NL2012633B1 - Isolerend trasraamelement. - Google Patents

Isolerend trasraamelement. Download PDF

Info

Publication number
NL2012633B1
NL2012633B1 NL2012633A NL2012633A NL2012633B1 NL 2012633 B1 NL2012633 B1 NL 2012633B1 NL 2012633 A NL2012633 A NL 2012633A NL 2012633 A NL2012633 A NL 2012633A NL 2012633 B1 NL2012633 B1 NL 2012633B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
holes
wall
building
foundation
superstructure
Prior art date
Application number
NL2012633A
Other languages
English (en)
Other versions
NL2012633A (nl
Inventor
Franciscus Petrus Van Der Heijden Wilhelmus
Original Assignee
Beheersmaatschappij W F P Van Der Heijden B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Beheersmaatschappij W F P Van Der Heijden B V filed Critical Beheersmaatschappij W F P Van Der Heijden B V
Priority to NL2012633A priority Critical patent/NL2012633B1/nl
Priority to DK15163517.4T priority patent/DK2995722T3/en
Priority to EP15163517.4A priority patent/EP2995722B1/en
Publication of NL2012633A publication Critical patent/NL2012633A/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2012633B1 publication Critical patent/NL2012633B1/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02DFOUNDATIONS; EXCAVATIONS; EMBANKMENTS; UNDERGROUND OR UNDERWATER STRUCTURES
    • E02D27/00Foundations as substructures
    • E02D27/01Flat foundations

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • General Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Mining & Mineral Resources (AREA)
  • Paleontology (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Building Environments (AREA)
  • Load-Bearing And Curtain Walls (AREA)
  • Buildings Adapted To Withstand Abnormal External Influences (AREA)

Abstract

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een trasraamelement voor plaatsing tussen een fundering en een opbouw van een gebouw. De onderhavige uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijk trasraamelement, en een trasraam omvattende dergelijke trasraamelementen. Dienovereenkomstig wordt in een eerste aspect in een trasraamelement voorzien voor plaatsing tussen een fundering en een opbouw van een gebouw, waarbij de opbouw van het gebouw opbouwwanden omvat die ten minste een van een binnenmuur en een buitenmuur omvat, waarbij het trasraamelement een naar de fundering gerichte funderingszijde en een naar de opbouw gerichte opbouwzijde omvat. Ten minste een van de voorgenoemde doelen wordt bereikt doordat het trasraamelement althans hoofdzakelijk uit isolatiemateriaal vervaardigd is en een herhalend patroon omvat van tussen de funderingszijde en de opbouwzijde doorlopende gaten.

