NL2006544C2

NL2006544C2 - Bindsysteem.

Info

Publication number: NL2006544C2
Application number: NL2006544A
Authority: NL
Inventors: Lute Willy Aarsse
Original assignee: Zomerdam Produktidentificatie B V
Priority date: 2011-04-05
Filing date: 2011-04-05
Publication date: 2012-10-08

Description

P30645NL00/MHR

Korte aanduiding: Bindsysteem

De uitvinding heeft betrekking op een bindsysteem, een aanvoerinrichting voor gebruik in een dergelijk bindsysteem, alsmede een werkwijze voor het samenbinden en tegelijkertijd van een label voorzien van een aantal voorwerpen, zoals stelen, in het bijzonder bloemstengels en takken.

5

De label wordt gebruikt voor het weergeven van informatie, bijvoorbeeld naam en/of afkomst van de samengebonden voorwerpen. Het is bekend om voorwerpen samen te binden en tegelijkertijd te voorzien van een label. Bijvoorbeeld NL 9 202 212 openbaart een inrichting voor het van een label voorzien van een bundel met bindmateriaal omgeven 10 snijbloemen. Bij de productie van snijbloemen worden meerdere snijbloemen samengebonden en tegelijkertijd van een label voorzien. Op de label is informatie weergegeven over bijvoorbeeld het type bloem, de prijs, de datum waarop de bloemen zijn verpakt, etc. Bij voorkeur is de label voorzien van actuele informatie. Dergelijke labels worden bij voorkeur vervaardigd uit papier, maar kunnen ook zijn vervaardigd uit kunstsof of uit papier 15 voorzien van een kunststof coating.

Met name labels die lokaal worden gedrukt, dat wil zeggen labels die worden geprint door een printer in de directe nabijheid van de bindinrichting en die direct uit de printer naar de bindinrichting worden gevoerd, zijn relatief kwetsbaar. Dergelijke labels raken dikwijls beschadigd door de ruwe behandeling tijdens het samenbinden van de snijbloemen.

20 Daarnaast worden snijbloemen vaak samengebonden in plantenkassen waar een relatief hoge luchtvochtigheid heerst. Deze hoge luchtvochtigheid heeft een negatieve invloed op de bestendigheid van de labels, in het bijzonder papieren labels, en de daarop gedrukte informatie.

25 Doel van de uitvinding is een alternatief bindsysteem te verschaffen dat bij voorkeur bovengenoemde problemen ten minste gedeeltelijk oplost.

Hiertoe voorziet de uitvinding in een bindsysteem volgens conclusie 1, een aanvoerinrichting volgens conclusie 17, en een werkwijze volgens conclusie 18.

30

Een bindsysteem volgens de uitvinding is ingericht voor het samenbinden en het tegelijkertijd van een label voorzien van voorwerpen, zoals stelen, in het bijzonder bloemstengels en takken. Het bindsysteem is daartoe voorzien van een bindinrichting en een aanvoerinrichting.

2

De bindinrichting is ingericht voor het aanbrengen van bindmateriaal om de samen te binden voorwerpen, en omvat een bindtafel met een werkblad voor het ondersteunen van de samen te binden voorwerpen, een geleiding voor het voeren van het bindmateriaal door een opening in het werkblad van de bindtafel, en een knoopinrichting voor het binden van het 5 bindmateriaal. Dergelijke bindinrichtingen zijn bekend uit de stand der techniek

De aanvoerinrichting is ingericht voor het aanvoeren van een label van een invoerkant naar een uitvoerkant. De aanvoerinrichting omvat een eerste en een tweede aanvoermechanisme die zich beide uistrekken van de invoerkant naar de uitvoerkant van de 10 aanvoerinrichting. Een label kan tussen het eerste en het tweede aanvoermechanisme worden voortbewogen van de invoerkant naar de uitvoerkant van de aanvoerinrichting.

De aanvoerinrichting omvat verder een tunnel voor het afschermen van de aanvoermechanismen tussen de invoerkant en de uitvoerkant.

15 De aanvoerinrichting is, bij voorkeur losneembaar, aangebracht op de bindtafel zodanig dat het zich uitstrekt over het werkblad van de bindtafel en de invoerkant zich bevind nabij de rand van de bindtafel en de uitvoerkant nabij de doorvoeropening in de bindtafel.

De samen te binden voorwerpen worden bij het samenbinden aangevoerd over het 20 werkblad en over de tunnel richting de doorvoeropening en het bindmateriaal dat zich bij voorkeur uitstrekt van onder het werkblad, door de doorvoeropening naar de geleiding boven het werkblad. Wanneer de voorwerpen zich op de tunnel bevinden worden ze samengebonden met het zich door de aanvoeropening uitstrekkende bindmiddel, bijvoorbeeld een elastische draad of elastiek.

25

Via de tunnel wordt de label aangevoerd, zodanig dat het tijdens het samenbinden is gepositioneerd onder de samen te binden voorwerpen die zijn gepositioneerd op de tunnel.

Bij voorkeur wordt de label voor het samenbinden gepositioneerd met één einde vastgeklemd tussen de aanvoermechanismen, en met een direct daarnaast gelegen deel van het label 30 boven de doorvoeropening. Wanneer het bindmateriaal om de samen te binden voorwerpen wordt gebonden grijpt het aan op het naast het geklemde deel van de label gelegen deel dat boven de doorvoeropening wordt gehouden. Het bindmiddel trekt de label tegen de samen te binden voorwerpen en, indien nodig, tussen de aanvoermechanismen uit. Voorwerpen en label zijn dan samengebonden in een bundel.

35 Met een combinatie van een bindsysteem en een aanvoerinrichting volgens de uitvinding worden de labels aangevoerd naar een positie onder de samen te binden voorwerpen, hierdoor is de afstand tussen label en samen te binden voorwerpen bij het samen binden beperkt. Wanneer de label tijdens het samenbinden tegen de voorwerpen 3 wordt getrokken is de verplaatsing daardoor minimaal, waardoor de belasting van de label wordt beperkt.

Met een aanvoerinrichting volgens de uitvinding wordt een label ingeklemd tussen aanvoermechanismen voor het verplaatsen van de label van de invoerkant naar de 5 uitvoerkant. Doordat de label van twee kanten wordt ingeklemd door een aanvoermechanisme, schuift de label niet of nauwelijks over een oppervlak tijdens het transport, en is de belasting op de label minimaal.

