruik is inhaalaandrijving 22 geroteerd rond de rotatie-as om een optimale geleiding mogelijk te maken. Desgewenst is deze rotatie dynamisch en wordt in gebruik aangepast op de actuele positie ten opzichte van houder 8.
Tijdens het inhalen van een slang beweegt gestel 46 met slanggeleider 50 ten opzichte van houder 8. In een momenteel geprefereerde uitvoeringsvorm blijft de snelheid van gestel 46 en slanggeleider 50 ten opzichte van een ondergrond zo constant mogelijk, om daarmee de opraapsnelheid van de slang eveneens constant te houden. Hiertoe wordt de snelheid van voertuig 2 bij voorkeur aangepast op de beweging van gestel 46 met geleider 50. Dit wordt bijvoorbeeld door de bestuurden van voertuig 2 uitgevoerd, die eventueel kijkt naar de positie van de slang tijdens het inhaalproces tussen ondergrond en inhaalaandrijving 22, optioneel ondersteund met sensoren zoals een camera. In een andere uitvoeringsvorm wordt de snelheid van voertuig 2 op automatische wijze aangepast door een automatische snelheidscorrectie uit te voeren ten gevolge van de beweging van gestel 46 en slanggeleider 50 ten opzichte van houder 8.
De onderhavige vinding is geenszins beperkt tot de boven beschreven voorkeursuitvoeringsvormen daarvan. De gevraagde rechten worden bepaald door de navolgende conclusies, binnen de strekking waarvan velerlei modificaties denkbaar zijn.

Claims (15)

1. Inhaalinrichting voor het inhalen van een slang, de inrichting omvattende: een gestel; een met het gestel verbonden inhaalaandrijving voor het inhalen van de slang; een koppeling ingericht voor het koppelen van het gestel met een houder, en een verplaatsingsaandrijving ingericht voor het verplaatsen van het gestel ten opzichte van de houder zodanig dat de ingehaalde slang plaatsbaar is in de houder; en een slanggeleider ingericht voor het geleiden van de in te halen slang naar de inhaalaandrijving, waarbij de slanggeleider in werkzame verbinding met het gestel verplaatsbaar is.
2. Inhaalinrichting volgens conclusie 1, waarbij het gestel is voorzien van een geleider voor het ten opzichte van het gestel verplaatsen van de inhaalaandrijving.
3. Inhaalinrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij het gestel verder is voorzien van een hefsysteem ingericht voor het tussen een transportpositie en een inhaalpositie bewegen van het gestel.
4. Inhaalinrichting volgens conclusie 3, waarbij het hefsysteem een schaarmechanisme omvat.
5. Inhaalinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de koppeling een vertanding omvat.
6. Inhaalinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de koppeling een borgpal omvat.
7. Inhaalinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de slanggeleider vast met het gestel is verbonden.
8. Inhaalinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, verder omvattende een rotatiemechanisme voor het roteren van de inhaalaandrijving ten opzichte van het gestel.
9. Inhaalinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarin de inhaalaandrijving omvattende: een aandrijfrol; en een aandrukelement ingericht voor het in samenspraak met de aandrijfrol inhalen van de slang.
10. Voertuig voorzien van een inhaalinrichting volgens één van de voorgaande conclusies en een houder ingericht voor het opslaan van de ingehaalde slang.
11. Voertuig volgens conclusie 10, waarin de houder een geleider omvat ingericht voor het met behulp van de verplaatsingsaandrijving verplaatsen van het gestel.
12. Werkwijze voor het inhalen van een slang, omvattende: het voorzien van een inhaalinrichting en/of voertuig volgens één van de voorgaande conclusies; en het met de inhaalinrichting inhalen van de slang.
13. Werkwijze volgens conclusie 12, verder omvattende het vanuit een transportpositie naar een inhaalpositie bewegen van de inhaalinrichting.
14. Werkwijze volgens conclusie 13, verder omvattende het in de inhaalinrichting voeren van een begin van de in te halen slang voorafgaand aan het naar een volledige inhaalpositie bewegen van de inhaalinrichting.
15. Werkwijze volgens conclusie 12, 13 of 14, verder omvattende het tijdens het inhalen van de slang bewegen van de inhaalinrichting ten opzichte van de houder zodanig dat een vouwpatroon wordt gevolgd waarmee de slang in de houder wordt gebracht.
NL2016951A 2016-06-13 2016-06-13 Inhaalinrichting met slanggeleider voor het inhalen van een slang, voertuig voorzien daarvan en werkwijze daarvoor NL2016951B1 (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2016951A NL2016951B1 (nl) 2016-06-13 2016-06-13 Inhaalinrichting met slanggeleider voor het inhalen van een slang, voertuig voorzien daarvan en werkwijze daarvoor
EP17732603.0A EP3468675B1 (en) 2016-06-13 2017-06-12 Retracting device with hose guide for retracting a hose, vehicle provided therewith and method therefor
US16/306,964 US11097138B2 (en) 2016-06-13 2017-06-12 Retracting device with hose guide for retracting a hose, vehicle provided therewith and method therefor
CN201780036838.8A CN109310899A (zh) 2016-06-13 2017-06-12 具有软管导引件的用于缩回软管的缩回设备、具有缩回设备的交通工具及用于缩回软管的方法
JP2019517753A JP7033126B2 (ja) 2016-06-13 2017-06-12 ホースを引き込むホース案内部を有する引き込み装置、当該引き込み装置を備えた車両、及びその方法
PCT/NL2017/050388 WO2017217841A1 (en) 2016-06-13 2017-06-12 Retracting device with hose guide for retracting a hose, vehicle provided therewith and method therefor.

