BE1023241B1 - Labeler en werkwijze voor agrarische balenpers - Google Patents

Abstract

Inrichting (100) en werkwijze voor het bevestigen van een label (11,12) voor identificatie van een baal aan een langwerpig flexibel voorwerp (1), waarbij de inrichting opslagmiddelen (20) voor de label omvat en bevestigingsmiddelen (40) om de label te bevestigen aan het langwerpig flexibel voorwerp, en waarbij de label, aan de rand ervan, een opening (14) heeft die is aangepast om de label te bevestigen aan het langwerpig flexibel voorwerp (1).

Description

LABELER EN WERKWIJZE VOOR AGRARISCHE BALENPERS TECHNISCH GEBIED VAN DE UITVINDING

Onderhavige uitvinding betreft een inrichting en een werkwijze voor het verwerken en distribueren van landbouwgewassen. Meer in het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een inrichting en een werkwijze voor het aanbrengen van een label, ter identificatie, aan balen van landbouwgewassen.

ACHTERGROND BIJ DE UITVINDING

Een agrarische balenpers is een machine, typisch gesleept achter landbouwvoertuigen zoals tractoren, en gebruikt voor het vormen van balen van landbouwgewassen zoals stro, hooi, kuilvoer, of andere biomassa. In de balenkamer wordt de biomassa in het algemeen samengedrukt. De afgewerkte balen worden met touw of een ander langwerpig flexibel voorwerp gebonden of op een andere manier verpakt. Hierna worden de balen uit de balenpers uitgeworpen.

Agrarische balen worden typisch gebruikt in dierenvoer, als bedding of voor andere toepassingen. Omdat landbouwgewas de voedselketen binnendringt via dieren kan het de voedselveiligheid beïnvloeden. Consumenten, voedselproducenten en overheidsinstanties zijn bezorgd over voedselveiligheid, en mogen traceerbaarheid eisen van alles wat wordt gebruikt voor het maken van voedsel, inclusief agrarische balen. Traceerbaarheid kan ook een voordeel zijn voor beheer van de distributie en van de toeleveringsketen i.v.m. agrarische balen. Een andere toepassing is het gebruik als biomassa voor verbranding in bio-energiecentrales. Indien luchtvervuiling wordt vastgesteld, moet men kunnen traceren waar de brandstof vandaan komt. US2009056880A1 beschrijft een apparaat om een van hechtmiddel voorzien label aan te brengen rond een langwerpig flexibel voorwerp zoals een touw voor het binden van agrarische balen. BE1019971A3 beschrijft een label-opstelling die een labeler omvat voor het aanbrengen van labels aan een lintvormig object voor het afbinden van een baal landbouwgewas. BE1018204A3 beschrijft verbeteringen in vierkantebalenpersen en meer bepaald met betrekking tot de mechanismen die gebruikt worden om de balen samen te binden met stukken touw en om knopen te maken in het touw.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

Uitvoeringsvormen volgens de uitvinding lossen één of meer problemen op van reeds bekende inrichtingen en werkwijzen voor het identificeren van balen.

Volgens een eerste aspect van de uitvinding omvat de uitvinding een inrichting, ook "labeler” genoemd in dit document, voor het bevestigen van een label voor identificatie van een baal aan een langwerpig flexibel voorwerp, zoals beschreven in conclusie 1. Uitvoeringsvormen van de inrichting volgens de uitvinding zijn beschreven in de afhankelijke conclusies.

Dat de label dient ter identificatie van de baal houdt in dat de label goed moet blijven vastzitten aan de baal tijdens verdere manipulatie van deze laatste.

Een “opening aan de rand van een label” betekent in dit document dat de opening een rand heeft, dat de label een rand heeft en dat de rand van de opening samenvalt met een gedeelte van de rand van de label.

Het langwerpig flexibel voorwerp kan een touw zijn.

De label kan middelen voor automatische identificatie omvatten, zoals bekend uit de stand van de techniek. Deze middelen voor automatische identificatie kunnen een RFID omvatten.

De inrichting kan verder transportmiddelen omvatten om de label te transporteren van de opslagmiddelen naar de bevestigingsmiddelen.

De transportmiddelen kunnen meeneemmiddelen omvatten om de label mee te nemen. De label kan meeneemmiddelen, zoals bijvoorbeeld uitsteeksels, omvatten.

