NL2010056C2 - Biels, alsmede spoorweg voorzien van een dergelijke biels. - Google Patents

Biels, alsmede spoorweg voorzien van een dergelijke biels. Download PDF

Info

Publication number
NL2010056C2
NL2010056C2 NL2010056A NL2010056A NL2010056C2 NL 2010056 C2 NL2010056 C2 NL 2010056C2 NL 2010056 A NL2010056 A NL 2010056A NL 2010056 A NL2010056 A NL 2010056A NL 2010056 C2 NL2010056 C2 NL 2010056C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
rail
sleepers
longitudinal direction
longitudinal
reinforcement structure
Prior art date
Application number
NL2010056A
Other languages
English (en)
Inventor
Arnoldus Belkom
Original Assignee
Lankhorst Mouldings B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Lankhorst Mouldings B V filed Critical Lankhorst Mouldings B V
Priority to NL2010056A priority Critical patent/NL2010056C2/nl
Priority to EP13802729.7A priority patent/EP2941503B1/en
Priority to US14/654,972 priority patent/US9714486B2/en
Priority to PCT/NL2013/050820 priority patent/WO2014104873A1/en
Priority to AU2013368737A priority patent/AU2013368737B9/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2010056C2 publication Critical patent/NL2010056C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E01CONSTRUCTION OF ROADS, RAILWAYS, OR BRIDGES
    • E01BPERMANENT WAY; PERMANENT-WAY TOOLS; MACHINES FOR MAKING RAILWAYS OF ALL KINDS
    • E01B3/00Transverse or longitudinal sleepers; Other means resting directly on the ballastway for supporting rails
    • E01B3/44Transverse or longitudinal sleepers; Other means resting directly on the ballastway for supporting rails made from other materials only if the material is essential
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E01CONSTRUCTION OF ROADS, RAILWAYS, OR BRIDGES
    • E01BPERMANENT WAY; PERMANENT-WAY TOOLS; MACHINES FOR MAKING RAILWAYS OF ALL KINDS
    • E01B3/00Transverse or longitudinal sleepers; Other means resting directly on the ballastway for supporting rails
    • E01B3/28Transverse or longitudinal sleepers; Other means resting directly on the ballastway for supporting rails made from concrete or from natural or artificial stone
    • E01B3/32Transverse or longitudinal sleepers; Other means resting directly on the ballastway for supporting rails made from concrete or from natural or artificial stone with armouring or reinforcement

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Reinforcement Elements For Buildings (AREA)
  • Vibration Dampers (AREA)
  • Bridges Or Land Bridges (AREA)
  • Machines For Laying And Maintaining Railways (AREA)