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2016951A NL2016951B1 (nl) 2016-06-13 2016-06-13 Inhaalinrichting met slanggeleider voor het inhalen van een slang, voertuig voorzien daarvan en werkwijze daarvoor

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2016951B1 true NL2016951B1 (nl) 2017-12-21

Family

ID=57104118

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2016951A NL2016951B1 (nl) 2016-06-13 2016-06-13 Inhaalinrichting met slanggeleider voor het inhalen van een slang, voertuig voorzien daarvan en werkwijze daarvoor

Country Status (6)

Country Link
US (1) US11097138B2 (nl)
EP (1) EP3468675B1 (nl)
JP (1) JP7033126B2 (nl)
CN (1) CN109310899A (nl)
NL (1) NL2016951B1 (nl)
WO (1) WO2017217841A1 (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN111452018B (zh) * 2020-04-17 2022-11-04 中国人民解放军陆军勤务学院 一种用于实现带接头软管在车厢内自动排布的机器人装置
DE102021110181B4 (de) 2021-04-22 2023-11-16 Bo-Tec GmbH Vorrichtung und Verfahren zum Bewegen wenigstens eines Teils eines Schlauchs
NL2028775B1 (nl) * 2021-07-19 2023-01-25 Innovative Fire Fighting Solutions B V Slangencontainer voor een brandweerwagen
CN114701914B (zh) * 2022-04-27 2023-05-05 武汉中仪物联技术股份有限公司 软管折叠装箱装置

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2129462A (en) * 1982-10-02 1984-05-16 Robert Alec Lewis Rose Laying hose in a container
JPH08299490A (ja) * 1995-05-11 1996-11-19 Teikoku Sen I Co Ltd 移動車による送水ホース回収方法および移動車
CN201361392Y (zh) * 2009-03-12 2009-12-16 张建明 消防带收带机构
WO2013095116A2 (en) * 2011-12-13 2013-06-27 Hytrans Beheer B.V. Device for retracting a hose, and vehicle and method therefor
CN203647926U (zh) * 2014-01-13 2014-06-18 苏州市捷达消防车辆装备有限公司 水带收取与铺设消防车

Family Cites Families (14)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3601038A (en) * 1969-09-22 1971-08-24 Robert Henry Hayes Firehose retractor
US3866532A (en) * 1974-02-21 1975-02-18 Ogden Gloria F Firehose retractor
JPH0829307B2 (ja) * 1988-09-22 1996-03-27 正和機器産業株式会社 消防ホース洗浄装置
NL9301097A (nl) 1993-06-23 1995-01-02 Kuiken Nv Inrichting voor het inhalen van een soepele slang.
JPH08318004A (ja) * 1995-05-24 1996-12-03 Western Corp:Kk 消防ホース敷設、回収装置
US5636648A (en) * 1995-05-30 1997-06-10 O'brien; J. T. Mobile rotator jet sewer cleaner
US20030230210A1 (en) * 2002-06-17 2003-12-18 Avi-Ben Porat Rotary plural plate cylinders head
US7448110B2 (en) * 2003-07-15 2008-11-11 Best G Robert Fire hose retrieval winch
AU2005270004A1 (en) * 2004-07-07 2006-02-09 Kidde Fire Fighting, Inc. Pump system including host and satellite pumps
US9399560B2 (en) * 2006-09-14 2016-07-26 Clinton D. Baker Apparatus and system for retrieving hose
US8376202B2 (en) * 2006-09-14 2013-02-19 Clinton D. Baker Apparatus for recovering hose
US9494256B2 (en) * 2013-01-11 2016-11-15 Clinton D. Baker Apparatus and system for retrieving hose
US10155239B2 (en) * 2015-03-04 2018-12-18 Jnj Hose Storage Racks, Llc Spray foam hose storage system
DE102016006275B3 (de) * 2016-05-25 2017-11-09 Karl Wiedemann Kanalreinigungsvorrichtung