De transportmiddelen kunnen een transportband van het magazijn naar de bevestigingsmiddelen omvatten.

De transportmiddelen kunnen transportwielen omvatten, om een label te transporteren van het magazijn naar de bevestigingsmiddelen.

De inrichting kan afscheidingsmiddelen omvatten, om precies één label aan te bieden aan de bevestigingsmiddelen. Zo kan vermeden worden dat twee labels, bijvoorbeeld doordat zij aan elkaar blijven plakken, tezamen uit het magazijn worden gehaald en dat de twee labels eventueel zelfs allebei samen bevestigd zouden worden.

Het afscheiden kan gebeuren met behulp van een translatie.

Het afscheiden kan gebeuren met behulp van een rotatie.

De label kan deel uitmaken van een bundel labels, opgeslagen in het magazijn, waarbij de inrichting dan losmaakmiddelen omvat om de label los te maken van de bundel. Om het magazijn te laden, kunnen dan ineens één of een paar bundels labels in het magazijn gebracht worden.

De uitvinding omvat eveneens een balenpers die een inrichting omvat volgens de uitvinding.

Volgens een tweede aspect van de uitvinding omvat de uitvinding een werkwijze voor het automatisch bevestigen in een inrichting van een label voor identificatie van een baal aan een langwerpig flexibel voorwerp, zoals beschreven in conclusie 9. Uitvoeringsvormen van de werkwijze volgens de uitvinding zijn beschreven in de afhankelijke conclusies.

De werkwijze kan verder een opgeslagen label transporteren omvatten.

De werkwijze kan verder precies één label aanbieden om bevestigd te worden, omvatten.

Hierbij kan een label geroteerd worden. Hierbij kan een label verschoven worden (door een translatie).

De werkwijze kan verder de label losmaken uit een bundel labels omvatten.

Het langwerpig flexibel voorwerp kan een touw zijn.

De werkwijze kan verder het touw bevestigen rond de baal omvatten.

Volgens nog een aspect van de uitvinding omvat de uitvinding een label, en een bundel labels, volgens uitvoeringsvormen beschreven in dit document.

Een voordeel van sommige uitvoeringsvormen van een inrichting volgens de uitvinding is de hoge betrouwbaarheid van de bevestiging doordat er geen kleefmiddel vereist is; bij een lijm- of kleefverbinding heeft de aanwezigheid van stof, overblijfselen van landbouwgewassen, e.d. een nadelige invloed op de kwaliteit van de bevestiging.

Een ander voordeel van bepaalde uitvoeringsvormen van een inrichting volgens de uitvinding is het gemakkelijk uitlezen van de label doordat deze zich altijd op dezelfde plaats bevindt.

Uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen eveneens volgende voordelen hebben. De labeler kan bijzonder compact zijn en daardoor gemakkelijk geïntegreerd worden in een bestaande of in een nieuw te ontwerpen balenpers. Doordat de labeler zo compact is, kan deze immers ook worden ingebouwd in de balenpers. De labeler kan bijvoorbeeld worden ingebouwd op plaatsen waar de koord nog niet op de baal ligt, en door de lucht beweegt (in de knoper, waar het touw rond de baal wordt geknoopt, of voor de knoper). Dit vereenvoudigt het aanbrengen van het label en verhoogt de robuustheid van het aanbrengen. Het concept is zeer eenvoudig en daardoor is de labeler zeer robuust, evenals de label zelf en het aanbrengen van de label. Dit is belangrijk in de veeleisende landbouwomgeving. Door de eenvoud en de compactheid van de labeler kan ook de kostprijs beperkt blijven, wat zeer belangrijk is voor verkoop in grote aantallen. Ook de label zelf is zeer eenvoudig en daardoor kostenefficiënt. Een grote vergaarbak met labels kan zonder probleem aan de labeler gekoppeld worden, waardoor het systeem vlot kan worden gebruikt.

KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN

De uitvinding zal nu verder beschreven worden, enkel bij wijze van voorbeeld, aan de hand van de bijbehorende tekeningen, waarin:

Fig. 1a en 1b een schematische voorstelling is van een uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding voor het bevestigen van een label voor identificatie van een baal aan een langwerpig flexibel voorwerp;

Fig. 2 - 7 uitvoeringsvormen weergeven van opslagmiddelen en transportmiddelen voor labels;

Fig. 8 - 9 uitvoeringsvormen weergeven van buigingsmiddelen;

Fig. 10 - 12 andere uitvoeringsvormen weergeven van opslagmiddelen;

Fig. 13 een uitvoeringsvorm weergeeft van opslagmiddelen en van middelen om een label te roteren;

Fig. 14 een uitvoeringsvorm weergeeft met twee verschillende vormen labels; Fig. 15 - 18 uitvoeringsvormen weergeven van opslagmiddelen en losmaakmiddelen om een label los te maken;

Fig. 19 - 20 uitvoeringsvormen weergeven van labels met een aangepaste vorm;

Fig. 21 - 23 uitvoeringsvormen weergeven van bevestigingsmiddelen en buigingsmiddelen;

Fig. 24 - 27 uitvoeringsvormen illustreren om labels met elkaar te verbinden tot bundels;

Fig. 28 posities illustreert waar een inrichting in een balenpers kan worden ingebouwd of geïntegreerd.

UITVOERINGSVORMEN

De huidige uitvinding zal beschreven worden aan de hand van bepaalde uitvoeringsvormen en met verwijzing naar bepaalde figuren. De uitvinding is hiertoe echter niet beperkt, maar ze is enkel beperkt door de bescherm ingsom vang van de conclusies. De figuren zijn slechts schematisch en niet beperkend. In de figuren kunnen de afmetingen van sommige elementen uitvergroot en niet op schaal getekend zijn voor illustratieve doeleinden. De afmetingen en relatieve afmetingen komen niet noodzakelijk overeen met de actuele afmetingen van fysische uitvoeringsvormen.

Verder worden de termen eerste, tweede, derde en gelijkaardige termen enkel gebruikt om onderscheid te maken tussen verschillende gelijke elementen en beschrijven deze termen niet noodzakelijk een bepaalde sequentie, noch in tijd, noch in ruimte, rangorde, volgorde of op eender welke andere wijze. Het is duidelijk dat de termen onderling verwisselbaar zijn onder geschikte omstandigheden en dat de uitvoeringsvormen van de uitvinding hierin beschreven in een andere sequentie dan hierin beschreven of geïllustreerd kunnen functioneren.

Het dient opgemerkt dat de termen "bevatten” en "omvatten” niet opgevat moeten worden als zijnde beperkt tot de stappen, elementen, stukken, onderdelen of gelijkaardige die daarna vernoemd worden. Deze term sluit geen verdere stappen, elementen, stukken, onderdelen of gelijkaardige uit. Het duidt de aanwezigheid van stappen, elementen, stukken, onderdelen of gelijkaardige aan, maar sluit de aanwezigheid van één of meerdere stappen, elementen, stukken, onderdelen of gelijkaardige, of groepen van stappen, elementen, stukken, onderdelen of gelijkaardige niet uit. Dus de omvang van de uitdrukking "een inrichting bevattende A en B” is niet beperkt tot een inrichting die enkel uit A en B bestaat. Het betekent dat in het licht van de huidige uitvinding, de voor de uitvinding relevante componenten of elementen van de inrichting A en B zijn. Een referentie naar "één” of "een” uitvoeringsvorm betekent dat specifieke kenmerken, eigenschappen of structuren beschreven in relatie tot die uitvoeringsvorm minstens geïntegreerd zijn in minstens één uitvoeringsvorm volgens de uitvinding. Daarom verwijzen referenties naar "in een uitvoeringsvorm” of "in één uitvoeringsvorm” in verschillende delen van de beschrijving niet noodzakelijkerwijze naar dezelfde uitvoeringsvorm, al kunnen zij wel naar dezelfde uitvoeringsvorm verwijzen. Verder kunnen de specifieke kenmerken, eigenschappen of structuren gecombineerd worden in één of meer uitvoeringsvormen, zoals duidelijk is voor de vakman.

Op gelijkaardige wijze moet begrepen worden dat in de beschrijving van de als voorbeeld gestelde uitvoeringsvormen, verschillende kenmerken van de uitvinding soms gegroepeerd staan in één uitvoeringsvorm, figuur of deel van de beschrijving met als doel het voorzien van een duidelijke beschrijving teneinde de verschillende kenmerken van de uitvinding duidelijk te maken. Deze voorstellingswijze betekent echter niet dat de uitvinding meer kenmerken zou bevatten dan die welke zijn geformuleerd in de conclusies. In plaats daarvan, zoals blijkt uit de hierna volgende conclusies, ligt de vindingrijkheid van de uitvinding in minder dan alle kenmerken van één enkele voorgaande uitvoeringsvorm zoals beschreven. Dus zijn de conclusies volgend op de beschrijving bij deze expliciet geïntegreerd in de gedetailleerde beschrijving van de uitvinding, waarbij elk van de conclusies op zich een afzonderlijke uitvoeringsvorm van de uitvinding vormt.

