BE1026202B1 - Vouwsequentie - Google Patents

Vouwsequentie Download PDF

Info

Publication number
BE1026202B1
BE1026202B1 BE2018/5231A BE201805231A BE1026202B1 BE 1026202 B1 BE1026202 B1 BE 1026202B1 BE 2018/5231 A BE2018/5231 A BE 2018/5231A BE 201805231 A BE201805231 A BE 201805231A BE 1026202 B1 BE1026202 B1 BE 1026202B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
blank
box
folding
drive line
side faces
Prior art date
Application number
BE2018/5231A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1026202A1 (nl
Inventor
David Michel Provoost
Dycker Herman Germain De
Steenkiste Dimitri Daniël Raphaël Van
Stefaan Albert Marie-Louise Hamerlinck
Original Assignee
Avercon BVBA
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Avercon BVBA filed Critical Avercon BVBA
Priority to BE2018/5231A priority Critical patent/BE1026202B1/nl
Priority to US16/375,588 priority patent/US11305903B2/en
Priority to CA3096006A priority patent/CA3096006C/en
Priority to JP2021503225A priority patent/JP7201787B2/ja
Priority to CN201980037603.XA priority patent/CN114269649B/zh
Priority to CA3184517A priority patent/CA3184517A1/en
Priority to AU2019248877A priority patent/AU2019248877A1/en
Priority to RU2020135970A priority patent/RU2756244C1/ru
Priority to EP19722202.9A priority patent/EP3759022A1/en
Priority to RU2021126804A priority patent/RU2021126804A/ru
Priority to CN202310983223.3A priority patent/CN116902307A/zh
Priority to PCT/IB2019/052794 priority patent/WO2019193555A1/en
Publication of BE1026202A1 publication Critical patent/BE1026202A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1026202B1 publication Critical patent/BE1026202B1/nl
Priority to US17/587,836 priority patent/US11780626B2/en
Priority to JP2022159929A priority patent/JP7413476B2/ja
Priority to US18/232,286 priority patent/US20240124174A1/en
Priority to JP2023220288A priority patent/JP2024023952A/ja

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65BMACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
    • B65B11/00Wrapping, e.g. partially or wholly enclosing, articles or quantities of material, in strips, sheets or blanks, of flexible material
    • B65B11/004Wrapping, e.g. partially or wholly enclosing, articles or quantities of material, in strips, sheets or blanks, of flexible material in blanks, e.g. sheets precut and creased for folding
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65BMACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
    • B65B11/00Wrapping, e.g. partially or wholly enclosing, articles or quantities of material, in strips, sheets or blanks, of flexible material
    • B65B11/06Wrapping articles, or quantities of material, by conveying wrapper and contents in common defined paths
    • B65B11/08Wrapping articles, or quantities of material, by conveying wrapper and contents in common defined paths in a single straight path
    • B65B11/10Wrapping articles, or quantities of material, by conveying wrapper and contents in common defined paths in a single straight path to fold the wrappers in tubular form about contents
    • B65B11/105Wrapping articles, or quantities of material, by conveying wrapper and contents in common defined paths in a single straight path to fold the wrappers in tubular form about contents the axis of the tube being parallel to the conveying direction
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65BMACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
    • B65B11/00Wrapping, e.g. partially or wholly enclosing, articles or quantities of material, in strips, sheets or blanks, of flexible material
    • B65B11/06Wrapping articles, or quantities of material, by conveying wrapper and contents in common defined paths
    • B65B11/08Wrapping articles, or quantities of material, by conveying wrapper and contents in common defined paths in a single straight path
    • B65B11/10Wrapping articles, or quantities of material, by conveying wrapper and contents in common defined paths in a single straight path to fold the wrappers in tubular form about contents
    • B65B11/12Wrapping articles, or quantities of material, by conveying wrapper and contents in common defined paths in a single straight path to fold the wrappers in tubular form about contents and then to form closing folds of similar form at opposite ends of the tube
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65BMACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
    • B65B11/00Wrapping, e.g. partially or wholly enclosing, articles or quantities of material, in strips, sheets or blanks, of flexible material
    • B65B11/06Wrapping articles, or quantities of material, by conveying wrapper and contents in common defined paths
    • B65B11/08Wrapping articles, or quantities of material, by conveying wrapper and contents in common defined paths in a single straight path
    • B65B11/16Wrapping articles, or quantities of material, by conveying wrapper and contents in common defined paths in a single straight path to fold the wrappers in channel form about contents and then to close the ends of the channel by folding and finally the mouth of the channel by folding or twisting
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65BMACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
    • B65B43/00Forming, feeding, opening or setting-up containers or receptacles in association with packaging
    • B65B43/24Breaking creases to facilitate setting-up cartons
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65BMACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
    • B65B51/00Devices for, or methods of, sealing or securing package folds or closures; Devices for gathering or twisting wrappers, or necks of bags
    • B65B51/02Applying adhesives or sealing liquids

Abstract

Werkwijze voor het vouwen van een doos uit een plano met volgende stappen: - aanleveren van de plano op de aandrijflijn zodanig dat zijvlakken van de plano zich dwars op de aandrijflijn uitstrekken; - positioneren van één of meerdere goederen op een middenvlak van de plano; - voortbewegen van de plano met de één of meerdere goederen langs de aandrijflijn; - opwaarts vouwen van zijvlakken die diagonaal zijn aan het middenvlak; - opwaarts vouwen van een achterste vlak en vasthouden van dit vlak als achterwand van de doos; opwaarts vouwen van voorste vlakken door het opwaarts bewegen van een arm, tijdens het voortbewegen van de plano, vanaf een eerste positie onder de aandrijflijn tot een tweede positie boven de doos zodanig dat de doos onder de opwaarts bewogen arm voortbeweegt om zo met de voorste vlakken een voorwand en een bovenwand van de doos te vormen.