Doordat de aanvoermechanismen zich uitstrekken van de invoerkant naar de uitvoerkant, kunnen bovendien gescheiden labels worden getransporteerd. Dit heeft als 10 voordeel dat de labels voor het transport kunnen worden gescheiden, en dus niet van elkaar hoeven worden losgescheurd tijdens het samenbinden van de label met de voorwerpen. Dit vermindert de belasting op de label tijdens het samenbinden.

Met een werkwijze volgens de uitvinding worden de labels aangevoerd op de 15 hierboven beschreven wijze.

De uitvinding voorziet dus in een alternatief bindsysteem, alsmede een bindsysteem, aanvoerinrichting en een werkwijze die voornoemde problemen ten minste gedeeltelijk oplossen. Verdere voordelige uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn weergegeven in de 20 volgconclusies.

De uitvinding wordt hierna toegelicht aan de hand van de bijgevoegde tekening, waarin:

Fig. 1 een perspectivisch aanzicht van een bindsysteem volgens de uitvinding toont; 25 Fig. 2 een perspectivisch aanzicht van een aanvoerinrichting van het bindsysteem uit

Fig. 1 toont; en

Fig. 3 een frontaal aanzicht van de aanvoerinrichting uit Fig. 2 toont.

Het in Fig. 1 getoonde bindsysteem 1 volgens de uitvinding is ingericht voor het 30 samenbinden en het tegelijkertijd van een label voorzien van voorwerpen, zoals stelen, in het bijzonder bloemstengels en takken. Fig. 1 toont een bos snijbloemen 2 terwijl deze wordt samengebonden door het bindsysteem 1, alsmede een bos snijbloemen 3 nadat deze is samengebonden en voorzien van een label door het bindsysteem 2.

Het bindsysteem 1 omvat een bindinrichting 4 voor het daadwerkelijk samenbinden 35 van voorwerpen en een aanvoerinrichting 5 voor het aanvoeren van een label 6.

De bindinrichting 4 omvat een bindtafel 7 met een werkblad 8 voor het ondersteunen van de samen te binden voorwerpen 2, een geleiding 9 voor het voeren van het bindmateriaal 4 10 dooreen opening 11 in het werkblad van de bindtafel. Het bindmateriaal is bij voorkeur een elastiek of elastische draad, die wordt aangevoerd van een spoel (niet getoond). De bindinrichting is verder voorzien van een knoopinrichting voor samenbinden van het bindmateriaal. De knooprichting in het getoonde voorbeeld is ondergebracht in de basis van 5 de bindtafel 7, onder het werkblad 8.

Bindinrichtingen zoals getoond in Fig. 1 zijn algemeen bekend in het vakgebied. De werking van de bindinrichting wordt hier daarom niet verder toegelicht.

De bindinrichting 4 is voorzien van een aanvoerinrichting 5 voor het aanvoeren van 10 labels naar de plek op de bindtafel waar het bindmateriaal om de samen te binden voorwerpen wordt aangebracht. Fig. 2 toont de aanvoerinrichting 5 uit Fig. 1, ingericht voor het aanvoeren van labels 6 van een invoerkant 15 naar een uitvoerkant 16, in meer detail. De aanvoerinrichting 5 omvat een eerste aanvoermechanisme 12, een tweede aanvoermechanisme 13, en een tunnel 14 voor het daarin opnemen en afschermen van de 15 aanvoermechanismen tussen de invoerkant en de uitvoerkant.

In de in Fig. 2 getoonde toestand is de tunnel opengeklapt en geeft de aanvoermechanismen vrij. Beide aanvoermechanismen strekken zich uit van de invoerkant 15 naar de uitvoerkant 16 van de aanvoerinrichting 5. Tussen het eerste en het tweede aanvoermechanisme kunnen daardoor gescheiden labels 6 worden voortbewogen van de 20 invoerkant naar de uitvoerkant van de aanvoerinrichting.

Zoals wordt getoond in Fig. 1 is de aanvoerinrichting 5 aangebracht op de bindtafel van de bindinrichting 4, zodanig dat deze zich uitstrekt over het werkblad 8 van de bindtafel 7 voor het aanvoeren van een label 6 van de invoerkant 15 nabij een rand van de bindtafel 7 25 naar de uitvoerkant 16 nabij de doorvoeropening 11 in de bindtafel.

Voor het samenbinden van voorwerpen wordt de bundel samen te binden voorwerpen 2 bij voorkeur aangevoerd over het werkblad 8 van de bindtafel in de aanvoerrichting aangegeven met pijl 17. De bundel wordt van het werkblad over de tunnel 14 van de 30 aanvoerinrichting 5 doorgevoerd. In de bindpositie bovenop de tunnel, weergegeven in Fig. 1, wordt de bundel samengebonden met bindmateriaal. Na het samenbinden wordt de bundel voorwerpen bij voorkeur in de richting aangegeven met pijl 17 van de aanvoerinrichting en de bindinrichting bewogen terwijl een nieuwe bundel voorwerpen in de bindpositie op de tunnel wordt bewogen.

De label 6 dat met de bundel voorwerpen 2 moet worden samengebonden wordt aangevoerd via de aanvoerinrichting 5, tussen de twee aanvoermechanismen. De label en de aanvoermechanismen worden door de tunnel 14 beschermd, bijvoorbeeld tegen vocht, vuil 35 5 en contact met de samen te binden voorwerpen. Deze externe factoren zouden bijvoorbeeld een aanvoermechanisme of een label kunnen beschadigen.

De label 6 wordt bij de uitvoerkant 16 van de tunnel 14 door de aanvoermechanismen 12, 13 gepositioneerd onder de samen te binden voorwerpen 2, die op hun beurt zijn 5 gepositioneerd in de bindpositie bovenop de tunnel. Het label wordt gepositioneerd met een vrij einde van de label in de baan van het bindmateriaal voor het samenbinden van de bundel voorwerpen, zoals getoond in fig. 2. Wanneer de bindinrichting het bindmateriaal rond de bundel voorwerpen trekt en samenknoopt, grijpt de draad aan op het vrije deel van de label, dat wil zeggen het deel van het label bij de uitvoeropening van de tunnel en boven de 10 doorvoeropening van de tafel, waardoor de label door het bindmateriaal tegen de bundel voorwerpen wordt getrokken. Wanneer het bindmateriaal door de knoopinrichting is vastgeknoopt om de bundel voorwerpen wordt de label tevens op de bundel gebonden, zoals getoond in Fig. 3.

15 In de getoonde voorkeursuitvoering omvatten het eerste en tweede aanvoermechanisme 12, 13 ieder een eindeloze band. In gebruik wordt de label tussen de twee tegengesteld draaiende banden ingeklemd en getransporteerd in een label aanvoerrichting, aangegeven met pijl 18 in Fig. 2, van de invoerkant 15 naar de uitvoerkant 16.