Description

Korte aanduiding: Isolerend trasraamelement Beschrijving
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een trasraamelement voor plaatsing tussen een fundering en een opbouw van een gebouw.
De onderhavige uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijk trasraamelement, en een trasraam omvattende dergelijke trasraamelementen.
Een trasraam of ook wel een cementraam genoemd, is een veelal gemetselde muur van een bepaalde hoogte, vaak 5 of 6 steenlagen onder, tot 5 of 6 steenlagen boven het maaiveld. Een veelheid trasraamelementen bovenop een fundering vormen samen het trasraam. Op het trasraam worden vervolgens de binnenmuur en de buitenmuur opgetrokken.
Een trasraam wordt veelal uitgevoerd in een harde steen soort of harde specie, dit tegen het optrekken van vocht vanuit de bodem rondom het gebouw. Zonder een trasraam kan er aan een gebouw dan ook vorstschade ontstaan in de onderste laag stenen, dit ten gevolge van optrekkend vocht in de stenen en het vervolgens bevriezend daarvan. Door de uitzetting van het bevroren vocht breken de stenen, met alle gevolgen van dien. Om dit te voorkomen worden in bekende trasramen dan ook veelal stenen met lage of vrijwel geen capillaire werking gebruikt. Vaak wordt als bindmiddel tussen de stenen van het trasraam mortel gebruikt. Ook kan het gehele trasraam in mortel zijn uitgevoerd. Mortel heeft echter weer als nadeel dat de isolatiewaarde hiervan relatief laag is en er als gevolg daarvan veel energie via het trasraam verloren kan gaan.
In het kader van deze uitvinding wordt gesproken over mortel ofwel over cement. Mortel dient in dit kader echter niet beperkt te worden uitgelegd maar slechts als voorbeeld voor een bindmiddel dat gebruikt wordt voor gebouwen. Met mortel wordt in dit kader derhalve ook alle andere bindmiddelen bedoeld die cement omvatten als ook beton, metselspecie, of andere (vezel)cementproducten.
Een nadeel van de bekende trasramen is dat het vervaardigen daarvan arbeidsintensief is. Niet alleen het metselen van de stenen van het trasraam, maar er dient ook voorafgaand aan het metselen een veelheid van referentiepunten of uitzetpunten gemaakt te worden waartussen de muren gemetseld dienen te worden. Het nauwgezet omzetten van de bouwtekening van het gebouw naar deze uitzetpunten is eveneens arbeidsintensief.
Een ander nadeel aan bekende trasramen, is dat het gebruik van mortel ook bewerkelijk is omdat er een bekisting gemaakt dient te worden, waarvan het uitzetten daarvan eveneens arbeidsintensief is. Bovendien is de isolatiewaarde van mortel laag waardoor door mortel gevormde wanden een koudebrug kunnen vormen.
Met het almaar toenemende belang van een isolatiewaarde van gebouwen en de drang naar kostenreductie bij het bouwproces, bestaat er de behoefde aan een eenvoudiger trasraam met verbeterde isolatiewaarde.
Een doel van de onderhavige uitvinding is derhalve in een trasraamelement te voorzien voor plaatsing tussen een fundering en een opbouw van een gebouw waarbij de tijd voor het realiseren van het trasraam verkort is.
Een ander doel van de onderhavige uitvinding is in een trasraamelement te voorzien voor plaatsing tussen een fundering en een opbouw van een gebouw, waarbij de isolatiewaarde van het trasraam ten opzichte van bekende trasramen hoger is.
De onderhavige uitvinding voorziet dienovereenkomstig in een eerste aspect in een trasraamelement voor plaatsing tussen een fundering en een opbouw van een gebouw, waarbij de opbouw van het gebouw opbouwwanden omvat die ten minste een van een binnenmuur en een buitenmuur omvat, waarbij het trasraamelement een naar de fundering gerichte funderingszijde en een naar de opbouw gerichte opbouwzijde omvat. Ten minste een van de voorgenoemde doelen wordt bereikt doordat het trasraamelement althans hoofdzakelijk uit isolatiemateriaal vervaardigd is en een herhalend patroon omvat van tussen de funderingszijde en de opbouwzijde doorlopende gaten.
Een trasraam gevormd door een veelheid van voorgenoemde trasraamelementen kan vervaardigd worden door de trasraamelementen op de fundering te plaatsen en af te storen met mortel of ander eerder genoemd bindmiddel omvattend bouwmateriaal. Het trasraam wordt daardoor gevormd door de in de gaten aanwezige mortel die vanaf de fundering naar de opbouw uitstrekt. Deze mortel delen of drager elementen of ook wel cementnokken genoemd, zorgen ervoor dat het trasraam voldoende draagkracht heeft om de opbouw van het gebouw te kunnen dragen. Afhankelijk van de opbouw kan dan ook gekozen worden voor grotere gaten of een grotere hoeveelheid gaten per strekkende meter om zodoende het volume mortel in het trasraam te doen laten toenemen en daarmee de draagkracht van het trasraam. Daar waar geen gaten in het trasraam aanwezig zijn, wordt het trasraam gevormd door het isolatiemateriaal van het trasraamelement. Dit heeft als voordeel dat althans een groot deel van het trasraam isolatiemateriaal omvat, hetgeen een verhoogde isolatiewaarde van het trasraam tot gevolg heeft.
Doordat het trasraam uit zodanige trasraamelementen opgebouwd wordt die overeenkomen met de vorm van de fundering en de opbouw, hoeft het trasraam niet meer van een veelheid rijen stenen vervaardigd te worden. Het gebruik van dergelijke relatief grote voorgevormde bouwblokken doet de arbeidsintensiviteit van het vervaardigen van het trasraam sterk afnemen.
Met een trasraamelement volgens een eerste aspect van de uitvinding word ook de noodzaak van het uitzetten van de veelheid van uitzetpunten verminderd. Er dient per opbouwwand slechts een begin en eind uitzetpunt aanwezig te zijn, tussen welke punten een, of meerdere trasraamelementen geplaatst kunnen worden. Hierdoor wordt ook de noodzaak weggenomen van het stellen van een profiel waarlangs gemetseld of gestort dient te worden.
Doordat isolatiemateriaal veelal vele malen lager is in gewicht dan de stenen en/of mortel die in bekende trasramen gebruikt wordt, is een trasraamelement volgens de uitvinding ook makkelijk te plaatsen en hanteerbaar.
