NL2006864C2 - Werkwijze en opzetmachine voor het opzetten van een open tray. - Google Patents

Werkwijze en opzetmachine voor het opzetten van een open tray. Download PDF

Info

Publication number
NL2006864C2
NL2006864C2 NL2006864A NL2006864A NL2006864C2 NL 2006864 C2 NL2006864 C2 NL 2006864C2 NL 2006864 A NL2006864 A NL 2006864A NL 2006864 A NL2006864 A NL 2006864A NL 2006864 C2 NL2006864 C2 NL 2006864C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
corner reinforcement
folding
blank
panel
corner
Prior art date
Application number
NL2006864A
Other languages
English (en)
Inventor
Ronald Rijneveld
Ronald Egbertus Adrianus Horst
Original Assignee
Ronald Rijneveld
Ronald Egbertus Adrianus Horst
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Ronald Rijneveld, Ronald Egbertus Adrianus Horst filed Critical Ronald Rijneveld
Priority to NL2006864A priority Critical patent/NL2006864C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2006864C2 publication Critical patent/NL2006864C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65DCONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
    • B65D5/00Rigid or semi-rigid containers of polygonal cross-section, e.g. boxes, cartons or trays, formed by folding or erecting one or more blanks made of paper
    • B65D5/001Rigid or semi-rigid containers of polygonal cross-section, e.g. boxes, cartons or trays, formed by folding or erecting one or more blanks made of paper stackable
    • B65D5/0015Rigid or semi-rigid containers of polygonal cross-section, e.g. boxes, cartons or trays, formed by folding or erecting one or more blanks made of paper stackable the container being formed by folding up portions connected to a central panel
    • B65D5/002Rigid or semi-rigid containers of polygonal cross-section, e.g. boxes, cartons or trays, formed by folding or erecting one or more blanks made of paper stackable the container being formed by folding up portions connected to a central panel having integral corner posts
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B31MAKING ARTICLES OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER; WORKING PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER
    • B31BMAKING CONTAINERS OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER
    • B31B2100/00Rigid or semi-rigid containers made by folding single-piece sheets, blanks or webs
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B31MAKING ARTICLES OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER; WORKING PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER
    • B31BMAKING CONTAINERS OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER
    • B31B2100/00Rigid or semi-rigid containers made by folding single-piece sheets, blanks or webs
    • B31B2100/002Rigid or semi-rigid containers made by folding single-piece sheets, blanks or webs characterised by the shape of the blank from which they are formed
    • B31B2100/0024Rigid or semi-rigid containers made by folding single-piece sheets, blanks or webs characterised by the shape of the blank from which they are formed having all side walls attached to the bottom
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B31MAKING ARTICLES OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER; WORKING PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER
    • B31BMAKING CONTAINERS OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER
    • B31B2110/00Shape of rigid or semi-rigid containers
    • B31B2110/30Shape of rigid or semi-rigid containers having a polygonal cross section
    • B31B2110/35Shape of rigid or semi-rigid containers having a polygonal cross section rectangular, e.g. square
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B31MAKING ARTICLES OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER; WORKING PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER
    • B31BMAKING CONTAINERS OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER
    • B31B2120/00Construction of rigid or semi-rigid containers
    • B31B2120/502Construction of rigid or semi-rigid containers having integral corner posts or reinforcements
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B31MAKING ARTICLES OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER; WORKING PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER
    • B31BMAKING CONTAINERS OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER
    • B31B50/00Making rigid or semi-rigid containers, e.g. boxes or cartons
    • B31B50/26Folding sheets, blanks or webs
    • B31B50/44Folding sheets, blanks or webs by plungers moving through folding dies
    • B31B50/444Folding sheets, blanks or webs by plungers moving through folding dies having several plungers moving in a closed path and cooperating with stationary folding dies
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B31MAKING ARTICLES OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER; WORKING PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER
    • B31BMAKING CONTAINERS OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER
    • B31B50/00Making rigid or semi-rigid containers, e.g. boxes or cartons
    • B31B50/60Uniting opposed surfaces or edges; Taping
    • B31B50/62Uniting opposed surfaces or edges; Taping by adhesives
    • B31B50/624Applying glue on blanks
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B31MAKING ARTICLES OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER; WORKING PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER
    • B31BMAKING CONTAINERS OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER
    • B31B50/00Making rigid or semi-rigid containers, e.g. boxes or cartons
    • B31B50/74Auxiliary operations
    • B31B50/81Forming or attaching accessories, e.g. opening devices, closures or tear strings

