NL1026388C2

NL1026388C2 - Werkwijze voor het vervaardigen van een bouwconstructie, alsmede bekisting daarvoor.

Info

Publication number: NL1026388C2
Application number: NL1026388A
Authority: NL
Inventors: Peter Seine Maurits Groothuis
Original assignee: O & P Res And Dev
Priority date: 2004-06-11
Filing date: 2004-06-11
Publication date: 2005-12-15
Also published as: EP1605112B1; ATE452253T1; DE602005018289D1; US7845138B2; DK1605112T3; EP1605112A1; ES2338795T3; US20050284089A1

Description

Werkwijze voor het vervaardigen van een bouwconstructie, alsmede bekisting daarvoor

De uitvinding betreft een werkwijze voor het vervaardigen van een bouwconstructie met behulp van een verloren bekisting, omvattende de stappen van: S -het plaatsen van een bekisting op een ondersteuning, welke bekisting een geprofileerde bekistingvorm met verhoogde gedeelten en verdiepte gedeelten omvat, -het aanbrengen van een verhardbare specie op de bekisting, -het doen verharden van de specie.

Een dergelijke werkwijze is bekend uit EP-A-l258574. Bij deze bekende 10 werkwijze worden vooraf vervaardigde bekistingelementen toegepast. Deze bekistingselementen bezitten een gelaagde opbouw met twee stalen platen waartussen een warmte-isolerende vullaag is opgenomen. De bekistingelementen hebben een bekistingvorm met opstaande, zwaluwstaartvormige richels. Op de bekistingelementen wordt een betonlaag gestort, waarin eventueel een wapeningnet kan zijn opgenomen 15 dat op de richels rust. De verhoogde betonlaag grijpt vormsluitend aan op de zwaluwstaartvormige richels, waardoor een definitieve verbinding tussen beton en bekistingelement is verzekerd. De bekistingelementen leveren aldus tevens een wapeningeffect, dat nog versterkt wordt door de aanwezigheid van uitsteeksels op de bekistingvorm die vormsluitend in de beton grijpen.

20 Bij deze bekende werkwijze vormt de bekisting dus een belangrijk deel van de wapening van de bouwconstructie. Dit betekent dat de bekisting een integraal onderdeel vormt van de bouwconstructie en daarmee permanent en onlosmakelijk is verbonden. Een dergelijke integrale constructie heeft echter nadelen. Zodra de bekisting wordt aangetast, bijvoorbeeld door corrosie of brand, loopt de integriteit van 25 de bouwconstructie gevaar. Verder is het niet mogelijk om de bouwconstructie zonder bekisting op te leveren.

Een soortgelijke werkwijze voor het vervaardigen van vloeren en dergelijke is tevens bekend uit NL-A-277568. Bij deze bekende werkwijze worden stalen geprofileerde platen toegepast die op het skelet van een gebouw worden geplaatst. De 30 platen zijn zelfdragend uitgevoerd, zodanig geen aanvullende schoren nodig zijn om het gewicht van wapening en gestort beton te dragen. De geprofileerde platen bezitten verder een bepaald patroon van uitsteeksel die een hechting met het verharde beton 1026388 2 moeten verschaffen. Als gevolg daarvan maken de stalen platen onderdeel uit van de wapening van de gerede vloer.

s De met deze bekende werkwijze vervaardigde vloeren bezitten verscheidene i ! , nadelen, die samenhangen met de als verloren bekisting en als wapening toegepaste : 5 stalen platen. Als eerste nadeel wordt genoemd dat ook de aldus vervaardigde vloeren kwetsbaar zijn bij hoge temperaturen, zoals die bijvoorbeeld optreden bij brand. De stalen platen leiden de hoge temperaturen na korte tijd reeds door naar het beton, waardoor dit kan bezwijken. De sterkte- en stijfheidseigenschappen van de stalen platen zelf lopen sterk terug, waardoor hun functie als wapening van de vloer verloren 10 gaat Verder kan de wapeningsfunctie van deze stalen platen eveneens ernstig worden aangetast door corrosie. Om die redenen worden de stalen platen weliswaar bekleed met een bescherming, dóch deze is niet in alle gevallen afdoende en loopt bovendien in de tijd aanzienlijk terug.

