<Desc/Clms Page number 1>
"Inrichting voor het uitvoeren van een betonnen onderschoeiing onder een bestaande draagmuur of wand"
Deze uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het uitvoeren van een betonnen onderschoeiing onder een bestaande draagmuur of wand.
Het uitvoeren van onderschoeiingen onder bestaande draagmuren en funderingen van gebouwen gebeurt niet steeds op een veilige wijze. Vooral op plaatsen waar de werkruimte beperkt is, en in drassige of losse ondergronden kan het onder funderingen uitgraven van de grondmassa tot zeer gevaarlijke situaties leiden.
Bij grote projecten is het technisch en economisch mogelijk onderschoeiingswerken in goede en veilige omstandigheden uit te voeren door gebruik te maken van damplanken, paalwanden of in de grond gevormde slipwanden. Deze technieken zijn, bij gebrek aan ruimte, of door de aanwezigheid van omliggende gebouwen niet steeds uitvoerbaar.
De uitvinding heeft dan ook tot doel een inrichting voor te schrijven die in de hier geschetste omstandigheden het uitvoeren van onderschoeiingen van bestaande draagmuren en funderingen op een snelle en uiterst veilige wijze mogelijk maakt.
In het bijzonder is de inrichting volgens de uitvinding en de hierbij ontwikkelde werkwijze erop gericht het vers en progressief gestort beton te laten fungeren als steun voor de omringende grondmassa om aldus te beletten dat deze zou wegzakken
<Desc/Clms Page number 2>
of instorten zoals dit courant gebeurt bij de tot nog toe gebruikte werkwijzen.
Om dit conform de uitvinding mogelijk te maken, bestaat de inrichting volgens de uitvinding uit een open rechthoekig kistvormig element dat drie, in de gebruiksstand beschouwd, open zijden vertoont terwijl langs de open zijde van het rechthoekig kistvormig element die, steeds in de gebruiksstand beschouwd, naar de draagmuur of wand is gericht, meerdere langsheen de verticale randen van bedoelde zijde verschuifbare panelen gemonteerd zijn die samen een glijdend bekistingsonderdeel vormen.
Steeds volgens de uitvinding is op het onderste verschuifbaar paneel een zieh haaks ten opzichte van dit paneel uitstrekkende plaat losneembaar bevestigd waarvan de breedte aangepast wordt aan minimaal de breedte van de uit te voeren onderschoeiing.
Een detail van de uitvinding bestaat hierin dat hogerbedoeld verschuifbaar paneel dat, in de gebruiksstand beschouwd, het bovenste paneel is, een omgebogen bovenste randgedeelte vertoont dat het in de laatste fase volstorten met beton mogelijk maakt.
De uitvinding betreft eveneens de werkwijze voor het uitvoeren van een onderschoeiing onder gebruikmaking van de inrichting volgens de uitvinding.
Andere details en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hiernavolgende beschrijving van een inrichting voor het uitvoeren van een betonnen onderschoeiing onder een bestaande draagmuur of wand, volgens de uitvinding. Deze beschrijving wordt uitsluitend bij wijze van voorbeeld gegeven en beperkt de uitvinding niet. De verwijzingscijfers hebben betrekking op de hieran
<Desc/Clms Page number 3>
toegevoegde figuren.
De figuren 1 tot en met 9 illustreren schematisch de opeenvolgende stappen voor het aanbrengen van de betonnen onderschoeiing van een draagmuur.
Figuur 10 is een perspectivische voorstelling van de inrichting volgens de uitvinding.
Figuur 11 is een vooraanzicht op het verschuifbare paneel uit de inrichting.
Figuur 12 is een doorsnede volgens de lijn XII-XII uit figuur 11.
Figuur 13 is een bovenaanzicht op het verschuifbaar paneel met daar losneembaar bevestigde plaat.
Figuur 14 is een doorsnede volgens de lijn XIV-XIV uit figuur 13.
Figuur 15 vertoont op een sterk vergrote schaal de verbinding tussen een verschuifbaar paneel en de wand van het bekistingselement.