Description

P94756NL00
Titel: Werkwijze en opzetmachine voor het opzetten van een open tray.
De uitvinding heeft betrekking op het middels een opzetmachine uit een aan de opzetmachine toegevoerde plano opzetten van een verpakkingsdoos in de vorm van een open tray.
Dergelijke trays, meestal van karton, worden bijvoorbeeld veel 5 toegepast voor het verpakken van groenten en fruit, maar kunnen ook worden toegepast voor het verpakken van diverse andere zaken.
Genoemde opzetmachines worden traditioneel toegepast op een locatie waar men zich met behulp van meerdere opzetmachines primair richt op het opzetten van dozen, dat wil zeggen veelal in een zogenoemd 10 opzetstation elders van de locatie van de eindgebruiker. Van daaruit worden de opgezette trays getransporteerd naar de eindgebruikers, zoals bijvoorbeeld groente- en fruittelers.
Genoemde traditioneel toegepaste machines zijn relatief complex en omvangrijk en zijn ingericht voor het opzetten van zeer grote 15 hoeveelheden trays voor meerdere eindgebruikers. In dergelijke traditioneel toegepaste opzetmachines worden de toegevoerde plano’s vanuit een stapel plano’s doorgaans verenkeld met behulp van een pak-en-plaats systeem op basis van vacuümaangrijping op telkens een individueel plano van de stapel. De aldus geplaatste plano’s worden vervolgens stuksgewijs opgezet 20 door de opzetmachine. Dat opzetten geschiedt door een plano in een in hoofdzaak horizontale procesrichting door de machine voort te bewegen met behulp van kettingaandrijving waarvan kettingschakels de plano voortduwen of trekken danwel aangrijpen op uitsparingen in de plano. Tijdens zijn horizontale beweging komt de plano op diverse momenten en 25 plaatsen in aanraking met specifieke onderdelen van de traditioneel toegepaste machine, door welke aanrakingen de voor het opzetten van de betreffende tray noodzakelijke vouwbewegingen van de plano plaatsvinden.
2
Ook wordt de plano op diverse momenten van het opzetproces op diverse plaatsen in de opzetmachine belijmd.
Bezwaarlijk van dergelijke traditioneel toegepaste opzetmachines is dat ze niet of nauwelijks geschikt zijn voor toepassing op de locatie van 5 eindgebruikers van de trays, zoals bijvoorbeeld groente- en fruittelers. Voor dergelijke in-situ toepassing zijn deze opzetmachines namelijk te complex en te groot. Daardoor zijn ze voor groente- en fruittelers veelal te duur in aanschaf, onderhoud en reparatie. Onderhoud en reparatie van de opzetmachine, bijvoorbeeld, vereisen veel deskundigheid. Daar komt bij dat 10 deze opzetmachines relatief storingsgevoelig zijn, bijvoorbeeld als gevolg van de kettingaangrijpingen, de bewegingen van de plano’s langs de specifieke machineonderdelen, zich door de machineonderdelen verspreidende lijm, etcetera. Deskundigheid is ook vereist voor aanpassingen aan de machine om deze geschikt te maken voor het opzetten 15 van een ander type tray dan voorheen door de betreffende machine werd opgezet.
W02010/048680A1 openbaart een opzetmachine die, in tegenstelling tot bovenbedoelde traditionele opzetmachines, wel bedoeld is voor toepassing op de locatie van eindgebruikers van de trays, zoals groente-20 en fruittelers. Dit biedt onder meer het voordeel dat het transport van (kartonfabriek naar eindgebruikers kan plaatsvinden door gestapelde plano’s te transporteren in plaats van reeds in de fabriek opgezette trays die bij transport aanzienlijk meer ruimte in beslag nemen dan vlakke plano’s. Hierdoor wordt het transport efficiënter. De uit W02010/048680A1 bekende 25 opzetmachine is eenvoudiger en compacter dan de bovenbedoelde traditionele opzetmachines.
Een bezwaar van de uit W02010/048680A1 bekende opzetmachine is echter dat daarmee slechts een zeer eenvoudige en specifieke open tray opgezet kan worden. Dat wil zeggen een onverlijmde tray welke in opgezette 30 toestand gehouden wordt doordat bepaalde uitstekende delen van de plano 3 door de opzetmachine in bepaalde openingen van de plano gedrukt zijn. Ook heeft de betreffende tray slechts zeer eenvoudige hoekverstevigingen in de hoeken tussen de op elkaar aansluitende zijpanelen van de tray. Een dergelijke zeer eenvoudige hoekversteviging wordt namelijk gevormd door 5 slechts een enkel hoekverstevigingspaneel dat bovendien slecht gefixeerd is ten opzichte van de zijpanelen van de tray. De sterkte en duurzaamheid van deze hoekversteviging laat daarom te wensen over. Voorts is bezwaarlijk dat de uit W02010/048680A1 bekende opzetmachine, ondanks het feit dat daarmee slechts een zeer eenvoudig, specifiek tray opgezet kan worden, nog 10 steeds relatief complex is doordat deze relatief veel bewegende mechanische onderdelen heeft die de noodzakelijke verschillende vouwbewegingen realiseren.
Het is een doel van de uitvinding om een oplossing te verschaffen volgens welke eindgebruikers op betrouwbare wijze meer complexe trays 15 kunnen opzetten met een minder complexe opzetmachine.
Daartoe verschaft de onderhavige uitvinding een werkwijze volgens bijgaande onafhankelijke conclusie 1, alsmede een opzetmachine volgens bijgaande onafhankelijke conclusie 8. Specifieke uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn neergelegd in de bijgaande afhankelijke conclusies 2 t/m 7 en 20 9 t/m 14.
Volgens de onderhavige uitvinding wordt derhalve de plano belijmd, wordt de aldus belijmde plano in de stilstaande toestand deels gevouwen met behulp van het tenminste ene eerste vouwmechanisme, en wordt het aldus deels gevouwen plano in de stampbeweging verder 25 gevouwen tot tray middels het tenminste ene tweede vouwmechanisme.
Reeds dankzij de bij de uitvinding in een vroegtijdig stadium van het opzetproces plaatsvindende belijming wordt met minder complexiteit van genoemde vouwmechanismen het opzetten van meer complexe trays bereikt. De reden hiervoor is dat tijdens het opzetproces geleidelijk aan 30 steeds meer delen van de plano aan elkaar verlijmd raken en derhalve voor 4 het bij elkaar houden van die verlijmde delen geen mechanische onderdelen van genoemde vouwmechanismen benodigd zijn. Dankzij de verlijming kunnen ook meer complexe trays worden opgezet.
Het met minder complexiteit van genoemde vouwmechanismen 5 opzetten van meer complexe trays wordt voorts bereikt door de bij de uitvinding toegepaste verdeling tussen het in de stilstaande toestand deels vouwen met behulp van het tenminste ene eerste vouwmechanisme en het in de stampbeweging verder vouwen middels het tenminste ene tweede vouwmechanisme. Het stampelement en de aandrijving van het 10 stampelement vormen immers relatief eenvoudige mechanische techniek, waarbij het op eenvoudige wijze bewegende stampelement een vervanging is van verschillende meer complexe en meer complex bewegende mechanische onderdelen, zoals bijvoorbeeld toegepast in de uit W02010/048680A1 bekende opzetmachine. Niettemin worden bij de uitvinding bepaalde 15 complexe vouwbewegingen die nodig zijn voor het opzetten van meer complexe trays, maar die niet of minder geschikt zijn om in de eenvoudige stampbeweging gerealiseerd te worden, in de stilstaande toestand uitgevoerd met behulp van het tenminste ene eerste vouwmechanisme. Daarbij is tevens voordelig dat de stilstaande toestand bij draagt aan de 20 precisie en betrouwbaarheid van het deels vouwen. Ontsporen danwel vastlopen van bewegende plano’s tijdens dergelijke vouwbewerkingen, zoals optreedt bij de traditioneel toegepaste opzetmachines als bovengenoemd, wordt dankzij het deels vouwen in de stilstaande toestand immers uitgesloten.