Doel van de uitvinding is daarom een werkwijze voor het vervaardigen van 15 bijvoorbeeld vloeren te verschaffen die nadelen van de hiervoor beschreven werkwijzen mist. Dat doel wordt bereikt door het aanbrengen van een wapening in tenminste een der verdiepte gedeelten van de bekistingvorm.

Bij de werkwijze volgens de uitvinding blijft het voordeel behouden dat het vervaardigen van de bouwconstructie weinig arbeidsintensief kan zijn omdat de 20 geprofileerde bekisting een relatief hoge stijfheid bezit en daardoor tussen de oplegpunten niet of nauwelijks behoeft te worden ondersteund. Dit betekent dat, anders dan bij de bouwconstructie volgens NL-A-7013151, geen of nauwelijks stempels behoeven te worden geplaatst, waardoor ook het voordeel wordt verkregen dat de ruimte onder de bekisting beter bereikbaar blijft.

25 Anderzijds heeft deze werkwijze het voordeel dat daarmee een zelfdragende bouwconstructie kan worden vervaardigd; dat wil zeggen dat de bekisting geen dragend onderdeel van de bouwconstructie hoeft te vormen. De wapening die in de verdikte delen van de bekistingvorm wordt opgenomen zorgt ervoor dat de in die verdiepte delen gevormde balken voldoende draagvermogen bezitten. De bekisting zelf kan na 30 het verharden van de beton naar keuze worden verwijderd, dan wel achtergelaten worden indien dat bijvoorbeeld in verband met het vervullen van secundaire functies, zoals hieronder zal worden besproken, wenselijk is.

1026388 t 3

Volgens een voorkeursuitvoering van de werkwijze volgens de uitvinding is de stap voorzien van het verschaffen van een bekisting die tenminste een paneel omvat uit ( twee zich op afstand van elkaar bevindende buitenlagen alsmede een de buitenlagen ’ I' i ) onderling verbindende vulling.

I I

; 5 De toepassing van een bekisting met een dergelijk samengesteld paneel heeft verscheidene voordelen. Allereerst bezit een dergelijk paneel een aanzienlijk verbeterde isolerende werking, die samenhangt met de aard van het materiaal dat voor de vulling is gekozen. De bescherming tegen brand en tegen doorslag kan met een geschikt gekozen vulling gedurende veel langere tijd worden gegarandeerd, zodanig dat de constructie in 10 het geheel niet bezwijkt of zodanig dat voldoende tijd beschikbaar is voor een veilige evacuatie van het betreffende gebouw.

Een verder voordeel is dat een dergelijke bekisting licht kan worden uitgevoerd, en toch voldoende stijf is als gevolg van het relatief grote traagheidsmoment van de doorsnede daarvan. Ook om deze reden zijn derhalve geen aanvullende stempels nodig 15 om het gewicht van wapening en vers gestort beton te dragen.

Van belang is verder dat de buitenlaag van de bekisting die tegen het beton aanligt, goed beschermd is tegen invloeden van buitenaf, in het bijzonder tegen corrosie. In een agressief milieu zou weliswaar de andere, blootliggende buitenlaag op den duur kunnen worden aangetast, doch omdat de naar het beton gekeerde laag intact 20 blijft gaat de eventuele wapeningsfunctie daarvan niet verloren.

De werkwijze volgens de uitvinding wordt zoals besproken uitgevoerd met een paneel waarvan tenminste een der buitenlagen geprofileerd is met verhoogde en verdiepte gebieden. Een dergelijk paneel bezit een relatief groot traagheidsmoment. Bovendien kan een dergelijk paneel op voordelige wijze toegepast worden met de 25 geprofileerde buitenlaag aan de bovenzijde, zodanig dat deze buitenlaag een bekistingvonn vormt.

Een tweede mogelijkheid omvat het verschaffen van een bekisting die een op de bovenste buitenlaag van het paneel voorzien apart bekistingelement draagt. Het kan daarbij bijvoorbeeld gaan om een bekistingelement in de vorm van meerdere naast 30 elkaar geplaatste hoedprofïelen ter verschaffing van een geprofileerde bekistingvorm met verhoogde gedeelten en verdiepte gedeelten.