Description

P100251NL00
Titel: Biels, alsmede spoorweg voorzien van een dergelijke biels.
De uitvinding heeft betrekking op een biels voor toepassing in een spoorweg, welke biels vervaardigd is van tenminste kunststof, en waarbij een langwerpige wapeningsconstructie is ingebed in de kunststof. De langwerpige wapeningsconstructie strekt zich met zijn langsrichting uit in 5 de langsrichting van de biels. De uitvinding heeft ook betrekking op een spoorweg die voorzien in van tenminste één dergelijke biels.
Een biels, die vervaardigd is van kunststof en die een dergelijke wapeningsconstructie heeft, is bekend uit W02006088857A1. Deze bekende biels heeft een goede buigstijfheid dankzij zijn grote en hoge metalen 10 wapeningsconstructie. Bezwaarlijk is echter dat de grote en hoge metalen wapeningsconstructie resulteert in slechte dempingseigenschappen van de biels, wanneer over de spoorweg rijdende spoorwagens via de spoorstaven dynamische krachten uitoefenen op de biels. Niet alleen resulteren dergelijke slechte dempingseigenschappen doorgaans in overmatige 15 geluidsproductie, maar ook hebben slechte dempingseigenschappen een ongunstige invloed op de ondergrond van de spoorweg. Als de ondergrond bijvoorbeeld een brugdek van een spoorbrug is, kan de spoorbrug op termijn schade ondervinden. En als de ondergrond een ballastbed is, kan het ballastbed op termijn schade ondervinden, waardoor in een korter 20 tijdsinterval vervanging van de ballast nodig is en/of de spoorweg weer gestabiliseerd moet worden en/of weer op correcte hoogte gebracht moet worden.
Een andere biels, die vervaardigd is van kunststof en die een wapeningsconstructie heeft, is bekend uit W02008048095A1. Bij deze uit 25 W02008048095A1 bekende biels is de kunststof Lage Dichtheid
Polyethyleen (LDPE), en bestaat de wapeningsconstructie uit een aantal separate, zich onderling parallel en op afstand van elkaar uitstrekkende 2 stalen staven. Boven elkaar liggende stalen staven van de wapeningsconstructie zijn niet door de wapeningsconstructie zelf met elkaar verbonden, maar door de kunststof. Deze uit W02008048095A1 bekende biels heeft in het algemeen zeer goede dempingseigenschappen en een voor 5 de praktijk acceptabele buigstijfheid. Deze zeer goede dempingseigenschappen worden verklaard doordat, anders dan bij de uit W02006088857A1 bekende biels, de boven elkaar liggende stalen staven van de wapeningsconstructie niet door de wapeningsconstructie zelf met elkaar verbonden zijn, maar door de kunststof. Hierdoor worden de 10 dempingseigenschappen in veel belangrijker mate bepaald door de kunststof, welke een aanzienlijk lagere laterale stijfheid heeft dan de wapeningsconstructie. Genoemde acceptabele buigstijfheid wordt verklaard doordat de boven elkaar liggende staven de bij buiging van de biels optredende trek- en drukspanningen uitstekend kunnen opvangen, terwijl 15 de kunststof in het algemeen de, bij buiging van de biels, tussen de boven elkaar liggende staven optredende afschuifspanningen in de biels redelijk goed kan opvangen.
Bij sommige ontwerpen van bielzen is het echter gewenst om de buigstijfheid, verkrijgbaar met de uit W02008048095A1 bekende techniek, 20 verder te verbeteren. Dit kan bijvoorbeeld zijn omdat in sommige toepassingen van de bielzen de gewenste buigstijfheid extra hoog is. Maar ook kan dit bijvoorbeeld zijn omdat bij sommige ontwerpen van bielzen om diverse redenen diverse uithollingsvormen ten opzichte van een als geheel rechte balk uitgevoerd bielsontwerp worden toegepast. Ter illustratie wordt 25 verwezen naar Figuren 1 t/m 3 van W02008048095A1, waarin een dergelijke rechte balk getoond is, en naar Figuren 4A t/m 8B van W02008048095A1, waarin enige dergelijke uithollingsvormen zijn getoond. In het geval van sommige, vergaande uithollingsvormen kan het zijn dat door de sterk verminderde hoeveelheid kunststof in de biels, de kunststof 3 de, bij buiging van de biels, tussen de boven elkaar liggende staven optredende afschuifspanningen in de biels minder goed kan opvangen.
Het is een doel van de uitvinding om een duurzame biels te verschaffen, welke biels zeer goede dempingseigenschappen koppelt aan een 5 zeer goede buigstijfheid.
Daartoe wordt volgens de uitvinding een biels voor toepassing in een spoorweg verschaft, welke biels vervaardigd is van tenminste kunststof, en waarbij een langwerpige wapeningsconstructie is ingebed in de kunststof, en welke biels een in bedrijf geplaatste referentietoestand heeft 10 waarin de bielslangsrichting en een zich loodrecht op de bielslangsrichting uitstrekkende spoorrichting van de spoorweg zich elk horizontaal uitstrekken, waarbij, gezien in genoemde referentietoestand: - de biels een bovenzijde heeft die twee respectieve, in de bielslangsrichting op afstand van elkaar gelegen 15 spoorstaafbevestigingsgebieden heeft, waarop door middel van bevestigingsmiddelen respectievelijk twee zich onderling parallel in de spoorrichting uitstrekkende spoorstaven bevestigbaar zijn; - de biels twee respectieve spoorstaafondersteuningslangssegmenten heeft die verticaal onder de twee 20 respectieve spoorstaafbevestigingsgebieden gesitueerd zijn; en - de langwerpige wapeningsconstructie zich in de bielslangsrichting tenminste uitstrekt vanuit tenminste een gedeelte van het ene spoorstaafondersteuningslangssegment tot in tenminste een gedeelte van het andere spoorstaafondersteuningslangssegment; 25 en waarbij de biels in de twee spoorstaafondersteuningslangssegmenten een lagere laterale stijfheid heeft dan in een tussen de twee spoorstaafondersteuningslangssegmenten gelegen tussenlangssegment van de biels, welke lagere laterale stijfheid tenminste gerealiseerd is door vormvariatie van genoemde wapeningsconstructie in de 4 bielslangsrichting en/of door het bereik waarin genoemde wapeningsconstructie zich uitstrekt in de bielslangsrichting.