25 In een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding zijn de werkwijzestappen die plaatsvinden na afloop van het genoemde belijmen van de plano vrij van enige verdere belijming van de plano op plaatsen waar delen van genoemde op te zetten tray onderling verlijmd zijn. Hiermee wordt tegengegaan dat op ongewilde wijze lijm in delen van de eerste en 30 tweede vouwmechanismen terecht zouden komen en de werking van die 5 mechanismen zou verstoren. Ook bevordert dit de eenvoud van de opzetmachine omdat de eerste en tweede vouwmechanismen niet voorzien hoeven te worden van belijmingselementen. Voorts bevordert het aldus achterwege laten van latere belijming een snelle opzettijd van de trays, 5 omdat vroegtijdig aangebrachte lijm meer tijd heeft om tijdens het opzetproces van een tray te drogen.
In een andere voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding omvat genoemde plano voorts tenminste één hoekverstevigingspaneel, en is tenminste één van het tenminste ene eerste vouwmechanisme een 10 hoekverstevigingsvouwmechanisme en is tenminste één van het tenminste ene eerste aangrijpelement van het hoekverstevigingsvouwmechanisme een hoekverstevigingsaangrijpelement dat bij het genoemde deels vouwen op het tenminste ene hoekverstevigingspaneel aangrijpt en het tenminste ene hoekverstevigingspaneel om een hoekverstevigingsvouwrichting vouwt 15 zodat een door het tenminste ene hoekverstevigingspaneel gevormd hoekverstevigingselement in een hoek tussen twee op elkaar aansluitende van de zijpanelen van de op te zetten tray verkregen wordt. In deze voorkeursuitvoeringsvorm vindt een aantal essentiële vouwacties voor het realiseren van het hoekverstevigingselement dus plaats in de stilstaande 20 toestand. Dankzij dit vouwen in de stilstaande toestand is het mogelijk om diverse soorten complexe hoekverstevigingselementen te realiseren, en bovendien met hoge precisie en betrouwbaarheid. De voorafgaand uitgevoerde belijming van de plano maakt ook verlijming van delen van het hoekverstevigingselement mogelijk tijdens dit in de stilstaande toestand 25 uitgevoerde vouwen van het tenminste ene hoekverstevigingspaneel, hetgeen de mogelijkheden van het realiseren van meer complexe hoekverstevigingselementen verder vergroot.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat het hoekverstevigingsvouwmechanisme een eerste bewegingsmechanisme van 30 het tenminste ene hoekverstevigingsaangrijpelement, welk eerste 6 bewegingsmechanisme gesitueerd is aan een in de hoekverstevigingsvouwrichting gelegen zijde van het tenminste ene hoekverstevigingsaangrijpelement. Dankzij een op dergelijke wijze gesitueerd eerste bewegingsmechanisme kunnen met een relatief eenvoudig 5 uitgevoerd hoekverstevigingsvouwmechanisme op effectieve wijze complexe vouwacties op het tenminste ene hoekverstevigingspaneel uitgevoerd worden.
In een andere, verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat het hoekverstevigingsvouwmechanisme een tweede bewegingsmechanisme van 10 het tenminste ene hoekverstevigingsaangrijpelement, welk tweede bewegingsmechanisme gesitueerd is aan een dwars op de hoekverstevigingsvouwrichting gelegen zijde van het tenminste ene hoekverstevigingsaangrijpelement. Dankzij een op dergelijke wijze gesitueerd tweede bewegingsmechanisme kunnen op effectieve wijze 15 complexe vouwacties op het tenminste ene hoekverstevigingspaneel uitgevoerd worden, zonder dat bepaalde andere panelen van een betreffende plano, zoals één of meer brugverstevigingspanelen voor het realiseren van een brugversteviging van de tray, in de weg zitten voor die vouwacties.
In een nog andere, verdere voorkeursuitvoeringsvorm wordt 20 genoemd hoekverstevigingselement van genoemde tray gevormd door drie stuks van het tenminste ene hoekverstevigingspaneel, van welke drie stuks een eerste hoekverstevigingspaneel via tenminste één eerste hoekverstevigingsvouwlijn van de tray aansluit op één van de zijpanelen van de tray, een tweede hoekverstevigingspaneel via tenminste één tweede 25 hoekverstevigingsvouwlijn van de tray aansluit op het eerste hoekverstevigingspaneel, en een derde hoekverstevigingspaneel via tenminste één derde hoekverstevigingsvouwlijn van de tray aansluit op het tweede hoekverstevigingspaneel, waarbij de tenminste ene eerste hoekverstevigingsvouwlijn, de tenminste ene tweede 30 hoekverstevigingsvouwlijn en de tenminste ene derde 7 hoekverstevigingsvouwlijn elk parallel aan de hoekverstevigingsvouwrichting zijn, en waarbij bij het genoemde deels vouwen genoemde drie stuks van het tenminste ene hoekverstevigingspaneel door het tenminste ene 5 hoekverstevigingsaangrijpelement om de tenminste ene eerste hoekverstevigings vouwlijn, om de tenminste ene tweede hoekverstevigings vouwlijn en om de tenminste ene derde hoekverstevigings vouwlijn gevouwen worden en het derde hoekverstevigingspaneel in verlijmend kontakt gebracht wordt met het 10 zijpaneel waarop het eerste hoekverstevigingspaneel aansluit. Aldus wordt op efficiënte wijze een zeer stevig en duurzaam hoekverstevigingselement van de tray gevormd.
In een nog andere voorkeursuitvoeringsvorm is tenminste één van het tenminste ene tweede aangrijpelement van het tweede 15 vouwmechanisme een scharnierbare plaat, welke scharnierbare plaat scharnierbaar is om een scharnieras die parallel is aan een bodemvouwlijn tussen het bodempaneel en een exemplaar van genoemde zijpanelen, waarbij de scharnierbare plaat tijdens genoemde stampbeweging, al scharnierend om de scharnieras, op genoemd exemplaar van genoemde 20 zijpanelen aangrijpt. Genoemde scharnierbare plaat vormt niet alleen uiterst eenvoudige mechanische techniek, maar is tevens een uiterst effectief middel om in synergie met de werking van het stampelement het genoemde verder vouwen van het genoemde deels gevouwen plano te realiseren.