De inrichting door deze figuren voorgesteld, is bedoeld om tegen een muur of wand 1 te worden geplaatst ten einde hieronder een onderschoeiing te kunnen aanbrengen. Het aanbrengen van een dergelijke onderschoeiing vergt het uitgraven onder deze muur of wand 1 van de grond 2 zoals uit de verdere beschrijving van de werkwijze die gebruik maakt van deze inrichting zal blijken.
De inrichting volgens de uitvinding bestaat uit een rechthoekig kistvormig element 3 met drie zijden 4 (zie figuur 10). Boven- en onderaan is het rechthoekig kistvormig element open. Ook de zijde die, in de gebruiksstand, naar de muur of wand wordt gericht, is open. De drie zijden 4 van het rechthoekig kistvormig element zijn uit plaatstaal vervaardigd en kunnen, in de langszin, van versterkingen zijn voorzien
<Desc/Clms Page number 4>
om hun vlakheid te verzekeren.
Langs de voorzijde van alle rechthoekige kistvormige elementen worden verschuifbare panelen 5 voorzien. Om het langsheen de verticale randen 4'van de twee evenwijdige zijden 4 van het rechthoekig kistvormig element 3 kunnen verschuiven van de panelen 5, 5'en volgende zijn hierop, in de nabijheid van hun uiteinden, evenwijdige profielen 12 bevestigd. Dit laat dus toe langsheen de randen van de zijden 4 behorende tot het rechthoekig kistvormig element 3 de panelen 5, 5', 5" tot op de gewenste diepte te laten schuiven.
In werkelijkheid zullen meerdere panelen boven elkaar worden gebruikt en om de werkwijze aan de hand van de tekeningen te kunnen toelichten, wordt het eerste paneel dat op het einde van de graafwerken onderaan voorkomt als paneel 5 beschouwd, terwijl de daarop volgende als 5', 5" worden verduidelijkt.
Aan het paneel 5 en uitsluitend aan dit paneel wordt een horizontale plaat 6 losneembaar bevestigd. Zoals uit de figuren 13 en 14 kan worden afgeleid, is op de plaat 6 een kleine dwarsplaat 7 gelast terwijl kniestukken 8 de stevigheid van het geheel verzekeren. Door gebruik te maken van bijvoorbeeld een schroef- en boutverbinding kan de plaat 6 met de dwarsplaat 7 verwijderd worden. De plaatsen waarop schroefverbindingen kunnen voorzien worden, worden met puntstreeplijn 9 (figuren 12,13 en 14) aangeduid en zijn zichtbaar in figuren 10 en 11.
De plaat 6 heeft als doel onderaan een horizontaal bekistingsonderdeel voor het gestorte beton te vormen. De breedte van de plaat 6 kan eenvoudig worden aangepast aan de breedte van de te onderschoeien fundering. De werkwijze voor het aanbrengen van een
<Desc/Clms Page number 5>
onderschoeiing onder een muur 1 zal nu aan de hand van de figuren worden beschreven.
In de eerste fase wordt tegen een muur of wand 1, op de grond 2, het zopas in detail beschreven rechthoekig kistvormig element 3 met de verticale open zijde tegen de muur 1 geplaatst (figuur 1). De grond wordt frontaal tegenover de muur en onder deze muur in meerdere fasen, afhankelijk van de stabiliteit van de weg te graven grond, uitgegraven en progressief met beton aangestort tot de diepte van de uitgraving nagenoeg overeenstemt met de hoogte van het rechthoekig kistvormig element 3 (figuren 2,3 en 4).
Omdat de uitgraving onder de muur plaatselijk wordt uitgevoerd en de breedte ervan nooit de breedte van het rechthoekig kistvormig element 3 overtreft, biedt deze manier van werken geen gevaar. In dit stadium biedt de diepte van de uitgraving evenmin enig gevaar.