De wapening wordt, zoals genoemd, aangebracht in de verdiepte gedeelten van de bekistingvorm, zodanig dat gewapende balken worden gevormd. Indien de belasting 1026388 l % 4 van de vloer beperkt blijft, of de balken voldoende sterk zijn, behoeven niet in alle verdiepte gedeelten van de bekistingvorm balken te worden vervaardigd. In dat geval kunnen de wapening en de verhardbare specie worden aangebracht in een reeks verdiepte gedeelten die elk worden afgewisseld door met een ander vulmateriaal 5 gevulde verdiepte gedeelten. Dat andere vulmateriaal kan bijvoorbeeld een lichte kunststofschuim zijn.

De voorkeur gaat uit naar een werkwijze waarbij de wapening op een afstand van de bodem van het verdiepte gedeelte wordt aangebracht die kleiner is dan de afstand van de wapening tot de top van het verhoogde gedeelte. Een dergelijke positie van de 10 wapening, op relatief grote afstand van de neutrale lijn, biedt een uitstekende weerstand tegen buigbelastingen.

Verder kan een continue laag specie (druklaag) worden aangebracht waarvan het niveau hoger ligt dan dat van de verhoogde gedeelten van de bekisting. In dat verband kan men volgens een voordelige variant van de werkwijze volgens de uitvinding de 15 specie in de verdiepte gedeelten van de bekisting doen verharden ter vorming van dragende balken. Na het vormen van die balken kan vervolgens de continue laag specie op die balken worden gestort. Het voordeel van deze in de tijd verschoven vorming van de balken en de continue laag is dat de bekisting slechts behoeft te zijn afgestemd op de belasting die voortvloeit uit de wapening en de specie die gebruikt wordt voor de j 20 vorming van de balken. Aangezien de specie en de wapening voor de continue laag pas j worden aangebracht nadat de balken hun dragende functie hebben verkregen, hoeft de i bekisting daarop niet berekend te zijn waardoor deze relatief licht kan blijven. Dat heeft voordelige gevolgen voor de totale dragende constructie van een gebouw, aangezien nu ook de dragende wanden en de fundatie lichter kunnen worden uitgevoerd. De specie 25 voor de balken en voor de continue laag kan natuurlijk ook tegelijk worden aangebracht en verhard.

De werkwijze volgens de uitvinding omvat kan verder de stap omvatten van het plaatsen van twee panelen op een tussenligger, zodanig dat de naar elkaar gerichte kopkanten van de panelen zich op afstand van elkaar bevinden, alsmede het aanbrengen 30 van de verhardbare specie in de ruimte gevormd tussen die kopkanten en de bovenzijde van de tussenligger. De onderlinge verbinding van de panelen kan worden verkregen door het plaatsen van tenminste een koppelstaaf over beide panelen en de ligger, 1026388 5 alsmede het opnemen van die koppelstaaf in de specie. Als alternatief kunnen de naar elkaar gerichte kopkanten van de panelen tegen elkaar liggen.

Tevens kan de werkwijze volgens de uitvinding de stappen omvatten van het plaatsen van een paneel op een eindligger, het verschaffen van tenminste een 5 koppelstaaf die zich uitstrekt over het paneel, het bevestigen van een koppelstaaf aan de eindligger, alsmede het opnemen van de koppelstaaf in de specie.

De bekisting heeft bij voorkeur, in de langsrichting gezien, een constante dwarsdoorsnede. De bekisting kan onderdeel uitmaken van de wapening van de gerede vloer (verloren bekisting), maar zoals genoemd is dat niet noodzakelijk. In het eerste 10 geval wordt een bekisting toegepast met een bekistingoppervlak voorzien van oppervlakteruwheid en/of lokale uitsteeksels en/of inkepingen die een hechting met betrekking tot de specie verschaffen door in elkaar grijpende vormen van bekisting en verharde specie. In het laatste geval wordt een lossende bekisting toegepast met een in wezen glad bekistingoppervlak.

15 De uitvinding betreft verder een bekisting voor gebruik bij de hiervoor beschreven werkwijze. Die bekisting omvat een paneel met twee zich op afstand van elkaar bevindende buitenlagen alsmede een de buitenlagen onderling verbindende tussenlaag, waarbij een der buitenlagen een bekistingvoim vormt met verhoogde gedeelten en verdiepte gedeelten, welke verdiepte gedeelten in de richting naar de 20 verhoogde gedeelten wijder wordend zijn uitgevoerd.

Deze bekisting kan op verschillende manieren zijn uitgevoerd. Volgens een eerste mogelijkheid wordt het paneel direct toegepast als bekisting, dat wil zeggen dat een der buitenlagen een bekistingvorm vormt waarop direct de specie wordt gestort Die laag kan het gewenste profiel bezitten met bijvoorbeeld verhoogde en verdiepte gedeelten.