25 Opgemerkt wordt dat de additionele maatregelen, ten opzichte van onafhankelijke conclusie 1, van bijgaande afhankelijke conclusie 3, desgewenst in combinatie met: de verdere additionele maatregelen, ten opzichte van onafhankelijke conclusie 1, van bijgaande afhankelijke conclusie 4; en/of 8 - de verdere additionele maatregelen, ten opzichte van onafhankelijke conclusie 1, van bijgaande afhankelijke conclusie 5; en/of - de verdere additionele maatregelen, ten opzichte van onafhankelijke conclusie 1, van bijgaande afhankelijke conclusie 6; 5 ook met soortgelijke voordelen als hiervoor beschreven kunnen worden toegepast in een werkwijze volgens conclusie 1, wanneer in die werkwijze niet de in conclusie 1 gespecificeerde stappen van het belijmen van de plano en van het verder vouwen van de deels gevouwen plano worden uitgevoerd, dat wil zeggen in een: 10 werkwijze voor het middels een opzetmachine uit een aan de opzetmachine toegevoerde plano opzetten van een verpakkingsdoos in de vorm van een open tray; welk plano een bodempaneel en meerdere zijpanelen van genoemde op te zetten tray omvat; en 15 welke opzetmachine een referentiepunt heeft dat in gebruik van de opzetmachine stil staat ten opzichte van de omgeving waarin de opzetmachine is opgesteld; waarbij de werkwijze de volgende stappen, uitgevoerd in de opzetmachine, omvat: 20 - het in een ten opzichte van genoemd referentiepunt stilstaande toestand brengen van het bodempaneel van de plano; - het in genoemde stilstaande toestand deels vouwen van de plano met behulp van tenminste één eerste vouwmechanisme van de opzetmachine, welk eerste vouwmechanisme tenminste één eerste 25 aangrijpelement omvat, welk eerste aangrijpelement bij het genoemde deels vouwen op de plano aangrijpt en beweegt ten opzichte van genoemd referentiepunt.
Evenzo kunnen de additionele maatregelen, ten opzichte van onafhankelijke conclusie 8, van bijgaande afhankelijke conclusie 10, 30 desgewenst in combinatie met: 9 - de verdere additionele maatregelen, ten opzichte van onafhankelijke conclusie 8, van bijgaande afhankelijke conclusie 11; en/of - de verdere additionele maatregelen, ten opzichte van onafhankelijke conclusie 8, van bijgaande afhankelijke conclusie 12; en/of 5 - de verdere additionele maatregelen, ten opzichte van onafhankelijke conclusie 8, van bijgaande afhankelijke conclusie 13; ook met soortgelijke voordelen als hiervoor beschreven worden toegepast in een opzetmachine volgens conclusie 8, wanneer die opzetmachine niet de in conclusie 8 gespecificeerde belijmingsinrichting en 10 niet het in conclusie 8 gespecificeerde tenminste ene tweede vouwmechanisme omvat, dat wil zeggen in een: opzetmachine voor het uit een aan de opzetmachine toegevoerde plano opzetten van een verpakkingsdoos in de vorm van een open tray; welk plano een bodempaneel en meerdere zijpanelen van genoemde 15 op te zetten tray omvat; en welke opzetmachine een referentiepunt heeft dat in gebruik van de opzetmachine stil staat ten opzichte van de omgeving waarin de opzetmachine is opgesteld; waarbij de opzetmachine voorts omvat: 20 - tenminste één eerste vouwmechanisme voor het in een ten opzichte van genoemd referentiepunt stilstaande toestand van het bodempaneel van de in de belijmingsinrichting belijmde plano deels vouwen van de belijmde plano, welk eerste vouwmechanisme tenminste één eerste aangrijpelement omvat, welk eerste aangrijpelement bij het genoemde deels 25 vouwen op de plano aangrijpt en beweegt ten opzichte van genoemd referentiepunt.
In het volgende wordt de uitvinding nader toegelicht met verwijzing naar de schematische figuren in de bij gevoegde tekening.
Fig. 1 toont in perspectief een voorbeeld van een uitvoeringsvorm 30 van een opzetmachine volgens de uitvinding die kan worden toegepast in 10 een voorbeeld van een uitvoeringsvorm van een werkwijze volgens de uitvinding.
Fig. 2 toont in bovenaanzicht een voorbeeld van een uitvoeringsvorm van een plano welke kan worden toegevoerd aan de 5 opzetmachine van Fig. 1.
Fig. 3 toont in perspectief een open tray die in de opzetmachine van Fig. 1 opgezet is uitgaande van de in Fig. 2 getoonde plano.
Fig. 4 toont in perspectief een voorbeeld van een uitvoeringsvorm van het stampelement van de opzetmachine van Fig. 1, welk stampelement 10 voorzien is van delen van een voorbeeld van een uitvoeringsvorm van een eerste vouwmechanisme, in de vorm van een reversvouwmechanisme, van de opzetmachine van Fig. 1.
Fig. 5 toont in perspectief het stampelement van Fig. 4 nogmaals, echter waarbij de getoonde delen van het reversvouwmechanisme in een 15 uitgezette bedrijfstoestand verkeren.
Fig. 6 toont in perspectief een voorbeeld van een uitvoeringsvorm van een ander exemplaar van het tenminste ene eerste vouwmechanisme van Fig. 1, welk ander exemplaar in de vorm is van het genoemde hoekverstevigingsvouwmechanisme.
20 Fign. 7A, 7B, 7C en 7D tonen, in perspectief, respectieve opeenvolgende bedrijfstoestanden van het in Fig. 6 getoonde hoekverstevigingsvouwmechanisme.
Fign. 8A, 8B, 8C en 8D tonen, in zijaanzicht, respectieve opeenvolgende bedrijfstoestanden van het in Fig. 4 getoonde stampelement. 25 Fig. 9 toont, in dwarsdoorsneden, een aantal onderling verschillende voorbeelden van uitvoeringsvormen van hoekverstevigingselementen die verkregen kunnen worden met behulp van het in Fig. 6 getoonde hoekverstevigingsvouwmechanisme.
Fig. 10 toont, in perspectief, respectieve opeenvolgende toestanden 30 van een alternatieve uitvoeringsvorm van een plano, voorzien van 11 brugverstevigingspanelen voor het realiseren van een brugversteviging van de op te zetten tray, welke toestanden optreden tijdens het uitvoeren van een werkwijze volgens de uitvinding.
Fig. 11 toont, in zijaanzicht, respectieve opeenvolgende 5 bedrijfstoestanden van een alternatieve uitvoeringsvorm van een hoekverstevigingsvouwmechanisme dat kan worden toegepast in de opzetmachine van Fig. 1, bijvoorbeeld voor het vouwen van de hoekverstevigingspanelen van het in Fig. 10 getoonde plano.
Verwezen wordt nu eerst naar Figuren 1, 2 en 3. In Fig. 1 is de 10 opzetmachine volgens de uitvinding aangeduid met referentiecijfer 1 en de belijmingsinrichting met referentiecijfer 20. Fig. 1 toont dat de opzetmachine 1 voorts een plano-verenkelingsinrichting 10 en een vouwinrichting 30 omvat. De opzetmachine 1 heeft een referentiepunt 7 dat in gebruik van de opzetmachine stil staat ten opzichte van de omgeving 15 waarin de opzetmachine 1 is opgesteld. In het getoonde voorbeeld is het referentiepunt 7 deel van een framepoot waarmee de vouwinrichting 30 op een ondergrond steunt.
Hoewel in Fig. 1 niet in detail getoond, is de plano-verenkelingsinrichting 10 ingericht voor het verenkelen van plano’s vanuit 20 een stapel plano’s. Dit verenkelen kan op diverse wijzen zijn uitgevoerd.
Bijvoorbeeld kan dit zijn uitgevoerd zoals bovenstaand inleidend beschreven werd voor traditioneel toegepaste opzetmachines, dat wil zeggen met behulp van een pak-en-plaats systeem op basis van vacuümaangrijping op telkens een individueel plano van de stapel. Maar ook kan dit zijn uitgevoerd zonder 25 gebruikmaking van dergelijke vacuümaangrijping, bijvoorbeeld zoals getoond in het inleidend reeds genoemde document W02010/048680A1 met behulp van de in W02010/048680A1 getoonde mechanismen, aldaar aangeduid met onder meer de referentiecijfers 110 en 120. Deze laatste optie, die dus geen gebruik maakt van dergelijke vacuümaangrijping, 30 verdient vanwege zijn eenvoud wellicht de voorkeur voor de door de 12 onderhavige uitvinding beoogde in-situ toepassing van de opzetmachine 1 op de locatie van de eindgebruikers van de trays. Voor de eenvoud van presentatie toont Fig. 1 in de verenkelingsinrichting 10 slechts een reeds verenkelde plano 2.