Door zijn aard als te dienen voor wapening van de kunststof, heeft het materiaal van de wapeningsconstructie een hogere laterale stijfheid dan 5 de kunststof. Doordat, volgens de uitvinding, de langwerpige wapeningsconstructie zich uitstrekt vanuit het ene spoorstaafondersteuningslangssegment, en via het tussenlangssegment tot in het andere spoorstaafondersteuningslangssegment, verschaft deze wapeningsconstructie een goede weerstand tegen doorbuigen van de biels 10 onder invloed van de vanaf beide spoorstaven op de biels uitgeoefende krachten. Als gevolg van de locaal lagere laterale stijfheid in de twee spoorstaafondersteuningslangssegmenten, worden de vanaf beide spoorstaven op de biels uitgeoefende dynamische krachten op de meest effectieve plaatsen gedempt.
15 Dankzij het aldus in de biels zelf geïncorporeerde variabele dempingsgedrag, kunnen de bij spoorwegen gebruikelijkerwijs toegepaste dempingsmaatregelen, zoals het aanbrengen van separaat dempingsmateriaal tussen spoorstaven en bielzen, beperkt worden of achterwege blijven. De uitvinding maakt derhalve aanzienlijke besparingen 20 mogelijk op installatie en onderhoud van spoorwegen. En dankzij de kunststof en het feit dat de wapeningsconstructie is ingebed in de kunststof, is de biels volgens de uitvinding bovendien duurzaam.
Alles tesamen genomen zijn de voordelen dus enorm, mede gezien het feit dat bielzen in zeer groten getale in spoorwegen worden toegepast.
25 De uitvinding berust derhalve op het uiterst effectief uitnutten van in kunststof bielzen toegepaste wapeningsconstructies voor het verkrijgen van bielzen die in gebruik een uitstekende combinatie van buigstijfheid en dempingsgedrag vertonen. Een dergelijke uitnutting is bijzonder en de resultaten ervan zijn verrassend, aangezien de vereisten van buigstijfheid 30 en dempingsgedrag van een biels in principe tegenstrijdig aan elkaar zijn.
5
In een voorkeursuitvoeringsvorm neemt genoemde wapeningsconstructie in tenminste één doorsnede, gezien loodrecht op de bielslangsrichting, van de twee spoorstaafondersteuningslangssegmenten minder oppervlakte in dan in tenminste één doorsnede, gezien loodrecht op 5 de bielslangsrichting, van genoemd tussenlangssegment. Hierdoor wordt in de spoorstaafondersteuningslangssegmenten de laterale stijfheid van de biels in belangrijker mate dan in het tussenlangssegment bepaald door de kunststof, welke een lagere laterale stijfheid heeft dan de wapeningsconstructie.
10 In een andere voorkeursuitvoeringsvorm is de biels in tenminste één doorsnede, gezien loodrecht op de bielslangsrichting, van de twee spoorstaafondersteuningslangssegmenten vrij van genoemde wapeningsconstructie. Hierdoor hebben de twee spoorstaafondersteuningslangssegmenten dus deellangssegmenten waarin 15 per lengte-eenheid in de bielslangsrichting L in het geheel geen materiaal van de wapeningsconstructie 3 aanwezig is. In laatstgenoemde deellangssegmenten wordt de laterale stijfheid van de biels dus geheel bepaald door de lage laterale stijfheid van de kunststof.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm heeft de biels in 20 tenminste één doorsnede, gezien loodrecht op de bielslangsrichting, van de twee spoorstaafondersteuningslangssegmenten een grotere kortste afstand tussen de bovenzijde van de biels en het bovenste gedeelte, gezien in genoemde referentietoestand van de biels, van genoemde wapeningsconstructie, dan in tenminste één doorsnede, gezien loodrecht op 25 de bielslangsrichting, van genoemd tussenlangssegment. De twee spoorstaafondersteuningslangssegmenten hebben dus deellangssegmenten waarin een grotere hoeveelheid dempend kunststof materiaal aanwezig is tussen de bovenzijde van de biels en de bovenkant van de wap eningscons tructie.
6
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is genoemde lagere laterale stijfheid van de biels gerealiseerd doordat in tenminste één doorsnede, gezien loodrecht op de bielslangsrichting, van de twee spoorstaafondersteuningslangssegmenten de langwerpige 5 wapeningsconstructie op zichzelf genomen een lagere laterale stijfheid heeft dan in tenminste één doorsnede, gezien loodrecht op de bielslangsrichting, van genoemd tussenlangssegment. Dit kan bijvoorbeeld gerealiseerd zijn doordat de wapeningsconstructie gevormd is door bijvoorbeeld twee langszij ten opzichte van elkaar gelegen wapeningsstaven die locaal op één op meer 10 plaatsen in de bielslangsrichting met elkaar verbonden zijn door dwarsverbindingen van de wapeningsconstructie. Ter plaatse van een dergelijke dwarsverbinding zijn de twee wapeningsstaven moeilijker naar elkaar toe samendrukbaar dan op plaatsen waar dergelijke dwarsverbindingen ontbreken.