Description

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vouwen van een doos uit een plano.
Verkoop van goederen via het internet is sterk gestegen in de afgelopen jaren. Ook wordt verwacht dat verkoop van goederen via het internet nog een tijd zal blijven stijgen. Een uiteenlopend assortiment aan goederen met verschillende groottes en vormen wordt online aangeboden. Wanneer online een aankoop wordt gedaan, kan dat voor één of meer dezelfde of verschillende goederen zijn. De goederen worden via een pakjesdienst of koerier geleverd op een afleveradres. Hiertoe worden de goederen typisch samen in één of meerdere dozen ingepakt.
In de praktijk wordt een doos gekozen uit een reeks dozen met verschillende standaard afmetingen, met als doel de goederen te verpakken in een doos die het best past. De doos zal nagenoeg altijd te groot zijn. In de praktijk wordt daarom vaak extra vulmateriaal toegevoegd om de lege ruimte te vullen en de goederen vast te zetten. Dit brengt een extra kost met zich mee en vergroot de afvalberg. Ook tijdens het transport zal een gedeelte van de transportruimte niet optimaal benut kunnen worden. Nagenoeg elke doos die getransporteerd wordt heeft namelijk een lege ruimte in de doos.
Bovenstaande situatie toont de nood aan voor het maken van individuele dozen op maat. Hoewel deze nood hierboven aangetoond is met als voorbeeld verkoop van goederen via het internet, zal de vakman begrijpen dat ook in andere situaties het maken van individuele dozen op maat voordelig is. Bijvoorbeeld voor het inpakken van bestellingen in een winkel, of het inpakken van goederen in een fabricageomgeving, of het voorbereiden van bestellingen, enz.
In de stand van de techniek zijn vele machines beschreven voor het vouwen van dozen. De overgrote meerderheid hiervan is geoptimaliseerd voor het opeenvolgend vouwen van dozen met dezelfde afmetingen. Daarbij kunnen de machines wel instelbaar zijn om de machine aan te passen voor het vouwen van een andere doos met andere afmetingen. Echter eens de machine ingesteld is, zal de machine geoptimaliseerd zijn voor het vouwen van dozen met dezelfde afmetingen. Wanneer dozen met sterk afwijkende afmetingen opeenvolgend gevouwen moeten worden, blijkt dit niet mogelijk met dergelijke bekende machines.
Het is een doel van de huidige uitvinding een werkwijze en inrichting te voorzien waarin dozen met verschillende afmetingen op een betrouwbare wijze opeenvolgend kunnen gevouwen worden.
Hiertoe voorziet de uitvinding in een werkwijze voor het vouwen van een doos uit een plano, waarbij de werkwijze uitgevoerd wordt op een aandrijflijn met een voortgaande beweegrichting, waarbij de werkwijze volgende stappen bevat:
2018/5231
BE2018/5231
- aanleveren van de plano op de aandrijflijn zodanig dat zijvlakken van de plano zich dwars op de aandrijflijn uitstrekken;
- positioneren van één of meerdere goederen op een middenvlak van de plano;
- voortbewegen van de plano met de één of meerdere goederen langs de aandrijflijn;
- opwaarts vouwen van zijvlakken die diagonaal zijn aan het middenvlak;
- opwaarts vouwen van een achterste vlak en vasthouden van dit vlak als achterwand van de doos;
- opwaarts vouwen van voorste vlakken door het opwaarts bewegen van een arm, tijdens het voortbewegen van de plano, vanaf een eerste positie onder de aandrijflijn tot een tweede positie boven de doos zodanig dat de doos onder de opwaarts bewogen arm voortbeweegt om zo met de voorste vlakken een voorwand en een bovenwand van de doos te vormen.
Bij het vouwen van dozen met verschillende afmetingen worden plano's aangeleverd met verschillende afmetingen. De afmetingen van de plano's stemmen overeen met de afmetingen van de dozen. Uit tests en simulaties is gebleken dat het moeilijk en/of duur is om machines te bouwen die elke plano optimaal hanteert. Een plano is een vlakke karton, en een plano wordt optimaal gehanteerd wanneer ze tijdens het hanteren goed, bij voorkeur zo volledig mogelijk ondersteund wordt. Door het goed ondersteunen van de plano tijdens het hanteren wordt voorkomen dat een ongewenste vouw ontstaat in het karton. Een ongewenste vouw kan het verder vouwen van de doos negatief beïnvloeden en heeft in vele gevallen de potentie om de vouwmachine te blokkeren. De werkwijze van de uitvinding is erop gericht om ongewenste vouwen te vermijden terwijl de plano suboptimaal wordt gehanteerd.
Volgens de werkwijze worden de zijvlakken van de plano, diagonaal aan het middenvlak, opwaarts gevouwen. Het middenvlak is het vlak van de plano waarop de goederen gepositioneerd zijn. Door het opwaarts vouwen van de zijvlakken diagonaal aan het middenvlak, wordt de buigsterkte van de centrale vlakken van de plano, die voor en achter het middenvlak liggen, noemenswaardig versterkt. Namelijk de opwaarts gevouwen zijvlakken verhinderen dat een ongewenste vouw kan ontstaan in de centrale vlakken die voor en achter het middenvlak liggen. Doordat de zijflappen opwaarts gevouwen zijn, kunnen de voorste vlakken en achterste vlakken zonder noemenswaardige ondersteuning van deze vlakken omhoog geduwd worden. Een puntkracht op het vlak zou voldoende zijn om het gehele vlak als één geheel omhoog te bewegen, zonder noemenswaardig risico op een ongewenste vouw. Daarbij zal voor de vakman duidelijk zijn dat zonder het eerst omhoog vouwen van de zijflappen, de voorste en achterste vlakken wel nagenoeg volledig ondersteund moeten worden tijdens het omhoog vouwen om ongewenste vouwen te vermijden.
2018/5231
BE2018/5231
Omdat de voorste en achterste vlakken geen volledige ondersteuning nodig hebben, kunnen ze via een simpele mechaniek omhoog bewogen worden. Met name de voorste vlakken worden opwaarts bewogen door het bewegen van een arm van een positie onder de aandrijflijn tot een positie boven de doos. De arm mag de voorste vlakken raken op een verschillende relatieve positie van het vlak, afhankelijk van de grootte van de plano. Doordat de zijvlakken opwaarts gevouwen zijn, zal het vlak grenzend aan het middenvlak zich als stijve plaat gedragen, en na de opwaartse beweging de voorwand van de doos vormen. De arm beweegt naar een positie boven de doos, en door de aandrijving van de doos beweegt de de arm relatief ten opzichte van de doos zodat de arm zich boven de doos bevindt. Hierdoor zal het voorste vlak van de plano, zelfs wanneer in dit vlak ongewenste vouwen ontstaan, zich over de bovenzijde van de doos positioneren. In het geval dat één of meerdere ongewenste vouwen ontstaan in het voorste vlak, zullen deze valse vouwen typisch het karton over de arm heen vouwen. Echter door een relatieve beweging van de doos ten opzichte van de arm, worden deze ongewenste vouwen automatisch teruggevouwen en zal het karton over de arm tot op de doos bewegen. De werkwijze volgens de uitvinding laat aldus toe met een uiterst eenvoudige beweging, zonder het gecontroleerd ondersteunen van de verschillende vlakken van de plano, de doos correct te vouwen. Dit laat toe om plano's met verschillende afmetingen te vouwen op eenzelfde machine, waarbij het risico op blokkeren of vastlopen of vervaardigen van een foutieve doos geminimaliseerd wordt.
Bij voorkeur wordt het opwaarts vouwen van de zijvlakken uitgevoerd tijdens het voortbewegen van de plano op de aandrijflijn door het positioneren van vingers onder de zijvlakken. Bij het voortbewegen van de plano kunnen vingers aan weerszijden van de plano voorzien worden. De hoogte van de vinger zal bepalend zijn of de vinger onder de zijflap of boven de zijflap grijpt, wanneer de zijflap bij de vinger arriveert. Hierdoor kan met een minimale beweging van de vingers de ene zijflap omhoog gevouwen worden, door de vinger met een distaal eind onder de zijflap te positioneren, en de andere zijflap niet omhoog te vouwen, door de vinger te positioneren met een distaal eind boven de betreffende zijflap. Aldus laat de werkwijze toe om met een eenvoudige mechanische opbouw de gewenste zijvlakken opwaarts te vouwen.
Bij voorkeur heeft de plano minstens vier centrale vlakken die zich opeenvolgend in de beweegrichting van de aandrijflijn uitstrekken, en is het middenvlak gevormd door de derde van de minstens vier centrale vlakken. Het middenvlak is het vlak waar de één of meerdere goederen op gepositioneerd worden. De voorste vlakken worden door de arm omhoog bewogen tijdens het voortbewegen van de doos. Door het derde vlak als middenvlak te selecteren, worden door de arm twee vlakken omhoog gevouwen, en wordt de bovenwand van de doos gevormd door het voorste vlak. Dit voorste vlak rolt, zelfs wanneer ongewenste vouwen ontstaan in het voorste vlak over de arm om steeds correct aan een bovenzijde van de doos terecht te komen. Deze
2018/5231
BE2018/5231 oriëntatie van de plano, in relatie tot de beweegrichting van de aandrijflijn, blijkt optimaal voor het vouwen van de doos.
Bij voorkeur bevat de werkwijze verder:
- aanbrengen van een lijm op een lijmzone in minstens één van twee gebieden van de plano die overlappen bij het vormen van de doos,
- aandrukken van de plano ter plaatse van de lijmzone na het minstens gedeeltelijk vormen van de doos.
Verder bij voorkeur wordt, voorafgaand aan het aandrukken, een positioneervinger geplaatst tussen de gebieden, naast de lijmzone, of vroegtijdig raken van de gebieden te voorkomen, waarna de gebieden ten opzichte van elkaar gepositioneerd worden zodoende de doos minstens gedeeltelijk te vormen, waarna de positioneervinger tussenuit de gebieden verwijderd wordt. Nadat lijm is aangebracht op minstens één van de overlappende gebieden van de plano is belangrijk dat deze gebieden elkaar pas raken, wanneer de gebieden ten opzichte van elkaar correct gepositioneerd zijn. Dit wordt gerealiseerd door het plaatsen van een positioneervinger tussen de gebieden.