5 Laatstgenoemde plano 2 is in meer detail getoond in het bovenaanzicht van Fig. 2. In dat bovenaanzicht is de plano 2 een rechthoek waarvan de zijden middels doorgetrokken lijnen zijn aangeduid. De overige doorgetrokken lijnen van de in Fig. 2 getoonde plano 2 zijn vouwlijnen van de plano, bijvoorbeeld voorgerilde vouwlijnen. Verder worden in Fig. 2 met 10 onderbroken lijnen en slingerlijnen respektievelijk scheurlijnen van de plano 2 en de gebieden van belijming van de plano 2 aangeduid. In het getoonde voorbeeld zijn de vouwlijnen, de scheurlijnen en de belijmingsgebieden op symmetrische wijze ten opzichte van elk van de twee onderling orthogonale middellijnen, over de korte en lange kant van de 15 rechthoekvorm van de plano 2, over de plano 2 verdeeld. Vanwege dergelijke symmetrie zijn voor de eenvoud van presentatie in Fig. 2 slechts voor delen van de plano 2 die zich in de linkerbovenhoek van de rechthoekvorm uitstrekken referentiecijfers aangegeven. Hetgeen hierna wordt vermeldt aangaande belijmen, losscheuren, vouwen, verlijmen, en dergelijke, van 20 delen van de plano 2 die zich in de linkerbovenhoek van de rechthoekvorm uitstrekken, geldt eveneens voor de met de spiegelbeelden, ten opzichte van genoemde middellijnen, van genoemde delen van het plano overeenkomende delen van de plano 2.
De plano 2 omvat het bodempaneel 60, de zijpanelen 61 en 62, en 25 zogenoemde “revers” 63 en 64. Het bodempaneel 60 sluit via de bodemvouwlijnen 68 en 69 respektievelijk aan op de zijpanelen 61 en 62. De zijpanelen 61 en 62 sluiten via vouwlijnen 73 en scheurlijnen 75, respektievelijk via vouwlijnen 74 en scheurlijnen 76, aan op de revers 63 en 64. Voorts omvat de plano 2 het eerste hoekverstevigingspaneel 67, het 30 tweede hoekverstevigingspaneel 66, en het derde hoekverstevigingspaneel 13 65. Deze hoekverstevigingspanelen 65, 66 en 67 sluiten via scheurlijn 77 aan op het zijpaneel 61. Het eerste hoekverstevigingspaneel 67 sluit via de eerste hoekverstevigingsvouwlijnen 72 van de plano aan op het zijpaneel 62. Het tweede hoekverstevigingspaneel 66 sluit via de tweede 5 hoekverstevigings vouwlijnen 71 aan op het eerste hoekverstevigingspaneel 67. Het derde hoekverstevigingspaneel 65 sluit via de derde hoekverstevigings vouwlijnen 70 aan op het tweede hoekverstevigingspaneel 66. De eerste hoekverstevigings vouwlijnen 72, de tweede hoekverstevigings vouwlijnen 71 en de derde hoekverstevigings vouwlijnen 10 70 zijn elk parallel aan de hoekverstevigingsvouwrichting 8 die in Fig. 2 tevens separaat getoond is aan de rechterzijde van de rechthoekvorm.
In het getoonde voorbeeld worden de panelen 61 en 62 in de belijmingsinrichting 20 van lijm voorzien in de in Fig. 2 getoonde belijmingsgebieden 78 en 79, respektievelijk 80 en 81. In het getoonde 15 voorbeeld geschiedt die belijming met behulp van lijmafgiftemiddelen van de belijmingsinrichting 20. Deze lijmafgiftemiddelen geven lijm af tijdens horizontaal transport van het plano 2 door de belijmingsinrichting 20. Dit horizontale transport vindt plaats over transportbanden, eerst vanuit de plano-verenkelingsinrichting 10 over een eerste transportband in een eerste 20 horizontale richting 41 (zie Fig. 1), en vervolgens over een tweede transportband in een tweede horizontale richting 42 (zie Fig. 1), dwars op de eerste richting 41, naar de vouwinrichting 30.
In de vouwinrichting 30 wordt de plano 2 vervolgens gevouwen tot de in Fig. 3 getoonde tray 3. Bij dit vouwen van de plano 2 wordt de revers 25 63 langs de scheurlijnen 75 losgescheurd van het zijpaneel 61 en zodanig over 180 graden om de vouwlijnen 73 gevouwen dat de omgevouwen revers 63 met zijn in Fig. 2 getoonde aanzichtzijde verlijmd wordt met het zijpaneel 61 in het belijmingsgebied 79. Evenzo wordt de revers 64 langs de scheurlijnen 76 losgescheurd van het zijpaneel 62 en zodanig over 180 14 graden om de vouwlijnen 74 gevouwen dat de omgevouwen revers 64 verlijmd wordt met het zijpaneel 62 in het belijmingsgebied 80.
Ook worden bij dit vouwen van de plano 2 de hoekverstevigingspanelen 65, 66 en 67 langs de scheurlijn 77 losgescheurd 5 van het zijpaneel 61 en zodanig om de hoekverstevigingsvouwlijnen 70, 71 en 72 gevouwen dat het omgevouwen derde hoekverstevigingspaneel 65 met zijn aan de andere kant van de in Fig. 2 getoonde aanzichtzijde gelegen achterzijde verlijmd wordt met het zijpaneel 62 in het belijmingsgebied 81. In het getoonde voorbeeld zijn de afmetingen van de 10 hoekverstevigingspanelen 65, 66 en 67 zodanig dat het eerste hoekverstevigingspaneel 67 na afloop van laatstgenoemde verlijming loodrecht staat op het zijpaneel 62.
Voorts worden bij dit vouwen van het plano 2 elk van de zijpanelen 61 en 62, met de aldus daaraan verlijmde revers en 15 hoekverstevigingspanelen, zodanig over 90 graden om de bodemvouwlijnen 68 en 69 gevouwen dat het eerste hoekverstevigingspaneel 67 met zijn aan de andere kant van de in Fig. 2 getoonde aanzichtzijde gelegen achterzijde verlijmd wordt met het zijpaneel 61 in het belijmingsgebied 78. Aldus wordt de in Fig. 3 getoonde tray 3 verkregen. De in Fig. 3 getoonde tray 3 heeft 20 aldus in elk van de vier hoeken tussen telkens twee op elkaar aansluitende van zijn zijpanelen een door genoemde hoekverstevigingspanelen gevormd hoekverstevigingselement 17. Opgemerkt wordt dat in het getoonde voorbeeld de plano 2 voorts nog voorzien is van een aantal openingen 82 in het bodempaneel 60, alsmede een aantal bijbehorende uitstekende delen 83 25 van de hoekverstevigingspanelen 66. Bij het op elkaar stapelen van dergelijke opgezette trays 3 kunnen de uitstekende delen 83 van een dergelijke ondergelegen tray 3 in de openingen 82 van een dergelijke bovengelegen tray 3 vallen.
Verwezen wordt nu naar de Figuren 4 en 5 die het stampelement 30 14 van het tweede vouwmechanisme 12 van de vouwinrichting 30 van de 15 opzetmachine van Fig. 1 tonen. In het getoonde voorbeeld is het stampelement 14 ingericht om vertikale bewegingen 43, 44 ten opzichte van het referentiepunt 7 uit te voeren (zie ook Figuren 8A t/m 8D). Het stampelement 14 is voorzien van een viertal uitzetters 50 die onderdeel zijn 5 van een reversvouwmechanisme dat een exemplaar is van het tenminste ene eerste vouwmechanisme van de opzetmachine van Fig. 1. In Fig. 4 zijn de vier uitzetters 50 getoond in ingetrokken toestand ten opzichte van het stampelement 14. In Fig. 5 zijn de vier uitzetters 50 getoond in uitgezette toestand ten opzichte van het stampelement 14.
10 Na afloop van de belijming van de plano 2 in de belijmingsinrichting 20 is de plano 2 via de in de tweede horizontale richting 42 (zie Fig. 1) bewegende tweede transportband in de vouwinrichting 30 aangekomen. Daar aangekomen wordt de plano 2 in genoemde stilstaande toestand van zijn bodempaneel 60 gebracht doordat het stampelement 14 in 15 de neerwaartse vertikale bewegingsrichting 43 naar het bodempaneel 60 gebracht wordt en vervolgens stilgezet wordt. In die stilgezette toestand klemmen een plaat 90 en vier platen 91 (zie Fig. 4) van het stampelement 14 het bodempaneel 60 van de plano 2 vast. Op dat moment verkeren de vier uitzetters 50 nog in de in Fig. 4 getoonde ingetrokken toestand.