15 In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat, gezien in genoemde referentietoestand, de langwerpige wapeningsconstructie tenminste één samenstel van tenminste twee zich in de bielslangsrichting uitstrekkende wapeningsstaven, die rechtstreeks en/of door materiaal van de wapeningsconstructie met elkaar verbonden zijn, en waarvan een eerste 20 wapeningsstaaf over tenminste een deel van de bielslangsrichting hoger in de biels gelegen is dan een tweede wapeningsstaaf daarvan. Hierdoor kan de gewenste voordelige combinatie van buigstijfheid en dempingsgedrag verkregen worden met relatief weinig wapeningsmateriaal.
De uitvinding wordt tevens belichaamd in een spoorweg 25 omvattende tenminste één biels volgens een der hierboven beschreven uitvoeringsvormen volgens de uitvinding, alsmede tenminste twee respectieve, zich onderling parallel in de spoorrichting uitstrekkende spoorstaven, waarbij de twee spoorstaven op de twee respectieve spoorstaafbevestigingsgebieden bevestigd zijn.
7
In het volgende wordt de uitvinding nader toegelicht met verwijzing naar de schematische figuren in de bijgevoegde tekening.
Fig. 1 toont in perspectief een voorbeeld van een uitvoeringsvorm van een biels volgens de uitvinding.
5 Fig. 2A toont in perspectief een voorbeeld van een uitvoeringsvorm van een langwerpige wapeningsconstructie voor de biels van Fig. 1.
Fig. 2B toont de biels van Fig. 1 in een verticale middenlangsdoorsnede van de biels, waarbij de biels voorzien is van de wapeningsconstructie van Fig. 2A.
10 Fig. 3A toont in perspectief een voorbeeld van een alternatieve uitvoeringsvorm van een langwerpige wapeningsconstructie voor de biels van Fig. 1.
Fig. 3B toont de wapeningsconstructie van Fig. 3A in zijaanzicht.
Fig. 4A toont in perspectief een voorbeeld van een andere 15 alternatieve uitvoeringsvorm van een langwerpige wapeningsconstructie voor de biels van Fig. 1.
Fig. 4B toont de wapeningsconstructie van Fig. 4A in zijaanzicht.
Fig. 5A toont in perspectief een voorbeeld van nog een andere alternatieve uitvoeringsvorm van een langwerpige wapeningsconstructie 20 voor een biels volgens de uitvinding.
Fig. 5B toont de wapeningsconstructie van Fig. 5A in zijaanzicht.
Fig. 6A toont in perspectief een voorbeeld van nog een andere alternatieve uitvoeringsvorm van een langwerpige wapeningsconstructie voor de biels van Fig. 1.
25 Fig. 6B toont de biels van Fig. 1 in een verticale middenlangsdoorsnede van de biels, waarbij de biels voorzien is van de wapeningsconstructie van Fig. 6A.
Van de in Fig. 1 getoonde biels 1 is de bielslangsrichting aangeduid met de referentieletter L. De bijbehorende spoorrichting is aangeduid met 30 de referentieletter S. In Fig. 1 wordt in perspectief aangekeken op onder 8 andere de bovenzijde 4 van de biels. De twee spoorstaafbevestigingsgebieden van deze bovenzijde 4 zijn aangeduid met de referentienummers 5 en 6.
Zoals te zien in Fig. 2B, kunnen op deze spoorstaafbevestigingsgebieden 5 en 6 spoorstaven 7 en 8 bevestigd worden door middel van 5 bevestigingsmiddelen 27 en 28 (zoals bijvoorbeeld de welbekende rughellingplaten).
De verticaal onder de twee spoorstaafbevestigingsgebieden 5 en 6 gesitueerde spoorstaafondersteuningslangssegmenten van de biels 1 zijn in Figuren 1 en 2B aangeduid met de referentienummers 15 en 16. Tussen de 10 langssegmenten 15 en 16 strekt zich het tussenlangssegment 17 van de biels 1 uit.
Opgemerkt wordt dat, in het getoonde voorbeeld, de biels 1 in hoofdzaak symmetrisch is vormgegeven zowel ten opzichte van zijn verticale middenlangsdoorsnede (loodrecht op de spoorrichting S) als ten opzichte van 15 zijn verticale middendwarsdoorsnede (loodrecht op de bielslangsrichting L). In Fig. 1 is te zien dat in dit voorbeeld de biels 1 een aantal uithollingsruimten heeft, waarvan twee zijn aangeduid met referentienummer 18. Deze uithollingsruimten 18 bevinden zich in het tussenlangssegment 17. Tussen deze twee uithollingsruimten 18 heeft de 20 biels in zijn tussenlangssegment 17 een opstaande ribbe 19, die zich uitstrekt in de bielslangsrichting L.
De in Figuren 2A en 2B getoonde wapeningsconstructie 3, die is ingebed in de kunststof 2 van de biels 1, is een samenstel van twee zich in de bielslangsrichting L uitstrekkende wapeningsstaven 21 en 22. De 25 wapeningsstaaf 21 is in het midden geknikt en is met eindgedeelten nabij zijn uiteinden verbonden met eindgedeelten nabij de uiteinden van de wapeningsstaaf 22, die recht is. Deze verbindingen kunnen bijvoorbeeld lasverbindingen zijn. De wapeningsstaaf 21 is hoger in de biels gelegen dan de wapeningsstaaf 22. Over een groot deel van zijn lengte is de 9 wapeningsstaaf 21 gelegen in de opstaande ribbe 19 van de biels 1, waar hij is ingebed in de kunststof 2.
In Fig. 2B is te zien dat de wapeningsconstructie 3 zich in de bielslangsrichting L tenminste uitstrekt vanuit een gedeelte van het 5 spoorstaafondersteuningslangssegment 15 tot in een gedeelte van het spoorstaafondersteuningslangssegment 16. Verder is te zien dat de vorm van de wapeningsconstructie 3 varieert in de bielslangsrichting L. Zo is bijvoorbeeld te zien dat de afstand tussen de wapeningsstaven 21 en 22, gezien loodrecht op de bielslangsrichting L, in het midden van de lengte van 10 de wapeningsconstructie 3 groter is dan nabij de langsuiteinden van de wapeningsconstructie 3.
Als gevolg van deze getoonde configuratie van de wapeningsconstructie 3 in de biels 1, heeft de biels 1 in de twee spoorstaafondersteuningslangssegmenten 15 en 16 een lagere laterale 15 stijfheid dan in het tussenlangssegment 17 van de biels. In de langssegmenten 15 en 16 wordt de laterale stijfheid van de biels 1 immers in veel belangrijker mate dan in het tussenlangssegment 17 bepaald door de kunststof 2, welke een lagere laterale stijfheid heeft dan de wapeningsconstructie 3.