25 Volgens een alternatieve uitvoeringsvorm kan op het paneel een apart bekistingelement zijn voorzien dat een bekistingvorm vormt. Als voorbeeld van een dergelijk bekistingelement wordt een reeks zich naast elkaar uitstrekkende hoedprofielen genoemd.

De vulling in het paneel kan op elke bekende wijze zijn uitgevoerd. Bij voorkeur 30 is de vulling brandwerend en/of thermisch isolerend en/of akoestisch isolerend.

Afhankelijk van de toepassing van het bekistingelement, dat wil zeggen niet of wel als onderdeel van de wapening van de vloer, kan het vormoppervlak van de bekisting kan glad zijn, of geruwd zijn en/of uitsteeksels en/of inkepingen bezitten.

1026388 6 *

Vervolgens zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.

Figuur 1 toont een verticale doorsnede door een vloer volgens I-I van figuur 5. i ! , Figuur 2 toont een verticale doorsnede door een vloer volgens Π-Π van figuur 5.

| : 5 Figuur 3 toont een verticale doorsnede door een vloer volgens ΙΠ-ΠΙ van figuur 5.

Figuur 4 toont een verticale doorsnede door een vloer volgens IV-IV van figuur 5.

Figuur 5 toont een bovenaanzicht op een vloer vervaardigd door middel van de werkwijze volgens de uitvinding.

10 Figuur 6 toont een alternatieve uitvoering van een vloer.

Het in de figuren 1-5 getoonde gedeelte van een bouwconstructie bestaat uit langsmuren 1, dwarsmuren 2 alsmede tussenliggers 3 die zich uitstrekken tussen de langsmuren 1 evenwijdig aan de dwarsmuren 2. Aan de langsmuren 1 zijn verder langsliggers 4 bevestigd, aan de dwarsmuren 2 zijn dwarsliggers 5 bevestigd. Op de 15 tussenliggers 3, langsliggers 4 en dwarsliggers 5 is een in zijn geheel met 6 aangeduide vloer ondersteund. Deze vloer is opgebouwd uit evenwijdig naast elkaar geplaatste panelen 7, alsmede de zich daarop bevindende deklaag 8. De panelen 7 vormen aldus een bekisting voor het vervaardigen van de deklaag 8.

De panelen 7 zijn aan elkaar bevestig door middel van eèn overlapverbinding 9. 20 Zij bestaan uit een vlakke onderste buitenlaag 10, een geprofileerde bovenste buitenlaag 11 alsmede een vulling 12 die de ruimte tussen de buitenlagen 10,11 opvult en die deze buitenlagen 10,11 onderling verbindt. De vulling kan bijvoorbeeld minerale wol, PUR-schuim of PIR-schuim omvatten. De geprofileerde bovenste buitenlaag 11 bezit verhoogde gedeelten 13 en verdiepte gedeelten 14, die onderling 25 sleuven bepalen. Deze sleuven zijn wijder wordend uitgevoerd, gaande van de verdiepte gedeelten 14 naar de verhoogde gedeelten 13. De panelen 7 hebben als gevolg van deze opbouw een hoge stijfheid, terwijl het gewicht daarvan relatief laag is. De stijfheid en sterkte van de panelen 7 is zodanig dat zij het gewicht van de vers gestorte deklaag 8 zonder verdere ondersteuning kunnen dragen.

30 Bij het vervaardigen van de vloer 6 worden allereerst de panelen op de tussenliggers 3,4,5 geplaatst en aan elkaar bevestigd. Vervolgens worden de wapeningsstaven 15 in de verdiepte gedeelten 14 geplaatst. Daarna wordt de specie 16 gestort, die men laat verharden. Daarbij kan men volgens een eerste mogelijkheid eerst 1026388 t 7 alleen specie 16 storten in de verdiepte gedeelten 14, die laten verharden tot balken 17 en daarna de specie voor de deklaag 18 storten met daarin een krimpnet 19. Voordeel f daarvan is dat de panelen 7 minder sterk belast worden, en dus lichter kunnen zijn of ' Γ 1 1 ) een grotere lengte kunnen overspannen. Volgens een tweede mogelijkheid wordt direct 5 de totaal voor de balken 17 en de deklaag 18 benodigde hoeveelheid specie gestort.