In een verdere uitvoeringsvorm zijn de doorlopende gaten in twee vlakken geordend en omvat de opbouw van het gebouw opbouwwanden die ten minste een binnenmuur en een buitenmuur omvatten, waarbij twee vlakken door de binnenmuur en de buitenmuur van de opbouw gevormd worden.
Niet de gehele trasraamconstructie hoeft in alle gevallen uit een massief deel te bestaan. Door de doorlopende gaten in twee vlakken te ordenen, dat wil zeggen in twee rijen die in de lengte richting van het trasraamelement parallel aan elkaar lopen en waarbij de ene rij zich tussen de fundering en de buitenmuur bevindt en de andere rij tussen de fundering en de binnenmuur, wordt feitelijk de opbouwconstructie doorgevoerd in de trasraamconstructie. Er komen op gelijke of ongelijke afstanden van elkaar verbindingselementen, zijnde de met beton of mortel gevulde gaten, die de binnen en buitenmuur kunnen dragen op de fundering. Doordat het deel tussen de binnen en buitenmuur niet voorzien is van gaten, dus niet afgevuld wordt met mortel, wordt hier de maximale isolatiewaarde behouden. Gezien vanuit de dwarsdoorsnede van het trasraam, levert dit dan ook een hoge isolatiewaarde op.
De doorlopende gaten kunnen in een uitvoeringsvorm in twee parallel van elkaar opgestelde rijen zijn geordend. Deze rijen komen dan overeen met de binnen en de buitenmuur. Vanzelfsprekend kunnen er ook meer rijen zijn, bijvoorbeeld drie, in het geval van een opbouw die uit drie muren bestaat, een buitenmuur een binnenmuur en een tussenmuurtje.
Het trasraamelement wordt na plaatsing op de fundering afgestort met mortel. Dit kan in een keer gebeuren, maar er kan ook gekozen worden voor verschillende fases, waarbij in een eerste fase het trasraamelement wordt vastgezet door een eerste minimale laag mortel, welke na uitharding er voor zorgt dat het trasraamelement vast komt te zitten. In een volgende fase kan het trasraamelement dan helemaal afgestort worden met mortel waarmee het gehele trasraam vervaardigd is. De gaten zijn dan volledig gevuld met mortel waarmee het gehele trasraam bestaat uit het oorspronkelijke isolatiemateriaal en de met mortel gevulde gaten.
In een verdere uitvoering kunnen de gaten ook horizontaal met elkaar in verbinding staan. Dat wil zeggen, dat geen losstaande verbindingselementen gevormd worden tussen de fundering en de opbouw maar dat deze, bij voorkeur aan de zijde van de fundering met elkaar verbonden zijn. In de lengte richting van het trasraamelement vormen de gaten dan U-vormige holle ruimtes die bij het met mortel afvullen daarvan een overeenkomstige U-vormige brug vormen, dan wel een omgekeerde U-vormige brug. Na afstorten van het trasraamelement met mortel, beton, betonspecie of dergelijke, bestaat het trasraam dan uit isolatiemateriaal met een veelheid van U-vormige mortel of dergelijke pilaren. In het brugdeel van de U-vormige holle ruimte kan dan in het mortel nog een versterkingselement worden toegevoegd, bijvoorbeeld een wapening zoals murfor uitgevoerd in 10mm bijvoorbeeld.
In een verdere uitvoeringsvorm verspringen de posities van de doorlopende gaten in het ene vlak en de posities van de doorlopende gaten in het andere vlak ten opzichte van elkaar.
Wanneer dwars op het trasraam gekeken wordt, dus dwars op de lengte richting daarvan, zijnde de dwarsrichting vanaf de buitenmuur naar de binnenmuur of vise verse, wordt door de versprongen posities van de gaten de isolatiewaarde op iedere positie in het trasraam even hoog. Wanneer de posities van de gaten gelijk zouden zijn voor de eerste en tweede rij, en dus voor het verlengde van de buitenmuur en de binnenmuur, zou er ter plaatse van de gaten een lage isolatiewaarde zijn, welke alleen of grotendeels bepaald wordt door de afstand tussen de twee rijen. Op de posities waar geen gaten zouden zitten zou de gehele dikte uit isolatiemateriaal bestaan. Door de posities van de gaten nu ten opzichte van elkaar te laten verspringen is de dikte aan isolatiemateriaal op iedere positie gelijk aan de dikte van het trasraam min een maal de dikte van een gat dat met mortel gevuld is.
Worden er kleine gaten gemaakt, dan zijn de pilaren of draagelementen die daar na het afvullen met mortel in gevormd worden, klein. Afhankelijk van de opbouw van het gebouw, zou volstaan kunnen worden met slechts kleine gaten en zodoende kleine pilaren, zolang deze het gewicht van de opbouw maar kunnen dragen. In het geval van kleine gaten, is de hoeveelheid isolatie in het trasraam hoger. Naast het maken van grotere gaten, en in het bijzonder dikkere gaten gezien dwars op de lengterichting van het trasraamelement, kan de draagkracht ook toenemen door binnen een rij de gaten korter bij elkaar te plaatsen.
In een andere uitvoeringsvorm strekt het trasraamelement zich over de gehele lengte van een van de opbouwwanden van de opbouw uit.
De trasraamelementen kunnen als standaard bouwblokken in standaard maten worden uitgevoerd, bijvoorbeeld in maten van 50cm breed, maar ook in verschillende standaard maten van bijvoorbeeld 25cm, 50cm. 75cm, 100cm, 150cm, etc. Daarmee kan voor de meeste bouwwerken met behulp van deze verschillende maten een trasraam gemaakt worden uit standaard maten.
Echter, in een voorkeursuitvoering wordt een trasraamelement vervaardigd met een lengte die gelijk is aan een gehele opbouwwand, dat wil zeggen, een wand waar geen hoeken in zitten. Dit trasraamelement kan dan vooraf door een freesmachine/CNC/CAD-CAM of dergelijke direct op de juiste maat vervaardigd worden. Daarmee wordt tijd voor het vervaardigen van het trasraam aanzienlijk verkort. Voor bijvoorbeeld een eenvoudige vierkant gebouw met vierkantvormige fundering, hoeven dan slecht vier trasraamelementen vervaardigd te worden. Daarbij is het aantal uitzetpunten of referentiepunten dat nodig is om het trasraam goed uit te lijnen, aanzienlijk lager.
In een volgende uitvoeringsvorm bezitten de doorlopende gaten een dwarsdoornede vorm volgens een uit de groep bestaande uit: rond, vierkant, vijfhoekig, zeshoekig, stervormig, polygoon en boogvormig.