20 De op deze wijze in de kunststof 2 ingebedde wapeningsconstructie 3 biedt een goede weerstand tegen doorbuigen van de biels 1 onder invloed van de vanaf beide spoorstaven 7 en 8 op de biels uitgeoefende krachten. Als gevolg van de locaal lagere laterale stijfheid in de twee spoorstaafondersteuningslangssegmenten 15 en 16, worden de vanaf beide 25 spoorstaven op de biels uitgeoefende dynamische krachten effectief gedempt.
In het voorbeeld van Fig. 2B is de lagere laterale stijfheid van de biels 1 in zijn langssegmenten 15 en 16 op meerdere manieren bereikt.
In de eerste plaats is uit met name Fig. 2B af te leiden dat de 30 wapeningsconstructie 3 in sommige dwarsdoorsneden (loodrecht op de 10 bielslangsrichting L) van de twee langssegmenten 15 en 16 minder oppervlakte inneemt dan in dergelijke doorsneden van het tussenlangssegment 17. Dat geldt namelijk voor die dwarsdoorsneden van de twee langssegmenten 15 en 16 waarin van de wapeningsconstructie 3 5 alleen de onderste wapeningsstaaf 22 gezien wordt, en niet de bovenste wapeningsstaaf 21. De twee langssegmenten 15 en 16 hebben dus deellangssegmenten waarin per lengte-eenheid in de bielslangsrichting L minder materiaal van de wapeningsconstructie 3 aanwezig is dan in het tussenlangssegment 17.
10 In de tweede plaats is uit met name Fig. 2B af te leiden dat de langwerpige wapeningsconstructie 3, gezien in de bielslangsrichting L, eindigt in de langssegmenten 15 en 16. Met andere woorden, de biels 1 is in sommige dwarsdoorsneden (loodrecht op de bielslangsrichting L) van de twee langssegmenten 15 en 16 geheel vrij van de wapeningsconstructie 3.
15 De twee langssegmenten 15 en 16 hebben dus deellangssegmenten waarin per lengte-eenheid in de bielslangsrichting L in het geheel geen materiaal van de wapeningsconstructie 3 aanwezig is. In laatstgenoemde deellangssegmenten wordt de laterale stijfheid van de biels 1 dus geheel bepaald door de lage laterale stijfheid van de kunststof 2. In feite is in dit 20 voorbeeld de lagere laterale stijfheid van de biels 1 in de twee langssegmenten 15 en 16 dus mede gerealiseerd door het bereik waarin de wapeningsconstructie 3 zich uitstrekt in de bielslangsrichting L. In dit verband wordt opgemerkt dat genoemde lagere laterale stijfheid van de biels 1 in de twee langssegmenten 15 en 16 in alternatieve 25 uitvoeringsvormen ook gerealiseerd kan worden indien in dergelijke alternatieve uitvoeringsvormen de wapeningsconstructie alleen gevormd wordt door de wapeningsstaaf 21, of alleen gevormd wordt door de wapeningsstaaf 22.
In de derde plaats is uit met name Fig. 2B af te leiden dat in de 30 dwarsdoorsneden (loodrecht op de bielslangsrichting L) van de twee 11 langssegmenten 15 en 16, waarin ruimte wordt ingenomen door de wapeningsconstructie 3, de kortste afstand tussen de bovenzijde 4 van de biels 1 en het bovenste gedeelte van de wapeningsconstructie 3 groter is dan in soortgelijke dwarsdoorsneden van het tussenlangssegment 17. De twee 5 langssegmenten 15 en 16 hebben dus deellangssegmenten waarin een grotere hoeveelheid kunststof materiaal aanwezig is tussen de bovenzijde 4 van de biels 1 en de bovenkant van de wapeningsconstructie 3.
Figuren 3A en 3B tonen een wapeningsconstructie 103 omvattende wapeningsstaven 121 en 122 die identiek zijn aan de wapeningsstaven 21 en 10 22 van de wapeningsconstructie 3 van Figuren 2A en 2B. De wapeningsconstructie 103 kan op soortgelijke wijze als de wapeningsconstructie 3 zijn toe gepast in de biels 1 van Fig. 1. Daartoe is in Figuren 3A en 3B de bielslangsrichting L aangegeven. Het enige verschil met de wapeningsconstructie 3 van Figuren 2A en 2B is dat de 15 wapeningsconstructie 103 een additionele wapeningsstaaf 123 omvat die de wapeningsstaven 121 en 122 met elkaar verbindt, bijvoorbeeld doordat de additionele wapeningsstaaf 123 met zijn uiteinden aan de wapeningsstaven 121 en 122 is vastgelast. Door de additionele wapeningsstaaf 123 is de wapeningsconstructie 103 stijver dan de wapeningsconstructie 3, wat bij 20 sommige bielzen gewenst kan zijn. Een voordeel van de additionele wapeningsstaaf 123 is ook dat tijdens de vervaardiging van de biels, door middel van bijvoorbeeld spuitgieten, de wapeningsconstructie 103 minder kan vervormen dan de wapeningsconstructie 3 onder invloed van krimp van de kunststof 2 tijdens het afkoelen van de kunststof 2.
25 Figuren 4A en 4B tonen een wapeningsconstructie 203 omvattende wapeningsstaven 221 en 222, die elk op zich soortgelijk zijn aan de wapeningsstaaf 21 van de wapeningsconstructie 3 van Figuren 2A en 2B. Dat wil zeggen, de staven 221 en 222 zijn elk even lang als de staaf 21 en zijn elk eveneens in het midden geknikt, zij het met een flauwere knikhoek 30 dan de staaf 21. De staven 221 en 222 zijn spiegelbeeldig met elkaar 12 verbonden via hun langsuiteinden, bijvoorbeeld door middel van lasverbindingen. De wapeningsconstructie 203 kan op soortgelijke wijze als de wapeningsconstructie 3 zijn toegepast in de biels 1 van Fig. 1. Daartoe is in Figuren 4A en 4B de bielslangsrichting L aangegeven. Indien aldus 5 toegepast in de biels 1, is in vergelijking met de in de biels 1 toegepaste wapeningsconstructie 3, bij de wapeningsconstructie 203 in deellangssegmenten van de twee langssegmenten 15 en 16 dus meer kunststof materiaal aanwezig tussen de onderzijde van de biels en de onderkant van de wapeningsconstructie. Een dergelijke situatie kan in 10 sommige toepassingen van bielzen een verder verbeterd dempingsgedrag op leveren, bijvoorbeeld bij toepassing van bielzen op een zeer harde ondergrond (bijvoorbeeld toepassing op beton, staal, etc., in tegenstelling tot toepassing op/in een minder hard ballastbed). Opgemerkt wordt dat ook de wapeningsconstructie 203 desgewenst voorzien kan zijn van een additionele 15 wapeningsstaaf, die de wapeningsstaven 221 en 222 met elkaar verbindt op soortgelijke wijze als in Figuren 3A en 3B de additionele wapeningsstaaf 123 de wapeningsstaven 121 en 122 met elkaar verbindt.