20 Vervolgens worden de uitzetters 50 in de in Fig. 5 getoonde uitgezette toestand gebracht, waarbij de uitzetters in de vouwlijnen 73 en 74 (zie Fig.
2) van de plano 2 drukken. In die toestand kunnen (niet getoonde) omklapelementen van het reversvouwmechanisme aanvangen met het bovengenoemde over 180 graden om de respektieve vouwlijnen 73 en 74 25 vouwen van de respektieve revers 63 en 64. Als dit omvouwen is aangevangen, maar nog niet voltooid, trekken de uitzetters 50 terug in hun ingetrokken toestand. Na voltooiing van dit omvouwen kunnen genoemde omklapelementen nog enige tijd als lijmklem tegen de omgevouwen revers 63 en 64 blijven aandrukken.
16
Verwezen wordt nu naar de Figuren 6 en 7A t/m 7D waarin één van de vier hoekverstevigingsvouwmechanismen 11 van de vouwinrichting 30 van de opzetmachine van Fig. 1 is getoond. In het getoonde voorbeeld heeft de vouwinrichting 30 namelijk voor elk van de vier te vormen 5 hoekverstevigingselementen 17 van de tray 3 een bijbehorend dergelijk hoekverstevigingsvouwmechanisme 11. Het hoekverstevigingsvouwmechanisme 11 omvat drie eerste aangrijpelementen, in de vorm van de getoonde staven 31, 32 en 33, alsmede een eerste bewegingsmechanisme 51 voor het bewegen van de staven 31, 32 10 en 33. Dit eerste bewegingsmechanisme 51 is gesitueerd aan een in de hoekverstevigingsvouwrichting 8 gelegen zijde van de staven 31, 32 en 33. Na activering van het hoekverstevigingsvouwmechanisme 11 worden de hoekverstevigingspanelen 65, 66 en 67 zodanig gevouwen dat uiteindelijk het omgevouwen derde hoekverstevigingspaneel 65 verlijmd wordt met het 15 zijpaneel 62, zoals hierboven beschreven werd. Figuren 7A t/m 7D tonen opeenvolgende momentopnamen van dit vouwproces.
Verwezen wordt nu naar de Figuren 8A t/m 8D waarin respectieve opeenvolgende bedrijfstoestanden van het in de Figuren 1, 4 en 5 getoonde stampelement 14 van het tweede vouwmechanisme 12 van de 20 vouwinrichting 30 van de opzetmachine 1 zijn getoond. Het tweede vouwmechanisme 12 omvat voorts scharnierbare platen 15 die scharnierbaar zijn om bijbehorende scharnierassen 16. Na activering van het tweede vouwmechanisme 12 worden de zijpanelen 61 en 62, met de daaraan verlijmde revers 63 en 64 en hoekverstevigingspanelen 65, 66 en 25 67, over 90 graden om de bodemvouwlijnen 68 en 69 zodanig gevouwen dat uiteindelijk de in Fig. 3 getoonde tray 3 verkregen wordt, zoals hierboven beschreven werd. Figuren 8A t/m 8D tonen opeenvolgende momentopnamen van dit vouwproces. Tijdens dit vouwproces voert het stampelement 14 een stampbeweging uit in de richting 43 ten opzichte van het in Fig. 1 30 aangeduide referentiepunt 7. Tijdens deze stampbeweging ligt het 17 bodempaneel 60 van het plano 2 gefixeerd aan tegen de plaat 90 (zie Fig. 4) van het stampelement 14. Voorts grijpen de scharnierbare platen 15 tijdens deze stampbeweging, al scharnierend om hun scharnierassen 16, aan op de zijpanelen van de plano 2. In het getoonde voorbeeld grijpen daarbij 5 overigens ook de andere, reeds genoemde platen 91 (zie Figuren 4 en 5) tijdens deze stampbeweging al scharnierend om hun eigen bijbehorende scharnierassen aan op de zijpanelen van het plano 2, en wel aan de andere kanten van de zijpanelen als de kanten waarop de platen 15 aangrijpen. Dat wil zeggen, de platen 15 hebben tijdens de stampbeweging aangegrepen op 10 de buitenzijden van de zijpanelen van een door de opzetmachine 1 opgezette tray 3, terwijl de platen 91 tijdens de stampbeweging aangegrepen hebben op de binnenzijden van de zijpanelen van die opgezette tray 3.
Opgemerkt wordt dat volgens de uitvinding diverse soorten trays kunnen worden opgezet, uitgaande van diverse soorten plano’s.
15 Zo toont Fig. 9 bijvoorbeeld slechts enkele van de vele mogelijke voorbeelden van hoekverstevigingselementen 17, 117, 217, 317, 417 en 517 die verkregen kunnen worden met behulp van de hoekverstevigingsvouwmechanismen volgens de uitvinding.
Voorts toont Fig. 10 slechts één van de vele mogelijke voorbeelden 20 van hoe een ander soort tray 103 kan worden opgezet uitgaande van een ander soort plano 102. Een van de verschillen met de hiervoor beschreven plano 2 is dat de plano 102 brugverstevigingspanelen 85, 86 en 87 omvat voor het realiseren van een zogenoemde brugversteviging van de op te zetten tray 103. Ook toont Fig. 10 een ander soort hoekverstevigingselement 25 dan het hoekverstevigingselement 17 van de tray 3. De tray 103 is namelijk voorzien van hoekverstevigingselementen van het in Fig. 9 getoonde type 117.
Verder toont Fig. 11 een hoekverstevigingsvouwmechanisme 111 dat van een ander soort is dan het hoekverstevigingsvouwmechanisme 11 30 van Fig. 6. Verschillend ten opzichte van het 18 hoekverstevigingsvouwmechanisme 11 is dat het hoekverstevigingsvouwmechanisme 111 een ander soort tweede bewegingsmechanisme 151 van zijn betreffende hoekverstevigingsaangrijpelementen 131 en 132 omvat. Het tweede 5 bewegingsmechanisme 151 is namelijk gesitueerd aan een dwars op de hoekverstevigingsvouwrichting 8 gelegen zijde van de hoekverstevigingsaangrijpelementen 131 en 132. Dankzij het aldus gesitueerde tweede bewegingsmechanisme 151 kunnen op effectieve wijze complexe vouwacties op het tenminste ene hoekverstevigingspaneel 10 uitgevoerd worden, zonder dat bepaalde andere panelen van een betreffende plano, zoals de in Fig. 10 getoonde brugverstevigingspanelen 85, 86 en 87 voor het realiseren van de brugversteviging van de tray 103, in de weg zitten voor die vouwacties.
Opgemerkt wordt dat de bovengenoemde voorbeelden van 15 uitvoeringsvormen de uitvinding niet beperken en dat binnen de reikwijdte van de bijgaande conclusies diverse alternatieven mogelijk zijn.
Zo heeft de opzetmachine 1 een modulair karakter, bijvoorbeeld in de zin dat de vouwinrichting 30 een losse module is die vervangen kan worden door een andere dergelijke module die geschikt is voor het vouwen 20 van een ander type plano. Ook kunnen achter de belijmingsinrichting 20 in plaats van één vouwinrichting, meerdere dergelijke vouwinrichtingen opgesteld worden. Bijvoorbeeld kan een extra vouwinrichting opgesteld worden aan de andere langszijde van de belijmingsinrichting 20 als de langszijde waar de vouwinrichting 30 opgesteld is, en/of kan een extra 25 vouwinrichting opgesteld worden aan de kopse kant van de belijmingsinrichting 20. Door in dergelijke gevallen alternerend belijmde plano’s vanuit de belijmingsinrichting 20 naar individuele van de meerdere vouwinrichtingen toe te voeren, kan met de opzetmachine 1 een groter aantal trays per tijdseenheid opgezet worden. In dat geval kunnen 19 desgewenst de meerdere vouwinrichtingen onderling verschillen in de zin dat ze onderling verschillende trays opzetten.
Deze en soortgelijke alternatieven worden geacht binnen het kader te vallen van de uitvinding zoals gedefinieerd in de bijgevoegde conclusies.
5