Verder, hoewel sommige uitvoeringsvormen hierin beschreven bepaalde kenmerken bevatten en andere niet, worden combinaties van kenmerken van de verschillende uitvoeringsvormen bedoeld als zijnde binnen de omvang van de uitvinding, zoals kan worden verstaan door de vakman.

In bijgaande beschrijving worden talrijke details beschreven en weergegeven. Het is echter duidelijk dat de uitvinding kan uitgevoerd worden zonder deze specifieke details. In andere gevallen worden reeds bekende methodes, structuren, elementen en dergelijke niet getoond om de beschrijving niet nodeloos onduidelijk te maken in het licht van de uitvinding.

De uitvinding zal nu worden beschreven aan de hand van een gedetailleerde beschrijving van verschillende uitvoeringsvormen van de uitvinding. Het is duidelijk dat andere uitvoeringsvormen geconfigureerd kunnen worden volgens de kennis van de vakman zonder af te wijken van de technische bijdrage van de uitvinding. De uitvinding wordt enkel beperkt door de bewoording van de aangehechte conclusies.

Fig. 1a en 1b illustreren schematisch een uitvoeringsvorm van een inrichting 100 voor het bevestigen van een label 11 voor identificatie van een baal aan een langwerpig flexibel voorwerp 1, zoals een touw. De inrichting 100 omvat een magazijn 20 gevuld met labels 11 en omvat bevestigingsmiddelen 40 om een label te bevestigen aan het langwerpig flexibel voorwerp. De labels in het magazijn kunnen worden aangedrukt met een aandrukmechanisme 25. In de uitvoeringsvorm van Fig. 1a wordt een label 11 uit het magazijn 20 geschoven en aan touw 1 bevestigd door bevestigingsmiddelen 40, bv. een actuator. Fig. 1b toont een uitvoeringsvorm van een label 11 meer in detail; door de bevestigingsmiddelen 40 wordt label 11 hier in de richting van pijl 55 naar touw 1 toe bewogen om eraan bevestigd te worden.

In de afgebeelde uitvoeringsvorm heeft de label 11 twee openingen 14, 15 aan de rand van de label. Deze openingen 14, 15 zijn aangepast om de label 11 te bevestigen aan het langwerpig flexibel voorwerp 1; in de getoonde uitvoeringsvorm neemt de breedte van de openingen 14, 15 eerst af naar de binnenkant van de label toe, tot een vernauwing, om vervolgens weer breder te worden zodat het langwerpig flexibel voorwerp goed past in de openingen 14,15 van de label 11 na bevestiging.

Een label kan bv. de volgende afmetingen hebben (enkel bij wijze van voorbeeld): 8 cm x 2 cm x 1.2 mm (dikte).

Fig. 2 is een schematische sectie van een magazijn 20 gevuld met labels 11. Deze labels kunnen worden aangedrukt met een aandrukmechanisme 25. Dit kan een veer bevatten, al dan niet gecombineerd met een actuator om de veer steeds in het optimale werkingsgebied te houden op vlak van samendrukking. Onder het magazijn is een transportband 30 gemonteerd. Deze kan voorzien zijn van een structuur of patroon 60, om de label gemakkelijker mee te nemen. Het onderste label kan op die manier worden klaargezet naast het magazijn, om dan bevestigd te worden aan het langwerpig flexibel voorwerp. De aanslagrand 70 zorgt voor de geleiding van het label naar de juiste positie, en houdt het label geklemd eens het uit het magazijn geschoven is. Deze aanslagrand is een uitvoeringsvorm van afscheidingsmiddelen van de inrichting, die ervoor dienen om precies één label aan te bieden aan de bevestigingsmiddelen.

Fig. 3 is een schematische sectie van een magazijn 20 gevuld met labels 11. Onder het magazijn zijn wieltjes 30 gemonteerd. Deze schuiven het label naar voor. Deze wieltjes en/of de labels kunnen worden voorzien van een profiel voor betere tractie van de wieltjes op het label. Het onderste label kan op die manier worden klaargezet naast het magazijn. De aanslagrand 70 zorgt voor de geleiding van het label naar de juiste positie, en houdt het label geklemd eens het uit het magazijn geschoven is.