De positioneervinger houdt de gebieden op een afstand van elkaar, zodat het mogelijk wordt de gebieden correct ten opzichte van elkaar te positioneren alvorens de positioneervinger tussen de gebieden uit te verwijderen. Pas na het verwijderen van de positioneervinger tussenuit de gebieden, zullen de gebieden elkaar raken. De positioneervinger laat daarmee toe om de gebieden op een relatief ongecontroleerde wijze naar elkaar toe te brengen, terwijl lijm reeds aangebracht is op minstens één van de gebieden. De gebieden zullen elkaar niet ongewenst raken, omdat de positioneervinger tussen de gebieden geplaatst is. Dit laat toe om de gebieden eerst correct te positioneren ten opzichte van elkaar, en daarna de positioneervinger te verwijderen. Dit laat toe de gebieden elkaar op een correcte en gewenste wijze te laten raken en zo een correcte verlijming te realiseren.
Bij voorkeur strekt de positioneervinger zich boven de doos uit in de beweegrichting, zodanig dat de bovenwand van de doos op de positioneervinger terechtkomt, wanneer de arm de voorste vlakken opwaarts vouwt. Zoals hierboven beschreven kan met name het voorste vlak van de plano, dat de bovenkant van de doos vormt, wel ongewenste vouwen bevatten. Hierdoor is de manier waarop de bovenwand op de doos terechtkomt niet helemaal voorspelbaar. Door de positioneervinger boven de doos te plaatsen, zich uitstrekkend in de beweegrichting, kan de bovenwand van de doos op de positioneervinger terechtkomen. Hierdoor vangt de positioneervinger als het ware de bovenste wand van de doos. Hierna kunnen achterwand en voorwand van de doos correct gepositioneerd worden, waarna de gebieden correct
2018/5231
BE2018/5231 gepositioneerd zijn ten opzichte van elkaar, en de vinger kan verwijderd worden tussenuit de gebieden.
Bij voorkeur bevat de werkwijze verder het neerwaarts vouwen van zijvlakken die met de bovenwand verbonden zijn en het opwaarts vouwen van zijvlakken die met de onderwand verbonden zijn, zodat laatst genoemde zijvlakken de zijwanden van doos vormen. De zijvlakken kunnen verlijmd worden met elkaar om de zijkant van de doos te sluiten.
De uitvinding heeft verder betrekking op een inrichting voor het vouwen van een doos uit een plano bevattende een aandrijflijn met een voortgaande beweegrichting, waarbij de inrichting verder bevat:
- een aanleversectie voor het aanleveren van de plano op de aandrijflijn zodanig dat zijvlakken van de plano zich dwars op de aandrijflijn uitstrekken;
- een positioneersectie voor het positioneren van één of meerdere goederen op een middenvlak van de plano;
- een aandrijfsectie voor het voortbewegen van de plano met de één of meerdere goederen langs de aandrijflijn;
- een eerste vouwsectie voor het opwaarts vouwen van zijvlakken die diagonaal zijn aan het middenvlak;
- een tweede vouwsectie voor het opwaarts vouwen van een achterste vlak en vasthouden van dit vlak als achterwand van de doos;
- een derde vouwsectie voor het opwaarts vouwen van voorste vlakken door het opwaarts bewegen van een arm, tijdens het voortbewegen van de plano, vanaf een eerste positie onder de aandrijflijn tot een tweede positie boven de doos zodanig dat de doos onder de opwaarts bewogen arm voortbeweegt om zo met de voorste vlakken een voorwand en een bovenwand van de doos te vormen.
De inrichting volgens de uitvinding bevat secties om de hierboven beschreven stappen van de werkwijze voor het vormen van een doos uit te voeren. Hierdoor zal, net zoals de werkwijze, ook de inrichting geschikt zijn om verschillende dozen met verschillende afmetingen opeenvolgend te vormen. Voordelen en effecten die hierboven beschreven zijn in relatie met de werkwijze zijn ook van toepassing voor de inrichting.
Bij voorkeur bevat de eerste vouwsectie vingers die beweegbaar zijn in de dwarsrichting ten opzichte van de aandrijflijn om de afstand tussen overstaande vingers aan te passen aan een breedte van de plano, en waarbij de vingers zich uitstrekken in een richting tegengesteld aan de beweegrichting met een distaal eind dat opwaarts en neerwaarts beweegbaar is om onder genoemde zijvlakken die diagonaal zijn aan het middenvlak te grijpen. Door de vingers in de dwarsrichting te bewegen, kunnen plano's met verschillende breedtes correct door de
2018/5231
BE2018/5231 inrichting gevouwen worden. De zijflappen van brede of minder brede plano's kunnen door dezelfde vingers worden gevouwen door het bewegen van de vingers dwars op de aandrijflijn.
Bij voorkeur bevat de inrichting verder:
- een lijmpistool voor het aanbrengen van lijm op een lijmzone in minstens één van twee gebieden van de plano die overlappen bij het vormen van de doos;
- een aandrukelement voor het aandrukken van de plano ter plaatse van de lijmzone na het minstens gedeeltelijk vormen van de doos.
Door het aanbrengen van lijm en het aandrukken van de plano kan de doos stevig gevormd worden.
Bij voorkeur bevat de inrichting een positioneervinger die zich boven de aandrijflijn bevindt, welke positioneervinger beweegbaar is in de beweegrichting om zich tussen de gebieden uit te strekken teneinde vroegtijdig raken van de gebieden te voorkomen, waarna de gebieden ten opzichte van elkaar gepositioneerd worden zodoende de doos minstens gedeeltelijk te vormen, waarna de positioneervinger tussenuit de gebieden verwijderbaar is. Hierboven is uitgebreid uitgelegd hoe de positioneervinger ervoor zorgt dat de gebieden waar de lijm aangebracht is eerst correct gepositioneerd kunnen worden ten opzichte van elkaar waarna ze tegen elkaar gedrukt kunnen worden. Dit laat toe om de plano minder gecontroleerd te hanteren en toch een goede vorming van de doos te krijgen.
Bij voorkeur is het aandrukelement gevormd door de arm die verder voorzien is om in de beweegrichting te bewegen tijdens het aandrukken van de plano ter plaatse van de lijmzone. Daarmee zorgt de arm voor het vouwen van de voorste vlakken van de plano en voor het aandrukken van de plano om de verlijming te fixeren.
Bij voorkeur bevat de inrichting verder een vierde vouwsectie voor het neerwaarts vouwen van zijvlakken die met de bovenwand verbonden zijn en het opwaarts vouwen van zijvlakken die met de onderwand verbonden zijn zodat laatstgenoemde zijvlakken de zijwanden van de doos vormen. Door de vierde vouwsectie wordt de zijkant van de doos gevormd en is de doos klaar. Ter plaatse van de vierde vouwsectie wordt bij voorkeur ook lijm aangebracht om de zijkant dicht te lijmen.
De uitvinding zal nu nader worden beschreven aan de hand van een in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.
In de tekening laat :
figuur 1 een plano zien in bovenaanzicht;
figuur 2 een vinger zien voor het omhoog vouwen van zijflappen;
figuur 3 een sequentie zien van vouwstappen; en figuur 4 een bovenaanzicht zien van een inrichting voor het vouwen van een doos.
2018/5231
BE2018/5231
In de tekening is aan eenzelfde of analoog element eenzelfde verwijzingscijfer toegekend.
In het kader van deze beschrijving is middenvlak van een plano gedefinieerd als een vlak dat niet grenst aan een rand van de plano. Vlakken worden in een plano van elkaar gescheiden door rillen en/of snede's. Verder wordt in deze beschrijving met het woord vouw bedoeld een hoek die gevormd is in een plaatvormig materiaal.
Figuur 1 toont een plano 1. In figuur 1 is de plano 1 in bovenaanzicht weergegeven. Een plano 1 is een stuk plaatvormig materiaal dat gevormd is om een doos mee te vormen. Het plaatvormig materiaal is typisch een karton. Alternatief kan een plano 1 ook uit kunststof vervaardigd worden. Met vormen van een plano voor het maken van een doos wordt typisch begrepen het uitsnijden van het plaatvormig materiaal en het vormen van rillen in het plaatvormig materiaal. In figuur 1 is een plano 1 weergegeven waarin de volle lijnen snijlijnen zijn en waarbij de stippellijnen rillen zijn. Een ril is een indrukking in het plaatvormig materiaal die plooien van het plaatvormig materiaal ter plaatse van de indrukking vergemakkelijkt. Alternatief kan een ril ook een partiële insnede zijn, waarbij het plaatvormig materiaal gedeeltelijk, dit wil zeggen niet over zijn volledige dikte, doorgesneden wordt, zodanig dat een verzwakking van het plaatvormig materiaal ontstaat ter plaatse van de snede. Deze verzwakking vergemakkelijkt de plooien van de plaat ter plaatse van de snede.
De plano uit figuur 1 heeft vier centrale vlakken A, B, C en D. Elk van de vier centrale vlakken is voorzien om een wand van de doos te vormen. In de configuratie uit figuur 1 vormt het vlak B de onderwand van de doos, vormen vlakken A en C opstaande wanden van de doos, en vormt vlak D de bovenwand van de doos. In de figuur is ook aangeduid hoe de lengte l, breedte b en hoogte h van de doos voortvloeit uit de afmetingen van de plano 1. Dit zal voor de vakman duidelijk zijn en wordt niet verder toegelicht. Elk van de vlakken A, B, C en D heeft twee zijflappen, die respectievelijk aangeduid zijn met A', B', C' en D'. Deze zijflappen zijn voorzien om de twee zijwanden van de doos te vormen. Verder is in de huidige uitvoeringsvorm aan vlak A in de beweegrichting 2 of lengterichting van de plano 1 een sluitflap A” voorzien. Deze sluitflap A” dient om vlak A met vlak D te verbinden bij het vormen van de doos. Dit zal verder toegelicht worden aan de hand van de volgende figuren. In figuur 1 is de sluitflap A'' gevormd als een flap die in de lengterichting van vlak A uitsteekt. Alternatief kan sluitflap A'' ook van overeenstemmende zijflappen voorzien zijn zodat sluitflap A'' zich over de volledige breedte van de plano uitstrekt. Het voordeel hiervan is dat geen afvalstukken moeten afgevoerd worden.
In figuur 1 is tussen naburige zijflappen een spievormig stuk karton weggesneden.
Dit is in de praktijk in sommige gevallen een voordeel bij het vouwen van de zijflappen. In figuur is deze uitvoeringsvorm getoond omdat ze duidelijk de zijflappen illustreert. De werkwijze
2018/5231
BE2018/5231 volgens de uitvinding laat ook toe om met een plano 1 te starten waarin de naburige zijflappen slechts door een enkele snede van elkaar gescheiden zijn, en waarbij dus geen spie karton weggesneden is. Met andere woorden kunnen de zijflappen in de plano 1 gevormd zijn door een rechte snede, in de dwarsrichting van de plano 1, die start aan een rand van de plano en die zich richting een centrale as van de plano uitstrekt over een lengte die gelijk is aan de lengte van de zijflappen. De vakman zal verder begrijpen dat de zijflappen A', B', C' en D' gedimensioneerd kunnen zijn om het zijvlak volledig te vormen of gedeeltelijk te vormen. Wanneer het zijvlak slechts gedeeltelijk gevormd is, zal het zijvlak typisch centraal een opening vertonen waardoor de doos niet volledig gesloten is. In sommige situaties is dit voordelig. Wanneer het zijvlak volledig gevormd is, kunnen de zijflappen aansluitend of overlappend zijn. Verschillende combinaties hiervan zijn mogelijk.