In de eerste plaats wordt de horizontale plaat 6 op de bodem van de uitgraving gelegd, welke ontstaat na de allereerste fase van de uitgraving waarbij de diepte afhankelijk is van de stabiliteit van de weg te graven grond hierna wordt langsheen de vaste randen van de platen 4 het paneel 5 naar omlaag geschoven en met de horizontale plaat 6 bevestigd (figuur 3).
Een eerste bekistingsonderdeel is op deze wijze ontstaan en een betonmassa 10 kan nu tot nagenoeg ter hoogte van de bovenrand van het paneel 5 worden gestort (figuur 4).
Op te merken valt dat naargelang het verder uitgraven van de grond zowel het eerste rechthoekig kistvormig element 3 als de plaat 6 met het paneel 5 met de daarop gestorte betonmassa verder naar omlaag zullen zakken. Dit kan afgeleid worden uit de
<Desc/Clms Page number 6>
figuren 5 en 6. Door het op het eerste rechthoekig kistvormig onderdeel 3 plaatsen van een tweede identisch onderdeel 3' (figuur 5) kan het verder uitgraven plaatsvinden. De onderdelen 3 en 31 zakken bij dit uitgraven door hun eigen gewicht naar omlaag.
Doordat onder de reeds gestorte betonmassa wordt uitgegraven, zakken ook de onderdelen die een glijdende bekisting vormen naar omlaag. Figuren 5 tot 6 laten dit duidelijk zien.
In de verdere stadia, zoals figuren 7 en 8 dit laten zien, worden de opeenvolgende gestorte betonmassa's met verwijzingen 10, 10', 10", 10"', 10"" verduidelijkt. De overeenkomstig gebruikte panelen dragen respectievelijk referenties 5, 5', 5", 5'" en 5"".
Wanneer het stadium volgens figuur 9 is bereikt, wordt bovenaan als glijdende bekisting8- onderdelen een plaat 5''"ingeschakeld die een overlangse gebogen rand 11 vertoont (figuren 7,8 en 9). De laatste fase van het betonstorten kan nu door de hierdoor ontstane kleine overlangse sleuf verder plaatsvinden en de ganse gestorte betonmassa kan op gebruikelijke wijzen worden getrild nadat de plaat 6 is verwijderd.
De overlangse gebogen rand 11 strekt zich voldoende hoog uit om een aanvullende hoeveelheid beton lu""' te kunnen storten tot iets hoger dan de onderkant van de te onderschoeien muur of wand en nadien te trillen (figuren 8 en 9).
Na verharding van de betonmassa kunnen de verschillende rechthoekige kistvormige elementen 3 met de panelen 5 worden verwijderd. Het is duidelijk dat men zoals gebruikelijk over de ganse lengte van de uit te voeren onderschoeiing per sectie zal werken met inachtneming van de nodige tussenruimtes tussen deze
<Desc/Clms Page number 7>
secties. Op deze wijze zal het beton tijd krijgen on voldoende druksterkte te ontwikkelen om de belasting op te nemen.
Volgens de uitvinding is het mogelijk wapeningsnetten in de gestorte betonmassa aan te brengen. Ook kunnen de verschillende betonmassa's onderling door middel van wapeningen worden verbonden.
Om de veiligheid van arbeiders tijdens het storten van het beton te vergroten en de werkomstandigheden te optimaliseren, wordt op het bovenste rechthoekige kistvormig element 3 minstens tijdens het storten van het beton een rooster geplaatst. Het stapsgewijs storten van beton geschiedt in goede omstandigheden door gebruik te maken van een trechtervormig onderdeel waarvan het mondstuk achter de panelen 5 wordt geschoven.
Een tweede wegneembaar rooster dat minstens voor een deel de bodem van de uitgraving bedekt, kan worden gebruikt om tijdens de uitgraving het werk in de uitgraving te vergemakkelijken.
Tenslotte moet opgemerkt worden dat het aantal boven elkaar te gebruiken rechthoekige kistvormige elementen 3 niet tot twee is beperkt zoals de schematische tekening dit laat zien. Een ideale hoogte voor de zijden 4 van de rechthoekige kistvormige elementen zal afhangen van de aard en eigenschappen van de weg te graven grond.