De doorlopende gaten kunnen verschillende vormen aannemen, uitgaande een twee dimensionale vorm, kunnen deze rond, vierkant, vijfkant, rechthoekig, zeshoekig, stervormig, polygoon of zelfs boogvormig zijn. In drie dimensionale vorm wordt de ronde vorm een cilinder, of conus, de vierkant een kolom of piramide vorm, enz. enz. De vakman zal begrijpen welke andere vormen nog mogelijk en geschikt zijn.
In weer een volgende uitvoeringsvorm lopen de doorlopende gaten taps toe.
Zoals aangegeven kunnen de genoemde vormen recht lopen, maar ook taps. Dan wil zeggen dat een ronde vorm een conus vorm krijgt en een vierkante vorm kan trapezium vormig of piramide vormig worden.
In weer een volgende uitvoeringsvorm is de tapse zijde van de doorlopende gaten in het ene vlak aan de funderingszijde aanwezig en de tapse zijde van de doorlopende gaten in het andere vlak aan de opbouwzijde aanwezig.
Door de tapse kanten van de gaten in de ene rij aan de onderzijde aan te brengen, dat wil zeggen, de kant van de fundering, en in de andere rij aan de bovenzijde, dat wil zeggen, de opbouw kant, wordt een symmetrisch geheel gevormd dat complementair kan zijn aan elkaar. Daardoor is niet alleen op ieder positie in de breedte de dikte van het isolatiemateriaal gelijk, maar ook op iedere positie gezien in de hoogte van het element.
In een volgende uitvoeringsvorm is het trasraamelement uit een monolithisch blok isolatiemateriaal vervaardigd en in weer een verdere uitvoeringsvorm omvat het trasraamelement ten minste een materiaal uit de groep bestaande uit: kunststof, geschuimd kunststof, polystyreen, geëxtrudeerde polystyreen, geëxpandeerde polystyreen.
Het isolatiemateriaal kan van verschillend materiaal omvatten. Sommige materialen worden al veel gebruikt in de bouw zoals EPS of XPS, ook wel bekend onder de namen tempex, piepschuim, isomo en blauwplaat. Echter, andere materialen, al dan niet geschuimd, met een hoge isolatie kunnen ook geschikt zijn. In een voorkeur uitvoering is al het gehele trasraamelement van het isolatiemateriaal vervaardigd. Het kan echter ook zo worden uitgevoerd dat er een combinatie is van materialen of dat er andere materialen gebruikt worden met een minder hoge isolatiewaarde zoals stalen verstevigingsbalken, roosters, ets.
In een tweede aspect wordt een werkwijze geopenbaard voor het vervaardigen van een trasraam voor plaatsing tussen een fundering en een opbouw van een gebouw, waarbij de opbouw van het gebouw uit opbouwwanden bestaat die ten minste een binnenmuur en een buitenmuur omvatten, de werkwijze omvattende de stappen van: het verschaffen van een althans hoofdzakelijk uit isolatie vervaardigde blok; het verspanen van het blok voor het verschaffen van een vorm die ten minste hoofdzakelijk overeenkomt met minste een deel van een opbouwwand en de fundering; het verspanen van het blok voor het verschaffen van een veelheid vanaf een eerste naar een overstaande zijde van het blok doorlopende gaten.
In een verdere uitvoeringsvorm worden de doorlopende gaten in twee in de lengterichting parallel aan elkaar gelegen vlakken verschaft, waarbij de twee vlakken overeenkomen met de binnenmuur en de buitenmuur van de opbouwwand.
In een specifieke uitvoeringsvorm worden de posities van de doorlopende gaten in het ene vlak en de posities van de doorlopende gaten in het andere vlak ten opzichte van elkaar versprongen aangebracht.
In een andere uitvoeringsvorm heeft de vorm van het verspaande blok een lengte die althans hoofdzakelijk overeenkomt met de lengte van de opbouwwand.
In een verdere uitvoeringsvorm bezitten de verschafte doorlopende gaten een dwarsdoornede vorm volgens een uit de groep bestaande uit: rond, vierkant, vijfhoekig, zeshoekig, stervormig, polygoon en boogvormig.
In een andere uitvoeringsvorm zijn de doorlopende gaten taps toelopend verschaft.
In een volgende uitvoeringsvorm is de tapse zijde van de doorlopende gaten in het ene vlak aan ene zijde verschaft en de tapse zijde van de doorlopende gaten in het andere vlak aan de overstaande zijde verschaft.
In een derde aspect wordt een trasraam verschaft voor plaatsing tussen een fundering en een opbouw van een gebouw omvattende een veelheid van trasraamelementen volgens een van de voorgenoemde kenmerken.
De onderhavige uitvinding zal hierna in meer detail worden beschreven onder verwijzing van de bijgaande figuren, welke figuur in:
Fig. 1 een doorsnede toont van een trasraamelement volgens een uitvoering van de uitvinding;
Fig. 2 een doorsnede toont van een trasraamelement volgens een uitvoering van de uitvinding met andere maatvoeringen;
Fig. 3 een doorsnede toont van een trasraamelement volgens een uitvoering van de uitvinding in een enkel-muur uitvoering;
Fig. 4a en 4b een binnen en buiten vooraanzicht toont van een trasraamelement volgens een uitvoering van de uitvinding;
Fig. 5 een bovenaanzicht toon van een trasraamelement volgens een uitvoering van de uitvinding;
Fig. 6 een bovenaanzicht toont van een trasraamelement volgens een uitvoering van de uitvinding in een enkel-muur uitvoering;
Fig. 7 in detail een doorsnede toont van een trasraamelement volgens een uitvoering van de uitvinding in een enkel-muur uitvoering;
Fig. 8 in detail een doorsnede toont van een trasraamelement volgens een uitvoering van de uitvinding in een binnen en buitenmuur uitvoering;
Fig. 9 vanuit verschillende perspectieven een trasraamelement toont volgens een uitvoering van de uitvinding nadat deze afgestort is met mortel en waarbij ter illustratie enkel het mortel deel wordt weergegeven;
Fig. 10 een drie dimensionaal aanzicht een trasraamelement toont overeenkomstig Fig. 9.
Ten behoeve van een beter begrip van de uitvinding worden overeenkomende onderdelen in de diverse figuren met hetzelfde referentiecijfer aangeduid.
In Fig. 1 wordt een voorbeeld getoond van een doorsnede van een trasraamelement 10 volgens een uitvoering van de uitvinding. Met referentiecijfer 16 wordt de fundering aangeduid die op conventionele wijze in de grond is aangebracht, c.q. gestort. Boven het maaiveld 14 is aan de buitenzijde van het gebouw een opbouw 11, 12 waar te nemen die in dit geval niet alleen uit een buitenmuur 11 en een binnenmuur 12 bestaat, maar ook een isolatielaag 15 omvat dit tussen de twee muren is opgenomen. Aan de binnenzijde van het gebouw is een gelaagde opbouw van de vloer weergegeven die uit de onderdelen 13c, 13b en 13a is opgebouwd uit een betonnen laag met een eventuele isolatielaag en een dekvloer.