In de uitvoeringsvorm van Fig. 4 is bovendien een aandrukmechanisme 25 voorzien.

Zoals geïllustreerd in Fig. 2 - 4 kunnen, om een label te transporteren van het magazijn naar middelen ter bevestiging van de label aan het langwerpig flexibel voorwerp, transportmiddelen voorzien worden zoals een transportband of wieltjes. Andere uitvoeringsvormen van transportmiddelen worden weergegeven in Fig. 5 en 6. In nog andere uitvoeringsvormen van de inrichting voor bevestiging van de label zijn geen transportmiddelen aanwezig, maar komt de label uit het magazijn rechtstreeks, bv. door de zwaartekracht, bij de bevestigingsmiddelen.

Fig. 5 is een schematische sectie van een magazijn 20 gevuld met labels 11. Deze labels kunnen worden aangedrukt met een aandrukmechanisme 25. Het label wordt gedrukt in een houder 31. Deze houder kan naar rechts worden uitgeschoven door een actuator 39, naar de bevestigingsmiddelen van de label toe.

Fig. 6 is een schematische sectie van een magazijn 20 gevuld met labels 11. Deze labels kunnen worden aangedrukt met een aandrukmechanisme 25. Het onderste label kan naar rechts worden gedrukt door een grijper 32, aangedreven door een actuator 39. De aanslagrand 71 houdt het label op haar plaats.

Fig. 7 en 8 illustreren in detail hoe de grijper 32 er zou kunnen uitzien. Fig. 7 stelt een ontwerp voor van een grijper met twee vingers. Fig. 7a toont een zijaanzicht van grijper 32 en label 11, Fig. 7b toont het bovenaanzicht. De vingers 33 van de grijper kunnen eventueel automatisch sluiten, met of zonder aparte actuator. Dit kan op basis van positie, door interactie met het magazijn en/of door interactie met het label.

Fig. 8 stelt een uitvoeringsvorm voor van een drievingerige grijper. Deze grijper kan openen en sluiten. Dit kan actief (met een actuator) of passief (door mechanische interactie met de omgeving). Fig. 9 toont hoe de twee buitenste vingers 42, 43 zich onder het label bevinden, en de middelste vinger 41 zich boven het label bevindt. Hierdoor wordt het label gebogen zodat het touw erin past. Wanneer de label 11 via de openingen 14, 15 aan het touw is bevestigd, blijft de label gespannen, onder buigspanning; hierdoor is de kwaliteit van de bevestiging nog beter. In deze uitvoeringsvorm is de label bij voorkeur uit een goed buigbaar materiaal vervaardigd. Het aanbrengen van de label kan bovendien gebeuren zonder het touw te beschadigen.

Fig. 10 is een schematische sectie van een magazijn 20 gevuld met labels 11. Deze labels kunnen worden aangedrukt met een aandrukmechanisme 25.

Het onderste label kan door een kop 34 worden aangetrokken door middel van bijvoorbeeld vacuüm, magnetisme of door ervoor te zorgen dat er een veel grotere wrijvingscoëfficiënt is tussen de kop en het label, dan tussen twee opeenvolgende labels. De kop wordt dan bijvoorbeeld op een lineaire actuator geplaatst om het onderste label uit het magazijn te bewegen (naar rechts op de tekening).

Fig. 11 is een schematisch aanzicht van een magazijn 20 gevuld met labels 11. Deze labels kunnen worden aangedrukt met een aandrukmechanisme 25. Deze opstelling illustreert dat het magazijn ook horizontaal kan geplaatst worden.

Door het aanbrengen van vijzels met variabele spoed 35 op de zijwanden van het magazijn, kunnen de labels fysiek van elkaar gescheiden worden. Dit kan bijvoorbeeld toegepast worden indien de labels aan elkaar verlijmd zijn om de logistiek van transport en laden van het magazijn te vereenvoudigen. Een aantal labels vormen zo samen een bundel labels, die in één keer in het magazijn geladen kan worden. Andere uitvoeringsvormen van een bundel labels worden verderop besproken.