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2129462A (en) * 1982-10-02 1984-05-16 Robert Alec Lewis Rose Laying hose in a container
JPH08299490A (ja) * 1995-05-11 1996-11-19 Teikoku Sen I Co Ltd 移動車による送水ホース回収方法および移動車
CN201361392Y (zh) * 2009-03-12 2009-12-16 张建明 消防带收带机构
WO2013095116A2 (en) * 2011-12-13 2013-06-27 Hytrans Beheer B.V. Device for retracting a hose, and vehicle and method therefor
CN203647926U (zh) * 2014-01-13 2014-06-18 苏州市捷达消防车辆装备有限公司 水带收取与铺设消防车

Also Published As

Publication number Publication date
EP3468675B1 (en) 2023-12-06
CN109310899A (zh) 2019-02-05
EP3468675A1 (en) 2019-04-17
JP2019518689A (ja) 2019-07-04
JP7033126B2 (ja) 2022-03-09
US11097138B2 (en) 2021-08-24
EP3468675C0 (en) 2023-12-06
US20190134441A1 (en) 2019-05-09
WO2017217841A1 (en) 2017-12-21

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2016951B1 (nl) Inhaalinrichting met slanggeleider voor het inhalen van een slang, voertuig voorzien daarvan en werkwijze daarvoor
US8261512B2 (en) Round baler
NL2007956C2 (nl) Inrichting voor het inhalen van een slang, en voertuig en werkwijze daarvoor.
US8550764B2 (en) Versatile collection apparatus for front loading refuse vehicle
US6892677B1 (en) Method, apparatus and system for filling chicken cages
WO2013117177A1 (de) Vorrichtung und verfahren zum entladen von stückgut aus einem laderaum
DE102011122533A1 (de) Bergevorrichtung und Bergeverfahren zum Bergen von an der Wasseroberfläche eines Gewässers befindlicher kondensierter Materie
CA2689368C (en) Device for moving objects, intended, in particular, for luggage in an aircraft hold
DE102022132855A1 (de) Verfahren zum neupositionieren von gegenständen unter verwendung eines fahrzeugs, das mit einer hubunterstützungsvorrichtung ausgestattet ist
GB2222813A (en) Refuse collection vehicle
US11420547B2 (en) Deployable storage system for vehicles
NL2008875C2 (nl) Landbouwtransportwagen.
NL2007795C2 (nl) Slangbegeleider voor het uitrijden van een slang, voertuig voorzien daarvan en werkwijze daarvoor.
ES2560978B1 (es) Sistema para manipular contenedores de basura en vehículos de carga lateral
DE2660637C2 (de) Transportgeraet, bestehend aus einem austaschbaren behaelter und einem transportfahrzeug
NL2022151B1 (nl) Paardentrailer met uitneembare zadelkast
NL2008408C2 (nl) Beveiligingsinrichting voor het afschermen van een werkgebied, een beladingsysteem en voertuig voorzien daarvan, en werkwijze daarvoor.
US10220893B2 (en) Spare tire release device with dual slider mechanism
CA3096289A1 (en) Deployable storage system for vehicles
IT202100006200A1 (it) Gruppo di rimozione neve
NL2002299C2 (nl) Werkwijze en transportcontainerafdeksysteem voor het aanbrengen of verwijderen van een deklichaam over een open bovenzijde van een transportcontainer.
EP1950068A2 (en) Trailer sheeting system
DE102020100037A1 (de) Kraftfahrzeuginnenraum mit Gepäckaufnahme und Gepäckbeförderungsmittel
PL236392B1 (pl) Przyczepa
DE102022121203A1 (de) Fahrzeugbaugruppe mit einer an einer Querstange montierten Hubunterstützungsvorrichtung und Hubunterstützungsbetriebsverfahren