Als gevolg van de wijder wordende vorm van de sleuven tussen de verdiepte gedeelten 14 en de verhoogde gedeelten 13 is de uit de panelen 17 bestaande bekisting lossend. Dit betekent dat de bekisting eventueel kan worden verwijderd, nadat de deklaag 8 is verhard. De panelen 17 kunnen echter ook worden achtergelaten, zodanig 10 dat zij een verloren bekisting vormen. In die toestand bieden de panelen een aanvullende bescherming tegen bijvoorbeeld brand en andersoortige aantasting van de vloer, zoals corrosie.

Afwisselend tussen de balken 17 kunnen verdiepte gedeelten 14 gevuld worden met een schuimmateriaal 20, indien het voor de te verwachten belasting niet nodig is 15 om in alle verdikte gedeelten 14 balken te vormen. Ook hierbij doet zich het voordeel voor van een lager gewicht. De lagere gewichten werken door in de totale constructie van het gebouw, aangezien daardoor ook de wanden en de fundatie van het gebouw lichter en daardoor goedkoper kunnen worden uitgevoerd.

Zoals weergegeven in figuur 1 blijven de kopkanten 21 van de panelen 7 op enige 20 afstand van elkaar, zodanig dat de verharde specie op de bovenzijde van de tussenliggers 3 komt te steunen hetgeen gunstig is voor het doorleiden van de op de vloer 6 uitgeoefende belasting naar de wanden 1,2. Door middel van koppelstaven 22 die zijn opgenomen in de verdiepte gedeelten 14 van de panelen 7 wordt de onderlinge koppeling daarvan verzekerd. Deze koppelstaven 22 zijn gestoken door gaten 30 in de 25 met de tussenligger 3 verbonden flens 31. Overigens is het niet altijd noodzakelijk om deze koppelstaven aan te brengen.

Zoals weergegeven in figuur 3 is de koppeling van de panelen met de dwarsligger 4 verzekerd door een L-voimige koppelstaaf 23. Het ene been 27 daarvan is opgenomen in een verdiept gedeelte 14 van het paneel 7, het andere been 24 is aan de 30 dwarsligger 4 bevestigd, bijvoorbeeld door middel van een schroefverbinding of door lassen.

De panelen 7 zijn aan de langsliggers 5 bevestigd, zoals weergegeven in figuur 4, door een L-vormige koppelstaaf 25 waarvan het been 26 via een sleuf 28 in het 1026388 \ 8 verhoogde gedeelte 13 zich dwars uitstrekt door het verdiepte gedeelte 14. Het andere been 29 is door een schroefverbinding, lassen en dergelijke bevestigd aan de langsligger 5.

In de in figuur 6 weergegeven variant bevindt de geprofileerde buitenlaag 11 van 5 de panelen zich aan de onderzijde. Op de zich aan de bovenzijde bevindende vlakke buitenlaag 10 is een aantal hoedprofielen 32 aangebracht, die een bekistingelement vormen samen met de vrij liggende gedeelten van de bovenste buitenlaag 10. Het bekistingelement kan ook een doorgaand geheel vormen. Op dit bekisting element worden de wapeningsstaven 15 en de specie 16 aangebracht.

10 1026388

Claims

1. Werkwijze voor het vervaardigen van een bouwconstructie met behulp van een verloren bekisting, omvattende de stappen van: -het plaatsen van een bekisting (7) op een ondersteuning, welke bekisting een geprofileerde bekistingvorm met verhoogde gedeelten (13) en verdiepte gedeelten (14) omvat, 10 -het aanbrengen van een verhardbare specie (16) op de bekisting (7), -het doen verharden van de specie (16), gekenmerkt door -het aanbrengen van een wapening (15) in tenminste een der verdiepte gedeelten (14) van de bekistingvorm. 15

2. Werkwijze volgens conclusie 1, omvattende het verschaffen van een bekisting die tenminste een paneel (7) omvat uit twee zich op afstand van elkaar bevindende buitenlagen (10,11) alsmede een de buitenlagen (10,11) onderling verbindende vulling (12). 20

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, omvattende het plaatsen van een paneel (7) met een geprofileerde buitenlaag (11) aan de bovenzijde, welke buitenlaag (11) de bekistingvorm vormt.

4. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, omvattende het verschaffen van een bekisting die een op de bovenste buitenlaag (10) van het paneel (7) voorzien bekistingelement (32) omvat.

5. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, omvattende het aanbrengen 30 van de wapening (15) op een afstand van de bodem van het verdiepte gedeelte (13) die kleiner is dan de afstand van de wapening (15) tot de top van het verhoogde gedeelte (13). 1026388 *

6. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende het verschaffen van een verloren bekisting. t

: , 7. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, omvattende het aanbrengen ; 5 van de wapening (15) en de verhardbare specie (16) in een reeks verdiepte gedeelten (14) die elk worden afgewisseld door een met een ander vulmateriaal (20) gevulde verdiepte gedeelten (14).

8. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, omvattende het aanbrengen 10 van een continue laag specie (druklaag 18) waarvan het niveau hoger ligt dan dat van de verhoogde gedeelten (13) van de bekisting.

9. Werkwijze volgens conclusie 7 of 8, omvattende het doen verharden van de specie (16) in verdiepte gedeelten (14) van de bekisting ter vorming van dragende 15 balken (17), en het na het vormen van die balken (17) storten van de continue laag specie (18) op die balken (17).

10. Werkwijze volgens conclusie 8 of 9, omvattende het aanbrengen van een krimpnet in de bovenste laag specie. 20

11. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, omvattende het plaatsen van twee panelen (7) op een tussenligger (3), zodanig dat de naar elkaar gerichte kopkanten (21) van de panelen (7) zich op afstand van elkaar bevinden, alsmede het aanbrengen van de verhardbare specie (16) in de ruimte gevormd tussen die kopkanten 25 (21) en de bovenzijde van de tussenligger (3).

12. Werkwijze volgens conclusie 11, omvattende het plaatsen van tenminste een koppelstaaf (22) over beide panelen (7) en de ligger (3), alsmede het opnemen van die koppelstaaf (22) in de specie (16). 30

13. Werkwijze volgens conclusie 11 of 12, omvattende het plaatsen van een paneel (7) op een eindligger (5), het verschaffen van tenminste een koppelstaaf (23) die 1026388 * zich uitstrekt over het paneel (7), het bevestigen van een koppelstaaf (23) aan de eindligger (5), alsmede het opnemen van de koppelstaaf (23) in de specie (16). 1 1

14. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, omvattende het i 5 verschaffen van een bekisting (7) met een in de langsrichting gezien in wezen constante dwarsdoorsnede.

15. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, omvattende het verschaffen van een lossende bekisting met een in wezen glad bekistingoppervlak. 10

16. Werkwijze volgens een der conclusies 1-14, omvattende het verschaffen van een bekisting met een bekistingoppervlak voorzien van oppervlakteruwheid en/of lokale uitsteeksels en/of inkepingen die een hechting met betrekking tot de specie verschaffen door in elkaar grijpende vormen van bekisting en verharde specie. 15

17. Bekisting voor gebruik bij de werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, omvattende een paneel (7) met twee zich op afstand van elkaar bevindende buitenlagen (10,11) alsmede een de buitenlagen(10,11) onderling verbindende vulling (12), waarbij een (11) der buitenlagen een bekistingvorm vormt, met verhoogde 20 gedeelten (13) en verdiepte gedeelten (14) die onderling sleuven bepalen, met het kenmerk dat de sleuven wijder wordend zijn uitgevoerd in de richting gaande van de verdiepte gedeelten (14) naar de verhoogde gedeelten (13).

18. Bekisting volgens conclusie 17, waarbij de vulling (12) thermisch isolerend 25 is.

19. Bekisting volgens een der conclusies 17 of 18, waarbij de vulling (12) akoestisch isolerend is.

20. Bekisting volgens een der conclusies 17-19, waarbij de vulling (12) thermisch isolerend is. 1026388

21. Bekisting volgens een der conclusies 17-20, waarbij het vormoppervlak glad is.

22. Bekisting volgens een der conclusies 17-20, waarbij het vormoppervlak 5 geruwd is en/of uitsteeksels en/of inkepingen bezit.

23. In combinatie, een bekisting volgens een der conclusies 17-22, alsmede een bekistingselement (32) dat plaatsbaar is op een buitenlaag (10) van het paneel.

24. Combinatie volgens conclusie 23, waarbij het bekistingelement tenminste een hoedprofiel (32) omvat. 1026388