De vakman zal begrijpen hoe een plano kan gevormd worden om een doos met vooraf bepaalde afmetingen te vormen. Het vormen van de plano zelf is geen onderdeel van de huidige uitvinding, aangezien de huidige uitvinding met name betrekking heeft op het vouwen van een plano tot een doos. Echter de uitvinding is wel ontstaan in het zoeken naar oplossing voor het vormen van dozen op maat. Bij het toepassen van de uitvinding in een bredere context, zullen daarom plano's zoals getoond in figuur 1 op maat gemaakt worden van de te verpakken goederen. Daarbij heeft de plano bij voorkeur een opbouw zoals getoond in figuur 1. Een plano met een dergelijke opbouw vormt het geprefereerde vertrekpunt voor het vouwen van een doos volgens de uitvinding.
Figuur 2 toont een aspect van de uitvinding, met name het opwaarts vouwen van zijvlakken van de plano. Dit opwaarts vouwen gebeurt bij voorkeur tijdens een voortbeweging in de beweegrichting 2 van de plano 1. Hiertoe wordt de plano op een aandrijflijn gepositioneerd met zijn lengterichting in de aandrijfrichting. Aan weerszijden van de aandrijflijn zijn vingers 3 voorzien die via een vingerarm 4 positioneerbaar zijn ten opzichte van de plano. Door de plano te bewegen in de beweegrichting 2, zullen de vier zijvlakken D', C', B' en A' bij de vinger 3 passeren. De vinger 3 is positioneerbaar ten opzichte van de zijvlakken. Meer bepaald is de afstand tussen de vinger 3 en een centrale aslijn van de plano 1 instelbaar, zodanig dat de vinger 3 in de dwarsrichting positioneerbaar is ten opzichte van de plano 1. Dit laat toe om de vinger 3 te positioneren in de dwarsrichting, ter plaatse van de zijvlakken. Meer bepaald wordt de vinger 3 bij voorkeur gepositioneerd overlappend met de zijvlakken en in de nabijheid van de centrale vlakken.
De vinger 3 is georiënteerd met een distaal eind dat zich uitstrekt tegen de beweegrichting 2 in en het distaal eind wijst minstens een beetje naar beneden. Een beetje naar beneden wijzen is gedefinieerd als dat de vinger minstens ter plaatse van het distaal eind een hoek
2018/5231
BE2018/5231 vertoont met het horizontale vlak van maximum 30 graden, bij voorkeur maximum 20 graden, meer bij voorkeur maximum 15 graden.
De vingerarm 4 is verder voorzien om de hoogte van de vinger 3 te controleren.
Dit is in figuur 2 aangeduid met pijl 7. Daarbij wordt de hoogte van de vinger 3 gecontroleerd, zodanig dat het distaal eind zich boven een zijflap D' bevindt, wanneer de zij flap D’ door de voortbeweging in de beweegrichting 2 arriveert bij het distaal eind van de vinger 3. De vinger kan dan naar beneden bewogen worden 7 om onder zijflap C' te liggen met een distaal eind van de vinger wanneer de zijflap C' bij de vinger 3 arriveert. Het gevolg hiervan is dat de vinger onder de zijflap C' zal grijpen en de zijflap C' opwaarts zal vouwen zoals geïllustreerd met pijl 8. Daarbij kan het distaal eind van de vinger drukken op de zijflap D', zonder dat dit nadelig is. Op basis van deze beschrijving en in combinatie met de figuur 2, zal de vakman begrijpen dat het vormen en controleren van een vinger 3 ten opzichte van de flappen op uiterst eenvoudige wijze toelaat om zijflappen wel of niet opwaarts te vouwen. Door de instelbaarheid in de dwarsrichting, kunnen zelfs zijflappen wel of niet opwaarts gevouwen worden, onafhankelijk van de breedte b van de doos. Deze opbouw laat toe een inrichting op eenvoudige wijze te vormen voor het vouwen van dozen met verschillende afmetingen. Ook voorziet deze opbouw in een eenvoudige werkwijze.
Bij voorkeur is verder een zijflaphouder 5 voorzien die aan een zijflaphouderarm 6 bevestigd is voor het vasthouden van de opwaarts gevouwen zijflap tijdens het voortbewegen van de plano over de aandrijflijn. De zijflaphouder 5 is in de verdere figuren niet getoond, maar wordt wel beschouwd als bij voorkeur aanwezig om de zijflappen in de gevouwen toestand te houden tijdens verdere vouwstappen.
Het gevolg van het opwaarts vouwen van de zijflap C', en van de zijflap A', zoals hieronder verder zal toegelicht worden, is dat de stijfheid van segment C en segment A, ten behoeve van het opwaarts vouwen van deze segmenten voor het vormen van de opstaande wanden van de doos, noemenswaardig verhoogt. Doordat de zijflappen C' en A' opwaarts gevouwen zijn, worden ook de centrale vlakken C en A verstevigd, doordat de buigbaarheid van de vlakken C en A ter plaatse van de aansluiting met de zijflap C' en A' noemenswaardig daalt. De vakman zal begrijpen dat de stijfheid van de secties C en A hoog is nadat de zijflappen C' en A' opwaarts gevouwen zijn. Dit laat toe om op een minder gecontroleerde, zelfs brute wijze, de segmenten C en A opwaarts te vouwen, zonder dat dit de betrouwbaarheid van het opwaarts vouwen negatief beïnvloedt. Na het opwaarts vouwen van de zijflappen C' en A' kan optioneel zijflap B' ook minstens gedeeltelijk opwaarts gevouwen worden. Door zijflap B' bijvoorbeeld ongeveer 35 graden opwaarts te vouwen, wordt verhinderd dat zijflappen C' en A' ongewenst ontvouwen, namelijk de gedeeltelijk opwaarts gevouwen zijflap B' verhindert dit.
2018/5231
BE2018/5231
De vakman zal begrijpen dat wanneer plaatvormig materiaal gehanteerd wordt voor vouwen, gemakkelijk een ongewenste vouw ontstaat wanneer het plaatvormig materiaal niet voldoende volledig ondersteund wordt tijdens de vouwbeweging. Door eerst de zijflappen C' en A' opwaarts te vouwen, worden dergelijke situaties vermeden. In het A-segment en C-segment zal een ongewenste vouw nagenoeg niet kunnen ontstaan, zolang de zijflappen A' en C' een hoek vormen met de centrale vlakken A en C, respectievelijk. Dit is met name een voordeel wanneer dozen met verschillende afmetingen gevouwen worden in één inrichting. Namelijk de inrichting kan noemenswaardig eenvoudiger gevouwen worden, en de werkwijze van het vouwen is noemenswaardig robuuster wanneer de segmenten A en C bruter en/of minder gecontroleerd mogen gehanteerd worden. Hierdoor wordt het mogelijk een arm of drukelement of vouwelement te voorzien dat niet noodzakelijk het volledige vlak A en/of C ondersteunt tijdens het opwaarts vouwen van het respectievelijke vlak.
Figuur 3A toont een plano 1. In de toestand van figuur 3A is reeds een goed of goederen 9 geplaatst op het vlak B van de plano 1. Verder zijn de zijflappen C' en A' reeds opwaarts gevouwen. In de toestand van figuur 3A zijn de centrale vlakken A, B, C, D nog niet omhoog gevouwen, en liggen ze nog op de aandrijflijn (niet weergegeven in figuur 3). De beweegrichting is in figuur 3A geïllustreerd met pijl 2. Wanneer de plano 1 in de beweegrichting 2 beweegt, wordt aan een voorste eind van de plano 1, op vlak D, lijm 12 aangebracht via een lijmpistool 10. Figuur 3A toont verder hoe een arm 11 zich in een beginfase van de werkwijze onder de aandrijflijn, en dus onder de plano 1, uitstrekt.
Figuur 3B toont een verdere stap waarbij de arm 11 van een positie onder de aandrijflijn omhoog beweegt. Deze opwaartse beweging van de arm 11 is geïllustreerd met een pijl 13. Tijdens het opwaarts bewegen 13 van de arm 11 kan de plano 1 nog steeds in de beweegrichting 2 voortbewogen worden. Aan de achterzijde wordt via een actuator 14 de achterwand opwaarts gevouwen. Opwaarts vouwen van de achterwand is geïllustreerd met pijl 15. De actuator 14 kan op verschillende manieren uitgevoerd worden. Omdat de zijflappen A' en C' reeds opwaarts gevormd zijn, zijn de segmenten A en C van de plano stijf en kunnen ze eenvoudig opwaarts gevouwen worden door de arm 11 en de actuator 14. Afhankelijk van de grootte van de plano kan het eerste segment D, ten gevolge van de opwaartse beweging 13 van de arm 11 ongewenst plooien. De plooi zal typisch, ten gevolge van de beweegrichting 2 en ten gevolge van de zwaartekracht, voorwaarts gericht zijn (wijerzin in figuur 3b), zodanig dat de arm 11 steeds onder het segment D terechtkomt. Door de opwaartse beweging van de arm, zal de arm het segment D, zelfs wanneer dit een ongewenste voorwaartse vouw heeft, toch omhoog kunnen bewegen. Ook kan de aangebrachte lijm 12 door een dergelijke ongecontroleerde beweging niet tegen te arm 11 of tegen een ander deel van plano 1 stoten.
2018/5231
BE2018/5231
De vakman zal begrijpen dat de exacte volgorde van het aanbrengen van de lijm, het omhoog vouwen van zijflappen A' en C' en het plaatsen van de goederen op de plano kan variëren zonder de uitvinding wezenlijk te veranderen.
Figuur 3C toont een verdere fase in het vouwen. Daarbij is het achterste vlak A van de plano 1 volledig opwaarts gevouwen om de achterwand van de doos te vormen. De actuator 14 volgt de voortgaande beweging 2 van de plano om de achterwand A correct gepositioneerd te houden. Wanneer de achterwand A opwaarts gevouwen is, wordt een positioneervinger 16 van bovenaf voorwaarts en naar beneden bewogen, zoals geïllustreerd met pijl 17 tot aan de bovenzijde van de doos. Door deze voorwaartse en neerwaartse beweging 17 zal de positioneervinger 16 de sluitflap A”, dat de overlapping vormt zoals hierboven beschreven, voorwaarts vouwen.