Fig. 12a is een schematisch aanzicht van een gelijkaardig magazijn 20. In deze uitvoeringsvorm is de vijzel 35 centraal in het magazijn geplaatst. Fig. 12b toont dat er een opening 16 in het label is voorzien om het label over de vijzel te laten lopen. Deze opening kan eventueel ook op de rand van het label liggen zodat de opening niet gesloten is, en de vijzel het label langs de zijkant kan verlaten. Het is ook mogelijk om de bestaande openingen 14, 15 te gebruiken in plaats van een bijkomende opening te voorzien. In deze opstelling kan het aandrukmechanisme 25 ook achterwege worden gelaten.

Fig. 13a is een schematisch aanzicht van een magazijn 20 met een aandrukmechanisme 25. De centrale actuator 39 draait een kop 34 die in contact is met het onderste label 11. Op deze manier wordt het label over 90° gedraaid. Door geleidingen 49 wordt het label in de loop van deze rotatie ook reeds klaar gebogen.

De rotatie van het label is geïllustreerd in Fig. 13b. Het contact tussen de kop en het onderste label kan worden bereikt door middel van vacuüm, magnetisme, een patroon van gaten of inkepingen 17 in de label of zorgen voor een oppervlakte met hoge wrijving.

In de hierboven beschreven uitvoeringsvormen kunnen middelen voorzien worden om het op één na onderste label tegen te houden. Fig. 14 illustreert een mogelijke uitvoeringsvorm van dergelijke afscheidingsmiddelen, die ervoor zorgen dat één enkel label wordt aangeboden aan de bevestigingsmiddelen.

Fig. 14a toont hoe hier twee verschillende soorten labels 11 en 12 worden gebruikt. De labels 11 en 12 zijn voorzien van een uitsparing en een gat. Opeenvolgende labels 11 en 12 hebben op dezelfde locatie afwisselend een uitsparing 18u, 19u en een gat 18, 19. Fig. 14b is een zijaanzicht van het magazijn 20. De mechanische opstelling van Fig. 14c is aan de achterzijde van het magazijn (links op de tekening) geplaatst. Op die manier kunnen de labels 11, 12 uit het magazijn worden geschoven. Fig. 14c toont de mechanische opstelling om de labels tegen te houden. Dit zijn twee pinnen die op een hefboom zijn gepositioneerd. Door de hefboom 74 te doen kantelen kan afwisselend de linkse pin 72 en de rechtse pin 73 naar boven worden gebracht. Hierdoor wordt steeds het op één na laatste label tegengehouden.

Fig. 15 illustreert hoe labels die aan elkaar bevestigd zijn (bijvoorbeeld met lijm of een breekrand) van elkaar kunnen verwijderd worden. Er wordt een vijzel 75 opgesteld. Deze gaat label per label losmaken. Er kan nog een klemsysteem voorzien worden om het label dat klaar zit om aan het touw bevestigd te worden, vast te houden.

Fig. 16 toont een alternatieve aanpak. Hier wordt label per label met een snijkop 79 losgesneden van de bundel labels in het magazijn. Fig. 17 toont het detail van de snijkop 79.

Fig. 18 is een schematische voorstelling van een alternatieve opstelling. Fig. 18a toont een zijaanzicht van het magazijn. Fig. 18b toont een label zoals dat in het magazijn zit. Aan één zijde van het magazijn worden ronde buisjes bevestigd op een plaatje 76. De openingen 18, 19 van het label glijden hier overheen. Op deze manier kunnen eveneens labels die aan elkaar verlijmd zitten van elkaar worden losgemaakt.

Zoals hierboven reeds vermeld kan het zijn dat labels aan elkaar worden bevestigd tot een bundel labels om het bijvullen van labels gemakkelijker te maken voor de gebruiker. Fig. 19 en Fig. 20 tonen twee mogelijkheden om de vorm van het label aan te passen zodat opeenvolgende labels gemakkelijker van elkaar kunnen worden verwijderd. In Fig. 19 zijn de labels aan een zijde dikker dan aan de andere zijde, zodat er langs de andere zijde steeds een opening is tussen twee opeenvolgende labels. Fig. 20 toont hoe labels een schuine rand kan worden gegeven om deze gemakkelijker van elkaar te verwijderen. Bijvoorbeeld voor de opstelling van Fig. 16 kan dit nuttig zijn.