Claims (14)

1. Werkwijze voor het middels een opzetmachine (1) uit een aan de opzetmachine toegevoerde plano (2; 102) opzetten van een verpakkingsdoos in de vorm van een open tray (3; 103); welk plano een bodempaneel (60) en meerdere zijpanelen (61, 62) 5 van genoemde op te zetten tray omvat; en welke opzetmachine een referentiepunt (7) heeft dat in gebruik van de opzetmachine stil staat ten opzichte van de omgeving waarin de opzetmachine is opgesteld; waarbij de werkwijze de volgende stappen, uitgevoerd in de 10 opzetmachine, omvat: - het belijmen van de plano op plaatsen (78, 79, 80, 81) waar delen van genoemde op te zetten tray onderling verlijmd zijn; - het in een ten opzichte van genoemd referentiepunt stilstaande toestand brengen van het bodempaneel van de belijmde plano; 15. het in genoemde stilstaande toestand deels vouwen van de belijmde plano met behulp van tenminste één eerste vouwmechanisme (11; 111; 50) van de opzetmachine, welk eerste vouwmechanisme tenminste één eerste aangrijpelement (31, 32, 33; 131, 132) omvat, welk eerste aangrijpelement bij het genoemde deels vouwen op de plano aangrijpt en 20 beweegt ten opzichte van genoemd referentiepunt; en - het verder vouwen van de deels gevouwen plano tot genoemde tray middels tenminste één tweede vouwmechanisme (12) van de opzetmachine, welk tweede vouwmechanisme een stampelement (14) en tenminste één tweede aangrijpelement (15) omvat, waarbij bij het genoemde 25 verder vouwen het stampelement een stampbeweging (43) ten opzichte van genoemd referentiepunt uitvoert, tijdens welke stampbeweging het bodempaneel van de plano gefixeerd tegen het stampelement aanligt, terwijl het tweede aangrijpelement op tenminste één van de zijpanelen van de plano aangrijpt en beweegt ten opzichte van het stampelement.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij genoemde 5 werkwijzestappen die plaatsvinden na afloop van het genoemde belijmen van de plano (2) vrij zijn van enige verdere belijming van de plano op plaatsen waar delen van genoemde op te zetten tray (3) onderling verlijmd zijn.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij genoemde plano (2; 102. voorts tenminste één hoekverstevigingspaneel (65, 66, 67) omvat en waarbij tenminste één van het tenminste ene eerste vouwmechanisme een hoekverstevigingsvouwmechanisme (11; 111) is en tenminste één van het tenminste ene eerste aangrijpelement van het 15 hoekverstevigingsvouwmechanisme een hoekverstevigingsaangrijpelement (31, 32, 33; 131, 132) is dat bij het genoemde deels vouwen op het tenminste ene hoekverstevigingspaneel aangrijpt en het tenminste ene hoekverstevigingspaneel om een hoekverstevigingsvouwrichting (8) vouwt zodat een door het tenminste ene hoekverstevigingspaneel gevormd 20 hoekverstevigingselement (17; 117; 217; 317; 417; 517) in een hoek tussen twee op elkaar aansluitende (61, 62) van de zijpanelen van de op te zetten tray (3; 103) verkregen wordt.
4. Werkwijze volgens conclusie 3, waarbij het 25 hoekverstevigingsvouwmechanisme (11) een eerste bewegingsmechanisme (51) van het tenminste ene hoekverstevigingsaangrijpelement (31, 32, 33) omvat, welk eerste bewegingsmechanisme gesitueerd is aan een in de hoekverstevigingsvouwrichting (8) gelegen zijde van het tenminste ene hoekverstevigingsaangrijpelement. 30
5. Werkwijze volgens conclusie 3, waarbij het hoekverstevigingsvouwmechanisme (111) een tweede bewegingsmechanisme (151) van het tenminste ene hoekverstevigingsaangrijpelement (131, 132) omvat, welk tweede bewegingsmechanisme gesitueerd is aan een dwars op 5 de hoekverstevigingsvouwrichting (8) gelegen zijde van het tenminste ene hoekverstevigingsaangrijpelement.
6. Werkwijze volgens een der conclusies 3 t/m 5, waarbij genoemd hoekverstevigingselement (17; 217; 117) van genoemde tray (3; 103) 10 gevormd wordt door drie stuks (65, 66, 67) van het tenminste ene hoekverstevigingspaneel, van welke drie stuks een eerste hoekverstevigingspaneel (67) via tenminste één eerste hoekverstevigingsvouwlijn (72) van de tray aansluit op één van de zijpanelen (61, 62) van de tray, een tweede hoekverstevigingspaneel (66) via 15 tenminste één tweede hoekverstevigingsvouwlijn (71) van de tray aansluit op het eerste hoekverstevigingspaneel, en een derde hoekverstevigingspaneel (65) via tenminste één derde hoekverstevigingsvouwlijn (70) van de tray aansluit op het tweede hoekverstevigingspaneel, waarbij de tenminste ene eerste 20 hoekverstevigingsvouwlijn, de tenminste ene tweede hoekverstevigingsvouwlijn en de tenminste ene derde hoekverstevigingsvouwlijn elk parallel aan de hoekverstevigingsvouwrichting (8) zijn, en waarbij bij het genoemde deels vouwen genoemde drie stuks van het tenminste ene 25 hoekverstevigingspaneel door het tenminste ene hoekverstevigingsaangrijpelement om de tenminste ene eerste hoekverstevigingsvouwlijn, om de tenminste ene tweede hoekverstevigingsvouwlijn en om de tenminste ene derde hoekverstevigingsvouwlijn gevouwen worden en het derde hoekverstevigingspaneel (65) in verlijmend kontakt gebracht wordt met het zijpaneel (62) waarop het eerste hoekverstevigingspaneel (67) aansluit.
7. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij 5 tenminste één van het tenminste ene tweede aangrijpelement van het tweede vouwmechanisme (12) een scharnierbare plaat (15) is, welke scharnierbare plaat scharnierbaar is om een scharnieras (16) die parallel is aan een bodemvouwlijn (68, 69) tussen het bodempaneel (60) en een exemplaar van genoemde zijpanelen (61, 62), waarbij de scharnierbare plaat 10 tijdens genoemde stampbeweging, al scharnierend om de scharnieras, op genoemd exemplaar van genoemde zijpanelen aangrijpt.
8. Opzetmachine voor het uit een aan de opzetmachine (1) toegevoerde plano (2; 102) opzetten van een verpakkingsdoos in de vorm van 15 een open tray (3; 103); welk plano een bodempaneel (60) en meerdere zijpanelen (61, 62) van genoemde op te zetten tray omvat; en welke opzetmachine een referentiepunt (7) heeft dat in gebruik van de opzetmachine stil staat ten opzichte van de omgeving waarin de 20 opzetmachine is opgesteld; waarbij de opzetmachine voorts omvat: - een belijmingsinrichting (20) voor het belijmen van de plano op plaatsen (78, 79, 80, 81) waar delen van genoemde op te zetten tray onderling verlijmd zijn; 25. tenminste één eerste vouwmechanisme (11; 111; 50) voor het in een ten opzichte van genoemd referentiepunt stilstaande toestand van het bodempaneel van de in de belijmingsinrichting belijmde plano deels vouwen van de belijmde plano, welk eerste vouwmechanisme tenminste één eerste aangrijpelement (31, 32, 33; 131, 132) omvat, welk eerste aangrijpelement bij het genoemde deels vouwen op de plano aangrijpt en beweegt ten opzichte van genoemd referentiepunt; en - tenminste één tweede vouwmechanisme (12) voor het verder vouwen van de in het tenminste ene eerste vouwmechanisme deels 5 gevouwen plano tot genoemde tray, welk tweede vouwmechanisme een stampelement (14) en tenminste één tweede aangrijpelement (15) omvat, waarbij bij het genoemde verder vouwen het stampelement een stampbeweging (43) ten opzichte van genoemd referentiepunt uitvoert, tijdens welke stampbeweging het bodempaneel van het plano gefixeerd 10 tegen het stampelement aanligt, terwijl het tweede aangrijpelement op tenminste één van de zijpanelen van het plano aangrijpt en beweegt ten opzichte van het stampelement.
9. Opzetmachine volgens conclusie 8, waarbij de opzetmachine (1) 15 voorts zodanig is ingericht dat het genoemde door het tenminste ene eerste vouwmechanisme (11; 111; 50) deels vouwen van de plano (2; 102) en het genoemde door het tenminste ene tweede vouwmechanisme (12) verder vouwen van de plano vrij zijn van enige verdere belijming van de plano op plaatsen waar delen van genoemde op te zetten tray (3; 103) onderling 20 verlijmd zijn.
10. Opzetmachine volgens conclusie 8 of 9, waarbij tenminste één van het tenminste ene eerste vouwmechanisme een hoekverstevigingsvouwmechanisme (11; 111) is en tenminste één van het 25 tenminste ene eerste aangrijpelement van het hoekverstevigingsvouwmechanisme een hoekverstevigingsaangrijpelement (31, 32, 33; 131, 132) is dat bij het genoemde deels vouwen op tenminste één hoekverstevigingspaneel (65, 66, 67) van de plano (2; 102) aangrijpt en het tenminste ene hoekverstevigingspaneel om een 30 hoekverstevigingsvouwrichting (8) vouwt zodat een door het tenminste ene hoekverstevigingspaneel gevormd hoekverstevigingselement (17; 117; 217; 317; 417; 517) in een hoek tussen twee op elkaar aansluitende (61, 62) van de zijpanelen van de op te zetten tray (3; 103) verkregen wordt.
11. Opzetmachine volgens conclusie 10, waarbij het hoekverstevigingsvouwmechanisme (11) een eerste bewegingsmechanisme (51) van het tenminste ene hoekverstevigingsaangrijpelement (31, 32, 33) omvat, welk eerste bewegingsmechanisme gesitueerd is aan een in de hoekverstevigingsvouwrichting (8) gelegen zijde van het tenminste ene 10 hoekverstevigingsaangrijpelement.
12. Opzetmachine volgens conclusie 10, waarbij het hoekverstevigingsvouwmechanisme (111) een tweede bewegingsmechanisme (151) van het tenminste ene hoekverstevigingsaangrijpelement (131, 132) 15 omvat, welk tweede bewegingsmechanisme gesitueerd is aan een dwars op de hoekverstevigingsvouwrichting (8) gelegen zijde van het tenminste ene hoekverstevigingsaangrijpelement.
13. Opzetmachine volgens een der conclusies 10 t/m 12, waarbij het 20 hoekverstevigingsvouwmechanisme is ingericht om bij het genoemde deels vouwen: - drie stuks (65, 66, 67) van het tenminste ene hoekverstevigingspaneel door het tenminste ene hoekverstevigingsaangrijpelement om tenminste één eerste 25 hoekverstevigingsvouwlijn (72), om tenminste één tweede hoekverstevigingsvouwlijn (71) en om tenminste één derde hoekverstevigings vouwlijn (70) te vouwen, waarbij genoemde drie stuks van het tenminste ene hoekverstevigingspaneel genoemd hoekverstevigingselement van genoemde 30 tray vormen, van welke drie stuks een eerste hoekverstevigingspaneel (67) via genoemde tenminste ene eerste hoekverstevigingsvouwlijn van de plano aansluit op één van de zijpanelen (61, 62) van de plano, een tweede hoekverstevigingspaneel (66) via genoemde tenminste ene tweede hoekverstevigings vouwlijn van de plano aansluit op het eerste 5 hoekverstevigingspaneel, en een derde hoekverstevigingspaneel (65) via genoemde tenminste ene derde hoekverstevigings vouwlijn van de plano aansluit op het tweede hoekverstevigingspaneel, waarbij de tenminste ene eerste hoekverstevigings vouwlijn, de tenminste ene tweede hoekverstevigings vouwlijn en de tenminste ene derde 10 hoekverstevigings vouwlijn elk parallel aan de hoekverstevigingsvouwrichting zijn; en - het derde hoekverstevigingspaneel in verlijmend kontakt te brengen met het zijpaneel (62) waarop het eerste hoekverstevigingspaneel (67) aansluit. 15
14. Opzetmachine volgens een der conclusies 8 t/m 13, waarbij tenminste één van het tenminste ene tweede aangrijpelement van het tweede vouwmechanisme (12) een scharnierbare plaat (15) is, welke scharnierbare plaat scharnierbaar is om een scharnieras (16) zodat de 20 scharnierbare plaat tijdens genoemde stampbeweging (43), al scharnierend om de scharnieras, op een exemplaar van genoemde zijpanelen (61, 62) kan aangrijpen, waarbij de scharnieras parallel is aan een bodemvouwlijn (68, 69) tussen het bodempaneel en genoemd exemplaar van genoemde zijpanelen. 25
NL2006864A 2011-05-30 2011-05-30 Werkwijze en opzetmachine voor het opzetten van een open tray. NL2006864C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2006864A NL2006864C2 (nl) 2011-05-30 2011-05-30 Werkwijze en opzetmachine voor het opzetten van een open tray.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2006864A NL2006864C2 (nl) 2011-05-30 2011-05-30 Werkwijze en opzetmachine voor het opzetten van een open tray.
NL2006864 2011-05-30