De positioneervinger 16 heeft verder als functie om het eerste segment D op te vangen. Het eerste segment D wordt door de arm 11 over de goederen heen gevouwen om de bovenkant van de doos te vormen. Zoals hierboven beschreven kan het bovenste segment D ongewenste plooien hebben en is de beweging van het vouwen van dit voorste segment D niet volledig gecontroleerd. Afhankelijk van de grootte van de doos, de sterkte van het karton en de snelheid van het vouwen zal het voorste segment D sneller of trager, al dan niet sterk geforceerd door de arm 11, als bovenwand van de doos naar beneden vallen. Dit naar beneden vallen is geïllustreerd met pijl 18. Het neervallen 18 van het eerste segment D wordt gestopt door de positioneervinger 16. Wanneer zich een valse ril in het eerste segment D bevindt, kan het eerste segment D vroeg en scherp naar beneden vallen. Het zal daarom een voordeel zijn om de positioneervinger 16 tot nagenoeg vooraan de doos te laten uitstrekken, om het eerste segment D in alle gevallen correct te kunnen opvangen. De vakman zal begrijpen dat de vorm van de positioneervinger 16 niet wezenlijk is voor het toepassen van de principes van de uitvinding. De belangrijkste reden voor het vormen van de vinger is de complementariteit in de dwarsrichting met de aangebrachte lijm. De vingers en de lijm zullen bij voorkeur, in de dwarsrichting beschouwd, niet overlappen. Zo zal de vakman begrijpen dat ook twee of meerdere vingers kunnen gevormd worden waarbij lijm tussen de vingers aangebracht is in de dwarsrichting beschouwd. Hierdoor wordt voorkomen dat lijm 12 die zich op het eerste segment D bevindt, ongewenst, op een verkeerde plaats of vroegtijdig, in aanraking komt met goederen en/of met de sluitflap A” in aanraking komt. Om te voorkomen dat de lijm 12 met de positioneervinger 16 in aanraking komt, wordt de positioneervinger 16 bij voorkeur smal gevormd, in de dwarsrichting beschouwd, en centraal geplaatst ten opzichte van de doos terwijl de lijm in de breedterichting beschouwd, excentrisch aangebracht wordt, en dus niet aangebracht wordt in het centrum.
2018/5231
BE2018/5231
Figuur 3D toont een verdere fase in de werkwijze voor het vouwen. In figuur 3D is de achterwand A opwaarts gevouwen en wordt de positie van de achterwand A vastgehouden door de actuator 14. Inmiddels is door de beweging van de arm 11 ook de voorwand C opwaarts gevouwen. De positie van de voorwand C wordt bij voorkeur door een verdere actuator 19 vastgehouden. Door de actuator 19 kan de positie van de opwaartse voorwand, gevormd door het C-segment van de plano, optimaal vastgehouden worden. Dit is geïllustreerd met pijl 20. Bij voorkeur is de actuator 19 ter plaatse van een bovenzijde van de doos voorzien van een vinger (niet weergegeven) die de hoek vormt tussen zijvlak en bovenvlak, om deze hoek haaks te vormen. Een gelijkaardige vinger kan voorzien worden aan actuator 14 zodat actuators 14 en 19 de doos haaks en met rechte hoeken kunnen vasthouden. Door het positioneren van de voorwand C en de achterwand A is ook de bovenwand D correct gepositioneerd ten opzichte van de sluitflap A’’. Dit laat toe aan de arm 11 om het voorste segment D aan te drukken tegen de sluitflap A”, zodat de lijn 12 tussen het voorste en achterste deel D en A van de plano 1 terechtkomt. Hierbij wordt de positioneervinger 16 bij voorkeur teruggetrokken. Terugtrekken kan door het actief achteruit bewegen van de positioneerdvinger 16, zoals geïllustreerd met pijl 22. Alternatief en/of bijkomend kan de positioneervinger 16 relatief beschouwd teruggetrokken worden door een voortgaande beweging in de beweegrichting 2 van de doos. Na het uitvoeren van het aandrukken 21 is de doos gevormd met een onderzijde, gevormd door het B-segment van de plano, een voorwand gevormd door het C-segment van de plano, een achterwand gevormd door het A-segment van de plano en een bovenwand gevormd door het D-segment van de plano. De zijwanden zijn reeds partieel gevormd door de omhoog gevouwen zijflappen A’ en C’.
In figuur 3E wordt de doos vervolledigd door het omlaag vouwen van de zijflap D’ en het omhoog vouwen van zijflap B’. Daarbij kan aan één van de zijflappen lijm voorzien worden, zodat zijflap B’ op zijflap D’ kan vastgezet worden. Alternatief kunnen zijflappen B’ en D’ verlijmd worden met de reeds omhoog gevouwen zijflappen A’ en C’. De vakman zal begrijpen dat ook de volgorde van het omhoog vouwen van zijflap B’ en het omlaag vouwen van zijflap D’ kan gewijzigd worden zonder noemenswaardige invloed op de hierboven beschreven vouwprincipes. Figuur 3E illustreert verder hoe arm 11 de bovenzijde van de doos D finaal kan aandrukken 21 met de sluitflap A”. Ook toont figuur 3E hoe de positioneervinger teruggetrokken is.
Figuur 4 toont een bovenaanzicht van een inrichting voor het vouwen van dozen uit plano’s. De inrichting is gevormd om verschillende goederen met verschillende afmetingen in te pakken in op maat gemaakte dozen. Hiertoe heeft de inrichting een aanleversectie 25 voor het aanleveren van plano’s 1. Ter plaatse van de aanleversectie worden de plano’s op de aandrijflijn 30 gepositioneerd met de zijvlakken dwars op de aandrijflijn 30. De aandrijflijn 30 is voorzien om
2018/5231
BE2018/5231 de plano voort te bewegen in de beweegrichting 2. De inrichting is verder voorzien van een positioneersectie 26. In de positioneersectie 26 worden goederen 9 correct gepositioneerd op de plano 1. In de praktijk wordt een aanvoer 31 voorzien voor de goederen. Via een controller wordt de aanvoer 31 bij voorkeur operationeel gelinkt met de aanleversectie 25 zodat de plano's 1 die via de aanleversectie 25 aangeleverd worden een vorm en afmetingen hebben die overeenstemmen met vorm en afmetingen van de goederen 9, 9' die aangeleverd worden via de aanvoer. Meer bepaald hebben opeenvolgende goederen 9 en 9' die aangeleverd worden verschillende afmetingen, en hebben overeenstemmende plano's 1, die via de aanleversectie 25 aangeleverd worden overeenstemmende verschillende afmetingen.
Ter plaatse van de positioneersectie 26 worden de goederen 9 op een centraal vlak B van de plano 1 gepositioneerd. De vakman zal begrijpen, op basis van bovenstaande toelichting, dat de goederen ook op het centrale vlak C zouden kunnen gepositioneerd worden. Daarbij moeten enkele handelingen, bijvoorbeeld het bewegen van de arm 11, en van de positioneervinger 16 anders uitgevoerd worden. De beweging van de arm 11 zal iets complexer worden, ten gevolge van de beweegrichting van de plano 1, maar de vakman zal begrijpen hoe een dergelijke inrichting op basis van dezelfde werkingsprincipes kan gebouwd worden. Daarbij kan dan gekozen worden om de sluitflap A'' te laten aansluiten aan een buitenzijde van de doos, of om de sluitflap te verhuizen naar het vlak D.
Wanneer de sluitflap A'' ter plaatse van het vlak D gevormd is, kan de werkwijze uitgevoerd wordt zoals hierboven beschreven en zoals getoond in de figuren. De sluitflap D'' zal dan overlappen met vlak A ter plaatse van de opstaande zijwand van de doos. De arm 11 kan dan verder voorzien zijn om de sluitflap en het vlak A aan ter drukken tegen de zijwand.
Nadat de goederen 9 op de plano 1 gepositioneerd zijn, wordt de plano 1 voortbewogen door de aandrijflijn 30 naar de eerste vouwsectie 27. Ter plaatse van de eerste vouwsectie 27 zorgen de vingers 3, die hierboven toegelicht zijn aan de hand van figuur 2, voor het opwaarts vouwen van de zijflappen die diagonaal gepositioneerd zijn ten opzichte van de goederen 9. Figuur 4 toont hoe twee vingers 3 aan weerszijden van de plano voorzien zijn voor het opwaarts vouwen van zijflappen aan weerszijden van de aandrijflijn 30. De vakman zal begrijpen dat afhankelijk van de breedte van de plano die afhankelijk is van de grootte van de goederen 9, de vingers 3 dichter of verder van de aandrijflijn 30 bewogen worden door middel van de vingerarm 4.
In de uitvoeringsvorm uit figuur 4 bevat de eerste vouwsectie verder de lijmpistolen 10 voor het aanbrengen van lijm op het voorste segment van de plano 1. Het zal duidelijk zijn dat de lijmpistolen 10 ook op een andere plaats op de aandrijflijn kunnen voorzien worden.
2018/5231
BE2018/5231
Figuur 4 illustreert verder de tweede vouwsectie 28 en de derde vouwsectie 29. Om de werking van de inrichting gemakkelijk uit te leggen, zijn de tweede vouwsectie 28 en de derde vouwsectie 29 geïllustreerd als verschillende delen van de inrichting. In de praktijk kunnen deze segmenten of secties 28 en 29 in elkaar overlopen of met elkaar verweven zijn. Bij uitbreiding kunnen ook andere secties 25 en 26 in elkaar overlopen of met elkaar verweven zijn. Ter plaatse van de tweede vouwsectie 28 wordt de achterwand opwaarts gevouwen. Ook zal typisch ter plaatse van deze vouwsectie 28 de positioneervinger 16 voorzien worden. Figuur 4 illustreert hoe de positioneervinger smal is en hoe de lijmpistolen 10 voorzien zijn om lijm aan te brengen excentrisch terwijl de positioneervinger 16 zich centrisch uitstrekt.
In de derde vouwsectie 29 wordt de arm 11 voorzien die, zoals hierboven toegelicht aan de hand van figuur 3, zich van een positie onder de aandrijflijn 30 beweegt naar een positie boven de doos. Door deze beweging en door de voorwaartse beweging in de beweegrichting van de plano, kan de arm op een eenvoudige wijze de functies uitoefenen die hierboven beschreven zijn aan de hand van figuur 3. De positioneervinger 16 is bij voorkeur gemonteerd op een actuator die toelaat om de positioneervinger 16 in de beweegrichting 2 te bewegen. Verder is de positioneervinger 16 bij voorkeur in de hoogte beweegbaar. De arm 11 kan uit twee stukken voorzien worden die aan weerszijden van de aandrijflijn voorzien zijn. Dit laat op eenvoudige wijze toe om de arm te bewegen tot op een positie onder de aandrijflijn zonder dat de armen in botsing komen met de aandrijflijn 30.
De inrichting kan nog een verdere vouwsectie (niet weergegeven) bevatten voor het omhoog en omlaag vouwen van de zijflappen B' en D’. Daarbij kunnen zijflappen B’ en D’ voorzien worden van lijm om ze onderling te verbinden of om ze te verbinden met de zijflappen A' en/of C'. Ook kan de inrichting nog een verdere inpaksectie bevatten om bijvoorbeeld een verstevigingsband rond de doos te bevestigen. Verder kan de inrichting een sectie bevatten voor het labelen van de doos. Alternatief kunnen de plano's reeds gelabeld aangevoerd worden op basis van de operationele verbinding tussen de aanvoerinrichting 25 en de aanvoer 31.
Op basis van de beschrijving hierboven zal de vakman begrijpen dat de uitvinding op verschillende manieren en op basis van verschillende principes kan uitgevoerd worden. Daarbij is de uitvinding niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen. De hierboven beschreven uitvoeringsvormen, alsook de figuren zijn louter illustratief en dienen enkel om het begrip van de uitvinding te vergroten. De uitvinding zal daarom niet beperkt zijn tot de uitvoeringsvormen die hierin beschreven zijn, maar wordt gedefinieerd in de conclusies.