20 Bij voorkeur zijn de eindeloze banden van de aanvoermechanismen ten minste net zo breed als een voort te bewegen label, zodat de label optimaal is afgeschermd van omgevingsinvloeden. In een alternatieve uitvoering kan in plaats van een brede eindeloze band zijn voorzien in bijvoorbeeld een of meer smalle banden per aanvoermechanisme of bijvoorbeeld een of meer snaren in plaats van een eindeloze band.

25

Met een aanvoerinrichting volgens de uitvinding worden de labels tijdens de aanvoer beschermd tegen omgevingsinvloeden zoals hoge temperaturen en/of luchtvochtigheid, en sterke schommelingen in temperatuur en luchtvochtigheid, typisch voor kassen waarin bloemen worden geteeld en samengebonden. Met name papieren labels zijn gevoelig voor 30 dergelijke omgevingsinvloeden, en raken bijvoorbeeld eerder beschadigd tijdens het samenbinden of transport wanneer ze tijdens dat transport worden blootgesteld aan vocht. Een hoge temperatuur, in het bijzonder in combinatie met een hoge luchtvochtigheid, is nadelig voor labels die ter plaatse worden gedrukt doordat deze de hechting van de drukinkt op de label nadelig kunnen beïnvloeden.

35 De tunnel, en bijvoorkeur de brede transportbanden, schermen in een aanvoerinrichting volgens de uitvinding de labels af van dergelijke omgevingsinvloeden. Bij hoge luchtvochtigheid kan in een verder uitvoering volgens de uitvinding worden voorzien in een geforceerd luchtstroom die door de tunnel wordt gevoerd van de invoerkant naar de 6 uitvoerkant om te voorkomen dat vochtige lucht via de uitvoerkant de tunnel binnendringt. Voorts kan zijn voorzien in verwarmingselementen, aan de invoerkant en/of in de tunnel, bijvoorbeeld om de geforceerde luchtstroom te verwarmen.

5 Bij voorkeur wordt de eindeloze band aan de uitvoerkant gekeerd om een pen of om de rand van een plaatvormig deel, in plaats van over een keerrol. Op deze wijze kunnen de aanvoermechanismen op voordelige wijze compact worden uitgevoerd. In een verdere voorkeursuitvoering worden de banden ieder geleid over een plaatvormig deel, waarbij de plaatvormige delen zich uitstrekken in de lengte van de tunnel. De plaatvormige delen 10 ondersteunen de banden langs het traject en zorgen er zo voor dat de labels optimaal worden ingeklemd tussen de banden van beide mechanismen. Deze aanvoermechanismen hebben als voordeel dat de tunnel die de aanvoermechanismen omvat slechts een geringe hoogte hoeft te hebben, en de hoogte van de aanvoerinrichting beperkt blijft. Dit houdt op zijn beurt in dat de doorvoerhoogte van de samen te binden voorwerpen maximaal blijft. Dit is van 15 belang omdat bindinrichtingen veelal zijn voorzien van een arm die zich uitstrekt boven het werkblad van de bindtafel voor het houden en geleiden van het bindmateriaal. De arm beperkt de ruimte voor het doorvoeren van voorwerpen over de bindtafel, waardoor een hoge bindinrichting op het werkblad de doorvoer van voorwerpen kan bemoeilijken. Bovendien kunnen samen te binden voorwerpen blijven steken tegen de tunnel wanneer deze te hoog 20 wordt.

Daarnaast is het voor een optimaal samenbinden van de voorwerpen van belang dat de samen te binden voorwerpen zich in de buurt van de knoopinrichting onder het werkblad van de bindtafel bevinden. Door de hoogte van de aanvoermechanismen beperkt te houden ligt de bindpositie bovenop de tunnel toch dicht bij het werkblad en dus de bindinrichting. Zo 25 wordt voorkomen dat het bindmateriaal uiteindelijk te los om de bundel voorwerpen wordt geknoopt.

Bij voorkeur is voorzien in twee parallel aangedreven aanvoermechanismen, zoals getoond in Fig. 2. In een dergelijke uitvoering is de spanning op een label tijdens het aanvoeren van de invoerkant naar de uitvoerkant minimaal. Doordat de banden tijdens 30 transport van het label meebewegen met het label, is de wrijving tussen het label en de banden minimaal. Dit verkleint tevens de kans op beschadigingen aan de opdruk van de label.

In een alternatieve uitvoering kan zijn voorzien in een aangedreven aanvoermechanisme voor het aangrijpen op een eerste kant van de label, en een passief 35 aanvoermechanisme, zoals een rollenbaan of een oppervlak met een lage wrijvingsweerstand, voor ondersteuning van de label aan de tegenovergelegen kant.

In het in de figuren getoonde uitvoeringsvoorbeeld worden beide eindeloze banden 18,19 aan de invoerkant geleid over een aandrijfrol 20, 21, welke de aandrijfrollen zodanig 7 zijn geplaatst dat tussen beide rollen een invoerspleet 22 wordt gevormd voor het opnemen van een label 6. In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld is een extra geleidingsrol 23 geplaatst voor het optimaliseren van de invoer van een label. Door de extra geleidingsrol 23 wordt met de eindeloze band 18 een aanlegvlak gecreëerd voor het in de invoerspleet geleiden van een 5 label. Hierbij wordt opgemerkt dat om de figuur overzichtelijk te houden in Fig. 2 gebruik is gemaakt van een versimpelde weergave, waarin niet al de onderdelen van de mechanismen zijn getoond. Bijvoorbeeld een frame voor het ondersteunen van de aanvoermechanismen, in het bijzonder voor de ophanging van de geleiding van de eindeloze banden, de aandrijfrollen, etc., wordt niet getoond in de figuur.

10 Voorts zijn in het getoonde uitvoeringsvoorbeeld beide aandrijfrollen 20, 21 aan dezelfde kant van de aanvoerinrichting 5 geplaatst. De eindeloze transportbanden 18,19 vormen zo, wanneer in zijaanzicht gezien, een L-vormig traject voor het aanvoeren van de labels 6. Met eend dergelijk traject kunnen de labels uit een voorraadhouder boven of onder, in het getoonde voorbeeld boven, het werkblad van de bindinrichting worden aangevoerd, 15 waardoor het inbindsysteem compact kan worden uitgevoerd

Bij voorkeur is de aanvoerinrichting voorzien van middelen voor het losneembaar vastzetten van de aanvoerinrichting op het werkblad van de bindtafel, bijvoorbeeld magneten, zuignappen, een klem die kan aangrijpen op de rand van het werkblad, etc. Zo kan de 20 aanvoerinrichting worden gescheiden van de bindrichting om onderhoud aan beide te vergemakkelijken en/of kan de aanvoerinrichting worden gecombineerd met andere bindinrichtingen.