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2006864C2 true NL2006864C2 (nl) 2012-12-03

Family

ID=44898146

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2006864A NL2006864C2 (nl) 2011-05-30 2011-05-30 Werkwijze en opzetmachine voor het opzetten van een open tray.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2006864C2 (nl)

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2196440A (en) * 1937-05-13 1940-04-09 Hoza John Manufacture of cartons
FR2291907A1 (fr) * 1974-11-25 1976-06-18 Int Paper Co Procede et machine de montage d'un plateau en carton a partir d'un flan plat
US4661091A (en) * 1984-08-02 1987-04-28 Moen Lenard E Machine for manufacture of boxes with integrally reinforced walls

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2196440A (en) * 1937-05-13 1940-04-09 Hoza John Manufacture of cartons
FR2291907A1 (fr) * 1974-11-25 1976-06-18 Int Paper Co Procede et machine de montage d'un plateau en carton a partir d'un flan plat
US4661091A (en) * 1984-08-02 1987-04-28 Moen Lenard E Machine for manufacture of boxes with integrally reinforced walls

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US11780626B2 (en) Box template folding process and mechanisms
JP2529731B2 (ja) シ―ト状材料から造られる多角形断面の箱を製造する方法および装置
US10076887B2 (en) Methods and apparatus for forming and sealing a container having centering tabs
US9540141B2 (en) Packing carton and related machine and method
NL8401802A (nl) Inrichting voor het vouwen en afdichten van de eindpanelen en kleppen van hulsdozen.
US5669551A (en) Packaging for books and/or other products and method and apparatus of the production thereof
NL2006864C2 (nl) Werkwijze en opzetmachine voor het opzetten van een open tray.
JP6707326B2 (ja) 封函装置
JPH09314700A (ja) 紙製折箱製函機
CN105813946B (zh) 包装展示兼用箱及其包装装置
TW201910215A (zh) 物品攜具及其胚片
JP6862459B2 (ja) ヒンジリッド容器およびブランク
WO2011024802A1 (ja) 包装容器
AU2012345486B2 (en) Method of and apparatus for erecting containers
CA3003959A1 (en) Packaging
BE1027617B1 (nl) Vouwsequentie
BE1019000A3 (nl) Plaat voor een verpakking en doos verkregen uitgaande van een dergelijke plaat.
BE1026202B1 (nl) Vouwsequentie
KR101081542B1 (ko) 제함기용 박스봉합장치
NL2018273B1 (nl) Opvouwbare vormvaste houder en werkwijze voor het opvouwen van een vormvaste houder
NL2026890B1 (en) an apparatus for manufacturing a cardboard tray from a sheet of cardboard and a method of manufacturing a cardboard tray from a sheet of cardboard
JP2016120967A (ja) 包装展示兼用箱及びその包装装置
BE1020254A3 (nl) Plaat voor een verpakking, doos verkregen uitgaande van een dergelijke plaat, en werkwijze voor het vervaardigen van een verpakking.
BE1028206B1 (nl) Plano vouwproces en mechanismes
JP4535551B2 (ja) 梱包方法

Legal Events

Date Code Title Description
HC Change of name(s) of proprietor(s)

Owner name: YOUR NEXT PROJECT B.V.; NL

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: VERANDERING VAN EIGENAAR(S), VERANDERING VAN NAAM VAN DE EIGENAAR(S); FORMER OWNER NAME: A-RON 2 B.V.

Effective date: 20160603

PD Change of ownership

Owner name: MANTA HOLDING BV; NL

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), ASSIGNMENT; FORMER OWNER NAME: YOUR NEXT PROJECT B.V.

Effective date: 20220530