Tussen de buitenmuur 11 en binnenmuur 12 en de op afstand daarvan gelegen fundering 16 bevindt zich het trasraam 17. In dit geval bevindt het trasraam 17 zich volledig onder het maaiveld 14. Echter, er zijn ook uitvoeringen van het trasraam volgens de uitvinding waarin het trasraam boven of gedeeltelijk boven én gedeeltelijk onder het maaiveld 14 opgenomen is. Derhalve is de uitvinding niet beperkt tot het in deze figuur weergegeven voorbeeld.
Het trasraam is uit ten minste twee hoofdmaterialen opgebouwd. Ten eerste het isolatiemateriaal, dat het hoofdmateriaal vormt. In het isolatiemateriaal zijn in twee rijen 17a, 17b zichtbaar, de rijen die gevormd worden door de daarboven aanwezige binnenmuur en de buitenmuur. In deze rijen zijn gaten opgenomen, deze doorlopende gaten zorgen ervoor dat isolatiemateriaal weggenomen is tussen de fundering en de binnenmuur, respectievelijk de buitenmuur. Wanneer het trasraamelement, dus op moment van plaatsing nog met gaten in het isolatiemateriaal, op de fundering geplaatst wordt, kunnen de gaten vervolgens volgestort worden met mortel, beton, of dergelijk ander sterk bouwmateriaal. Dit volstorten kan in een keer gebeuren maar kan ook in stappen. Dat wil zeggen, er wordt eerst een kleine laag mortel in de gaten gestort om er voor te zorgen dat het trasraamelement onlosmakelijk met de fundering wordt verbonden, om vervolgens op een later moment pas de rest van de gaten vol te storten, zodat het element gebruikslaar is en de bovenbouw van buitenmuur en binnenmuur daarop gebouwd kunnen worden. Er zijn dan feitelijk twee rijen betonnen pilaren gevormd tussen de buitenmuur 11 en de fundering 16 door de eerste rij betonnen verbindingselementen 17a en tussen de binnenmuur 12 en de fundering 16 door de tweede rij betonnen verbindingselementen 17b. De rest van het trasraam wordt gevormd door isolatiemateriaal. Dit maakt dat de totale isolatiewaarde van een dergelijk trasraam hoger is dan trasramen volgens de stand van de techniek.
Het in Fig. 1 weergegeven trasraamelement is in een voorbeeld uitvoering weergegeven met een zodanige maatvoering waarbij de breedte van de opbouwwand, dus het totaal van de binnenmuur 12 en de buitenmuur 11 en het eventueel daartussen aanwezige isolatiemateriaal 15 of dergelijke, 360 cm is. In Fig. 2 wordt een overeenkomstig trasraamelement weergegeven, echter met een andere, standaard opbouwwand breedte van 380 cm. In dit geval is de isolatie 15 en de binnenmuur 12 10 cm breder uitgevoerd. Dit maakt dat de opbouw van het gebouw zwaarder wordt, en daarmee ook de druk dit uitgeoefend wordt op het trasraam 17. Om deze druk op te kunnen vangen kunnen enerzijds de gaten in de rij die overeenkomt met de dikkere binnenmuur ook breder worden uitgevoerd. Bijvoorbeeld zoals in Fig. 2 weergegeven doordat de gaten dezelfde breedte hebben als de daarboven aanwezige buitenmuur, respectievelijk de binnenmuur. Er zou anderzijds ook gekozen kunnen worden voor sterkere mortel, dat een hogere last kan verwerken. Zodoende kan met minder mortel gewerkt worden, zijn er minder grote gaten nodig, is er meer isolatiemateriaal en zal de isolatiewaarde van het trasraam omhoog gaan.
In de trasraamelementen van Fig. 1 en 2 is verder een wapening 18 opgenomen, in dit geval bijvoorbeeld in de vorm van een murfor wapening. Deze wapening is in deze voorbeelden opgenomen aan de bovenzijde van het trasraamelement en in de lengte richting van de rijen met gaten. De vakman zal begrijpen dat er verschillende andere varianten mogelijk zijn.
In Fig. 3 wordt een andere uitvoering van een trasraamelement 17 volgens de uitvinding getoond, welk trasraamelement 17 gevormd wordt door een blok vervaardigd uit isolatiemateriaal waar slechts één rij gaten in is opgenomen. Dit heeft tot resultaat dat na het afstorten van de gaten, er slechts één rij verbindingselementen 17c gevormd is. Deze variant is bij uitstek geschikt voor het vervaardigen van een trasraam voor een binnenmuur 12.
In Fig. 4a en 4b worden vanuit zij perspectief de twee rijen getoond waarin duidelijk te zien is welk deel gevormd wordt door isolatiemateriaal en welk deel door de gaten die na storen gevuld zijn met mortel, beton of dergelijke. Fig. 4a is het zijaanzicht vanaf de buitenmuurzijde, dat wil zeggen dat de hierin gevormde verbindingselementen 52 zich tussen de fundering en de buitenmuur bevinden. Het trasraamelement 17a wordt gevormd door isolatiemateriaal zoals kunststof, geschuimd kunststof, polystyreen, geëxtrudeerde polystyreen, geëxpandeerde polystyreen of dergelijke. Daarin worden voorafgaand aan het plaatsen op de fundering, gaten aangebracht, respectievelijk worden er delen uit weggenomen door bijvoorbeeld een freesmachine. Daarmee wordt een vorm verschaft overeenkomstig figuren 4a, 4b. Met 51 worden oorspronkelijk isolatiemateriaal aangeduid. De rest, zijnde 52 is weggenomen en wordt na plaatsing volgestort met mortel. Daardoor ontstaat op enige afstand van elkaar opgenomen verbindingselementen 52 die de opbouwwanden (binnenmuur en buitenmuur) dragen en tussen deze opbouwwanden en de fundering opgenomen zijn. In deze voorbeelden is eveneens de optionele wapening opgenomen in de vorm van een dubbele 10 mm doorsnede staal wapening in de vorm van een murfor wapening 18.