In de getoonde voorkeursuitvoering is de aanvoerinrichting 5 voorzien van een basis 25 23, in het specifieke geval een bodemplaat, voor het afsteunen van de aanvoerinrichting op het werkblad 8 van de bindtafel 7. De basis 23 beschermt de aanvoermechanismen 12, 13 tussen de invoerkant 15 en de uitvoerkant 16 aan de van de tunnel 14 afgekeerde zijde. Bovendien vergemakkelijkt een dergelijke basis het plaatsen van een aanvoerinrichting op een bindtafel, en dus het combineren van de aanvoerinrichting met een bindinrichting. De 30 basis kan tevens worden gebruikt om de aanvoerinrichting vast te zetten op de bindrafel, bijvoorbeeld door de basis te voorzien van een ruw ondervlak en/of van randen die aangrijpen om de randen van het werkblad van de bindtafel zodat de aanvoerinrichting niet, of minder gemakkelijk, verschuift over het werkblad.

Bij voorkeur is de basis 23 langs een of meer randen van schuine geleidingsvlakken 35 24 voorzien om het aanvoeren van de voorwerpen van het werkblad naar de bindpositie op de tunnel te vergemakkelijken. In een verdere voorkeursuitvoering is de basis zodanig gevormd dat deze in hoofdzaak het volledige werkblad van de bindtafel afdekt. De basis vormt zo het werkblad van de bindtafel waardoor de bundel samen te binden voorwerpen niet 8 van het werkblad van de bindtafel op de basis hoeft te worden gebracht, hetgeen de aanvoer soepeler laat verlopen.

In alternatieve uitvoering is de aanvoerinrichting voorzien van een basis waarin de 5 aanvoermechanismen gedeeltelijk verzonken zijn aangebracht. Op deze wijze kan de tunnel dicht op de basis worden aangebracht en blijft de gecombineerde hoogte van basis en tunnel beperkt.

Bij voorkeur is de tunnel 14 aan ten minste een kant voorzien van een schuin 10 geleidingsvlak 27 voor het over de tunnel geleiden van over het werkblad van de bindtafel en/of de basis van de aanvoerinrichting aangevoerde samen te binden voorwerpen. Wanneer de aanvoerinrichting is aangebracht op de bindtafel, strekt dit geleidingsvlak zich uit onder een hoek met het werkblad van de bindtafel. Het geleidingsvlak laat de aanvoer van voorwerpen naar een positie op de tunnel soepeler verlopen, en verminderd de kans dat de 15 voorwerpen achter de zijkant van de tunnel blijven haken en/of de tunnel uit positie dwingen tijdens transport van de voorwerpen naar de inbindpositie boven de doorvoeropening in het werkblad.

In de getoonde voorkeursuitvoering is de tunnel 14 voorzien van een tweede deel 24 20 voor het althans gedeeltelijk opnemen van het vrije uiteinde 25 van een label 6 dat met een tegenovergelegen einde wordt ingeklemd tussen de aanvoermechanismen 12, 13 aan de uitvoerkant van de aanvoerinrichting. Het tweede deel van de tunnel is opgesteld in het verlengde van het eerste deel zodanig dat tussen het eerste en tweede deel een spleet 26 wordt gevormd voor het doorvoeren van bindmateriaal 10. Het tweede tunneldeel schermt het 25 vrije einde van de label af, bijvoorbeeld van contact met de samen te binden producten wanneer deze op de tunnel worden bewogen. Op deze wijze wordt voorkomen dat de voorwerpen de label beschadigen voorafgaand aan het samenbinden.

Het voorzien in een tweede deel van de tunnel voorkomt tevens dat delen van de samen te binden voorwerpen de uitvoeropening van de tunnel blokkeren, waardoor een label 30 dat door het aanvoermechanisme boven de doorvoeropening wordt gebracht beschadigd zou kunnen raken.

In de getoonde voorkeursuitvoering vormt de tunnel, in het bijzonder de bovenzijde van de tunnel, een werkblad waarop de samen te binden voorwerpen afsteunen tijdens het 35 samenbinden, dat wil zeggen in de bindpositie. In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld maken zowel het eerste als het tweede deel van de tunnel deel uit van het werkblad.

De breedte van de tunnel is zodanig dat de bundel voorwerpen optimaal steun wordt verleend. In een alternatieve uitvoering is de tunnel, en de daarin opgenomen 9 aanvoermechanismen, beduidend smaller uitgevoerd dan de bundel samen te binden voorwerpen.

Bij voorkeur is de tunnel zodanig uitgevoerd dat ten minste een gedeelte van de 5 tunnel kan worden weggeklapt, zelfs wanneer de aanvoerinrichting is aangebracht op het werkblad van de bindtafel, voor het vrijgeven van de transportbanden. Op deze wijze kunnen de aanvoermechanismen worden geïnspecteerd, kan een vastgelopen label worden verwijderd, etc.. De tunnel kan bijvoorbeeld scharnierbaar of losneembaar zijn verbonden met de basis of een frame van het aanvoermechanisme. Bij voorkeur is voorzien in een extra 10 afdichtstrip bij de langsranden van de tunnel, zoals een rubber strook, om te voorkomen dat overvloedig vocht de tunnel binnendringt. In een verder uitvoering kan aan de invoerkant en/of uitvoerkant van de tunnel zijn voorzien in middelen om binnendringen van vocht in de tunnel te voorkomen. Zo kan aan de uitvoerkant zijn voorzien in een afvoergoot of drempel die voorkomt dat vocht van het werkblad of de basis de tunnel instroomt. Bij voorkeur wordt 15 de uitvoeropening van de tunnel klein gehouden om de kans op binnendringen van vocht en vuil te verkleinen.

De tunnel kan zijn vervaardigd uit kunststof, maar ook uit een metaal, bijvoorbeeld uit een aluminium profiel. In een verdere voorkeursuitvoering is ten minste een gedeelte van de 20 tunnel vervaardigd uit een doorzichtig materiaal, bijvoorbeeld een doorzichtige kunststof zoals perspex, zodat ten minste een gedeelte van de aanvoermechanismen visueel kan worden geïnspecteerd, bijvoorbeeld in geval van een stroring in de aanvoerinrichting.