Figuren 5A en 5B tonen een wapeningsconstructie 303 omvattende wapeningsstaven 321, 322, 324 en 325. De staven 321 en 322 zijn met 20 elkaar verbonden via hun langsuiteinden, bijvoorbeeld door middel van lasverbindingen. Ook de staven 324 en 325 zijn met elkaar verbonden via hun langsuiteinden, bijvoorbeeld door middel van lasverbindingen. Verder zijn de met elkaar verbonden staven 321 en 322 spiegelbeeldig geplaatst ten opzichte van de met elkaar verbonden staven 324 en 325. De 25 wapeningsconstructie 303 kan op soortgelijke wijze als de wapeningsconstructie 3 zijn toegepast in een soortgelijke biels als de biels 1 van Fig. 1. Daartoe is in Figuren 5A en 5B de bielslangsrichting L aangegeven. Optioneel kunnen de met elkaar verbonden staven 321 en 322 verbonden zijn met de met elkaar verbonden staven 324 en 325, bijvoorbeeld 30 door middel van lasverbindingen. De verbindingen tussen de met elkaar 13 verbonden staven 321 en 322 en de met elkaar verbonden staven 324 en 325 kunnen bijvoorbeeld zijn uitgevoerd via bovengelegen gedeelten van de staven 321 en 324 en/of via (niet getoonde) additionele verbindingsdelen van de wapeningsconstructie 303 tussen ondergelegen gedeelten van de met 5 elkaar verbonden staven 321 en 322 en ondergelegen gedeelten van de met elkaar verbonden staven 324 en 325. Opgemerkt wordt echter dat het verminderen of achterwege laten van dergelijke verbindingen tussen de met elkaar verbonden staven 321 en 322 en de met elkaar verbonden staven 324 en 325 het dempingsgedrag van de betreffende biels zal verbeteren.
10 Figuren 6A en 6B tonen een wapeningsconstructie 403, die in Fig.
6B is toegepast in de biels van Fig. 1. Daartoe is in Figuren 6A en 6B de bielslangsrichting L aangegeven. Deze biels is, vanwege deze alternatieve wapeningsconstructie 403, hier aangeduid met een ander referentienummer, namelijk 401. Verder is in Fig. 6B de kunststof van de 15 biels 401 weer aangeduid met referentienummer 2, en zijn de spoorstaven weer aangeduid met de nummers 7 en 8. De wapeningsconstructie 403 biedt soortgelijke voordelen als bovenstaand uitgelegd aan de hand van Figuren 2A, 2B en 3A, 3B. Een verschil is echter dat de wapeningsconstructie 403 geen met elkaar verbonden wapeningsstaven omvat, maar gevormd is door 20 een plaatvormig wapeningsdeel 421, bijvoorbeeld een stalen plaat. Het plaatvormig wapeningsdeel 421 heeft een aantal doorgangen in de spoor richting, in dit geval de doorgangen 422, 423 en 424. In deze doorgangen bevindt zich de kunststof 2.
Op gemerkt wordt dat de bovengenoemde voorbeelden van 25 uitvoeringsvormen de uitvinding niet beperken en dat binnen de reikwijdte van de bijgaande conclusies diverse alternatieven mogelijk zijn.
Zo kan de biels vervaardigd zijn van diverse soorten kunststof, al dan niet gerecycled, en al dan niet voorzien van diverse soorten toevoegingen. Bijvoorbeeld kan de kunststof een polyethyleen zijn.
14
Ook kunnen de in de kunststof ingebedde wapeningsconstructies van diverse soorten materialen zijn, zoals diverse metalen of metaallegeringen, staal, etcetera, maar ook diverse andere soorten constructiematerialen, zoals diverse constructiekunststoffen die een hogere 5 lagere laterale stijfheid hebben dan de kunststof waarin de wapeningsconstructies zijn ingebed. Indien de wapeningsconstructies wapeningsstaven omvatten, kunnen deze staven diverse soorten vormen hebben. Zo kunnen de staven bijvoorbeeld ronde, ovale, polygonale, of vele andersoortig gevormde dwarsdoorsneden hebben. Ook kunnen de 10 wapeningsconstructies diverse soorten niet-gladde oppervlakken hebben voor het verkrijgen van een verbeterde overdracht van krachten tussen de wapeningsconstructies en de kunststof waarin de wapeningsconstructies zijn ingebed.
Verder zijn diverse variaties mogelijk in de vormen en afmetingen 15 van de biels. Zo kan de biels diverse soorten uithollingsruimten hebben in alle mogelijke zijden van de biels, maar kan de biels ook geheel zonder dergelijke uithollingsruimte uitgevoerd zijn.
Voorts wordt op gemerkt dat in de getoonde voorbeelden de wapeningsconstructies zich vanuit het tussenlangssegment aan weerszijden 20 daarvan niet verder in de bielslangsrichting uitstrekken dan tot in de spoorstaafondersteuningslangssegmenten. Het is echter ook mogelijk dat de wapeningsconstructies zich vanuit het tussenlangssegment aan weerszijden daarvan verder dan tot in de spoorstaafondersteuningslangssegmenten uitstrekken, dat wil zeggen tot voorbij de 25 spoorstaafondersteuningslangssegmenten in de richting van de langsuiteinden van de biels.
Andere varianten of modificaties zijn echter ook mogelijk. Deze en soortgelijke alternatieven worden geacht binnen het kader te vallen van de uitvinding zoals gedefinieerd in de bijgevoegde conclusies.