Wat opvalt in figuren 4a en 4b is dat de gaten 52 in de rij voor de buitenmuur 17a in Fig. 4a verspringen ten opzichte van de gaten 52 in de rij voor de binnenmuur 17b in Fig. 4b. Dit heeft tot gevolg dat dwars op de lengte richting van de trasraamelementen er altijd een zelfde dikte isolatiemateriaal aanwezig is. Gezien vanaf de buitenzijde is het namelijk op iedere positie zo dat er vanaf de buitenmuur naar de binnenmuur toe altijd sprake is van ofwel isolatie 51 en dan mortel 52 of eerst mortel 52 en dan isolatie. In dwarsdoorsnede perspectief zoals in Fig. 1 en 2 is het dan ook zo dat in het geval van een verhouding 1/3 1/3 1/3 voor rij 17a, isolatie, rij 17b, er altijd op iedere positie gezien in de breedte van het trasraam element 2/3 isolatiemateriaal is omdat door het verspringen van de gaten de laag altijd opgebouwd is uit isolatie-isolatie-mortel of mortel-isolatie-isolatie en niet op de ene positie isolatie-isolatie-isolatie en op de andere mortel-isolatie-mortel. In de laatste genoemde ontstaat daar namelijk een koude brug, hetgeen zeer nadelig is voor de algehele isolatiewaarde van het trasraam en derhalve het gebouw.
In Fig. 4a en 4b wordt een vorm getoond voor de gaten die overeenkomt met een trapezium, dat wil zeggen dat er een taps toelopende zijde aan de gaten zit. In deze uitvoering zijn de tapse kanten aan van de gaten voor beide rijen aan dezelfde zijde aangebracht. Volgens de uitvinding kunnen deze ook voor de ene rij aan de bovenzijde zitten en voor de andere rij aan de onderzijde. Ook zijn andere vormen voor de gaten toepasbaar, voorbeelden daarvan zijn rechte kolom vormige gaten, rechte cilinder vormige gaten, taps toelopende cilinder vormige gaten zoals conussen of andere varianten daarop.
In Fig 5 wordt een bovenaanzicht getoond van een trasraamelement volgens de uitvinding. Ook hier is de opbouw in dwarsrichting goed te zien, namelijk rij 17a, isolatiemateriaal, rij 17b. Ook is hier goed te zien dat de gaten 52 ten opzichte van elkaar verspringen waardoor dwars op deze lengte richting van het trasraamelement 17 er altijd slechts één deel door mortel wordt gevormd. Ook hier zijn weer de mufor wapeningen 18 aangebracht om het geheel meer sterkte te geven door de totale constructie als gewapend beton uit te voeren.
In Fig. 6 wordt een andere variant getoond, ook vanuit een bovenaanzicht, maar dan overeenkomstig het trasraamelement voor een enkele (binnen) muur zoals weergegeven in Fig. 3. In dit geval zijn de gaten ook op enige afstand van elkaar gelegen en is er sprake van taps toelopende gaten, hetgeen in trapeziumvormige verbindingselementen/betonnokken 52 resulteert.
In Fig. 7 en 8 worden detail dwarsdoorsneden getoond van een trasraamelement 17 met een enkele rij gaten (Fig. 7) voor een enkele muur en met een dubbele rij gaten (Fig. 8) voor een opbouwwand uit een binnenmuur en een buitenmuur. Zoals in de figuren is aangegeven is de hoogte van het trasraamelement en daarmee het trasraam, variabel. Zo kan het trasraam geheel onder het maaiveld komen te liggen, daar boven, of in het meest voorkomende geval, gedeeltelijk er onder en gedeeltelijk er boven. Ook kan er met verschillende diktes gewerkt worden en is de uitvinding niet beperkt tot die maatvoeringen zoals deze in de verschillende figuren worden gebruikt.
In Fig. 8 wordt in detail een trasraamelement weergegeven volgens een twee vlakken omvattende opbouw, waarbij de gaten opgedeeld zijn in twee rijen die overeenkomen met de vlakken zoals deze door respectievelijk de binnenmuur en de buitenmuur worden gevormd.
Bij het plaatsen van de trasraamelementen hoeft niet, zoals dit bij stand van de techniek trasramen wel het geval is, op veel plaatsen een uitzetpunt of referentiepunt bepaald te worden. In het meest minimale geval hoeft dit enkel gedaan te worden voor de hoeken van de opbouw. Dit levert een aanzienlijke tijdswinst op, maar is ook de variant met het meeste maatwerk. Meer in het bijzonder is in een dergelijke variant waarbij het trasraamelement in lengte overeenkomt met de gehele lengte van de opbouwwand die later op het trasraamelement gebouwd wordt, sprake van het enkel plaatsen van één vooraf vervaardigd trasraamelement per opbouwwand en het vervolgens afstorten daarvan met mortel. Er zijn echter ook tussenoplossingen denkbaar. Bijvoorbeeld varianten waarbij het trasraamelement niet volledig maatwerk is maar overeenkomt met standaard maatvoeringen van een binnenmuur of een combinatie van een binnen en buitenmuur. In dit geval kan het trasraamelement in standaard lengtes worden vervaardigd van bijvoorbeeld 50 cm, 75 cm, 100 cm, 150 cm 250 cm etc. Het is echter ook mogelijk om lange standaard meten te verschaffen die dan op de bouwlocatie op maat gemaakt worden. In het geval van bijvoorbeeld piepschuim of blauwplaat of dergelijk ander makkelijk te verwerken isolatiemateriaal is dit bijzonder eenvoudig uit te voeren. In een tussenoplossing komen de trasraamelementen in lengte al overeen met de lengte van de opbouwmuren, maar dienen de trasraamelementen nog verder aangevuld te worden met conventionele bakstenen of dergelijke om het gehele trasraam te vormen. In deze variant is de opbouw dan dus als volgt, fundering, trasraamelementen van mortel en isolatiemateriaal, de rest van het trasraam van conventionele bakstenen voor een dergelijk trasraam en vervolgens de opbouw.
In Fig. 9 wordt een boven, voor en zijaanzicht getoond van een trasraam opgebouwd uit trasraamelementen volgens de uitvinding. Vanuit het bovenaanzicht 90a is goed te zien dat er in de breedte van de trasraamelementen twee rijen te herkennen zijn. Deze rijen zijn de rijen van gaten die na afstorten met mortel, de cementnokken vormen. Deze cementnokken zijn in het vooraanzicht 90c en het zijaanzicht 90b goed waar te nemen. Ook is in deze figuren goed te zien hoe de rijen nokken 17a, 17b, 52 of verbindingselementen 17a, 17b, op de fundering verschaft worden nadat de gaten met mortel zijn afgevuld. Ter verduidelijking, na het afstorten met mortel ontstaat er een integrale constructie en in Fig. 9 wordt slechts het mortel deel van deze integrale constructie getoond, met andere woorden het mortel dat in de gaten en weggenomen delen uit het isolatiemateriaal wordt gestort. In Fig. 10 wordt vervolgens het geheel overeenkomstig Fig. 9 nog in drie dimensionaal perspectief getoond. Ook hier is het duidelijk te zien dat de posities van de gaten en dus van de cementnokken die daarin gevormd worden, niet gelijk liggen maar ten opzichte van elkaar verspringen. Aan de bovenzijde zijn de nokken onderling met elkaar verbonden in een omgekeerde U-vorm waarin optioneel nog wapening is aangebracht.