In een voorkeursuitvoering van een bindsysteem volgens de uitvinding is voorzien in 25 een voorraadhouder, bij voorkeur als onderdeel van de aanvoerinrichting, voor het houden van meerdere labels. Wanneer het voorraadsysteem onderdeel uitmaakt van de aanvoerinrichting kan het geheel compact worden uitgevoerd, en wordt het plaatsen op een bindinrichting vergemakkelijkt.

30 De labels worden bij voorkeur verschaft in de vorm van een op een rol gewikkelde strook. De tol labels wordt in de voorraadhouder, eventueel een voorraadhouder in de vorm van een printer, geplaatst. De voorraadhouder is dan voorzien van snij eenheid voor het scheiden van de labels. Bij voorkeur is de snij eenheid gepositioneerd voor het onderling scheiden van de labels tijdens of voordat ze worden opgenomen tussen de 35 aanvoermechanismen.

Op deze wijze kan de rol labels eenvoudig worden gevormd uit een strook, zonder dat scheurranden of andere verzwakkingen hoeven worden aangebracht tussen de labels om het scheiden van de labels mogelijk te maken. Het los van elkaar aanvoeren van de labels tussen 10 de aanvoermechanismen heeft verder als voordeel dat de labels niet bij het samenbinden van elkaar hoeven te worden losgetrokken, hetgeen de belasting op de labels verminderd. De belasting op de labels door het van elkaar lossnijden met een snij eenheid voorafgaand aan transport is relatief gering.

5 Bij voorkeur is de voorraadhouder uitgevoerd als een printer die is geplaatst aan de invoerkant van de aanvoerinrichting, zodanig dat de door de printer geprinte labels vanuit de printer worden ingevoerd in de aanvoerinrichting voor transport naarde uitvoerkant. Door de labels lokaal te printen kan de informatie eenvoudig worden aangepast aan de in te binden voorwerpen. Bovendien kan ook actuele informatie, zoals datum en tijdstip van samenbinden, 10 worden weergegeven op de labels en kan de informatie eenvoudig worden aangepast wanneer bijvoorbeeld een ander type voorwerp moet worden samengebonden.

Bij voorkeur omvat de printer een snij eenheid voor het scheiden van de labels tijdens of voordat ze worden opgenomen tussen de aanvoermechanismen. De labels kunnen dan als een eenvoudige strook aan de printer worden toegevoerd.

15

De uitvinding voorziet tevens in een aanvoerinrichting voor gebruik in een bindsysteem zoals hiervoor beschreven. Een dergelijke aanvoerinrichting is bij voorkeur geschikt voor het combineren met verschillende typen bindinrichtingen. Dit is mogelijk doordat de bekende bindinrichtingen in hoofdzaak gelijkvormig zijn uitgevoerd, omvattende 20 een bindtafel met een doorvoergat voor het bindmateriaal, een geleiding voor het bindmateriaal boven het werkblad en een knoopinrichting onder het blad. Om het monteren op verschillende typen bindtafels te vergemakkelijken steunt de aanvoerinrichting bij voorkeur af op het werkblad van de bindtafel. Het vlakke oppervlak van het werkblad is op de meeste typen bindmachines aanwezig.

25 Bij voorkeur is de aanvoerinrichting zodanig uitgevoerd dat deze met de tunnel op het werkblad kan worden bevestigd met de uitvoerkant nabij de doorvoeropening in het wekblad, onafhankelijk van de afstand tussen de rand van het werkblad en de doorvoeropening. Dit vergemakkelijkt het combineren met verschillende typen bindinrichtingen, en kan bijvoorbeeld worden bereikt door de aanvoerinrichting met behulp van magneten of zuignappen op het 30 werkblad te bevestigen, of te voorzien van langs de aanvoerinrichting verschuifbare klemmen voor het aangrijpen op de rand van het werkblad.

De uitvinding voorziet verder in een werkwijze voor het samenbinden en het tegelijkertijd van een label voorzien van voorwerpen, zoals stelen, in het bijzonder 35 bloemstengels en takken. De werkwijze omvat de volgende stappen, waaronder: het verschaffen van een bindinrichting, het verschaffen van een aanvoerinrichting, en het aanbrengen van de aanvoerinrichting op de bindinrichting.

11

Een eerste stap is het verschaffen van een bindinrichting 4 voor het om een aantal voorwerpen 2 aanbrengen van een bindmateriaal 10. Een dergelijke bindinrichting 4, getoond in Fig. 1, is algemeen bekende en omvat een bindtafel 7 met een werkblad 8 voor het ondersteunen van de samen te binden voorwerpen 2, een geleiding 9 voor het voeren van 5 het bindmateriaal 10 door een opening 11 in het werkblad 8 van de bindtafel 7, en een knoopinrichting voor het samenbinden van het bindmateriaal 10.

Een volgende stap is het verschaffen van een aanvoerinrichting 5 voor het aanvoeren van een label 6 van een invoerkant 15 naar een uitvoerkant 16. Een aanvoerinrichting 5 10 volgens de uitvinding omvat daarbij een eerste en een tweede aanvoermechanisme 12, 13 die zich beide uistrekken van de invoerkant 15 naar de uitvoerkant 16 van de aanvoerinrichting 5 voor het tussen het eerste en het tweede aanvoermechanisme 12, 13 voortbewegen van een label 6 van de invoerkant naar de uitvoerkant van de aanvoerinrichting. Verder omvat de aanvoerinrichting 5 ten minste een tunnel 14 voor het 15 afschermen van de aanvoermechanismen 12, 13 tussen de invoerkant 15 en de uitvoerkant 16.

De aanvoerinrichting 5 wordt, bij voorkeur losneembaar, aanbracht op de bindtafel 7 van de bindinrichting 4 voor het vormen van een bindsysteem volgens de uitvinding. De 20 aanvoerinrichting wordt zodanig aangebracht dat de tunnel 14 zich uitstrekt over het werkblad 8 van de bindtafel 7 met de invoerkant 15 bij voorkeur nabij een rand van de bindtafel en de uitvoerkant 16 nabij de doorvoeropening 11 in de bindtafel. De tunnel 14 schermt de aanvoermechanismen 12, 13 af aan de van het werkblad 8 afgekeerde zijde. Hierdoor zijn de mechanismen 12, 13, en labels 6 die door de mechanismen worden getransporteerd, 25 afgeschermd tegen bijvoorbeeld vocht en materiaal dat van de samen te binden voorwerpen valt.