Claims (7)

1. Biels voor toepassing in een spoorweg, welke biels (1) vervaardigd is van tenminste kunststof (2), en waarbij een langwerpige wapeningsconstructie (3) is ingebed in de kunststof, en welke biels een in bedrijf geplaatste referentietoestand heeft waarin de bielslangsrichting (L) 5 en een zich loodrecht op de bielslangsrichting uitstrekkende spoorrichting (S) van de spoorweg zich elk horizontaal uitstrekken, waarbij, gezien in genoemde referentietoestand: - de biels een bovenzijde (4) heeft die twee respectieve, in de bielslangsrichting op afstand van elkaar gelegen 10 spoorstaafbevestigingsgebieden (5, 6) heeft, waarop door middel van bevestigingsmiddelen respectievelijk twee zich onderling parallel in de spoorrichting uitstrekkende spoorstaven (7, 8) bevestigbaar zijn; - de biels twee respectieve spoorstaafondersteuningslangssegmenten (15, 16) heeft die verticaal onder 15 de twee respectieve spoorstaafbevestigingsgebieden gesitueerd zijn; en - de langwerpige wapeningsconstructie zich in de bielslangsrichting tenminste uitstrekt vanuit tenminste een gedeelte van het ene spoorstaafondersteuningslangssegment (15) tot in tenminste een gedeelte van het andere spoorstaafondersteuningslangssegment (16); 20 met het kenmerk, dat de biels (1) in de twee spoorstaafondersteuningslangssegmenten (15, 16) een lagere laterale stijfheid heeft dan in een tussen de twee spoorstaafondersteuningslangssegmenten gelegen tussenlangssegment (17) van de biels, welke lagere laterale stijfheid tenminste gerealiseerd is door 25 vormvariatie van genoemde wapeningsconstructie (3) in de bielslangsrichting (L) en/of door het bereik waarin genoemde wapeningsconstructie (3) zich uitstrekt in de bielslangsrichting (L).
2. Biels volgens conclusie 1, waarbij genoemde wapeningsconstructie (3) in tenminste één doorsnede, gezien loodrecht op de bielslangsrichting (L), van de twee spoorstaafondersteuningslangssegmenten (15, 16) minder oppervlakte inneemt dan in tenminste één doorsnede, gezien loodrecht op de 5 bielslangsrichting, van genoemd tussenlangssegment (17).
3. Biels volgens conclusie 1 of 2, waarbij de biels (1) in tenminste één doorsnede, gezien loodrecht op de bielslangsrichting (L), van de twee spoorstaafondersteuningslangssegmenten (15, 16) vrij is van genoemde 10 wapeningsconstructie (3).
4. Biels volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de biels (1) in tenminste één doorsnede, gezien loodrecht op de bielslangsrichting (L), van de twee spoorstaafondersteuningslangssegmenten (15, 16) een grotere 15 kortste afstand heeft tussen de bovenzijde (4) van de biels en het bovenste gedeelte, gezien in genoemde referentietoestand van de biels, van genoemde wapeningsconstructie (3), dan in tenminste één doorsnede, gezien loodrecht op de bielslangsrichting, van genoemd tussenlangssegment (17).
5. Biels volgens een der voorgaande conclusies, waarbij genoemde lagere laterale stijfheid van de biels gerealiseerd is doordat in tenminste één doorsnede, gezien loodrecht op de bielslangsrichting, van de twee spoorstaafondersteuningslangssegmenten de langwerpige wapeningsconstructie op zichzelf genomen een lagere laterale stijfheid heeft 25 dan in tenminste één doorsnede, gezien loodrecht op de bielslangsrichting, van genoemd tussenlangssegment.
6. Biels volgens een der voorgaande conclusies, waarbij, gezien in genoemde referentietoestand, de langwerpige wapeningsconstructie (3) 30 tenminste één samenstel omvat, welk samenstel tenminste twee zich in de bielslangsrichting (L) uitstrekkende wapeningsstaven (21, 22) omvat, die rechtstreeks en/of door materiaal van de wapeningsconstructie met elkaar verbonden zijn, en waarvan een eerste wapeningsstaaf (21) over tenminste een deel van de bielslangsrichting hoger in de biels (1) gelegen is dan een 5 tweede wapeningsstaaf (22) daarvan.
7. Spoorweg omvattende tenminste één biels (1) volgens een der voorgaande conclusies, alsmede tenminste twee respectieve, zich onderling parallel in de spoorrichting uitstrekkende spoorstaven (7, 8), waarbij de 10 twee spoorstaven op de twee respectieve spoorstaafbevestigingsgebieden (5, 6. bevestigd zijn.
NL2010056A 2012-12-24 2012-12-24 Biels, alsmede spoorweg voorzien van een dergelijke biels. NL2010056C2 (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2010056A NL2010056C2 (nl) 2012-12-24 2012-12-24 Biels, alsmede spoorweg voorzien van een dergelijke biels.
EP13802729.7A EP2941503B1 (en) 2012-12-24 2013-11-14 Railroad comprising a tie
US14/654,972 US9714486B2 (en) 2012-12-24 2013-11-14 Railroad tie and railroad comprising such a railroad tie
PCT/NL2013/050820 WO2014104873A1 (en) 2012-12-24 2013-11-14 Railroad tie and railroad comprising such a railroad tie
AU2013368737A AU2013368737B9 (en) 2012-12-24 2013-11-14 Railroad tie and railroad comprising such a railroad tie