Claims (17)

1. Trasraamelement voor plaatsing tussen een fundering en een opbouw van een gebouw, waarbij de opbouw van het gebouw opbouwwanden omvat die ten minste een van een binnenmuur en een buitenmuur omvat, waarbij het trasraamelement een naar de fundering gerichte funderingszijde en een naar de opbouw gerichte opbouwzijde omvat en althans hoofdzakelijk uit isolatiemateriaal vervaardigd is, waarbij het trasraamelement een herhalend patroon omvat van tussen de funderingszijde en de opbouwzijde doorlopende gaten.
2. Trasraamelement volgens conclusie 1, waarbij de opbouwwand ten minste een binnenmuur en een buitenmuur omvat, en waarbij de doorlopende gaten in twee vlakken geordend zijn, welke twee vlakken door de binnenmuur en de buitenmuur van de opbouwwand gevormd worden.
3. Trasraamelement volgens conclusie 2, waarbij de posities van de doorlopende gaten in het ene vlak en de posities van de doorlopende gaten in het andere vlak ten opzichte van elkaar verspringen.
4. Trasraamelement volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het trasraamelement zich over de gehele lengte van een van de opbouwwanden van de opbouw uitstrekt.
5. Trasraamelement volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de doorlopende gaten een dwarsdoornede vorm bezitten volgens een uit de groep bestaande uit: rond, vierkant, vijfhoekig, zeshoekig, stervormig, polygoon en boogvormig.
6. Trasraamelement volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de doorlopende gaten taps toe lopen.
7. Trasraamelement volgens conclusie 6, waarbij de tapse zijde van de doorlopende gaten in het ene vlak aan de funderingszijde aanwezig zijn en de tapse zijde van de doorlopende gaten in het andere vlak aan de opbouwzijde aanwezig zijn.
8. Trasraamelement volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het trasraamelement uit een monolithisch blok isolatiemateriaal vervaardigd is.
9. Trasraamelement volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het trasraamelement ten minste een materiaal omvat uit de groep bestaande uit: kunststof, geschuimd kunststof, polystyreen, geëxtrudeerde polystyreen, geëxpandeerde polystyreen.
10. Werkwijze voor het vervaardigen van een trasraam voor plaatsing tussen een fundering en een opbouw van een gebouw, waarbij de opbouw van het gebouw uit opbouwwanden bestaat die ten minste een binnenmuur en een buitenmuur omvatten, de werkwijze omvattende de stappen van: het verschaffen van een althans hoofdzakelijk uit isolatie vervaardigde blok; het verspanen van het blok voor het verschaffen van een vorm die ten minste hoofdzakelijk overeenkomt met minste een deel van een opbouwwand en de fundering; het verspanen van het blok voor het verschaffen van een veelheid vanaf een eerste naar een overstaande zijde van het blok doorlopende gaten.
11. Werkwijze voor het vervaardigen van een trasraam volgens conclusie 10, waarbij de doorlopende gaten in twee in de lengterichting parallel aan elkaar gelegen vlakken verschaft worden, waarbij de twee vlakken overeenkomen met de binnenmuur en de buitenmuur van de opbouwwand.
12. Werkwijze voor het vervaardigen van een trasraam volgens conclusie 11, waarbij de posities van de doorlopende gaten in het ene vlak en de posities van de doorlopende gaten in het andere vlak ten opzichte van elkaar versprongen worden aangebracht.
13. Werkwijze voor het vervaardigen van een trasraam volgens een van de conclusies 10-12, waarbij het de vorm van het verspaande blok een lengte heeft die althans hoofdzakelijk overeenkomt met de lengte van de opbouwwand.
14. Werkwijze voor het vervaardigen van een trasraam volgens een van de conclusies 10-14, waarbij de verschafte doorlopende gaten een dwarsdoornede vorm bezitten volgens een uit de groep bestaande uit: rond, vierkant, vijfhoekig, zeshoekig, stervormig, polygoon en boogvormig.
15. Werkwijze voor het vervaardigen van een trasraam volgens een van de conclusies 10-14, waarbij de doorlopende gaten taps toelopend verschaft zijn.
16. Werkwijze voor het vervaardigen van een trasraam volgens een van de conclusies 10-15, waarbij de tapse zijde van de doorlopende gaten in het ene vlak aan ene zijde verschaft zijn en de tapse zijde van de doorlopende gaten in het andere vlak aan de overstaande zijde verschaft zijn.
17. Trasraam voor plaatsing tussen een fundering en een opbouw van een gebouw omvattende een veelheid van trasraamelementen volgens een van de conclusies 1-9.
NL2012633A 2014-04-16 2014-04-16 Isolerend trasraamelement. NL2012633B1 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2012633A NL2012633B1 (nl) 2014-04-16 2014-04-16 Isolerend trasraamelement.
DK15163517.4T DK2995722T3 (en) 2014-04-16 2015-04-14 Insulating moisture barrier
EP15163517.4A EP2995722B1 (en) 2014-04-16 2015-04-14 Insulating damp course element