Met de aanvoerinrichting 5 worden, tussen de aanvoermechanismen 12, 13, labels 6 aangevoerd van de invoerkant 15 nabij een rand van de bindtafel naar de uitvoerkant 16 nabij 30 de doorvoeropening 11 in de bindtafel 7 waar het bindmateriaal 10 om de samen te binden voorwerpen 2 wordt geslagen.

Aan de uitvoerkant 16, nabij de doorvoeropening 11, wordt de label 6 door de aanvoermechanismen 12, 13 gepositioneerd zodanig dat een uiteinde van de label wordt 35 vastgeklemd tussen de aanvoermechanismen en een naast het ingeklemde uiteinde gelegen deel van de label zich bevindt buiten de tunnel en boven de doorvoeropening in het werkblad van de bindtafel. De label is bij voorkeur zodanig gepositioneerd dat het zich uitstrekt voorbij de doorvoeropening. De positie van de label wordt getoond in Fig. 2.

12

Verder is de label 6 bij voorkeur voorzien van een of meer inhammen 27 in de omtrek voor het opnemen van bindmateriaal 10, in een voordelige uitvoering twee tegenover elkaar gelegen boogvormige inhammen. De label krijgt zo een zandloper vorm met twee korte, min of meer rechte zijden, en langszijden die elk zijn voorzien van een inham, zodat een smalle 5 taille aanwezig is. Dergelijke labels zijn getoond in figuren 1 en 3, waarbij het bindmateriaal de label bij de taille vasthoud (zie figuur 3). Door de label voldoende te laten uitsteken uit de aanvoermechanismen en/of het label te voorzien van inhammen wordt de grip van het bindmateriaal op de label verbeterd.

10 Naast het aanvoeren van de label 6 worden de samen te binden voorwerpen 2 aangevoerd over de tunnel 14 die het aanvoermechanisme 12, 13 afschermt. De voorwerpen 2 worden bij voorkeur aangevoerd over het werkblad 8 in de richting aangegeven in Fig. 2 met pijl 2. Het moge echter duidelijk zijn dat de optimale aanvoerrichting afhankelijk is van het type bindinrichting waarmee de aanvoerinrichting wordt gecombineerd, en dus kan 15 verschillen van de in de figuren getoonde richting.

De samen te binden voorwerpen 2 worden zo in een bindpositie gebracht bovenop de tunnel 14, en boven het door de aanvoerinrichting aangevoerde label 6. De label 6 is gepositioneerd onder de samen te binden voorwerpen 2, zonder dat de label contact maakt met de voorwerpen.

20 Zowel de samen te binden voorwerpen 2 als de label 6 strekken zich uit in de baan van het bindmateriaal 10, zodat wanneer het bindmateriaal om de samen te binden voorwerpen worden geknoopt de label door het bindmateriaal tegen de voorwerpen wordt getrokken.

25 Met de label 6 en de voorwerpen 2 in de juiste positie wordt het bindmateriaal 10, bij voorkeur een elastische draad, om de producten 2 en de label 6 geknoopt, zodat deze worden samengebonden. Hierbij wordt de label door het bindmateriaal tegen de steel of stelen getrokken.

30 De samengebonden voorwerpen en label 6 worden vervolgens van de tunnel genomen, bij voorkeur in een doorgaande beweging ten opzichte van de aanvoerinrichting van de voorwerpen, zoals aangegeven met pijl 17 in figuur 1. Hierbij wordt de label uit de tunnel en mogelijk tussen de aanvoermechanismen uitgetrokken. Het aanvoeren en/of doorvoeren van de bundel samen te binden voorwerpen kan met de hand geschieden, of kan 35 zijn geautomatiseerd.

In praktijk kan de snelheid van inbinden oplopen tot vijftig of zeventig bundels per minuut. De samen te binden voorwerpen worden dus bij voorkeur automatisch aangevoerd, 13 parallel aan de aanvoerfrequentie van de labels. De aanvoerfrequentie van de labels, in het bijzonder de aandrijving van de aanvoermechanismen en de printer, is bij voorkeur instelbaar uitgevoerd zodat de aanvoerfrequentie van de labels kan worden aangepast aan de aanvoerfrequentie van de samen te binden voorwerpen. De labels kunnen met een continue 5 snelheid of stapsgewijs worden aangevoerd.

In een voordelige uitvoering is voorzien in een of meer sensoren in of nabij de uiteinden van de tunnel voor het registreren van de labels en het in afhankelijkheid daarvan aansturen van de aanvoerinrichting zodanig dat de labels tijdig aan de uitvoerkant van de 10 tunnel worden gepositioneerd. In een verdere uitvoering is voorzien in een sensor die samenwerkt met inkepingen in de aangevoerde labels, bedoeld om het samenbinden te vergemakkelijken, om de aanvoerinrichting aan te sturen. Het gebruiken van de inkepingen van de labels als referentie heeft als voordeel dat de er bijvoorbeeld geen extra codering of markeringstrepen op de labels nodig zijn voor het aansturen van de automatische label 15 aanvoer.

Afhankelijk van de aanvoersnelheid van de samen te binden voorwerpen kan de aanvoerinrichting zijn ingericht om de labels stapsgewijs of continu aan te voeren. In het eerste geval wordt de label in een vast positie gehouden totdat het is samengebonden met de 20 voorwerpen, waarna een nieuw label wordt aangevoerd. In het tweede geval is de wachttijd tussen het presenteren van een label en het aanvoeren van een volgend label te verwaarlozen.

In een verdere uitvoering volgens de uitvinding kan een aanvoerinrichting ook niet-25 losneembaar zijn verbonden met de bindinrichting, bijvoorbeeld tijdens de productie van beide inrichtingen.

Met een bindsysteem en een werkwijze volgens de uivinding worden relatief kwetsbare lokaal geprinte labels dicht onder de samen te binden producten gepositioneerd, 30 waardoor de mechanische belasting van de labels tijdens het samenbinden wordt gereduceerd. Dit effect wordt versterkt wanneer de labels voorafgaand aan het transport in de tunnel worden gescheiden, zodat ze niet hoeven te worden afgescheurd bij het binden. Doordat de aanvoermechanismen zich uitstrekken tussen aanvoerkant en uitvoerkant van de tunnel, is het mogelijk om losse labels door de tunnel te transporteren.

Doordat aanvoermechanismen zijn voorzien aan de bovenkant en onderkant van de platte labels is de belasting op de labels tijdens transport minimaal. De aanvoermechanismen 35 14 zijn bij voorkeur voorzien van brede eindeloze banden die de labels in aanzienlijke mate afdekken en zo beschermen.