Claims (14)

  1. Conclusies
    1. Werkwijze voor het vouwen van een doos uit een plano, waarbij werkwijze uitgevoerd wordt op een aandrijflijn met een voortgaande beweegrichting, waarbij de werkwijze volgende stappen bevat:
    - aanleveren van de plano op de aandrijflijn zodanig dat zijvlakken van de plano zich dwars op de aandrijflijn uitstrekken;
    - positioneren van één of meerdere goederen op een middenvlak van de plano;
    - voortbewegen van de plano met de één of meerdere goederen langs de aandrijflijn;
    - tijdens het voortbewegen van de plano langs de aandrijflijn, opwaarts vouwen van zijvlakken die diagonaal zijn aan het middenvlak, waarbij opwaarts vouwen van de zijvlakken bevat het voortbewegen van de plano langs positioneervingers aan overstaande zijden van de aandrijflijn zodanig dat de positioneervingers onder de zijvlakken komen en de zijvlakken opwaarts vouwen;
    - opwaarts vouwen van een achterste vlak en vasthouden van dit vlak als achterwand van de doos;
    - opwaarts vouwen van voorste vlakken door het opwaarts bewegen van een arm, tijdens het voortbewegen van de plano, vanaf een eerste positie onder de aandrijflijn tot een tweede positie boven de doos zodanig dat de doos onder de opwaarts bewogen arm voortbeweegt om zo met de voorste vlakken een voorwand en een bovenwand van de doos te vormen.
  2. 2. Werkwijze volgens conclusie 1, verder bevattende het aanpassen van een dwarspositie van de positioneervingers relatief ten opzichte van de aandrijflijn voorafgaandelijk aan het opwaarts vouwen van de zijvlakken.
  3. 3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij opwaarts vouwen van de zijvlakken bevat het neerwaarts bewegen van de positioneervingers zodat de vingers zich onder de zijvlakken uitstrekken.
  4. 4. Werkwijze volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij de plano minstens vier centrale vlakken heeft die zich opeenvolgend in de beweegrichting van de aandrijflijn uitstrekken, waarbij het middenvlak gevormd is door het derde van de minstens vier centrale vlakken.
  5. 5. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de werkwijze verder bevat:
    - aanbrengen van lijm op een lijmzone in minstens één van twee gebieden van de plano die overlappen bij het vormen van de doos;
    BE2018/5231
    - aandrukken van de plano ter plaatse van de lijmzone na het minstens gedeeltelijk vormen van de doos.
  6. 6. Werkwijze volgens conclusie 5, waarbij voorafgaand aan het aandrukken, een positioneervinger geplaatst wordt tussen de gebieden, naast de lijmzone, om vroegtijdig raken van de gebieden te voorkomen, waarna de gebieden ten opzichte van elkaar gepositioneerd worden zodoende de doos minstens gedeeltelijk te vormen, waarna de positioneervinger tussenuit de gebieden verwijderd wordt.
  7. 7. Werkwijze volgens conclusie 6, waarbij de positioneervinger zich boven de doos uitstrekt in de beweegrichting zodanig dat de bovenwand van de doos op de positioneervinger terechtkomt wanneer de arm de voorste vlakken opwaarts vouwt.
  8. 8. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de werkwijze verder bevat het neerwaarts vouwen van zijvlakken die met de bovenwand verbonden zijn en het opwaarts vouwen van zijvlakken die met de onderwand verbonden zijn zodat laatstgenoemde zijvlakken de zijwanden van de doos vormen.
  9. 9. Inrichting voor het vouwen van een doos uit een plano bevattende een aandrijflijn met een voortgaande beweegrichting, waarbij de inrichting verder bevat:
    - een aanleversectie voor het aanleveren van de plano op de aandrijflijn zodanig dat zijvlakken van de plano zich dwars op de aandrijflijn uitstrekken;
    - een positioneersectie voor het positioneren van één of meerdere goederen op een middenvlak van de plano;
    - een aandrijfsectie voor het voortbewegen van de plano met de één of meerdere goederen langs de aandrijflijn;
    - een eerste vouwsectie voor het opwaarts vouwen van zijvlakken die diagonaal zijn aan het middenvlak, waarbij de eerste vouwsectie vingers bevat die zich uitstrekken in een richting tegengesteld aan de beweegrichting van de plano met een distaal einde dat opwaarts en neerwaarts beweegbaar is om zich onder de zijvlakken die diagonaal zijn aan het middenvlak te grijpen terwijl de plano voortbewogen is langs de aandrijflijn en voorbij de vingers;
    - een tweede vouwsectie voor het opwaarts vouwen van een achterste vlak en vasthouden van dit vlak als achterwand van de doos;
    - een derde vouwsectie voor het opwaarts vouwen van voorste vlakken door het opwaarts bewegen van een arm vanaf een eerste positie onder de aandrijflijn tot een tweede positie boven de doos zodanig dat de doos onder de opwaarts bewogen arm komt om zo met de voorste vlakken een voorwand en een bovenwand van de doos te vormen.
    BE2018/5231
  10. 10. Inrichting volgens conclusie 9, waarbij de eerste vouwsectie vingers bevat die beweegbaar zijn in de dwarsrichting ten opzichte van de aandrijflijn om de afstand tussen overstaande vingers aan te passen aan een breedte van de plano.
  11. 11. Inrichting volgens conclusie 9 of 10, waarbij de inrichting verder bevat:
    - lijmpistool voor het aanbrengen van lijm op een lijmzone in minstens één van twee gebieden van de plano die overlappen bij het vormen van de doos;
    - aandrukelement voor het aandrukken van de plano ter plaatse van de lijmzone na het minstens gedeeltelijk vormen van de doos.
  12. 12. Inrichting volgens conclusie 11, waarbij de inrichting een positioneervinger bevat die zich boven de aandrijflijn bevindt, welke positioneervinger beweegbaar is in de beweegrichting om zich tussen de gebieden uit te strekken teneinde vroegtijdig raken van de gebieden te voorkomen, waarna de gebieden ten opzichte van elkaar gepositioneerd worden zodoende de doos minstens gedeeltelijk te vormen, waarna de positioneervinger tussenuit de gebieden verwijderbaar is.
  13. 13. Inrichting volgens conclusie één van de conclusies 11-12, waarbij het aandrukelement gevormd is door de arm die verder voorzien is om in de beweegrichting te bewegen tijdens het aandrukken van de plano ter plaatse van de lijmzone.
  14. 14. Inrichting volgens één van de conclusies 9-12, waarbij de inrichting verder een vierde vouwsectie bevat voor het neerwaarts vouwen van zijvlakken die met de bovenwand verbonden zijn en het opwaarts vouwen van zijvlakken die met de onderwand verbonden zijn zodat laatstgenoemde zijvlakken de zijwanden van de doos vormen.
BE2018/5231A 2018-04-05 2018-04-05 Vouwsequentie BE1026202B1 (nl)