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2012633A NL2012633B1 (nl) 2014-04-16 2014-04-16 Isolerend trasraamelement.

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL2012633A NL2012633A (nl) 2016-02-03
NL2012633B1 true NL2012633B1 (nl) 2016-06-27

Family

ID=51266388

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2012633A NL2012633B1 (nl) 2014-04-16 2014-04-16 Isolerend trasraamelement.

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP2995722B1 (nl)
DK (1) DK2995722T3 (nl)
NL (1) NL2012633B1 (nl)

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE1010365A3 (nl) * 1996-06-14 1998-07-07 Heirwegh Etienne Inrichting voor het uitvoeren van een betonnen onderschoeiing onder een bestaande draagmuur of wand.

Also Published As

Publication number Publication date
NL2012633A (nl) 2016-02-03
EP2995722A1 (en) 2016-03-16
DK2995722T3 (en) 2018-09-17
EP2995722B1 (en) 2018-06-20

Similar Documents

Publication Publication Date Title
JP6395465B2 (ja) ボックスカルバート
CN105064546A (zh) 整体墙及其施工工艺
NL1003858C2 (nl) Vleugelvloerelement van beton.
KR20160050226A (ko) 절토 사면 보강공법
US20100307083A1 (en) Assembly systems and methods for forming concrete wall structures
BE1020733A5 (nl) Prefabbetonelement voor het vervaardigen van een schermwand.
NL2012633B1 (nl) Isolerend trasraamelement.
KR101748781B1 (ko) 프리캐스트 벽체 구조체의 시공방법
NL1026388C2 (nl) Werkwijze voor het vervaardigen van een bouwconstructie, alsmede bekisting daarvoor.
NL2014305B1 (nl) Bekistingsrandelement en werkwijze voor het vormen van een fundering voor een gebouw.
US20220333335A1 (en) Folding form for the construction of structural walls
KR101677233B1 (ko) 천정 벽돌과 이를 적용한 건축물의 천정 구조물 및 그 시공 방법
ITRM20080411A1 (it) Dispositivo di contenimento e consolidamento di un terreno.
JP4170955B2 (ja) 残存型枠並びにソイルコンクリートを使用したコンクリート構造物の施工方法
EP2507441B1 (en) Precast wall section and method of building a wall
RU2198270C1 (ru) Способ возведения, восстановления или реконструкции зданий, сооружений (варианты)
JP6366537B2 (ja) シェッドとプレキャスト梁の製造方法
KR101399275B1 (ko) Rwc 보강토 옹벽의 시공방법
ES2366724B1 (es) Placa prefabricada para forjados y procedimiento de fabricación de dicha placa.
KR102297366B1 (ko) 영구거푸집을 이용한 매트기초공법
WO2009067723A2 (en) A building mould
EP2553184B1 (en) An insulated lentil and a method of production thereof
AT507897B1 (de) Mauerwerksbaustein und verfahren zur herstellung eines wandaufbaus
BE1020529A3 (nl) Werkwijze voor het beschoeien van bouwwerken.
NL1006527C2 (nl) Werkwijze voor het vervaardigen van een fundering en bij deze werkwijze toepasbare betonplaat.