De tunnel van de aanvoerinrichting strekt zich bij voorkeur uit loodrecht op de 5 aanvoerrichting van de samen te binden voorwerpen, zoals getoond in Fig. 1. De samen te binden voorwerpen zijn bijvoorkeur steelvormige, langwerpige voorwerpen, die worden aangevoerd zodanig dat de voorwerpen zich uitstrekken in een richting in hoofdzaak loodrecht op de aanvoerrichting. Tijdens het samenbinden zijn de samen te binden voorwerpen gepositioneerd op de tunnel, die zich dan uitstrekt in het verlengde van de 10 voorwerpen.

Door de geringe hoogte van de aanvoerinrichting, in het bijzonder de geringe hoogte van de tunnel die beide aanvoermechanismen afdekt, meer in het bijzonder de geringe hoogte van de beide aanvoermechanismen, is het mogelijk om de aanvoerinrichting toe te 15 voegen aan bestaande bindinrichtingen. Door de geringe hoogte ten opzichte van het werkblad van de bindtafel blijft de doorgang voor het doorvoeren van de samen te binden voorwerpen in hoofdzaak gelijk en wordt de doorvoer van de samen te binden voorwerpen via de bindmachine niet, of slechts in beperkte mate, gehinderd door de aanvoerinrichting.

20 Bij voorkeur is de tunnel aan de, ten opzichte van de doorvoerrichting van de samen te binden voorwerpen (aangegeven met pijl 17 in figuur 1) stroomafwaarts gelegen zijde voorzien van een opening of gleuf in de zijwand voor het doorlaten van de label, in het bijzonde het deel van de label dat tijdens het samenbinden wordt ingeklemd tussen de aanvoermechanismen.

25

In een bindsysteem volgens de uitvinding, meer in het bijzonder een aanvoerinrichting volgens de uitvinding, definiëren de twee aanvoermechanismen een aanvoerkanaal. Het aanvoerkanaal is gelegen tussen beide mechanismen en is ingericht voor het aanvoeren van platte langgerekte labels. Wanneer de aanvoerinrichting is aangebracht op het werkblad van 30 een bindtafel strekt het aanvoerkanaal zich uit parallel aan dat werkblad voor het aanvoeren van de platte labels dicht langs het werkblad naar de doorvoeropening in het werkblad, zodat de samen te binden voorwerpen boven het label kunnen worden samengebonden. Bij voorkeur is de aanvoerinrichting ingericht voor combinatie met een bekende bindinrichting, zodat de samen te binden voorwerpen en label kunnen worden samengebonden met een 35 bekende bindtechniek. Door de tunnel van een aanvoerinrichting volgens de uitvinding is het mogelijk om de aanvoermechanismen, en dus het aanvoerkanaal voor het aanvoeren van de platte labels, nabij het werkblad te positioneren. De aanvoermechanismen en de labels worden door de tunnel afgeschermd van de samen te binden voorwerpen die over het 15 werkblad worden bewogen. Zo kan het label onder de samen te binden voorwerpen worden gepositioneerd, en met bekende bindtechnieken met deze voorwerpen worden samengebonden.

5 In het in Fig. 1 getoonde uitvoeringsvoorbeeld wordt de label tijdens het inbinden gepositioneerd tussen de twee aanvoermechanismen. In een alternatieve uitvoering kan aan het einde, ofwel stroomafwaarts, van de aanvoermechanismen zijn voorzien in een positioneringdeel, bijvoorbeeld een klem of nip voor het vasthouden van het label, waartussen het aangevoerde label wordt geklemd bij het inbinden.

10

Claims

1. Bindsysteem voor het samenbinden en het van een label voorzien van voorwerpen, zoals stelen, in het bijzonder bloemstengels en takken, omvattende Een bindinrichting voor het om een aantal voorwerpen aanbrengen van een stuk 5 bindmateriaal, omvattende een bindtafel met een werkblad voor het ondersteunen van de samen te binden voorwerpen, een geleiding voor het voeren van het bindmateriaal door een opening in het werkblad van de bindtafel, en een knoopinrichting voor het samenbinden van het bindmateriaal, en

2. Bindsysteem volgens conclusie 1, waarbij het eerste en tweede aanvoermechanisme ieder 30 een eindeloze band omvatten, zodanig dat een label tussen de twee in tegengestelde richting draaibare eindloze banden kan worden opgenomen, voor het transporteren van een label van een invoerkant naar een uitvoerkant van de aanvoerinrichting, waarbij de eindeloze banden bij voorkeur ten minste net zo breed zijn als een voort te bewegen label.

3. Bindsysteem volgens conclusie 2, waarbij de eindeloze banden in de aanvoerrichting worden geleid over een plaatvormige deel, en aan de uitvoerkant worden gekeerd om een rand van dat plaatvormige deel.

4. Bindsysteem volgens conclusie 2 of 3, waarbij beide eindeloze banden aan de invoerkant worden geleid over een aandrijfrol, welke aandrijfrollen van beide mechanismen zodanig ten opzichte van elkaar zijn geplaatst dat tussen beide rollen een invoerspleet wordt gevormd voor het opnemen van een label.

5. Bindsysteem volgens conclusie 4, waarbij beide aandrijfrollen aan dezelfde kant, bij voorkeur de bovenkant, van de aanvoerinrichting zijn geplaatst, zodanig dat de transportbanden een, wanneer in zijaanzicht gezien, L-vormig traject vormen voor het aanvoeren van de labels.

6. Bindsysteem volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de aanvoerinrichting is voorzien van middelen voor het losneembaar vastzetten van de aanvoerinrichting op het werkblad van de bindtafel, bijvoorbeeld vastzetmiddelen in de vorm van magneten, zuignappen, een klem die kan aangrijpen op de rand van het werkblad, etc.

7. Bindsysteem volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de aanvoerinrichting verder een basis, in het bijzonder een bodemplaat, omvat voor het afsteunen van de aanvoerinrichting op het werkblad van de bindtafel, welke basis de aanvoermechanismen tussen de invoerkant en de uitvoerkant afschermt aan de van de tunnel afgekeerde zijde. 25

8. Bindsysteem volgens conclusie 7, waarbij de basis in hoofdzaak het volledige werkblad van de bindtafel afdekt zodanig dat de basis het werkblad van de bindtafel vormt.

9. Bindsysteem volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de tunnel aan 30 een kant is voorzien van een schuin geleidingsvlak voor het over de tunnel geleiden van over het werkblad van de bindtafel en/of basis van de aanvoerinrichting aangevoerde samen te binden voorwerpen.