Fig. 21 toont hoe een label wordt vervormd om deze aan een touw 1 aan te brengen. Fig. 21a toont een zijaanzicht. Hierop wordt het label 11 afgebeeld, twee buitenste geleiders 45, 47 en een middelste geleider 46. In Fig. 21b wordt in vooraanzicht geïllustreerd hoe het label wordt gebogen tussen de drie geleiders 45-47, zodat het label gemakkelijk over het touw 1 kan worden geschoven. Fig. 21c toont in bovenaanzicht hoe het label over het touw wordt geschoven in de richting aangeduid door de pijl 55. De eerder beschreven magazijnopstellingen kunnen gecombineerd worden met bevestigingsmiddelen 40, om label 11 aan touw 1 te bevestigen, waarbij de label kan worden gebogen zoals in de opstelling van Fig. 21. In een andere uitvoeringsvorm (niet afgebeeld) heeft de label geen twee openingen 14, 15 maar één opening waarmee de label aan het touw wordt bevestigd. In nog een andere uitvoeringsvorm wordt de label niet vervormd om aan het touw bevestigd te worden, en heeft de label zelf reeds een gebogen vorm, voor de bevestiging aan het touw.

Met behulp van de voorgaande opstellingen kan het label over het touw worden geschoven. Het touw kan echter ook in het label worden geschoven. Dit wordt getoond in de uitvoeringsvorm van bevestigingsmiddelen 40 in Fig. 22 en Fig. 23. In Fig. 22 wordt een touw 1 door middel van een actuator 81 naar het label toe bewogen volgens de pijl 56. Het touw wordt gevangen door twee rolletjes 82, 83 verbonden met de actuator 81.

Fig. 23 toont een alternatief waarbij de rolletjes vervangen zijn door twee vorken 3. Het touw wordt in de richting van de pijl 57 in het label geschoven. Fig. 23a is een bovenaanzicht, en Fig. 23b is een zijaanzicht.

Voor de gemakkelijke aanvulling en de behandeling van de labels, kunnen deze op één of andere manier aan elkaar verbonden zijn tot een bundel labels. Hiervoor zijn er heel wat mogelijkheden. Fig. 24 illustreert hoe labels (Fig. 24a) aan elkaar kunnen worden verbonden met een kleefstrip 90 (vooraanzicht in Fig. 24b en bovenaanzicht in Fig. 24c) die kan verwijderd worden nadat de labels in het magazijn 20 zitten. Daarnaast kunnen labels ook nog aan elkaar gelijmd worden in de langsrichting (Fig. 25a, zonder afwisseling; Fig. 25b, met afwisseling) of in de dwarsrichting (Fig. 25c, zonder afwisseling; Fig. 25d, met afwisseling). De labels kunnen ook in elkaar worden geschoven met of zonder bijkomend kleefmiddel (Fig. 25e).

De labels kunnen vervolgens op elkaar gestapeld worden in het magazijn, zowel bij verlijming (Fig. 26a) of bij in elkaar schuiven (Fig. 26b), aldus een bundel 21 vormend. De labels kunnen ook op een rol worden geplaatst, die dan een bundel 21 labels vormt (Fig. 27). De rol kan gecombineerd worden met de hierboven besproken bevestigingsmiddelen. Het magazijn kan, als een bundel labels in de vorm van een rol wordt gebruikt, zeer eenvoudig zijn.

In een balenpers kan een inrichting volgens de uitvinding op verschillende plaatsen worden ingebouwd, doordat deze bijzonder compact kan zijn. Fig. 28a geeft een gedeelte van een balenpers weer in de buurt van de knoper 105; in de knoper 105 wordt het touw 1 rond de baal 120 geknoopt. Het label kan bevestigd worden voor de knoper, op positie 101, of na de knoper, op de baal 120, op positie 102 zoals getoond in Fig. 28a. Binnen de knoper, zie Fig. 28b, kan het label worden aangebracht tussen de tandwielen 110 en de spanarm 111 van de knoper (positie 103) of tussen de spanarm 111 en de touwgeleiding 112 (positie 104), en voor het mechanisme 106 dat de knoop legt.

De uitvinding is hierboven beschreven met verwijzing naar specifieke uitvoeringsvormen. De uitvinding is echter niet beperkt tot de beschreven uitvoeringsvormen. Zo kan een label meer dan twee openingen omvatten. Een label kan volledig of gedeeltelijk uit kunststof zijn vervaardigd, maar ook uit andere materialen.