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2010056A NL2010056C2 (nl) 2012-12-24 2012-12-24 Biels, alsmede spoorweg voorzien van een dergelijke biels.
NL2010056 2012-12-24

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2010056C2 true NL2010056C2 (nl) 2014-06-25

Family

ID=48184435

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2010056A NL2010056C2 (nl) 2012-12-24 2012-12-24 Biels, alsmede spoorweg voorzien van een dergelijke biels.

Country Status (5)

Country Link
US (1) US9714486B2 (nl)
EP (1) EP2941503B1 (nl)
AU (1) AU2013368737B9 (nl)
NL (1) NL2010056C2 (nl)
WO (1) WO2014104873A1 (nl)

Families Citing this family (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL2010056C2 (nl) * 2012-12-24 2014-06-25 Lankhorst Mouldings B V Biels, alsmede spoorweg voorzien van een dergelijke biels.
DE102017108224A1 (de) * 2017-04-18 2018-10-18 Vossloh-Werke Gmbh Schwelle für den Gleisoberbau
DE102017108221A1 (de) * 2017-04-18 2018-10-18 Vossloh-Werke Gmbh Schwelle für den Gleisoberbau
DE102017108222A1 (de) * 2017-04-18 2018-10-18 Vossloh-Werke Gmbh Schwelle für den Gleisoberbau
US10392758B2 (en) 2016-06-21 2019-08-27 Lewis Bolt & Nut Company Bridge tie fastener system
USD910487S1 (en) * 2019-07-15 2021-02-16 Voestalpine Railway Systems Nortrak Inc. Railroad tie

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2005100691A1 (en) * 2004-04-13 2005-10-27 The University Of Southern Queensland A railway sleeper
US20070187522A1 (en) * 2003-11-03 2007-08-16 Bryan Kirchmer Composite railroad tie and method of manufacture
WO2008048095A1 (en) * 2006-10-16 2008-04-24 Lankhorst Recycling Products B.V. Railroad tie and method for building or adapting a railroad.

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US7204430B2 (en) 2005-02-14 2007-04-17 Andrew Barmakian Tie suitable for use on a track
NL1031441C2 (nl) * 2006-03-24 2007-09-25 Lankhorst Special Mouldings B Systeem voor het ondersteunen van objecten.
NL2010056C2 (nl) * 2012-12-24 2014-06-25 Lankhorst Mouldings B V Biels, alsmede spoorweg voorzien van een dergelijke biels.

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20070187522A1 (en) * 2003-11-03 2007-08-16 Bryan Kirchmer Composite railroad tie and method of manufacture
WO2005100691A1 (en) * 2004-04-13 2005-10-27 The University Of Southern Queensland A railway sleeper
WO2008048095A1 (en) * 2006-10-16 2008-04-24 Lankhorst Recycling Products B.V. Railroad tie and method for building or adapting a railroad.

Also Published As

Publication number Publication date
EP2941503A1 (en) 2015-11-11
AU2013368737B9 (en) 2017-09-28
EP2941503B1 (en) 2019-07-24
US20160194834A1 (en) 2016-07-07
WO2014104873A1 (en) 2014-07-03
US9714486B2 (en) 2017-07-25
AU2013368737A1 (en) 2015-07-09
AU2013368737B2 (en) 2017-09-14

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2010056C2 (nl) Biels, alsmede spoorweg voorzien van een dergelijke biels.
US20080257791A1 (en) Supporting structure and a support carrier
EP2076625B1 (en) Railroad tie and method for building or adapting a railroad.
CA2925044A1 (en) Track system for an amusement ride, in particular, for a roller coaster or suspension railway
CA2917907C (en) Rail for crane boom hinge
KR101641492B1 (ko) 슬라이딩구조체를 포함하는 신축이음장치
KR101611345B1 (ko) 교량용 난간
KR101272472B1 (ko) 탄성수지 고정방식의 저진동 철도교
CN211522682U (zh) 一种跨座式单轨道岔用减振接缝板
CN110144805B (zh) 一种具有抗横向力的公路桥梁
JP5277086B2 (ja) 橋梁用の継手組立体と伸縮継手
KR20100110906A (ko) 철도용 다지형 침목
JP5840276B1 (ja) 鉄道車両逸脱防止装置
CN206971074U (zh) 一种抗震多向变位梳形板式桥梁伸缩装置
CN114182580A (zh) 一种可拆卸式铁路轨道路面结构
CN113430920B (zh) 一种桥梁连接机构
CN108755378B (zh) 一种不等跨两跨桥梁结构
NL1026515C2 (nl) Spoorwegconstructie, in het bijzonder voor brug of viaduct.
NL8101184A (nl) Spoorbaanbovenbouw.
CN210234974U (zh) 一种轨道车辆的侧梁
US361029A (en) Elevated railway superstructure
NL2005447C2 (nl) Biels en werkwijze voor het aanleggen of aanpassen van een spoorweg.
JP3024942U (ja) 跨線橋又は架道橋の中央高架部
RU21784U1 (ru) Плита дорожная
CN110485220A (zh) 一种横向连续支撑式浮轨型扣件系统

Legal Events

Date Code Title Description
SD Assignments of patents

Effective date: 20131016

MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20210101