10. Bindsysteem volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de tunnel een 35 tweede deel omvat voor het opnemen van het vrije uiteinde van een label dat met een tegenovergelegen einde wordt ingeklemd tussen de aanvoermechanismen aan de uitvoerkant, welk tweede deel is opgesteld in het verlengde van het eerste deel zodanig dat tussen het eerste en tweede deel een spleet wordt gevormd voor het doorvoeren van bindmateriaal

10 Een aanvoerinrichting voor het aanvoeren van een label van een invoerkant naar een uitvoerkant, omvattende een eerste en een tweede aanvoermechanisme die zich beide uistrekken van de invoerkant naar de uitvoerkant van de aanvoerinrichting voor het tussen het eerste en het tweede aanvoermechanisme voortbewegen van een label van de invoerkant naar de uitvoerkant van de aanvoerinrichting, 15 waarbij de aanvoerinrichting verder een tunnel omvat voor het daarin opnemen en afschermen van de aanvoermechanismen tussen de invoerkant en de uitvoerkant, waarbij de aanvoerinrichting is aangebracht, bij voorkeur losneembaar is aangebracht, op de 20 bindtafel zodanig dat de aanvoerinrichting, in het bijzonder de tunnel van de aanvoerinrichting, zich uitstrekt over het werkblad van de bindtafel voor het aanvoeren van een label van de invoerkant nabij een rand van de bindtafel naar de uitvoerkant nabij de doorvoeropening in de bindtafel, 25 zodanig dat de samen te binden voorwerpen bij het samenbinden over de tunnel worden aangevoerd, en tijdens het samenbinden op de tunnel, boven een in de tunnel door de aanvoerinrichting aangevoerd label, zijn gepositioneerd.

11. Bindsysteem volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de tunnel een 5 werkblad vormt waarop de samen te binden voorwerpen afsteunen tijdens het samenbinden

12. Bindsysteem volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij ten minste een gedeelte van de tunnel kan worden weggeklapt, zelfs wanneer de aanvoerinrichting is aangebracht op het werkblad van de bindtafel, voor het vrijgeven van de 10 aanvoermechanismen.

13. Bindsysteem volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij ten minste een gedeelte van de tunnel is vervaardigd uit een doorzichtig materiaal, zodat ten minste een gedeelte van de aanvoermechanismen visueel kan worden geïnspecteerd, bijvoorbeeld in 15 geval van een storing in de aanvoerinrichting.

14. Bindsysteem volgens een of meer van de voorgaande conclusies, verder omvattende een voorraadhouder voor het houden van meerdere labels, bij voorkeur voor het houden van een rol met een strook van labels in combinatie met een snij eenheid voor het scheiden van de 20 labels tijdens of voordat ze worden opgenomen tussen de aanvoermechanismen.

15. Bindsysteem volgens conclusie 14, waarbij de voorraadhouder is uitgevoerd als een printer die is geplaatst aan de invoerkant van de aanvoerinrichting, zodanig dat de door de printer geprinte labels vanuit de printer worden ingevoerd in de aanvoerinrichting voor 25 transport naar de uitvoerkant, verder bij voorkeur omvattende een snij eenheid voor het scheiden van de labels, die als een strook aan de printer worden toegevoerd, tijdens of voordat ze worden opgenomen tussen de aanvoermechanismen.

16. Bindsysteem volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de labels 30 tussen de aanvoermechanismen los van elkaar worden aangevoerd naar de uitvoerkant.

17. Aanvoerinrichting voor gebruik in een bindsysteem volgens een of meer van de voorgaande conclusies.

18. Werkwijze voor het samenbinden en het tegelijkertijd van een label voorzien van voorwerpen, zoals stelen, in het bijzonder bloemstengels en takken, omvattende Het verschaffen van een bindinrichting voor het om een aantal voorwerpen aanbrengen van een bindmateriaal, omvattende een bindtafel met een werkblad voor het ondersteunen van de samen te binden voorwerpen, een geleiding voor het voeren van het bindmateriaal door een opening in het werkblad van de bindtafel, en een knoopinrichting voor het binden van het 5 bindmateriaal, en Het verschaffen van een aanvoerinrichting, bij voorkeur een aanvoerinrichting volgens conclusie 17, voor het aanvoeren van een label van een invoerkant naar een uitvoerkant van de aanvoerinrichting, omvattende een eerste en een tweede aanvoermechanisme die zich 10 beide uistrekken van de invoerkant naar de uitvoerkant van de aanvoerinrichting voor het tussen het eerste en het tweede aanvoermechanisme voortbewegen van een label van de invoerkant naar de uitvoerkant van de aanvoerinrichting, en een tunnel voor het afschermen van de aanvoermechanismen tussen de invoerkant en de uitvoerkant,

15 Het, bij voorkeur losneembaar, aanbrengen van de aanvoerinrichting op de bindtafel van de bindinrichting zodanig dat de bindinrichting, in het bijzonder de tunnel van de bindinrichting, zich uitstrekt over het werkblad van de bindtafel met de invoerkant nabij een rand van de bindtafel en de uitvoerkant nabij de doorvoeropening in de bindtafel, 20 het met de aanvoerinrichting tussen de aanvoermechanismen aanvoeren van een label van de invoerkant nabij een rand van de bindtafel naar de uitvoerkant nabij de doorvoeropening in de bindtafel, het positioneren van een label aan de uitvoerkant zodanig dat een uiteinde van de label wordt 25 vastgeklemd tussen de aanvoermechanismen en een naast het ingeklemde uiteinde gelegen deel van de label zich bevindt boven de doorvoeropening in het werkblad van de bindtafel, en de label zich bij voorkeur uitstrekt voorbij de doorvoeropening, dat wil zeggen ten minste voorbij het gedeelte van de doorvoeropening waardoor het bindmateriaal wordt geleid bij het samenbinden van de voorwerpen, 30 het aanvoeren van de samen te binden voorwerpen over de tunnel die de aanvoermechanismen afschermt, zodat het door de aanvoerinrichting aangevoerde label is gepositioneerd onder de samen te binden voorwerpen, zonder dat de label contact maakt met de voorwerpen, en 35 het samenbinden van de op de tunnel in een bindpositie gepositioneerde voorwerpen met de in de tunnel onder die voorwerpen gepositioneerde label, waarbij het bindmateriaal bij het samenbinden de label tenminste gedeeltelijk tegen de voorwerpen trekt.