Priority Applications (16)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2018/5231A BE1026202B1 (nl) 2018-04-05 2018-04-05 Vouwsequentie
US16/375,588 US11305903B2 (en) 2018-04-05 2019-04-04 Box template folding process and mechanisms
PCT/IB2019/052794 WO2019193555A1 (en) 2018-04-05 2019-04-05 Box template folding process and mechanisms
CN201980037603.XA CN114269649B (zh) 2018-04-05 2019-04-05 盒子模板折叠工艺和机构
CA3184517A CA3184517A1 (en) 2018-04-05 2019-04-05 Box template folding process and mechanisms
AU2019248877A AU2019248877A1 (en) 2018-04-05 2019-04-05 Box template folding process and mechanisms
RU2020135970A RU2756244C1 (ru) 2018-04-05 2019-04-05 Процесс и механизмы сгибания шаблона коробки
EP19722202.9A EP3759022A1 (en) 2018-04-05 2019-04-05 Box template folding process and mechanisms
CA3096006A CA3096006C (en) 2018-04-05 2019-04-05 Box template folding process and mechanisms
CN202310983223.3A CN116902307A (zh) 2018-04-05 2019-04-05 盒子模板折叠工艺和机构
JP2021503225A JP7201787B2 (ja) 2018-04-05 2019-04-05 箱の型板の折り曲げプロセスおよび機構
RU2021126804A RU2021126804A (ru) 2018-04-05 2019-04-05 Процесс и механизмы сгибания шаблона коробки
US17/587,836 US11780626B2 (en) 2018-04-05 2022-01-28 Box template folding process and mechanisms
JP2022159929A JP7413476B2 (ja) 2018-04-05 2022-10-04 箱の型板の折り曲げプロセスおよび機構
US18/232,286 US20240124174A1 (en) 2018-04-05 2023-08-09 Box template folding process and mechanisms
JP2023220288A JP2024023952A (ja) 2018-04-05 2023-12-27 箱の型板の折り曲げプロセスおよび機構