Het zal voor de vakman duidelijk zijn dat verschillende wijzigingen en aanpassingen in vorm en detail mogelijk zijn zonder af te wijken van de beschermingsomvang van de conclusies voor de huidige uitvinding.

Claims (14)

1. CONCLUSIES

   1. Inrichting (100) voor het bevestigen van een label (11,12) voor identificatie van een baal aan een langwerpig flexibel voorwerp (1), waarbij de label een rand heeft en voorzien is van een eerste opening (14) en een tweede opening (15) aan de rand van de label, zodanig dat een rand van de eerste opening (14) en de tweede opening (15) samenvalt met een gedeelte van de rand van de label (11,12), en waarbij de eerste opening (14) en de tweede opening (15) zijn aangepast om de label te bevestigen aan het langwerpig flexibel voorwerp (1), de inrichting omvattende: - opslagmiddelen (20) om labels (11,12) op te slaan; - bevestigingsmiddelen (40) om de label aan het langwerpig flexibel voorwerp te bevestigen zodanig dat de eerste opening (14) en de tweede opening (15) contact maken met het langwerpig flexibel voorwerp (1), door de label te buigen en de label over het langwerpig flexibel voorwerp te schuiven of het langwerpig flexibel voorwerp in de label te schuiven; waarbij de label (11,12) buigbaar is en aangepast om het langwerpig flexibel voorwerp onder buigspanning van de label te klemmen in de eerste opening (14) en de tweede opening (15), en waarbij de bevestigingsmiddelen (40) buigingsmiddelen (41-43, 45-47, 49) omvatten om de label (11,12) te buigen.
2. 2. Inrichting volgens conclusie 1, die verder transportmiddelen (30) omvat om de label (11,12) te transporteren van de opslagmiddelen (20) naar de bevestigingsmiddelen (40).
3. 3. Inrichting volgens conclusie 2 waarbij de transportmiddelen (30) meeneemmiddelen (60) omvatten om de label mee te nemen.
4. 4. Inrichting volgens één van de conclusies 1 tot 3 waarbij de inrichting verder afscheidingsmiddelen (70, 72-74) omvat om precies één label aan te bieden aan de bevestigingsmiddelen (40).
5. 5. Inrichting volgens één van de conclusies 1 tot 4 waarbij de label deel uitmaakt van een bundel (21) labels, opgeslagen in de opslagmiddelen (20), en waarbij de inrichting losmaakmiddelen (75, 79) omvat om de label (11.12) los te maken van de bundel (21).
6. 6. Inrichting volgens één van de conclusies 1 tot 5 waarbij het langwerpig flexibel voorwerp (1) een touw is.
7. 7. Inrichting volgens conclusie 6 waarbij het touw een touw is om rond de baal bevestigd te worden.
8. 8. Balenpers die een inrichting omvat volgens één van de conclusies 1 tot 7.
9. 9. Werkwijze voor het automatisch bevestigen in een inrichting (100) van een label (11,12) voor identificatie van een baal aan een langwerpig flexibel voorwerp (1), waarbij de label (11,12) een rand heeft en voorzien is van een eerste opening (14) en een tweede opening (15) aan de rand van de label, zodanig dat een rand van de eerste opening (14) en de tweede opening (15) samenvalt met een gedeelte van de rand van de label (11.12) ; de werkwijze omvattende: - de label (11,12) opslaan; - de label (11,12) aan het langwerpig flexibel voorwerp (1) bevestigen zodanig dat de eerste opening (14) en de tweede opening (15) aan de rand van de label (11,12) contact maken met het langwerpig flexibel voorwerp (1), door de label te buigen en de label over het langwerpig flexibel voorwerp te schuiven of het langwerpig flexibel voorwerp in de label te schuiven.
10. 10. Werkwijze volgens één van de conclusie 9, verder omvattend transporteren van een opgeslagen label.
11. 11. Werkwijze volgens één van de conclusies 9 tot 10 verder omvattend precies één label aanbieden om bevestigd te worden.
12. 12. Werkwijze volgens één van de conclusies 9 tot 11 verder omvattend de label losmaken uit een bundel (21) labels.
13. 13. Werkwijze volgens één van de conclusies 9 tot 12 waarbij het langwerpig flexibel voorwerp (1) een touw is.
14. 14. Werkwijze volgens conclusie 13 verder omvattend het touw bevestigen rond de baal.