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2018/5231A BE1026202B1 (nl) 2018-04-05 2018-04-05 Vouwsequentie

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1026202A1 BE1026202A1 (nl) 2019-11-05
BE1026202B1 true BE1026202B1 (nl) 2019-11-12

Family

ID=62025630

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2018/5231A BE1026202B1 (nl) 2018-04-05 2018-04-05 Vouwsequentie

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1026202B1 (nl)

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1997736A2 (en) * 2007-05-30 2008-12-03 BAUMER S.r.l. Method to form a two-piece package comprising a cover and a tray and package obtained by this method
US20150360433A1 (en) * 2013-01-29 2015-12-17 Neopost Technologies A method and system for automatically processing blanks for packaging boxes

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1997736A2 (en) * 2007-05-30 2008-12-03 BAUMER S.r.l. Method to form a two-piece package comprising a cover and a tray and package obtained by this method
US20150360433A1 (en) * 2013-01-29 2015-12-17 Neopost Technologies A method and system for automatically processing blanks for packaging boxes

Also Published As

Publication number Publication date
BE1026202A1 (nl) 2019-11-05

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CA3096006C (en) Box template folding process and mechanisms
US8323165B2 (en) Method for forming a container
RU2530869C2 (ru) Картонная коробка для упаковки контейнеров наподобие пакетов для напитков, устройство для закрытия упаковки и способ закрытия упаковки
CN108883850A (zh) 用于使闭合的包装件成形的设备和方法
US20050124478A1 (en) Side wall flap folding mechanism for carton forming machine
EP1997736A2 (en) Method to form a two-piece package comprising a cover and a tray and package obtained by this method
BR112016027883B1 (pt) Máquina para formar recipiente a partir de peça em bruto
MX2014010627A (es) Metodos y maquina para formar un recipiente a partir de una plantilla utilizando una seccion de mandril pre-doblada.
WO2016151310A1 (en) Container sizing
CH623778A5 (nl)
US8684897B2 (en) Method for assembling a blank
BE1026202B1 (nl) Vouwsequentie
AU2015348131A1 (en) Method and machine for forming a box by placement on a v-shaped support
BE1027617B1 (nl) Vouwsequentie
US20190077106A1 (en) Apparatus, Method and System for the Careful Pre-Folding of Carton Sleeves
CA3126426A1 (en) Procedure, models of flexible containers and machine to generate and seal flexible container flaps
BE1028206B1 (nl) Plano vouwproces en mechanismes
BE1026699B1 (nl) Plano vouwproces en mechanismes
MX2014011150A (es) Metodos y maquina para formar un contenedor de transporte y exhibicion a partir de un ensamble de plantilla utilizando una seccion de mandril de pre-doblado.
BR122021024309B1 (pt) Máquina para formar recipiente a partir de peça em bruto e método para formar recipiente a partir de peça em bruto

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20191112